Vanuit onze kamer zien we de zon opgaan boven de meseta. Op tijd vertrekken, want we willen wat opschieten vandaag.
Het landschap is hier eentonig, zeggen andere Compostelagangers ons: velden, velden en nog eens velden. In deze streek had men vroeger geen steen om mee te bouwen, en daardoor zijn veel oude huizen en schuren uit leem opgetrokken. Leem is hier de grondsoort. En daardoor is het hele land leemkleurig, vandaag weer met een blauwe lucht erboven. Wij houden ervan.
Kleine dorpen volgen mekaar snel op. In Ledigos meldt een bord dat we op 373 km en 270 meter van Compostela zijn. Als dat niet nauwkeurig is! Verder, tussen Moradinos en San Nicolás zien we ver naar het noorden de tweeduizenders van het Cantabrisch gebergte liggen.
Kort voor het stadje Sahagún komen we over een oude brug bij de kapel van de Virgen del Puente. Hier heeft de stad een monument geplaatst voor koning Alfonso VI.
Je bent nu precies halverwege de Camino Frances door Spanje, zo luidt het. Of dat óók tot op de meter nauwkeurig is, is twijfelachtig. Toch laten we ons hier maar vereeuwigen, met Alfonso als getuige.
Weinig later zijn we in Saragún. We zetten vandaag 30 958 stappen, goed voor 23 km. Morgen kijken we hier eerst eens rond en houden we de tocht wat korter dan vandaag.
|