In Galicië regent het langs de camino - pardon: de camiño - kilometerpalen. De afstand tot Compostela wordt erop afgeteld,× tot op de meter nauwkeurig zelfs. Een paal in Samos vertelt dat we nog 129 km en 74 meter voor de boeg hebben. We zijn deze keer op ongeveer 270 km van het eindpunt gestart. We zijn dus over de helft!
Natuurlijk bezoeken we vandaag het Benedictijnerklooster van San Xulian, dat 14 eeuwen oud is. Het is een kloek gebouw met twee kloostertuinen. Na een verschrikkelijke brand in 1951 werden nieuwe wandschilderingen aangebracht. Een ervan toont het "ora et labora" (het ene rechts, het andere links) van de paters, maar ook de brand die ontstaat en die twee mensen nog proberen te blussen.
Zonde dat de gidse ons in 35 minuten door het schitterende gebouw jaagt, ook al omdat in Samos verder niet veel te vinden is. Er is nog de Capilla del Cipres uit de 9de eeuw. En verder: kuieren langs de rio Sarria en ... oneindig veel rust.
Iets plezierigs aan de camino is hoe makkelijk je contact krijgt met andere Compostelagangers. Zo ontmoeten we een Canadees-Nederlands paar dat op de terugweg is en al droomt van een volgende voettocht, misschien naar Rome. Een Duitse Caminofreak vertelt ons hoe zijn vrouw hem na vele jaren huwelijk zei dat hij maar het best kon vertrekken. Na een moeilijke tijd deed hij dat dan maar - naar Compostela. Nu loopt hij ieder jaar 6 weken een of ander stuk van de Camino. Wat is hij haar dankbaar dat ze hem wegstuurde, zegt hij.
We wandelen vandaag door mooi heuvelland. Na zo'n 600 meter dalen krijgen we een stempel in ... de kerk van Santiago in Triacastela. Kunnen we nu stoppen, of lijkt dit alleen maar op waar we naartoe wilden?
In Triacastela kunnen we kiezen tussen twee wegen. En hoe fit we ons ook voelen, we kiezen voor de weg via Samos, die vroeger voor de lepralijders diende. Zij werden er verzorgd, wij willen daar een rustdag nemen.
Zoals bij elke langer uitvallende wegvariant wordt het direct zeer rustig. We genieten van de boerengehuchten die mekaar snel opvolgen en van het idyllische pad dat je van het ene naaar het andere leidt. Vreemd hoe accommodatie en commercialisering plots wegvallen. Maar daarvoor heeft men in Lastres toch wel iets bijzonders ontworpen: originele pelgrims-verkeersborden die we op de meer dan 2000 km Compostelaweg nooit gezien hebben!
Van de vele dorpskerkjes is dat van San Martiño do Real het laatste. Dan komen we in Samos, met zijn Benedictijnerklooster, al in de 7de eeuw gesticht. Een mooie, rustige plek. Hier gunnen we onszelf morgen de enige rustdag van dit laatste wandeltraject.
We zetten vandaag 28 038 stappen, goed voor 20 km.
Van Las Herrerias tot Fonfria: het Galicisch gebergte in
Vandaag lopen we een echt bergtraject, waarbij we aan het begin al 600 m omhoog moeten. De regenjas gaat aan en uit, maar fris blijft het altijd. We gaan nu in Galicië komen en daar valt in de droogste maand (juni!) evenveel neerslag als in de natste bij ons. Aan de grenssteen brengen een naar huis wandelende Galiciër en Paul samen enkele strofen van " Un canto a Galicia" in het Galicisch natuurlijk - wie kent Julio Iglesias nog?
O Cebrero is het eerste Galicische dorp. Door de bouwstijl, de muziek die er klinkt en zelfs het landschap gaan Ierland en Wales hier meer door je hoofd dan Andalusië, en dat blijft de hele dag zo. We zien de eerste ronde pallozas met hun strooien daken en zien in de oeroude preromaanse kerk de miraculeuze kelk die op de Galicische vlag prijkt.
In de namiddag is het telkens weer stijgen naar een volgende hoogte en afdalen naar een boerendorpje met telkens een natuurstenen kerk. Een mooie, heel karaktervolle streek!
Vanop de Alto do San Roque kijkt een reusachtige bronzen pelgrim, die zich door de regen werkt, uit over de bergen. Compostelagangers, het soort mensen waar je alles kan van verwachten, hebben zijn voeten van de nodige blarenpleisters voorzien. De laatste hoogte die we passeren is de Alto do Poio, het hoogste punt van de Galicische camino.
Samen met een vrolijke groep twaalfjarigen - een schoolproject op de camino - dalen we gelijkmatig af tot Fonfria. Door de leraar op kop blijven met een dwaas liedje sfeer en tempo erin. Ook voor ons.
In Fonfria tafelen we 's avonds gezellig met andere pelgrims in een grote palloza. De wandelschoenen rusten braafjes op het rek.
We zetten vandaag 28 091 stappen, goed voor 21,5 km.
Heerlijk wandelweer! Goed dat we gisteren die vermoeiende Camino Duro genomen hebben, want nu we braafjes de kronkelende vallei van de Valcarce volgen, lopen we voortdurend aan de rand van de carretera nacional. Gelukkig is die heel rustig. De Spanjaarden, die al zo lang mooie wandelpaden voorzagen, sturen de Compostelagangers hier veel het asfalt op.
De vallei is mooi, maar we geraken de autoweg moeilijk kwijt. Hoog boven ons zien we geregeld weer andere viaducten verschijnen.
We stappen vandaag niet ver en hebben dus alle tijd. In Ambasmestas gaan we in een geitenmelkerijtje kaas kopen (en zien zo het melken bezig). We bezoeken er het preromaanse kerkje (en krijgen zo van een bejaarde vrijwilligster een kwartier Spaanse uitleg). We observeren andere wandelaars (en stellen zo vast hoe guitig de talrijk aanwezige Zuid-Koreanen kunnen lachen als ze een selfie nemen). Alles stapt hier naar Compostela, zelfs de rode sla wordt als Compostelapijl aangeplant.
We gaan maar vijf mekaar snel opvolgende dorpen ver. Al vóór twee uur zijn we in ons verblijf in Las Herrerias.
Door het raam kijken we al uit op wat we morgen aanpakken: het grensgebergte met Galicië. Dat zal een heel flinke klim vragen. Reden dus om op het terrasje preventief uit te rusten.
We zetten vandaag 15 105 stappen, goed voor 11 km.