2. Gelukkig zijn degenen die lijden met en om Hem
Toen hij voelde dat zijn
eigen dood naderde, schreef Broeder Laurentius op 17 november 1690 een brief
aan een lijdende non:
Ik zal God niet vragen je
van je beproevingen te verlossen, maar ik zal Hem oprecht vragen je het geduld
en de kracht te geven die nodig is om te lijden zolang Hij dat wenst. Vind
troost in Hem die je aan het Kruis vasthoudt; Hij zal je vrijlaten wanneer Hij
dat passend acht. Gelukkig zijn zij die met Hem lijden. Wen aan lijden en vraag
Hem om de kracht om te lijden zoals Hij wil, en zolang Hij dat nodig acht. De
wereldse mensen begrijpen deze waarheden niet en het verbaast me niet; de reden
is dat ze lijden als burgers van deze wereld en niet als Christenen. (...)
Ik wou dat je ervan
overtuigd was dat God in tijden van ziekte en lijden vaak dichter bij ons is
dan wanneer we een perfecte gezondheid hebben. Zoek geen andere dokter dan Hem.
Ik denk dat Hij je alleen wil genezen. Stel al uw vertrouwen in Hem, en u zult
spoedig de voordelen ervaren die we ophouden meer te vertrouwen in [medische]
middelen dan in God.
Welke remedies u ook gebruikt, ze zullen alleen werken voor zover Hij dat
toestaat. Als het lijden van God komt, kan alleen Hij het genezen en laat Hij
ons vaak met lichamelijke ziekten achter om onze geestelijke ziekte te genezen.
Vind troost in de soevereine Dokter van lichaam en ziel. ( )
Wees tevreden met de staat
waarin God je heeft geplaatst; hoe gelukkig je ook denkt dat ik ben, ik benijd
je. Zulke pijnen en lijden zouden voor mij een paradijs zijn als ik met God zou
kunnen lijden, en de grootste genoegens zouden de hel zijn, als ik er zonder Hem
van zou genieten. Al mijn troost ligt in iets voor Hem te lijden.
Ik ben dicht bij het punt gekomen
om God te zien; ik wil hem rekenschap gaan geven. Want als ik God zelfs maar
één moment kon zien, zouden de kwellingen van het vagevuur zoet voor me zijn
als ze tot het einde van de wereld zouden voortduren. Wat mij troost in dit leven is dat ik God door geloof zie. En ik
zie Hem op zo'n manier dat ik soms kan zeggen: Ik geloof niet meer, ik begrijp
het, want ik ervaar wat geloof leert. Met deze zekerheid en door deze
geloofspraktijk zal ik met Hem leven en sterven.
Houd altijd vast aan God, die de enige troost is in je lijden. Ik zal tot Hem
bidden om je gezelschap te houden. (Brief 11)
Pr. Didier-Joseph Caullery, ocd Klooster van Avon,
Frankrijk
Heilige maandag 6/4
Maria nam een kruikje kostbare, zuivere nardusolie,
zalfde de voeten van Jezus en droogde ze af met haar haar. De geur van de olie trok door het hele
huis. Johannes 12:3
In Gods wegen zijn
gedachten weinig van tel, terwijl liefde voor alles telt. (Wegen 10)
Maria zorgde voor het
lichaam van Christus. Tegenwoordig is Zijn lichaam de Eucharistie, de Kerk, het
leven van mijn naaste en mijn eigen leven. Op welke manieren kan ik voor het
lichaam van Christus zorgen?
Heilige dinsdag 7/4
Toen
sprak de Heer, die mij al in de moederschoot gevormd heeft tot zijn dienaar om
Jakob naar hem terug te brengen, om Israël rond hem te verzamelen dat ik
aanzien zou genieten bij de Heer end at mijn God mijn sterkte zou zijn.
Jesaja 49:5
We moeten ons volledig aan
God geven in het tijdelijke en geestelijke rijk, en vreugde vinden in het
uitvoeren van Zijn wil, of Hij ons nu leidt door middel van lijden of troost,
want het is allemaal hetzelfde voor iemand die volledig in de steek wordt
gelaten. (Gesprekken 5)
Door 'amen' te zeggen,
drukken we tegelijk ons geloof en ons vertrouwen in God uit. Ik probeer
aandacht te schenken aan het 'amen' dat ik tijdens de H. Mis en in mijn gebed zeg.
Heilige woensdag
8/4
Onderweg
zei Jezus tegen hen: Jullie zullen Mij deze nacht allemaal afvallen, want er
staat geschreven: Ik zal de herder doden, en de schapen van zijn kudde zullen
uiteengedreven worden. Maar nadat Ik uit de dood ben opgewekt, zal Ik jullie
voorgaan naar Galilea. Matteüs 26:31-32
In het spirituele leven is
geen vooruitgang boeken, achteruitgaan. (Brief 1)
Is Jezus een struikelblok
voor mij? Vandaag zal ik aandacht besteden aan Zijn verzoeken en aan mijn eigen
reactie. Heer, Zoon van de levende God, ontferm U over mij, een zondaar.
Witte Donderdag 9/4
Want
wat ik heb ontvangen en aan u heb doorgegeven, gaat terug op de Heer zelf. In
de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd nam Hij een brood, sprak het
dankgebed uit, brak het brood en zei: Dit is Mijn lichaam voor jullie. Doe
dit, telkens opnieuw, om Mij te gedenken. Zo nam Hij na de maaltijd ook de beker,
en Hij zei: Deze beker is het nieuwe verbond dat door Mijn Bloed gesloten
wordt. Doe dit, telkens als jullie hieruit drinken, om Mij te gedenken. Dus
altijd wanneer u dit brood eet en uit de beker drinkt, verkondigt u de dood van
de Heer, totdat Hij komt. 1 Korintiërs 11:23-26
De aanwezigheid van God
is dan het leven en de voeding van de ziel, die verkregen kan worden door de
genade van de Heer. (Spirituele uitspraken 26)
Onze zielen hebben voedsel
nodig. Ik maak een uitgebalanceerd menu voor de gezondheid van mijn ziel: de Sacramenten,
Bijbellezing, gebed, dienst aan de Kerk of mijn buurman...
Goede Vrijdag 10/4
Hoog
wil ik U prijzen, Heer, want U hebt mij gered en mijn vijand geen reden gegeven
tot vreugde. Heer, mijn God, ik riep tot U om hulp en U hebt mij genezen. Heer,
U trok mij uit het dodenrijk omhoog, ik daalde af in het graf, maar U hield mij
in leven. Psalm 30:2-4
Mijn rust is zo groot dat
ik nergens bang voor ben. Waar zou ik bang voor kunnen zijn als ik bij Hem ben?
Ik klamp me met al mijn kracht aan Hem vast. Moge Hij door iedereen gezegend
worden. Amen." (Brief 5)
Ik neem de tijd om bij het
Kruis van Jezus te blijven. Ik verzamel met zorg een van de laatste woorden of
een van de laatste daden van degene
die tot het einde van ons hield...
Stille Zaterdag 11/4
Ik ben inderdaad tevreden
met het vertrouwen dat je in God hebt; ik hoop dat Hij het steeds zal vermeerderen.
We kunnen niet teveel vertrouwen hebben in zo'n goede en trouwe Vriend, die ons
nooit zal teleurstellen in deze wereld of de volgende. (Brief 10)
Stille Zaterdag: stilte.
God zwijgt, hij heeft niets meer te zeggen. Dus ik kan me het bekende gedicht
herinneren over de voetafdrukken in het zand ... Als ik soms een groot gevoel
van eenzaamheid ervaar bij het zien van slechts één reeks voetafdrukken op de
grond, is het niet dat God me heeft verlaten, maar eerder dat hij me in zijn
armen draagt. Ik vertel hem nogmaals dat ik Hem volledig
vertrouw.
Voetsporen in het zand
K droomde eens en zie
Ik liep aan 't strand bij lage tij.
Ik was daar niet alleen,
Want ook de Heer liep aan mijn zij.
We liepen samen het leven door,
En lieten in het zand,
Een spoor van stappen; twee aan twee,
De Heer liep aan mijn hand.
Ik stopte en keek achter mij,
En zag mijn levensloop,
In tijden van geluk en vreugde,
Van diepe smart en hoop.
Maar als ik het spoor goed bekeek,
Zag ik langs heel de baan,
Daar waar het juist het moeilijkst was,
Maar één paar stappen staan.
Ik zei toen "Heer waarom dan toch?
Juist toen ik U nodig had,
Juist toen ik zelf geen uitkomst zag,
Op het zwaarste deel van mijn pad..."
De Heer keek toen vol liefde mij aan,
En antwoordde op mijn vragen;
"Mijn lieve kind, toen het moeilijk was,
Toen heb ik jou gedragen..."
Invoering van microchip of gelijkaardig komt dichterbij
Westerse
elite maakt verplichte vaccinatie voorwaarde voor terugkeer normaal leven.
Xandernieuws 9/4/2020
Tientallen
jaren lang werden op de Bijbel gebaseerde voorspellingen dat de wereldwijde
elite op het juiste moment wacht om de hele wereldbevolking met verplichte
geïmplanteerde microchips te onderwerpen aan een technocratische totale
controle dictatuur, doorgaans afgedaan als complottheorie. Met de corona
pandemie, de daaraan verbonden ongekende lockdowns en het inmiddels openlijk
koppelen van vaccinaties aan een terugkeer naar een normaal leven zoals VVD
fractievoorzitter Klaas Dijkhoff gisteren in de Tweede Kamer deed-, is dit
Bijbelse eindtijdscenario plotseling reëel en heel dichtbij gekomen, en lijkt
een corona vaccinatie mogelijk al volgend jaar bijna onontkoombaar te zullen
worden afgedwongen.
De volgende passage in het Bijbelboek Openbaring (13:16-17)
heeft inmiddels ook de aandacht van veel niet-christenen getrokken:
En het
(beest) maakt, dat
aan allen, de kleinen en de groten, de rijken en de armen, de vrijen en de
slaven, een merkteken gegeven wordt op (oorspronkelijke vertalingen: in ) hun rechterhand (/ arm)
of op hun voorhoofd, [en] dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het
merkteken, de naam van het beest, of het getal van zijn naam heeft.
Over
wat er werkelijk in de grondtekst staat volgt nog een apart artikel, want de
meeste vertalingen geven op sommige punten een behoorlijk gebrekkig en
vertekend beeld. Desondanks is het principe duidelijk: er komt een verplicht
merkteken, zonder welk niemand meer kan deelnemen aan de samenleving.
Hi-tech tattoo met digitale markers
gefinancierd door Bill Gates
Microsoft oprichter en multimiljardair Bill Gates heeft het
al jaren over een wereldwijde pandemie met een gevaarlijk virus, en is groot
voorstander van controversiële technologieën waarmee een totaal gecontroleerde
samenleving kan worden afgedwongen. In september 2019, slechts 3 maanden
voordat in China het coronavirus uitbrak, kondigde het mede door Microsoft
opgerichte biometrische bedrijf ID2020 nieuwe projecten aan met meerdere
biometrische identificatie technologieën voor zuigelingen, gebaseerd op
zuigelingen immunisering en de meest succesvolle aanpak.
Researchers
van het prestigieuze MIT (Massachusetts Institute of Technology) hebben al zon
succesvolle aanpak ontwikkeld in de vorm van een soort hi-tech tatoeage die
vlak onder je huid wordt ingespoten. Deze op afstand te scannen tattoo bevat
digitale markers met alle medische en persoonlijke informatie. Dit merkteken
zal vermoedelijk gelijktijdig met een (corona) vaccin worden ingebracht,
waarschijnlijk door het vaccinbureau Gavi, dat eveneens onder de paraplu van de
Bill & Melinda Gates Foundation valt.
De researchers hebben aangetoond dat hun nieuwe inkt, die
bestaat uit nanokristallen die quantum dots worden genoemd een
infraroodachtig licht uitzendt dat met een speciaal daarvoor uitgeruste
smartphone kan worden gedetecteerd, aldus een bericht van MIT News. Onderaan
het artikel staat dat dit onderzoek voornamelijk werd gefinancierd door hoe
kan het ook anders- de Bill & Melinda Gates Foundation.
Nu meer dan de helft van de wereldbevolking gedwongen thuis
zit om de verspreiding van corona in te dammen, en de frustraties overal
oplopen, is het niet moeilijk voor te stellen dat er een dag komt waarop het
publiek verplicht wordt om deze infrarode ID tattoos te accepteren, zodat ze
weer toegang tot het publieke leven krijgen. Tegelijkertijd zullen overal scanners worden geïnstalleerd, die
iedereen zonder zon ID-tattoo er naadloos zullen uitpikken.
Dekmantel voor nieuw digitaal financieel
systeem
De
logische volgende stap is een verplichte koppeling van deze ID-tattoo aan je
bankrekening. Tegen die tijd is al het betalingsverkeer gedigitaliseerd, en zal
cash geld zijn uitgebannen vanwege het zogenaamde besmettingsgevaar met het
virus.
Corona wordt gebruikt als dekmantel voor de komst van een
nieuw, digitaal financieel systeem, compleet met gedwongen vaccinatie inclusief
nanochip, die een totale, individuele, digitale entiteit creëert, schreef geopolitiek
analist Pepe Escobar eerder deze maand. Hij denkt dat er mogelijk clusters van
smart steden komen, die door AI (kunstmatige intelligenties) met
elkaar zijn verbonden, waarin de mensen constant worden gemonitord en zijn
gemicrochipt, en alles betalen met een verenigde digitale munteenheid.
Geen samenkomsten meer zonder vaccinatie
Dit angstwekkende toekomstbeeld bleek bepaald geen
overdreven voorstelling van zaken toen Bill Gates het afgelopen weekend in een
interview met CBS This Morning verklaarde dat publieke samenkomsten
waarschijnlijk net zo lang verboden blijven, tot er op grote schaal een
vaccinatieprogramma wordt ingevoerd.
Welke activiteiten, zoals scholen, zijn zo belangrijk dat
ze op zon wijze kunnen worden verricht dat het risico op besmetting heel laag
is, en welke activiteiten, zoals massa bijeenkomsten, zijn in zeker zin
misschien meer een optie. Dus totdat je breed gevaccineerd bent, komen dat
soort activiteiten misschien wel helemaal niet meer terug.
Volgens Gates vallen behalve sportwedstrijden ook
demonstraties onder zon massa bijeenkomst. Zonder vaccin zullen die worden
verboden en bestraft. Eigenlijk is de
hele samenleving één grote massa bijeenkomst, waardoor het zonder vaccin
feitelijk onmogelijk zal worden om er nog aan deel te kunnen nemen.
Waarom geldt deze lockdown voor iedereen, en
niet alleen voor de kwetsbaren?
Zon dystopische samenleving kan eenvoudig worden
voorkomen, omdat er over de hele wereld grote successen worden geboekt met
eenvoudige, spotgoedkope middelen zoals hydroxychloroquine. Zelfs de beruchte
dr. Anthony Fauci, de hoogste Amerikaanse baas op gebied van infectieziekten,
verklaarde tegen een subcomité van de Senaat dat meer dan 80% van de mensen die
corona krijgen spontaan herstellen, zonder dat er enige medische behandeling
voor nodig is.
Hierdoor ga je je afvragen waarom de wereldwijde lockdown
voor iederéén gelden, in plaats van alleen voor de zieken en ouderen, schrijft
analist Robert Bridge. Ondertussen wordt hydroxychloroquine door de media gebagatelliseerd,
ondanks het feit dat talloze artsen het de meest effectieve behandeling van het
coronavirus noemen. Inmiddels heeft ook de staat Michigan de regering Trump om
dit anti-malariamiddel gevraagd.
Wat wint de
anti-corona race? Een twijfelachtig vaccin, of een reeds bestaand
medicijn?
Het lijkt er dus op dat we een race gaan zien naar wat de
goedgekeurde methode om deze pandemie te bestrijden zal worden: een haastig
ontwikkeld vaccin, dat de gevolgen van de ziekte zelfs zou kunnen verergeren, of
een reeds bestaand, bewezen effectief en zeer goedkoop medicijn, dat ook nog
eens amper bijwerkingen heeft.
Als een wereldwijd vaccin de winnaar wordt (en daar
lijkt de Nederlandse regering vol op in te zetten), mogelijk inclusief
ID-nanotechnologie, verwacht dan niet dat de rijken met hun kinderen vooraan in
de rij gaan staan. Uit een onderzoek van zon 6200 scholen in 2015 bleek
bijvoorbeeld dat kinderen op privé scholen die alleen de rijkeren kunnen
betalen- twee keer zo vaak niet (of minder) gevaccineerd zijn.
Het lijkt er dus op dat de elite er zwaar op inzet om een
ID-tracking vaccin te ontwikkelen, die alle rassen en instituten onder één
groot dak zou moeten verenigen, een wereldregering dus, maar ondertussen zelf
in hun eigen afgeschermde wijken blijven wonen. Of zij echt een speciale
uitzondering van dit merkteken zullen krijgen, is echter nog maar de vraag.
Het boek Kronieken wordt ons
aangeboden als een samenvatting van het spirituele pad dat de Joden
bewandelden. Er zijn vele keren geweest dat de mensen het verbond waren
vergeten, hun God negeerden en de genaden die ze hadden ontvangen tijdens hun
turbulente geschiedenis, begroeven. Een verlangen naar vrijheid is opgestaan in
de harten die verleid zijn door misleidingen van deze tijd. De herinnering is
mislukt en ook Israël heeft zijn God en Zijn gaven verkeerd begrepen.
Toegegeven, dit verhaal lijkt ver verwijderd van onze hedendaagse vragen, maar
zijn we niet bezig met de zegeningen van de Heer te vergeten?
Misschien moeten we het fotoalbum
van onze eigen heilsgeschiedenis openen om te erkennen dat dit proces van
vergetelheid ook in ons leven aanwezig is. Zijn we soms geen ondankbare
kinderen die lijden aan geestelijk geheugenverlies? De Bijbel wordt
onderbroken door vele verkondigingen van gedenken die uit de mond van de
profeten komen en door de geschiedenis van het Volk van God worden gedistilleerd
in het licht van generaties met gesloten oren en verharde harten.
Zou dit gezegende seizoen van Vasten
niet de aanvaardbare tijd kunnen worden waarop God, die ons de woestijn in
trekt, tot het hart van elke gelovige zou kunnen spreken? Omdat er in het middelpunt
van alle ups en downs van het leven, vooral de mislukkingen, een kracht
overblijft: de barmhartigheid van God heerst altijd oppermachtig. Barmhartigheid
biedt zich onvermoeibaar aan. Het is dus goed voor ons om deze barmhartigheid
te herinneren die zichzelf bleef tonen, zich ontwikkelde en sterker werd. De
tegenslagen van het uitverkoren volk zijn het gevolg van het vergeten van hun
God. Maar God slaat altijd een bres om het leven te vernieuwen. Hij heeft
voortdurend boodschappers geroepen en naar zijn opstandige volk gezonden,
boodschappers gevuld met oproepen tot bekering. Doofheid en boosaardigheid
hebben hun werk gedaan. Maar God kan zijn volk niet verlaten en vergeten. Als
een heidense koning de oorzaak was van rampspoed en deportatie, dan zal Cyrus,
een andere heidense koning, het instrument van redding zijn:
Dit zegt Cyrus, de koning van Perzië: Alle
koninkrijken van de aarde heeft de Heer, de God van de Hemel mij gegeven. Hij
heeft mij opgedragen om voor Hem een tempel te bouwen in Jeruzalem, een stad in
Juda. Laten al dienen onder u die tot Zijn volk behoren, zich verzekerd weten
van de hulp van de Heer, hun God, een daarheen gaan. - 2 Kronieken 36:23
De Heer gaf Cyrus de opdracht om
een huis voor Hem te bouwen.
Zouden we vandaag niet deze
bouwers zijn? God nodigt Zich uit bij ons thuis. We moeten dus het lied
van de psalmist oppakken:
Laat mijn tong aan mijn gehemelte kleven als ik
niet meer denk aan U. Psalm 137:6
Wat als we deze week eens samen
begonnen als een herinnering? Nee, de barmhartigheid van God is niet uitgewist.
Laten we ook nog eens langzaam de brief lezen die Paulus aan de Efeziërs
schreef:
Maar omdat God barmhartig is, omdat de liefde
die Hij voor ons heeft opgevat zo groot is. Efeziërs 2:4
De apostel ontwikkelt zijn thema:
we waren dood vanwege onze fouten, God gaf ons leven met Christus; door genade
zijn we gered. Dit thema van Gods liefde, van Zijn oneindige genade, is door de
drie lezingen van deze zondag geweven als een refrein dat nooit versleten raakt,
maar het hart van ons geloofsleven krachtig herhaalt:
Want God had de wereld zo lief dat Hij Zijn
enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat,
maar eeuwig leven heeft. Johannes 3:16
De genade van God is echt een
constante in de Bijbelse geschiedenis. Het wordt gedurende de heilsgeschiedenis
geopenbaard. God gebruikt alle middelen die de bekering van zijn volk teweeg brengen
en ook onze bekering in deze tijd. Het zou goed voor ons zijn om een prefatie
te lezen van de eucharistie van het Laatste Avondmaal. Dit is de prefatie van
deze zondag:
Door het mysterie van de incarnatie,
heeft Hij de mensheid uit
duisternis geleid
naar het licht van het geloof
en heeft Hij degenen die in
slavernij van de erfzonde zijn geboren
door de wateren van regeneratie
gehaald
om ze tot Zijn geadopteerde
kinderen te maken.
Maar deze oproep om een kind
van God te worden, zal niet zonder ons worden gerealiseerd. En het Evangelie
van deze zondag staat erop dat we ons naar het licht moeten begeven. In één
woord: dat we de moed zouden moeten hebben om onze impasses te herkennen, de
doodlopende wegen die we hebben gekozen of ondergaan waardoor we ons afwenden
van het goede nieuws van het Evangelie of er tegen ingaan.
Johannes zegt in de Evangelielezing
van deze zondag:
Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op,
zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat Hij doet. Johannes
3:21
Tot welke waarheden worden we
geroepen of uitgenodigd? We worden opgeroepen tot een ontmoeting nadat we
onze zonden hebben ingezien en beleden waarin we zullen worden uitgenodigd
om het water van genade in overvloed over ons te laten stromen. "Broeders
en zusters: God, die rijk is aan barmhartigheid", herinnerde de H. Paulus
ons. (Efeziërs 2: 4) Hoe gaan we deze week verwelkomen en leven? Zou de tempel
dat Cyrus voorstelt te bouwen als gevolg van het verzoek van de Heer, niet de
naam "Huis van barmhartigheid" dragen? Misschien moeten we de
drempel overschrijden?
'Broeder Laurentius stortte zich
halsoverkop in de armen van oneindige genade...'
God in Zijn Zoon Jezus wacht op
ons in deze tempel van barmhartigheid. Laten we Hem niet laten wachten! Broeder
Laurentius van de Verrijzenis nodigt ons daar uit en gaat ons voor. Laten we
hem volgen ...
'Uit dit intense geloof kwam de
vastberadenheid van zijn hoop op Gods goedheid, een kinderlijk vertrouwen in Zijn
voorzienigheid, een totale, universele overgave van zichzelf in Gods handen.
(...) Het was niet genoeg voor hem, om het grootste deel van zijn leven te
vertrouwen op de genade en verdiensten van Jezus Christus voor zijn redding. In
plaats daarvan vergat hij volledig zichzelf en zijn eigenbelang en, met de woorden
van de profeet (Romeinen 4:18), wierp hij zich hals over kop in de armen van
oneindige genade.
Hoe wanhopiger de dingen leken,
hoe meer hij hoopte, als een rots die, geslagen door de golven van de zee, een
toevluchtsoord wordt temidden van de storm. We zagen dit al toen we spraken
over de innerlijke strijd die God hem zond om zijn trouw op de proef te stellen
kort na zijn intrede in het religieuze leven. Als, zoals de H. Augustinus zegt,
de mate van hoop de mate van genade bepaalt, kunnen we zeggen dat de genade die
God aan Broeder Laurentius schonk hem in staat stelde, zoals de Schrift zegt,
tegen hoop in te hopen. Daarom zei hij dat de grootste glorie die je God kan
geven, het volledig wantrouwen is van je eigen kracht, en volledig op Zijn
bescherming vertrouwen, want zo belijd je oprecht je eigen zwakheid en erken je
de almacht van de Schepper." (Lofrede 44)
Broeder Laurentius vertrouwde aan een religieuze toe:
Ik
beschouw mezelf als de meest ellendige van alle mensen, bedekt met zweren, vuil
en schuldig aan allerlei soorten misdaden begaan tegen mijn Koning; door
oprecht berouw bewogen, belijd ik al mijn zonden aan Hem. Ik vraag hem
vergeving en laat mezelf in zijn handen zodat Hij met mij kan doen wat Hij
wil. In plaats van mij te straffen, omhelst deze Koning mij liefdevol, vol
goedheid en barmhartigheid, plaatst mij aan Zijn tafel, wacht op mij, geeft mij
de sleutels van Zijn schatten en behandelt mij in alle dingen als Zijn
favoriet; Hij praat met mij en geniet op talloze manieren van mij, zonder ooit
over vergeving te spreken of mijn eerdere fouten weg te nemen. Hoewel ik hem
smeek om mij naar Zijn hart te vormen, zie ik mezelf nog steeds zwak en
ellendig, maar steeds meer gestreeld door God. Dit is wat ik van tijd tot tijd
zie in Zijn heilige aanwezigheid. (Brief 2)
Pr. Didier-Joseph Caullery,
ocd Klooster van Avon - Frankrijk
Maandag 23/3
Maar
de hoveling drong aan: Heer, ga toch mee, tekenen en wonderen zien, geloven
jullie niet! Ga maar naar huis, zei Jezus, uw zoon leeft. De man geloofde
wat Jezus tegen hem zei en ging weg. Johannes 4:49-50
'Laten we geen genoegen nemen met het zoeken of liefhebben
van God alleen voor de genaden die Hij ons heeft gegeven of kan geven, hoe groot
ze ook zijn. Deze gunsten, hoe indrukwekkend ze ook zijn, brengen ons nooit zo
dicht bij hem als een simpele daad van geloof.' (Brief 16)
Alleen geloof opent de hele waarheid voor ons;
vandaag kan ik de Geloofsbelijdenis herhalen met grote aandacht en een levend
geloof.
Dinsdag 24/3
Jezus
zei tegen hem: 'Sta op, pak uw mat op en loop.' - Johannes 5: 8
'Vind troost in Hem die de enige remedie is voor al onze
problemen. Hij is de Vader van de ellendige, altijd bereid om ons te hulp te
komen. Hij houdt oneindig veel meer van ons dan we denken. ' (Brief 14)
Met vertrouwen leg ik voor de Heer een ernstige
wond. Hij zal me genezen door rekening te houden met mijn menselijkheid en de
tijd die nodig is voor mijn herstel... Ik moet ook geduld hebben met mezelf.
Woensdag 25/3
Maar
kan een vrouw haar zuigeling vergeten of harteloos zijn tegen het kind dat zij
droeg? Zelfs al zou zij het vergeten, Ik vergeet jou nooit. Jesaja 49:15
Het is onmogelijk om de gevaren te vermijden, waar het
leven vol mee is, zonder Gods werkelijke, voortdurende hulp; laten we Hem er
voortdurend om vragen. We kunnen hem er niet om vragen tenzij we bij Hem zijn.
We kunnen niet bij Hem zijn, tenzij we vaak aan Hem denken. We kunnen niet vaak
aan Hem denken, tenzij we deze heilige oefening gewoonlijk beoefenen. (Brief
8)
Het gebed van de Kerk begint met deze simpele
woorden: God, kom me te hulp! Deze aanroep kan ook de hele dag door mijn hart
roepen.
Donderdag 26/3
Denk aan mij, Heer, uit liefde voor Uw volk,
zie naar mij om wanneer U het komt redden. Wij hebben gezondigd zoals onze
voorouders, wij hebben gefaald en kwaad bedreven. Psalm 106:4,6
'Hij erkende zijn zonden en was
er niet door verrast. Hij bekende ze aan God en smeekte Hem niet hem te
verontschuldigen; daarna keerde hij in vrede terug naar zijn gewone oefeningen
van liefde en aanbidding. (Gesprekken 21)
Heer, leer mij
vergeving te vragen en leer mij mezelf te vergeven door in de vergeving te gaan
die U mij schenkt.
Vrijdag 27/3
Het
oog van de Heer rust op de rechtvaardigen, Zijn oor luistert naar hun hulpgeroep.
De Heer hoort de kreten van de rechtvaardigen, hij bevrijdt hen uit de nood,
gebroken mensen is de Heer nabij, hij redt wie zwaar wordt getroffen. Psalm 34:16,18-19
Je hoeft niet te schreeuwen: Hij staat dichter bij ons dan
we misschien denken. (Brief 9)
De Heer is niet doof; Hij hoort ons. Maar soms
is het goed om ons hart te laten schreeuwen in aanwezigheid van de Heer als we
nadenken over een bijzondere intentie, over de behoeften van de wereld en over
onze eigen behoeften.
Zaterdag 28/3
Maar,
Heer van de Hemelse machten, rechtvaardige Rechter, U die hart en nieren
doorgrondt, laat mij zien dat U zich op hen wreekt, U leg ik mijn zaak voor.
Jeremia 11:20
Als het schip van onze ziel nog steeds wordt verslagen
door de wind of de storm, moeten we de Heer wakker maken die daar rust, en Hij
zal de zee onmiddellijk kalmeren. (Brief 1)
Ik kies om bij het begin van de dag mijn hele
dag in Gods handen te leggen en Hem te vertrouwen, wat er ook met mij gebeurt.
Vanavond zal ik dat onthouden in mijn dankgebed.
Weekend 5: Het verlangen om Jezus te zien
Zondag 29/3
Nu was er ook een aantal Grieken naar het feest gekomen om
God te aanbidden. Zij gingen naar
Filippus uit Betsaida in Galilea, en vroegen hem of ze Jezus konden ontmoeten. Filippus
ging dat tegen Andreas zeggen en samen gingen ze naar jezus. Jezus
zei: De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven. Waarachtig,
ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het
een graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. Wie zijn leven
liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het
voor het eeuwige leven. Wie Mij dient moet Mij volgen: waar Ik ben zal ook mijn
dienaar zijn, en wie Mij dient zal door de Vader geëerd worden.
Nu ben Ik doodsbang. Wat moet Ik zeggen? Vader, laat dit
ogenblik aan Mij voorbijgaan? Maar hiervoor ben Ik juist gekomen. Laat nu zien
hoe groot Uw naam is, Vader. Toen klonk er een stem uit de Hemel: Ik heb Mijn
grootheid getoond en Ik zal Mijn grootheid weer tonen. De mensen die daar stonden
en dit hoorden, zeiden: Een donderslag! Maar er waren er ook die zeiden dat
het een engel was die tegen Hem gesproken had. Jezus zei: Die stem heeft niet
voor Mij gesproken, maar voor u. Nu wordt het oordeel over deze wereld geveld,
nu zal de heerser van deze wereld uitgebannen worden. Wanneer Ik van de aarde
omhooggeheven word, zal Ik iedereen naar Mij toe halen. Daarmee bedoelde Hij
de wijze waarop Hij zou sterven.
Johannes 12:20-33
1. "We zouden Jezus willen zien,"
Enkele aanhangers van Israël vragen om Jezus te zien aan
Filippus. Wat is dit verrassende verlangen dat in deze mensen woont? Zijn ze
getuige geweest van een liefdevolle toespraak van Christus tot de menigte en
zijn ze geïntrigeerd geraakt door Zijn vrijheid? Werden ze uitgedaagd door het
verhaal van een wonder? Of is het gewoon dat de correlatie tussen het woord en
de handelingen van Jezus deze mensen ertoe aanzet te vragen of ze Hem kunnen
benaderen, met Hem spreken en Hem een beetje beter leren kennen? We hebben
zelfs maar weinig aanwijzingen die kunnen helpen om de betekenis van hun
verzoek te begrijpen. Maar het maakt niet uit, hun verlangen is aanwezig en
verre van een soort negatief voyeurisme.
Het verlangen
om Jezus te zien, Jezus te volgen, om daar met Jezus te zijn:
Is dit niet onze wens op deze laatste zondag van de Vasten, vóór de intrede in
de Goede Week? Eén vraag die we kunnen laten doordringen: zijn we mensen van verlangen naar God? Inderdaad, dit verzoek: "We
willen Jezus graag zien", kan voor ons een hefboom zijn om een echte weg
van vernieuwing van ons geloof te openen. Laten we onszelf toelaten om ons
verlangen om Jezus op een andere manier te benaderen. Het aan te durven om
terug te keren naar de wortels van ons geloof: zou dat niet de ambitie zijn die
de kern vormt van onze Vasten?
We moeten een onbekend pad volgen dat zal bestaan uit het
stellen van de oorspronkelijke vraag: zijn
wij wachters van de Heer? Mensen die zich over God verbazen en over Zijn Boodschapper,
Jezus? Het risico bestaat altijd dat we ons beperken tot wat we weten, zelfs
als we ontevreden zijn, in plaats van ruimte te maken in ons hart voor
onderzoek, wat de essentiële vraag van ons geloof in onszelf zou kunnen doen
ontwaken: wat zeggen we over Jezus? Wie
zeggen we dat Hij is?
3/4 H. Aartsengel Michael: Kinderen van God, Enig en Drie-een:
Goddelijke
Liefde verspreidt zich in de Schepping op zoek naar degenen die Hem liefhebben.
Bij het begin van de Goede
Week nodig ik jullie uit om barmhartig te zijn voor jezelf, de daden en
werken in je leven te herbekijken met oprechtheid en transparantie, zodat de
weigering van het menselijk hart vrijwillig zou wegvallen en zodat jullie je
zouden voorbereiden om de Calvarie op te gaan dat nadert voor de mensheid.
Onze Hoogste
Koning wil dat Zijn kinderen Hem aanroepen met een berouwvol en nederig hart,
smeken om Goddelijke vergeving om terug te keren naar het ware pad dat leidt
naar het Eeuwig Leven, maar niet zonder eerst te erkennen hoezeer jullie de
Allerheiligste Drie-eenheid, die gelijktijdig aanwezig is in elke mens, hebben
beledigd en erover spijt hebben.
Jullie moeten terugkeren naar de Allerheiligste
Drie-eenheid om de nodige geestelijke kracht te vinden om verder te gaan zonder
de weg te verliezen. Jullie moeten de Hand van Onze Koningin en Moeder nemen om
met geestelijke kracht het pad van grote strijd, catastrofes, hongersnood en DE VAL VAN DE ECONOMIE, wat de mens
doet wankelen te overwinnen.
Als mensheid werden jullie bezoedeld met de grote
demonische ziekte van hoogmoed, door het wereldlijke en de insinuaties van de
duivel te accepteren. Jullie kunnen niet herkennen wat niet van God is ALS JULLIE NIET IN JEZELF KIJKEN, en
zelfs rechtvaardigen wat tegen de gaven van het leven ingaat.
Op het moment dat de mens wordt geconfronteerd met het
resultaat van zijn daden, en leeft in paniek, die de meeste mensen in zijn
greep houdt stevenen jullie af naar de
rand van de afgrond: ik roep jullie daarom onmiddellijk op om terug te keren
naar nederigheid, en om gehoord te worden als jullie je tot de Hemel richten,
moeten jullie berouw hebben van de beledigingen die gepleegd zijn en jullie
moeten je inzetten voor een totale bekering.
Zonder
bekering, loopt de mens tussen stenen en doornen die het pad nog pijnlijker
maken.
Volk van God, jullie zullen met eigen ogen het begin zien
van de OORLOG MET WAPENTUIG, niet
alleen de BACTERIOLOGISCHE OORLOG waar
jullie in leven. Ah hoe zal de Goddelijke Toorn neerkomen op degenen die de
pijn van ziekte hebben gebracht aan andere mensen!
Werk bewust voor de geest en in innerlijke vrijheid, en op
deze manier zullen jullie jezelf zien zoals jullie zijn, en jullie zullen in
staat zijn te leven zonder steun van het menselijk ego.
Jullie worden bemind door Onze Koning. Dit is de tijd dat
jullie Hem moeten zoeken zodat de Hemelse Bijstand jullie kan bereiken en dat
jullie niet vallen in de klauwen van het kwaad. Jullie zullen overrompeld worden
met alle soorten aanbiedingen; jullie weten heel goed dat jullie je in de
duisternis bevinden dat het kwaad over de mensheid heeft gestort.
Volk
van God, versterk jezelf zodat jullie niet in de brandende oven worden
geworpen, waar er geween en tandengeknars is! (Lukas 13:28)
Jullie zijn niet alleen: BELEEF DE HERDENKING VAN DE GOEDE WEEK TEN VOLLE, BIED EEN OFFER VAN
INNERLIJKE BEKERING, leef elke dag als was het de laatste, mediteer over je
verleden om herop te bouwen wat moet heropgebouwd worden in vereniging met de
Goddelijke Wil, en jullie zo in de nieuwheid van leven komen, en de nodige
ondersteuning vinden voor hetgeen komt.
De aarde blijft hevig beven. Deze geseling zal toenemen.
BEREID JULLIE VOOR, GEGEVEN DE OP HANDEN ZIJNDE
WAARSCHUWING DAT ALLE MENSEN MOETEN ONDERGAAN.
BRENG DEZE DAGEN NIET DOOR IN ONVERSCHILLIGHEID !
Jullie moeten kijken doorheen hetgeen jullie wordt
aangeboden: zie de leugens, zie wat de machten verbergen, zie wat ze van plan
zijn achter het lijden van de mensheid, wat terug zal vallen in deze ziekte.
Volk van God, vergeet niet de medicijnen dat de Hemel
jullie heeft gegeven om te gebruiken in deze tijd.
Jullie worden beschermd, ontwikkel deze bescherming door
kinderen van God te zijn IN GEEST EN
WAARHEID.
Onze legioenen beschermen jullie, wees deze
bescherming waardig!
WIE IS ALS GOD? NIEMAND IS ZOALS GOD!
H. Aartsengel Michael
3 x
WEES GEGROET ONBEVLEKTE MARIA, ZONDER ZONDE ONTVANGEN
Luz de Maria
Broeders en zusters:
Onze geliefde H. Aartsengel Michael schetst het panorama
van de mensheid voor ons.
Als we Goddelijke Bescherming willen, moeten we die
bescherming verdienen: wat de mens niet zoekt of verlang zal niet gegeven
worden.
Onze geliefde Heer Jezus Christus dwingt niemand om Hem te
zoeken of accepteren: de zoektocht naar het Goddelijke moet uit de mens komen.
Laat ons daar ons voorbereiden om te leven met een dorst
naar God, een dorst naar kracht dat van Boven komt, een dorst naar redding, een
dorst naar overwinning voor de redding van de ziel. Amen.
8/4 Maria: Geliefde kinderen van Mijn Onbevlekt Hart:
Ik zegen jullie, ik verwelkom
jullie in Mijn Hart zodat in Hem alles veilig blijft.
Geliefde kinderen, om veilig te
blijven is jullie niet te bevrijden van wat er gaat komen, maar het te
ondergaan in vrede, zonder wanhoop:
* met Geloof van kinderen die de
Goddelijke Wet vervullen en zich overgeven aan Mijn Zoon,
* door Liefde en levende Hoop en
Naastenliefde te zijn voor de naaste,
* van harte te vergeven en
* in gebed te blijven, niet alleen
in woord maar door het gebed in praktijk te brengen en
* de naaste te beschermen,
* de goddelijke verzoeken en het goddelijk
licht dat jullie levensweg verlicht, gehoorzaam te blijven.
Geliefde kinderen, op dit moment
moeten jullie volledig de Geestelijke Communie beleven. Volledig, met jullie
hele ziel, krachten en vermogens, met het hart overlopend van liefde voor Mijn
Zoon zodat Hij kan aanbeden blijven door Zijn volk.
De kracht van Gods volk is oneindig wanneer dit
volk dat leeft in geest en intimiteit met mijn Zoon, waarachtig is, wanneer het
volk van mijn Zoon de schat van de Hemel met zich draagt, die geen mot kan
aantasten of dieven het kunnen stelen (Matt 6:19-21), wanneer het volk in
harmonie leeft, in geloof en liefde, omdat ze het lichaam kunnen doden, maar
niet de ziel.
Geliefden, vrees degene die jullie naar het
verlies van de ziel voert.
Verlies het geloof niet, zeg
niet: waarom leven voor hetgeen nog zal komen, integendeel, schepselen met
een klein Geloof! Zorg dat je leeft volgens de Goddelijke Wil in eenheid en
mededogen zodat jullie de Goddelijke Barmhartigheid verdienen.
Geliefde kinderen van Mijn
Onbevlekt Hart, hoevelen lezen deze Openbaringen en reageren niet, kijken niet,
horen niet, omdat hun oren bedekt zijn, omdat hun hart hen verhard houdt!
Op dit moment moeten jullie bedacht
zijn de Goddelijke Liefde in jullie te laten overstromen voor zoveel pijn
waarin de mensheid leeft. Wees voorzichtig voor degenen die dit virus als iets
anders bestempelen, wanneer jullie weten dat het uit menselijke handen voorkomt
om de wereldbevolking te verminderen.
Zend jullie gebeden naar de mensheid, gebeden
die uit een rein hart komen, zend hen naar al jullie broeders om deze grote
week te overwegen, waar het lijden, dood en verrijzenis van mijn Zoon wordt
herdacht.
Ik zie zoveel mensen die zonder
het zich bewust te zijn Cyreners zijn van het Kruis van Mijn Zoon (zie Matt
27:32), deze Cyreners van hun broeders die lijden en waar ze met liefde voor
zorgen!
Dat is het Kruis van mijn Zoon, dat is wat jullie
vinden op het Kruis van mijn Zoon: Liefde, Offer, Hoop, Toewijding, Geloof.
Jullie allen die Cyreners zijn van jullie broeders en zusters in de hele
wereld, zeggen: het Lijden van Onze Heer Jezus Christus is actief en aanwezig
in elk van Zijn kinderen.
Daarom hebben degenen die het
Volk van Mijn Zoon in het nauw hebben gedreven, hen geleid tot groei, in
nederigheid, in liefde, in vroomheid, in toewijding, in liefdadigheid, in de
Goddelijke Wil en het Volk van mijn Zoon is gegroeid. Sommigen die niet
geloofden, zijn tot geloof gekomen en hebben wonderen voor zich gezien en ze
zijn herboren in het Geloof.
In het Geloof van het Volk dat
niet wankelt, maar groeit en zich niet alleen het Lijden van mijn Zoon, maar
Zijn Verrijzenis herinnert, worden kinderen geboren in deze Verrijzenis, die
moeilijke wegen hebben afgelegd en de LIEFDE waren vergeten. Nu wenden ze zich
tot Mijn Zoon en zeggen Hem: Hier ben ik, Heer Jezus Christus, om mijn
broeders en zusters te dienen, om Uw Wil te vervullen.
Degenen die de duivel als hun god
genomen hebben verbergen zich en het Volk van mijn Zoon bid en bevinden zich in
de praktijk van Goddelijke Liefde, bidden zonder ophouden voor elkaar.
Het is de praktijk van liefde voor de naaste,
waar de broeder of zuster een andere christus is, waar wat verborgen was tevoorschijn
komt, wat was vergeten liefde richt zich naar mijn Zoon en de mens ontkiemt naar
het Eeuwig Leven.
Wees niet bang, kinderen, wees niet bang!
Temidden van pijn wordt de LIEFDE
van Mijn Zoon geboren in Zijn kinderen.
Daarom heeft de H. Drie-eenheid Hemelse
Legioenen gestuurd om hun volk te verzegelen, deze Goddelijke genade wordt
enige tijd beetje per beetje geschonken. Zodra het trouwe volk is gezuiverd, ze
één is met hun Heer en Hun God.
Wees niet bang!
Ben ik, die jullie Moeder ben, niet hier?
Ik zegen jullie.
Mama Maria
3 x Wees gegroet Onbevlekte Maria, zonder zonde
ontvangen.
Luz de Maria
Broeders en zusters:
Onze Moeder stroomt over van
liefde. Dit is typisch voor een moeder die van ons houdt.
Zoals onze Moeder ons vertelt, is
elk van ons geroepen om een Cyrener te zijn voor zijn naaste op dit moment en
Zij, die alles ziet, maakt ons de toewijding in de wereld duidelijk, van de
broeders en zusters die de zieken dienen.
Het is geen Viering zoals de
vorige keren, de beledigingen tegen de H. Drie-eenheid zijn zo groot dat we
niet verdienen om de Goddelijke Liefde te herdenken, maar tegelijk hebben we de
grote kans om van onze situatie uit te mediteren gedurende deze periode van
isolement, en te beslissen voor een innerlijke bekering. Amen.
8/4
Jullie Hemelse Moeder: Ik ben gekomen om jullie te trosten. Mijn
zeer geliefde kinderen, nu meer dan ooit zijn jullie allen in het grootste ongemak.
Wees kalm, omdat wie dicht bij ons is wordt bewaard van elke calamiteit. Ik
houd van jullie en zelfs in verdriet wil ik jullie geest kalmeren.
Jezus en ik hebben altijd het dichtst bij jullie geweest en
we willen dat jullie Ons volgen en het Woord van de Vader, die alle wonden
geneest.
Mijn kinderen, jullie aarde is binnengevallen door boze
geesten. Als jullie niet bidden en je volledig toevertrouwen aan Ons, zullen
jullie er niet in slagen uit deze verschrikkelijke beproeving te geraken. Op
dit moment zullen jullie deze duisternis doorstaan met grote licht in jullie
hart als jullie eerst en vooral aan jezelf tonen dat God Liefde is.
God is Liefde. Vergeet dit nooit en Hij zal Zijn kinderen
niet in handen van Satan laten. Ik herhaal: wees niet bang, omdat Hemel en
Aarde zullen voorbijgaan maar nooit het Woord en de Liefde van God.
Bid, open jullie hart, vraag jullie Vader met de zekerheid
dat jullie gehoord worden. Ik ben bij jullie. Ik houd van jullie en zal jullie
niet in de steek laten, zelfs niet de meest ongehoorzame kinderen.
Offer jullie lijden voor jullie broeders en zusters die
niet geloven en precies om deze reden zullen ze sterven van angst en gebroken
harten (als ze zich niet bekeren). Pasen komt naderbij en leert jullie dat Jezus
de overwinning over de dood heeft behaald.
Jullie zullen overwinnaars zijn als jullie je volledig aan
Hem toevertrouwen. Schep moed, mijn kinderen.
Jullie Hemelse Moeder
1/4 Jullie Jezus van Barmhartigheid: Mijn kinderen, zo geliefd en gewild, jullie willen
toch niet verteld worden Ik ken jullie niet! Mijn kinderen, dit zijn
beslissende dagen voor jullie. Denk ernstig na
over ware bekering. Als jullie niet luisteren naar Mijn Woord en het in
praktijk brengen, zullen jullie helaas te horen krijgen en zal jullie
geantwoord worden: Ik ken jullie niet!
Mijn kinderen, jullie beproevingen op dit moment zijn een
waarschuwing dat er iets zal veranderen voor jullie allen. Overweeg dit goed;
jullie hebben nog tijd. Denk goed en beslis om bovenal jullie geestelijke
relatie met jullie Vader, die in de Hemel is te verbeteren.
Ik zal jullie mijn hulp geven elke keer dat jullie vertrouwen
op Mij, jullie werkelijk uit jullie hart vragen: Help!
Sta eens stil bij jullie zielstoestand, doe een
gewetensonderzoek om goed alle keren te weten dat jullie Mij hebben beledigd.
Mijn Moeder vraagt altijd, namens jullie, vergeving van al jullie zonden, maar
als jullie geen waar berouw hebben, weten jullie reeds het antwoord dat jullie
zullen krijgen van mijn Vader.
Wees oprecht met al de mensen rond jullie. Help jullie
naasten, vooral op het geestelijk vlak. Zoek elke dag om mij te ontvangen in
jullie hart, tenminste geestelijk, omdat jullie nu meer dan ooit mijn hulp
nodig hebben.
Ik, Jezus, jullie Redder, ben degene die vergeving voor
jullie allen verzoek voor mijn Vader. Lieve kinderen, omhels mij in de kruisbeelden
dat jullie thuis hebben. Ik
voel en verheug mij in jullie omhelzing.
Laat de H. Rozenkrans jullie dagelijks gebed zijn en op
deze manier zal dit mijn Moeder ten gunste komen en zal er gebruik van maken om
te vragen om jullie bevrijding van zonde. Ik wil dat jullie allen terugkeren
naar jullie Hemels Thuisland. Ik zegen jullie.
MIJN KINDEREN, DE
DAGEN VAN MIJN GERECHTIGHEID ZIJN REEDS IN JULLIE MIDDEN, EN VELEN ZULLEN
VERLOREN GAAN OMDAT ZE GEESTELIJK NIET ZIJN VOORBEREID! 27/3/2020
Boodschap van God de Vader aan Zijn trouwe Volk
Boodschap aan Enoch
Mijn volk, mijn erfgenamen, Vrede
zij jullie.
Mijn kinderen, de dagen van mijn
Gerechtigheid zijn reeds in jullie midden, en velen zullen verloren gaan omdat
ze niet geestelijk zijn voorbereid. Omwille van het bestaande kwaad en zonde,
die mijn Schepping hebben verstikt, heb Ik al de gebeurtenissen die beschreven
zijn in mijn Heilige Woord versneld. Nooit tevoren is er in mijn schepping
zoveel kwaad en zoveel zonde geweest als in deze recente generatie, die zelfs
de hel zelf schrik aanjaagt.
De dagen van beproeving zijn
begonnen en komen naar de mensheid, maar jullie, Mijn volk, moeten niet bang
zijn of in paniek geraken; moge gebed, geloof en vertrouwen in Mij, jullie
Vader, jullie kracht zijn om jullie te helpen de beproevingen te overwinnen die
naar jullie toe komen. Ik doe een oproep tot jullie, lauwe en zondige mensheid,
met deze kleine beproevingen van het Coronavirus, om te zien als jullie wakker
worden en zo spoedig naar het pad van bekering terugkeren. De pijnen voor de
mensheid beginnen pas, wat er nog komt zijn de lastigste beproevingen; Ik zeg
jullie: jullie zullen enkel de beproevingen doorstaan als jullie verenigd met
God.
Lauwe en zondige mensheid, Ik wil
jullie wakker schudden uit jullie geestelijke lethargie en dat jullie zo
spoedig mogelijk terugkeren naar Mij, zodat jullie geestelijk gesterkt zijn; en
zo de grote beproevingen kunnen doorstaan die eraan komen. Geen wereldse zorgen
of bekommernissen meer, de prioriteit op dit moment moet de redding van jullie
ziel zijn. In een fractie van een seconde zal alles veranderen en deze wereld
die jullie kennen zal voorbij gaan. De zekerheid dat de geldgod geeft aan velen
zal spoedig vallen; wat zal er worden ven de mensheid, die zijn geloof en
vertrouwen heeft gesteld in de goden van deze wereld? IJdelheid der ijdelheden,
dat zijn de goden van deze wereld; de dagen van al de idolen en afgoden waarin
jullie je geloof en vertrouwen hebben gesteld zijn reeds geteld, gewikt en
gewogen en staan op het punt op de grond te vallen.
Aanbidders van de geldgod, jullie
god staat op het punt te vallen; al de rijkdom, comfort en valse zekerheid van
jullie afgod komt ten einde! Wat zal er van jullie worden, die jullie geloof en
vertrouwen in deze god hebben gesteld? Jullie zullen allen zoals stro zijn die
zal branden als het vuur van mijn Gerechtigheid voorbijkomt! Word onmiddellijk
wakker, ondankbare en zondige mensheid; blijf jullie bekering niet uitstellen,
omdat de Ruiters van mijn Gerechtigheid reeds begonnen zijn hun kelk op de
inwoners van de aarde uit te gieten! Gejammer en geschreeuw van lijden zijn
reeds gehoord en de beproevingen zijn pas begonnen! Wat zal het dan zijn,
wanneer de dagen van de grote beproeving komen? Overweeg dit opnieuw en kom zo
spoedig mogelijk terug naar Mij, voor de nacht valt; omdat jullie goed weten
dat de nacht de tijd is van mijn grote Gerechtigheid waar niemand meer naar
jullie zal luisteren!
Jullie Vader, Yahweh, Heer van de
Schepping
Maak mijn boodschappen kenbaar
aan de hele mensheid, mijn Volk
ZAAD VAN MIJN VADER,
DAGEN VAN GROTE BEPROEVINGEN NADEREN VOOR DE HELE MENSHEID, MAAR JULLIE, VOLK
VAN GOD, VREES NIET! 30/3/2020
Boodschap van de H. Aartsengel Michael aan het
Volk van God Boodschap aan Enoch
WIE IS ALS GOD? NIEMAND IS ALS GOD!
Moge de Vrede van de Allerhoogste
met jullie allen zijn.
Zaad van mijn Vader, dagen van
grote beproevingen naderen voor de hele mensheid, maar jullie, Volk van God,
vrees niet. Ik, jullie Prins, ben reeds in jullie midden in gezelschap van mijn
Broeders, de Aartsengelen en Engelen, van het Hemels Legioen. We voeren een
hevige strijd tegen de duivels, in de ruimte van jullie wereld. Vraag om mijn
bescherming, Broeders, en roep mij drie keer aan met mijn strijdkreet: Wie
is als God? Niemand is als God! en ik zal graag komen in het gezelschap van
mijn Broeders, om jullie onze hulp te bieden.
Volk van God, mijn Exorcisme
gebeden met geloof zal ook alle pandemieën, plagen, en alle aanvallen door de
vijand van jullie ziel wegnemen. De dagen van beproevingen zijn in jullie
midden; bid, smeek en prijs de Glorie van God, en wees niet bang. Onthoud: Mijn
Vader heeft de Aartsengelen en Engelen het bevel gegeven om jullie te
beschermen in al jullie wegen. We nemen jullie in de armen, zodat jullie voeten
niet struikelen over een steen. (Psalm 91:11-12) Als jullie leven onder de
beschermende schaduw van de Allerhoogste, zal Hij jullie toevlucht en
bescherming zijn. (Psalm 91:1-2)
De beloften van deze krachtige
Psalm werden ten allen tijde vervuld in het menselijk bestaan.Mozes bad deze Psalm, samen met het
Hebreeuwse Volk op de nacht dat de Engel van Gods Gerechtigheid door Egypte
ging, en zijn eerstgeborenen trof. Doe hetzelfde, Volk van God van deze
Eindtijd; en ik verzeker jullie als jullie dit doen in geloof en jullie
verzegelen met het Bloed van het Goddelijk Lam er geen plaag, virus of pest in
staat zal zijn om op de deur van jullie woonplaatsen te kloppen.
Zaad van mijn Vader, met deze
kleine beproevingen die de Allerhoogste toelaat, wil de Hemel dat jullie greep
hebben op jullie geloof en vertrouwen in God; zodat wanneer de dagen van de
Grote Beproeving komen, jullie geloof zo standvastig zal zijn dat niets en
niemand jullie Vrede kan stelen of jullie scheiden van de Liefde van God. Wees
daarom kalm, Volk van God, raak niet in paniek of angst, omdat angst niet van
God komt. Vertrouw en prijs de Glorie van de Allerhoogste, en ik verzeker
jullie dat de dagen van de Grote Beproeving die komen zullen voorbij gaan zoals
een droom voor jullie.
Moge de Vrede en Bescherming van
de Almachtige in jullie blijven, Israël, Volk van God.
Jullie Broeder en Dienaar, de H.
Aartsengel Michael.
Broeders en zusters, zorg dat de
hele mensheid mijn boodschappen kent.
We kunnen zien dat elke ontmoeting met Jezus, zoals blijkt
uit de Evangeliën, op de een of andere manier een bevrijding veroorzaakt bij
degene die Jezus ontvangt. Een nieuwe levenskracht stroomt in hen en zorgt dat
verborgen moed wordt onthuld dat de jaren onvruchtbaar hadden gemaakt. Het verlangen om Jezus te zien, wordt dan
de sleutel tot een innerlijke transformatie, radicaal en energiek, en gaat
zelfs zover om anderen voor te stellen hetzelfde pad te volgen, een pad van
bevrijding. We kunnen God of Zijn Zoon Jezus niet beperken in een definitie,
hoe mooi die ook mag zijn! Jezus ontmoeten is onszelf blootstellen aan
bevrijdende woorden en gebaren die het Evangelie als enige bron hebben, en niet
een willekeurige code van goed gedrag, deze of gene moraal. Het is dus om elke
angst te durven benoemen en een ruimte van wedergeboorte te scheppen, zoals
Jezus Nicodemus voorstelde:
Jezus
zei: Waarachtig, Ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het
koninkrijk van God zien. Johannes 3:3
Het verlangen om Jezus te zien is ook een ander risico nemen:
het ontdoen van alle eigenwil om het pad van het Evangelie te betreden. We gaan
vanaf het begin, in een bepaalde levensdynamiek die zich voortdurend zal
ontwikkelen. Het dient om een bres in onze zekerheden te slaan en te
onderscheiden of we op het verkeerde spoor zitten in het verafgoden van onze
verlangens, onze manier van doen of als we op één lijn zitten met Gods Wil.
We moeten toegeven dat we geroepen zijn om keuzes te maken
die geen andere wortels hebben dan die van Gods Liefde en anderen. Het is van tevoren alles te weigeren om de
H. Geest, de Geest van liefde van de Vader en de Zoon, ons leven te laten
besproeien. Het is om die veelheid aan zekerheden die in de loop der jaren
zijn versterkt, los te laten en de enge manier van leven in God te kiezen,
luisterend naar de H. Geest. Het is eindelijk erkennen dat we pas aan het begin
van het leven staan en dat de tijd dat we geloofden dat we God bezaten,
voorbij is. Het is ruimte maken voor een leven in God. Zullen we ermee
instemmen dit nieuwe verbond te verwelkomen dat zoveel Bijbelse getuigen hebben
voorgesteld?
God wil Zijn wet van liefde en barmhartigheid in
ons hart schrijven. Ik zal Mijn wet in
hen leggen en Ik zal ze in hun hart schrijven; en Ik zal hun God zijn, en zij
zullen Mijn volk zijn, bevestigt de profeet Jeremia (eerste lezing). Zijn we
klaar om deze Wet van liefde te ontvangen? Toch kent God ons, dus komt Hij
ons tegemoet met Zijn handen vol genade: een balsem die het leven herschept
en vernieuwt. Want God is ongeduldig om ons te ontmoeten zoals we zijn, zonder
masker, onze gezichten geopenbaard. Hij wil zich aan ons openbaren. Hij vraagt
om een echte, vreugdevolle, onbeperkte ontmoeting. Hij kan het niet langer
aanzien dat we doodlopende wegen nemen. Dus laat Hij Zijn Zoon ons
in waarheid ontmoeten.
'We willen Jezus graag zien. Zal
deze wens deze week de onze zijn? Ik laat u achter met de vreugde om dit
verzoek te durven doen, hoe onvolmaakt ook. God komt altijd tot ons in Zijn
Zoon Jezus. Laten we Hem ontvangen! Wacht niet om het goed te doen, laten we
naar Hem gaan. Hij kent ons. Sterker nog, Hij houdt van ons.
2. Innerlijk spreken met God
We willen Jezus
graag ontmoeten, vragen enige Grieken. Het kan ook ons verzoek zijn. Maar
diep in ons hart klinkt er een stem, die van Jezus. Vervolgens fluistert Hij: Ik
ben hier, aan de deur van je hart, en Ik klop, wil je openen? Laat Broeder
Laurentius van de Verrijzenis ons helpen om deze genade te vragen om ook God te
willen zien. Hij vertelt ons in een brief aan een non hoe we de Heer door
geloof en de praktijk van het innerlijke gesprek Hem kunnen ontmoeten:
Ik zal je een van deze boeken sturen die de praktijk van
de aanwezigheid van God behandelen. Dit is naar mijn mening de essentie van het
spirituele leven, en het lijkt mij dat je door het goed te beoefenen in een mum
van tijd spiritueel wordt.
Ik weet dat om dit te doen, je hart leeg moet zijn van alle
andere dingen, omdat God het exclusief wil bezitten, en hij kan het niet
exclusief bezitten zonder het eerst te hebben leeggemaakt van alles behalve Zichzelf;
noch kan Hij erin handelen, noch doen wat Hij wil.
Er is geen manier van leven in de wereld die aangenamer is
dan een voortdurend gesprek met God; alleen degenen die het beoefenen en
ervaren, kunnen dit begrijpen. Ik stel echter niet voor dat u het om deze reden
doet. We moeten geen troost zoeken in deze oefening, maar we moeten het doen
vanuit een motief van liefde, en omdat God het wil.
Als ik een verkondiger was, zou ik niets dan de praktijk
van de aanwezigheid van God verkondigen; en als ik een spiritueel leider was,
zou ik het iedereen aanraden, want ik geloof dat er niets zo nodig of zo
gemakkelijk is.
Ah! Als we maar wisten hoeveel we Gods genaden en hulp
nodig hebben, zouden we Hem nooit uit het oog verliezen, zelfs niet voor een
moment. Geloof me en maak tegelijkertijd een heilige en vaste beslissing om
nooit opzettelijk van Hem af te wijken en de rest van je leven in Zijn heilige
aanwezigheid te leven, ontdaan van alle liefde voor vertroostingen van hemel en
aarde, mocht Hij zo oordelen. Leg je hand aan de ploeg. Als u dit op de juiste
manier uitvoert, kunt u er zeker van zijn dat u snel de vruchten ervan zult
zien. Ik zal je helpen met mijn gebeden, hoe arm ze ook zijn. Ik beveel mezelf
vurig aan bij de uwe en bij die van uw heilige gemeenschap. Mijn groeten aan
iedereen en vooral aan jou.' (Brief 3)
- Br.
Didier-Joseph Caullery, ocd Klooster van Avon, Frankrijk
Maandag 30/3
Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was,
wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in het geheim te
verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de
Heer. De engel zei: Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij
je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de H. Geest. Matteus
1:19-20
"... maar wanneer God een
ziel vindt die doordrongen is van een intens geloof, stort Hij Zijn genaden in
overvloed uit." (Brief 1)
Heer, op voorspraak van
de H. Jozef, man van stilte en geloof, meester van gebed, smeek ik U, vergroot
mijn geloof.
Dinsdag 31/3
Daarop ging het volk naar Mozes. We hebben gezondigd,
zeiden ze, want we hebben de heer en u verwijten gemaakt. Bid tot de Heer dat
Hij ons van die slangen verlost. Mozes bad oor het volk, en de Heer zei tegen
hem: Laat een slang maken en bevestig die op een staak. Iedereen die gebeten
is en daarnaar kijkt, blijft in leven Numeri 21:7-8
We weten dat we alles
kunnen doen met Gods genade, en Hij weigert het nooit aan degenen die Hem er oprecht
om vragen. (Brief 15)
Ik vraag om een intentie
die me na aan het hart ligt voor een ander.
Woensdag 1/4
Dus
wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn. Johannes 8:36
We moeten God in
heilige vrijheid dienen. (Brief 4)
Christelijke vrijheid is
vooral bevrijding. Vol vertrouwen bid ik: Heer, verlos mij van de ketenen die
mij in slavernij houden.
Donderdag 2/4
Zie
uit naar de Heer en Zijn macht, zoek voortdurend Zijn nabijheid. Psalm 105:4
Wat zouden we gelukkig
zijn als we alleen de schat konden vinden waarover het Evangelie spreekt; niets
anders zou er toe doen. Omdat het onuitputtelijk is, is hoe meer we zoeken, hoe
meer rijkdom we zullen vinden. Laten we ons onophoudelijk inzetten om ernaar te
zoeken; laten we niet moe worden totdat we het hebben gevonden. (Brief 5)
Heer, hoe gelukkig is
degene die weet dat u niets liever wilt dan al uw schatten voor ons te openen,
en dat we niets meer nodig hebben dan een groot verlangen om ze in de diepte
van onszelf te ontdekken!
Vrijdag 3/4
Ik heb
U lief, Heer, mijn sterkte, Heer, mijn rots, mijn vesting, mijn bevrijder, God,
mijn steenrots, bij U kan ik schuilen, mijn schild, kracht die mij redt, mijn
burcht. Psalm 18:1-3
"Er is geen finesse
of kennis vereist om God te benaderen, alleen een hart dat vastbesloten is om
zich uitsluitend aan Hem te wijden en voor Hem alleen te leven."
(Gesprekken 41)
Vandaag kan ik het hymne van
de H. Paulus aan liefdadigheid opnieuw lezen: Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de Engelen had ik de
liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle
cimbaal. Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al
bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen had ik
de liefde niet, ik zou niets zijn. Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik
voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar
trots op zijn had ik de liefde niet, het zou mij niet baten. 1 Korintiërs 13:1-3
Zaterdag 4/4
Ik
sluit met hen een vredesverbond, een verbond dat eeuwig zal duren. Ik zal hun
een vaste woonplaats geven en hen talrijk maken; mijn heiligdom zal voor altijd
in hun midden staan. Bij hen zal Ik wonen; Ik zal hun God zijn en zij zullen
Mijn volk zijn. Ezechiël 37:26-27
Bedenk dat ik u smeek wat
ik u aanbeveel, dat wil zeggen, vaak en dag en nacht aan God denken bij al uw
activiteiten en zelfs wanneer u zich ontspant. Hij is altijd bij je en laat Hem
niet alleen. (Brief 10)
Ik zal proberen al mijn
activiteiten te beginnen met een kort gebed.
Goede
Week: Laten we ons onthechten van het wereldse
Zondag 5/4
1. Een week begint
De volgende dag was er al een
grote menigte in Jeruzalem voor het feest. Toen ze hoorden dat Jezus ook zou
komen, haalden ze palmtakken en liepen ze de stad uit, hem tegemoet, terwijl ze
riepen: Hosanna! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer, de koning van Israël.
Jezus zag een ezel staan en ging erop zitten, zoals geschreven staat: Vrees
niet, Sion, je koning is in aantocht, en hij zit op een ezelsveulen. Zijn
leerlingen begrepen dit aanvankelijk niet, maar later, toen Jezus tot majesteit
verheven was, herinnerden ze zich dat dit over hem geschreven stond, en dat het
zo ook gebeurd was. Johannes 12:12-16
Een week begint ... Het is niet zoals de andere.
God - in zijn Zoon Jezus - zal de kleren van de Dienaar aantrekken, de
vernederde Dienaar, de Dienaar die ter dood wordt gebracht. Maar allereerst
koos Jezus ervoor om het Pesach met zijn discipelen te vieren.
Hij zal hen deze missie toevertrouwen om doe dit ter nagedachtenis van Mij te
doen. Jezus verlaat de tafel, neemt het schort van de dienstknecht en komt de
voeten wassen van degenen die verantwoordelijk zullen zijn voor het aankondigen
van het Goede Nieuws van de Verrijzenis.
Jezus knielt voor elk van
degenen
die Hij heeft geroepen en die Hem hebben gevolgd, zonder Hem altijd te
begrijpen. Hij, Jezus, leek zo anders dan wat hen over God was geleerd ... Hun
ongenoegen op bepaalde momenten kan begrepen worden!
Jezus knielt voor elk van hen neer, ondanks een zekere weerstand van Petrus.
Donderdag zal Hij voor ieder van ons neerknielen. Hij zal voorstellen om onze
voeten te wassen, voeten die gewond zijn door op zoveel doelloze paden te
dwalen, zoveel stappen die ons nergens heen leiden, wij die het pad weigeren
dat door het Evangelie wordt geboden. Deze gewonde en vermoeide voeten die zo
veel afgoden hebben gevolgd die een tijdelijk en vluchtig geluk bieden... Voor
ieder van ons zal Jezus dezelfde vraag stellen: Wil je me toelaten...?
Dit is het allerlaatste verzoek voor Zijn gevangenneming. Dit is de ultieme
vraag die ons in het Hart van God stort door Zijn Zoon Jezus:
Wanneer zullen jullie eindelijk de oproep om te leven in
Mijn leven aanvaarden?
Een week begint... de week van de beproeving
van de Zoon van God. Hij wordt ervan beschuldigd zichzelf te presenteren als de
geliefde Zoon van de eeuwige Vader. Hij wordt veroordeeld omdat Hij heeft
verklaard dat Hij de Zoon van God is. Maar wat kan Hij nog meer zeggen tegen de
rechters die bereid zijn Hem te veroordelen? Hij is het icoon van de Vader.
Op de dag van Jezus doop in de Jordaan door Johannes de Doper en opnieuw op de
berg Tabor tijdens de gedaanteverandering, spoort God de Vader ons aan om naar Zijn
Zoon te luisteren. In hem heeft de Vader al zijn Liefde geplaatst. Wat hebben
we met dit gebod van Liefde gedaan? Hoe zijn Zijn woorden op ons hart
geschreven? Hoe ontsnapte Zijn Woord uit onze Bijbel om in ons leven te wonen,
om onze daden te voeden, om onze getuigenis te hernieuwen?
Het
lichaam dat Maria verzorgde, zal worden gemarteld. Zijn kwelgeesten willen het
Woord het zwijgen opleggen en de enige mogelijke manier is om het Woord aan het
Kruishout te bevestigen. Waarom is het nodig om Zijn handen te nagelen die geen
andere functies hebben gehad dan zegenen, verwelkomen, vergeven en delen?
Waarom de voeten vastmaken van Degene die altijd heeft gelopen om de gewonden
van het leven te ontmoeten, de "hopelozen", de slachtoffers van
allerlei soorten kwaad ...? Deze week is het moment waarop we ons zullen
herinneren dat nu al het lijden wordt vergezeld en bezocht door Hem. God
vult onze menselijke kruisen met Zijn aanwezigheid.
De
Zoon roept vanuit Zijn lijden en voegt zich bij de tranen van degenen die niet
meer weten hoe ze moeten hopen en het niet meer weten wat te doen.
Deze week heeft God op
Golgotha een ontmoeting met elke man, vrouw, jongen, meisje, kind. Maar
voordat Hij stierf, zal Jezus, de Christus, de Zoon van God, Zijn Moeder, de H.
Maagd Maria, aan ons nalaten: Zie uw moeder. We zullen aan Zijn moeder worden
toevertrouwd. Zij is de leerling die ons elk naar haar Zoon zal leiden.
Deze week knielt God voor
ieder van ons neer.
Deze week wordt God
ontdaan van Zijn kleren en de zweep zal Zijn vlees verwonden en verscheuren
voordat de spijkers Hem aan het Kruishout bevestigen.
Deze week zal Jezus
haastig in het graf worden gelegd. Om de sabbat te beginnen, gereserveerd voor
God, zullen ze geen tijd hebben om voor het lijk van zijn Zoon te zorgen.
Dit is de week van
ontmoeting met spot en geweld, met misverstanden, minachting en afwijzing.
Deze week is dit het door
God gekozen moment om te laten zien hoe ver Zijn liefde zal gaan. Het heeft
geen limiet. Bovendien is het eeuwig, sterker dan de dood.
Dus deze week moeten we echt de Goede Week noemen: het
opent voor ons een pad naar nieuw leven... al zijn de eerste glimpen van het licht van de Verrijzenis
te zien.
Laten we van deze week een
heilige week maken. Het vertelt ons alles over God en Zijn Zoon. De Geest zal
ons naar het hart van de Liefde van de Drie-eenheid leiden.
Kort voor Pesach, het Joodse paasfeest, reisde
Jezus naar Jeruzalem. Daar trof Hij op het tempelplein de handelaars in
runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten. Hij
maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en
runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond, gooide hun tafels
omver en riep tegen de duivenverkopers: Weg ermee! Jullie maken een markt van
het huis van Mijn Vader! Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: De
hartstocht voor Uw Huis zal mij verteren. Maar de Joden vroegen: Met welk
teken kunt U bewijzen dat U dit mag doen? Jezus antwoordde hun: Breek deze
tempel maar af, en Ik zal hem in drie dagen weer opbouwen. Zesenveertig jaar
heeft de bouw van deze tempel geduurd, zieden de Joden, en U wilt hem in drie
dagen weer opbouwen?
Maar Hij sprak over de tempel van Zijn lichaam. Ma
Zijn opstanding uit de dood herinnerden Zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd
had, en zij geloofden de Schrift en alles wat Jezus gezegd had. Toen Jezus op
Pesach in Jeruzalem was, kwamen veel mensen tot geloof in Zijn Naam, omdat ze
de wondertekenen zagen die Hij deed. Maar Jezus had geen vertrouwen in hen,
omdat Hij hen allemaal kende, en niemand hoefde Hem iets over de mens te
vertellen, want Hij wist zelf wat er in een mens omgaat. Johannes 2:13-25
1. "Maak van Mijn Vaders huis geen markt!
Dit is een directe
boodschap, onopgesmukt en zonder compromis. Deze uitdaging voor de
tempelkooplieden en hun klantenkring spreekt luid tot ons op deze derde zondag
van de Vasten. Misschien vinden we het verrassend hoe hard Jezus de verkopers
van de tempel provoceert. Woede. Verontwaardiging. Droefheid. Zoveel woorden
die kraken als een zweep, zoals die Jezus zelf maakte met koorden. Maar was die
zweep niet nodig?
Omdat het verre van een
kwaadaardige woede was, het was een woede die het lijden van Christus
uitdrukte. Hoe is deze ontmoetingsplaats met God - de tempel - in de loop van
de tijd geworden zoals de wereldbeurzen? Een plaats van handel, uitwisseling,
onderhandelen? Dit is een plaats die moet worden gebruikt voor offers. Hoe kon
iemand de wens van koning David vergeten om een huis voor de Heer te bouwen
dat de permanente herinnering aan Gods aanwezigheid voor iedereen zou zijn? (2
Samuël 7: 2). De hele geschiedenis van Israël heeft laten zien hoeveel het volk
van God heeft geleden doordat ze hun plaats van bijeenkomst is ontnomen, maar
nog meer door het spoor van God dat in de hele geschiedenis aanwezig is. Zou
het volk van Israël de herinnering aan wat de tempel vertegenwoordigt kunnen kwijtgeraakt
zijn?
Vergetelheid, moeheid,
gebrek aan waakzaamheid, liefde die door de dagen heen afdwaalt ... Hetzelfde
geldt voor onze relatie met God als in elke menselijke relatie waar we geen
tijd hebben vrijgemaakt om voor onze verbond te zorgen. De parasiet van
verveling, apathie, steriele herhaling doet haar werk van vernietiging. Het is
dus goed dat een gedurfde onderbreking onze ingebeelde rust binnendringt om ons
wakker te schudden, om ons uit onze spirituele eentonigheid te halen. Dit is
een van de problemen van deze Vastentijd. God nodigt ons uit om ons te
hervormen, ons te versterken. Voorbij zijn de dagen van een routinematig
geloof. Het is tijd voor ontmoeting. Dit is het moment van wedergeboorte. God
nodigt zichzelf uit in onze geschiedenis.
Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand Mijn stem hoort
en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij
met Mij. Openbaring 3:20
Het boek Exodus, de eerste
lezing van deze zondag, waarschuwde ons al:
Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte, uit de
slavernij, heeft bevrijd. Vereer naast Mij geen andere goden. Exodus 20:2-3
Het is een oproep aan een
actief geheugen. Vergeet het niet! Denk
aan de zegeningen van God. Hoe zit het met ons vandaag? Zijn we Zijn woord
trouw gebleven? Het risico is altijd aanwezig om onze eigen relatie met God op
te bouwen, zoals we een idool zouden bouwen. Gemakkelijk te maken en
gemakkelijk te domineren. God is altijd Degene die Zijn volk bevrijdt van
slavernij. Hij wil dat we vrij zijn. Hebben
we deze door God gewenste ruimte van vrijheid voor zijn kinderen betreden, trouw aan het goddelijke project? In
welke God geloof ik? In een God die bevrijdt, die ons redt door zijn Zoon
Jezus OF een God die onderdrukt en die alle vrijheid beperkt? We worden uitgenodigd om een hernieuwde en
liefdevolle relatie aan te gaan, dat wil zeggen om een IK te ontmoeten die tot een JIJ spreekt: God spreekt tot ieder van
ons, tot onze geschiedenis, onze verlangens, ons geloof, onze zonde.
Een dialoog opent met
woorden doordrenkt van geschiedenis en tijd. Ze hebben hun kracht en smaak niet
verloren. Hoe goed ben ik in een open dialoog met mijn God die in Jezus is
geopenbaard? Is de wet van de Heer een weg van vrijheid die openstaat voor een
ontmoeting?
De H. Paulus daagt ons uit
in de tweede lezing van vandaag, terwijl hij de vrijheid neemt om de inwoners
van Korinte te ondervragen.
Maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor Joden
aanstootgevend en voor heidenen dwaas. Maar voor wie geroepen zijn, zowel Joden
als Grieken, is Christus Gods kracht en wijsheid, want het dwaze van God is
wijzer dan mensen, en het zwakke van God is sterker dan mensen. 1 Korintiërs
1:23-24
Welke God verkondig ik
graag? Een product van mijn "maaksel" of de God geopenbaard in de
Schrift? Is het Boek van de Schrift thuis altijd geopend en zichtbaar voor onze
dagelijkse voeding, of hebben we het sinds vorige week te snel gesloten? Jezus,
gekruisigde Messias en Wijsheid van God: brengen we deze boodschap op de juiste
manier over of maakt het ons bang? Zijn er geen momenten waarop we een voorstelling
van God willen maken volgens onze eigen persoonlijke criteria, dat wil zeggen
die criteria die bij ons passen, die passen in onze systeem, die ons behagen?
Zoals Paulus het zegt, worden we tot deze "dwaasheid" geroepen: om de
liefde van God voor allen uit te drukken in zijn Zoon Jezus, de gekruisigde
Messias. Hebben we de boodschap van de Evangeliën
afgezwakt om deze beter verteerbaar te maken voor anderen, volgens onze criteria?
Laten we eens kijken naar deze geloofsboodschap die we willen verkondigen:
is het de boodschap van de Kerk of een zachte en herschreven product, zoals producten
op de markt die geen smaak meer hebben, maar die eruit zien als een
kwaliteitsproduct. Ze hebben misschien de naam en smaak, maar hebben hun kracht
verloren. Deze Vastentijd is een tijd van herziening, van "technische
inspectie" van ons geloofsleven. In wie hebben we ons geloof
gesteld?
2. "God wil exclusief bezit van ons hart
Op wie hebben we onze hoop
gevestigd? De vraag is open. Laten we even de tijd nemen om deze te
beantwoorden. Onze Broeder Laurentius van de Verrijzenis kan ons helpen door
zijn getuigenis. Hij vraagt ons naar de middelen waar we gebruik van maken om
God met ons mee te laten gaan. Laten we toegeven dat onze gebeden soms teveel
lijken op proza: we vermenigvuldigen de woorden of gebaren en vergeten dat wat
essentieel is, en dat is onze relatie. Broeder Laurentius helpt ons om het doel
en de middelen niet te verwarren. Zo'n
manier van bidden (noveen, rozenkrans, ...) is nuttig als het mij helpt om een relatie
met de Heer aan te gaan, maar het mag geen belemmering zijn als het een
manier wordt om mijn geweten te sussen dat ik aan het bidden ben. Het moet uit
het hart komen. Laten we naar Broeder Laurentius luisteren:
'God wil [ons hart]
exclusief bezitten, en hij kan het niet exclusief bezitten zonder het eerst van
alles, behalve Zichzelf, te hebben leeggemaakt. Hij moet in ons hart kunnen
werken, en doen wat Hij wil (...) 'Ik heb', zegt Hij, 'oneindige schatten om je
te geven' (...) Om vooruit te komen in de praktijk van de aanwezigheid van God
moeten we, echter, ons vertrouwen volledig in God stellen en onze zorgen aan
Hem overlaten, ook een groot deel van gehechtheden die ons met onze voeten in
het wereldse ketenen. (Brieven 3, 1 & 4)
Op degenen die het moe zijn
om Broeder Laurentius te horen spreken over het belang van wennen aan het leven
in de aanwezigheid van God, reageert de Parijse karmeliet. Hij houdt eraan vast
en bekrachtigt het:
Je zult me vertellen dat
ik altijd hetzelfde zeg. Het is waar. Ik weet dat er geen ander middel
geschikter of gemakkelijker is! En aangezien ik geen andere beoefen, raad ik
het iedereen aan. We moeten het weten voordat we kunnen liefhebben. Om God te
kennen, moeten we vaak aan hem denken. En als onze liefde sterk is, zullen we
heel vaak aan Hem denken, want ons hart zal zijn waar onze schat is. Denk hier
vaak over na en denk hier goed over na! (Brief 8)
Br. Didier-Joseph
Caullery, ocd Klooster van Avon, Frankrijk
Maandag 16/3
Maar zijn bedienden kwamen hem achterna en
zeiden: Maar overste, als de profeet u een ingewikkelde opdracht had gegeven,
had u die toch ook uitgevoerd? Dus nu hij tegen u zegt: Baad u, en u zult weer
rein worden, moet u dat zeker doen. 2 Koningen 5:13
Het
is niet nodig om belangrijke dingen te doen te hebben: ik gooi mijn kleine
omelet in de koekenpan voor de liefde van God, en als het klaar is, als ik
niets te doen heb, kniel ik op de grond en aanbid mijn God die geeft me de
genade om het te doen, waarna ik gelukkiger opsta dan een koning.(Wegen van Broeder Laurentius, 10)
Geloof ik werkelijk
dat ik in mijn dagelijks leven een heilige kan worden? Dat geen enkele externe
omstandigheid dit kan belemmeren?
Dinsdag 17/3
Daarop kwam Petrus bij Hem staan en vroeg: Heer,
als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving
schenken? Tot zevenmaal toe?
Jezus
antwoordde: Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven. -
Matteüs 18:21-22
Toen
hij faalde, deed hij niets anders dan zijn falen te erkennen door God te
zeggen: 'Ik zal nooit iets goed doen als U Zich van mij afkeert; het is aan U
om te voorkomen dat ik val en te corrigeren wat er mis is.' Daarna maakte hij
zich geen zorgen meer over zijn mislukking. (Tweede gesprek, 16)
Heer,
leid me niet in bekoring... leer me te vergeven.
Woensdag 18/3
Denk niet dat ik gekomen ben om
de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen,
maar om ze tot vervulling te brengen. Matteüs 5:17
Dwing jezelf niet om bijzondere
regels te volgen of privé-devoties te beoefenen; doe dit in geloof, met liefde
en nederigheid. (Brief 9)
Ik
neem de tijd om te onderscheiden: onder mijn devoties zijn sommigen misschien
geen echte levensbronnen voor mij, maar misschien kunnen anderen dat wel worden...
Donderdag 19/3
Wie niet met Mij is, is
tegen Mij, en wie niet met Mij samenbrengt, drijft uiteen. Lucas 11:23
Als
we in dit leven van de rust van het Paradijs willen genieten, moeten we gewoon
worden om op een vertrouwde, nederige en liefdevolle manier met Hem te praten.
(Brief 15)
Heer,
leer me niet te richten op mijn verstrooiingen, maar op Uw aanwezigheid. Op
deze manier zal ik snel naar U terugkeren als mijn gedachten afdwalen.
Vrijdag 20/3
Onze
redding verwachten we niet langer van Assyrië, op paarden en strijdwagens
zullen wij niet meer vertrouwen, wat we zelf gemaakt hebben niet meer onze god
noemen. Immers, bij U vindt een wees ontferming! Ik genees hen van hun ontrouw,
mijn hart gaat naar hen uit. Mijn toorn heb ik laten varen. Ik zal voor Israël zijn
als de dauw. Het
zal bloeien als een lelie, wortelen al seen ceder op de Libanon. Hosea 14:4-6
Laten we ons allebei de
ijver herinneren die we hadden toen we begonnen. (Brief 1)
Waar is mijn eerste liefde
voor de Heer? Heel erg ver weg? Verloren? Is het gewoon begraven, als een
zuurdesem zonder hetwelk geen deeg kan rijzen?
Zaterdag 21/3
Dan zullen wij Hem kennen. Even zeker als de
dageraad zal Hij komen, Hij komt naar ons als milde regen, als de lenteregen
die de aarde drenkt. Hosea 6:3
Laten we ons volledig wijden
aan het kennen van God. Hoe meer we Hem kennen, hoe meer we Hem willen leren
kennen. Aangezien liefde in het algemeen wordt afgemeten aan kennis, des te
dieper en uitgebreider de kennis, des te groter zal de liefde zijn. (Brief 16)
Op
welke manier kan ik groeien in de kennis van de Heer, in lichaam, geest en
ziel?
Week 4: Onze ondankbaarheid opgeven
Zondag 22/3
De Mensenzoon moet
hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft,
opdat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven heeft. Want God had de
wereld zo lief dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in
Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. God heeft Zijn Zoon
niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de
wereld door Hem te redden. Over wie in Hem gelooft wordt geen oordeel
uitgesproken, maar wie niet in Hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet
wilde geloven in de Naam van Gods enige Zoon. Dit is het oordeel: het licht
kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het
licht, want hun daden waren slecht. Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt
het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt
het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.
Johannes 3:14-21
Zeg
tegen de gemeenschap van Israël: Wees heilig, want ik, de Heer, jullie God,
ben heilig.
Toon
ontzag voor je moeder en je vader, en neem steeds mijn sabbat in acht. Ik ben
de Heer, jullie God.
Laat
je niet in met afgoden en maak geen godenbeelden, Ik ben de Heer, jullie God.
Steel
niet, lieg niet en bedrieg je naaste niet. Leg geen valse eed af als je bij
mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de Heer.
Beroof
niemand en pers een ander niet af. Betaal een dagloner zijn loon nog op
dezelfde dag uit. Spreek geen vloek uit over een dove en plaats geen obstakel
voor de voeten van een blinde. Toon ontzag voor je God. Ik ben de Heer.
Wees
niet partijdig wanneer je rechtspreekt. Trek onaanzienlijken niet voor en zie
machthebbers niet naar de ogen. Spreek rechtvaardig recht over je naasten.
Breng het leven van een ander niet in gevaar door lasterpraat over hem rond te
strooien. Ik ben de Heer.
Wees
niet haatdragend. Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter
verantwoording en laat niet omwille van een ander schuld op je door je te
wreken of wrok te blijven koestern. Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de
Heer. Leviticus 19:2-4,11-18
Onze heiliging hangt
niet af van het veranderen van onze werken, maar van het doen voor God wat we
normaal voor onszelf zouden doen. (Vierde gesprek, # 44)
Heer, U weet heel goed dat
ik voor mijn heiliging niets anders heb dan vandaag. Het is in de school van
elke dag dat ik leer om lief te hebben zoals ik in de Hemel zal liefhebben.
Dinsdag 3/3
Wanneer
jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op
elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie:
zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie bidden, trek je dan in je
huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En
jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
Bij
het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die
denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. Doe hen
niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog voor jullie het
hem vragen. Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam
geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde
zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Vergeef ons
onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. En
breng ons niet in bekoring, maar red ons uit de greep van het kwaad. - Matteüs
6:5-13
Ik raad je af om tijdens het mentale gebed lange proza
te houden, want dat zorgt vaak voor afleiding. (Brief 7)
Wat is de grootste behoefte van mijn hart? Ik
vertrouw het aan de Heer toe, in de zekerheid dat de heiligen met mij bidden en
dat broeders en zusters mij ook kunnen ondersteunen met hun gebed.
Woensdag 4/3
Nineve was een reusachtige stad, ter grootte van
drie dagreizen. Jona trok de stad in, een dagreis ver en riep: Nog 40 dagen,
dan wordt Nineve weggevaagd! De inwoners van Nineve geloofden God: ze riepen
een vasten uit en iedereen, van hoog tot laag, hulde zich in een boetekleed.
Toen de profetie de koning van Nineve bereikte, stond hij op van zijn troon,
legde zijn staatsiegewaad af en ging, gehuld in een boetekleed, op de grond
zitten. En hij liet in Nineve omroepen: Volgens bevel van de koning en zijn
edelen is het niemand toegestaan te eten of te drinken, mens noch dier, rund
noch schaap of geit. De dieren mogen niet grazen of water drinken. Iedereen,
mens en dier, moet zich hullen in een boetekleed en luidkeels God aanroepen.
Laat iedereen anders gaan leven en breken met het onrecht dat hij doet. Jona
3:4-8
"Niets
is God aangenamer dan zich de hele dag door, vele keren, van alle schepselen af
te wenden om je bij Hem terug te trekken en Hem binnenin jezelf te
aanbidden." (Spirituele uitspraken, hoofdst.2, nr.9)
Jezus, zachtmoedig
en nederig van hart, maak mijn hart zoals het Uwe.
Donderdag 5/3
Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam,
vroeg hij zijn leerlingen: Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is? Ze
antwoordden: Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen
Jeremia of een van de andere profeten. Toen vroeg hij hun: En wie ben ik
volgens jullie? U bent de Messias, de Zoon van de levende God, antwoordde
Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: Gelukkig ben je, Simon Barjona, want
dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader
in de hemel. En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn Kerk zal bouwen,
en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen. Ik zal je
de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde
bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde
ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn. Matteüs 16:13-19
We
moeten onze ziel voeden met een verheven idee van God, en zo zullen we grote
vreugde putten uit het bij Hem zijn. (Eerste gesprek, nr. 4)
Ik
vraag God mij toe te staan Zijn ware gezicht te ontdekken; 'Dit is het eeuwig
leven: U kennen, de enige ware God en Jezus Christus die U hebt gezonden',
schrijft Johannes. Vreugde!
Vrijdag 6/3
Ik zie uit naar de Heer, mijn ziel ziet uit naar
hem en verlangt naar zijn woord, - Psalm 130:5
Deze
[beoefening van] de aanwezigheid van God, is in het begin wat moeilijk, maar bereikt
in het geheim wonderbaarlijke effecten in de ziel, doet overvloedige genaden
van de Heer verkrijgen en wanneer deze beoefening trouw wordt beoefend, leidt
ze onmerkbaar naar dit eenvoudige bewustzijn, naar deze liefdevolle visie dat
God overal aanwezig is, wat de heiligste, zekerste, gemakkelijkste en meest
effectieve vorm van gebed is. (Spirituele uitspraken, hoofdstuk 6, nr. 31)
De
aanwezigheid van God beoefenen vereist inspanning en trouw... waar ben ik? Wat helpt me om de Heer dagelijks te vinden?
Zaterdag 7/3
En Ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie
jullie vervolgen, alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de Hemel.
Hij laat Zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen
over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Matteüs 5:44-45
'We
hoeven alleen maar Zijn aanwezigheid in onszelf te herkennen, op elk moment met
Hem te spreken en om Zijn hulp te vragen, zodat we Zijn wil zullen kennen in
verbijsterende gebeurtenissen en in staat zullen zijn om duidelijk de dingen te
zien dat hij aan ons vraagt. (Vierde gesprek, nr. 42)
Heer,
U vraagt ons geen duizend-en-een vieringen bij te wonen, noch duizend-en-een
inspanningen te leveren, alleen om U te beminnen en onze naaste te beminnen. Het
is niet eenvoudig. Wees mijn steun.
Week 2: Ons beeld
van God afpellen
Zondag 8/3
Zes dagen later nam
Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze
helemaal alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, Zijn kleren
gingen helder wit glanzen, zo wit als geen enkele wolwasser op aarde voor
elkaar zou krijgen. Toen verscheen Elia aan hen, samen met Mozes, en ze spraken
met Jezus. Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: Rabbi, het is goed dat wij
hier zijn; laten we drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor
Elia. Hij wist niet goed wat hij moest zeggen, want ze waren door schrik
overweldigd. Toen viel de schaduw van een wolk over hen, en uit de wolk klonk
een stem: Dit is Mijn geliefde Zoon, luister naar Hem! Ze keken om zich heen
en zagen opeens niemand meer, behalve Jezus, die nog bij hen stond. Toen ze de
berg afdaalden, zei Hij tegen hen dat ze aan niemand mochten vertellen wat ze
hadden gezien voordat de Mensenzoon uit de dood zou zijn opgestaan. Ze namen
Zijn woorden ter harte, maar vroegen zich onder elkaar wel af wat Hij bedoelde
met deze opstanding uit de dood. Markus 9:2-10
1. Jezus anders gaan
bekijken
Jezus
neemt ons mee met Petrus, Jakobus en Johannes en leidt ons apart, op ons eentje
een hoge berg op. Of we nu inwoners van de stad of de vallei zijn, op een
afgelegen plek of bij een kruispunt wonen, we worden eerst uitgenodigd om ons
door Jezus Zelf naar een onbekende maar bewoonde plek te laten leiden, zonder
ons eigen huis te verlaten. Je zult tegen me zeggen: dit is een moeilijke
taak! Zeker, maar het is zo essentieel tijdens deze Vastentijd. Jezus heeft
onze aandacht nodig, onze beschikbaarheid. Dan laat Hij ons, net als Zijn
apostelen, onze uitgeleefde paden verlaten om een andere omgeving te kunnen
kiezen.
Hij
wil onze aandacht trekken, onze oren openen en ons toestemming geven om Hem te
ontmoeten. Het is een inspanning, maar het kan in genade worden veranderd als
we dat willen. Laten we geraakt worden door Jezus. We zijn zo vaak gevangenen
van onze gewoonten, van onze persoonlijke maatstaven die door de tijd zijn
verhard. Laten we deze uitnodiging
ontvangen als een geschenk dat in deze Vasten wordt aangeboden. God komt om
in ons leven iets nieuws schrijven, het onverwachte, het onvoorziene. Laten we
loslaten wat we denken te weten om een hernieuwd gezelschap met Jezus Zelf te
ervaren.
Laten we aan het begin van ons gebed vragen om dezelfde vrijheid die God aan
onze Vader Abraham heeft gegeven. Laten we het begin lezen van het boek Genesis
dat de liturgie van deze zondag ons biedt:
Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. Abraham! zei Hij. Ik luister, antwoordde
Abraham. Genesis 22:1
Laten
we deze zin langzaam herhalen en onze naam in de plaats van Abraham plaatsen.
Laten we ons beschikbaar stellen, onvoorwaardelijk, God verwelkomen, klaar om
te zeggen met volledig vertrouwen in
God: HIER BEN IK! Nu we deze nieuwe vrijheid hebben verworven, worden we
voorbereid om een bezoek van God in Zijn Zoon te ontvangen. Stel je de
verbazing voor van deze drie metgezellen van Jezus! Ze zijn begonnen Jezus te
leren kennen, te wennen aan Zijn boodschap en Zijn persoon - niet zonder
moeilijkheden; en zie, Jezus is voor hen van gedaante veranderd. Hij is
herkenbaar, maar zo anders.
Zijn
kleding wordt schitterend, zelfs witter dan het beste wasmiddel dat je je kunt
voorstellen, als we onberispelijke resultaten willen behalen. Jezus wordt
vergezeld door Elia en Mozes, twee belangrijke figuren uit het Oude Testament.
Laten we kijken naar het woord transfiguratie (of gedaanteverandering): het is
een nieuwe en typisch verheven of spirituele uitstraling geven aan; naar buiten
transformeren en meestal ten goede.
Dit
is een waardevolle hulp om deze Evangelietekst te begrijpen. Er lijkt een
nieuwe tocht te ontstaan. We herhalen niet langer gewoon mooie woorden voor wat
we altijd al hebben geweten.
We
ervaren dat God ons leven binnenstormt om Hem te herkennen, Hem te kennen om
Hem meer lief te kunnen hebben. Met dit beeld van de getransfigureerde Jezus,
wordt gehoord: «Dit is Mijn geliefde Zoon. Luister naar Hem!" Om Jezus op
een andere manier te zien of om naar Hem op een andere manier te luisteren kan
een oefening zijn die we aan het begin van de Vasten kunnen doen. Vaak zijn we
zo gewoon geraakt aan alles. We weten niet hoe we iets anders moeten zien dan
wat in ons hoofd zit, of het nu gaat om een persoon of een gebeurtenis. Onze
oren anticiperen op dezelfde geluiden, dezelfde woorden, zelfs voordat de
persoon die we kennen haar mond opent. Als het zo is met mensen, zou het dan
niet hetzelfde zijn met God?
Lopen
we niet het risico dat we God in de loop van de tijd beperken tot een definitie
of een beeld, hoe mooi het ook is, maar vergeeld door de tijd, versleten door
dezelfde woorden die keer op keer worden herhaald? Hoe kunnen we in deze Vasten
het beeld van God dat we hebben opgebouwd, wegnemen om het «oogverblindend wit
te maken, zoals geen voller op aarde ze zou kunnen bleken», zoals het Evangelie
ons vertelt?
Psalm 63 kan ons helpen deze oefening
te doen:
God,
U bent mijn God, U zoek ik, naar U smacht mijn ziel, naar U hunkert mijn
lichaam in een dor en dorstig land, zonder water.
In
het heiligdom heb ik U gezien, Uw macht en majesteit aanschouwd. Uw liefde is
meer dan het leven, mijn lippen zingen Uw lof.
U
wil ik prijzen, mijn leven lang, roepend Uw naam, de handen geheven. Dan wordt
mijn ziel verzadigd met Uw overvloed, jubel ligt op mijn lippen, mijn mond zal
U loven.
Liggend
op mijn bed denk ik aan U, wakend in de nacht prevel ik Uw naam. U bent altijd
mijn hulp geweest, ik juichte in de schaduw van Uw vleugels. Ik ben aan U
gehecht, met heel mijn ziel, Uw rechterhand houdt mij vast.
Laat
verzinken in de diepten der aarde wie mij naar het leven staan, laat ten prooi
vallen aan de jakhalzen wie mij uitleveren aan het zwaard. Maar de koning zal
zich verheugen in God, wie Hem trouw zweert, prijst zich gelukkig leugenaars wordt
de mond gesnoerd.
Zal
deze zoektocht naar God ons helpen om met nieuwe woorden tot God te spreken,
woorden gekneed door gebed om te worden als goed stokbrood, vers en knapperig,
nog steeds warm en klaar voor een smaak die het hart vreugde geeft? Hoe we onze
eigen woorden moeten maken van het Onze Vader.
H.
Johannes van het Kruis, nodigt ons uit om Jezus te verwelkomen als HET WOORD
VAN DE VADER. Laten we zijn woorden opnieuw lezen: Degenen die nu God willen een
antwoord vragen of een visioen of openbaring willen ontvangen, zijn niet alleen
schuldig aan dwaas gedrag, maar ook aan Hem te beledigen door hun ogen niet
volledig op Christus te richten en door te leven met het verlangen naar een
andere nieuwigheid. God zou als volgt kunnen antwoorden:
[...]
Ik heb al gesproken, geantwoord, gemanifesteerd en aan U geopenbaard door Hem
aan u te geven als een broeder, metgezel, meester, losgeld en beloning. Op die
dag, toen ik met mijn Geest op de berg Tabor op Hem neerdaalde, verkondigend:
'Dit is Mijn geliefde Zoon in wie Ik welbehagen stel, luister naar Hem [Mt.
17: 5], ik gaf deze methoden van antwoord en onderwijzen op en presenteerde ze
aan Hem. Luister naar Hem, want Ik heb geen geloof meer om te onthullen of
waarheden om te manifesteren. (H. Johannes van het Kruis, Beklimming van de
berg Karmel, II, 22: 5)
Laten
we de Heilige Geest vragen om de genade van een nieuw begin. Laten we ons
inzetten om onze broeders en zusters catechumenen te vergezellen naar hun doop,
en laten we erkennen dat ook wij zijn geroepen tot vernieuwing van ons geloof,
van ons JA tegen Jezus, van onze wil om Hem te volgen.
2. "God schildert zich af
in de diepte van onze ziel"
Onze
Broeder Laurentius kan ons op deze weg vergezellen en ons begeleiden. Dit is
wat hij schreef: God schildert zich af in de diepte van onze ziel, maar we
willen Hem daar niet zoeken. We laten hem achter voor dwaze dingen en praten
niet met onze Koning, die altijd in ons aanwezig is. (Wegen van Broeder
Laurentius, 5) Zijn biografie voegt toe: "Om dezelfde reden, van de
weinige lezing die hij deed, gaf hij de voorkeur aan het H. Evangelie boven
alle andere boeken omdat hij daarin pure, eenvoudige voeding voor zijn geloof
vond in de woorden van Jezus Christus." (Manieren, 7)
Laten
we even de tijd nemen om ons af te vragen: wat is onze connectie met het
heilige evangelie? Zou deze Vasten niet een geschikte tijd zijn om het H. Evangelie
zijn rechtmatige plaats te geven? Zou het niet de perfecte gelegenheid zijn om
onze Bijbel open en zichtbaar te plaatsen, dat de Bijbel de hele dag aanwezig
is? Zo kunnen we op verschillende momenten van onze drukke dag onze ogen werpen
op dit Boek dat open is gebleven sinds we het voor het eerst lazen. Laten we
het Woord laten ontsnappen om ons beter te bereiken en een zekere actieve
deelname in onszelf ontwikkelen. God spreekt tot ons door Zijn geliefde Zoon.
Hij
spreekt tot ons en gebruikt de woorden van ons dagelijks leven om met ons te
praten over Zijn liefde en barmhartigheid. God schrijft ons een brief; zouden
we ons niet haasten om het te lezen, om het keer op keer opnieuw te lezen,
zodat het in ons doordringt en in de diepten van ons hart wordt geprent? Hebben
we er al eens aan gedacht dat we de beoogde ontvangers zijn van dit Woord, van
elk woord van God die een boodschap of een brief naar Zijn geliefd kind stuurt?
Zou
het niet voor ieder van ons een tijd zijn waarin het Woord tot ons komt om ons bestaan
te verrijken? God leidt ons verder dan de vertrouwde paden van ons Christelijk
leven die te onbelangrijk zijn geworden om ons de eerste vruchten van zijn
Woord te geven. Maar hebben we zin om Zijn Woord te lezen? Deze oefening is
geen op zichzelf staande ervaring, maar een oefening om tijdens deze Vastentijd
te vernieuwen, in gemeenschap met onze Christelijke broeders en zusters,
luisterend naar de H. Schrift. Dus laten we de berg beklimmen. God wacht daar
op ons en wijst naar Zijn Zoon: «Dit is Mijn geliefde Zoon: luister naar Hem!» Zullen
we ons vrij durven maken om naar Hem te luisteren? Gaan we onszelf beschikbaar stellen om Hem te
verwelkomen?
Door Br. Didier-Joseph Caullery,
ocd Klooster van Avon, Frankrijk
Maandag 9/3
Help ons, God, bevrijd ons, tot eer van Uw roemrijke
Naam, red ons en bedek onze zonden, omwille van Uw Naam. Psalm 79:9
Als
ik me realiseer dat ik gefaald heb, erken ik het en zeg: dit is typisch; meer
kan ik niet doen! Als het gelukt is, dank ik God en erken dat deze genade van Hem
komt. (Gesprekken 31)
Vanavond
zal ik in staat zijn om in het licht van God over mijn dag na te denken en Hem
te zeggen: "dank u wel" en om Zijn vergeving te smeken.
Dinsdag 10/3
Noem niemand op aarde vader, want jullie hebben
maar één vader, de Vader in de Hemel. Matteüs 23:9
Dus,
nadat ik mezelf volledig aan God had aangeboden (...), beschouwde ik mezelf
voor Hem als een ellendige misdadiger aan de voeten van zijn Rechter, en op
andere momenten beschouwde ik Hem in mijn hart als mijn Vader, als mijn God. (Brief
12)
Vandaag
heb ik misschien een trots hart ... Ik leg voor de Heer een last neer die als
een gewicht op mijn schouders rust.
Woensdag 11/3
De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden,
maar om te dienen en Zijn leven te geven als losgeld voor velen. Matteüs 20:28
Broeder Laurentius zeidat God alles wat we voor Hem doen, zo snel en zo
gul beloont dat hij soms voor Hem wilde verbergen wat hij voor Gods liefde
deed, zodat hij, door afstand te doen van alle beloningen, het genoegen zou
hebben iets puur voor God te doen! ' (Gesprekken, 11)
Zonder
het te beseffen, kunnen we zelfs met God verstrikt raken in een relatie van
geven en nemen. Ik vraag God om de genade om hem te dienen zonder iets terug te
verwachten, en om mijn broers en zussen op dezelfde manier te dienen.
Donderdag 12/3
Gezegend wie op de Heer vertrouwt, wiens toeverlaat
de Heer is. Hij is als een boom geplant aan water, zijn wortels reiken tot in
de rivier. Hij merkt de komst van de hitte niet op, zijn bladeren blijven
altijd groen. Tijden van droogte deren hem niet, steeds weer draagt hij vrucht.
Jeremia 17:7-8
Ik
ben heel tevreden met het vertrouwen dat je in God hebt; ik hoop dat Hij het
steeds meer zal verhogen. (Brief 10)
Er
zijn seizoenen in de natuur, net zoals er seizoenen in het hart zijn ...
Nogmaals, ik vertel God dat ik vertrouwen heb in het werk van Zijn handen; door
dit alles heen is Hij degene die mij laat leven, groeien en vrucht dragen.
Vrijdag 13/3
Toen Ruben dat hoorde, wilde hij proberen Jozef te
redden. Nee, laten we hem niet om het leven brengen, zei hij. Genesis 37:21
"In
een paar woorden deed [Broeder Laurentius] al het goede dat hij voor zijn naaste
kon doen en deed hij niemand pijn." (Lofrede, 49)
Vandaag
zal ik aandacht besteden aan de woorden die ik spreek en de manier waarop ik ze
zeg ... Bepaalde woorden kunnen leven geven; anderen kunnen een leven
vernietigen.
Zaterdag 14/3
Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten
en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen,
hij was verloren en is teruggevonden. - Lukas 15:23-24
Deze
Koning, die mij niet gemakkelijk straft, vol liefde en barmhartigheid is,
omhelst me liefdevol, zet me aan Zijn tafel, die Zelf op mij wacht, geeft me de
sleutels van Zijn schatten en behandelt me in alles als zijn uitverkorene. (Brief
2)
Net
zoals we elke mis beginnen met de boetvaardige ritus, begin ik met mijn gebed
als een berouwvol kind voor God, mijn Vader, die vol genade is.
Salus Populi Romani (Beschermster van het Romeinse
Volk)
Het is een Rooms Katholieke
titel dat verbonden is met een Byzantijns icoon van de H. Maagd Maria en het
Kind Jezus in Rome. Christus houdt een Evangelieboek vast en wordt in de
Paulijnse Kapel van de Basiliek van de Santa Maria Maggiore bewaard en vereerd.
icoon
Paulijnse kapel
Het icoon kwam in Rome in het jaar 590 gedurende het Pontificaat
van Paus Gregorius I. Paus Gregorius XVI verleende de afbeelding een Canonieke
Kroning op 15 augustus 1838 (Tenhemelopneming van Maria) door de Pauselijke Bul
Cælestis Regina. Paus Pius XII kroonde de afbeelding opnieuw en stelde
een openbare religieuze processie in gedurende het Mariale jaar 1954. De
afbeelding werd gereinigd en hersteld door het Vaticaanse Museum in 2018. De
benaming Salus Populi Romani gaat terug naar het wettelijk systeem en
heidense rituelen van het oude Rome. Na de legalisering van de Christenheid
door Keizer Constantijn de Grote door het Edict van Milaan in 313, werd de
titel ingesteld als Mariale titel voor de H. Maagd Maria.
kroning door Paus Pius XII
gekroonde Maria-afbeelding
Geschiedenis
Het beeld zou in 590 uit
Kreta zijn aangekomen tijdens het Pontificaat van Paus Gregorius de Grote, die
het beeld persoonlijk verwelkomde bij aankomst. Het werd gebracht door een
bloemenboot uit de Tiber-rivier. Eeuwenlang werd het boven de deur van de
doopkapel van de Basiliek van Santa Maria Maggiore geplaatst (beschouwd als de
derde van de Romeinse patriarchale basilieken) waar het in het jaar 1240 Regina
Caeli (Koningin des Hemels) begon te heten in een officieel document. Later
werd het verplaatst naar het kerkschip en vanaf de 13e eeuw werd het bewaard in
een marmeren tabernakel. Sinds 1613 bevindt het zich in de altaartabernakel van
de Cappella Paolina die er speciaal voor is gebouwd, later bekend bij pelgrims
als de Mariakapel. De kerk en het Maria-heiligdom staan onder de
speciale bescherming van de pausen.
Vanaf zeker de 15e eeuw
werd het geëerd als een miraculeuze afbeelding, en later werd het vooral door
de jezuïetenorde gebruikt om de toewijding aan de Moeder van God te bevorderen
door middel van de Sodaliteit van OLV-beweging.
De afbeelding is een van de zogenaamde "Lukas-afbeeldingen" waarvan
wordt aangenomen dat ze door de H. Evangelist Lukas zelf zijn geschilderd.
Volgens de legende: Na de
kruisiging, toen OLVrouw naar het huis van de Apostel Johannes verhuisde, nam
ze een paar persoonlijke bezittingen mee, waaronder een tafel die door de
Verlosser was vervaardigd in de werkplaats van de H. Jozef. Toen godsvruchtige
maagden van Jeruzalem de H. Lucas overtuigden om een portret van de Moeder
Gods te schilderen, was het dit tafelblad dat werd gebruikt om haar beeld te schilderen.
Terwijl hij zijn penseel en verf aanbracht, luisterde de H. Lucas aandachtig
terwijl de Moeder van Jezus sprak over het leven van haar Zoon, feiten die de H.
Lucas later in zijn Evangelie schreef. De legende vertelt ons ook dat het
schilderij in en rond Jeruzalem bleef totdat het in de 4e eeuw door de H. Helena
werd ontdekt. Samen met andere heilige relikwieën werd het schilderij vervoerd
naar Constantinopel, waar haar zoon, Keizer Constantijn de Grote, een kerk
oprichtte voor de kroning ervan.
Het Romeinse Brevier vermeldt:
'Na het Concilie van Efeze (431) waarin de Moeder van Jezus werd geprezen als
Moeder van God, richtte Paus Sixtus III in Rome op de Esquilijn, een basiliek op
gewijd aan de eer van de Heilige Moeder van God. Ze heette later Santa Maria
Maggiore en is de oudste kerk in het Westen die gewijd is aan de eer van de
Heilige Maagd Maria.'
Zeven Heuvels (Latijn: Septimontium)
van Rome : ze liggen ten oosten van de rivier deTiber en vormen het hart van de
stad. Ze speelden in de oudheid een belangrijke rol in de Romeinse mythologie,
religie en politiek.
7 heuvels
plaats in Rome
Volgens de legende zou Rome door Romulus zijn gesticht op
de Palatijn. De andere zes oorspronkelijke heuvels zijn de Aventinus (Aventijn),
de Capitolinus (Capitolijn of Capitool), de Caelius (Coelius), de Esquilinus (Esquilijn),
de Quirinalis (Quirinaal) en de Viminalis (Viminaal).
De Vaticaanse heuvel ligt ten westen van de Tiber en hoort,
evenals de Janiculum, de Velia en de Pincio, niet bij de Zeven Heuvels.
De Basiliek, tegenwoordig Santa Maria Maggiore genoemd, werd gesticht door Paus
Liberius (352-366) en werd gerestaureerd en vergroot door Sixtus III. Paus
Liberius koos een vereerd schilderij dat in het pauselijke oratorium hing. Het
werd naar verluidt naar Rome gebracht door de H. Helena... "
De tweede Canonieke Kroning verleend door Paus Pius XII op
11 oktober 1954, Feest van Maria- Koningin, vergezeld met zijn Pauselijke Encycliek
Ad Reginam Caeli.
Omschrijving : De icoon is 117 x 79 cm en is zeer
groot voor een icoon, vooral van een vroege datering. Het is geschilderd op een
dikke panel van cederhout. De letters in het Grieks bovenaan betekenen Maria
als Moeder van God (Μήτηρ Θεοῦ in het laagste and ΜHΤHΡ ΘΕΟΥ in het bovenste),
zoals gebruikelijk is in Byzantijnse kunst. Christus houdt een Evangelie vast.
Zijn rechterhand is de zegen aan het geven.
De H. Maagd houdt in haar rechterhand een mappa (of
mappula, een soort van geborduurde ceremoniele zakdoek), oorspronkelijk een consulair
symbool, en later een keizerlijk, en het betekent dat deze afbeelding Maria
toont als Regina Coeli (Koningin des Hemels). De icoon draagt niet langer de
Canonieke kronen en regalia, die nu in de schatkamer van de sacristie van de
St. Pietersbasiliek bewaard worden.
De afbeelding werd vereerd door verschillende Pausen en
diende als een Rooms Katholiek Mariaal symbool voor de stad Rome en zijn
inwoners.
Paus Gregorius I in 593
liet de icoon tijdens de paasfeesten door heel Rome dragen en bad om een
einde aan de pest te maken.
Paus Pius V in 1571 om
te bidden voor de overwinning in de slag bij Lepanto.
Paus Gregorius XVI
vereerde het beeld in 1837 om te bidden voor het einde van de cholera-epidemie.
Deze Paus zou het beeld een jaar later, op 15 augustus 1838 kronen op het
Maria-Hemelvaartsfeest terwijl hij zijn Pauselijke Bul Cælestis Regina uitgaf.
Paus Pius XII gaf
opdracht het icoon door Rome te dragen tijdens een processie om het eerste
Mariale jaar te vieren; en gaf opnieuw een kroning aan het beeld bij zijn Encycliek
Ad Cli Reginam, die ook het Feest van de Visitatie van de Heilige Maagd Maria
startte. Als kardinaal vierde hij op 1 april 1899 zijn eerste H. Mis met het
icoon.
Paus Johannes Paulus II
benadrukte deze icoon tijdens de Wereldjongerendag voor het jubileumjaar 2000.
Paus Benedictus XVI
vereerde ook het beeld bij verschillende gelegenheden met deze specifieke
Mariatitel.
Paus Franciscus liet de
afbeelding herstellen en hield ter ere van haar op 28 januari 2018 een Pauselijke
mis ter ere van de overbrenging van de icoon naar het nieuwe permanente
heiligdom.
Paus Franciscus
gebruikte het icoon in 2020 tijdens een buitengewone Urbi et Orbi-zegen om te
bidden om een einde te maken aan de 2019-20 coronavirus pandemie.
De
kerk van San Marcello al Corso herbergt een prachtig, donker houten kruisbeeld
van de veertiende-eeuwse Sienese school.
kruisbeeld
Het
beeld is bedekt met goudstof en wordt door kenners beschouwd als het meest
realistische model van de kruisiging in de hele stad tot het punt dat het
aanleiding gaf tot een merkwaardig verhaal: de maker wilde het overlijden van
Jezus op de meest realistische manier afbeelden en doodde een houtskoolbrander
in zijn slaap en terwijl hij de arme man zijn laatste adem zag ademen, schetste
hij de figuur die hij in het bos zou hebben uitgehouwen... godzijdank is dit
slechts een legende. De echte geschiedenis van het kruisbeeld is echter heel
anders - het contrasteert met de legende vanwege de vele verhalen over wonderen
die door de Romeinen aan het beeld worden toegeschreven - de eerste dateert uit
1519 toen het kruisbeeld in de nabijgelegen kerk van het Oratorio del Santissimo
Crocifisso hing die in de nacht van 22 op 23 mei in brand vloog en volledig
werd verwoest.
In
de vroege ochtend renden de mensen naar de kerk, maar er was een grote
troosteloosheid, enkel het kruisbeeld was intact gebleven en bleef boven het
altaar hangen, verlicht door olielampen. Onmiddellijk begon een groep gelovigen
elke vrijdagavond in de schemering bijeen te komen om te bidden en lampen aan
te steken aan de voet van het beeld. De zogenaamde Confraternita del Santissimo
Crocifisso (Broederschap van de H. Gekruisigde) bestaat nog steeds.
Een
andere wonderbaarlijke episode dateert uit de tijd van de grote pestepidemie van
1522. De pest trof Rome zo hevig dat men zich zorgen maakte dat er nog weinig
inwoners waren overgebleven. Zich bewust van het wonder van het vuur, besloten
de broeders van de orde van de Dienaren van Maria om het kruisbeeld in
boetvaardige processie van de kerk van San Marcello naar de
Sint-Pietersbasiliek te brengen. De autoriteiten, die uit angst voor
besmettingsgevaar, probeerden de religieuze processie te voorkomen, maar de wanhopige
mensen negeerden het verbod en het beeld van de Verlosser werd door de straten
van de stad gedragen en gevolgd door vele mensen.
Volgens
de kronieken van die tijd duurde de processie zestien dagen, 4 tot 20 augustus
van dat jaar. En dat komt omdat, terwijl ze verder gingen, de pest afnam, zodat
elk district probeerde het heilig beeld zo lang mogelijk daar te houden. Toen
het terugkeerde naar San Marcello, was de pest volledig gestopt en werd Rome
gered. Sinds 1650 wordt het wonderbaarlijke kruisbeeld ter gelegenheid van deze
heilige jaren naar de St. Pietersbasiliek gevoerd.
processie in 1931
Het
kruisbeeld dat gewoonlijk steeds in San Marcello te vinden is, bevindt zich nu
in de St Pietersbasiliek om een einde te maken aan het coronavirus.
Kapel
De
kapel waar het gewoonlijk hangt is versierd met fresco's van Perin del Vaga,
van de school van Rafael.
El Pilar (Spaans: Catedral-Basílica de Nuestra Señora
del Pilar) is een Rooms-Katholieke kathedraal in het centrum van de Spaanse
stad Zaragoza. Het is voor veel Spanjaarden een populair bedevaartsoord.
Zaragoza
El Pilar
Bedevaartsoord
De kathedraal vereert Maria
onder haar titel Nuestra Senora del Pilar, gekend als Onze-Lieve Vrouw
van de Zuil. Op deze plaats aan de rivier zou de Moeder Gods na haar dood aan Jakobus
de Meerdere zijn verschenen. Ze vroeg aan Jacobus er een heiligdom te bouwen.
Sindsdien is deze plek een bedevaartsoord, met nationale devotie. Volgens de traditie
is het de eerste kerk met Mariaverschijningen.
Maria
de pilaar
Het
visioen van de H. Don Bosco waar Maria ook op een zuil is voorgesteld, als ondersteuning
en stut van de Kerk, samen met Jezus als H. Sacrament.
Architectuur
Op de locatie van de kathedraal
zijn over de tijd meerdere kerken gebouwd. De huidige kathedraal werd in de
periode 1681-1872 gebouwd. Ze is herbouwd in Spaanse barokstijl en is
kenmerkend door de vier grote klokkentorens. Het is een van de weinige grote
kathedralen in Spanje die volledig in barokstijl is gebouwd. Voor de kathedraal
ligt een groot plein, waar de bedevaarders feesten vieren.
De verschillende koepels zijn
versierd met frescos, uitgevoerd door onder meer Goya. Daarnaast zijn er vele
kapellen gewijd aan verschillende heiligen. Het hoofdaltaar is uitgevoerd in albast
en is het werk van een Spaans meester uit de vroeg-16de eeuw.
retabel
Het laat-gotische hoofdaltaar is
gewijd aan de Tenhemelopneming van de Maagd. Het is een van de bekendere retabels
in Spanje.
De duivel bij de menswording van Jezus door Maria - deel 13
De duivel bij de menswording van Jezus door Maria
deel 13
Mijn vrouwe en moeder, nu wij
het best Jeruzalem kunnen verlaten en elders gelegenheid moeten zoeken om de
naam van de Allerhoogste te verheerlijken, lijkt de stad Efeze mij het meest
geschikt toe. Gij zult daar vruchten van het geloof kunnen voortbrengen, die in
Jeruzalem niet verwacht kunnen worden. Ik wilde, dat ik een van de engelen was,
die de troon van de H. Drie-eenheid bewaken, zodat ik u waardig zou kunnen
bijstaan op deze reis, maar ik ben slechts een nietig wormpje van deze aarde.
De Heer zal echter bij ons zijn. Gij zult in Hem een u welgezinde Helper hebben
als uw God en uw Zoon.
Na tot deze reis besloten te
hebben, was het nog nodig de gelovigen in Jeruzalem daarvan in kennis te
stellen en ze goede raad te geven. De grote vrouwe trok zich terug in haar
bidvertrek en bad als volgt:
Allerhoogste en eeuwige God.
Deze nederige dienares werpt zich in uw koninklijke tegenwoordigheid op de
grond en vanuit de grond van mijn hart smeek ik u, mij te leiden in uw toenemend
welbehagen en volgens uw wil. Ik zal deze reis ondernemen uit gehoorzaamheid
aan uw dienaar Johannes, in vervulling van zijn wil, die ik tot de mijne maakt.
Het is niet juist dat uw dienaar Johannes, in vervulling van zijn wil, die ik
tot de mijne maak. Het is niet juist dat uw dienares en moeder, die zo
begiftigd is door de rechterhand enige stap zou ondernemen, die niet tot groter
glorie en verheerlijking van uw Naam zou leiden. Geef acht, O Heer, op mijn
wensen en gebeden, opdat ik op de meest passende en gerechte wijze moge
handelen.
De Heer antwoordde haar en
sprak:
Mijn duive en liefste bruid. Ik
heb deze reis naar mijn grootste welbehagen geregeld. Gehoorzaam Johannes en ga
naar Efeze, want daar zal Ik, als de tijd daartoe rijp is, door uw meditatie en
aanwezigheid, mijn barmhartigheid aan enige zielen bewijzen.
Door dit antwoord van de Heer
was de allergezegendste Maria getroost door de kennis van de goddelijke wil.
Zij vroeg de zegen van de Heer en zijn toestemming om alles in gereedheid te
brengen tot vertrek op het uur, dat door de apostel was vastgesteld. Vol van
het vuur van haar naastenliefde, werd zij ontvlamd met het verlangen aan zielen
in Efeze, waarover de Heer haar gesproken had, goed te doen. Ik zal nu verhalen
hoe de gezegende Maria, in gehoorzaamheid aan de wil van haar Zoon, onze
Heiland, naar Zaragossa in Spanje kwam om de H. Jakobus te bezoeken. Jaar en dag
waarop dit geschiedde en wat er bij die gelegenheid plaatsvond zal ik vertellen.
Alle zorgzaamheid van onze grote
moeder en vrouwe was gericht op de groei en de bloei van de H. Kerk, de bijstand
aan apostelen, leerlingen en gelovigen en op hun verdediging tegen de
vervolgingen en aanvallen, die voorbereid werden door de helse draak en zijn
trawanten. Voordat zij uit Jeruzalem vertrok om haar intrek te nemen in Efeze,
regelde zij in haar onvergelijkbare naastenliefde vele zaken, hetzij zelf,
hetzij door haar engelen om zoveel als mogelijk alles voor de Kerk, in haar
afwezigheid, in orde te maken, want te dien tijde wist zij niet, hoelang zij
weg zou blijven en wanneer zij wederom naar Jeruzalem zou terugkeren. De meest
probate dienst die zij de gelovigen kon geven, was haar voortdurend gebed om
hen de hulp van de oneindige macht van haar Zoon te verzekeren, die de
apostelen en de gelovigen moest beschermen tegen de trotse en snoevende
complotten van Lucifers boosaardigheid. De allervoorzichtigste moeder wist dat
onder de apostelen, Jakobus de eerste zou zijn, die zijn bloed voor Christus,
onze Heiland, zou geven en omdat zij hem op bijzondere wijze liefhad, bad zij
meer voor hem dan voor de andere apostelen.
Toen de hemelse moeder op de
vierde dag voordat zij naar Efeze zou vertrekken, in gebed verzonken was,
voelde zij in haar allerzuiverst hart nieuwe en tedere gevoelens opkomen, een
zeker teken, dat zij op het punt stond, een uitzonderlijke gunst te ontvangen.
Deze tekenen worden woorden genoemd in de taal van de H. Schrift. Daarop
ingaande, als de meesteres van de heilige wijsheid, zei de allergezegendste
vrouwe:
Heer, wat wilt Gij dat ik doe?
Wat verwacht U van mij? Spreek Heer, want uw dienares luistert.
Terwijl zij deze woorden
herhaalde, zal zij haar goddelijke Zoon persoonlijk neerdalen om haar te
bezoeken. Hij was gezeten op een troon van onuitsprekelijke majesteit en
vergezeld van ontelbare engelen uit alle koren en hiërarchieën. Met het hele
Hof trad de Heer binnen in h et bidvertrek van zijn allergezegendste moeder. De
nederige, toegewijde maagd aanbad Hem met de grootste eerbied vanuit de diepste
diepten van haar zuivere ziel. Toen sprak de Heer tot haar en zei:
Mijn allerliefste moeder, van
wie Ik het menselijk bestaan mocht ontvangen voor de redding van deze wereld.
Ik weet wat uw smekingen en heilige wensen inhouden; zij zijn Mij een vreugde.
Ik zal mijn apostelen en mijn Kerk verdedigen en Ik zal hun Vader en Beschermer
zijn, zodat zij niet ten onder zullen gaan en de poorten van de hel haar niet
zullen overweldigen (Matt 16:18). Zoals gij reeds weet, is het nodig voor mijn
glorie, dat de apostelen werken onder mijn genade en dat zij Mij tenslotte
moten volgen op de weg van het kruis en naar de dood., die4 Ik voor het hele
menselijk geslacht heb ondergaan. De eerste die mij daarin zal navolgen is mijn
trouwe dienaar Jakobus. Het is mijn wens, dat hij het martelaarschap in de stad
Jeruzalem zal ondergaan. U moet hem in Spanje gaan bezoeken en hem meedelen,
dat hij hierheen moet komen. Ook voor andere redenen wil ik, mijn moeder, dat
gij naar Zaragossa gaat waar hij het evangelie predikt in mijn Naam. Maar
voordat hij die stad verlaat moet hij een kerk bouwen in uw naam en titel, waar
gij zult vereerd worden en aanroepen voor het welzijn van dat land, voor mijn
glorie en welbehagen en dat van de allergezegendste Drie-eenheid.
De grote koningin des hemels ontving
deze opdracht van haar goddelijke Zoon met grote vreugde van haar ziel. En met
warme dankbaarheid antwoordde zij:
Mijn heer en ware God, laat uw
heilige wil zich in uw dienares en moeder tot in alle eeuwigheid voltrekken en
laten alle schepselen U prijzen voor de bewonderenswaardige werken van liefde,
die Gij in uw dienaren bewijst. Ik, O Heer, zegen en verheerlijk U in deze
daden uit naam van de hele Kerk en in mijn eigen naam. Sta mij toe, mijn Zoon,
dat in de tempel, die Gij uw dienaar Jakobus opgedragen hebt te bouwen, het mij
gegeven zal zijn, de bijzondere bescherming van uw machtige arm aan allen te
beloven en dat deze heilige plaats deel moge uitmaken van mijn nalatenschap,
ten gebruike van allen die uw heilige Naam met eerbied aanroepen en die mij
vragen, mijn tussenkomst te verlenen bij hun aanvraag van uw barmhartigheid.
Christus, onze Verlosser,
antwoordde haar:
Mijn moeder, waarin Ik mijn
welbehagen heb gesteld. Ik geef u mijn koninklijk woord, dat Ik met bijzondere
barmhartigheid zal neerzien op allen, die met devotie en nederigheid een beroep
doen op Mij door uw tussenkomst en dit in de toekomst in die Kerk zullen doen.
Ik zal hen zegenen. In uw handen heb Ik al mijn schatten neergelegd en ze aan u
toevertrouwd. Als mijn moeder, die mijn plaats bekleedt en mijn macht kan
uitoefenen, kunt gij die plek onderscheiden door daarin uw rijkdommen neer te
leggen en uw gunsten te beloven, want alles zal vervuld worden volgens uw wil
en welbehagen.
De gezegende Maria dankte haar
Zoon en God opnieuw voor deze belofte. Toen vormden, op bevel van de Heer, een
groot aantal engelen die haar vergezelde, een koninklijke troon van een
schitterende wolk en zij plaatsten haar daarop als de koningin en meesteres van
de hele schepping. Christus, de Heiland, gaf hen zijn zegen en steeg met de
rest van de engelen ten hemel op. De zuivere moeder, gedragen op de handen der
serafijnen en omstuwd door haar duizend engelen en vele anderen, vertrok met
lichaam en ziel naar Zaragossa in Spanje. Hoewel deze reis in zeer korte tijd
gemaakt had kunnen worden, beval de Heer de engelen onder het zingen van hymnen
en lofgezangen hun koningin in koren van de zuiverste harmonie plechtig te
begeleiden.
Enige van hen zongen het Ave
Maria, anderen het Salve sancta Parens en Salve Regina; wederom anderen
het Regina caeli laetare enz. waarbij het ene koor het andere beantwoordde in
zon harmonie van overeenstemming van klanken, als geen menselijke kunst ooit
bereiken kan. De grote vrouwe beantwoordde dit alles vanuit een nederig hart
des te deemoediger naarmate het geheel meer verheven werd, door de Heer te
loven met de woorden van Jesaja:
Heilig, heilig, heilig, Heer
God Sabaoth, hebt medelijden met de arme kinderen van Eva. U is de glorie, U de
macht, U de majesteit. Gij alleen zijt heilig, de Allerhoogste en de Heer van
alle hemelse legers en de hele schepping.
De engelen antwoordden dan
wederom op deze gezangen van de maagd, die de Heer zo lieflijk in de oren
klonken. Op deze wijze voortgaande kwamen ze ongeveer te middernacht in
Zaragossa aan. De allergelukkigste apostel H.
Jakobus kampeerde met zijn leerlingen buiten de muur, die langs de oever van de
rivier de Ebro loopt. Teneinde zich terug te trekken in gebed had hij zich op
enige afstand van zijn metgezellen teruggetrokken. Enige van zijn leerlingen
waren in slaap gevallen, anderen waren in gebed; geen van hen verwachtte een
vreemde gebeurtenis. De processie van de engelen spreidde zich wat uit en de
serafijnen zongen steeds luider, zodat niet slechts de H. Jakobus, maar ook de
leerlingen het gezang konden horen. Degenen die sliepen, werden wakker en allen
werden vervuld van innerlijke rust en verwonderen, met hemelse troost die hen
sprakeloos maakte en tot vreugdetranen bewoog. Zij zagen in de lucht een
schitterend licht, stralender dan de4 zon, maar het verspreidde zich niet
overal heen, bleef beperkt tot een bepaalde plaats; het had de vorm en het
aanzien van een lichtgevende bol. In bewondering en vreugde stonden zij daar
stil te kijken, totdat hun leraar hen riep.
Door de wonderbaarlijke effecten
die zij in zich voelden, wilde de Heer hen voorbereiden op wat hen geopenbaard
zou worden over dit grote mysterie. De heilige engelen plaatsten de troon van
hun koningin en vrouwe in het zicht van de apostel, die nog steeds in verheven
gebed verzonken was, maar meer van de muziek hoorden en duidelijker de hemelse
muziek hoorde dan zijn leerlingen. De engelen droegen met zich een kleine kolom
mee, gemaakt van jaspis en een niet al te groot beeldje van hun koningin,
gemaakt uit een ander materiaal. Dit beeld werd door de engelen onder grote
eerbied gedragen. Gedurende die nacht hadden de engelen hun vaardigheid in het
maken van dingen uit natuurlijke materialen de vrije loop gelaten en dit alles
voor deze gelegenheid gereed gemaakt.
Op haar troon gezeten in de
wolk, omgeven door de koren van engelen, openbaarde de koningin des hemels zich
aan de H. Jakobus. De koningin deed voor haar bewonderenswaardige schoonheid en
haar afstraling de schoonheid van de engelen verbleken. De gezegende apostel
wierp zich op de grond en vereerde met de diepste eerbied de moeder van zijn Schepper
en Verlosser. Tegelijkertijd werden hem het beeldje en de pilaar, door de
handen van de engelen vervaardigd, getoond. De liefdevolle koningin gaf hem
haar zegen in de naam van haar goddelijke Zoon en zei:
Jakobus, dienaar van de
Allerhoogste, gij zijt gezegend door zijn rechterhand. Moge Hij u opheffen en u
het licht van zijn goddelijk gezicht laten zien.
Alle engelen antwoordden: Amen.
De koningin des hemels
vervolgde:
Mijn zoon Jakobus. Deze plaats
heeft de allerhoogste en almachtige God van de hemel bestemd om door u op deze
aarde gewijd te worden tot een tempel en een huis des gebeds waar Hij, onder
mijn bescherming en naam, verheerlijkt en aanbeden wil worden. De schatten van
zijn rechterhand zullen uitgedeeld worden en alle barmhartigheden beschikbaar
komen door mijn tussenkomst, indien daarom gevraagd wordt in waar geloof en
ernstige godsvrucht. In de Naam van de Almachtige beloof ik hen grote gunsten
en liefdevolle weldaden en mijn bescherming en hulp, want dit wordt mijn huis
en tempel, mijn erfenis en mijn bezit. Een borg voor deze waarheid en van deze
belofte zal deze pilaar zijn met mijn beeltenis daarop geplaatst. In de tempel
die gij voor mij zult bouwen, moeten deze dingen bewaard blijven tezamen met
het heilig geloof, tot aan het einde der tijden. Gij zult onmiddellijk beginnen
met het bouwen van deze tempel van God en nadat gij dit werk volbracht hebt,
moet gij naar Jeruzalem vertrekken, want het is de wens van mijn goddelijke
Zoon, dat gij het offer van uw leven brengt op dezelfde plaats, waar Hij het
zijne offerde voor de redding van de mensheid.
De duivel bij de menswording van Jezus door Maria - deel 12
De duivel bij de menswording van Jezus door Maria
deel 12
Lucifer zet een nieuwe vervolging in tegen de Kerk
en tegen de allergezegendste Maria.Zij
meldt dit aan de H. Johannes en besluit op zijn advies naar Efeze te gaan. Haar
goddelijke Zoon verschijnt haar en beveelt haar, de H. Jakobus in Zaragossa een
bezoek te gaan brengen.
In Handelingen van de Apostelen
8 verhaalt de H. Lucas over de vervolging, door de Hel opgewekt, tegen de Kerk
na de dood van de H. Stefanus. Hij noemt dat een grote vervolging, omdat door
de ijverige pogingen van de H. Paulus vόόr zijn bekering, de duivels erin
slaagde ze tot grote hoogte op te voeren. De vijand van God had niet bij de
pakken blijven neerzitten en had zichzelf niet volledig verslagen achtte om
niet opnieuw de strijd met de Kerk en de allergezegendste vrouwen aan te
binden. Uit wat H. Lucas zelf in zijn 12de hoofdstuk zegt over de
gevangenneming van de H. Petrus en H. Jakobus door Herodus, is het duidelijk,
dat deze vervolging verslagen achtte om niet opnieuw de strijd met de Kerk en
de allergezegendste vrouwe aan de binden. Uit wat H. Lucas zegt over de
gevangenneming van H. Petrus en H. Jakobus door Herodes, is het duidelijk, dat
deze vervolging opnieuw begon na de bekering van H. Paulus, zelfs zonde in
overweging te nemen wat hij zegt over Herodes, die soldaten zou gezonden hebben
om enige van de gelovigen van de Kerk te vervolgen. Deze vervolgingen werden alle
bedacht en geregeld door de duivels, door boosaardige mensen te beïnvloeden. En
omdat de goddelijke Voorzienigheid soms de duivels deze toestemming gaf en bij
andere gelegenheden deze terugtrok, waardoor ze in de Hel werden gesmeten,
zoals bij de bekering van de H. Paulus en bij andere gelegenheden het geval
was, kwam het dus voor, dat de primitieve Kerk soms vrede en rust had, maar
soms ook, als deze wapenstilstand verbroken was, gemolesteerd en vervolgd werd.
En dit is het lot van de Kerk door alle eeuwen heen.
Vrede was gunstig voor de
bekering van de gelovigen en vervolging vermeerderde hun verdienstenen
deugdpraktijken. Deze soort variatie was door de goddelijke Voorzienigheid zo
geregeld en zal steeds zo gehandhaafd worden. Zo genoot de Kerk, na de bekering
van de H. Paulus enige maanden van vrede, namelijk van het moment waarop
Lucifer en zijn metgezellen (Hand. 9:31) overwonnen, in de hel werden
geslingerd tot hun terugkeer op de aarde. Over deze tijd van rust spreekt de H.
Lucas in het 9de hoofdstuk, waar hij na de bekering van de H.
Paulus, zegt dat de Kerk vrede had door heel Judea, Galilea en Samaria en dat
zij toenam en de weg des Heren bewandelde onder de vertroosting van de H.
Geest. Hoewel de evangelist dit na de komst van de H. Paulus naar Jeruzalem
vermeldt, gebeurde dit ver daarvoor, want de komst van de H. Paulus naar
Jeruzalem gebeurde meer dan 5 jaar na zijn bekering en de H. Lucas vermeldt de
komst van de H. Paulus naar Jeruzalem voor dat hij zijn bekering bespreekt. Dit
komt veel voor bij de evangelisten, die de gewoonte hadden, vooruit te lopen op
geschiedkundige feiten om hun these meer kracht bij te zetten, want het lag
niet in hun voornemen, alle voorvallen in een geschiedenisverhaal samen te
vatten, hoewel ze in het algemeen de loop van de gebeurtenissen volgden, zoals
ze zich voordeden.
De samenkomst van Lucifer in de
Hel na de bekering van de H. Paulus bleef enige tijd voortduren en de helse
draak met zijn duivels werkte meerdere complotten uit op onderscheiden punten,
voor de vernietiging van de Kerk en om de grote koningin te belasteren en haar
uit haar hoge positie van vermaarde heiligheid te stoten. Maar de onkunde van
de slang over haar was oneindig veel kleiner dan zijn kennis over de grote
vrouwe. De dagen van vrede, die de Kerk genoten had, waren voorbij. De prinsen
van de duisternis begonnen uit hun krochten te komen om hun boosaardige
plannen, die ze daar uitgewerkt hadden, in praktijk te brengen. Voorop schreed
Lucifer. Hij verdient de aandacht, dat de woede en verontwaardiging van dit
bloeddorstige beest tegen de Kerk zo groot was, dat hij meer dan tweederde van
alle duivels in de hel met zich naar de aarde bracht. Hij zou ongetwijfeld de
hele hel leeg hebben gehaald, ware het niet dat de achterblijvers nodig waren
voor de kwellingen van de verdoemden. Want de verdoemden branden niet slechts
in de vuren die aangestoken zijn door de goddelijke gerechtigheid, maar de
draak staat niet toe, dat de afwezigheid van alle duivels hen zou ontheffen van
de aanblik en het gezelschap van hun kwelduivels. Hoewel Lucifer zo gebrand is
op de vernietiging van de stervelingen op aarde, is hij juist zo gekant tegen
het verlichten van de kwellingen van de verdoemden in de hel en daarom zal hij
de hel nooit helemaal ontdoen van duivels. De ongelukkige zondaars op aarde,
die deze duivelse, onmenselijke en wrede meester blijven dienen op aarde,
moeten zich dit zeer bewust zijn.
De heiligheid van de gezegende
moeder, de goddelijke gunsten en bescherming geschonken aan de gelovigen, zoals
het geval was met de H. Stefanus en de H. Paulus en alle andere gebeurtenissen
na de dood van de Heiland, die alle ter kennis van de duivel kwamen, hadden
zijn woede tot grote hoogte en tot onvoorstelbare sterkte opgevoerd. Daarom
vestigde hij zich in Jeruzalem om persoonlijk zijn geschut te richten op de
vesting van geloof en alle helse bataljons te kunnen dirigeren, want de duivels
houden een bepaalde mate van orde aan, als het gaat om oorlog te voeren tegen
de mensen; in alle andere zaken heerst tweedracht en verwarring. De
Allerhoogste heeft hun nimmer toegestaan hun afgunst totaal uit te leven, want
in een ogenblik zouden zij de hele wereld verwoest hebben. Hij gaf hun echter
een bepaalde vrijheid, opdat de Kerk onder de bezoekingen diepe wortels zou
kunnen schieten in het bloed en de verdiensten van de heiligen en wel zo, dat
in de vervolgingen en de kwellingen de wijsheid en de kracht van de loods die
het kleine schiep van de Kerk leidde, zou blijken.
Lucifer beval onmiddellijk zijn
trawanten de hele aarde af te schuimen en na te gaan, waar de apostelen en
leerlingen bezig waren met het prediken van de Naam van de Heer. De draak zocht
in Jeruzalem de plaatsen op, die het verst verwijderd waren van de plaatsen,
die gewijd waren door de geheimen en het bloed van de Heer, want hij en alle
duivels met hem vreesden die plaatsen en hoe dichter ze deze naderden, des te
zwakker en des te gekwelder voelden zij zich door de goddelijke kracht. Deze
effecten voelen zij nu nog steeds en zullen ze blijven voelen tot het einde van
de wereld. Her is smartelijk, dat dit heiligdom van de gelovigen, wegens de
zonden van de mensen nu in handen is van de heidenen en gelukkig zijn de
kinderen van de Kerk helaas weinig in aantal die binnen haar wallen
verwijlen, zoals de zonen van onze grote vader en hervormer van de Kerk, de H.
Franciscus!
Uit de inlichtingen die de
duivels verschaften, vernam Lucifer de toestand van de gelovigen in alle
plaatsen, waar het geloof van Christus gepredikt werd. Hij vaardigde nieuwe
orders uit voor de vervolging van Christenen, stelde krachtige en minder krachtige
duivels aan, in overeenstemming met de aard van de verschillende apostelen,
leerlingen en volgelingen van het geloof, waar tegenover zij zouden moeten
optreden. Anderen stelde hij aan als boodschappers om hem op de hoogte te
houden over wat er gebeurde of voor de overbrenging van zijn orders tot
voortzetting van de oorlog tegen de Kerk. Lucifer wees hen ook ongelovige,
godslasterlijke, slechte en lage mensen aan, die ze moesten prikkelen en
aanzetten tot uitzonderlijke, afgunstige woede tegen de volgelingen van
Christus. Daaronder waren Herodes en vele Joden, die de Gekruisigde
verafschuwden en zijn Naam uit het land der levenden wilden uitwissen. Zij
verzamelden ook de meest verlaagde heidenen en degenen, die zich het meest
overgaven aan afgoderij. Zij selecteerden uit deze mensen de slechtsten en
meest trouwelozen, die moesten dienen als helpers en instrumenten van hun
boosaardigheid.
Op deze wijze begonnen ze de
vervolging van de Kerk en zij gingen voort om zich opeenvolgende eeuwen
gelijksoortige duivelse kunsten voor de vernietiging van de deugd, van de
vruchten van de verlossing en het bloed van Christus te bewerkstelligen. In de
primitieve Kerk veroorzaakte de duivel grote verwoestingen onder de gelovigen,
die zij overvielen met verschillende soorten bekoringen, die ons niet bekend
zijn, hoewel we weten dat wat de H. Paulus in zijn Hebreeënbrief (Heb 11:37)
schrijft over de vervolging van de oude heiligen, herhaald werd in de heiligen
van het nieuwe testament. Buiten deze uitwendige vervolgingen plaagden de
duivels alle rechtvaardigen, de apostelen, leerlingen en gelovigen met
verborgen bekoringen, suggesties, voorspiegelingen en boosaardige voorstellen,
zoals hij ook nu nog steeds doet tegen allen die de goddelijke wet en Christus
willen volgen en trouw wensen te blijven aan onze Verlosser en Meester.
Maar niets van dit alles bleef
verborgen voor de grote moeder van wijsheid, omdat in de helderheid van haar
verheven kennis alle geheimen van de hel, die verborgen waren voor de rest van
de wereld, aan haar duidelijk werden. Hoewel slagen en wonden ons minder schade
toebrengen, indien wij erop voorbereid zijn en hoewel de allervoorzichtigste
vrouwe zo sterk stond tegenover de komende moeilijkheden van de heilige Kerk en
daar zeker niet door verrast zou kunnen worden, verwondde het vooruitzicht van
deze vervolgingen haar ziel, omdat ze gericht waren tegen de apostelen en de gelovigen
die zij van ganser harte liefhad. Deze smart zou haar vele malen van het leven
beroofd hebben indien de Heer dit niet op wonderbaarlijke wijze bewaard had. En
waarlijk, alle gerechte zielen die volmaakt zijn in goddelijke liefde, zouden
bewogen moeten zijn bij het zien van de woede en de boosaardigheid van dit
grote aantal duivels, die met vaart en sluwheid de weinige gelovigen in hun
zwakke en broze toestand en belast met zoveel soorten eigen ellende,
overvielen.
De allergezegendste Maria
overwoog hun gevaar, vergat alles wat haarzelf betrof en was bereid om elke
mogelijke kwelling te ondergaan voor de bescherming en vertroosting van haar
kinderen. Zij vermenigvuldigde haar zuchten en tranen, haar inspanningen en
gebeden voor hun veiligheid. Apostelen en leerlingen trachtte zij met adviezen
en aansporingen opnieuw te bemoedigen. Vele malen weerhield zij de duivels door
haar soeverein bevel als koningin en ontrukte aan zijn klauwen ontelbare
zielen, die zij bezig waren te bedriegen en te bederven, waardoor zij hen van
de eeuwige dood redde. Op andere momenten voorkwam zij grote wreedheden,
bestemd voor de dienaren van de Kerk, want Lucifer stond de apostelen naar het
leven, zoals hij voordien reeds gedaan had door Saulus. En dit alles geschiedde
ook aan de leerlingen, die het geloof verkondigden.
Hoewel de hemelse meesteres haar
innerlijke vrede en rust bewaarde en haar uitwendige gelijkmoedigheid en ernst
intact bleef, was toch de smart van haar hart, haar moederlijke bezorgdheid en
liefderijke zorgenlast enigszins op haar gezicht te zien. En aangezien de H.
Johannes haar bijstond met de waakzame toewijding van een zoon, kon de lichte
verandering in haar voorkomen niet aan het arendsoog van deze ziener
ontsnappen. Hij was diep geschokt en na tevergeefs gevochten te hebben tegen
zijn ongerustheid, keerde hij zich tot de Heer, vroeg om Licht en sprak:
Mijn Heer en God, Redder van de
wereld. Ik weet dat ik U veel verschuldigd ben, omdat Gij mij zonder mijn
verdiensten en uit zuivere neerbuigendheid haar tot moeder hebt gegeven, die uw
eigen moeder is, die U ontving, droeg en voedde aan haar borst. Door deze
weldaad werd ik rijk en welvarend, in het bezit van de grootste schat van de
hemel en aarde. Mar zonder uw koninklijke aanwezigheid is uw moeder, mijn
meesteres, verlaten en alleen. Voor uw afwezigheid kunnen mensen, noch engelen,
laat staan ik, een lage worm en slaaf enige compensatie geven. Mijn God en
Heiland van de wereld, ik zie haar nu smartelijk, die U menselijke vorm gaf en
die de vreugde is van uw volk. Her is mijn wens haar te troosten en haar smart
te verminderen, maar ik weet dat ik daartoe niet in staat ben. Mijn verstand en
mijn liefde sporen mij aan, maar eerbied en zwakte weerhouden mij. Geef mij,
Heer, licht en geest om te doen wat U behaagt en uw moeder ten dienste is.
Na dit gebed overlegde de
heilige enige tijd met zichzelf of hij de grote meesteres naar de oorzaak van
haar verdriet zou vragen. Enerzijds spoorde zijn liefde hem daartoe aan,
anderzijds werd hij weerhouden door zijn heilige vreze en zijn eerbied voor
haar. Drie keren naderde hij de deur van haar bidvertrek, maar werd evenveel
keren door zijn eerbied weerhouden haar deze vraag te stellen. De hemelse
moeder wist alles wat Johannes deed en wat er door zijn hart ging. Respect voor
hem als priester en bedienaar van de Heer deed haar het gebed afbreken en naar
hem toe gaan, zeggende: Meester, zeg mij wat gij van uw dienares vraagt.
Ik heb reeds gezegd, dat de
vrouwe de priesters en bedienaren van haar Zoon meesters noemde. De evangelist
was gerustgesteld en bemoedigd door deze woorden, antwoordde hij haar, zij het
enigszins aarzelend:
Mijn vrouwe, mijn ambt en wens
om u te dienen hebben veroorzaakt, dat ik uw smart opmerkte en ik ben zeer
geschikt over uw verdriet, dat ik gaarne wil verlichten.
De H. Johannes voegde hier geen
woorden meer aan toe, maar de koningin kende zijn verlangen om ingelicht te
worden over haar problemen en in directe gehoorzaamheid vervulde zij zijn
wensen, -als waren ze geuit door een overste- zelfs nog voor hij ze uitsproken
had. De allerheiligste Maria keerde zich tot de Heer en sprak:
Mijn God en Zoon. Het was uw
wens, dat uw dienaar Johannes uw plaats innam als mijn metgezel en verzorger en
ik ben hem tegemoet gekomen als mijn geestelijke bedienaar en overste. Zijn wil
en mijn wens worden door mij opgevolgd, zodra ze mij bekend zijn, omdat ik, uw
nederige dienares, moge leven en geleid worden door gehoorzaamheid aan U. Geef
mij verlof hem in te lichten over mijn zorgen, als dit uw wens zou zijn. Zij
voelde direct het fiat van de goddelijk wil; zij viel op haar knieën aan de
voeten van de H. Johannes, vroeg hem zijn zegen en kuste zijn handen. Na zijn
verlof tot spreken ontvangen te hebben, zei zij:
Mijn meester, heer, de smarten
die mijn hart doorboren, berusten op feiten, want de Allerhoogste heeft mij de
vervolgingen getoond, die over de Kerk zullen komen en wat al haar kinderen, in
het bijzonder de apostelen zullen lijden. In voorbereidingen en tot uitvoering
van deze schanddaden hier op aarde heb ik de helse draak met ontelbare scharen
slechte geesten uit de hellekrochten zien komen, allen vervuld van onverzoenlijke
haat en lust tot vernietiging van de Kerk. Deze stad, Jeruzalem, zal het eerste
en grootste doelwit zijn van hun aanvallen. Daarin zal één van de apostelen
zijn dood vinden; anderen zullen in de gevangenis terechtkomen en op instigatie
van de duivel gekweld worden. Mijn hart wordt vervuld van medelijden en smart
bij het zien van deze rebellie van deze vijanden tegen de verheerlijking van de
heilige naam van God en de redding van de zielen.
Door deze inlichting werd de
apostel evenzeer bedroefd en min of meer in verwarring gebracht. Maar uit de
kracht van de goddelijke genade antwoordde hij de koningin, zeggende:
Mijn moeder en vrouwe, uw
wijsheid kan niet over het hoofd zien, dat de Allerhoogste uit deze
beproevingen en bezoekingen grote vruchten zal plukken voor zijn Kerk en voor
zijn getrouwe kinderen en dat Hij hen in hun lijden zal bijstaan. Wij apostelen
zijn bereid, ons leven voor de Heer, die zijn eigen leven voor het hele
menselijk ras heeft gegeven, te geven. Wij hebben grote weldaden ontvangen en
het zou niet juist zijn, dat ze ijdel en nutteloos zouden zijn. Toen we
kinderen waren in de school van onze Leraar en Heer, gedroegen wij ons als
kinderen. Maar nadat Hij ons verrijkt heeft met de heilige Geest en in ons het
liefdesvuur heeft aangewakkerd, hebben wij onze lafheid achter ons gelaten en
verlangen we de weg van het kruis te gaan, zoals Hij ons door de goddelijke
kracht en uw bescherming wij de overwinning over onze vijanden mogen verwerven
en voor de eer van de Allerhoogste over allen mogen triomferen. Maar indien
deze stad, Jeruzalem, de spits moet afbijten van deze vervolging, lijkt het mij
raadzaam, vrouwe, dat gij die niet hier afwacht, opdat de woede van de hel,
door de boosaardigheid in de mensen aan te wakkeren, niet enigerlei
onwaardigheid zou begaan aan het tabernakel van God.
De grote koningin en vrouwe van
de hemel zou, vervuld als zij was van liefde en medelijden met de apostelen en
andere gelovigen, het liefst in Jeruzalem zijn gebleven. Zij was onbevreesd en
zou haar tijd hebben doorgebracht met het bezoeken, troosten en bemoedigen van
allen, nu de vervolgingen voor de deur stonden. Maar haar voorkeur, die uit
heilige overweging was geboren, werd voor de H. Johannes verborgen gehouden.
Daar dit de keus van haar hart was, vond zij het beter deze niet op te volgen
maar in nederige gehoorzaamheid de wensen van de apostel, die zij als haar
geestelijke verzorger en overste beschouwde, in te willigen. Zij gaf geen
direct antwoord in haar onderwerping, maar dankte de evangelist voor zijn
moedig verlangen om te lijden en te sterven voor Christus. Wat betreft het
vertrek uit Jeruzalem, droeg zij hem op alles te regelen zoals hij dit wenste,
want het was haar wens, hem in alles te gehoorzamen, Zij vroeg de Heer, hem te
leiden met zijn goddelijke Licht in overeenstemming met zijn glorie en zijn
welbehagen. Na deze toestemming van de gezegende moeder verkregen te hebben
[waarin wij een groot voorbeeld kunnen zien en een berisping voor onze
ongehoorzaamheid], stelde de evangelist voor, naar Efeze, aan de grens van
Klein-Azië te gaan. Hij sprak de allerheiligste Maria als volgt toe, toen hij
haar deze reis voorstelde: