|
MIJN GELIEFD VOLK, MIJN ROZENKRANS VAN
BARMHARTIGHEID TEZAMEN MET DE ROZENKRANS VAN VOORZIENIGHEID, ZULLEN EEN GROTE
HULP ZIJN VOOR JULLIE IN TIJDEN VAN SCHAARSTE EN HONGERSNOOD DIE NADEREN!
5/4/2020
Mijn Vrede en Vreugde van mijn Heilige Geest zijn met
jullie allen.
Mijn Geliefden, Ik ben jullie Jezus van Barmhartigheid die
met jullie praat vandaag door mijn kleine Nabi (profeet). Wees niet bang, mijn
volk. Ik zal jullie niet in de steek laten, herinner jullie dat Ik bij jullie
ben tot het einde der tijden; gehoorzaam mijn instructies en breng ze in
praktijk; en Ik verzeker jullie dat niets of niemand, geen virus of pest, geen
catastrofe, geen hongersnood, of een andere calamiteit jullie kan raken.
Bid in geloof, mijn Rozenkrans van Barmhartigheid, vraag om
mijn bescherming en wees niet bang; mijn Stralen van Barmhartigheid zullen
jullie beschermen en jullie bewaren van alle kwaad en gevaren. Ik vraag jullie:
waarom zijn jullie bang, als Ik bij jullie ben? Waar is jullie geloof en
vertrouwen in Mij? Als jullie mensen van geloof waren, zouden jullie geen angst
voelen, en niets of niemand zou jullie Vrede kunnen stelen. Kijk, jullie zijn
zo fragiel, zoals kleine kinderen, bij de minste tegenslag beven jullie van
angst; en er nochtans ben Ik er als jullie je tot de Hemel richten en als
jullie mij herinneren.
Ik wil dat mijn kleintjes zich versterken in geloof, zodat
jullie morgen de grote beproevingen kunnen weerstaan dat eraan komen. Wees niet
bang, als jullie je geloof en vertrouwen in Mij stellen, zal Ik jullie kracht
zijn dat jullie zal hebben de beproevingen te overwinnen. Gebed, vasten en
boete zullen jullie versterken; lees ook mijn Heilige Woord, die het Zwaard van
de Geest is, zodat jullie de aanvallen van de boze kunnen tegemoet treden. Jullie
moeten de Geestelijke Wapenrusting aantrekken vooraleer enige gevecht aan te
gaan; gebed, vasten en boete, samen met het gebed van de H. Rozenkrans van mijn
Moeder en het gebed van mijn Kroontje van Barmhartigheid kunnen jullie niet
mislukken.
Mijn geliefd Volk, Mijn Rozenkrans van Barmhartigheid samen
met de Rozenkrans van Voorzienigheid, zullen een grote hulp zijn in tijden van
schaarste en hongersnood die naderen. Bid ze in geloof en vraag om mijn
Voorzienigheid en de Hemel, want ze zal jullie het Manna zenden voor elke dag.
Opnieuw zeg Ik jullie, wees niet bang. Ik ben jullie Toevlucht, Ondersteuning,
Bescherming, en vooral, Ik ben jullie God. Kom naar Mij, jullie allen die moe
zijn en afgemat, dan Ik jullie last kan verlichten. (Matteus 11:28)
ROZENKRANS VAN VOORZIENIGHEID (voor tijden van schaarste en
hongersnood)
O Oneindige Barmhartigheid van God, die de mensen van goede
wil, de behoeftigen, de weduwen en wezen voorziet, die in hun materiele en geestelijke noden
voorziet; open de voorraadkamers van de Hemel en in Naam van de Vader
(kruisteken) in Naam van de Zoon (kruisteken) en in Naam van de H. Geest
(kruisteken) zend mij de voorzienigheid die ik nodig heb om in mijn noden te voorzien
voor deze dag. (zeg wat je nodig hebt). Geloofsbelijdenis Onze Vader
Op de grote kralen: Ik kan genade en barmhartigheid hebben,
zelfs in tijden van nood. (Hebreeen 4:16)
Op de kleine kralen 10 keer: In Naam van de Drie-ene God,
Goddelijke Barmhartigheid, voorzie voor mij.
Bid op het einde van elk tientje, een Onze Vader en begin
zoals in het begin. Ik kan genade en barmhartigheid hebben
en zo verder tot
het einde van de 5 tientjes. Op het einde van de rozenkrans bid je Psalm 136.
Psalm 136:
Loof de Heer, want Hij is goed eeuwig duurt Zijn trouw
loof de Allerhoogste God eeuwig duurt Zijn trouw loof de oppermachtige Heer
eeuwig duurt Zijn trouw.
Die wonderen doet, Hij alleen eeuwig duurt Zijn trouw
Die de Hemel maakte, met wijsheid eeuwig duurt Zijn trouw Die de aarde
uitspreidde, op het water eeuwig duurt Zijn trouw
Die de grote lichten maakte eeuwig duurt Zijn trouw de zon,
om te heersen over de dag eeuwig duurt Zijn trouw maan en sterren, om te
heersen over de nacht eeuwig duurt Zijn trouw
Die Egypte trof, in hun eerstgeborenen eeuwig duurt Zijn
trouw en Israël wegleidde, uit hun midden eeuwig duur Zijn trouw met krachtige
hand en geheven arm eeuwig duurt Zijn trouw
Die de Rietzee spleet, in tweeën eeuwig duurt Zijn trouw
en Israël overbracht, daar midden doorheen eeuwig duurt Zijn trouw en de
fararo met Zijn leger achterliet, in de Rietzee eeuwig duurt Zijn trouw
Die Zijn volk leidde, in de woestijn eeuwig duurt Zijn
trouw Die geduchte koningen versloeg eeuwige duurt Zijn trouw en machtige
koningen doodde eeuwig duurt Zijn trouw
Sichon, koning der Amorieten eeuwig duurt Zijn trouw en
Og, de koning van Basan eeuwig duurt Zijn trouw -
En hun land weggaf, als bezit eeuwig duurt Zijn trouw
als bezit aan Israël, zijn dienaar eeuwig duurt Zijn trouw
Die in onze rampspoed aan ons heeft gedacht eeuwig duurt
Zijn trouw en ons ontrukte aan onze belagers eeuwig duurt Zijn trouw
Hij geeft brood aan alles wat leeft eeuwig duurt Zijn
trouw loof de God van de Hemel eeuwig duurt Zijn trouw!
Ieder die deze Rozenkrans bidt met geloof en toewijding zal
geen dagelijks brood ontbreken. Het is de belofte van Jezus van Barmhartigheid.
Moge mijn Vrede, mijn Liefde en Barmhartigheid, altijd in
jullie blijven, mijn Geliefd Volk.
Jullie Jezus van Oneindige Barmhartigheid
Maak mijn boodschappen kenbaar, Mijn kinderen, aan de hele
mensheid
Manna (Hebreeuws: מָן man,
betekenis onbekend, waarschijnlijk "Wat is dat?", mogelijk afgeleid
van het Egyptische mennu, "voedsel") was het voedsel dat God
volgens de Hebreeuwe Bijbel aan de Israëlieten gaf toen Mozes hen door de
Sinaiwoestijn leidde naar het Beloofde Land. In Exodus wordt manna beschreven
als een "fijn, schilferachtig laagje", dat bleef liggen toen de morgendauw
optrok. "Het leek op korianderzaad, maar dan wit, en het smaakte als honingkoek."
Het moest direct verzameld en dezelfde dag gegeten worden. Een dag later was
het bedorven en vol wormen. Alleen op de dag voor de sabbat mocht een dubbele
portie worden verzameld. Deze bedierf niet. Op de sabbat zelf was geen verse
manna te vinden.
Verklaring
In de Bijbelwetenschap wordt over het algemeen aangenomen
dat het gaat om de uitscheiding van bepaalde schildluizen (waarschijnlijk Najococcus
serpentinus en Trabutina mannipura).[7] Volgens
sommige mensen is manna echter een eetbare en geneeskrachtige hars afkomstig
van de boom Boswellia thurifera. Kerkwierook is veelal op basis van deze
hars samengesteld. Een andere mogelijkheid is de zoetige afscheiding van de kameeldoorn
(Alhagi maurorum), die ook vandaag de dag in Israël manna genoemd wordt.
Nieuwe Testament
Jezus verwees naar manna als "brood uit de hemel"
als voorafschaduwing van "het ware brood uit de hemel ... dat leven geeft
aan de wereld" en zei: "Ik ben het brood dat leven geeft". Iets
verderop noemde Jezus zijn lichaam "het ware voedsel" en zei:
"Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet het brood
dat uw voorvaders aten; zij zijn gestorven, maar wie dit brood eet zal eeuwig
leven." Zo werd manna het symbool van de eucharistie.
De apostel Paulus verwees mogelijk naar manna met de term
"geestelijk voedsel".
Hebreeën 9:4 noemt het manna dat in een gouden kruik in de Joodse
tempel werd bewaard, zonder hiervan een duiding te geven. De vermelding van een
gouden kruik en het bewaren in de ark van het Verbond gaat terug op de
weergave van Exodus 16:33 in de Septuagint, want in
de Hebreeuwse tekst wordt dit niet vermeld. In Openbaring 2:17 wordt
aangekondigd dat trouwe christenen van dit "verborgen manna" te eten
zouden krijgen, waarmee manna als hemelspijs wordt aangeduid.
|