MIJN KINDEREN, DE
DAGEN VAN MIJN GERECHTIGHEID ZIJN REEDS IN JULLIE MIDDEN, EN VELEN ZULLEN
VERLOREN GAAN OMDAT ZE GEESTELIJK NIET ZIJN VOORBEREID! 27/3/2020
Boodschap van God de Vader aan Zijn trouwe Volk
Boodschap aan Enoch
Mijn volk, mijn erfgenamen, Vrede
zij jullie.
Mijn kinderen, de dagen van mijn
Gerechtigheid zijn reeds in jullie midden, en velen zullen verloren gaan omdat
ze niet geestelijk zijn voorbereid. Omwille van het bestaande kwaad en zonde,
die mijn Schepping hebben verstikt, heb Ik al de gebeurtenissen die beschreven
zijn in mijn Heilige Woord versneld. Nooit tevoren is er in mijn schepping
zoveel kwaad en zoveel zonde geweest als in deze recente generatie, die zelfs
de hel zelf schrik aanjaagt.
De dagen van beproeving zijn
begonnen en komen naar de mensheid, maar jullie, Mijn volk, moeten niet bang
zijn of in paniek geraken; moge gebed, geloof en vertrouwen in Mij, jullie
Vader, jullie kracht zijn om jullie te helpen de beproevingen te overwinnen die
naar jullie toe komen. Ik doe een oproep tot jullie, lauwe en zondige mensheid,
met deze kleine beproevingen van het Coronavirus, om te zien als jullie wakker
worden en zo spoedig naar het pad van bekering terugkeren. De pijnen voor de
mensheid beginnen pas, wat er nog komt zijn de lastigste beproevingen; Ik zeg
jullie: jullie zullen enkel de beproevingen doorstaan als jullie verenigd met
God.
Lauwe en zondige mensheid, Ik wil
jullie wakker schudden uit jullie geestelijke lethargie en dat jullie zo
spoedig mogelijk terugkeren naar Mij, zodat jullie geestelijk gesterkt zijn; en
zo de grote beproevingen kunnen doorstaan die eraan komen. Geen wereldse zorgen
of bekommernissen meer, de prioriteit op dit moment moet de redding van jullie
ziel zijn. In een fractie van een seconde zal alles veranderen en deze wereld
die jullie kennen zal voorbij gaan. De zekerheid dat de geldgod geeft aan velen
zal spoedig vallen; wat zal er worden ven de mensheid, die zijn geloof en
vertrouwen heeft gesteld in de goden van deze wereld? IJdelheid der ijdelheden,
dat zijn de goden van deze wereld; de dagen van al de idolen en afgoden waarin
jullie je geloof en vertrouwen hebben gesteld zijn reeds geteld, gewikt en
gewogen en staan op het punt op de grond te vallen.
Aanbidders van de geldgod, jullie
god staat op het punt te vallen; al de rijkdom, comfort en valse zekerheid van
jullie afgod komt ten einde! Wat zal er van jullie worden, die jullie geloof en
vertrouwen in deze god hebben gesteld? Jullie zullen allen zoals stro zijn die
zal branden als het vuur van mijn Gerechtigheid voorbijkomt! Word onmiddellijk
wakker, ondankbare en zondige mensheid; blijf jullie bekering niet uitstellen,
omdat de Ruiters van mijn Gerechtigheid reeds begonnen zijn hun kelk op de
inwoners van de aarde uit te gieten! Gejammer en geschreeuw van lijden zijn
reeds gehoord en de beproevingen zijn pas begonnen! Wat zal het dan zijn,
wanneer de dagen van de grote beproeving komen? Overweeg dit opnieuw en kom zo
spoedig mogelijk terug naar Mij, voor de nacht valt; omdat jullie goed weten
dat de nacht de tijd is van mijn grote Gerechtigheid waar niemand meer naar
jullie zal luisteren!
Jullie Vader, Yahweh, Heer van de
Schepping
Maak mijn boodschappen kenbaar
aan de hele mensheid, mijn Volk
ZAAD VAN MIJN VADER,
DAGEN VAN GROTE BEPROEVINGEN NADEREN VOOR DE HELE MENSHEID, MAAR JULLIE, VOLK
VAN GOD, VREES NIET! 30/3/2020
Boodschap van de H. Aartsengel Michael aan het
Volk van God Boodschap aan Enoch
WIE IS ALS GOD? NIEMAND IS ALS GOD!
Moge de Vrede van de Allerhoogste
met jullie allen zijn.
Zaad van mijn Vader, dagen van
grote beproevingen naderen voor de hele mensheid, maar jullie, Volk van God,
vrees niet. Ik, jullie Prins, ben reeds in jullie midden in gezelschap van mijn
Broeders, de Aartsengelen en Engelen, van het Hemels Legioen. We voeren een
hevige strijd tegen de duivels, in de ruimte van jullie wereld. Vraag om mijn
bescherming, Broeders, en roep mij drie keer aan met mijn strijdkreet: Wie
is als God? Niemand is als God! en ik zal graag komen in het gezelschap van
mijn Broeders, om jullie onze hulp te bieden.
Volk van God, mijn Exorcisme
gebeden met geloof zal ook alle pandemieën, plagen, en alle aanvallen door de
vijand van jullie ziel wegnemen. De dagen van beproevingen zijn in jullie
midden; bid, smeek en prijs de Glorie van God, en wees niet bang. Onthoud: Mijn
Vader heeft de Aartsengelen en Engelen het bevel gegeven om jullie te
beschermen in al jullie wegen. We nemen jullie in de armen, zodat jullie voeten
niet struikelen over een steen. (Psalm 91:11-12) Als jullie leven onder de
beschermende schaduw van de Allerhoogste, zal Hij jullie toevlucht en
bescherming zijn. (Psalm 91:1-2)
De beloften van deze krachtige
Psalm werden ten allen tijde vervuld in het menselijk bestaan.Mozes bad deze Psalm, samen met het
Hebreeuwse Volk op de nacht dat de Engel van Gods Gerechtigheid door Egypte
ging, en zijn eerstgeborenen trof. Doe hetzelfde, Volk van God van deze
Eindtijd; en ik verzeker jullie als jullie dit doen in geloof en jullie
verzegelen met het Bloed van het Goddelijk Lam er geen plaag, virus of pest in
staat zal zijn om op de deur van jullie woonplaatsen te kloppen.
Zaad van mijn Vader, met deze
kleine beproevingen die de Allerhoogste toelaat, wil de Hemel dat jullie greep
hebben op jullie geloof en vertrouwen in God; zodat wanneer de dagen van de
Grote Beproeving komen, jullie geloof zo standvastig zal zijn dat niets en
niemand jullie Vrede kan stelen of jullie scheiden van de Liefde van God. Wees
daarom kalm, Volk van God, raak niet in paniek of angst, omdat angst niet van
God komt. Vertrouw en prijs de Glorie van de Allerhoogste, en ik verzeker
jullie dat de dagen van de Grote Beproeving die komen zullen voorbij gaan zoals
een droom voor jullie.
Moge de Vrede en Bescherming van
de Almachtige in jullie blijven, Israël, Volk van God.
Jullie Broeder en Dienaar, de H.
Aartsengel Michael.
Broeders en zusters, zorg dat de
hele mensheid mijn boodschappen kent.
We kunnen zien dat elke ontmoeting met Jezus, zoals blijkt
uit de Evangeliën, op de een of andere manier een bevrijding veroorzaakt bij
degene die Jezus ontvangt. Een nieuwe levenskracht stroomt in hen en zorgt dat
verborgen moed wordt onthuld dat de jaren onvruchtbaar hadden gemaakt. Het verlangen om Jezus te zien, wordt dan
de sleutel tot een innerlijke transformatie, radicaal en energiek, en gaat
zelfs zover om anderen voor te stellen hetzelfde pad te volgen, een pad van
bevrijding. We kunnen God of Zijn Zoon Jezus niet beperken in een definitie,
hoe mooi die ook mag zijn! Jezus ontmoeten is onszelf blootstellen aan
bevrijdende woorden en gebaren die het Evangelie als enige bron hebben, en niet
een willekeurige code van goed gedrag, deze of gene moraal. Het is dus om elke
angst te durven benoemen en een ruimte van wedergeboorte te scheppen, zoals
Jezus Nicodemus voorstelde:
Jezus
zei: Waarachtig, Ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het
koninkrijk van God zien. Johannes 3:3
Het verlangen om Jezus te zien is ook een ander risico nemen:
het ontdoen van alle eigenwil om het pad van het Evangelie te betreden. We gaan
vanaf het begin, in een bepaalde levensdynamiek die zich voortdurend zal
ontwikkelen. Het dient om een bres in onze zekerheden te slaan en te
onderscheiden of we op het verkeerde spoor zitten in het verafgoden van onze
verlangens, onze manier van doen of als we op één lijn zitten met Gods Wil.
We moeten toegeven dat we geroepen zijn om keuzes te maken
die geen andere wortels hebben dan die van Gods Liefde en anderen. Het is van tevoren alles te weigeren om de
H. Geest, de Geest van liefde van de Vader en de Zoon, ons leven te laten
besproeien. Het is om die veelheid aan zekerheden die in de loop der jaren
zijn versterkt, los te laten en de enge manier van leven in God te kiezen,
luisterend naar de H. Geest. Het is eindelijk erkennen dat we pas aan het begin
van het leven staan en dat de tijd dat we geloofden dat we God bezaten,
voorbij is. Het is ruimte maken voor een leven in God. Zullen we ermee
instemmen dit nieuwe verbond te verwelkomen dat zoveel Bijbelse getuigen hebben
voorgesteld?
God wil Zijn wet van liefde en barmhartigheid in
ons hart schrijven. Ik zal Mijn wet in
hen leggen en Ik zal ze in hun hart schrijven; en Ik zal hun God zijn, en zij
zullen Mijn volk zijn, bevestigt de profeet Jeremia (eerste lezing). Zijn we
klaar om deze Wet van liefde te ontvangen? Toch kent God ons, dus komt Hij
ons tegemoet met Zijn handen vol genade: een balsem die het leven herschept
en vernieuwt. Want God is ongeduldig om ons te ontmoeten zoals we zijn, zonder
masker, onze gezichten geopenbaard. Hij wil zich aan ons openbaren. Hij vraagt
om een echte, vreugdevolle, onbeperkte ontmoeting. Hij kan het niet langer
aanzien dat we doodlopende wegen nemen. Dus laat Hij Zijn Zoon ons
in waarheid ontmoeten.
'We willen Jezus graag zien. Zal
deze wens deze week de onze zijn? Ik laat u achter met de vreugde om dit
verzoek te durven doen, hoe onvolmaakt ook. God komt altijd tot ons in Zijn
Zoon Jezus. Laten we Hem ontvangen! Wacht niet om het goed te doen, laten we
naar Hem gaan. Hij kent ons. Sterker nog, Hij houdt van ons.
2. Innerlijk spreken met God
We willen Jezus
graag ontmoeten, vragen enige Grieken. Het kan ook ons verzoek zijn. Maar
diep in ons hart klinkt er een stem, die van Jezus. Vervolgens fluistert Hij: Ik
ben hier, aan de deur van je hart, en Ik klop, wil je openen? Laat Broeder
Laurentius van de Verrijzenis ons helpen om deze genade te vragen om ook God te
willen zien. Hij vertelt ons in een brief aan een non hoe we de Heer door
geloof en de praktijk van het innerlijke gesprek Hem kunnen ontmoeten:
Ik zal je een van deze boeken sturen die de praktijk van
de aanwezigheid van God behandelen. Dit is naar mijn mening de essentie van het
spirituele leven, en het lijkt mij dat je door het goed te beoefenen in een mum
van tijd spiritueel wordt.
Ik weet dat om dit te doen, je hart leeg moet zijn van alle
andere dingen, omdat God het exclusief wil bezitten, en hij kan het niet
exclusief bezitten zonder het eerst te hebben leeggemaakt van alles behalve Zichzelf;
noch kan Hij erin handelen, noch doen wat Hij wil.
Er is geen manier van leven in de wereld die aangenamer is
dan een voortdurend gesprek met God; alleen degenen die het beoefenen en
ervaren, kunnen dit begrijpen. Ik stel echter niet voor dat u het om deze reden
doet. We moeten geen troost zoeken in deze oefening, maar we moeten het doen
vanuit een motief van liefde, en omdat God het wil.
Als ik een verkondiger was, zou ik niets dan de praktijk
van de aanwezigheid van God verkondigen; en als ik een spiritueel leider was,
zou ik het iedereen aanraden, want ik geloof dat er niets zo nodig of zo
gemakkelijk is.
Ah! Als we maar wisten hoeveel we Gods genaden en hulp
nodig hebben, zouden we Hem nooit uit het oog verliezen, zelfs niet voor een
moment. Geloof me en maak tegelijkertijd een heilige en vaste beslissing om
nooit opzettelijk van Hem af te wijken en de rest van je leven in Zijn heilige
aanwezigheid te leven, ontdaan van alle liefde voor vertroostingen van hemel en
aarde, mocht Hij zo oordelen. Leg je hand aan de ploeg. Als u dit op de juiste
manier uitvoert, kunt u er zeker van zijn dat u snel de vruchten ervan zult
zien. Ik zal je helpen met mijn gebeden, hoe arm ze ook zijn. Ik beveel mezelf
vurig aan bij de uwe en bij die van uw heilige gemeenschap. Mijn groeten aan
iedereen en vooral aan jou.' (Brief 3)
- Br.
Didier-Joseph Caullery, ocd Klooster van Avon, Frankrijk
Maandag 30/3
Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was,
wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in het geheim te
verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de
Heer. De engel zei: Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij
je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de H. Geest. Matteus
1:19-20
"... maar wanneer God een
ziel vindt die doordrongen is van een intens geloof, stort Hij Zijn genaden in
overvloed uit." (Brief 1)
Heer, op voorspraak van
de H. Jozef, man van stilte en geloof, meester van gebed, smeek ik U, vergroot
mijn geloof.
Dinsdag 31/3
Daarop ging het volk naar Mozes. We hebben gezondigd,
zeiden ze, want we hebben de heer en u verwijten gemaakt. Bid tot de Heer dat
Hij ons van die slangen verlost. Mozes bad oor het volk, en de Heer zei tegen
hem: Laat een slang maken en bevestig die op een staak. Iedereen die gebeten
is en daarnaar kijkt, blijft in leven Numeri 21:7-8
We weten dat we alles
kunnen doen met Gods genade, en Hij weigert het nooit aan degenen die Hem er oprecht
om vragen. (Brief 15)
Ik vraag om een intentie
die me na aan het hart ligt voor een ander.
Woensdag 1/4
Dus
wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn. Johannes 8:36
We moeten God in
heilige vrijheid dienen. (Brief 4)
Christelijke vrijheid is
vooral bevrijding. Vol vertrouwen bid ik: Heer, verlos mij van de ketenen die
mij in slavernij houden.
Donderdag 2/4
Zie
uit naar de Heer en Zijn macht, zoek voortdurend Zijn nabijheid. Psalm 105:4
Wat zouden we gelukkig
zijn als we alleen de schat konden vinden waarover het Evangelie spreekt; niets
anders zou er toe doen. Omdat het onuitputtelijk is, is hoe meer we zoeken, hoe
meer rijkdom we zullen vinden. Laten we ons onophoudelijk inzetten om ernaar te
zoeken; laten we niet moe worden totdat we het hebben gevonden. (Brief 5)
Heer, hoe gelukkig is
degene die weet dat u niets liever wilt dan al uw schatten voor ons te openen,
en dat we niets meer nodig hebben dan een groot verlangen om ze in de diepte
van onszelf te ontdekken!
Vrijdag 3/4
Ik heb
U lief, Heer, mijn sterkte, Heer, mijn rots, mijn vesting, mijn bevrijder, God,
mijn steenrots, bij U kan ik schuilen, mijn schild, kracht die mij redt, mijn
burcht. Psalm 18:1-3
"Er is geen finesse
of kennis vereist om God te benaderen, alleen een hart dat vastbesloten is om
zich uitsluitend aan Hem te wijden en voor Hem alleen te leven."
(Gesprekken 41)
Vandaag kan ik het hymne van
de H. Paulus aan liefdadigheid opnieuw lezen: Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de Engelen had ik de
liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle
cimbaal. Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al
bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen had ik
de liefde niet, ik zou niets zijn. Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik
voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar
trots op zijn had ik de liefde niet, het zou mij niet baten. 1 Korintiërs 13:1-3
Zaterdag 4/4
Ik
sluit met hen een vredesverbond, een verbond dat eeuwig zal duren. Ik zal hun
een vaste woonplaats geven en hen talrijk maken; mijn heiligdom zal voor altijd
in hun midden staan. Bij hen zal Ik wonen; Ik zal hun God zijn en zij zullen
Mijn volk zijn. Ezechiël 37:26-27
Bedenk dat ik u smeek wat
ik u aanbeveel, dat wil zeggen, vaak en dag en nacht aan God denken bij al uw
activiteiten en zelfs wanneer u zich ontspant. Hij is altijd bij je en laat Hem
niet alleen. (Brief 10)
Ik zal proberen al mijn
activiteiten te beginnen met een kort gebed.
Goede
Week: Laten we ons onthechten van het wereldse
Zondag 5/4
1. Een week begint
De volgende dag was er al een
grote menigte in Jeruzalem voor het feest. Toen ze hoorden dat Jezus ook zou
komen, haalden ze palmtakken en liepen ze de stad uit, hem tegemoet, terwijl ze
riepen: Hosanna! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer, de koning van Israël.
Jezus zag een ezel staan en ging erop zitten, zoals geschreven staat: Vrees
niet, Sion, je koning is in aantocht, en hij zit op een ezelsveulen. Zijn
leerlingen begrepen dit aanvankelijk niet, maar later, toen Jezus tot majesteit
verheven was, herinnerden ze zich dat dit over hem geschreven stond, en dat het
zo ook gebeurd was. Johannes 12:12-16
Een week begint ... Het is niet zoals de andere.
God - in zijn Zoon Jezus - zal de kleren van de Dienaar aantrekken, de
vernederde Dienaar, de Dienaar die ter dood wordt gebracht. Maar allereerst
koos Jezus ervoor om het Pesach met zijn discipelen te vieren.
Hij zal hen deze missie toevertrouwen om doe dit ter nagedachtenis van Mij te
doen. Jezus verlaat de tafel, neemt het schort van de dienstknecht en komt de
voeten wassen van degenen die verantwoordelijk zullen zijn voor het aankondigen
van het Goede Nieuws van de Verrijzenis.
Jezus knielt voor elk van
degenen
die Hij heeft geroepen en die Hem hebben gevolgd, zonder Hem altijd te
begrijpen. Hij, Jezus, leek zo anders dan wat hen over God was geleerd ... Hun
ongenoegen op bepaalde momenten kan begrepen worden!
Jezus knielt voor elk van hen neer, ondanks een zekere weerstand van Petrus.
Donderdag zal Hij voor ieder van ons neerknielen. Hij zal voorstellen om onze
voeten te wassen, voeten die gewond zijn door op zoveel doelloze paden te
dwalen, zoveel stappen die ons nergens heen leiden, wij die het pad weigeren
dat door het Evangelie wordt geboden. Deze gewonde en vermoeide voeten die zo
veel afgoden hebben gevolgd die een tijdelijk en vluchtig geluk bieden... Voor
ieder van ons zal Jezus dezelfde vraag stellen: Wil je me toelaten...?
Dit is het allerlaatste verzoek voor Zijn gevangenneming. Dit is de ultieme
vraag die ons in het Hart van God stort door Zijn Zoon Jezus:
Wanneer zullen jullie eindelijk de oproep om te leven in
Mijn leven aanvaarden?
Een week begint... de week van de beproeving
van de Zoon van God. Hij wordt ervan beschuldigd zichzelf te presenteren als de
geliefde Zoon van de eeuwige Vader. Hij wordt veroordeeld omdat Hij heeft
verklaard dat Hij de Zoon van God is. Maar wat kan Hij nog meer zeggen tegen de
rechters die bereid zijn Hem te veroordelen? Hij is het icoon van de Vader.
Op de dag van Jezus doop in de Jordaan door Johannes de Doper en opnieuw op de
berg Tabor tijdens de gedaanteverandering, spoort God de Vader ons aan om naar Zijn
Zoon te luisteren. In hem heeft de Vader al zijn Liefde geplaatst. Wat hebben
we met dit gebod van Liefde gedaan? Hoe zijn Zijn woorden op ons hart
geschreven? Hoe ontsnapte Zijn Woord uit onze Bijbel om in ons leven te wonen,
om onze daden te voeden, om onze getuigenis te hernieuwen?
Het
lichaam dat Maria verzorgde, zal worden gemarteld. Zijn kwelgeesten willen het
Woord het zwijgen opleggen en de enige mogelijke manier is om het Woord aan het
Kruishout te bevestigen. Waarom is het nodig om Zijn handen te nagelen die geen
andere functies hebben gehad dan zegenen, verwelkomen, vergeven en delen?
Waarom de voeten vastmaken van Degene die altijd heeft gelopen om de gewonden
van het leven te ontmoeten, de "hopelozen", de slachtoffers van
allerlei soorten kwaad ...? Deze week is het moment waarop we ons zullen
herinneren dat nu al het lijden wordt vergezeld en bezocht door Hem. God
vult onze menselijke kruisen met Zijn aanwezigheid.
De
Zoon roept vanuit Zijn lijden en voegt zich bij de tranen van degenen die niet
meer weten hoe ze moeten hopen en het niet meer weten wat te doen.
Deze week heeft God op
Golgotha een ontmoeting met elke man, vrouw, jongen, meisje, kind. Maar
voordat Hij stierf, zal Jezus, de Christus, de Zoon van God, Zijn Moeder, de H.
Maagd Maria, aan ons nalaten: Zie uw moeder. We zullen aan Zijn moeder worden
toevertrouwd. Zij is de leerling die ons elk naar haar Zoon zal leiden.
Deze week knielt God voor
ieder van ons neer.
Deze week wordt God
ontdaan van Zijn kleren en de zweep zal Zijn vlees verwonden en verscheuren
voordat de spijkers Hem aan het Kruishout bevestigen.
Deze week zal Jezus
haastig in het graf worden gelegd. Om de sabbat te beginnen, gereserveerd voor
God, zullen ze geen tijd hebben om voor het lijk van zijn Zoon te zorgen.
Dit is de week van
ontmoeting met spot en geweld, met misverstanden, minachting en afwijzing.
Deze week is dit het door
God gekozen moment om te laten zien hoe ver Zijn liefde zal gaan. Het heeft
geen limiet. Bovendien is het eeuwig, sterker dan de dood.
Dus deze week moeten we echt de Goede Week noemen: het
opent voor ons een pad naar nieuw leven... al zijn de eerste glimpen van het licht van de Verrijzenis
te zien.
Laten we van deze week een
heilige week maken. Het vertelt ons alles over God en Zijn Zoon. De Geest zal
ons naar het hart van de Liefde van de Drie-eenheid leiden.
Kort voor Pesach, het Joodse paasfeest, reisde
Jezus naar Jeruzalem. Daar trof Hij op het tempelplein de handelaars in
runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten. Hij
maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en
runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond, gooide hun tafels
omver en riep tegen de duivenverkopers: Weg ermee! Jullie maken een markt van
het huis van Mijn Vader! Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: De
hartstocht voor Uw Huis zal mij verteren. Maar de Joden vroegen: Met welk
teken kunt U bewijzen dat U dit mag doen? Jezus antwoordde hun: Breek deze
tempel maar af, en Ik zal hem in drie dagen weer opbouwen. Zesenveertig jaar
heeft de bouw van deze tempel geduurd, zieden de Joden, en U wilt hem in drie
dagen weer opbouwen?
Maar Hij sprak over de tempel van Zijn lichaam. Ma
Zijn opstanding uit de dood herinnerden Zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd
had, en zij geloofden de Schrift en alles wat Jezus gezegd had. Toen Jezus op
Pesach in Jeruzalem was, kwamen veel mensen tot geloof in Zijn Naam, omdat ze
de wondertekenen zagen die Hij deed. Maar Jezus had geen vertrouwen in hen,
omdat Hij hen allemaal kende, en niemand hoefde Hem iets over de mens te
vertellen, want Hij wist zelf wat er in een mens omgaat. Johannes 2:13-25
1. "Maak van Mijn Vaders huis geen markt!
Dit is een directe
boodschap, onopgesmukt en zonder compromis. Deze uitdaging voor de
tempelkooplieden en hun klantenkring spreekt luid tot ons op deze derde zondag
van de Vasten. Misschien vinden we het verrassend hoe hard Jezus de verkopers
van de tempel provoceert. Woede. Verontwaardiging. Droefheid. Zoveel woorden
die kraken als een zweep, zoals die Jezus zelf maakte met koorden. Maar was die
zweep niet nodig?
Omdat het verre van een
kwaadaardige woede was, het was een woede die het lijden van Christus
uitdrukte. Hoe is deze ontmoetingsplaats met God - de tempel - in de loop van
de tijd geworden zoals de wereldbeurzen? Een plaats van handel, uitwisseling,
onderhandelen? Dit is een plaats die moet worden gebruikt voor offers. Hoe kon
iemand de wens van koning David vergeten om een huis voor de Heer te bouwen
dat de permanente herinnering aan Gods aanwezigheid voor iedereen zou zijn? (2
Samuël 7: 2). De hele geschiedenis van Israël heeft laten zien hoeveel het volk
van God heeft geleden doordat ze hun plaats van bijeenkomst is ontnomen, maar
nog meer door het spoor van God dat in de hele geschiedenis aanwezig is. Zou
het volk van Israël de herinnering aan wat de tempel vertegenwoordigt kunnen kwijtgeraakt
zijn?
Vergetelheid, moeheid,
gebrek aan waakzaamheid, liefde die door de dagen heen afdwaalt ... Hetzelfde
geldt voor onze relatie met God als in elke menselijke relatie waar we geen
tijd hebben vrijgemaakt om voor onze verbond te zorgen. De parasiet van
verveling, apathie, steriele herhaling doet haar werk van vernietiging. Het is
dus goed dat een gedurfde onderbreking onze ingebeelde rust binnendringt om ons
wakker te schudden, om ons uit onze spirituele eentonigheid te halen. Dit is
een van de problemen van deze Vastentijd. God nodigt ons uit om ons te
hervormen, ons te versterken. Voorbij zijn de dagen van een routinematig
geloof. Het is tijd voor ontmoeting. Dit is het moment van wedergeboorte. God
nodigt zichzelf uit in onze geschiedenis.
Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand Mijn stem hoort
en de deur opent, zal Ik binnenkomen, en we zullen samen eten, Ik met hem en hij
met Mij. Openbaring 3:20
Het boek Exodus, de eerste
lezing van deze zondag, waarschuwde ons al:
Ik ben de Heer, uw God, die u uit Egypte, uit de
slavernij, heeft bevrijd. Vereer naast Mij geen andere goden. Exodus 20:2-3
Het is een oproep aan een
actief geheugen. Vergeet het niet! Denk
aan de zegeningen van God. Hoe zit het met ons vandaag? Zijn we Zijn woord
trouw gebleven? Het risico is altijd aanwezig om onze eigen relatie met God op
te bouwen, zoals we een idool zouden bouwen. Gemakkelijk te maken en
gemakkelijk te domineren. God is altijd Degene die Zijn volk bevrijdt van
slavernij. Hij wil dat we vrij zijn. Hebben
we deze door God gewenste ruimte van vrijheid voor zijn kinderen betreden, trouw aan het goddelijke project? In
welke God geloof ik? In een God die bevrijdt, die ons redt door zijn Zoon
Jezus OF een God die onderdrukt en die alle vrijheid beperkt? We worden uitgenodigd om een hernieuwde en
liefdevolle relatie aan te gaan, dat wil zeggen om een IK te ontmoeten die tot een JIJ spreekt: God spreekt tot ieder van
ons, tot onze geschiedenis, onze verlangens, ons geloof, onze zonde.
Een dialoog opent met
woorden doordrenkt van geschiedenis en tijd. Ze hebben hun kracht en smaak niet
verloren. Hoe goed ben ik in een open dialoog met mijn God die in Jezus is
geopenbaard? Is de wet van de Heer een weg van vrijheid die openstaat voor een
ontmoeting?
De H. Paulus daagt ons uit
in de tweede lezing van vandaag, terwijl hij de vrijheid neemt om de inwoners
van Korinte te ondervragen.
Maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor Joden
aanstootgevend en voor heidenen dwaas. Maar voor wie geroepen zijn, zowel Joden
als Grieken, is Christus Gods kracht en wijsheid, want het dwaze van God is
wijzer dan mensen, en het zwakke van God is sterker dan mensen. 1 Korintiërs
1:23-24
Welke God verkondig ik
graag? Een product van mijn "maaksel" of de God geopenbaard in de
Schrift? Is het Boek van de Schrift thuis altijd geopend en zichtbaar voor onze
dagelijkse voeding, of hebben we het sinds vorige week te snel gesloten? Jezus,
gekruisigde Messias en Wijsheid van God: brengen we deze boodschap op de juiste
manier over of maakt het ons bang? Zijn er geen momenten waarop we een voorstelling
van God willen maken volgens onze eigen persoonlijke criteria, dat wil zeggen
die criteria die bij ons passen, die passen in onze systeem, die ons behagen?
Zoals Paulus het zegt, worden we tot deze "dwaasheid" geroepen: om de
liefde van God voor allen uit te drukken in zijn Zoon Jezus, de gekruisigde
Messias. Hebben we de boodschap van de Evangeliën
afgezwakt om deze beter verteerbaar te maken voor anderen, volgens onze criteria?
Laten we eens kijken naar deze geloofsboodschap die we willen verkondigen:
is het de boodschap van de Kerk of een zachte en herschreven product, zoals producten
op de markt die geen smaak meer hebben, maar die eruit zien als een
kwaliteitsproduct. Ze hebben misschien de naam en smaak, maar hebben hun kracht
verloren. Deze Vastentijd is een tijd van herziening, van "technische
inspectie" van ons geloofsleven. In wie hebben we ons geloof
gesteld?
2. "God wil exclusief bezit van ons hart
Op wie hebben we onze hoop
gevestigd? De vraag is open. Laten we even de tijd nemen om deze te
beantwoorden. Onze Broeder Laurentius van de Verrijzenis kan ons helpen door
zijn getuigenis. Hij vraagt ons naar de middelen waar we gebruik van maken om
God met ons mee te laten gaan. Laten we toegeven dat onze gebeden soms teveel
lijken op proza: we vermenigvuldigen de woorden of gebaren en vergeten dat wat
essentieel is, en dat is onze relatie. Broeder Laurentius helpt ons om het doel
en de middelen niet te verwarren. Zo'n
manier van bidden (noveen, rozenkrans, ...) is nuttig als het mij helpt om een relatie
met de Heer aan te gaan, maar het mag geen belemmering zijn als het een
manier wordt om mijn geweten te sussen dat ik aan het bidden ben. Het moet uit
het hart komen. Laten we naar Broeder Laurentius luisteren:
'God wil [ons hart]
exclusief bezitten, en hij kan het niet exclusief bezitten zonder het eerst van
alles, behalve Zichzelf, te hebben leeggemaakt. Hij moet in ons hart kunnen
werken, en doen wat Hij wil (...) 'Ik heb', zegt Hij, 'oneindige schatten om je
te geven' (...) Om vooruit te komen in de praktijk van de aanwezigheid van God
moeten we, echter, ons vertrouwen volledig in God stellen en onze zorgen aan
Hem overlaten, ook een groot deel van gehechtheden die ons met onze voeten in
het wereldse ketenen. (Brieven 3, 1 & 4)
Op degenen die het moe zijn
om Broeder Laurentius te horen spreken over het belang van wennen aan het leven
in de aanwezigheid van God, reageert de Parijse karmeliet. Hij houdt eraan vast
en bekrachtigt het:
Je zult me vertellen dat
ik altijd hetzelfde zeg. Het is waar. Ik weet dat er geen ander middel
geschikter of gemakkelijker is! En aangezien ik geen andere beoefen, raad ik
het iedereen aan. We moeten het weten voordat we kunnen liefhebben. Om God te
kennen, moeten we vaak aan hem denken. En als onze liefde sterk is, zullen we
heel vaak aan Hem denken, want ons hart zal zijn waar onze schat is. Denk hier
vaak over na en denk hier goed over na! (Brief 8)
Br. Didier-Joseph
Caullery, ocd Klooster van Avon, Frankrijk
Maandag 16/3
Maar zijn bedienden kwamen hem achterna en
zeiden: Maar overste, als de profeet u een ingewikkelde opdracht had gegeven,
had u die toch ook uitgevoerd? Dus nu hij tegen u zegt: Baad u, en u zult weer
rein worden, moet u dat zeker doen. 2 Koningen 5:13
Het
is niet nodig om belangrijke dingen te doen te hebben: ik gooi mijn kleine
omelet in de koekenpan voor de liefde van God, en als het klaar is, als ik
niets te doen heb, kniel ik op de grond en aanbid mijn God die geeft me de
genade om het te doen, waarna ik gelukkiger opsta dan een koning.(Wegen van Broeder Laurentius, 10)
Geloof ik werkelijk
dat ik in mijn dagelijks leven een heilige kan worden? Dat geen enkele externe
omstandigheid dit kan belemmeren?
Dinsdag 17/3
Daarop kwam Petrus bij Hem staan en vroeg: Heer,
als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving
schenken? Tot zevenmaal toe?
Jezus
antwoordde: Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven. -
Matteüs 18:21-22
Toen
hij faalde, deed hij niets anders dan zijn falen te erkennen door God te
zeggen: 'Ik zal nooit iets goed doen als U Zich van mij afkeert; het is aan U
om te voorkomen dat ik val en te corrigeren wat er mis is.' Daarna maakte hij
zich geen zorgen meer over zijn mislukking. (Tweede gesprek, 16)
Heer,
leid me niet in bekoring... leer me te vergeven.
Woensdag 18/3
Denk niet dat ik gekomen ben om
de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen,
maar om ze tot vervulling te brengen. Matteüs 5:17
Dwing jezelf niet om bijzondere
regels te volgen of privé-devoties te beoefenen; doe dit in geloof, met liefde
en nederigheid. (Brief 9)
Ik
neem de tijd om te onderscheiden: onder mijn devoties zijn sommigen misschien
geen echte levensbronnen voor mij, maar misschien kunnen anderen dat wel worden...
Donderdag 19/3
Wie niet met Mij is, is
tegen Mij, en wie niet met Mij samenbrengt, drijft uiteen. Lucas 11:23
Als
we in dit leven van de rust van het Paradijs willen genieten, moeten we gewoon
worden om op een vertrouwde, nederige en liefdevolle manier met Hem te praten.
(Brief 15)
Heer,
leer me niet te richten op mijn verstrooiingen, maar op Uw aanwezigheid. Op
deze manier zal ik snel naar U terugkeren als mijn gedachten afdwalen.
Vrijdag 20/3
Onze
redding verwachten we niet langer van Assyrië, op paarden en strijdwagens
zullen wij niet meer vertrouwen, wat we zelf gemaakt hebben niet meer onze god
noemen. Immers, bij U vindt een wees ontferming! Ik genees hen van hun ontrouw,
mijn hart gaat naar hen uit. Mijn toorn heb ik laten varen. Ik zal voor Israël zijn
als de dauw. Het
zal bloeien als een lelie, wortelen al seen ceder op de Libanon. Hosea 14:4-6
Laten we ons allebei de
ijver herinneren die we hadden toen we begonnen. (Brief 1)
Waar is mijn eerste liefde
voor de Heer? Heel erg ver weg? Verloren? Is het gewoon begraven, als een
zuurdesem zonder hetwelk geen deeg kan rijzen?
Zaterdag 21/3
Dan zullen wij Hem kennen. Even zeker als de
dageraad zal Hij komen, Hij komt naar ons als milde regen, als de lenteregen
die de aarde drenkt. Hosea 6:3
Laten we ons volledig wijden
aan het kennen van God. Hoe meer we Hem kennen, hoe meer we Hem willen leren
kennen. Aangezien liefde in het algemeen wordt afgemeten aan kennis, des te
dieper en uitgebreider de kennis, des te groter zal de liefde zijn. (Brief 16)
Op
welke manier kan ik groeien in de kennis van de Heer, in lichaam, geest en
ziel?
Week 4: Onze ondankbaarheid opgeven
Zondag 22/3
De Mensenzoon moet
hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft,
opdat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven heeft. Want God had de
wereld zo lief dat Hij Zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in
Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. God heeft Zijn Zoon
niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de
wereld door Hem te redden. Over wie in Hem gelooft wordt geen oordeel
uitgesproken, maar wie niet in Hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet
wilde geloven in de Naam van Gods enige Zoon. Dit is het oordeel: het licht
kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het
licht, want hun daden waren slecht. Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt
het licht omdat anders zijn daden bekend worden. Maar wie oprecht handelt zoekt
het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.
Johannes 3:14-21
Zeg
tegen de gemeenschap van Israël: Wees heilig, want ik, de Heer, jullie God,
ben heilig.
Toon
ontzag voor je moeder en je vader, en neem steeds mijn sabbat in acht. Ik ben
de Heer, jullie God.
Laat
je niet in met afgoden en maak geen godenbeelden, Ik ben de Heer, jullie God.
Steel
niet, lieg niet en bedrieg je naaste niet. Leg geen valse eed af als je bij
mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de Heer.
Beroof
niemand en pers een ander niet af. Betaal een dagloner zijn loon nog op
dezelfde dag uit. Spreek geen vloek uit over een dove en plaats geen obstakel
voor de voeten van een blinde. Toon ontzag voor je God. Ik ben de Heer.
Wees
niet partijdig wanneer je rechtspreekt. Trek onaanzienlijken niet voor en zie
machthebbers niet naar de ogen. Spreek rechtvaardig recht over je naasten.
Breng het leven van een ander niet in gevaar door lasterpraat over hem rond te
strooien. Ik ben de Heer.
Wees
niet haatdragend. Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter
verantwoording en laat niet omwille van een ander schuld op je door je te
wreken of wrok te blijven koestern. Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de
Heer. Leviticus 19:2-4,11-18
Onze heiliging hangt
niet af van het veranderen van onze werken, maar van het doen voor God wat we
normaal voor onszelf zouden doen. (Vierde gesprek, # 44)
Heer, U weet heel goed dat
ik voor mijn heiliging niets anders heb dan vandaag. Het is in de school van
elke dag dat ik leer om lief te hebben zoals ik in de Hemel zal liefhebben.
Dinsdag 3/3
Wanneer
jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op
elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie:
zij hebben hun loon al ontvangen. Maar als jullie bidden, trek je dan in je
huis terug, sluit de deur en bid tot je Vader, die in het verborgene is. En
jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen.
Bij
het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die
denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden. Doe hen
niet na! Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog voor jullie het
hem vragen. Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam
geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde
zoals in de hemel. Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben. Vergeef ons
onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie ons iets schuldig was. En
breng ons niet in bekoring, maar red ons uit de greep van het kwaad. - Matteüs
6:5-13
Ik raad je af om tijdens het mentale gebed lange proza
te houden, want dat zorgt vaak voor afleiding. (Brief 7)
Wat is de grootste behoefte van mijn hart? Ik
vertrouw het aan de Heer toe, in de zekerheid dat de heiligen met mij bidden en
dat broeders en zusters mij ook kunnen ondersteunen met hun gebed.
Woensdag 4/3
Nineve was een reusachtige stad, ter grootte van
drie dagreizen. Jona trok de stad in, een dagreis ver en riep: Nog 40 dagen,
dan wordt Nineve weggevaagd! De inwoners van Nineve geloofden God: ze riepen
een vasten uit en iedereen, van hoog tot laag, hulde zich in een boetekleed.
Toen de profetie de koning van Nineve bereikte, stond hij op van zijn troon,
legde zijn staatsiegewaad af en ging, gehuld in een boetekleed, op de grond
zitten. En hij liet in Nineve omroepen: Volgens bevel van de koning en zijn
edelen is het niemand toegestaan te eten of te drinken, mens noch dier, rund
noch schaap of geit. De dieren mogen niet grazen of water drinken. Iedereen,
mens en dier, moet zich hullen in een boetekleed en luidkeels God aanroepen.
Laat iedereen anders gaan leven en breken met het onrecht dat hij doet. Jona
3:4-8
"Niets
is God aangenamer dan zich de hele dag door, vele keren, van alle schepselen af
te wenden om je bij Hem terug te trekken en Hem binnenin jezelf te
aanbidden." (Spirituele uitspraken, hoofdst.2, nr.9)
Jezus, zachtmoedig
en nederig van hart, maak mijn hart zoals het Uwe.
Donderdag 5/3
Toen Jezus in het gebied van Caesarea Filippi kwam,
vroeg hij zijn leerlingen: Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is? Ze
antwoordden: Sommigen zeggen Johannes de Doper, anderen Elia, weer anderen
Jeremia of een van de andere profeten. Toen vroeg hij hun: En wie ben ik
volgens jullie? U bent de Messias, de Zoon van de levende God, antwoordde
Simon Petrus. Daarop zei Jezus tegen hem: Gelukkig ben je, Simon Barjona, want
dit is je niet door mensen van vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader
in de hemel. En ik zeg je: jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn Kerk zal bouwen,
en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen. Ik zal je
de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven, en al wat je op aarde
bindend verklaart zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat je op aarde
ontbindt zal ook in de hemel ontbonden zijn. Matteüs 16:13-19
We
moeten onze ziel voeden met een verheven idee van God, en zo zullen we grote
vreugde putten uit het bij Hem zijn. (Eerste gesprek, nr. 4)
Ik
vraag God mij toe te staan Zijn ware gezicht te ontdekken; 'Dit is het eeuwig
leven: U kennen, de enige ware God en Jezus Christus die U hebt gezonden',
schrijft Johannes. Vreugde!
Vrijdag 6/3
Ik zie uit naar de Heer, mijn ziel ziet uit naar
hem en verlangt naar zijn woord, - Psalm 130:5
Deze
[beoefening van] de aanwezigheid van God, is in het begin wat moeilijk, maar bereikt
in het geheim wonderbaarlijke effecten in de ziel, doet overvloedige genaden
van de Heer verkrijgen en wanneer deze beoefening trouw wordt beoefend, leidt
ze onmerkbaar naar dit eenvoudige bewustzijn, naar deze liefdevolle visie dat
God overal aanwezig is, wat de heiligste, zekerste, gemakkelijkste en meest
effectieve vorm van gebed is. (Spirituele uitspraken, hoofdstuk 6, nr. 31)
De
aanwezigheid van God beoefenen vereist inspanning en trouw... waar ben ik? Wat helpt me om de Heer dagelijks te vinden?
Zaterdag 7/3
En Ik zeg jullie: heb je vijanden lief en bid voor wie
jullie vervolgen, alleen dan zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de Hemel.
Hij laat Zijn zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen
over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Matteüs 5:44-45
'We
hoeven alleen maar Zijn aanwezigheid in onszelf te herkennen, op elk moment met
Hem te spreken en om Zijn hulp te vragen, zodat we Zijn wil zullen kennen in
verbijsterende gebeurtenissen en in staat zullen zijn om duidelijk de dingen te
zien dat hij aan ons vraagt. (Vierde gesprek, nr. 42)
Heer,
U vraagt ons geen duizend-en-een vieringen bij te wonen, noch duizend-en-een
inspanningen te leveren, alleen om U te beminnen en onze naaste te beminnen. Het
is niet eenvoudig. Wees mijn steun.
Week 2: Ons beeld
van God afpellen
Zondag 8/3
Zes dagen later nam
Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze
helemaal alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, Zijn kleren
gingen helder wit glanzen, zo wit als geen enkele wolwasser op aarde voor
elkaar zou krijgen. Toen verscheen Elia aan hen, samen met Mozes, en ze spraken
met Jezus. Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: Rabbi, het is goed dat wij
hier zijn; laten we drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor
Elia. Hij wist niet goed wat hij moest zeggen, want ze waren door schrik
overweldigd. Toen viel de schaduw van een wolk over hen, en uit de wolk klonk
een stem: Dit is Mijn geliefde Zoon, luister naar Hem! Ze keken om zich heen
en zagen opeens niemand meer, behalve Jezus, die nog bij hen stond. Toen ze de
berg afdaalden, zei Hij tegen hen dat ze aan niemand mochten vertellen wat ze
hadden gezien voordat de Mensenzoon uit de dood zou zijn opgestaan. Ze namen
Zijn woorden ter harte, maar vroegen zich onder elkaar wel af wat Hij bedoelde
met deze opstanding uit de dood. Markus 9:2-10
1. Jezus anders gaan
bekijken
Jezus
neemt ons mee met Petrus, Jakobus en Johannes en leidt ons apart, op ons eentje
een hoge berg op. Of we nu inwoners van de stad of de vallei zijn, op een
afgelegen plek of bij een kruispunt wonen, we worden eerst uitgenodigd om ons
door Jezus Zelf naar een onbekende maar bewoonde plek te laten leiden, zonder
ons eigen huis te verlaten. Je zult tegen me zeggen: dit is een moeilijke
taak! Zeker, maar het is zo essentieel tijdens deze Vastentijd. Jezus heeft
onze aandacht nodig, onze beschikbaarheid. Dan laat Hij ons, net als Zijn
apostelen, onze uitgeleefde paden verlaten om een andere omgeving te kunnen
kiezen.
Hij
wil onze aandacht trekken, onze oren openen en ons toestemming geven om Hem te
ontmoeten. Het is een inspanning, maar het kan in genade worden veranderd als
we dat willen. Laten we geraakt worden door Jezus. We zijn zo vaak gevangenen
van onze gewoonten, van onze persoonlijke maatstaven die door de tijd zijn
verhard. Laten we deze uitnodiging
ontvangen als een geschenk dat in deze Vasten wordt aangeboden. God komt om
in ons leven iets nieuws schrijven, het onverwachte, het onvoorziene. Laten we
loslaten wat we denken te weten om een hernieuwd gezelschap met Jezus Zelf te
ervaren.
Laten we aan het begin van ons gebed vragen om dezelfde vrijheid die God aan
onze Vader Abraham heeft gegeven. Laten we het begin lezen van het boek Genesis
dat de liturgie van deze zondag ons biedt:
Enige tijd later stelde God Abraham op de proef. Abraham! zei Hij. Ik luister, antwoordde
Abraham. Genesis 22:1
Laten
we deze zin langzaam herhalen en onze naam in de plaats van Abraham plaatsen.
Laten we ons beschikbaar stellen, onvoorwaardelijk, God verwelkomen, klaar om
te zeggen met volledig vertrouwen in
God: HIER BEN IK! Nu we deze nieuwe vrijheid hebben verworven, worden we
voorbereid om een bezoek van God in Zijn Zoon te ontvangen. Stel je de
verbazing voor van deze drie metgezellen van Jezus! Ze zijn begonnen Jezus te
leren kennen, te wennen aan Zijn boodschap en Zijn persoon - niet zonder
moeilijkheden; en zie, Jezus is voor hen van gedaante veranderd. Hij is
herkenbaar, maar zo anders.
Zijn
kleding wordt schitterend, zelfs witter dan het beste wasmiddel dat je je kunt
voorstellen, als we onberispelijke resultaten willen behalen. Jezus wordt
vergezeld door Elia en Mozes, twee belangrijke figuren uit het Oude Testament.
Laten we kijken naar het woord transfiguratie (of gedaanteverandering): het is
een nieuwe en typisch verheven of spirituele uitstraling geven aan; naar buiten
transformeren en meestal ten goede.
Dit
is een waardevolle hulp om deze Evangelietekst te begrijpen. Er lijkt een
nieuwe tocht te ontstaan. We herhalen niet langer gewoon mooie woorden voor wat
we altijd al hebben geweten.
We
ervaren dat God ons leven binnenstormt om Hem te herkennen, Hem te kennen om
Hem meer lief te kunnen hebben. Met dit beeld van de getransfigureerde Jezus,
wordt gehoord: «Dit is Mijn geliefde Zoon. Luister naar Hem!" Om Jezus op
een andere manier te zien of om naar Hem op een andere manier te luisteren kan
een oefening zijn die we aan het begin van de Vasten kunnen doen. Vaak zijn we
zo gewoon geraakt aan alles. We weten niet hoe we iets anders moeten zien dan
wat in ons hoofd zit, of het nu gaat om een persoon of een gebeurtenis. Onze
oren anticiperen op dezelfde geluiden, dezelfde woorden, zelfs voordat de
persoon die we kennen haar mond opent. Als het zo is met mensen, zou het dan
niet hetzelfde zijn met God?
Lopen
we niet het risico dat we God in de loop van de tijd beperken tot een definitie
of een beeld, hoe mooi het ook is, maar vergeeld door de tijd, versleten door
dezelfde woorden die keer op keer worden herhaald? Hoe kunnen we in deze Vasten
het beeld van God dat we hebben opgebouwd, wegnemen om het «oogverblindend wit
te maken, zoals geen voller op aarde ze zou kunnen bleken», zoals het Evangelie
ons vertelt?
Psalm 63 kan ons helpen deze oefening
te doen:
God,
U bent mijn God, U zoek ik, naar U smacht mijn ziel, naar U hunkert mijn
lichaam in een dor en dorstig land, zonder water.
In
het heiligdom heb ik U gezien, Uw macht en majesteit aanschouwd. Uw liefde is
meer dan het leven, mijn lippen zingen Uw lof.
U
wil ik prijzen, mijn leven lang, roepend Uw naam, de handen geheven. Dan wordt
mijn ziel verzadigd met Uw overvloed, jubel ligt op mijn lippen, mijn mond zal
U loven.
Liggend
op mijn bed denk ik aan U, wakend in de nacht prevel ik Uw naam. U bent altijd
mijn hulp geweest, ik juichte in de schaduw van Uw vleugels. Ik ben aan U
gehecht, met heel mijn ziel, Uw rechterhand houdt mij vast.
Laat
verzinken in de diepten der aarde wie mij naar het leven staan, laat ten prooi
vallen aan de jakhalzen wie mij uitleveren aan het zwaard. Maar de koning zal
zich verheugen in God, wie Hem trouw zweert, prijst zich gelukkig leugenaars wordt
de mond gesnoerd.
Zal
deze zoektocht naar God ons helpen om met nieuwe woorden tot God te spreken,
woorden gekneed door gebed om te worden als goed stokbrood, vers en knapperig,
nog steeds warm en klaar voor een smaak die het hart vreugde geeft? Hoe we onze
eigen woorden moeten maken van het Onze Vader.
H.
Johannes van het Kruis, nodigt ons uit om Jezus te verwelkomen als HET WOORD
VAN DE VADER. Laten we zijn woorden opnieuw lezen: Degenen die nu God willen een
antwoord vragen of een visioen of openbaring willen ontvangen, zijn niet alleen
schuldig aan dwaas gedrag, maar ook aan Hem te beledigen door hun ogen niet
volledig op Christus te richten en door te leven met het verlangen naar een
andere nieuwigheid. God zou als volgt kunnen antwoorden:
[...]
Ik heb al gesproken, geantwoord, gemanifesteerd en aan U geopenbaard door Hem
aan u te geven als een broeder, metgezel, meester, losgeld en beloning. Op die
dag, toen ik met mijn Geest op de berg Tabor op Hem neerdaalde, verkondigend:
'Dit is Mijn geliefde Zoon in wie Ik welbehagen stel, luister naar Hem [Mt.
17: 5], ik gaf deze methoden van antwoord en onderwijzen op en presenteerde ze
aan Hem. Luister naar Hem, want Ik heb geen geloof meer om te onthullen of
waarheden om te manifesteren. (H. Johannes van het Kruis, Beklimming van de
berg Karmel, II, 22: 5)
Laten
we de Heilige Geest vragen om de genade van een nieuw begin. Laten we ons
inzetten om onze broeders en zusters catechumenen te vergezellen naar hun doop,
en laten we erkennen dat ook wij zijn geroepen tot vernieuwing van ons geloof,
van ons JA tegen Jezus, van onze wil om Hem te volgen.
2. "God schildert zich af
in de diepte van onze ziel"
Onze
Broeder Laurentius kan ons op deze weg vergezellen en ons begeleiden. Dit is
wat hij schreef: God schildert zich af in de diepte van onze ziel, maar we
willen Hem daar niet zoeken. We laten hem achter voor dwaze dingen en praten
niet met onze Koning, die altijd in ons aanwezig is. (Wegen van Broeder
Laurentius, 5) Zijn biografie voegt toe: "Om dezelfde reden, van de
weinige lezing die hij deed, gaf hij de voorkeur aan het H. Evangelie boven
alle andere boeken omdat hij daarin pure, eenvoudige voeding voor zijn geloof
vond in de woorden van Jezus Christus." (Manieren, 7)
Laten
we even de tijd nemen om ons af te vragen: wat is onze connectie met het
heilige evangelie? Zou deze Vasten niet een geschikte tijd zijn om het H. Evangelie
zijn rechtmatige plaats te geven? Zou het niet de perfecte gelegenheid zijn om
onze Bijbel open en zichtbaar te plaatsen, dat de Bijbel de hele dag aanwezig
is? Zo kunnen we op verschillende momenten van onze drukke dag onze ogen werpen
op dit Boek dat open is gebleven sinds we het voor het eerst lazen. Laten we
het Woord laten ontsnappen om ons beter te bereiken en een zekere actieve
deelname in onszelf ontwikkelen. God spreekt tot ons door Zijn geliefde Zoon.
Hij
spreekt tot ons en gebruikt de woorden van ons dagelijks leven om met ons te
praten over Zijn liefde en barmhartigheid. God schrijft ons een brief; zouden
we ons niet haasten om het te lezen, om het keer op keer opnieuw te lezen,
zodat het in ons doordringt en in de diepten van ons hart wordt geprent? Hebben
we er al eens aan gedacht dat we de beoogde ontvangers zijn van dit Woord, van
elk woord van God die een boodschap of een brief naar Zijn geliefd kind stuurt?
Zou
het niet voor ieder van ons een tijd zijn waarin het Woord tot ons komt om ons bestaan
te verrijken? God leidt ons verder dan de vertrouwde paden van ons Christelijk
leven die te onbelangrijk zijn geworden om ons de eerste vruchten van zijn
Woord te geven. Maar hebben we zin om Zijn Woord te lezen? Deze oefening is
geen op zichzelf staande ervaring, maar een oefening om tijdens deze Vastentijd
te vernieuwen, in gemeenschap met onze Christelijke broeders en zusters,
luisterend naar de H. Schrift. Dus laten we de berg beklimmen. God wacht daar
op ons en wijst naar Zijn Zoon: «Dit is Mijn geliefde Zoon: luister naar Hem!» Zullen
we ons vrij durven maken om naar Hem te luisteren? Gaan we onszelf beschikbaar stellen om Hem te
verwelkomen?
Door Br. Didier-Joseph Caullery,
ocd Klooster van Avon, Frankrijk
Maandag 9/3
Help ons, God, bevrijd ons, tot eer van Uw roemrijke
Naam, red ons en bedek onze zonden, omwille van Uw Naam. Psalm 79:9
Als
ik me realiseer dat ik gefaald heb, erken ik het en zeg: dit is typisch; meer
kan ik niet doen! Als het gelukt is, dank ik God en erken dat deze genade van Hem
komt. (Gesprekken 31)
Vanavond
zal ik in staat zijn om in het licht van God over mijn dag na te denken en Hem
te zeggen: "dank u wel" en om Zijn vergeving te smeken.
Dinsdag 10/3
Noem niemand op aarde vader, want jullie hebben
maar één vader, de Vader in de Hemel. Matteüs 23:9
Dus,
nadat ik mezelf volledig aan God had aangeboden (...), beschouwde ik mezelf
voor Hem als een ellendige misdadiger aan de voeten van zijn Rechter, en op
andere momenten beschouwde ik Hem in mijn hart als mijn Vader, als mijn God. (Brief
12)
Vandaag
heb ik misschien een trots hart ... Ik leg voor de Heer een last neer die als
een gewicht op mijn schouders rust.
Woensdag 11/3
De Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden,
maar om te dienen en Zijn leven te geven als losgeld voor velen. Matteüs 20:28
Broeder Laurentius zeidat God alles wat we voor Hem doen, zo snel en zo
gul beloont dat hij soms voor Hem wilde verbergen wat hij voor Gods liefde
deed, zodat hij, door afstand te doen van alle beloningen, het genoegen zou
hebben iets puur voor God te doen! ' (Gesprekken, 11)
Zonder
het te beseffen, kunnen we zelfs met God verstrikt raken in een relatie van
geven en nemen. Ik vraag God om de genade om hem te dienen zonder iets terug te
verwachten, en om mijn broers en zussen op dezelfde manier te dienen.
Donderdag 12/3
Gezegend wie op de Heer vertrouwt, wiens toeverlaat
de Heer is. Hij is als een boom geplant aan water, zijn wortels reiken tot in
de rivier. Hij merkt de komst van de hitte niet op, zijn bladeren blijven
altijd groen. Tijden van droogte deren hem niet, steeds weer draagt hij vrucht.
Jeremia 17:7-8
Ik
ben heel tevreden met het vertrouwen dat je in God hebt; ik hoop dat Hij het
steeds meer zal verhogen. (Brief 10)
Er
zijn seizoenen in de natuur, net zoals er seizoenen in het hart zijn ...
Nogmaals, ik vertel God dat ik vertrouwen heb in het werk van Zijn handen; door
dit alles heen is Hij degene die mij laat leven, groeien en vrucht dragen.
Vrijdag 13/3
Toen Ruben dat hoorde, wilde hij proberen Jozef te
redden. Nee, laten we hem niet om het leven brengen, zei hij. Genesis 37:21
"In
een paar woorden deed [Broeder Laurentius] al het goede dat hij voor zijn naaste
kon doen en deed hij niemand pijn." (Lofrede, 49)
Vandaag
zal ik aandacht besteden aan de woorden die ik spreek en de manier waarop ik ze
zeg ... Bepaalde woorden kunnen leven geven; anderen kunnen een leven
vernietigen.
Zaterdag 14/3
Breng het gemeste kalf en slacht het. Laten we eten
en feestvieren, want deze zoon van mij was dood en is weer tot leven gekomen,
hij was verloren en is teruggevonden. - Lukas 15:23-24
Deze
Koning, die mij niet gemakkelijk straft, vol liefde en barmhartigheid is,
omhelst me liefdevol, zet me aan Zijn tafel, die Zelf op mij wacht, geeft me de
sleutels van Zijn schatten en behandelt me in alles als zijn uitverkorene. (Brief
2)
Net
zoals we elke mis beginnen met de boetvaardige ritus, begin ik met mijn gebed
als een berouwvol kind voor God, mijn Vader, die vol genade is.
Salus Populi Romani (Beschermster van het Romeinse
Volk)
Het is een Rooms Katholieke
titel dat verbonden is met een Byzantijns icoon van de H. Maagd Maria en het
Kind Jezus in Rome. Christus houdt een Evangelieboek vast en wordt in de
Paulijnse Kapel van de Basiliek van de Santa Maria Maggiore bewaard en vereerd.
icoon
Paulijnse kapel
Het icoon kwam in Rome in het jaar 590 gedurende het Pontificaat
van Paus Gregorius I. Paus Gregorius XVI verleende de afbeelding een Canonieke
Kroning op 15 augustus 1838 (Tenhemelopneming van Maria) door de Pauselijke Bul
Cælestis Regina. Paus Pius XII kroonde de afbeelding opnieuw en stelde
een openbare religieuze processie in gedurende het Mariale jaar 1954. De
afbeelding werd gereinigd en hersteld door het Vaticaanse Museum in 2018. De
benaming Salus Populi Romani gaat terug naar het wettelijk systeem en
heidense rituelen van het oude Rome. Na de legalisering van de Christenheid
door Keizer Constantijn de Grote door het Edict van Milaan in 313, werd de
titel ingesteld als Mariale titel voor de H. Maagd Maria.
kroning door Paus Pius XII
gekroonde Maria-afbeelding
Geschiedenis
Het beeld zou in 590 uit
Kreta zijn aangekomen tijdens het Pontificaat van Paus Gregorius de Grote, die
het beeld persoonlijk verwelkomde bij aankomst. Het werd gebracht door een
bloemenboot uit de Tiber-rivier. Eeuwenlang werd het boven de deur van de
doopkapel van de Basiliek van Santa Maria Maggiore geplaatst (beschouwd als de
derde van de Romeinse patriarchale basilieken) waar het in het jaar 1240 Regina
Caeli (Koningin des Hemels) begon te heten in een officieel document. Later
werd het verplaatst naar het kerkschip en vanaf de 13e eeuw werd het bewaard in
een marmeren tabernakel. Sinds 1613 bevindt het zich in de altaartabernakel van
de Cappella Paolina die er speciaal voor is gebouwd, later bekend bij pelgrims
als de Mariakapel. De kerk en het Maria-heiligdom staan onder de
speciale bescherming van de pausen.
Vanaf zeker de 15e eeuw
werd het geëerd als een miraculeuze afbeelding, en later werd het vooral door
de jezuïetenorde gebruikt om de toewijding aan de Moeder van God te bevorderen
door middel van de Sodaliteit van OLV-beweging.
De afbeelding is een van de zogenaamde "Lukas-afbeeldingen" waarvan
wordt aangenomen dat ze door de H. Evangelist Lukas zelf zijn geschilderd.
Volgens de legende: Na de
kruisiging, toen OLVrouw naar het huis van de Apostel Johannes verhuisde, nam
ze een paar persoonlijke bezittingen mee, waaronder een tafel die door de
Verlosser was vervaardigd in de werkplaats van de H. Jozef. Toen godsvruchtige
maagden van Jeruzalem de H. Lucas overtuigden om een portret van de Moeder
Gods te schilderen, was het dit tafelblad dat werd gebruikt om haar beeld te schilderen.
Terwijl hij zijn penseel en verf aanbracht, luisterde de H. Lucas aandachtig
terwijl de Moeder van Jezus sprak over het leven van haar Zoon, feiten die de H.
Lucas later in zijn Evangelie schreef. De legende vertelt ons ook dat het
schilderij in en rond Jeruzalem bleef totdat het in de 4e eeuw door de H. Helena
werd ontdekt. Samen met andere heilige relikwieën werd het schilderij vervoerd
naar Constantinopel, waar haar zoon, Keizer Constantijn de Grote, een kerk
oprichtte voor de kroning ervan.
Het Romeinse Brevier vermeldt:
'Na het Concilie van Efeze (431) waarin de Moeder van Jezus werd geprezen als
Moeder van God, richtte Paus Sixtus III in Rome op de Esquilijn, een basiliek op
gewijd aan de eer van de Heilige Moeder van God. Ze heette later Santa Maria
Maggiore en is de oudste kerk in het Westen die gewijd is aan de eer van de
Heilige Maagd Maria.'
Zeven Heuvels (Latijn: Septimontium)
van Rome : ze liggen ten oosten van de rivier deTiber en vormen het hart van de
stad. Ze speelden in de oudheid een belangrijke rol in de Romeinse mythologie,
religie en politiek.
7 heuvels
plaats in Rome
Volgens de legende zou Rome door Romulus zijn gesticht op
de Palatijn. De andere zes oorspronkelijke heuvels zijn de Aventinus (Aventijn),
de Capitolinus (Capitolijn of Capitool), de Caelius (Coelius), de Esquilinus (Esquilijn),
de Quirinalis (Quirinaal) en de Viminalis (Viminaal).
De Vaticaanse heuvel ligt ten westen van de Tiber en hoort,
evenals de Janiculum, de Velia en de Pincio, niet bij de Zeven Heuvels.
De Basiliek, tegenwoordig Santa Maria Maggiore genoemd, werd gesticht door Paus
Liberius (352-366) en werd gerestaureerd en vergroot door Sixtus III. Paus
Liberius koos een vereerd schilderij dat in het pauselijke oratorium hing. Het
werd naar verluidt naar Rome gebracht door de H. Helena... "
De tweede Canonieke Kroning verleend door Paus Pius XII op
11 oktober 1954, Feest van Maria- Koningin, vergezeld met zijn Pauselijke Encycliek
Ad Reginam Caeli.
Omschrijving : De icoon is 117 x 79 cm en is zeer
groot voor een icoon, vooral van een vroege datering. Het is geschilderd op een
dikke panel van cederhout. De letters in het Grieks bovenaan betekenen Maria
als Moeder van God (Μήτηρ Θεοῦ in het laagste and ΜHΤHΡ ΘΕΟΥ in het bovenste),
zoals gebruikelijk is in Byzantijnse kunst. Christus houdt een Evangelie vast.
Zijn rechterhand is de zegen aan het geven.
De H. Maagd houdt in haar rechterhand een mappa (of
mappula, een soort van geborduurde ceremoniele zakdoek), oorspronkelijk een consulair
symbool, en later een keizerlijk, en het betekent dat deze afbeelding Maria
toont als Regina Coeli (Koningin des Hemels). De icoon draagt niet langer de
Canonieke kronen en regalia, die nu in de schatkamer van de sacristie van de
St. Pietersbasiliek bewaard worden.
De afbeelding werd vereerd door verschillende Pausen en
diende als een Rooms Katholiek Mariaal symbool voor de stad Rome en zijn
inwoners.
Paus Gregorius I in 593
liet de icoon tijdens de paasfeesten door heel Rome dragen en bad om een
einde aan de pest te maken.
Paus Pius V in 1571 om
te bidden voor de overwinning in de slag bij Lepanto.
Paus Gregorius XVI
vereerde het beeld in 1837 om te bidden voor het einde van de cholera-epidemie.
Deze Paus zou het beeld een jaar later, op 15 augustus 1838 kronen op het
Maria-Hemelvaartsfeest terwijl hij zijn Pauselijke Bul Cælestis Regina uitgaf.
Paus Pius XII gaf
opdracht het icoon door Rome te dragen tijdens een processie om het eerste
Mariale jaar te vieren; en gaf opnieuw een kroning aan het beeld bij zijn Encycliek
Ad Cli Reginam, die ook het Feest van de Visitatie van de Heilige Maagd Maria
startte. Als kardinaal vierde hij op 1 april 1899 zijn eerste H. Mis met het
icoon.
Paus Johannes Paulus II
benadrukte deze icoon tijdens de Wereldjongerendag voor het jubileumjaar 2000.
Paus Benedictus XVI
vereerde ook het beeld bij verschillende gelegenheden met deze specifieke
Mariatitel.
Paus Franciscus liet de
afbeelding herstellen en hield ter ere van haar op 28 januari 2018 een Pauselijke
mis ter ere van de overbrenging van de icoon naar het nieuwe permanente
heiligdom.
Paus Franciscus
gebruikte het icoon in 2020 tijdens een buitengewone Urbi et Orbi-zegen om te
bidden om een einde te maken aan de 2019-20 coronavirus pandemie.
De
kerk van San Marcello al Corso herbergt een prachtig, donker houten kruisbeeld
van de veertiende-eeuwse Sienese school.
kruisbeeld
Het
beeld is bedekt met goudstof en wordt door kenners beschouwd als het meest
realistische model van de kruisiging in de hele stad tot het punt dat het
aanleiding gaf tot een merkwaardig verhaal: de maker wilde het overlijden van
Jezus op de meest realistische manier afbeelden en doodde een houtskoolbrander
in zijn slaap en terwijl hij de arme man zijn laatste adem zag ademen, schetste
hij de figuur die hij in het bos zou hebben uitgehouwen... godzijdank is dit
slechts een legende. De echte geschiedenis van het kruisbeeld is echter heel
anders - het contrasteert met de legende vanwege de vele verhalen over wonderen
die door de Romeinen aan het beeld worden toegeschreven - de eerste dateert uit
1519 toen het kruisbeeld in de nabijgelegen kerk van het Oratorio del Santissimo
Crocifisso hing die in de nacht van 22 op 23 mei in brand vloog en volledig
werd verwoest.
In
de vroege ochtend renden de mensen naar de kerk, maar er was een grote
troosteloosheid, enkel het kruisbeeld was intact gebleven en bleef boven het
altaar hangen, verlicht door olielampen. Onmiddellijk begon een groep gelovigen
elke vrijdagavond in de schemering bijeen te komen om te bidden en lampen aan
te steken aan de voet van het beeld. De zogenaamde Confraternita del Santissimo
Crocifisso (Broederschap van de H. Gekruisigde) bestaat nog steeds.
Een
andere wonderbaarlijke episode dateert uit de tijd van de grote pestepidemie van
1522. De pest trof Rome zo hevig dat men zich zorgen maakte dat er nog weinig
inwoners waren overgebleven. Zich bewust van het wonder van het vuur, besloten
de broeders van de orde van de Dienaren van Maria om het kruisbeeld in
boetvaardige processie van de kerk van San Marcello naar de
Sint-Pietersbasiliek te brengen. De autoriteiten, die uit angst voor
besmettingsgevaar, probeerden de religieuze processie te voorkomen, maar de wanhopige
mensen negeerden het verbod en het beeld van de Verlosser werd door de straten
van de stad gedragen en gevolgd door vele mensen.
Volgens
de kronieken van die tijd duurde de processie zestien dagen, 4 tot 20 augustus
van dat jaar. En dat komt omdat, terwijl ze verder gingen, de pest afnam, zodat
elk district probeerde het heilig beeld zo lang mogelijk daar te houden. Toen
het terugkeerde naar San Marcello, was de pest volledig gestopt en werd Rome
gered. Sinds 1650 wordt het wonderbaarlijke kruisbeeld ter gelegenheid van deze
heilige jaren naar de St. Pietersbasiliek gevoerd.
processie in 1931
Het
kruisbeeld dat gewoonlijk steeds in San Marcello te vinden is, bevindt zich nu
in de St Pietersbasiliek om een einde te maken aan het coronavirus.
Kapel
De
kapel waar het gewoonlijk hangt is versierd met fresco's van Perin del Vaga,
van de school van Rafael.
El Pilar (Spaans: Catedral-Basílica de Nuestra Señora
del Pilar) is een Rooms-Katholieke kathedraal in het centrum van de Spaanse
stad Zaragoza. Het is voor veel Spanjaarden een populair bedevaartsoord.
Zaragoza
El Pilar
Bedevaartsoord
De kathedraal vereert Maria
onder haar titel Nuestra Senora del Pilar, gekend als Onze-Lieve Vrouw
van de Zuil. Op deze plaats aan de rivier zou de Moeder Gods na haar dood aan Jakobus
de Meerdere zijn verschenen. Ze vroeg aan Jacobus er een heiligdom te bouwen.
Sindsdien is deze plek een bedevaartsoord, met nationale devotie. Volgens de traditie
is het de eerste kerk met Mariaverschijningen.
Maria
de pilaar
Het
visioen van de H. Don Bosco waar Maria ook op een zuil is voorgesteld, als ondersteuning
en stut van de Kerk, samen met Jezus als H. Sacrament.
Architectuur
Op de locatie van de kathedraal
zijn over de tijd meerdere kerken gebouwd. De huidige kathedraal werd in de
periode 1681-1872 gebouwd. Ze is herbouwd in Spaanse barokstijl en is
kenmerkend door de vier grote klokkentorens. Het is een van de weinige grote
kathedralen in Spanje die volledig in barokstijl is gebouwd. Voor de kathedraal
ligt een groot plein, waar de bedevaarders feesten vieren.
De verschillende koepels zijn
versierd met frescos, uitgevoerd door onder meer Goya. Daarnaast zijn er vele
kapellen gewijd aan verschillende heiligen. Het hoofdaltaar is uitgevoerd in albast
en is het werk van een Spaans meester uit de vroeg-16de eeuw.
retabel
Het laat-gotische hoofdaltaar is
gewijd aan de Tenhemelopneming van de Maagd. Het is een van de bekendere retabels
in Spanje.
De duivel bij de menswording van Jezus door Maria - deel 13
De duivel bij de menswording van Jezus door Maria
deel 13
Mijn vrouwe en moeder, nu wij
het best Jeruzalem kunnen verlaten en elders gelegenheid moeten zoeken om de
naam van de Allerhoogste te verheerlijken, lijkt de stad Efeze mij het meest
geschikt toe. Gij zult daar vruchten van het geloof kunnen voortbrengen, die in
Jeruzalem niet verwacht kunnen worden. Ik wilde, dat ik een van de engelen was,
die de troon van de H. Drie-eenheid bewaken, zodat ik u waardig zou kunnen
bijstaan op deze reis, maar ik ben slechts een nietig wormpje van deze aarde.
De Heer zal echter bij ons zijn. Gij zult in Hem een u welgezinde Helper hebben
als uw God en uw Zoon.
Na tot deze reis besloten te
hebben, was het nog nodig de gelovigen in Jeruzalem daarvan in kennis te
stellen en ze goede raad te geven. De grote vrouwe trok zich terug in haar
bidvertrek en bad als volgt:
Allerhoogste en eeuwige God.
Deze nederige dienares werpt zich in uw koninklijke tegenwoordigheid op de
grond en vanuit de grond van mijn hart smeek ik u, mij te leiden in uw toenemend
welbehagen en volgens uw wil. Ik zal deze reis ondernemen uit gehoorzaamheid
aan uw dienaar Johannes, in vervulling van zijn wil, die ik tot de mijne maakt.
Het is niet juist dat uw dienaar Johannes, in vervulling van zijn wil, die ik
tot de mijne maak. Het is niet juist dat uw dienares en moeder, die zo
begiftigd is door de rechterhand enige stap zou ondernemen, die niet tot groter
glorie en verheerlijking van uw Naam zou leiden. Geef acht, O Heer, op mijn
wensen en gebeden, opdat ik op de meest passende en gerechte wijze moge
handelen.
De Heer antwoordde haar en
sprak:
Mijn duive en liefste bruid. Ik
heb deze reis naar mijn grootste welbehagen geregeld. Gehoorzaam Johannes en ga
naar Efeze, want daar zal Ik, als de tijd daartoe rijp is, door uw meditatie en
aanwezigheid, mijn barmhartigheid aan enige zielen bewijzen.
Door dit antwoord van de Heer
was de allergezegendste Maria getroost door de kennis van de goddelijke wil.
Zij vroeg de zegen van de Heer en zijn toestemming om alles in gereedheid te
brengen tot vertrek op het uur, dat door de apostel was vastgesteld. Vol van
het vuur van haar naastenliefde, werd zij ontvlamd met het verlangen aan zielen
in Efeze, waarover de Heer haar gesproken had, goed te doen. Ik zal nu verhalen
hoe de gezegende Maria, in gehoorzaamheid aan de wil van haar Zoon, onze
Heiland, naar Zaragossa in Spanje kwam om de H. Jakobus te bezoeken. Jaar en dag
waarop dit geschiedde en wat er bij die gelegenheid plaatsvond zal ik vertellen.
Alle zorgzaamheid van onze grote
moeder en vrouwe was gericht op de groei en de bloei van de H. Kerk, de bijstand
aan apostelen, leerlingen en gelovigen en op hun verdediging tegen de
vervolgingen en aanvallen, die voorbereid werden door de helse draak en zijn
trawanten. Voordat zij uit Jeruzalem vertrok om haar intrek te nemen in Efeze,
regelde zij in haar onvergelijkbare naastenliefde vele zaken, hetzij zelf,
hetzij door haar engelen om zoveel als mogelijk alles voor de Kerk, in haar
afwezigheid, in orde te maken, want te dien tijde wist zij niet, hoelang zij
weg zou blijven en wanneer zij wederom naar Jeruzalem zou terugkeren. De meest
probate dienst die zij de gelovigen kon geven, was haar voortdurend gebed om
hen de hulp van de oneindige macht van haar Zoon te verzekeren, die de
apostelen en de gelovigen moest beschermen tegen de trotse en snoevende
complotten van Lucifers boosaardigheid. De allervoorzichtigste moeder wist dat
onder de apostelen, Jakobus de eerste zou zijn, die zijn bloed voor Christus,
onze Heiland, zou geven en omdat zij hem op bijzondere wijze liefhad, bad zij
meer voor hem dan voor de andere apostelen.
Toen de hemelse moeder op de
vierde dag voordat zij naar Efeze zou vertrekken, in gebed verzonken was,
voelde zij in haar allerzuiverst hart nieuwe en tedere gevoelens opkomen, een
zeker teken, dat zij op het punt stond, een uitzonderlijke gunst te ontvangen.
Deze tekenen worden woorden genoemd in de taal van de H. Schrift. Daarop
ingaande, als de meesteres van de heilige wijsheid, zei de allergezegendste
vrouwe:
Heer, wat wilt Gij dat ik doe?
Wat verwacht U van mij? Spreek Heer, want uw dienares luistert.
Terwijl zij deze woorden
herhaalde, zal zij haar goddelijke Zoon persoonlijk neerdalen om haar te
bezoeken. Hij was gezeten op een troon van onuitsprekelijke majesteit en
vergezeld van ontelbare engelen uit alle koren en hiërarchieën. Met het hele
Hof trad de Heer binnen in h et bidvertrek van zijn allergezegendste moeder. De
nederige, toegewijde maagd aanbad Hem met de grootste eerbied vanuit de diepste
diepten van haar zuivere ziel. Toen sprak de Heer tot haar en zei:
Mijn allerliefste moeder, van
wie Ik het menselijk bestaan mocht ontvangen voor de redding van deze wereld.
Ik weet wat uw smekingen en heilige wensen inhouden; zij zijn Mij een vreugde.
Ik zal mijn apostelen en mijn Kerk verdedigen en Ik zal hun Vader en Beschermer
zijn, zodat zij niet ten onder zullen gaan en de poorten van de hel haar niet
zullen overweldigen (Matt 16:18). Zoals gij reeds weet, is het nodig voor mijn
glorie, dat de apostelen werken onder mijn genade en dat zij Mij tenslotte
moten volgen op de weg van het kruis en naar de dood., die4 Ik voor het hele
menselijk geslacht heb ondergaan. De eerste die mij daarin zal navolgen is mijn
trouwe dienaar Jakobus. Het is mijn wens, dat hij het martelaarschap in de stad
Jeruzalem zal ondergaan. U moet hem in Spanje gaan bezoeken en hem meedelen,
dat hij hierheen moet komen. Ook voor andere redenen wil ik, mijn moeder, dat
gij naar Zaragossa gaat waar hij het evangelie predikt in mijn Naam. Maar
voordat hij die stad verlaat moet hij een kerk bouwen in uw naam en titel, waar
gij zult vereerd worden en aanroepen voor het welzijn van dat land, voor mijn
glorie en welbehagen en dat van de allergezegendste Drie-eenheid.
De grote koningin des hemels ontving
deze opdracht van haar goddelijke Zoon met grote vreugde van haar ziel. En met
warme dankbaarheid antwoordde zij:
Mijn heer en ware God, laat uw
heilige wil zich in uw dienares en moeder tot in alle eeuwigheid voltrekken en
laten alle schepselen U prijzen voor de bewonderenswaardige werken van liefde,
die Gij in uw dienaren bewijst. Ik, O Heer, zegen en verheerlijk U in deze
daden uit naam van de hele Kerk en in mijn eigen naam. Sta mij toe, mijn Zoon,
dat in de tempel, die Gij uw dienaar Jakobus opgedragen hebt te bouwen, het mij
gegeven zal zijn, de bijzondere bescherming van uw machtige arm aan allen te
beloven en dat deze heilige plaats deel moge uitmaken van mijn nalatenschap,
ten gebruike van allen die uw heilige Naam met eerbied aanroepen en die mij
vragen, mijn tussenkomst te verlenen bij hun aanvraag van uw barmhartigheid.
Christus, onze Verlosser,
antwoordde haar:
Mijn moeder, waarin Ik mijn
welbehagen heb gesteld. Ik geef u mijn koninklijk woord, dat Ik met bijzondere
barmhartigheid zal neerzien op allen, die met devotie en nederigheid een beroep
doen op Mij door uw tussenkomst en dit in de toekomst in die Kerk zullen doen.
Ik zal hen zegenen. In uw handen heb Ik al mijn schatten neergelegd en ze aan u
toevertrouwd. Als mijn moeder, die mijn plaats bekleedt en mijn macht kan
uitoefenen, kunt gij die plek onderscheiden door daarin uw rijkdommen neer te
leggen en uw gunsten te beloven, want alles zal vervuld worden volgens uw wil
en welbehagen.
De gezegende Maria dankte haar
Zoon en God opnieuw voor deze belofte. Toen vormden, op bevel van de Heer, een
groot aantal engelen die haar vergezelde, een koninklijke troon van een
schitterende wolk en zij plaatsten haar daarop als de koningin en meesteres van
de hele schepping. Christus, de Heiland, gaf hen zijn zegen en steeg met de
rest van de engelen ten hemel op. De zuivere moeder, gedragen op de handen der
serafijnen en omstuwd door haar duizend engelen en vele anderen, vertrok met
lichaam en ziel naar Zaragossa in Spanje. Hoewel deze reis in zeer korte tijd
gemaakt had kunnen worden, beval de Heer de engelen onder het zingen van hymnen
en lofgezangen hun koningin in koren van de zuiverste harmonie plechtig te
begeleiden.
Enige van hen zongen het Ave
Maria, anderen het Salve sancta Parens en Salve Regina; wederom anderen
het Regina caeli laetare enz. waarbij het ene koor het andere beantwoordde in
zon harmonie van overeenstemming van klanken, als geen menselijke kunst ooit
bereiken kan. De grote vrouwe beantwoordde dit alles vanuit een nederig hart
des te deemoediger naarmate het geheel meer verheven werd, door de Heer te
loven met de woorden van Jesaja:
Heilig, heilig, heilig, Heer
God Sabaoth, hebt medelijden met de arme kinderen van Eva. U is de glorie, U de
macht, U de majesteit. Gij alleen zijt heilig, de Allerhoogste en de Heer van
alle hemelse legers en de hele schepping.
De engelen antwoordden dan
wederom op deze gezangen van de maagd, die de Heer zo lieflijk in de oren
klonken. Op deze wijze voortgaande kwamen ze ongeveer te middernacht in
Zaragossa aan. De allergelukkigste apostel H.
Jakobus kampeerde met zijn leerlingen buiten de muur, die langs de oever van de
rivier de Ebro loopt. Teneinde zich terug te trekken in gebed had hij zich op
enige afstand van zijn metgezellen teruggetrokken. Enige van zijn leerlingen
waren in slaap gevallen, anderen waren in gebed; geen van hen verwachtte een
vreemde gebeurtenis. De processie van de engelen spreidde zich wat uit en de
serafijnen zongen steeds luider, zodat niet slechts de H. Jakobus, maar ook de
leerlingen het gezang konden horen. Degenen die sliepen, werden wakker en allen
werden vervuld van innerlijke rust en verwonderen, met hemelse troost die hen
sprakeloos maakte en tot vreugdetranen bewoog. Zij zagen in de lucht een
schitterend licht, stralender dan de4 zon, maar het verspreidde zich niet
overal heen, bleef beperkt tot een bepaalde plaats; het had de vorm en het
aanzien van een lichtgevende bol. In bewondering en vreugde stonden zij daar
stil te kijken, totdat hun leraar hen riep.
Door de wonderbaarlijke effecten
die zij in zich voelden, wilde de Heer hen voorbereiden op wat hen geopenbaard
zou worden over dit grote mysterie. De heilige engelen plaatsten de troon van
hun koningin en vrouwe in het zicht van de apostel, die nog steeds in verheven
gebed verzonken was, maar meer van de muziek hoorden en duidelijker de hemelse
muziek hoorde dan zijn leerlingen. De engelen droegen met zich een kleine kolom
mee, gemaakt van jaspis en een niet al te groot beeldje van hun koningin,
gemaakt uit een ander materiaal. Dit beeld werd door de engelen onder grote
eerbied gedragen. Gedurende die nacht hadden de engelen hun vaardigheid in het
maken van dingen uit natuurlijke materialen de vrije loop gelaten en dit alles
voor deze gelegenheid gereed gemaakt.
Op haar troon gezeten in de
wolk, omgeven door de koren van engelen, openbaarde de koningin des hemels zich
aan de H. Jakobus. De koningin deed voor haar bewonderenswaardige schoonheid en
haar afstraling de schoonheid van de engelen verbleken. De gezegende apostel
wierp zich op de grond en vereerde met de diepste eerbied de moeder van zijn Schepper
en Verlosser. Tegelijkertijd werden hem het beeldje en de pilaar, door de
handen van de engelen vervaardigd, getoond. De liefdevolle koningin gaf hem
haar zegen in de naam van haar goddelijke Zoon en zei:
Jakobus, dienaar van de
Allerhoogste, gij zijt gezegend door zijn rechterhand. Moge Hij u opheffen en u
het licht van zijn goddelijk gezicht laten zien.
Alle engelen antwoordden: Amen.
De koningin des hemels
vervolgde:
Mijn zoon Jakobus. Deze plaats
heeft de allerhoogste en almachtige God van de hemel bestemd om door u op deze
aarde gewijd te worden tot een tempel en een huis des gebeds waar Hij, onder
mijn bescherming en naam, verheerlijkt en aanbeden wil worden. De schatten van
zijn rechterhand zullen uitgedeeld worden en alle barmhartigheden beschikbaar
komen door mijn tussenkomst, indien daarom gevraagd wordt in waar geloof en
ernstige godsvrucht. In de Naam van de Almachtige beloof ik hen grote gunsten
en liefdevolle weldaden en mijn bescherming en hulp, want dit wordt mijn huis
en tempel, mijn erfenis en mijn bezit. Een borg voor deze waarheid en van deze
belofte zal deze pilaar zijn met mijn beeltenis daarop geplaatst. In de tempel
die gij voor mij zult bouwen, moeten deze dingen bewaard blijven tezamen met
het heilig geloof, tot aan het einde der tijden. Gij zult onmiddellijk beginnen
met het bouwen van deze tempel van God en nadat gij dit werk volbracht hebt,
moet gij naar Jeruzalem vertrekken, want het is de wens van mijn goddelijke
Zoon, dat gij het offer van uw leven brengt op dezelfde plaats, waar Hij het
zijne offerde voor de redding van de mensheid.
De duivel bij de menswording van Jezus door Maria - deel 12
De duivel bij de menswording van Jezus door Maria
deel 12
Lucifer zet een nieuwe vervolging in tegen de Kerk
en tegen de allergezegendste Maria.Zij
meldt dit aan de H. Johannes en besluit op zijn advies naar Efeze te gaan. Haar
goddelijke Zoon verschijnt haar en beveelt haar, de H. Jakobus in Zaragossa een
bezoek te gaan brengen.
In Handelingen van de Apostelen
8 verhaalt de H. Lucas over de vervolging, door de Hel opgewekt, tegen de Kerk
na de dood van de H. Stefanus. Hij noemt dat een grote vervolging, omdat door
de ijverige pogingen van de H. Paulus vόόr zijn bekering, de duivels erin
slaagde ze tot grote hoogte op te voeren. De vijand van God had niet bij de
pakken blijven neerzitten en had zichzelf niet volledig verslagen achtte om
niet opnieuw de strijd met de Kerk en de allergezegendste vrouwen aan te
binden. Uit wat H. Lucas zelf in zijn 12de hoofdstuk zegt over de
gevangenneming van de H. Petrus en H. Jakobus door Herodus, is het duidelijk,
dat deze vervolging verslagen achtte om niet opnieuw de strijd met de Kerk en
de allergezegendste vrouwe aan de binden. Uit wat H. Lucas zegt over de
gevangenneming van H. Petrus en H. Jakobus door Herodes, is het duidelijk, dat
deze vervolging opnieuw begon na de bekering van H. Paulus, zelfs zonde in
overweging te nemen wat hij zegt over Herodes, die soldaten zou gezonden hebben
om enige van de gelovigen van de Kerk te vervolgen. Deze vervolgingen werden alle
bedacht en geregeld door de duivels, door boosaardige mensen te beïnvloeden. En
omdat de goddelijke Voorzienigheid soms de duivels deze toestemming gaf en bij
andere gelegenheden deze terugtrok, waardoor ze in de Hel werden gesmeten,
zoals bij de bekering van de H. Paulus en bij andere gelegenheden het geval
was, kwam het dus voor, dat de primitieve Kerk soms vrede en rust had, maar
soms ook, als deze wapenstilstand verbroken was, gemolesteerd en vervolgd werd.
En dit is het lot van de Kerk door alle eeuwen heen.
Vrede was gunstig voor de
bekering van de gelovigen en vervolging vermeerderde hun verdienstenen
deugdpraktijken. Deze soort variatie was door de goddelijke Voorzienigheid zo
geregeld en zal steeds zo gehandhaafd worden. Zo genoot de Kerk, na de bekering
van de H. Paulus enige maanden van vrede, namelijk van het moment waarop
Lucifer en zijn metgezellen (Hand. 9:31) overwonnen, in de hel werden
geslingerd tot hun terugkeer op de aarde. Over deze tijd van rust spreekt de H.
Lucas in het 9de hoofdstuk, waar hij na de bekering van de H.
Paulus, zegt dat de Kerk vrede had door heel Judea, Galilea en Samaria en dat
zij toenam en de weg des Heren bewandelde onder de vertroosting van de H.
Geest. Hoewel de evangelist dit na de komst van de H. Paulus naar Jeruzalem
vermeldt, gebeurde dit ver daarvoor, want de komst van de H. Paulus naar
Jeruzalem gebeurde meer dan 5 jaar na zijn bekering en de H. Lucas vermeldt de
komst van de H. Paulus naar Jeruzalem voor dat hij zijn bekering bespreekt. Dit
komt veel voor bij de evangelisten, die de gewoonte hadden, vooruit te lopen op
geschiedkundige feiten om hun these meer kracht bij te zetten, want het lag
niet in hun voornemen, alle voorvallen in een geschiedenisverhaal samen te
vatten, hoewel ze in het algemeen de loop van de gebeurtenissen volgden, zoals
ze zich voordeden.
De samenkomst van Lucifer in de
Hel na de bekering van de H. Paulus bleef enige tijd voortduren en de helse
draak met zijn duivels werkte meerdere complotten uit op onderscheiden punten,
voor de vernietiging van de Kerk en om de grote koningin te belasteren en haar
uit haar hoge positie van vermaarde heiligheid te stoten. Maar de onkunde van
de slang over haar was oneindig veel kleiner dan zijn kennis over de grote
vrouwe. De dagen van vrede, die de Kerk genoten had, waren voorbij. De prinsen
van de duisternis begonnen uit hun krochten te komen om hun boosaardige
plannen, die ze daar uitgewerkt hadden, in praktijk te brengen. Voorop schreed
Lucifer. Hij verdient de aandacht, dat de woede en verontwaardiging van dit
bloeddorstige beest tegen de Kerk zo groot was, dat hij meer dan tweederde van
alle duivels in de hel met zich naar de aarde bracht. Hij zou ongetwijfeld de
hele hel leeg hebben gehaald, ware het niet dat de achterblijvers nodig waren
voor de kwellingen van de verdoemden. Want de verdoemden branden niet slechts
in de vuren die aangestoken zijn door de goddelijke gerechtigheid, maar de
draak staat niet toe, dat de afwezigheid van alle duivels hen zou ontheffen van
de aanblik en het gezelschap van hun kwelduivels. Hoewel Lucifer zo gebrand is
op de vernietiging van de stervelingen op aarde, is hij juist zo gekant tegen
het verlichten van de kwellingen van de verdoemden in de hel en daarom zal hij
de hel nooit helemaal ontdoen van duivels. De ongelukkige zondaars op aarde,
die deze duivelse, onmenselijke en wrede meester blijven dienen op aarde,
moeten zich dit zeer bewust zijn.
De heiligheid van de gezegende
moeder, de goddelijke gunsten en bescherming geschonken aan de gelovigen, zoals
het geval was met de H. Stefanus en de H. Paulus en alle andere gebeurtenissen
na de dood van de Heiland, die alle ter kennis van de duivel kwamen, hadden
zijn woede tot grote hoogte en tot onvoorstelbare sterkte opgevoerd. Daarom
vestigde hij zich in Jeruzalem om persoonlijk zijn geschut te richten op de
vesting van geloof en alle helse bataljons te kunnen dirigeren, want de duivels
houden een bepaalde mate van orde aan, als het gaat om oorlog te voeren tegen
de mensen; in alle andere zaken heerst tweedracht en verwarring. De
Allerhoogste heeft hun nimmer toegestaan hun afgunst totaal uit te leven, want
in een ogenblik zouden zij de hele wereld verwoest hebben. Hij gaf hun echter
een bepaalde vrijheid, opdat de Kerk onder de bezoekingen diepe wortels zou
kunnen schieten in het bloed en de verdiensten van de heiligen en wel zo, dat
in de vervolgingen en de kwellingen de wijsheid en de kracht van de loods die
het kleine schiep van de Kerk leidde, zou blijken.
Lucifer beval onmiddellijk zijn
trawanten de hele aarde af te schuimen en na te gaan, waar de apostelen en
leerlingen bezig waren met het prediken van de Naam van de Heer. De draak zocht
in Jeruzalem de plaatsen op, die het verst verwijderd waren van de plaatsen,
die gewijd waren door de geheimen en het bloed van de Heer, want hij en alle
duivels met hem vreesden die plaatsen en hoe dichter ze deze naderden, des te
zwakker en des te gekwelder voelden zij zich door de goddelijke kracht. Deze
effecten voelen zij nu nog steeds en zullen ze blijven voelen tot het einde van
de wereld. Her is smartelijk, dat dit heiligdom van de gelovigen, wegens de
zonden van de mensen nu in handen is van de heidenen en gelukkig zijn de
kinderen van de Kerk helaas weinig in aantal die binnen haar wallen
verwijlen, zoals de zonen van onze grote vader en hervormer van de Kerk, de H.
Franciscus!
Uit de inlichtingen die de
duivels verschaften, vernam Lucifer de toestand van de gelovigen in alle
plaatsen, waar het geloof van Christus gepredikt werd. Hij vaardigde nieuwe
orders uit voor de vervolging van Christenen, stelde krachtige en minder krachtige
duivels aan, in overeenstemming met de aard van de verschillende apostelen,
leerlingen en volgelingen van het geloof, waar tegenover zij zouden moeten
optreden. Anderen stelde hij aan als boodschappers om hem op de hoogte te
houden over wat er gebeurde of voor de overbrenging van zijn orders tot
voortzetting van de oorlog tegen de Kerk. Lucifer wees hen ook ongelovige,
godslasterlijke, slechte en lage mensen aan, die ze moesten prikkelen en
aanzetten tot uitzonderlijke, afgunstige woede tegen de volgelingen van
Christus. Daaronder waren Herodes en vele Joden, die de Gekruisigde
verafschuwden en zijn Naam uit het land der levenden wilden uitwissen. Zij
verzamelden ook de meest verlaagde heidenen en degenen, die zich het meest
overgaven aan afgoderij. Zij selecteerden uit deze mensen de slechtsten en
meest trouwelozen, die moesten dienen als helpers en instrumenten van hun
boosaardigheid.
Op deze wijze begonnen ze de
vervolging van de Kerk en zij gingen voort om zich opeenvolgende eeuwen
gelijksoortige duivelse kunsten voor de vernietiging van de deugd, van de
vruchten van de verlossing en het bloed van Christus te bewerkstelligen. In de
primitieve Kerk veroorzaakte de duivel grote verwoestingen onder de gelovigen,
die zij overvielen met verschillende soorten bekoringen, die ons niet bekend
zijn, hoewel we weten dat wat de H. Paulus in zijn Hebreeënbrief (Heb 11:37)
schrijft over de vervolging van de oude heiligen, herhaald werd in de heiligen
van het nieuwe testament. Buiten deze uitwendige vervolgingen plaagden de
duivels alle rechtvaardigen, de apostelen, leerlingen en gelovigen met
verborgen bekoringen, suggesties, voorspiegelingen en boosaardige voorstellen,
zoals hij ook nu nog steeds doet tegen allen die de goddelijke wet en Christus
willen volgen en trouw wensen te blijven aan onze Verlosser en Meester.
Maar niets van dit alles bleef
verborgen voor de grote moeder van wijsheid, omdat in de helderheid van haar
verheven kennis alle geheimen van de hel, die verborgen waren voor de rest van
de wereld, aan haar duidelijk werden. Hoewel slagen en wonden ons minder schade
toebrengen, indien wij erop voorbereid zijn en hoewel de allervoorzichtigste
vrouwe zo sterk stond tegenover de komende moeilijkheden van de heilige Kerk en
daar zeker niet door verrast zou kunnen worden, verwondde het vooruitzicht van
deze vervolgingen haar ziel, omdat ze gericht waren tegen de apostelen en de gelovigen
die zij van ganser harte liefhad. Deze smart zou haar vele malen van het leven
beroofd hebben indien de Heer dit niet op wonderbaarlijke wijze bewaard had. En
waarlijk, alle gerechte zielen die volmaakt zijn in goddelijke liefde, zouden
bewogen moeten zijn bij het zien van de woede en de boosaardigheid van dit
grote aantal duivels, die met vaart en sluwheid de weinige gelovigen in hun
zwakke en broze toestand en belast met zoveel soorten eigen ellende,
overvielen.
De allergezegendste Maria
overwoog hun gevaar, vergat alles wat haarzelf betrof en was bereid om elke
mogelijke kwelling te ondergaan voor de bescherming en vertroosting van haar
kinderen. Zij vermenigvuldigde haar zuchten en tranen, haar inspanningen en
gebeden voor hun veiligheid. Apostelen en leerlingen trachtte zij met adviezen
en aansporingen opnieuw te bemoedigen. Vele malen weerhield zij de duivels door
haar soeverein bevel als koningin en ontrukte aan zijn klauwen ontelbare
zielen, die zij bezig waren te bedriegen en te bederven, waardoor zij hen van
de eeuwige dood redde. Op andere momenten voorkwam zij grote wreedheden,
bestemd voor de dienaren van de Kerk, want Lucifer stond de apostelen naar het
leven, zoals hij voordien reeds gedaan had door Saulus. En dit alles geschiedde
ook aan de leerlingen, die het geloof verkondigden.
Hoewel de hemelse meesteres haar
innerlijke vrede en rust bewaarde en haar uitwendige gelijkmoedigheid en ernst
intact bleef, was toch de smart van haar hart, haar moederlijke bezorgdheid en
liefderijke zorgenlast enigszins op haar gezicht te zien. En aangezien de H.
Johannes haar bijstond met de waakzame toewijding van een zoon, kon de lichte
verandering in haar voorkomen niet aan het arendsoog van deze ziener
ontsnappen. Hij was diep geschokt en na tevergeefs gevochten te hebben tegen
zijn ongerustheid, keerde hij zich tot de Heer, vroeg om Licht en sprak:
Mijn Heer en God, Redder van de
wereld. Ik weet dat ik U veel verschuldigd ben, omdat Gij mij zonder mijn
verdiensten en uit zuivere neerbuigendheid haar tot moeder hebt gegeven, die uw
eigen moeder is, die U ontving, droeg en voedde aan haar borst. Door deze
weldaad werd ik rijk en welvarend, in het bezit van de grootste schat van de
hemel en aarde. Mar zonder uw koninklijke aanwezigheid is uw moeder, mijn
meesteres, verlaten en alleen. Voor uw afwezigheid kunnen mensen, noch engelen,
laat staan ik, een lage worm en slaaf enige compensatie geven. Mijn God en
Heiland van de wereld, ik zie haar nu smartelijk, die U menselijke vorm gaf en
die de vreugde is van uw volk. Her is mijn wens haar te troosten en haar smart
te verminderen, maar ik weet dat ik daartoe niet in staat ben. Mijn verstand en
mijn liefde sporen mij aan, maar eerbied en zwakte weerhouden mij. Geef mij,
Heer, licht en geest om te doen wat U behaagt en uw moeder ten dienste is.
Na dit gebed overlegde de
heilige enige tijd met zichzelf of hij de grote meesteres naar de oorzaak van
haar verdriet zou vragen. Enerzijds spoorde zijn liefde hem daartoe aan,
anderzijds werd hij weerhouden door zijn heilige vreze en zijn eerbied voor
haar. Drie keren naderde hij de deur van haar bidvertrek, maar werd evenveel
keren door zijn eerbied weerhouden haar deze vraag te stellen. De hemelse
moeder wist alles wat Johannes deed en wat er door zijn hart ging. Respect voor
hem als priester en bedienaar van de Heer deed haar het gebed afbreken en naar
hem toe gaan, zeggende: Meester, zeg mij wat gij van uw dienares vraagt.
Ik heb reeds gezegd, dat de
vrouwe de priesters en bedienaren van haar Zoon meesters noemde. De evangelist
was gerustgesteld en bemoedigd door deze woorden, antwoordde hij haar, zij het
enigszins aarzelend:
Mijn vrouwe, mijn ambt en wens
om u te dienen hebben veroorzaakt, dat ik uw smart opmerkte en ik ben zeer
geschikt over uw verdriet, dat ik gaarne wil verlichten.
De H. Johannes voegde hier geen
woorden meer aan toe, maar de koningin kende zijn verlangen om ingelicht te
worden over haar problemen en in directe gehoorzaamheid vervulde zij zijn
wensen, -als waren ze geuit door een overste- zelfs nog voor hij ze uitsproken
had. De allerheiligste Maria keerde zich tot de Heer en sprak:
Mijn God en Zoon. Het was uw
wens, dat uw dienaar Johannes uw plaats innam als mijn metgezel en verzorger en
ik ben hem tegemoet gekomen als mijn geestelijke bedienaar en overste. Zijn wil
en mijn wens worden door mij opgevolgd, zodra ze mij bekend zijn, omdat ik, uw
nederige dienares, moge leven en geleid worden door gehoorzaamheid aan U. Geef
mij verlof hem in te lichten over mijn zorgen, als dit uw wens zou zijn. Zij
voelde direct het fiat van de goddelijk wil; zij viel op haar knieën aan de
voeten van de H. Johannes, vroeg hem zijn zegen en kuste zijn handen. Na zijn
verlof tot spreken ontvangen te hebben, zei zij:
Mijn meester, heer, de smarten
die mijn hart doorboren, berusten op feiten, want de Allerhoogste heeft mij de
vervolgingen getoond, die over de Kerk zullen komen en wat al haar kinderen, in
het bijzonder de apostelen zullen lijden. In voorbereidingen en tot uitvoering
van deze schanddaden hier op aarde heb ik de helse draak met ontelbare scharen
slechte geesten uit de hellekrochten zien komen, allen vervuld van onverzoenlijke
haat en lust tot vernietiging van de Kerk. Deze stad, Jeruzalem, zal het eerste
en grootste doelwit zijn van hun aanvallen. Daarin zal één van de apostelen
zijn dood vinden; anderen zullen in de gevangenis terechtkomen en op instigatie
van de duivel gekweld worden. Mijn hart wordt vervuld van medelijden en smart
bij het zien van deze rebellie van deze vijanden tegen de verheerlijking van de
heilige naam van God en de redding van de zielen.
Door deze inlichting werd de
apostel evenzeer bedroefd en min of meer in verwarring gebracht. Maar uit de
kracht van de goddelijke genade antwoordde hij de koningin, zeggende:
Mijn moeder en vrouwe, uw
wijsheid kan niet over het hoofd zien, dat de Allerhoogste uit deze
beproevingen en bezoekingen grote vruchten zal plukken voor zijn Kerk en voor
zijn getrouwe kinderen en dat Hij hen in hun lijden zal bijstaan. Wij apostelen
zijn bereid, ons leven voor de Heer, die zijn eigen leven voor het hele
menselijk ras heeft gegeven, te geven. Wij hebben grote weldaden ontvangen en
het zou niet juist zijn, dat ze ijdel en nutteloos zouden zijn. Toen we
kinderen waren in de school van onze Leraar en Heer, gedroegen wij ons als
kinderen. Maar nadat Hij ons verrijkt heeft met de heilige Geest en in ons het
liefdesvuur heeft aangewakkerd, hebben wij onze lafheid achter ons gelaten en
verlangen we de weg van het kruis te gaan, zoals Hij ons door de goddelijke
kracht en uw bescherming wij de overwinning over onze vijanden mogen verwerven
en voor de eer van de Allerhoogste over allen mogen triomferen. Maar indien
deze stad, Jeruzalem, de spits moet afbijten van deze vervolging, lijkt het mij
raadzaam, vrouwe, dat gij die niet hier afwacht, opdat de woede van de hel,
door de boosaardigheid in de mensen aan te wakkeren, niet enigerlei
onwaardigheid zou begaan aan het tabernakel van God.
De grote koningin en vrouwe van
de hemel zou, vervuld als zij was van liefde en medelijden met de apostelen en
andere gelovigen, het liefst in Jeruzalem zijn gebleven. Zij was onbevreesd en
zou haar tijd hebben doorgebracht met het bezoeken, troosten en bemoedigen van
allen, nu de vervolgingen voor de deur stonden. Maar haar voorkeur, die uit
heilige overweging was geboren, werd voor de H. Johannes verborgen gehouden.
Daar dit de keus van haar hart was, vond zij het beter deze niet op te volgen
maar in nederige gehoorzaamheid de wensen van de apostel, die zij als haar
geestelijke verzorger en overste beschouwde, in te willigen. Zij gaf geen
direct antwoord in haar onderwerping, maar dankte de evangelist voor zijn
moedig verlangen om te lijden en te sterven voor Christus. Wat betreft het
vertrek uit Jeruzalem, droeg zij hem op alles te regelen zoals hij dit wenste,
want het was haar wens, hem in alles te gehoorzamen, Zij vroeg de Heer, hem te
leiden met zijn goddelijke Licht in overeenstemming met zijn glorie en zijn
welbehagen. Na deze toestemming van de gezegende moeder verkregen te hebben
[waarin wij een groot voorbeeld kunnen zien en een berisping voor onze
ongehoorzaamheid], stelde de evangelist voor, naar Efeze, aan de grens van
Klein-Azië te gaan. Hij sprak de allerheiligste Maria als volgt toe, toen hij
haar deze reis voorstelde:
5 dingen over Palmzondag dat ons eraan herinneren
dat Christus Koning is
1. Gods Woord vertelt
ons dat de mensen palmtakken afsneden en in de lucht zwaaiden, ze op de grond
voor Jezus neerlegden toen Hij de stad binnenreed. De palmtak vertegenwoordigde
goedheid en overwinning en stond symbool voor de uiteindelijke overwinning die
Hij spoedig over de dood zou behalen.
Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je
angel? 1 Korintiërs 15:55
2. Jezus koos ervoor om
op een ezel te rijden, die de oudtestamentische profetie van Zacharia 9:9 vervulde.
In Bijbelse tijden was het gebruikelijk dat koningen of belangrijke mensen
arriveerden door een processie, rijdend op een ezel. De ezel symboliseerde
vrede, dus degenen die ervoor kozen om erop te rijden, lieten zien dat ze met
vreedzame bedoelingen kwamen. Jezus herinnerde ons er toen zelfs aan dat Hij de
Vredevorst is.
"Juich, Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit
van vreugde! Je koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege.
Nederig komt Hij aanrijden op een ezel, op een hengstveulen, het jong van een
ezelin. Zacharia 9:9
3. Toen de mensen riepen
"Hosanna!" begroetten ze Christus als Koning. Dat woord betekent
eigenlijk "red nu", en hoewel ze in hun gedachten op een aardse
koning wachtten, had God een andere manier in gedachten om ware redding te
brengen aan iedereen die op Hem zou vertrouwen.
"Gezegend wie komt met de naam van de
Heer." Psalm 118:26
"Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is
en uw hart gelooft dat God hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered.
Romeinen 10:9
4.In de Bijbel staat dat Jezus om Jeruzalem huilde. Te
midden van de lofprijzing van het moment wist Hij in Zijn hart dat het niet
lang zou duren dat dezelfde mensen Hem de rug zouden toekeren, Hem zouden
verraden en Hem zouden kruisigen. Zijn hart brak door de realiteit hoezeer ze een
Redder nodig hadden.
"Toen Hij Jeruzalem voor zich zag liggen,
begon Hij te huilen over het lot van de stad. Hij zei: Had ook jij op deze dag
maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu. Lukas
19:41-42
5. Palmzondag herinnert
ons eraan dat de heerschappij van Christus veel groter is dan de menselijke
geest ooit kan bedenken of plannen. De mens zocht iemand om hun strijd in de
huidige wereld te voeren. Toch had God het ultieme plan om Zijn Zoon te sturen
om de laatste strijd tegen de dood te strijden. Dit is de grootsheid waarom we
deze week vieren. Door het ultieme
offer van Christus kunnen we van de dood worden bevrijd.
"Jezus zei: Ik ben de opstanding en het
leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft, Johannes 11:25
We hebben zoveel te danken
in deze week. De vijand weet dat, en je kunt er zeker van zijn dat hij er alles
aan zal doen om ons af te leiden van de ware betekenis van wat deze Goede Week
betekent. Laat hem niet winnen.
Moge God in deze Goede Week onze gedachten en aandacht richten op wat het
belangrijkst is, Jezus Christus, onze Koning ...
Laten we ervoor kiezen om
ons te concentreren op het aanbidden van onze Heer, Hem te danken voor de gave
van Zijn offer, de kracht van de Verrijzenis te vieren en het nieuwe leven
alleen in Hem te vinden. Genade. "Laten we God danken voor Zijn
onbeschrijflijk geschenk!" 2 Korintiërs
9:15
Palmtakjes
De palmtakjes (bij ons gewoon
buxus) hebben een bijzondere betekenis. De Kerkvaders, Hieronymus en Augustinus
hebben de palmtakken uitgelegd als een teken van overwinning. De antieke basis
hiervan was de overwinningspalm die de oude Romeinen bij terugkeer in Rome,
uitgereikt kregen na een gewonnen oorlog.
Over de takken op Palmzondag
zegt een wijdingsgebed: Heer, op deze dag herdenken wij dat de kinderen van
Israël U met takken van olijven en palmen tegemoet liepen om U te huldigen,
zodat alle volken mogen erkennen dat U de overwinning hebt behaald op de wereld
en de duivel. Dat deze takken, in vroom geloof naar huis meegenomen, ziekten en
aanvallen van de vijand afweren.
Zo symboliseren de palmtakken
dat Jezus door zijn lijden, dood en verrijzenis, de overwinning heeft behaald
op de duivel. Het oude gebed van de palmwijding wijst naar een oud
volksgebruik. Het palmtakje in huis, in de stal of in een akker gestoken, werd
gezien als bescherming tegen het kwaad.
Godsdienst en volksgeloof horen
bij elkaar. Gelden voor de Kerk de palmtakken als herdenking van de intocht van
Jezus in Jeruzalem, voor het volk hadden de gewijde palmtakken een wereldsere
toepassing.
Onweer : Gewijde palmtakjes
beschermen bijvoorbeeld tegen onweer. Vroeger werd een palmtakje ingemetseld
onder de bovenste stenen van een schouw of achter het kruisbeeld dat aan
de schouw hing gestoken omdat daar het eerst de bliksem insloeg. Een meer
moderne plaats voor palmtakjes tegen blikseminslag is de meterkast. Boeren
steken ook palmtakjes in stallen en schuren, dat is nog altijd doeltreffender
dan een brandverzekering. - www.emmausparochie.nl
Bijbelverzen op Palmzondag
Zacharia
9:9 : Juich, Sion, Jeruzalem, schreeuw het uit van vreugde! Je
koning is in aantocht, bekleed met gerechtigheid en zege. Nederig komt hij
aanrijden op een ezel, op een hengstveulen, het jong van een ezelin.
Johannes
12:12-19 : De volgende dag was er een grote menigte in Jeruzalem voor
het feest. Toen ze hoorden dat Jezus ook zou komen, haalden ze palmtakken en
liepen ze de stad uit, Hem tegemoet, terwijl ze riepen: Hosanna! Gezegend Hij
die komt in de naam van de Heer, de koning van Israël. Jezus zag een ezel staan
en ging erop zitten, zoals geschreven staat: Vrees niet, Sion, je Koning is in
aantocht, en Hij zit op een ezelsveulen. Zijn leerlingen begrepen dit
aanvankelijk niet, maar later, toen Jezus tot majesteit verheven was,
herinnerden ze zich dat dit over Hem geschreven stond, en dat het zo ook
gebeurd was. De mensen die erbij waren geweest toen Hij Lazarus uit het graf
riep en uit de dood opwekte, waren van die gebeurtenis blijven getuigen. Daarom
ging de menigte Hem ook tegemoet, omdat ze gehoord hadden dat Hij dit
wonderteken had gedaan. En de farizeeën zeiden tegen elkaar: Je ziet dat we
niets bereikt hebben: kijk maar, de wereld loopt achter hem aan.
Lukas
19:29-44 : Toen Hij Betfage en Betanië bij de Olijfberg naderde,
stuurde hij twee van de leerlingen vooruit en zei tegen hen: Ga naar het dorp
daarginds. Daar zullen jullie een vastgebonden veulen vinden, dat nog nooit
door iemand bereden is. Maar het los en breng het hier. Als iemand jullie
vraagt: Waarom maken jullie het los? moeten jullie antwoorden: De Heer heeft
het nodig. De beiden leerlingen gingen op weg en vonden het veulen, precies
zoals Jezus had gezegd. Toen ze het dier losmaakten, vroegen de eigenaars hun: Waarom
maken jullie het los? Ze antwoordden: De Heer heeft het nodig. Daarna
brachten ze het veulen naar Jezus. Ze wierpen hun mantels over het dier en
lieten Jezus erop zitten. Onderweg spreidden de leerlingen hun mantels voor Hem
op de grond uit. Toen Hij op het punt stond de Olijfberg af te dalen, begon de
hele groep leerlingen vol vreugde en met luide stem God te prijzen om alle
wonderdaden die ze hadden gezien. Ze riepen: Gezegend Hij die komt als koning,
in de naam van de Heer! Vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste! Enkele farizeeën
in de menigte zeiden tegen Jezus: Meester, berisp uw leerlingen. Maar Hij
antwoordde: Ik zeg u: als zij zouden zwijgen, dan zouden de stenen het
uitschreeuwen.
Toen Hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon Hij te
huilen over het lot van de stad. Hij zei: Had ook jij op deze dag maar geweten
wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu. Want er zal
een tijd komen dat je vijanden belegeringswerken tegen je oprichten, je
omsingelen en je van alle kanten insluiten. Ze zullen je met de grond
gelijkmaken en je kinderen verdelgen, en ze zullen geen steen op de andere
laten, omdat je de tijd van Gods ontferming niet hebt herkend.
Gebed op Palmzondag
Heer God, ik dank U want U bent goed, en Uw barmhartigheid
is eindeloos groot. Ik bevind mij aan het begin van de Goede Week, de week
waarin Uw Kerk Jezus lijden en dood herdenkt, en ik word door vele dingen
verstrooid. Keer mijn ogen nu naar Degene die komt in Uw naam, Degene die de
poorten van rechtvaardigheid opent, Degene die antwoord wanneer we ons tot Hem
richten.
Ik zegen U, Heer, omdat U Uw licht op mij laat schijnen, en
omdat U Uw Zoon naar ons hebt gezonden, in menselijke zwakheid. Om de weg te
bewandelen die wij bewandelen. Open mijn ogen zodat ik Hem zie komen, en Hem
kan prijzen met een zuiver hart. En dat ik in Zijn voetsporen mijn kruis draag,
en ook deel in Zijn verrijzenis. Door Christus, onze Heer, die leeft en heerst
met U en de H. Geest voor eeuwig. Amen.
Gebeden tot de toewijding aan Maria en gebeden om hulp van Maria tegen het kwaad
Gebeden tot de toewijding aan Maria en gebeden
om de hulp van Maria bij de bestrijding van het kwaad : zie ook www.maria-domina-animarum.net
(Maria, Meesteres over alle zielen)
BASISAKTE VAN TOEWIJDING AAN MARIA(Myriam van Nazareth)
Hemelse Moeder Maria,
Ik wil U helemaal toebehoren, in al mijn daden, woorden, gedachten, gevoelens,
verlangens en bestrevingen.
Help mij, U elk ogenblik van mijn leven te dienen in Liefde, zuiverheid,
aanvaarding, overgave en blijmoedigheid.
Moge deze offerande van mijzelf aan U mijn ziel heiligen en de wereld bevrijden
uit de greep van het kwaad, opdat Gods Rijk op aarde kome.
"O Moeder, dat is de zalige
dood die ik begeer: te sterven op de brandstapel van mijn eigen hart, verteerd
in de Vlammen van het heilig Vuur dat U in mij hebt ontstoken, met de geest
geworteld in het Hemels Licht dat U mijn ogen hebt vergund te aanschouwen, en
met een ziel waarin alle zaad dat U erin hebt gestrooid, is opgeschoten tot
bloemen die Uw naam dragen. Want het Lam zal al mijn honger hebben verzadigd,
het Bloed van de Christus zal al mijn dorst hebben gelest, het Kruis zal door
mijn ononderbroken omhelzing één met mij zijn geworden. Dan zal ik met U de
Bruiloftsbeker drinken waarvan mijn hart reeds heeft geproefd in de kussen
waarmee U in de heilige ogenblikken van vervoering het Vuur in mij hebt
aangewakkerd.
O heilige Geest, kom toch, opdat het Vuur van dit verlangen elke
smet uit mijn ziel moge wegbranden, want heilig wil ik zijn voor Haar Die mij
heeft geroepen tot Haar uitsluitend bezit en eigendom". (Myriam, tijdens
vurig beschouwend avondgebed, 2 november 2003)
"O Moeder, door Uw handen
heeft God het zaad in mij gelegd. Ik zal niet rusten tot het in mijn hart tot
een bloeiende boomgaard is geworden en ik God overvloedig rijpe vruchten kan
aanbieden. Elke lijdende mens die U mij toezendt, is een geschenk van God. Het
lijden dat ik voor die ziel mag dragen, is het grootste voorrecht uit de
schatkamers der Hemelen. Het is de ring van de Bruiloft die U telkens weer aan
mij voltrekt". (Myriam, onmiddellijk vóór extase in avondgebed, 10
december 2003)
MARIA: "Indien de zielen de macht van toewijding aan
Mij zouden begrijpen, zouden zij alles aan Mijn voeten leggen, ook zichzelf.
Dan zou Ik werkelijk over alles kunnen heersen, en zou Mijn Rijk zich spoedig
uitbreiden". (MARIA tot Myriam, Openbaringen van Maria, de machtige
Meesteres van alle zielen, 5 januari 2006)
545. AANROEPING TOT MARIA, GENEESMIDDEL TEGEN
ALLE BEKORING(Myriam van Nazareth)
Lieve Moeder Maria,
allerzuiverste Bloem der Hemelen,
Aan Uw voeten betreur ik mijn zwakheid.
Wil mij behoeden voor alle valstrikken van het kwaad, dat mijn zwakheid uitbuit
om mij in dwaling te brengen.
Hoezeer verlang ik toch naar U, o allermooiste der zielen, vrij van alle zonde
en almachtig tegen alle bekoring, verleiding en misleiding.
Slechts om één bloem uit Uw Hart smeek ik U, o verheven Koningin der reinheid,
en ik zal gezond worden.
Moge het Licht uit Uw ogen mijn gids zijn, en mogen Uw Tranen om mijn zonden
mij wassen van al mijn ondeugden, die het Kruis van Jezus verzwaren.
834. SMEEKBEDE TOT MARIA OM BESCHERMING TEGEN
DE DUISTERNIS(Myriam van Nazareth)
O Allerheiligste Maagd Maria,
Moeder van Jezus Christus de Verlosser der wereld,
Voor alle tijden heeft God U het meesterschap geschonken over alle krachten der
duisternis.
Ik geef mijzelf aan U zonder enig voorbehoud, en smeek U, dat ik door Uw
onaantastbare macht bevrijd mag worden uit de greep van het kwaad. Wil alle
aanvallen breken, die de satan richt tegen mijn hart, mijn geest, mijn ziel en
mijn lichaam.
Wil mij bevrijden van alle onrust, angst en vrees.
Ik smeek U hierom op grond van Uw Onbevlekte Ontvangenis. Laudate Mariam.
Ik smeek U hierom op grond van Uw Goddelijk Moederschap. Laudate Mariam.
Ik smeek U hierom op grond van Uw eeuwige Smarten als Medeverlosseres van de
zielen. Laudate Mariam.
Ik smeek U hierom op grond van Uw Kroning tot Koningin van Hemel en aarde. Laudate
Mariam.
Ik smeek U hierom op grond van het Kruis van Jezus Christus. Laudate Mariam.
Ik smeek U hierom op grond van de allerheiligste Wonden van Jezus Christus. Laudate
Mariam.
Ik smeek U hierom op grond van het allerkostbaarst Bloed van Jezus Christus. Laudate
Mariam.
Maria, machtige Meesteres van alle zielen, vestig Uw troon in mijn ziel, opdat
zij moge worden tot een trofee van Uw macht en Uw overwinning over het kwaad.
871. NEGEN KRUISTEKENS VOOR HET BREKEN VAN ELKE
DUISTERE KRACHT(Myriam
van Nazareth)
Ten aanschouwen van elke duistere
kracht die mij kwelt, belijd ik dat mijn hele wezen en mijn hele leven God
toebehoren, en dat ik mijn hele wezen en mijn hele leven neerleg aan de voeten
van Maria, de Koningin van de Schepping en Meesteres van alle zielen, om door
Haar beheerst te worden.
Elk van de volgende 9
aanroepingen wordt gevolgd door: "Duistere kracht, verlaat mij in de
naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest":
Door de verlossende macht van het
Kruis van Jezus Christus, .....
Door de bevrijdende macht van de Wonden van Jezus Christus, .....
Door de reinigende macht van het Bloed van Jezus Christus, .....
Door de reddende macht van alle Heilige Missen van alle tijden, .....
Door de heiligende macht van het allerheiligst Sacrament van het altaar, .....
Door de volmaakte heiligheid van de Onbevlekte Ontvangenis van de
Allerheiligste Maagd Maria, .....
Door de almacht van de Allerheiligste Maagd Maria over alle zonden, .....
Door de verpletterende macht van Maria, de Meesteres van alle zielen, over de
duivelen, .....
Door de Goddelijke volmacht van Maria over de gevallen engelen, .....
In de allerheiligste naam van de Drie-Ene God beveel ik alle duistere krachten,
van mij weg te vluchten in het Licht van het Kruis en zich te vernederen aan de
voeten van Maria, de allermachtigste Meesteres over alle duivelen.
1025. GEBED TOT MARIA, OVERWINNARES VAN DE
DUISTERNIS (Myriam van
Nazareth)
Lieve Moeder Maria,
Tot U, die reeds gedurende Uw leven op aarde een totale macht had over alle
zonde en bekoring, smeek ik:
Overwin in de zielen alle duisternis, opdat het Rijk van het Licht kome.
Neem bezit van mij, opdat ik mijn zwakheden moge overwinnen door de macht van
Uw heerschappij in mijn hart.
Wees de volle maan in de nacht van mijn gemoed, opdat ik moge zien dat God over
Zijn Schepping waakt.
Bedwing in mij het onweer der bekoringen, zoals de regenboog de voorbije storm
onder zijn voeten legt.
O verrukkelijke Spiegel van Gods Glorie, open toch de poort van het Paradijs,
opdat de zon van de Eeuwige Lente de onvruchtbare akker van mijn ziel moge
bestralen, want de winter sterft in elke grond waarop Uw ogen rusten.
1006. NOODUITDRIJVINGSGEBED(Myriam van Nazareth)
Onderstaand gebed is
door Maria ingegeven als een uitdrijving (exorcisme) die door leken mag worden
gebeden over een gekwelde ziel, zelfs op afstand (wanneer deze ziel niet
lichamelijk aanwezig is). Het is gunstig dat de biddende ziel vóór en na het
gebed een kruisteken maakt met wijwater, en dat ook de gekwelde ziel, indien
deze aanwezig is, hetzelfde doet. De bedoeling van het gebed is deze: de
gekwelde ziel nieuwe rust te geven, en haar onder een schild van Hemels Licht
te plaatsen. Maria dringt erop aan dat de ziel over wie dit gebed wordt
uitgesproken (indien zij hiervan op de hoogte is), zich daarna formeel aan
Maria toewijdt (indien dit nog niet gebeurd zou zijn), en zich elke dag
uitdrukkelijk overgeeft aan de allermachtigste bescherming van de Moeder Gods.
Het is zeer gunstig, het gebed te combineren met gebed nr. 998 (Stormgebed tot
Maria, Meesteres over alle duisternis)
Almachtige God van Licht, Liefde
en Eeuwig Leven,
In de onoverwinnelijke kracht van het Kruis, de Wonden en het Bloed van Uw Zoon
Jezus Christus, de Messias en Verlosser der zielen, en in het alles
doordringend Goddelijk Licht van de Heilige Geest, smeek ik U om de uitstorting
van de genade van totale bevrijding van deze ziel uit de invloed van elke
duistere kracht.
Ik smeek U hierom door de oneindige verdiensten van de Allerheiligste Maagd
Maria, eeuwig vrij van alle zonde, Koningin van Hemel en aarde en Meesteres van
alle zielen, aan wie onbegrensde macht is gegeven om te heersen over alle
engelen en over elke bron van duisternis.
Moge Haar voet elke kracht die deze ziel kwelt, breken, vernederen en voorgoed
onderwerpen.
Moge Zij, die vanaf Haar Onbevlekte Ontvangenis alle duisternis totaal en
volmaakt beheerst, de levensweg van deze ziel bevrijden van elke valstrik van
het kwaad, en van alle schade en bedreiging door het kwaad.
Moge Zij, die Draagster is van de herscheppende macht, deze ziel veranderen in
een burcht van sterkte tegen elke bekoring, elke duistere invloed en elke
zwakheid tegen de machten van het kwaad.
Moge deze ziel haar leven vanaf nu verderzetten onder de volle heerschappij van
de Allerheiligste Maagd Maria, en onder Haar allermachtigste bescherming.
Moge de Heilige Aartsengel Michaël elke verdere bedreiging van deze ziel door
enige invloed van duisternis ontkrachten, en deze ziel dag en nacht op al haar
wegen begeleiden als een schild van Vuur.
Almachtige Eeuwige God, wil deze ziel in U opnemen, opdat zij vanaf nu moge
leven in de ware Vrede van Christus, Uw Zoon, en in de volmaakte Hemelse Liefde
van Maria, Moeder van alle mensen.
(maak het kruisteken)
1058. TOEWIJDING VAN ALLE OGENBLIKKEN VAN
BEKORING AAN MARIA(Myriam
van Nazareth)
Lieve Moeder Maria, vlekkeloze Hemelse Reinheid, die elk
ogenblik van Uw leven voor God hebt gekozen, en Zijn Plannen volmaakt
hebt gediend door een zondeloos leven,
Ik geef U mijn ziel, zozeer bezwaard en ontsierd door de sporen van ontelbare
bekoringen langsheen mijn levensweg.
Ik geef U mijn hart, zo onvolmaakt in de Liefde tot God en Zijn Plannen en
Werken.
Ik geef U mijn geest, zo verleidbaar voor alle invloeden vanuit de wereld.
Ik geef U mijn zwakke wil, die zo vaak de slaaf is geweest van ontelbare
behoeften.
Ik wijd mij aan U toe, met alle momenten van mijn hele leven waarin ik heb
toegegeven aan bekoringen van allerlei aard.
O wil toch de Mantel van Uw heiligheid over mij uitspreiden, opdat mijn gewonde
ziel moge genezen van alle littekens die mijn zonden, fouten, ondeugden en
nalatigheden haar hebben toegebracht. Wil haar toch aanraken, opdat zij de
schoonheid terug moge krijgen van het uur waarin God haar heeft geschapen.
Ik geef mijn hele wezen totaal aan U over, opdat het in U opnieuw geboren moge
worden voor een leven naar Gods Hart.
Ik smeek U, dat U in Uw oneindige macht alle uren van bekoring van mijn hele
leven zou verbranden in het Vuur van Uw volmaakte Liefde, opdat mijn ziel
volkomen gelouterd moge worden, en alle werken der duisternis in mij ontworteld
mogen worden.
Wil mij totale vergeving bekomen, en de genade van de overwinning op al mijn
zwakheden.
Als onderpand voor deze gunsten geef ik U mijn diep berouw, mijn verlangen om
op U te gelijken in een volkomen zuiverheid, en Uw totale beschikking over alle
verdere uren van mijn leven.
209. SMEEKGEBED TOT DE EEUWIGE VADER TOT
VERNIETIGING VAN HET KWAAD(Myriam
van Nazareth)
Beminde Eeuwige Vader,
Vanuit de onlesbare dorst van Jezus naar zielen, en de nimmer eindigende Smart
van Maria om de teloorgang van Haar kinderen, smeek ik U om de uitstorting van
alle verlossende machten uit Gods hand over de wereld tot verbreking van alle
ketenen van het kwaad die de zielen binden.
Door het verblindend Licht van het Kruis van Christus, het
Licht der wereld, breek de ketenen der duisternis.
Door de onbegrensde verlossende kracht van de Heilige Wonden van Christus, de
Bevrijder der mensheid,...
Door de verpletterende macht van het Heilig Bloed van Christus, het Lam Gods,...
Door de veelvuldige duiveluitdrijvingen door Christus, de Messias,...
Door de veelvuldige mirakelen door Christus, het Mens geworden Woord van
God,...
Door de Goddelijke Glorie van de Verrijzenis van Christus, Zoon van God,...
Door de vlekkeloze zuiverheid van de Allerheiligste Maagd Maria,...
Door het glorierijk maagdelijk Moederschap van de Moeder Gods Maria,...
Door de absolute volmaaktheid van de Allerheiligste Maagd Maria, de Koningin
van Hemel en aarde,...
Door de geheiligde Tranen en Bloedtranen van de Allerheiligste Maagd Maria, de
Medeverlosseres van de mensheid,...
Door de onvergelijkbare Verheerlijking van de Allerheiligste Maagd Maria naar
ziel en lichaam,...
Door de beloofde Triomf van het Onbevlekt Hart van Maria, de Schrik der
duivelen,...
Door de machtige, vernietigende en herscheppende uitstorting van de Gaven van
de Heilige Geest,...
Door het alles verterend Liefdesvuur van de Heilige Geest,...
Door het zegenrijk zwaard van Aartsengel Michaël, de overwinnaar van
Lucifer,...
Door de onoverwinnelijkheid van de Engelen van het Licht, Uw Hemelse
Legerscharen,...
Door de reinheid en de trouw van de Heilige Jozef, de eerste dienaar van Jezus
en Maria,...
Door de engelachtige Liefde van de Heilige Apostel Johannes, de geliefde
leerling van Jezus,...
Door het onwankelbaar geloof van de Heilige Apostel Petrus, de eerste Paus van
Uw Heilige Kerk,...
Door de zelfgave, de offers, de verstervingen, de boete en het gebed van Uw
toegewijde christenen,...
Door de zelfverloochening, het bloed en het lijden van Uw heiligen en
martelaren,...
Door de verandering van elke Heilige Hostie in Christus in elke Eucharistie,...
Door de eerherstellende kracht van elke oprechte Biecht,...
St Rosalie's Parish
Campus, Hampton Bays, New York
Boodschap van OLVrouw van het Licht
WEES NIET BANG!... Hoewel jullie nu de PERIODE VAN
DUISTERNIS zijn begonnen, ben ik bij jullie als jullie Hemelse Moeder.
Is er enige twijfel dat de wereld zoals je die eens kende,
niet langer bestaat?
Jullie bevinden je nu volledig in de Eindtijd wat het einde
van de wereld betekent zoals je die eens kende, maar door deze periode van duisternis,
zal het ongetwijfeld duidelijk worden dat jullie Redding door de Tussenkomst
van de Vader in de Hemel, en Zijn Zoon, de Verlosser van de Wereld er spoedig
aan komt.
Zal deze Periode van Duisternis drie dagen duren?... of
drie jaar?... Alleen de Vader in de Hemel weet zeker hoelang het zal duren in aardse
seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden en jaren voordat de Mensheid
erkent dat de Zoon van de Vader Jezus Christus uiteindelijk zal neerdalen over
de hele Mensheid als Jullie Verlosser van de Wereld.
Want in deze Eindtijd is er geen ander die jullie zal
redden en die jullie in Zijn Armen zal sluiten zodat jullie onder de
UITVERKOREN zullen zijn die zullen terugkeren in de Eindtijd met jullie Heer en
Verlosser naar het Hemels Rijk.
Artikel : De Kroon van de Laatste Tijden - www.maria-domina-animarum.net
De
Kroon van de Laatste Tijden letterlijk overgenomen van de site
www.maria-domina-animarum.net
In de Vastentijd van 2020 verordende de Meesteres van alle
zielen dat de volgende drie uittreksels uit vroegere Openbaringen zouden worden
ingelast als inleiding op deze onderrichting:
Op 26 juli 2007 zei de Meesteres:
"In
het uur van de grondvesting van Gods Rijk op aarde zullen de duivelen spontaan
voor Mij knielen, want dan zal de uitwerking van Mijn macht absoluut en totaal
zijn omdat de mensenzielen de volkomen staat van genade zullen hebben
verkregen. Ik zeg 'verkregen', omdat de mensheid zich niet
louter op eigen verdienste zal heiligen: Zij zal een tegemoetkoming van de
Goddelijke Barmhartigheid genieten zoals zij er sedert het Kruisoffer van Jezus
geen meer zal hebben gezien. Deze tussenkomst
zal in Gods Hart opgewekt worden door de volkomen doorleefde, totale toewijding
van een klein aantal zielen aan Mij, de totale zelfofferande en
zelfverloochening van door Mij uitgekozen slaven van Maria, en een onverdroten
apostolaat in dienst van de verkondiging van de volheid van Gods Waarheid. Daarom is het van het allergrootste belang dat in deze Laatste
Tijden Mijn Openbaringen over de ware aard, hoedanigheid, Glorie en macht van
Maria als de Meesteres van alle zielen verkondigd worden en Mijn
onderrichtingen in de wegen naar de heiligheid met overgave gehoorzaamd en
gevolgd worden. (...)". (De Hemelse Meesteres wijst erop, dat Zij met 'door Mij uitgekozen slaven
van Maria' de zielen bedoelt, in wier hart Zij het verlangen aanwakkert om zich
totaal, met de inzet van hun hele wezen en hun hele leven, in Haar dienst te
stellen. 'Door Maria uitgekozen worden' is derhalve in geen geval een passief
gebeuren, het is
in de diepste zin van het woord het begin van een leven van actieve,
zelfverloochenende inzet).
Op 16 maart 2010 sprak de Meesteres als volgt:
"Mijn roeping in deze Laatste Tijden is deze: het
onkruid van duisternis, onwetendheid, verwarring, dwaling, misleiding en
leugens te vervangen door de bloemen van Licht, kennis van Gods Waarheid en de
ontmaskering van de talloze leugens die de zielen in deze tijd onwerkzaam
maken. Geloof in Mij, en laat Mij de Tuinierster zijn Die het zaad begeleidt in
zijn groei tot Hemelse vruchten".
Op 12 september 2011 zei de Meesteres:
"Ik ben Maria, de Schatkamer van een Nieuwe Lente, Zij
Die het zegel van het Kruis der Verlossing komt drukken op elke ziel die Gods
Plan voor de Laatste Tijden van harte omhelst.
Dit is het Plan van de Eeuwige Liefde: dat in elke ziel
het Kruis van Verlossing opnieuw geboren wordt doordat de ziel Mij bij zich in
huis neemt, Mij, de Meesteres van alle zielen, de Voltooister van alle
vruchtbaarheid".
(De Hemelse Meesteres herinnert de zielen eraan, dat 'Maria bij zich in huis
nemen' niets minder betekent dan dit: zichzelf totaal
aan Haar toewijden, en aldus hun hele wezen en hun hele leven met Haar
laten versmelten, waardoor Maria in de breedste zin van het woord hun Meesteres
wordt).
Voor de absolute volmaaktheid van Zijn Liefde voor de
mensenziel heeft God reeds zeer krachtige bewijzen geleverd:
1. Eén van de krachtigste was de Menswording van Jezus
Christus (Noot: met het fiat van Maria)met
de bedoeling, voor de mensenzielen de Verlossing uit de effecten van de
erfzonde vrij te kopen, opdat zielen die bereid zouden zijn om de Goddelijke
Wet van de Liefde getrouw na te leven, de gelegenheid zouden krijgen om,
ondanks het teken van ontrouw jegens de Goddelijke Wet dat door de eerste
zielen was gesteld, niettemin de Eeuwige Gelukzaligheid te verwerven.
2. Een tweede overtuigend bewijs voor Gods volmaakte Liefde
jegens de mensenziel wordt geleverd door de Goddelijke Wet die heeft
voorzien dat God Zijn Wetten en Beschikkingen slechts concreet wil omzetten in
de mate waarin Hij vanwege mensenzielen duidelijke en oprechte tekenen ontvangt
voor het feit dat zij werkelijk verlangen dat Hij deze omzetting inderdaad zou
uitvoeren.
Gods Wetten beogen niets anders dan het allerbeste voor al
Zijn schepselen. Specifiek voor de mensenzielen betekent dit de Eeuwige
Gelukzaligheid na hun stoffelijk leven op aarde. Voor de niet-menselijke
levende wezens (in het bijzonder de dieren) betekent het, dat ook zij de
ervaring van welzijn en geluk mogen kennen, en wel op grond van de invloeden
die zij ervaren via mensenzielen naarmate deze wegens een toenemende graad van
heiliging een steeds zuiverder Liefde naar hun medeschepselen kunnen laten
stromen. Daarom Zijn Gods Wetten uitsluitend gericht op concrete uitvoering van
de volmaakte Liefde, omdat de Ware Liefde de draagster is van alle Leven. Zij
is de enige kracht die EEUWIG
Leven brengt, en die in het aardse stoffelijk leven de ontsluiting van de
Levenswetten kan waarborgen, met een volkomen bloei en harmonie binnen elk
wezen en tussen alle wezens onderling. Dit alles krijgt een heel bijzondere
dimensie wanneer de mensenziel vrijwillig en spontaan meewerkt aan de
verwezenlijking ervan.
Wij kunnen ons Gods Wet voorstellen als een sleutel. De
vrije wil van de mensenziel is daarbij de hand die deze sleutel moet omdraaien
in het slot van het Hart van God, waarin de Eeuwige Schatkamers gehuisvest
zijn. Zonder de vrije wil van de mensenziel worden Gods Schatten niet
toegankelijk en komen de vruchten ervan nooit zichtbaar tot rijping in het
leven van de ziel noch in het leven op aarde in het algemeen. Eén van de duidelijkste
uitnodigingen die God ooit tot de mensenzielen heeft gericht om hen te bewegen
tot vrijwillige concrete medewerking aan de uitvoering en ontsluiting van Zijn
Wetten dit wil zeggen: aan de opening van de Schatkamer van Zijn Hart ligt
in het door Hem ingesteld heilig verbond van toewijding aan Maria.
De eerste toen nog enigszins versluierde
oproep van God tot de zielen om hun leven te leiden in totale toewijding aan
Maria, werd via de mond van de stervende God-Mens Jezus Christus uitgesproken vanop
het Kruis van Golgotha: "Vrouw, ziedaar Uw zoon; zoon, ziedaar Uw
Moeder". De Meesteres van alle zielen verklaarde reeds eerder dat deze
oproep niets minder in zich borg dan een uitnodiging aan de mensenzielen om hun
leven in innige eenheid met Haar te leiden. Als 'Moeder' in de unieke
volheid van Genade de volheid die Zij als enige mensenziel in de hele
heilsgeschiedenis bezit was Zij door God uitgerust met het vermogen om de
zielen te leiden, te 'voeden' (met spiritueel voedsel) en hen volmaakt in de
zin van de Christus 'op te voeden' (een taak die Zij vele eeuwen later in Haar
hoedanigheid als Meesteres van alle zielen in de volste zin van het woord op
Zich zou nemen). Via diverse heiligen en mystici doorheen de eeuwen na de
Kruisdood van Jezus begon de Heilige Maagd het heilig verbond van totale
toewijding aan Haar stap voor stap in herinnering te brengen en vorm te geven.
Thans laat Zij de volle waarde alsook de wegen met de grootste waarborg op
vruchtbaarheid ervan onversluierd kenbaar maken.
De totale toewijding aan Maria is zonder meer de
gouden weg voor de zielen om hun hele leven op de vruchtbaarst mogelijke wijze
actief in te schakelen in het systeem via hetwelk God de Genaden bereidt voor
de ontsluiting van de Verlossingswerken van Christus in de individuele zielen.
Toewijding betekent: datgene dat men toewijdt, vrijwillig en actief aan God
opdragen met de bedoeling en in een oprecht, actief verlangen dat het hierdoor
ten volle door God moge kunnen worden ingezet voor de concrete verwezenlijking
van Zijn Plannen en Werken met het oog op de grondvesting van Zijn Rijk van
volmaakte Liefde en Vrede tussen alle schepselen, en wel op de stoffelijke
aarde, waardoor de stoffelijke wereld een spiegelbeeld zou worden van het
niet-stoffelijk Rijk der volmaakte Liefde en Vrede in de Hemel.
Totale toewijding is, zoals het woord zegt, een
heilig verbond door hetwelk een mensenziel zonder de geringste uitzondering
alles, elk aspect van haar wezen, van haar innerlijke gesteldheden, van haar
leven, van haar verlangens, verwachtingen en voorstellingen, van al haar
contacten en betrekkingen met medeschepselen én met God, waarlijk alles,
dat op enige wijze met haar in verband staat, op actieve wijze en in oprecht
verlangen naar de voltooiing van Gods Plannen en Werken, aan God opdraagt. (Noot:
het is ons fiat dat we moeten geven) Jezus Zelf heeft gewild dat de
zielen zich intens met Maria zouden verbinden opdat Zij het heilig
verbond dat de ziel door totale toewijding jegens God sluit, met de volheid van
Haar absoluut volmaakte en allerzuiverste Liefde moge bekleden en tevens de
ziel zelf innerlijk moge helpen hervormen opdat deze laatste steeds méér op
Haar moge beginnen gelijken.
In de mate waarin een ziel méér op Maria gelijkt, gelijkt
zij meteen op de enige Ziel die op grond van Haar Onbevlekte Ontvangenis en van
Haar volmaakt zondeloos leven volkomen vrij was van elk spoor van duisternis en
ook in alle situaties en omstandigheden van het dagelijks leven een totale
macht over alle duisternis heeft uitgeoefend: geen zonden door doen of laten,
geen negatief woord, geen duistere gedachte, geen negatief gevoel jegens enig
medeschepsel noch jegens enige Beschikking van Gods Voorzienigheid ten opzichte
van Haar leven, en geen enkel verlangen dat niet op de bevordering van Gods
Werken was gericht.
Leven in totale toewijding is slechts mogelijk in de mate
waarin een ziel zichzelf en haar leven oprecht, onvoorwaardelijk en zonder de
geringste beperking in Gods Plannen en Werken wil laten opnemen. Daarom is een
ziel die meent, zich aan Maria te hebben toegewijd zonder dat zij haar leven
daadwerkelijk volkomen op Gods Plannen en Werken oriënteert, in geen geval
waarlijk toegewijd. Aan Maria toegewijd, is een ziel niet omdat zij een
toewijdingsgebed heeft uitgesproken, doch uitsluitend in
de mate waarin zij in elk detail van haar leven en in elk detail van haar
innerlijke gesteldheden waarlijk innig met Maria verbonden leeft, in getrouwe
navolging van Haar ingesteldheden (ware, zelfverloochenende Liefde,
zuiverheid van hart, met de intense bestreving om zich oprecht vrij te houden
van alle duisternis in gevoelens, gedachten, verlangens en handelingen.)
Leven in totale toewijding aan Maria is daardoor een leven in intensieve
toepassing van de Goddelijke Wet en volhardende navolging van de Christus, dit
wil zeggen: in vlekkeloze aanvaarding van de beproevingen en kruisen van het
leven en in een gesteldheid van oprechte nederigheid en van een
zelfverloochenende Liefde die zij bewust nauwgezet beschut tegen elke duistere
inmenging, dus in een gesteldheid van oprecht verlangen om in geen enkel
opzicht de duisternis te dienen door gedachten, gevoelens, verlangens,
handelingen noch door verzuim van gelegenheden om Licht en Liefde te
verspreiden.
De voltooiing van de ontsluiting van de Verlossingswerken
van Jezus Christus is niets anders dan de voltooiing van Gods Heilsplan voor
alle zielen. Het Goddelijk Heilsplan is ten volle gebaseerd op de
Verlossingswerken van Jezus Christus, die door elke individuele ziel moeten
worden 'aangevuld' door liefdevolle aanvaarding en toewijding van alle kruisen
en beproevingen van hun eigen leven, precies zoals Jezus Zelf alle ontberingen,
beproevingen en kruisen van Zijn Leven als God-Mens in onbegrensde,
onvoorwaardelijke Liefde heeft aanvaard, tot en met de restloze gave van Zijn
Leven op het Kruis van Golgotha, in het volle bewustzijn van de onmetelijke
Passie die Hij vóór deze Kruisdood zou moeten doorstaan zonder dat Hij zelfs de
geringste schuld te verantwoorden had.
De hele gesteldheid van Hart van de Christus was
niets anders dan een leven en sterven in totale toewijding: onvoorwaardelijke
zelfverloochenende Liefde, totale overgave aan Gods Heilsplan voor de hele
Schepping terwijl Hijzelf daardoor geen enkel persoonlijk voordeel zou
genieten, vlekkeloze aanvaarding van Gods Beschikkingen voor Zijn eigen leven,
en volmaakte gehoorzaamheid jegens de Goddelijke Wet zonder enig verzet tegen
de rol die Hij op grond van deze Wet moest vervullen ten bate van de hele
Schepping. Van elke ziel die jegens God het heilig verbond van totale
toewijding via Maria sluit, wordt precies hetzelfde verwacht. De
ziel zal in deze immense opdracht concrete steun, bescherming en innerlijke
leiding ervaren in de mate waarin zij waarlijk gelooft in de unieke macht,
positie en rol van de Moeder Gods als haar Moeder, Gids én Meesteres op de weg
naar het Hart van de Christus, waar de volheid van de Schat van haar
Verlossing, die in dit Hart ligt geborgen, voor haar zal worden ontsloten
aldus de onvoorstelbare Belofte van God Zelf.
De oorspronkelijke hoofdengel Lucifer werd uit de Hemel
verbannen omdat hij weigerde, zich onvoorwaardelijk en totaal aan zijn Heer en
Meester, de God en Schepper van alle Leven, te onderwerpen en zich met zijn
hele doen en laten en al zijn innerlijke gesteldheden voor de vervulling van de
Goddelijke Wet van de Ware Liefde in te zetten. Dit betekent meteen dat de
hartsgesteldheid van Lucifer niet meer met de atmosfeer van volmaakte,
onvoorwaardelijke Liefde van het Rijk der Hemelen verenigbaar was. Sedert zijn
verbanning zou zijn naam 'Satan' zijn, wat letterlijk betekent: 'tegenstander,
hij die zich verzet'. De satan verzette zich met heel zijn wezen tegen de
Goddelijke Wet van de Liefde. In de diepte beschouwd, zijn alle engelen totaal
aan God toegewijd, en geldt de satan als een oorspronkelijke engel die zijn
verbond van totale toewijding heeft verscheurd. Hij zwoer in tegendeel de eed,
dat hij alles in het werk zou stellen om de verwezenlijking van het Heilsplan
van God tegen te werken en/of af te remmen en alle uitwerkingen ervan zo
mogelijk te vernietigen of hen ten minste zodanig te verontreinigen dat zij
niet langer Gods Plannen zouden dienen. Aangezien God al Zijn Werken en Plannen
via de handen, harten, geesten en de vrije wil van mensenzielen wil uitwerken,
betekent de eed van de satan concreet, dat hij de mensenzielen op alle
mogelijke wijzen zou aanvallen, tegenwerken, hun harten zou vergiftigen en hun
vrije wil van God zou zien af te wenden.
Hier ligt precies de volkomen tegenovergestelde roeping van
de Moeder Gods: Zij is geroepen om de zielen die van
harte bereid zijn om zich aan God en de vervulling van Zijn Wet weg te geven,
innerlijk te leiden, en hen door Haar machtige bescherming te ondersteunen
tegen de stormen die de satan in werking stelt om hen op hun weg naar God te
doen struikelen en, zo mogelijk, hun weg hetzij grondig te blokkeren hetzij hem
helemaal van richting te doen veranderen. Dit is de ware betekenis van
Maria's rol als Leidster van de legers van het Licht in de oorlog tegen
de duisternis. Daartoe schonk God Haar de Onbevlekte Ontvangenis, en daartoe
heeft Zij Haar vrije wil als Mens uitsluitend en onverdeeld ingezet voor een
zondeloos leven in dienst van de uiteindelijke overwinning van het Licht, een
overwinning die is begonnen met Haar Onbevlekte Ontvangenis en die is bezegeld
door het volmaakte Lijden, de Kruisdood en de Verrijzenis van Haar Goddelijke
Zoon, de Verlosser Jezus Christus.
De strijd tussen Licht en duisternis is nu, in de
huidige tijd die bekend staat als 'de Laatste Tijden', in zijn laatste fase
beland. Om deze reden is voorzien dat precies in deze Laatste Tijden de totale
toewijding aan Maria als weg naar de voltooiing van Gods Heilsplan haar
bekroning zou krijgen door intense toewijding van steeds méér zielen aan Haar. Opdat
deze toewijding waarlijk bruikbaar moge zijn tot ontsluiting van de volmaakte
Verlossingswerken van de Christus in zielen, moet zij concreet en
onvoorwaardelijk worden beleefd in zuivere harten vervuld van ware,
zelfverloochenende Liefde, in een geest van vlekkeloze aanvaarding van de
kruisen en beproevingen van het leven, en in een onvoorwaardelijke oriëntering
van de ziel, het hart, de geest en het lichaam op dienstbaarheid aan Gods
Werken via onvoorwaardelijke zelfverloochenende dienst aan alle medeschepselen.
Hierbij is van essentieel belang dat de aan Maria toegewijde ziel haar eigen
kleinheid als klein radertje binnen het reusachtige netwerk van de Schepping
zou beseffen, dat zij Maria van harte volledig en onvoorwaardelijk aanvaardt en
benadert als haar Meesteres, en dat zij al haar eigen behoeften, voorstellingen
en verwachtingen onvoorwaardelijk ondergeschikt maakt aan de noden en
verwachtingen van God, want de vervulling van deze laatste vormt de absolute
voorwaarde voor de grondvesting van Gods Rijk op aarde en daardoor voor een
wereld vervuld van onvoorwaardelijke Liefde en Vrede onder alle schepselen, en
dus voor de geboorte van het Ware Geluk.
Maria volledig aanvaarden en benaderen als
Meesteres, betekent dat de aan Haar toegewijde ziel Haar gesteldheden van Hart
(die een volmaakte weerspiegeling vormen van de gesteldheden van het Hart van
de Christus!) zeer nauwgezet zoekt na te volgen, dit wil zeggen dat de ziel
deze gesteldheden volkomen en onvoorwaardelijk zo volmaakt in het eigen hart
laat heersen, dat zij steeds spontaner vanuit het Hart van Maria Zelf kan
beginnen leven, denken, voelen, verlangen, handelen en spreken, en dat zij dus
ook steeds spontaner alles begint te vermijden en te verafschuwen, wat
duisternis in zich draagt of wat de vervulling van de Goddelijke Wet van de
Ware Liefde en de verwezenlijking van Gods Heilsplan kan tegenwerken of
verontreinigen. Door Maria onvoorwaardelijk te aanvaarden en
te benaderen als haar Meesteres, door het rotsvast Geloof dat God Zelf Maria de
macht en opdracht heeft gegeven om deze functie en rol daadwerkelijk te
vervullen, en door gewetensvol te betrachten om de gesteldheden van het Hart
van Maria nauwgezet na te volgen, brengt de totaal aan Maria toegewijde ziel
het hoogste eerbetoon aan de Verlossingswerken die de Christus voor haar heeft
voltrokken.
Maria was door God voorbestemd om Jezus Christus in een
stoffelijk Lichaam ter wereld te brengen en Hem voor het oog der mensen als een
moeder op te voeden. In die situatie lag reeds een eerste immense geloofstest
verborgen voor alle mensen die in het Israël van ruim tweeduizend jaar geleden
de levenswegen van Jezus en Maria levensweg kruisten: Zij zagen twee 'mensen'
van vlees en bloed, die echter in het verborgene Dragers waren van een nooit
eerder geziene heiligheid: Jezus was in waarheid de Vlees geworden Godheid,
Zijn Moeder Maria was in waarheid de (enige) Onbevlekte Ontvangenis. Vele
zielen voelden in deze beide 'mensen' nooit het unieke Mysterie dat Hen maakte
tot de grootste mijlpalen in de heilsgeschiedenis. Nadat Jezus Zijn grote
Wondertekenen was begonnen, begon in Hun medemensen pas goed de innerlijke
strijd in verband met het Geloof dat hier oneindig veel méér was dan de
stoffelijke 'medemensen' die zij zagen. Zij die zich aan Jezus gaven, deden dit
door Geloof in een bovenmenselijke, niet bewijsbare werkelijkheid: het besef
dat hier de Zoon van God in mensengedaante handelde, sprak, dacht, voelde,
leefde.
Wat Maria betreft, weten wij uit de Openbaringen van de
Meesteres van alle zielen dat slechts zeer weinigen in de eerste plaats de
heilige apostel en later evangelist Johannes Haar zonder enige twijfel
herkenden als de Moeder van God, als een verblindend Licht dat elke duistere
kracht in Haar nabijheid in opschudding bracht omdat van Haar een heiligheid en
een macht uitgingen, die op aarde nooit van een geschapen mensenziel waren
uitgegaan. Wat nog lange tijd verborgen zou blijven omdat Gods Plan dit zo
had voorzien was dat Maria een unieke rol zou spelen in de voltooiing van de
ontsluiting van Gods Heilsplan tot bekroning van de op zich volmaakte
Verlossingswerken van de Christus, die echter krachtens de Goddelijke Wet die
de actieve medewerking van de vrije wil van mensenzielen verlangt in elke
individuele mensenziel moet worden ontsloten, dit wil zeggen: waarlijk tot
uitwerking moet komen. De Verlossingswerken van de Christus zijn als het ware
schatkisten van goud, die door de oprechte en actieve vrije wil van elke
individuele mensenziel moeten worden geopend. De Bewaarster van de gouden
sleutel tot deze schatkisten en tevens de onfeilbare Gids en Beschermster op de
weg naar deze schatkisten is Maria.
Maria als Gids en Beschermster op de weg naar de gouden
schatkisten die door God zijn voorzien en door de Verlossingswerken van de
Christus zijn vrijgekocht: Waar staan deze schatkisten dan? Zij staan diep in
elk mensenhart. Maria, als Moeder van de Verlosser en
daardoor als het ware de Koningin-Moeder van het Rijk der Hemelen, is derhalve
de koninklijke Gids en Beschermster op de reis waartoe elke ziel gedurende haar
leven is geroepen: de reis naar de diepten van haar eigen hart, waar zij
moet ontdekken wie en hoe zij werkelijk is, en wat in haar moet veranderen
opdat haar leven de volle vruchtbaarheid moge verwezenlijken, die God van haar
verwacht, een vruchtbaarheid die betekent dat zij haar ware levensopdracht in
dienst van Gods Werken waarlijk volbrengt.
In de spirituele zin wordt onder 'hart' verstaan: de
gevoelens, het geheel van de vermogens die de mens in zijn zuivere toestand in
staat stellen om Gods verlangens te kennen en de 'trillingen' van Gods Liefde
waar te nemen, zowel deze welke rechtstreeks van Gods Hart uitgaan als deze
welke God in Zijn schepselen (mensen, dieren en planten) heeft gelegd. Het hart
is de haard van de gevoelsprocessen in de ziel. Daar ontvangt de ziel de
stromen der Liefde die God haar laat toekomen, drinkt zij deze Liefde in haar
hele wezen op, geleidt zij haar eigen heiligingsproces door de Liefde te
verbinden met haar vrije wil, die zij daarbij op Gods belangen richt, en van
daar uit geeft zij de liefdesstromen door aan haar medeschepselen, in
dienstbaarheid, naastenliefde, een teder gebaar, een lief en bemoedigend woord,
een oprechte glimlach, oprechte blijmoedigheid en een oprechte uitstraling die
haar medeschepselen omhult met Licht, geborgenheid, warmte en vertrouwen.
Het 'hart' kunnen wij ons eveneens concreet voorstellen als
het gedeelte van het innerlijk leven van de ziel dat verband houdt met
gevoelens zonder de inmenging van de denkende en berekenende geest. In die zin
moeten wij de woorden van de Meesteres van alle zielen verstaan wanneer Zij benadrukt dat ware toewijding aan Haar geen zaak is van
de geest doch van het hart: Ware toewijding is onbestaande
wanneer de ziel zich slechts met Maria verbindt door denken en overwegen, of
zoals bij sommige zielen het geval is: door bepaalde verwachtingen (de
verwachting dat men dankzij de toewijding automatisch de Eeuwige Gelukzaligheid
zal verkrijgen, of zelfs dat toewijding automatisch de deur opent naar mystieke
ervaringen, enzovoort). Ware toewijding is ten volle een zaak van zich spontaan
met Maria verbondenvoelen en op Haar georiënteerd zijn op basis van ZELFVERLOOCHENENDE LIEFDE. Een ziel kan nooit de ware
overvloeiing tussen zichzelf en de Koningin des Hemels ervaren door denken,
overwegen en berekenen, doch uitsluitend door zuivere gevoelens en verlangens
die slechts op de vervulling van de Goddelijke Wet zijn gericht en vrij zijn
van elke gehechtheid aan eigen voorstellingen, verlangens en verwachtingen.
Vele zielen kennen hun ware hartsgesteldheid weinig of
niet, en zijn daardoor ook zeer gemakkelijke prooien voor verontreiniging,
duisternis, bekoring, ondeugd en zonde. Velen zijn bovendien zo intens gehecht
aan zichzelf en aan het aanzien dat zij vanwege hun medemens najagen, dat zij
zelfs niet van duistere gesteldheden en eigen voorstellingen loskomen nadat zij
zich ervan bewust zijn gemaakt dat zij niet (voldoende) op God, op de
verwezenlijking van Zijn Werken en Plannen en op de vervulling van de Wet van
de Ware Liefde georiënteerd leven.
Maria is de koninklijke Gids op de ontdekkingsreis naar het
hart van een mensenziel in de mate waarin deze ziel Haar in staat stelt om
daadwerkelijk Gids te zijn. Zij kan deze functie slechts vervullen in de mate
waarin Zij tevens onvoorwaardelijk wordt aanvaard, benaderd en gevolgd als
Meesteres, daar Zij Haar unieke functie ook ten volle uitoefent bij Goddelijke
volmacht, en Zij de ziel nergens anders heen leidt dan naar de levenssfeer die
noodzakelijk is om het verlangen, de Liefde en de zuiverheid te kunnen
ontwikkelen om één te worden met het Hart van de Verlosser en daardoor waarlijk
beeld en gelijkenis van God te kunnen worden.
Een ziel die uit vrije wil, met oprechte inzet en oprecht
verlangen naar de definitieve en volledige overwinning van Gods Wet van de Ware
Liefde in de hele Schepping, in een geest van volkomen aanvaarding jegens Gods
Beschikkingen en in zelfverloochenende dienstbaarheid jegens al haar
medeschepselen, en in een geest van Ware Liefde, zichzelf helemaal één zoekt te
maken met het Hart van de Koningin des Hemels, zal ervaren dat Zij Zich op Haar
beurt helemaal in haar begint uit te storten. Op dat punt begint het heilig
verbond van totale, onvoorwaardelijke toewijding van de ziel aan de Moeder Gods
concreet vorm aan te nemen, en krijgt alles wat de ziel aan Maria aanbiedt
namelijk elk aspect en element van haar dagelijks leven en alles wat zich in
haar inwendig leven voltrekt een immense extra waarde. Men zou het zo kunnen
uitdrukken, dat het levenskapitaal dat de ziel van God heeft gekregen, vanaf
dat ogenblik rijke intresten begint op te brengen, waardoor de ziel via haar
innerlijk leven, al haar ervaringen en de wijze waarop zij op deze ervaringen
reageert, een steeds groter gewicht in de schaal kan leggen: Zij straalt steeds krachtiger het Licht van de Ware Liefde
uit, en haar hele doen en laten, denken, voelen, verlangen, en al haar gebeden,
krijgen een steeds grotere waarde voor het vrijkopen van Genaden voor de hele
Schepping. Dit hele proces kan in een onvoorstelbaar hoge mate worden versterkt
wanneer de ziel innig met de Koningin des Hemels samenleeft. De innigste vorm
van samenleven met de Koningin des Hemels is deze van de totale,
onvoorwaardelijke en levenslange toewijding aan Haar, die des te vruchtbaarder
wordt naarmate de overvloeiing tussen de ziel en het Hart van Maria spontaner
en vollediger wordt.
De Meesteres van alle zielen zei reeds lang geleden dat Zij
nooit zal beweren dat een ziel niet de vruchten van het ware christen-zijn zou
kunnen plukken zonder zich aan Haar toe te wijden. Zij heeft echter doorheen
Haar vele onderrichtingen ten overvloede aangetoond dat de grote waarde van
totale toewijding aan Haar hoofdzakelijk in de beide volgende punten besloten
ligt:
1.De weg van de totale, in alle aspecten van het
dagelijks leven en in de volheid van alle innerlijke gesteldheden diep beleefde
toewijding aan Maria is door God Zelf ingesteld als de gouden weg naar Zijn
Hart. Om deze reden is deze weg bekleed met buitengewone genaden. Deze genaden
werken zich uit op twee vlakken, namelijk zowel voor het Heil van de ziel zelf,
als door een verhoogde waarde ter ontsluiting van de effecten van Gods
Heilsplan voor de hele Schepping, en derhalve voor de bespoediging van de
grondvesting van Gods Rijk op aarde;
2.De weg van de totale, in alle aspecten van het
dagelijks leven en in de volheid van alle innerlijke gesteldheden diep beleefde
toewijding aan Maria is daardoor drager van het hoogst mogelijke eerbetoon aan
de Drie-Ene God als Schepper, Verlosser en Heiligmaker. In tegenstelling tot de
onbeschaamde leugen die de vorst der duisternis in de wereld heeft geholpen
die zegt dat totale toewijding aan Maria in strijd zou zijn met het christelijk
Geloof door zielen weg te leiden van Christus, ja zelfs dat totale toewijding
aan Maria een ketterij zou zijn (sommigen gaan zover, haar een vorm van
afgoderij te noemen) leidt de totale toewijding aan de Moeder Gods precies de
innig en oprecht met Haar verbonden zielen op de trefzekerste wijze recht naar
het Hart van Jezus Christus, en wel door deze zielen zo intens te helpen
omvormen en te onderrichten, dat deze méér dan op welke andere wijze ook, in
staat worden gesteld om zeer bewust, vrijwillig en spontaan helemaal te
versmelten met de innerlijke gesteldheden van de Verlosser, waardoor de
offerande van hun eigen innerlijk leven en van alle aspecten van hun dagelijkse
ervaringen volmaakt één kan worden met het alomvattend Offer van de Lijdende
Christus. Om deze reden stelt geen enkele beleving van het christen-zijn een
ziel méér in staat om 'aan te vullen wat nog ontbreekt aan het Lijden van
Christus' (namelijk de bewuste, spontane, vrijwillige en onvoorwaardelijke
versmelting van de eigen kruisen met de Kruis Dragende en Gekruisigde Christus)
dan de ware, zuivere beleving van de totale toewijding aan de Moeder van de
Goddelijke Verlosser.
Op zekere dag verklaarde de Meesteres van alle
zielen dat de ziel die kiest voor de totale toewijding aan Haar als de ultieme
weg naar de voltooiing van het Goddelijk Leven in zich, hierdoor een
onbelemmerd credo uitspreekt jegens de totale Bruiloft, de totale eenwording,
van de menselijke natuur met God, zoals deze in Maria volmaakt was vanaf Haar
Onbevlekte Ontvangenis. De ziel die Maria in deze hoogste mate zoekt na
te volgen, bereidt God de hoogste eer, want Hij beschouwt dit als de hoogste
verering van Zijn grootste Wonderwerk, daar Maria op grond van Haar Onbevlekte
Ontvangenis én van Haar vrijwillige verzaking aan zelfs het geringste spoor van
duisternis in haar innerlijk leven voor God de absolute voltooiing vormt van
Zijn ideaalbeeld: de geschapen mensenziel als volmaakt zuiver, dit wil zeggen
volmaakt vrij van elke duistere neiging, van elke besmetting door duisternis,
en totaal vervuld van absoluut niets dan het zuiverste, schitterendste Licht.
Maria is de absolute vervulling van Gods
verlangen dat de mensenziel volkomen beeld en gelijkenis van Zijn Hart zou
zijn, een vlekkeloze belichaming van Zijn volmaakte Liefde en van Zijn Licht
dat geen schaduwen werpt, met andere woorden: van Zijn Licht dat alles
doordringt en geen millimeter ruimte laat voor schaduw of duisternis. Totale
toewijding aan deze unieke Belichaming van Gods ideaalbeeld komt voor God neer
op de allerhoogste verering en verheerlijking jegens Hemzelf, Zijn almacht (die
in dit 'Wonderwezen' haar volmaakte uitdrukking heeft gevonden) en Zijn Wet van
Liefde. Inderdaad, de volheid van de Liefde is niets anders dan een totale
vernedering van de duisternis, die de absolute tegenpool van de Liefde is.
De Heilige Maagd roept sedert enkele eeuwen steeds intenser
op tot toewijding aan Haar. Tot bekroning hiervan heeft Zij Zich uiteindelijk
verkondigd in Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen. Zij duidde deze
hoedanigheid reeds meermaals aan als de alomvattende hoedanigheid voor de
vervulling van Haar ultieme opdracht, namelijk in de Allerlaatste Tijden de
Verlossing en de heiliging in de zielen te helpen voltooien en concreet te
helpen ontsluiten. Zo geeft Zij sedert een aantal jaren diepe onderrichtingen
die de zielen klaar en duidelijk verklaren hoe zij deze totale toewijding aan
Haar gestalte moeten geven, en waarom precies op deze wijze, en die op
onwankelbare wijze aantonen waarom totale toewijding aan Haar de gouden weg
naar de vruchtbaarst mogelijke vervulling van de levensopdracht (de ware
roeping) van elke ziel vormt. Op zeer treffende wijze schonk Zij de zielen het
beeld dat zegt dat Jezus Christus de Zon is, en Zijzelf de stralen van deze Zon
naar de kern van de zielen draagt, en noemde Zij dit de bezegeling van het
Nieuw Verbond tussen God en de zielen, omdat de ziel zonder Haar de echte
warmte van Christus veel minder gemakkelijk efficiënt kan benutten om het zaad
van haar heiliging tot rijping te brengen.
Met recht en reden zei Zij ooit dat de verkondiging van
Haar hoedanigheid als Meesteres van alle zielen en van alle onderrichtingen die
Zij in deze hoedanigheid aan de zielen toevertrouwt, zo groot, zo overweldigend
en zo vervuld is van Gods macht en Heerlijkheid, dat sommige zielen zwaar door
Gods tegenstander worden aangevallen zodra zij haar vernemen. Zij voegde
daaraan toe: "Moge dit de zielen bevestigen tot welk wapen tegen de
duisternis de Allerhoogste Mij als Meesteres van alle zielen heeft gemaakt. Ik
ben geen vervanging voor Christus, Ik verwijs juist naar Zijn Godheid door de
mensheid te tonen wat God bereidt voor een ziel die zich totaal aan
Christus geeft, zoals Ik heb gedaan. Geen enkele ziel is ooit méér één geweest
met de Verlosser dan Ik. God heeft in Mij alles uitgestort wat een
geschapen ziel kan bevatten en dragen".
God laat Maria, het volmaakt heilige Tabernakel dat het
voorrecht genoot, de God-Mens in de wereld te dragen, in deze Laatste Tijden
verkondigen als de Meesteres van alle zielen met een alomvattende macht om
zielen zodanig diep te onderrichten en hen zo intens innerlijk te helpen
omvormen, dat de zielen die zich daadwerkelijk van harte aan Haar overgeven en
waarlijk bereid blijken om alle aspecten van hun dagelijkse ervaringen én van
hun innerlijk leven te beschouwen als offergaven die Zij als hun onbetwistbare
Meesteres via Haar volmaakt heilig Hart aan God kan opdragen als grondstoffen
voor de voltooiing van het Bouwwerk van Gods Heilspan, in de ware zin van het
woord door hun Hemelse Meesteres de Leidster van de legers van het Licht
worden opgeleid in de praktische toepassing van de geheimen der heiliging. Concreet betekent dit, dat aan Maria de macht is gegeven om
zielen die zich in totale toewijding aan Haar weggeven, zeer intens te helpen
vormen tot steeds hogere toppen van heiligheid, terwijl heiligheid de absolute
voltooiing is voor de rijping van een ziel tot een vrucht waarvan de
inhoudsstoffen een dubbele, aan elkaar tegengestelde werking uitoefenen:
1.voor de ontsluiting van Gods Werken
en Plannen vormen zij een rijke voeding;
2.voor de krachten der duisternis
vormen zij een bron van dodelijk gif.
Maria's hoedanigheid als Meesteres van alle zielen
vormt de absolute bekroning van Gods bedoeling dat het Meesterwerk van Zijn
handen voor de zielen moge gelden als groot Voorbeeld voor volkomen heiliging
van een geschapen ziel, en derhalve voor de mogelijkheid voor elke ziel om de
duisternis in haar leven geen kans te geven, én van Zijn bedoeling dat
ditzelfde Meesterwerk méér dan ooit zou worden aanvaard en erkend als onfeilbare
Gids voor de zielen op hun eigen ontwikkeling naar een innerlijk leven dat in
staat is om de duisternis constant onwerkzaam te maken. Maria is Gods ultiem
Wapen in de strijd tegen de duisternis. De ziel die zich totaal aan Haar
toewijdt en daardoor haar hele leven en haar hele wezen op de meest intense
wijze met Haar verbindt, krijgt als het ware de beschikking over dit machtig
Wapen, of anders uitgedrukt: De ziel die een totale
toewijding aan Maria daadwerkelijk beleeft in elk detail van haar leven, ontplooit
een veel grotere stootkracht tegen de duisternis.
De duisternis heeft op deze wereld ontelbare zielen
gevonden die gewillig haar werken volbrengen en hun innerlijke gesteldheden
zwaar hebben laten besmetten met duistere gedachten, gevoelens en verlangens.
De wereld is hierdoor beladen met een dikke vacht van duisternis, wat niet
alleen blijkt uit een hoge graad van misdadig gedrag doch ook uit een
overheersende atmosfeer van beklemming, onveiligheid, dreiging, ontmoediging en
een zeer hoge mate aan liefdeloze omgang vanwege mensenzielen met hun
medeschepselen. Gods uiteindelijke doelstelling van een Schepping die een
volkomen weerspiegeling vormt van de atmosfeer van volmaakte Liefde en Vrede
van de Hemel Zelf lijkt verder af dan ooit.
Wij beleven thans de Laatste Tijden, de Tijden die door God
zijn voorzien als de fase van de ultieme voorbereiding van de grondvesting van
Zijn Rijk van volmaakte Liefde en Vrede onder alle schepselen op aarde. Op
grond van de onvergelijkbaar erbarmelijke staat van ongenade van de mensheid en
de ongebreidelde overtredingen tegen de Wet van de Liefde (die in deze tijd
wereldwijd dagelijks miljarden malen wordt genegeerd) lijkt de macht van de
duisternis over de mensheid groter dan ooit. Niettemin is de overwinning van het
Licht over de duisternis een Goddelijke Belofte. God laat geen enkele Belofte
onvervuld. Indien Hij dit zou doen, zou Hij de duisternis tot godin van de
Schepping maken en zou Hij, Die de Ware Liefde IS, Zichzelf als het ware
onwerkzaam maken. Niet-vervulling van de Goddelijke Belofte van de
eindoverwinning van het Licht over de duisternis zou hierop neerkomen, dat God,
de Schepper van alles, zou neerknielen voor de duisternis, die wordt belichaamd
door diegene die zich als dienaar tegen zijn Goddelijke Meester heeft verzet en
de eed heeft gezworen dat hij alle mensenzielen die evenzeer door God zijn
geschapen en derhalve evenzeer dienaressen van God zijn zou meesleuren in de
opstand tegen hun Goddelijke Heer en Meester en dus tegen de Bron van alle Leven
en Liefde.
De Goddelijke Belofte van de eindoverwinning van
het Licht over de duisternis, van de Goddelijke Meester over de werken van de
opstandige dienaar en zijn volgelingen, heeft voorzien dat deze Belofte in
wezen haar vervulling zal vinden in drie stappen:
1.de Verlossingswerken van de
Christus, die op hun beurt werden voorbereid door de Onbevlekte
Ontvangenis van 'de Vrouw' (Maria) Die de afvallige eerste koningin van de
mensenzielen, Eva, zou vervangen als eeuwigdurend volmaakt zuivere Koningin Die
waardig zou zijn om de Christus in een menselijk lichaam ter wereld te brengen,
want de Verlossing moest worden voltrokken door een alomvattend Lijden in de
stoffelijke natuur;
2.de dodelijke druk van de voet
van de 'Vrouw' op de kop van de slang, met andere woorden de
restloze vernedering van de duisternis, al haar werken en de effecten ervan,
door de volmaakt vlekkeloze Vrouw, de enige geschapen mensenziel die in elk
opzicht de duisternis totaal in haar macht heeft gehad vanaf het uur van Haar
Ontvangenis tot in alle eeuwigheid. De voet van de 'Vrouw' zal deze dodelijke
druk voltrekken door de Goddelijke Genade die zal worden vrijgemaakt door de
volmaakte versmelting van het Onbevlekt Hart van Maria met totaal en
onvoorwaardelijk aan Haar toegewijde mensenzielen die hun hele leven in de
innigste eenheid met Haar zullen hebben opgedragen aan de Goddelijke Meester
tot eerherstel voor de onvoorstelbare schendingen van Zijn volmaakte Wet van de
Liefde en tot ontsluiting van Zijn almacht, die zich reeds door de Kruisdood
van de God-Mens klaar heeft gemaakt voor de voltooiing van Gods Heilsplan;
3.de definitieve troonsbestijging
van Jezus Christus als bezegeling van de Hemelse Bruiloft tussen Zijn Hart en
de mensenzielen die hun verlangen naar eeuwigdurende volmaakte trouw aan de
Goddelijke Wet hebben beleden, in de eerste plaats dezen,
die zich volmaakt hebben weggegeven aan het vlekkeloze Tabernakel dat de
Verlossingswerken heeft voorbereid door Haar leven in absoluut volmaakte
vervulling van de Wet van de Ware Liefde. In deze derde fase zal de Goddelijke
Belofte worden voltooid door de opening van de schatkamer op grond van de
volkomen versmelting van Gods Wil met de vrije wil van de mensenzielen die
waarlijk verlangen, Zijn beeld en gelijkenis te zijn.
Voor de vervulling van de Goddelijke Belofte is de totale
toewijding aan Maria voorzien als de gouden weg. Geen weg is méér geschikt en
méér door God Zelf gezegend als sleutel dan deze. In de waarlijk beleefde
totale toewijding aan de Koningin des Hemels, in het bijzonder in vlekkeloze
aanvaarding van Haar alomvattende hoedanigheid als Meesteres van alle zielen,
herbeleeft de ziel als het ware de volkomen zelfgave aan God, zoals Maria Zelf
deze heeft beleefd. Dit betekent dat de ziel die zich van harte aan Maria toewijdt
in het volle besef dat zij hierdoor Gods verwachting wekt dat zij met haar hele
wezen en haar hele leven in dienst van Zijn Werken zal staan, en die deze
toewijding daadwerkelijk toepast in elk aspect van haar leven, in feite het
innerlijk leven van Maria 'herbeleeft' en daardoor grote genaden voor de hele
Schepping begint vrij te maken.
Geen enkel leven van een geschapen ziel is God
ooit méér welgevallig geweest dan het leven van Maria. Geen enkel hart vervulde
ooit op volmaaktere wijze Gods Wet en Zijn verwachtingen dan het Hart van
Maria. Telkens een mensenziel zich totaal aan Maria weggeeft en Haar innerlijke
gesteldheden van harte, oprecht, spontaan en onvoorwaardelijk getrouw begint na
te leven, wordt in Gods Hart een gelijkaardige brand gewekt als deze welke Hij
heeft ervaren gedurende het leven van de Moeder Gods. Deze brand wekt de macht
om in de Goddelijke Schatkamers, waarvan het slot reeds door de
Verlossingswerken van de Christus was geopend, de deur daadwerkelijk te openen.
In de mate waarin God deze herhaling van de innerlijke gesteldheden van de
geschapen Koningin van Zijn Schepping vaker mag vaststellen, verhoogt de
intensiteit met dewelke Hij het Vuur van de Ware Liefde over de Schepping kan
laten neerregenen om de werken der duisternis te verbranden.
Het Vuur dat in Maria's Hart zo intens kon heersen
dat het in Haar elk spoor van bekoring tot duisternis onmiddellijk verschroeide
alvorens het de kans zou kunnen krijgen om de gouden binnenwand van Haar
Tabernakel te schaden, moet in de mensenzielen geschikt brandhout vinden: De
vrije wil van steeds méér mensenzielen moet zich klaar maken voor een volmaakte
dienst aan Haar, opdat deze zielen zichzelf mogen laten opbranden in het heilig
Vuur van hun Meesteres, dat Zij levenslang met Zichzelf heeft gevoed opdat het
in deze Laatste Tijden de vervulling van de Werken van Haar boven alles beminde
Goddelijke Zoon moge brengen. Hij was gekomen om op aarde een Vuur te
ontsteken, Zij heeft Zichzelf in Haar volheid der Genade gemaakt tot een Toorts
die dit Vuur in vele harten wilde laten overslaan. Deze Laatste Tijden hebben
nood aan zielen die het Hemels Vuur zo sterk kunnen uitbreiden dat het door
geen enkele storm van de duisternis nog kan worden bedwongen. Het is de heilige
plicht van elke mensenziel, haar hele leven op te offeren voor de bespoediging
van de vervulling van Gods Grote Belofte. De gouden weg hiertoe is deze van de
totale toewijding aan Maria, die en dit is waarlijk essentieel wordt
beleefd in volkomen zelfverloochening, op elk ogenblik en in elke mogelijke
situatie van het leven, en in elk contact vanwege de aan Maria toegewijde ziel
jegens elk medeschepsel zonder uitzondering.
Verdeel uw rijkdom in Zijn Liefde - 26/6/2007 Hille Kok (repost)
Verdeel
uw rijkdom in Zijn Liefde 26/6/2007 Hille Kok (repost)
Mijn Schepping
Ach Rijken der Aarde: is dat wat u vergaarde, het geld, t
slijk der aarde, waardoor u zoveel leed zou kunnen besparen! Zoveel mensen zijn
in nood, die u met al uw geld had kunnen helpen in hun armoede en leed! De
droefheid is groot! Steeds meer zelfmoorden worden er gepleegd doordat ze geen
uitzicht meer zien door hun problemen!
De grote heren zullen de vreugde van de gewone mensen
ontnemen door in hun achterkamers van hun imperium met zogenaamde besprekingen
nog weer iets te bedenken om de mensen ongelukkig te kunnen maken en hun
vreugde te ontnemen om er zelf nog beter van te worden!!
Maar bedenk dat de Vader die dit alles ziet, een uw dag zal
laten zien hoeveel leed u had kunnen besparen als uw zelfzucht wat minder was
geweest, dan zou uw ziel niet verloren gaan door het nachtleven in onzedelijke
zondigheid! Zo zal er ook aan u worden gedacht door de Vader! Zijn straffen
zullen rechtvaardig zijn!
Pas op, de tijd komt snel dat u voor het Hemels Gerecht zal
komen te staan en het Oordeel van de Vader over u zal worden geveld! Niets op
Aarde is voor eeuwig! Alles zal vergaan! Al uw rijkdom zal vernietigd worden! Al
bent u rijk en belangrijk, voor God de Vader bent u klein!
Zovelen hebben nooit aan Hem gedacht Hem te danken voor uw
rijkdom! Wat een leed staat u te wachten! Kijk om u heen! De tijd zal komen dat
uw geld niets meer waard zal zijn! De rampen zullen het weg gaan vagen! Dan zal
er niets van over zijn! Op hun knieën zullen velen bidden en smeken tot de
Vader en hulp vragen aan de Moeder Gods!
Zo klein zijn al die rijken dan geworden door hun hebzucht
en gierigheid! Zovelen kun u helpen! Dit zijn de Woorden van de Vader! De
mensheid is een grote chaos geworden en eigengereid! Ieder voor zichzelf! Wat
een verdorven wereld!
De RestKerk zal de Vader sparen! Pas op uw ziel! Vraag
steeds om vergeving in het H. Sacrament van de Biecht nu het nog kan! In een
oogwenk kan het voorbij zijn en voor velen te laat!
Verschijning van het Kindje Jezus van Praag te
Sievernich op 25 maart 2020 om 16.50 17.15 tijdens het rozenkransgebed aan
Manuela Strack
Het Onze Vader wordt gebeden, ondertussen verschijnt het
Kindje Jezus van Praag.
M: Het Kindje Jezus komt naar ons toe in het gewaad van
Zijn Kostbaar Bloed en de mantel van Zijn Kostbaar Bloed. Het heeft weer deze
kwastjes op de borst gebonden met een schild. Het Kindje heeft zwartbruin haar
en blauwe ogen en een gouden kroon. Met het Gouden Boek en Zijn scepter komt
het naar ons toe en vraagt ons om te bidden: Onze Vader, ... Jezus zegent ons
en we moeten daarbij bidden: In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige
Geest.
Het Kindje Jezus spreekt:
Vandaag is het Feest van Mijn Allerheiligste
Moeder en ook Mijn feest. Dit feest is bij jullie in vergetelheid geraakt. Maar
deze dag zal in de toekomst een belangrijk feest worden.
M. verbaasd tot de Heer:
U verwijdert twee kwastjes van Uw gewaad, een gouden en een
rode kwast.
M. strekt haar handen uit en de Hemelse Koning legt twee
kwasten in haar handen.
Zijne Majesteit spreekt:
De rode kwast staat voor Mijn lijden en Mijn
Kostbaar Bloed. De gouden kwast is voor Mijn genade die Ik jullie schenk, het
goud van de Hemel. Bid de Rozenkrans tot Mijn Kostbaar Bloed! En vanaf vandaag
bevestig deze twee kwasten aan deze rozenkrans. Mogen deze twee kwastjes jullie
herinneren aan het Feest van de Aankondiging. Ik wens dat jullie 33 keer bidden
na het rozenkransgebed tot Mijn Kostbaar Bloed:
O Jezus, Gij Zoon van David, ontferm U over
ons! 33 keer
Voor deze "Jezus-aanroeping", de
aanroeping van Mijn Naam, heb Ik jullie deze twee kwasten geschonken. Ze
herinneren jullie aan het gewaad van Mijn Kostbaar Bloed, dat Ik in deze tijd
altijd bij jullie ben.
M. herhaalt nogmaals: De Jezus-aanroeping, de kwastjes aan
de Rozenkrans van het Kostbaar Bloed vastmaken, een gouden en een rode.
De Heer buigt Zijn hoofd ter bevestiging.
M. vraagt: Heb ik het goed begrepen dat ze symbool staan
voor de mantel en het gewaad van Uw Kostbaar Bloed? En dat U altijd bij ons
bent? Als teken dat U ons door deze tijden en in de toekomst begeleidt? Deze
kwasten moeten we aan de rozenkrans bevestigen en de Jezus-aanroeping bidden.
Heb ik dat goed begrepen? Jezus, Zoon van David, ontferm U over ons?
De Heer toont weer Zijn instemming zoals eerder.
Het Kindje Jezus spreekt:
Enkele woorden die Ik nu spreek zijn voor
velen! Sommige woorden zijn alleen voor ... De Rozenkrans is voor velen.
De Heer geeft opdracht aan ... met Zijn Apostolaat en dat
van Zijn Allerheiligste Moeder.
De Hemelse Koning spreekt:
Maar onthoud, Ik ben bij jullie! Dan draagt
iedereen, iedereen draagt dan het gewaad van Mijn Kostbaar Bloed aan zijn
rozenkrans. Zo schenk Ik mezelf aan jullie!
M. verheugd: Zo hebben we altijd iets bij ons.
De Heer spreekt: Het moet gezegend worden volgens de oude ritus! ADIEU!
M. spreekt: Ik dank U, mijn Heer! ADIEU!
De Heer zegent M en we maken het kruisteken. Er wordt
gebeden:
Geloofd zij Jezus Christus in alle eeuwigheid. Amen.
Onze Vader, ...
Wees gegroet Maria, vol van genade, ...
M. zwaait bij het afscheid de Heer een laatste keer toe.
Heilige Corona, bescherm ons!
De Heilige Corona wordt aangeroepen als beschermheilige
tegen pest en besmettelijke ziekten.
Haar feestdag is op 14 mei
De Heilige Corona is een jong meisje, als martelares is
gestorven (in 177) en wordt sinds eeuwen aangeroepen tegen epidemieën in de
katholieke kerk.
Gebed:
Almachtige God, die de zonden
van Uw volk vergeeft en al haar gebreken heelt, U, die Uzelf de Heer, onze
Geneesheer noemt, en Uw geliefde Zoon gezonden heeft om onze ziektes te dragen,
zie op ons neder, die nederig voor U staan.
We bidden U in deze tijd van
epidemie en nood, gedenk Uw liefde en goedheid, die U altijd weer opnieuw aan
Uw volk getoond heeft in tijden van verdrukking.
Zoals U genadig neergezien heeft
op de verzoening van Aaron en de uitgebroken plaag een halt toegeroepen heeft,
zoals U het offer van David
aangenomen heeft en de verderfengel bevolen heeft zijn hand terug te trekken,
neem zo ook nu ons gebed en offer aan en verhoor ons naar Uw Barmhartigheid.
Wend deze ziekte van ons af,
laat hen die erdoor getroffen zijn, weer genezen, bescherm hen die door Uw
goedheid tot nu toe ervan bewaard zijn gebleven, en laat de plaag niet verder
om zich heen grijpen.
Heilige Maria, heil van de
zieken, bid voor ons!
Heilige Corona, bid voor ons!
Heilige Sebastiaan, bid voor
ons!
Heilige Rochus, bid voor ons!
Amen!
Gebed tot de H.Petrus
Simon Petrus, Herder van Christus kudde, Prins der Apostelen,
de Heer kende u voordat Hij u riep vanuit uw vissersboot
en u benoemde tot hoofd van Zijn volk.
Aan u overhandigde Hij de sleutels van het Koninkrijk der Hemelen,
Hij noemde u de Rots en bouwde op u Zijn Kerk.
Voor u heeft Hij gebeden opdat uw geloof niet zou bezwijken,
kom en sterk ook ons, uw broeders!
U begrijpt onze zwakheid,
want u was zelf eens kleingelovig,
maar Hij gaf u Zijn
goede en reddende hand.
Bid voor ons, opdat ook wij de hulp van de Heer ervaren,
als we op woelige golven van de stormen
van het leven de moed verliezen.
En als we het ongeluk gehad hebben de Heer
door onze zonde verloochend te hebben,
bid dan de Heer, dat Hij ook ons een glimp
uit Zijn barmhartige ogen moge schenken,
zodat we onze schuld bitter bewenen.
U, bewaker van het Hemelse Rijk,
open ook voor ons de deur naar de eeuwige woning!
Amen.
bron: Gebedenboek Aartsbisdom München en Freising 1950
Dank aan Brigitte
Boodschap van Reinhard Tanghe 22/3/2020
Mama ,mijn lieve mama, onze lieve Jezusspreekt met een diep bedroefde stem, over die
vreselijke corona toestanddie de
mensheid over de ganse wereldtreft!
Jezus bevestigd met LIEFDE dat dit geen STRAF is door de
hemelaan de mensheid opgelegd!!Ik heb
mijn MENSEN NOG STEEDS ZO LIEF! Maar de mensheidwordt door deduivelse invloeden zo overweldigd !dat de liefde tussen velevolkeren is ten onder gegaan! ookde
LIEFDE EN HET VERTROUWENIN MIJJEZUS ZOON VAN GOD DE GEKRUISIGDETOT REDDINGvan alle mensen ! IK BEN HET LICHT VAN DE WERELD !! IK NODIG U UIT LIEVE
MENSGEBRUIK DE KIEM VAN DE LIEFDE
DIEDOOR MIJN GODDELIJKE VADERIN UW HARTENIS GELEGD OM TE WEERSTAANEN U TE
BEHOEDEN tegendeliefdeloosheid en grote onverschilligheid die op heden onder de mensen leeft!
Alles wat sinds het
ontstaan van de mensheid aan ZIEKTEN-OORLOGEN en Vreselijk geweldtussen volkerenis geschiedheeftzijn duivelse oorsprong! Duivelse
MACHTEN werken met niets ontziende KRACHTom de wereld te beheersenen te
ONDERDRUKKEN! DOOR DE HUNKER NAAR machtOOK in deWETENSCHAPdurven ze respectloos PROEVEN DOEN op MENSEN
, DUISTERE PRACTIJKENOP allerlei dieren
en ongedierte, en ZOIS DIE
VRESELIJKEVIRUSONTWIKKELD !En de gevolgenzullen zich lang laten voelen! IK JEZUS ZOON
VAN GODVRAAG JULLIE ZICH TE VERENIGEN
OM TE BIDDEN !
DITIS DE ENIGE
UITWEG !OM DEZE STRIJD TE OVERWINNEN !SAMEN MET DE BEZIELENDE INZETvan
HONDERDENDOKTERS EN VERZORGENDEN
OMVELE MENSEN TE REDDEN!
LieveDOKTERSIK JEZUS VRAAGAAN JULLIEOM VAN NU AF OOK MET JULLIEHARTEN TE STRIJDENOMONSCHULDIGEONGEBOREN LEVENS TEREDDEN !!! DIE OP HEDENZONDER
SCHAAMTEEN SPIJT EN VROEGINGHET LEVEN WORDT ONTNOMEN !! KINDEREN VAN MIJN VADER!!
AAN MIJN PRIESTER APOSTELEN ,MIJN GEROEPEN VOLGELINGEN !!
JULLIEZIJN MIJN VERKONDIGERSTOTHEIL EN ZEGENVOOR AL UW
TOEVERTROUWDE MENSEN!JULLIEZIJN DE
GENADE BRENGERSVOOR HARTEN EN
ZIELENEN HELENDE GENEZERSIN GOEDE EN KWADE DAGEN!IK vraag aan jullie draag iedere dag mijn heilig misoffer
opmet LIEFDE EN EERBIED VOORHET WELZIJNen REDDINGvan ieder mens!! DAT
IS JULLIE ROEPING! Houd jullie aan de opgelegde veilige RAAD! Maar in de
stilteen de geborgenheid van jullie
Kerkzullen jullie DAT BELOOF IK JULLIE
DE ZALIGHEIDERVARENVAN EENOVERVOLLEMENIGTE VAN MENSENDIE MET JULLIE ZULLEN MEEBIDDEN!!Ik ben oneindig
Barmhartigen Vergeef ,maar nu is de
tijd gekomen dat elke mens inzicht zal krijgen in hun wijze van levenwaardoorhun harteneen grote
zuiveringzullendoorstaan !
Wees GEZEGEND LIEVE MENSEN EN HEB VERTROUWENIN MIJNBIJSTAND!DANK VOOR ALLEGEBEDENEN SAMENHORIGHEID!LAAT DE
LIEFDEZEGEVIEREN !
JEZUSREINHARD
De Heilige Maagd die de epidemiën stopt
Voor de moderne ontdekkingen, werd Europa regelmatig door
verschillende epidemiën getroffen.
Men herinnert zich vooral de zwarte pest, een pandemie
van builenpest die de Europese bevolking tussen 1347 en 1351 trof en in vijf
jaar tijd, 30 à 50 % van de Europese bevolking gedood heeft, wat ongeveer 25
miljoen slachtoffers betekent.
Enkele verhalen over de tussenkomst van de Maagd Maria om
epidemiën te stoppen.
In 1008, werd Valenciennes (Frankrijk) door een pestepidemie
geteisterd. Een kluizenaar biedt zich aan als offer. Hij krijgt een boodschap
waarin hem een verschiijning wordt aangekondigd. De bewoners worden op de
vestingmuren verwacht. In de nacht van 7 op 8 september toont de Heilige Maagd
zich aan de inwoners en twee engelen ontrollen een koord rond de stad. De Maagd
Maria belooft een einde te maken aan de epidemie indien s anderendaags een
processie georganiseerd wordt en vervolgens elke 8e september. (De
jaarlijkse processie heeft nog plaats, en vurig, voor de bescherming tegen de
moderne vormen van pest, bijvoorbeeld die van het individualisme).
In 1420 zou de Heilige Maagd aan meerdere inwoners van de
stad Faenza (Italië, bisdom Ravenna) verschenen zijn, tijdens een pestepidemie.
Een processie werd georganiseerd. De ramp stopte.
Vicenza (Italië) : tussen 1426 en 1428,
verschillende veronderstelde verschijningen aan een eenvoudige boerin. Een bron
zou ontdekt zijn en de pestepidemie gestopt.
El Miracle (Spanje, bisdom Solsona) : de zeer jonge
Maagd Maria verschijnt op 3 augustus 1458, bij Solsona, aan twee herders van
negen en acht jaar, wanneer de streek door de pest geteisterd wordt. Zij houdt
een kruis in de hand en vraagt aan de twee kinderen dat zij aan de mensen zeggen, zich te bekeren.
Pinos (Spanje, Catalonië) : woensdag 1 september
1507, bij Manresa en El Miracle, heeft Bernart Casas een verschijning van de
Heilige Maagd die met hem spreekt. De pest begint rond Cardona. De verschijning
vraagt dat een kapel zou hersteld worden en dat een priester er de dienst
waarneemt, zodat barmhartigheid verkregen wordt.
In 1630, in FornoAlpiGraie (Italië, bisdom Turijn) :
op 30 september 1630, vindt Pietro Garino, een ambachtsman, « op
wonderbare manier » een beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Loreto en van de
heilige Carolus Borromeüs, aan de takken van een boom op de heuvel waar hij
werkt.
Hij vraagt aan Maria de reden van deze ontdekking. Zij
« verschijnt hem » en vraagt hem naar de priesters van ter plaatse te
gaan opdat zij het geestelijk leven van de gelovigen met ijver zouden
aanwakkeren en de pest zou ophouden.
In 1656, in Corato (Italië, bisdom Trani) : op 17
juli 1656 verschijnt de Heilige Maagd aan priester Francesco Lojodice en houdt Zij
een pestepidemie tegen. In 1664 wordt een kerk gebouwd.
In Villanova d'Asti (Italië) verschijnt de Heilige Maagd
in 1803 aan Maria Baj, achttien jaar, die de kudde hoedt. « Ik ben de
Moeder van de Zoon van God en ik verlang door de gelovigen op deze plaats geëerd
te worden ». Het water van de vallei zou doeltreffend worden tegen de
malariakoorts.
Aan deze voorbeelden voegen wij de talloze genezingen toe,
verkregen door de medaille van rue du Bac in 1830, en nadien de genezingen in
Lourdes vanaf 1858, evenals de genezingen in Entoto, Buddu, Philippsdorf
Sprituele betekenis
In het Oude Testament, zien wij de rechtvaardige Job,
getroffen door een verschrikkelijke ziekte. Zijn familie wil hem doen geloven
dat het een ziekte is omdat hij gezondigd heeft. Job weigert God in zo een
logica op te sluiten. God geeft Job gelijk, nadat Hij hem heeft doen beseffen
dat hij een schepsel is, uit het niets.
Jezus zegt aan de mensen van Zijn tijd dat een blinde
niet blind is omdat hij of zijn ouders zouden gezondigd hebben, maar opdat de
glorie van God zou gemanifesteerd worden (Joh 9).
Dit gezegd zijnde, wanneer Jezus geneest, geneest Hij ook
de ziel. Fysische gezondheid en geestelijke bekering zijn intrinsiek met elkaar
verbonden.
Zo ook, wanneer de Maagd Maria tussenkomt om een epidemie
te stoppen, leidt Zij de bevolking tegelijk naar een geestelijke vernieuwing,
door een processie, de bouw van een kapel, of bekering.
U kan zich in de spirituele betekenis verdiepen door de
apostolische brief van Johannes Paulus II te lezen, Salvifici Doloris
van 11 februari 1984.
Cf. René Laurentin en Patrick Sbalchiero, Dictionnaire
encyclopédique des apparitions de la Vierge. Inventaire des origines à nos
jours. Méthodologie, prosopopée, approche interdisciplinaire, Fayard, Paris
2007.