Na mijn onmenselijk
vroege start woensdagmorgen, ben ik zonder kleerscheuren in Wellington
aangekomen. Heel even had ik het gevoel dat er wel iets mis zou lopen: na een
rimpelloze vlucht, werd de landing er eentje van een ander soort. Of beter
gezegd: het aanvliegen naar de luchthaven toe. Op een gegeven moment zaten we
precies met zijn allen in een reuze schommelstoel, met dien verstande dat de
beweging van links naar rechts ging De turbulentie was zowat de hevigste die
ik al meegemaakt had:best leuk, want ik
heb er het volste vertrouwen in dat de piloten ook veilig willen thuis geraken
en er dus alles zullen aan doen om ons veilig naar onze bestemming te brengen.
De landing op zich was onvoorstelbaar zacht: eigenlijk hebben we het niet eens
gevoeld toen het vliegtuig de grond raakte. Petje af voor de piloten van Air
New Zealand.
Een nieuwe stad, een
nieuw contact en een totaal andere omgeving: alle ingrediënten voor een
boeiende dag. Ik werd opgehaald door mijn gastheer voor de komende 2 dagen, die
me heel attent een ontbijt aanbood (die ene koek, die ik op het vliegtuig had
gekregen was net toereikend om me in leven te houden). Het is me niet duidelijk of de weergoden er
alles willen aan doen om me aan België te herinneren maar feit is, dat de regen
me nu al dagen achtervolgd. Daarenboven heeft Wellington op woensdag zijn
bijnaam alle eer aangedaan: windy Wellington geen haar op mijn hoofd, denkt
eraan om die bijnaam in twijfel te trekken. Gezien de regen niet uitnodigend
was voor een wandeling, werd me een gidsbeurt met de auto aangeboden. Ik werd
eerst naar Mount Victoria (de naam Victoria duikt echt overal op in de
Engelstalige wereld) genomen. Onderweg verklaarde ik nog dat Belgen echt wel
wat gewoon zijn wanneer het op wind aankomt De volgende keer, zal ik zeker een
toontje lager zingen want eens op de top van de heuvel, werd ik zowaar bijna
omver geblazen. Een ijskoude zuidenwind ontwikkelde een ongemeen harde
kracht Mijn mening over de Vlaamse wind moet dringend herzien worden! En toch
was het de moeite om hier te komen want het zicht op de stad is echt wel
fenomenaal. In tegenstelling tot Auckland is Wellington veel compacter. Water
is de constante tijdens mijn trip op het Zuidelijk halfrond en dat is hier niet
anders. De luchthaven (die de reputatie heeft om een van de moeilijkste ter
wereld te zijn net omwille van de sterke wind) strekt zich uit aan de ene kant,
terwijl de stad en zijn haven, netjes ingekapseld voor ons liggen. Vandaar
wordt ik op een rit doorheen het centrum getrakteerd en vervolgens trekken we
naar Eastbourne, aan de andere kant van de baai. Van hieruit heb je een totaal
ander perspectief op de stad Wellington.
De dag wordt afgerond met
een heerlijk avondmaal en een lange babbel met mijn nieuwe gastgezin: Zane en
Penny.
Gisterenmorgen werd ik
verwacht voor een informeel gesprek met een aantal historici. Waar hun kennis
van de Nieuw-Zeelandse betrokkenheid op het Westelijk Front, die van mij
rijkelijk overtreft, kan ik hen wel boeien met praktische informatie over de
Salient, gelinkt aan het verleden. Ik heb anderhalf uur vrij tussen 2 afspraken
in: net voldoende om de oude St Pauls kathedraal te gaan bezichtigen. Dit is
voor mij de allereerste kathedraal, die volledig in hout is opgetrokken, die ik
te zien krijg. Het gebouw dateert van 1860 en is door de jaren heen
verschillende keren uitgebreid. Het vakmanschap dat hier aan de dag gelegd
werd, moet iedere bezoeker met verstomming slaan: het is gewoonweg subliem.
Deze praatvaar legt natuurlijk heel snel contact en dan blijkt dat ik de
conservator (want momenteel is deze kathedraal niet meer in gebruik) aan de
haak geslagen heb: een prima rondleiding is de kers op de taart van dit bezoek.
Op naar de volgende stop
en dat leidt me naar de NZ archieven. Ik wordt er verwacht voor een rondleiding
door een van de 10 historici, die hier aan de slag zijn. Graham legt me heel
gedetailleerd uit wat soort informatie hier kan worden opgevraagd en hoe zij
een essentiële schakel kunnen zijn in het opzoeken van gegevens aangaande een
verwante die in WO I betrokken was. Helemaal optimaal is de situatie (nog) niet
want alle dossiers van soldaten, die ook in de 2de wereldoorlog
hebben gevochten, zijn hier niet te vinden. Daarenboven ligt er nog een enorme
uitdaging op hen te wachten: alle bataljon dagboeken moeten nog worden
gecatalogeerden dat zal hen zeker voor
een tijd zoet houden!
Een snelle stop bij mijn
gastgezin geeft me de kans om me op te frissen en om te kleden want s avonds
had ik een lezing voor de nationale RSA op het programma. De lezing verloopt
uiterst vlot al heb ik wel te maken met een afstandsbediening, die het laat
afweten. Ik heb op mijn tocht al voor hetere vuren gestaan en laat me niet uit
mijn lood slaan. Een dik anderhalf uur later, komen heel wat mensen uit het
publiek me persoonlijk danken voor de moeite die ik gedaan heb. Velen van hen
plannen een bezoek aan de Ieperboog deze avond heeft hun honger zeker
aangescherpt.
Penny verrast ons met een
lekker avondmaal: het ideaal moment om bij te praten. Wanneer ik mijn gastheer
naar oprechte feedback over mijn presentatie vraag, krijg ik als enige
opmerking te horen dat er een spellingsfout in mijn power point geslopen is
(shame on me!) en dan nog wel eentje, die ik zeker zelf had moeten opgemerkt
hebben. Verder geeft hij aan dat hij onder de indruk was van mijn aparte
invalshoek en van de passie waarmee ik het verhaal breng. Hij raadt me dan ook
aan om een pen ter hand te nemen en te beginnen aan dat boek De discussie doet
me twijfelen waar ik een nieuwe toekomst zal vinden. Trek ik me terug in een
kamer om te schrijven of ga ik varen en deel ik mijn kennis met allerlei
mensen. Ik ben er eerlijk gezegd nog niet helemaal uit
Een vroege start deze
morgen, want mijn gastheer heeft een belangrijke vergadering. Na een ontbijt in
de locale koffiebar, wijt ik me aan mijn mail (ik ben er dan toch in geslaagd
om één plaats met WIFI te vinden, de kans om een klavertje vier te vinden is
volgens mij een stuk groter). Om 11 uur heb ik een afspraak met een groep historici
die zich bezig houden met de herdenkingsperiode van 2014-2018. Zij bestoken me
met heel wat vragen waarop ik nu in alle eerlijkheid, geen pasklaar antwoord
kan verzinnen.
Ondertussen zijn we een
aantal uren verder. Ik heb net een bezoek aan de Beehive achter de rug: het NZ
parlementsgebouw. Een heel speciale architectuur, die mij echter maar matig kan
bekoren. Efficiëntie was in de jaren zestig duidelijk geen prioriteit, dat
wordt hier pijnlijk duidelijk. Na een boeiende rondleiding, die op verrassende
wijze gekruid werd door een NZ dame, die de gids het vuur aan de schenen legde,ben ik nu in het station terechtgekomen. Driemaal
raden ook hier is er geen WIFI te bespeuren. Ik tokkel dus rustig verder aan
dit verslag in een word document, waarvan ik hoop dat ik het vandaag nog zal
kunnen opladen.
Wellington is me heel
goed bevallen: het is een vriendelijke, kraaknette en makkelijk te navigeren
stad: het compacte centrum resulteert in het feit dat alles binnen
wandelafstand ligt. In de gezellige drukte, zie je een verscheidenheid aan
mensen voorbijkomen. Wat me hier vooral opvalt is het feit dat de Maoris heel goed
geïntegreerd zijn in de maatschappij.
Jullie zien het al: ik
ben er gisteren niet meer in geslaagd om dit op mijn blog te krijgen. Neil, die
me kwam ophalen aan het station, heeft me stante pede naar de vergaderruimte
gebracht, waar er reeds een aantal mensen op me zaten te wachten. Ongelofelijk
maar waar: een aantal toehoorders blijken vroegere gasten van Varlet Farm te
zijn. Sommige van hen hebben meer dan anderhalf uur overbrugd om deze avond
niet te missen. Ik wordt er even stil van
Na enige verwarring
omtrent mijn nieuwe verblijfplaats, kom ik terecht bij een jong koppel, dat me
heel gastvrij in hun huis opneemt. De kranten staan vol met nieuwsberichten
over alles wat verkeerd loopt in deze wereld: het vele mooie, dat mensen elkaar
aanbieden haalt de geschreven pers niet. Indien ik een journalist zou zijn, dan
zou ik vooral deze boodschap willen brengen: geloof in de goedheid van de
mensheid!
Deze keer komt mijn
verslag uit een hotelkamer, dicht bij de luchthaven van Auckland, want
morgenvroeg zit ik nogmaals op het vliegtuig, dit keer richting Wellington.
Mijn eerste bezoek
gisteren was aan een locale middelbare school, met dien verstande dat het de
grootste school op het zuidelijk halfrond is. Ik had die uitleg niet eens van
doen om te beseffen, dat dit een school van een meer dan doorsnee formaat was,
om het zacht uit te drukken. Niet minder dan 3000 scholieren lopen hier rond,
netjes in het uniform, want daarin verschillen de scholen niet van
Australië.Ik had er een lezing,
gespreid over 2 lesuren, en dat is echt wel luxe: ik kan de groep de nodige
inleiding geven voor ik aan het werkelijke verhaal begin. Voor deze jongeren is
het niet alleen een verhaal ver terug in de tijd, maar daarenboven ook nog
eentje ver van hun bed. Niets van dat alles blijkt een rem te zijn om hun
aandacht te pakken en bijna 2 uur lang te houden. Ongeacht de omvang van deze
school; ze hebben het jonge volkje wel degelijk onder controle.
Lezingen geven is
natuurlijk geen zwaar werk, vandaar dat een lichte lunch (mmm heel lekker
brood hier!) meer dan voldoende is, voor we (en dat is dan Sandi en ikzelf) we
ons op pad begeven naar de volgende afspraak. Dat blijkt een middelbare school
van veel kleinere omvang te zijn. Deze jonge mensen komen volgend jaar naar het
Westelijk Front voldoende garantie om van een geïnteresseerd publiek verzekerd
te zijn.Het wordt een gemoedelijke
babbel met jongeren, die me na afloop zelfs persoonlijk komen bedanken. Hier
kan je geen prijs op plakken:de
oprechte dankbaarheid kan je nergens kopen!
En dat er Vlamingen zijn
aan de andere kant van de wereld, kan ik persoonlijk bevestigen: ik verbleef
gisteren immers bij een gemengd Vlaams-Nieuw-Zeelands koppel. Lode had me heel
attent gevraagd wat ik als dinner verkoos driemaal raden? Biefstuk friet,
natuurlijk, dat is een weggever. Dit is waarachtig de eerste frietpot, die ik
gezien heb sedert maanden. Onze Belgische boeren zweren bij hun blauw-wit vee
wanneer het erop aankomt om een malse biefstuk te produceren. Geen dikbillen
hier maar wel vlees dat echt smelt in je mond. Vraag me niet naar het geheim
maar wat betreft smaak en malsheid kan dit vlees zonder twijfel de vergelijking
doorstaan!
Gisteren de grootste
school, vandaag de grootste file! We zijn deze morgen ruim op tijd vertrokken
om een afstand van een kleine 50
km te overbruggen (en niet op binnenbaantjes hé). Wel
dat heeft ons 1.45 uur gekost we konden net zo goed de fiets genomen hebben.
Het doel van onze trip was een middelbare school aan de andere kant van
Auckland. Met precies 2 minuten vertraging zijn we er geraakt. Het bleek een
school van architecturale uitersten te zijn: centraal stond het oude schoolgebouw,
prachtig gerestaureerd, te pronken met een grandeur, die onmiddellijk duidelijk
maakt dat dit een privé school is. Daarnaast vonden we de meest moderne
gebouwen. De klas bestond bijna volledig uit Aziatische studenten. Even vreesde
ik dat ik Chinees (figuurlijk dan) voor hen zou spreken, maar uiteindelijk
besefte ik heel snel dat deze groep vooral geïnteresseerd was in data wel ze
hebben gekregen wat ze vroegen: heel wat feiten en data . Genoeg om hen lange
tijd zoet te houden.
Na een koffiestop bij
Sandis moeder (die kon bijna haar oudere zus zijn, zo fris zag deze dame
eruit), ben ik uiteindelijk aangekomen in mijn hotel. Voor een habbekrats heb
ik een ruime kamer, een aparte keuken en een badkamer. De inrichting valt niet
onder de noemer luxueus maar wat mij betreft: ik ben dik tevreden!
Het zal een korte en
eenzame avond worden : kort omdat ik morgen om 4.30 uur uit mijn bed moet en
eenzaam omdat dit de eerste nacht sedert maanden is, dat ik niet bij een
gastgezin verblijf. On the bright side: ruimschoots tijd om te bloggen en daar
genieten jullie dan weer van!
Het zou me trouwens
plezier doen te horen wat jullie van mijn blog vinden. Ik heb pas een paar
dagen geleden ontdekt dat er commentaren in mijn gastenboek staan. Met mijn
blijvend gebrek aan technologie, dacht ik dat ik via mail verwittigd zou worden
indien er daar een bericht werd achtergelaten. Niet dus sorry dus dat ik niet
gereageerd heb op de commentaren. Ik zal er vanaf nu wel een oog op houden.
Reageren kan natuurlijk ook altijd via mail, die krijg ik zeker te zien en dan
is het leesgenot eens aan mijn kant!
Mijn zoveelste stop in een luchthaven Ik heb al meerdere keren geschreven dat dit een habitat is waar ik me goed voel. Al wil ik er dit maal onmiddellijk aan toevoegen, dat de luchthaven van Brisbane een minder positieve indruk zal nalaten.
Is het omdat ik een internationale vlucht voor de boeg heb dat er geen self check-in is? Net nu ik alle knepen van het vak onder de knie heb De enige kans om de instapkaart te bemachtigen is aanschuiven in de ellenlange rij, die tergend traag korter wordt.
Eens ik de kop van de rij bereikt heb, vraagt de bediende mijn hele reisschema. Dat wordt dus spitten in mijn kleine blauwe koffer. Het gevraagde document komt al snel aan de oppervlakte ik ben dus geen illegale reiziger, die ongemerkt aan boord probeert te geraken. Volgend punt van discussie: mijn kleine blauwe koffer heeft zowat de halve wereldbol rondgereisd zonder het minste probleem maar nu blijkt dat de gewichtslimiet teruggeschroefd is naar 7 kg. De meter van de schaal zwiept ongegeneerd naar 11 kg, wanneer ik , vol vertrouwen (maar met een klein hartje) mijn handbagage op de band deponeer. Hier zal ik niet mee wegkomen, zoveel is duidelijk. Er zit niets anders op, dan een hele papierwinkel uit mijn koffer te halen. Leuk is anders: ik heb nu een handtas, een blauwe koffer en . Een plastieken draagtas met mijn papieren! Mijn Vlaamse logica vertelt me dat ik nog steeds evenveel totaal gewicht heb
Ik heb met wat pijn in het hart afscheid genomen van mijn gastgezin. Zelfs de kookaburras hebben afscheid genomen: met een denderend lachsalvo in mijn oren, verlaat ik het land, datvan meet af aan, een diepe indruk op me heeft nagelaten. De afgelopen drie maanden zijn gewoonweg heerlijk geweest:een openbaring over de ganse lijn, een ontdekkingstocht, die me ongetwijfeld wijzer gemaakt heeft. Ik zeg hierbij een oprecht dank je wel aan mijn vele Australische gastgezinnen. Jullie gastvrijheid is, wat mij betreft, de sterkste stroef van dit land. Ik heb een proevertje gehad, dat naar meer smaakt
Mijn verblijf in Oz werd afgerond met een etentje, waarop ook een vriendin des huizes werd uitgenodigd. Het is een avond vol van grollen en grappen geworden, want zowel Charles als Elizabeth bleken over een ruime dosis Australische humor te beschikken. Zelfs na een leerschool van verschillende maanden, moet ik toegeven dat het me niet altijd lukt om gelijke tred te houden. Mijn Belgisch gevoel voor humor is nog altijd vatbaar voor verbetering!
Ik heb op mijn tocht door dit onmetelijk land heel veel opmerkelijke mensen ontmoet. En eigenlijk past mijn laatste gastgezin ook in die categorie. Ik deel met Charles de passie voor WO I, zij het dan vanuit een heel ander gezichtspunt. Hij is de artistieke man (ik heb hier echt veel meer mensen met een creatieve geestontmoet dan in om het even welk ander land) die gewapend met een camera probeert te verwoorden wat dit stuk geschiedenis bij hem losweekt. Een aantal van zijn fotos zijn te zien op deze website www.centenaryofww1.com
Waar ik goed uit mijn woorden kom, is hij vooral goed om een sfeer op beeld vast te leggen. En soms benijdt de een de ander dat is het leven
Ondertussen zijn we weer al een paar dagen verder. Ik kan soms gewoon niet volgen, zo snel vliegt de tijd voorbij. Sandi heeft me opgehaald op de luchthaven en me , na een ommetje op een van de 36 uitgedoofde vulkanen waarop Auckland gebouwd is, naar mijn gastgezin gebracht. In dit geval mensen, die ik nog nooit ontmoet had maar met wie het onmiddellijk klikte. Chris en Georgina hebben me met open armen ontvangen. Ze hebben alle registers opengetrokken in die zin, dat er s avonds een etentje gepland werd met andere leden van de Passchendaele Society.Deze vereniging aan de andere kant van de wereld, zet zich in om de herinnering aan de slagvelden van Passendale levendig te houden. Hun doelstelling is om de invloed van de eerste wereldoorlog op de gemeenschap en de verdere ontwikkeling van deze natie te onderstrepen ( www.passchendaelesociety.org ) Ik kwam terecht naast Mike, een (verstrooide) professor, die een heel aangename tafelgenoot bleek te zijn. Zijn kennis kon me gewoon achterover blazen maar eigen aan de Nieuw-Zeelandse cultuur, blijft hij heel bescheiden. Mijn eerste avond hier is een meevaller van formaat. De vele Aussies, die me voorspelden dat ik wel eens verknocht zou kunnen geraken aan hun extra provincie (zoals ze NZ plagend noemen), hebben het bij het rechte eind: de start is alvast veelbelovend.
Gisteren was een dag van concentratie: ik had een lezing in het Auckland War Memorial Museum voor een uitgelezen publiek. Om een onduidelijke reden had ik heel wat meer last van zenuwen dan de afgelopen lezingen. Op zich zijn zenuwen niet zo erg een probleem, zolang ze mijn zelfzekerheid niet ondermijnen. En gisteren had ik toch wel even een aarzelende start maar eens vertrokken, liep het weer helemaal vlot. De wetenschap dat er een camera vlak voor mijn neus stond, die al mijn bewegingen onmeedogenloos registreerde, zalongetwijfeld ook een rol gespeeld hebben. Het deed me dubbel plezier om de gelukwensen te mogen horen van heel wat aanwezigen. Een paar dagen geleden heeft Glyn Harper (een van NZ bekendste historici) hier een lezing gegeven. Toen een aantal mensen me vertelden dat ik niet moet onderdoen voor hem, voelde ik toch wel een stukje trots naar boven komen. Ik vergeet niet van waar ik kom maar zeker ook niet waar ik naartoe wil en dat betekent dat ik nog heel wat werk voor de boeg heb!
Na de lezing, werd ik rondgeleid door de curator van het museum. Een heel vriendelijke, warme vrouw, die met veel gevoel praatte over de verbondenheid van onze beide landen.
Nationale feestdag waar ga je dan uit eten in Auckland? In een Belgisch biercafé is het antwoord. Ik ben geen bierdrinker, dat heb ik aan de kiwis overgelaten: terwijl zij de economie van ons land ondersteunden door streekbieren te degusteren, heb ik mijn steentje bijgedragen aan hun economie: voor mij is een glas Pinot Gris niet te versmaden (het moet niet altijd Sauvignon Blanc zijn!). Ik heb op mijn trektocht al meerdere malen frietjes te eten gekregen maar nergens van deze kwaliteit. Om nog maar te zwijgen van de mayonaise!
Vandaag is een rustige dag geweest: een luie morgen met daarna een bezoek aan Helen Pollock, wiens kunstwerk in 2007 inhet Memorial Museum Passchendaele 1917 stond opgesteld. Ik heb een gezellige babbel gehad met een dame, die een aantal jaren terug ook heel drastische beslissingen genomen heeft. Een gelijkgestemde ziel, die weet wat het betekent om je vrijheid beknot te zien
De dag werd afgesloten met een privé rondleiding in het Navy museum. Een nieuwe openbaring Ik besef al heel snel dat ik verdraaid weinig (en dat is dan nog zacht uitgedrukt) weet van de NZ geschiedenis. Dit museum is klein maar fijn en had me nog uren kunnen zoet houden. Er was echter niet voldoende tijd om alle informatie in me op te nemen. Kon ik die klok maar stil zetten: geloof me vrij, er zijn talloze momenten geweest waarop ik dat maar al te graag zou gedaan hebben!
En nu is het echt wel bedtijd want morgen ben ik van dienst in 2 scholen no rest for the wicked!
Hoog en droog in de
donkere nacht op weg naar Brisbane, dat is waar ik me nu bevind.
De afgelopen dagen zijn
gewoon voorbijgevlogen. En toch zullen deze dagen een blijvende indruk op me
nalaten. De warmte, die John en Jo me gegeven hebben, valt moeilijk in woorden
te vatten. Toen ze, dik 10 jaar geleden, voor de eerste keer naar Varlet Farm
kwamen, hadden we vanaf het eerste moment een sterke connectie. Het contact is
met de jaren weliswaar wat verwaterd, maar dat gevoel van verbondenheid kwam
onmiddellijk weer tot leven vanaf de eerste minuut.
Maandag betekende voor
mijn gastgezin dat een nieuwe werkweek voor hen lag. Voor mij hield dat in, dat
ik tijdens de dag alleen zou zijn. Niet getreurd: indien er iets is, dat ik de
afgelopen maanden geleerd heb, dan is het de wetenschap dat alleen zijn niet
hetzelfde betekent als eenzaam zijn. Ik kan nu best om met de stilte om me
heen, al besef ik natuurlijk wel dat de honger om mensen te ontmoeten nooit
echt ver weg zal zijn.
Na heel wat schrijfwerk
(ik lijk soms wel een kantoorjuffrouw, die vol overgave haar papierwerk
aanvalt) besluit ik om de namiddag te vullen met een wandeling. Gezien ik over
geen kaart beschik, zal ik me moeten concentreren om de ankerpunten, die ik
voorbij stap, te herkennen. Geen spitse kerktorens, die je steeds helpen om je
oriënteren, in de Australische steden. Hier zie je vooral bomen en die zien er
verdorie allemaal eender uit!
Een fikse wandeling
brengt me naar het golfterrein en dat is voor mij een dubbele zegen. Niet
alleen bieden de golfterreinen een mooi stukje natuur maar je krijgt er het
sociaal contact gratis bovenop. Omdat mijn gastvrouw me verteld had, dat er
zich een botanische tuin in de buurt van het golfterrein bevond, trok ik mijn
stoute schoenen aan,en besloot om een
verwoed golfer de weg te vragen. Een verwonderde blik, gevolgd door een
stortvloed van woorden, en ik was weer wat wijzer: er bleek zelfs een kleine
zoo in de buurt te zijn.
De zoo bleek vooral aan
de beschrijving klein te voldoen. Dat gezegd zijnde, bleek het een
onverwachte parel te zijn, want er bevond zich een stukje echt regenwoud, pal
in het midden.Wat betreft het aanbod
aan dieren: laat me toe diplomatisch te zijn door te stellen, dat het niet
overweldigend was. Eén troef werd er wel handig uitgespeeld: er bleken 3
levende teddybeertjes te wonen, die je tot op een paar meter kon benaderen. Een
kans om een koala van zo dichtbij te fotograferen laat je natuurlijk niet
liggen. Ik durf nu met stelligheid beweren, dat die lievertjes een speciale
training : hoe draai ik me weg van een fototoestel, gekregen hebben. Het
heeft me een dik half uur geduld gekost om het bovenstaande resultaat te halen!
Geen kangoeroes, geen
apen (de kooien werden vernieuwd) maar een hele resem kleurrijke vogels, de ene
al luidruchtiger dan de andere. Al met al, zou ik deze zoo omschrijven als een
hidden gem, dat ik best wel naar waarde wist te schatten.
De terugweg bracht me
opnieuw naar het golfterrein, waar een diep geconcentreerde veertiger, een
balletje met haast militaire precisie van het ene oefenputje naar het andere
sloeg. Genoeg om mijn nieuwsgierigheid te wekken natuurlijk. In het gesprek,
kom ik te weten dat hij een beroepsspeler uit Melbourne is, die speciaal voor
een toernooi naar Rockhampton is afgezakt. We spreken hier wel over een afstand
van dik 1500 km Wanneer ik hem vraag of hij dan iedere dag golf speelt, leer
ik al snel dat eindeloos oefenen de sleutel tot succes is. Ik weet meteen dat
ik nooit een carrière in deze sport zal beogen: uren geduldig tegen een
balletje kloppen om the feel te krijgen het chronisch gebrek aan geduld waar
ik mee geboren ben, zou me van meet af aan veroordelen! Terwijl golf in ons
land een elitesport is, blijkt het voor de doorsnee Australiër een geliefd
tijdverdrijf te zijn. De Mike Tysons zijn echter dun gezaaid in deze wereld: ik
krijg al snel te horen dat je als gemiddelde prof niet mag dromen van het grote
geld. De vele reizen naar verre bestemmingen blijken echter voldoende
compensatie voor de soms magere inkomsten te zijn.
Op dinsdag sta ik voor
een nieuwe uitdaging: de schoonbroer van mijn gastheer is een verwoed visser.
Ooit een meer dan succesvol advocaat maar nu een natuurmens van het zuiverste
soort. Ik word uitgenodigd voor een dag wijting vissen wat inhoudt dat ik opnieuw
richting kust trek. Jef staat erop om me een stukje onontgonnen kust te tonen.
Als goede vriend van een grootgrondbezitter, heeft hij de sleutels van de
poorten, die ons toegang verlenen tot eindeloze weiden. Het lijkt wel of ik
persoonlijk in de doornvogels (je weet wel, die serie met Richard
Chamberlain, een dikke 25 jaar geleden) terecht gekomen ben. De vier maal vier
, baant zich een weg over modderige paden, die soms nauwelijks zichtbaar zijn.
Op een gegeven moment komt een hele zwerm kangoeroes uit het niets voor ons
opdagen. Ze hoppen heel elegant voor ons uit, alsof ze de wagen niet eens
bemerkt hebben. Ervaren de reporters van natuurdocumentaires nog dezelfde
adrenalinestoot als ik op dit moment???
Na meer dan een half uur
modder ploeteren, bereiken we de verborgen parel: een strand van meer dan 20 km lang waar er letterlijk
geen mens te bespeuren valt. De grijze luchten belemmeren het zicht om
prachtige fotos te maken maar ik kan jullie verzekeren dat dit plekje toch wel
heel dicht bij het aards paradijs moet aanleunen! De netten worden uit de jeep
geladen en daar gaan de 2 mannen (Jef heeft nog een vriend opgepikt onderweg)
het koele water in. Ik ben voor de gelegenheid meer dan kleurrijk uitgedost met
een short van de zoon (in hippe kleuren) en een, laat me zeggen ruim bemeten
T-shirt van John. Sportschoenen en een hoed maken mijn look helemaal compleet.
John en Jo hebben me herhaaldelijk op het hart gedrukt dat ik me goed moet
insmeren met zonnecrème. Wanneer ik laat weten dat de kans om te verbranden
wanneer de zon zich schuilhoudt in de US, zo goed als onbestaande is, wordt ik
onmiddellijk gewezen op het feit dat er nergens ter wereld zoveel UV straling
is als in Australië en dat dit, jammer genoeg, resulteert in een ongemeen hoog
aantal huidkankers.
Het net wordt in een
halve cirkel beweging door de golven gesleept om dan op het strand te buit
binnen te halen. Ik blijf erbij dat het zicht van mijn melkwitte benen, iedere
vis in een straal van 500
meter afgeschrikt hebben en dat blijkt nog waar te zijn
ook. Behalve een pijlstaartrog, die behoorlijk gevaarlijk blijkt te zijn, valt de
vangst heel mager uit: met amper 6 vissen wordt de handdoek in de ring gegooid.
De rog is er eentje van het soort dat de crocodile maneen aantal jaren geleden gedood heeft.
Steve Irwin waagde zich in de nabijheid van de levensgevaarlijke krokodillen om
uiteindelijk door de stekel van zon rog te sterven. Meer dan brute pech want
die stekel had net zijn hart getroffen
Na de vangst gaat het
richting beach house, waar de wijting vakkundig gefileerd wordt en met de
nodige kookinstructies aan me wordt overhandigd. Uiteindelijk blijkt Jef het
geheugen van deze Vlaamse madam niet al te ver te vertrouwen want voor het
afscheid, steunt hij erop dat ik Jo moet zeggen hem te bellen, teneinde het
recept rechtstreeks te horen. Feit is dat de advocaat een carrière als kok
gemist heeft: zijn recept is er eentje van de bovenste plank de wijting smelt
in de mond. Amper 6 uur na hun onfortuinlijk einde in een net op het strand,
strelen ze mijn smaakpapillen met een smaak die ik wellicht nooit meer zal
ervaren. De laatste dag wordt er eentje vervuld met wat weemoed. Het besef dat ik dit vriendelijk land binnenkort achter me laat, op weg naar een nieuw avontuur, gooit me terug in de tijd. Minder dan 7 maanden geleden, stond ik aan het begin van deze tocht, die zonder twijfel de rest van mijn leven blijvend zal beïnvloeden. Bepaalde lessen kun je nu eenmaal niet op een schoolbank leren en laat het duidelijk zijn dat het net die lessen zijn, die me voor altijd zullen bijblijven.