Aan wat een dirigent denkt, als het koor vals zingtxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Iedereen die in een koor zingt, kent het wel: je begint aan een stuk en gaandeweg voel je dat je eigenlijk niet meer op toon zit. Meestal zijn we bezig met zakken (soms gebeurt het tegenovergestelde, maar dat is veel gemakkelijker te verhelpen). Als dat tijdens een repetitie gebeurt dan kan de dirigent of de begeleider met het nodige sarcasme na het slotakkoord het zijn koorleden nog eens goed inpeperen door het eigenlijk juiste akkoord eens flink op de piano te laten horen.
Globaal kan men zeggen dat bij detoneren (= het van de juiste toonhoogte geraken) in neerwaartse zin de zanger(es) te weinig 'doet of kan en dat bij detoneren in opwaartse richting men te veel 'doet of denkt te 'kunnen. Hetzelfde geldt voor de dirigent: dirigeert hij te slap, te klein, te laag, te futloos, te weinig enthousiast, of 'doet-hij-of-zij-zo maar-wat, dan moet het koor wel zakken, of het wil of niet. Wordt er evenwel te gespannen, te groot, te hoog, te druk, te nerveus of met veel te veel onnodige gebaren gedirigeerd, dan moet het koor wel stijgen, of het wil of niet.
Zingen is voor het overgrote deel luisteractiviteit, voor een kleiner gedeelte zangactiviteit. Als te luid gezongen wordt en er meer naar de eigen stem dan naar die van de buren geluisterd wordt is men op de verkeerde weg. Kortom: luisteren (bij meerstemmige muziek naar andere dan de eigen koorstem, is wezenlijk.
Laat vooraf het orgel of de piano kort preluderen op het gezang, het oor went aan de tonaliteit. Een vluchtig orgelakkoord is vaak onvoldoende voor een goed begin.
Voorwaarde voor zuiver zingen is dat men in het koor elkaar (én de andere stemmen in geval van meerstemmigheid) kan horen. Ook in de kerk: wees niet tevreden met zo maar een opstelling, of met één die door de traditie vanzelfsprekend is geworden. Experimenteer met het creëren van een andere opstelling, een andere plaats, etc. Een groot koor, opgesteld in vier rechte rijen achter elkaar: waarschijnlijk zullen de mannenstemmen nauwelijks iets van de vrouwenstemmen horen, bijgevolg niet zuiver kunnen intoneren. Hetzelfde koor, twee rijen dik opgesteld in een grote halve cirkel zal wél in staat zijn te horen wat en hoe de andere stemmen zingen!
Inzingen voor de repetitie is nodig om de stem 'op te warmen, om geactiveerd te worden, om tot rust en ontspanning gebracht te worden.
En natuurlijk denkt de dirigent: verdorie: ik heb het weer niet goed(genoeg) gedaan.
|