DIRIGENT (v. Lat. dirigens = richtend, regelend), xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
leider van een vocaal, instrumentaal of gemengd ensemble van musici, die tot taak heeft het ensemble zodanige aanwijzingen te geven dat een compositie op de meest verzorgde wijze tot klinken wordt gebracht.
De dirigeerkunde in ruime zin is bijna even oud als de muziek: de koorleider, die in de Griekse oudheid met een met ijzer beslagen schoen de maat stampte bij de koren van de tragedies, is reeds als dirigent te beschouwen.
Het met de hand muzikale aanwijzingen geven ontstond in de door Gregorius de Grote gestichte Schola Cantorum. Deze directie omvatte vnl. het aanduiden van de verschillende intervallen en van het verloop van de melodie; daar er vóór ca. 1000 geen zuivere melodienotatie bestond), was het uitbeelden van de toontrappen een belangrijk hulpmiddel om de melodie te onthouden.
Met de opkomst van de duidelijke maatnotatie, waarbij de noten een bepaalde tijdsduur werd toegekend, begon de dirigent zich te onderscheiden van de overige executanten. De dirigeerslag die ca. 1600 werd ingevoerd, maakte het mogelijk uit te beelden hoeveel noten binnen een bepaald tempus vielen, dwz. tussen een door de dirigent gebaarde op- en neerslag.
|