Gisteren zijn we begonnen met het bekijken van het gregoriaanse gezang Puer natus est, gregoriaans dat de oudste bekende muziek is uit onze Westerse wereld. Hoe oud blijkt wel uit het volgende: xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Tussen de jaren 0 en 600 zijn vele verschillende plaatselijke christelijke liturgieën ontstaan, waarvan we niet veel concreet weten. Wel is zeker dat waar het christendom verspreid wordt, de plaatselijke muziek ook een rol speelt in de ontwikkeling van de liturgische muziek. Dat betekent dus grote verschillen tussen de muziek in gebieden als bijvoorbeeld het huidige Italië, Frankrijk en aan de andere kant Libanon en Syrië.
Volgens een legende uit de negende eeuw was paus Gregorius de Grote namelijk de schepper van het hele gregoriaanse repertoire. Een duif zou Gregorius de gezangen in het oor gefluisterd hebben, waarna de heilige ze zingend dicteerde aan een achter een scherm gezeten schrijver. Nieuwsgierig geworden door de vele onderbrekingen in de voordracht van de paus besloot de schrijver een kijkje aan de andere kant van het scherm te nemen. Daar zag hij op de schouder van Gregorius de duif zitten (symbool van de Heilige Geest)

De oorsprong van het Gregoriaans ligt in de muziek van de Joodse synagoge. Daarom zijn als kenmerken uit de Joodse muziek te herkennen:
- het responsoriaal gezang (wisselzang tussen voorganger en koor)
- de psalmodie ( het reciteren op één toon met een kleine aanhef en slotcadens)
- het melismatisch zingen (meerdere tonen worden gezongen op één lettergreep).
Het Gregoriaanse repertoire bestaat uit 3000 overgeleverde melodieën. De belangrijkste functie van het Gregoriaans was de geloofsgemeenschap in een stemming van vroomheid te brengen. De muziek stond dus volledig in dienst van het geloof.
Over hoe het Gregoriaans ritmisch moet worden uitgevoerd zijn de meningen verdeeld. Het is voldoende te weten, dat het ritme vrij is, dus niet gebonden aan vaste maatschema's. Uitvoering van het ritme wordt bepaald door de voordracht van de tekst. Het notenschrift dat in de oudste handschriften voor het Gregoriaans wordt gebruikt, is het neumenschrift. Dit is het begin van muzieknotatie in de westerse muziek: de toonhoogte is bij benadering gegeven als een soort geheugensteun, de ritmische structuur is niet gegeven.

http://www.youtube.com/watch?v=eaX1PXQp-aI&feature=related
|