Ik ben geen grote fan van de "Blijf
in uw Kot" richtlijn. Het maakt dat we ons allemaal nóg meer op onszelf en in
onze eigen kleine kring terugplooien. Het maakt dat onze samenleving nog verder
versnippert in kleine cocoontjes waarbinnen we alléén met onszelf bezig zijn.
Het cement van onze samenleving dreigt te verbrokkelen, en als dit allemaal
afgelopen zal zijn, zullen we vermoedelijk nog altijd wat "afstandelijk" tegenover de anderen blijven. En dan is er ook nog de
verschrikkelijke eenzaamheid van zij die alléén wonen: de ouderen, maar ook
jongere singles of alleenstaanden; wekenlang helemaal alléén in een kamertje of
in een appartementje. Voor velen zal dit nooit meer goed komen, vrees ik.
Maar de maatregelen zijn wat ze zijn, en ze zijn er ondermeer gekomen
omdat té veel mensen blijkbaar niet uit zichzelf het gezond verstand hebben om
te doen wat nodig en vanzelfsprekend is bij een besmettelijk virus. Als
iedereen spontaan wat discipline aan de dag zou leggen, dan was dit allemaal niet
nodig geweest. Helaas lopen er op deze planeet nog altijd ontzettend veel
idioten rond die menen dat zij van niemand lessen te leren hebben, en die
alléén met zichzelf begaan zijn.
Hoe dan ook: de maatregelen zijn er, en dus hebben we ons eraan te
houden. Met onze goesting, of met tegenzin.
Toegegeven: de richtlijnen zijn niet altijd even duidelijk of
rechtlijnig, en niet altijd even consistent. (Je mag wél naar een natuurgebied
rijden als je een kindje hebt van minder dan zes jaar. Maar wie een kindje van
zeven jaar heeft, die mag niet met de auto naar het bos?) En af en toe loopt er
iemand tegen de lamp omdat hij/zij de maatregel verkeerd heeft begrepen. Of
omdat de politie de instructies verkeerd heeft geïnterpreteerd.
Dat zijn "onschuldige slachtoffers".
Maar er zijn er ook die doelbewust en opzettelijk de regels overtreden. En die
moeten hard aangepakt worden.
Helaas beginnen de politiek-correcte groen-linkse denkers dan
onmiddellijk weer luidop te roepen.
En dan hebben ze het over een "politiestaat"
of over een "Naziregime", en ze
denken dat ze zich alles mogen permitteren omdat ze intellectuelen zijn.
Of dan hebben ze het over "buitensporig
politiegeweld".
Ik heb ooit, in een ver verleden, nog enige sympathie gehad voor
Pascal Smet, heden ten dage Staatssecretaris voor Van-alles-en-nog-wat in de
Brusselse Gewestregering. Maar de man is meer en meer uitgegroeid tot het
prototype van een linkse populist die ondermeer vindt dat de politie per
definitie fout is en de opposanten van de politie per definitie gelijk hebben.
Zijn reactie op de rellen in Anderlecht van het voorbije weekend was
ronduit schokkend: het was de schuld van de politie die te hard en "op de verkeerde manier" was opgetreden
tegen die arme jongeren-met-een-migrantenachtergrond.
(Voor wie het verhaal niet gevolgd heeft: De politie had de avond
ervoor een jongere achtervolgd die, tegen de corona-richtlijnen in, met een
vriend aan het rondstruinen was op een scooter, en die gevlucht was toen de
politie hem tot staan wou brengen om hem te beboeten. In zijn stommiteit was de
jongen daarna tegen een politiecombi aan geknald, en hij had het niet
overleefd. En daarop waren de Anderlechtse hangjongeren, uiteraard na een
oproep via Facebook, massaal op straat gekomen om "vreedzaam" te protesteren. God mag weten waartegen er moest
geprotesteerd worden, maar goed.)
De waarheid is dat het om een stel rebellerende kerels ging met een
onvoorstelbaar ego en een buitensporig machogedrag, die denken dat ze zich
alles kunnen permitteren omwille van hun migranten-afkomst. Want wie er een
opmerking over durft te maken, is een "racist".
Dat ze niet alléén het samenscholingsverbod aan hun laars gelapt hebben, maar
bovendien ook nog een spoor van vernieling hebben achtergelaten (en een
politiewapen hebben gestolen), toont maar al te goed dat dit niet een reactie
was op de strenge corona-maatregelen, maar vooral een zoveelste uiting van
afkeer tegen, en minachting voor, de maatschappij waarvan ze dan weer zelf wél
respect en steun verwachten.
En de groen-linkse politici willen dat allemaal met de mantel der
liefde bedekken. Want het zijn tenslotte wél potentiële stemmen bij de volgende
verkiezingen, hee.
Ik heb vorige zaterdag opnieuw een lange wandeling gemaakt: ongeveer
10.000 stappen.
Ik moet eerlijk bekennen: ik doe dat niet omdat het zo gezond zou
zijn, of om wat calorieën kwijt te raken of overtollig buikvet, of voor mijn
conditie. Ik doe het vooral omdat ik, zoals iedereen, een grote behoefte heb
aan een opsteker af en toe: een complimentje, een bloemeke, een pluimpje. En
mijn stappenteller is daar een kei in: ook de voorbije zaterdag was die weer
ontzettend lief voor mij. "Je doorzetting
is bewonderenswaardig!" liet hij me weten. Ik fleurde direct op, en kon
daarna de hele wereld aan. Mijn smartphone en ik: dikke vrienden, en we hoeven
niet eens afstand te houden.
Wat mij opnieuw opviel, was de stilte onderweg. Of liever: het
ontbreken van menselijk lawaai. Want
echt stil was het niet: de vogels floten en tsjilpten en kweelden dat het een
lieve lust was. Vooral in het Gentbos was het een ware kakafonie van
vogelgeluiden.
Mijn kennis van de
vogeldialecten is nogal beperkt, en ze ratelden allemaal door elkaar, maar hier
en daar kon ik toch een stukje van de gesprekken opvangen en volgen.
Het viel mij op dat veel van de
gesprekken behoorlijk "speels" van aard
waren, om niet te zeggen zelfs nogal "sensueel"
of "ondeugend". Ik vraag me af of er bij de
vogels ook zoiets als een "#MeToo"-beweging
zou bestaan? Het leek erop dat er nogal wat afspraakjes voor een
one-night-stand gemaakt werden. Ik hoorde zelfs een vogel zingen: "All I wanna do is make love to you." Zou het de
warme lentezon geweest zijn waardoor ook bij de vogels de "huidhonger" opgewekt werd? Of was het gewoon de
roep van de kalender: we waren al midden april, en in mei moeten er eitjes
gelegd worden, toch?
Maar er waren ook meer bezadigde
gesprekken te horen. Misschien van vogels die al wat op leeftijd waren? Die
hadden het vooral over de stilte en de rust in het bos en overal langs de
wegen, nu de mensen allemaal in hun kot bleven. Op vroegere zonnige dagen werd
de rust van de vogels altijd verstoord door kwetterende mensen en kakelende
kinderen, en konden de vogels zelf zich nauwelijks voor elkaar verstaanbaar
maken. Het was al tientallen jaren geleden dat ze nog eens rustig een namiddag
hadden kunnen samen zitten voor een babbelke. Eén van de vogels merkte ook met
een blijde tierelier de afwezigheid van de katten op: anders moesten ze altijd
op hun hoede blijven voor die rondsluipende roofdieren, maar nu was er geen kat
te zien op straat. Want die moeten nu ook in hun kot blijven.
Bij sommige vogels was er toch
enig leedvermaak te horen. En de bedenking: "Zie nu
waar ze staan, de mensen, met al hun verstand en hun betweterigheid en hun
trots en hun verhevenheid. Zij moeten in hun kot blijven, terwijl wij vrolijk
en vrij kunnen fladderen en vliegen, en kunnen gaan en staan waar we willen.
Hopelijk brengt dit alles de mens wat nederigheid bij!"
Ik moet toegeven dat ik me een
beetje beschaamd voelde toen ik dat hoorde, want ze hebben gelijk.
Wij, mensen, beschouwen onszelf als het toppunt; het summum van alle
levende wezens. Maar als puntje bij paaltje komt, zijn we toch maar een heel
fragiele en kwetsbare soort.
We zijn trouwens ook de enige diersoort die het met een verbijsterende
volharding vertikt om met onze eigen soortgenoten rekening te houden.
Het is een boodschap die ik al jaren probeer te verkondigen: als je je
naasten lief wil hebben, begin dan met van jezelf te houden. De beste manier om
waarachtig gelukkig te zijn, is: jezelf graag zien.
In vroeger tijden, toen ik nog op de lagere school zat, en de
rooms-katholieke kerk nog iets te betekenen had in onze westerse wereld, werd
er vanuit de christelijke opvoeding vooral gehamerd op altruïstische
naastenliefde. De boodschap was dat je enkel écht gelukkig kon worden door
jezelf weg te cijferen en op te offeren voor het geluk van de ander. Zoals
Christus ons op een extreme manier had voor gedaan. Wij werden als kind met die
boodschap doordrongen, en ik heb héél lang geloofd dat dit een correcte boodschap
was, en een na te streven leefwijze.
Maar ik was fout, dus. En de "Broeders Van Dale" waren fout. Je kan
niet gelukkig zijn als je jezelf helemaal wegcijfert, en je kan géén liefde aan
anderen geven als je niet ook héél erg van jezelf houdt. En dan gaat het niet
over egoïsme waarbij je over lijken zou gaan om je zin te krijgen en materiële
rijkdom te verwerven. Het gaat niet over een "eigen ik eerst" mentaliteit waarbij je ten koste van anderen vooral
voor jezelf opkomt. Het gaat over zorgen voor jezelf, voor je geestelijke en
lichamelijke gezondheid. Het gaat over het aanvaarden van jezelf mét je
gebreken en tekorten. Het gaat over het fier zijn op, en erkennen van, je eigen
verdiensten en talenten. Het gaat over aandacht voor je eigen noden en behoeften.
Het gaat over "een beetje lief zijn voor
jezelf". Of zoals Phil Bosmans het indertijd zo mooi verkondigde: "Verbeter de wereld; begin met jezelf."
En zie: daar zijn de wetenschappers, die mij gelijk geven.
Uitgebreide studies hebben bijvoorbeeld aangetoond dat "mild" zijn voor jezelf, een heel goeie
remedie is om depressies te voorkomen. Je fouten en gebreken accepteren en niet
zo streng over jezelf oordelen. Iedereen maakt fouten, iedereen heeft zwakke
puntjes. So what? Waarom zou je jezelf
daarop afrekenen? Waarom zou je jezelf nog dieper in de put duwen door te
piekeren over wat je beter had of zou kunnen doen? Heb een beetje "compassie" met jezelf; dat kan alleen
maar helpen om ook meer "compassie"
te hebben met een ander die het moeilijk heeft.
Is je zelfvertrouwen maar "zozo",
leer mild en lief zijn voor jezelf, en minder streng. De wereld rondom is al
veeleisend genoeg; waarom zou je nog een extra last op je schouders laden door
ook voor jezelf zo veeleisend te zijn?
En geef jezelf af en toe een complimentje. Je ziet een ander glunderen
bij een complimentje, en je voelt jezelf inwendig stralen als je een
complimentje krijgt. Waarom zou je dan jezelf niet af en toe een (gemeend!)
complimentje mogen geven? Je zelfbeeld zal er positiever bij worden en je
zelfvertrouwen zal een boost krijgen.
"Mild" zijn voor jezelf
wordt soms als zwakheid aanzien: zelfmedelijden, zelfbeklag. Daar gaat het dus
niet over. Het gaat over vriendelijk zijn voor jezelf op een aanmoedigende
manier. Zoals je ook een ander zou aanmoedigen die het moeilijk heeft om
zijn/haar doelstellingen te realiseren. Ook als die ander af en toe faalt, en
niet direct geraakt waar hij/zij wil komen, zal je hem of haar blijven
aanmoedigen en een vriendelijk schouderklopje geven. Omdat je wéét dat het
helpt. Doe dat dus ook voor jezelf: wees vriendelijk en verdraagzaam voor
jezelf. Dat zal je motiveren om te blijven proberen om beter te doen of om je
doelen te bereiken.
Dat is zéker waar als je een moeilijke periode doormaakt: bij een
groot verlies, of als je ernstig ziek bent. Of als iemand van je geliefden moet
lijden en je kan er niets aan verhelpen. Ook dan is het beter om vriendelijk en
lief te zijn voor jezelf. Beter dan te lopen piekeren en jezelf misschien
verwijten te maken of schuldgevoelens aan te praten.
Kortom: "Verbeter de wereld;
begin met jezelf." Het klopt helemaal.
Wees lief en vriendelijk en mild en toegeeflijk voor jezelf, en je zal
er gelukkiger en zelfzekerder bij worden. En je zal vanzelf ook voor de anderen
méér dat zonnetje kunnen worden dat
warmte en licht en geluk verspreidt.
Als er iets is wat we nu allemaal méér dan ooit nodig hebben, dan zijn
het wel zonnetjes om de
Corona-duisternis te verdrijven.
Wil je graag weten hoe veel (of weinig?) je van jezelf houdt, dan kan
je de test doen op:
Ik ben niet het type dat met een pedant vermanend vingertje zal
gloriën: "I told you so!", maar ik
heb af en toe wel het gevoel een soort Nostradamus te zijn. Het is al enkele
keren gebeurd dat ik in mijn blog een stukje had neergeschreven dat achteraf
griezelig voorspellend bleek te zijn.
Zo heb ik enige tijd geleden bij dat spektakel-bericht over een "besmette" kat de bedenking
neergeschreven dat dit, opnieuw, nóg meer paniek zou veroorzaken, omdat daar nu
ook de angst voor onze huisdieren zou bij komen. En zie, wat blijkt? Eind
vorige week was er al deze boodschap: "Mensen
die een kat hebben en denken dat ze corona hebben, moeten hun huisdier binnen
houden." Ook onze luie huiskat moet in lockdown, want je weet toch maar
nooit, hee?
En zo had ik eerder al gewaarschuwd voor het feit dat door de paniek
ook mensen die dringend medische hulp nodig hebben, zich niet meer naar de
dokter of de spoed zouden durven wagen. En dat we daardoor afstevenden op een
zware menselijke tol van niet-corona slachtoffers, "collateral damage" zeg maar. En zie (geheel toevallig): kort daarna
kwamen op het Journaal huis- en spoedartsen waarschuwen voor de mogelijk
catastrofale gevolgen omdat de mensen wegblijven van de spoed.
Ik heb ook voorspeld dat we vele zelfdodingen riskeren van mensen,
kleine zelfstandigen vooral, bij wie het water tot vér boven de lippen stijgt
in deze corona-tijden, en die helemaal géén uitweg meer zullen zien omdat ze
alles kwijt zijn. We zijn nog niet zo ver, maar ook in de media komen stilaan meer
en meer waarschuwingen en klachten van zelfstandigen die hun hele oogst of
stock dreigen te verliezen. Ik hoop dat het nooit zó ver komt als ik nu vrees.
(Maar als het gebeurt, zullen die dan meegenomen worden in de dagelijkse
corona-cijfers?)
Wil ik nu beweren dat dit de schuld is van al die corona-maatregelen,
en dat die helemaal niet nodig zijn/waren? Wil ik misschien oproepen tot het
consumeren van 4 glazen wodka per dag en een dagelijks sauna-bezoek? Nee,
helemaal niet. Van bij het begin heb ik gepleit voor de nodige discipline:
afstand houden, een onberispelijke handhygiëne; zorgen dat je de kansen om een
ander te besmetten of door een ander besmet te raken, zo klein mogelijk houdt.
Maatregelen zoals die bij elke
besmettelijke virale infectieziekte nodig, en eigenlijk vanzelfsprekend zouden
moeten zijn.
Maar wat ik wél durf te beweren, is dat de media verantwoordelijk zijn
voor een paniekgolf zoals we die nooit eerder gekend hebben, en voor een angst-
en onzekerheidsgevoel waardoor niemand zich nog echt "goed" voelt, ook niet wie helemaal gezond is. En dat de media dus schuld
hebben aan die paniek die vele "nevenslachtoffers"
zal maken.
De media hebben ons van bij het prille begin overspoeld met een
tsunami aan onheilsberichten, bij voorkeur met een grote spektakelwaarde of met
een sensationele klank. Totaal buiten proportie, maar alles moest uit de kast
gehaald worden om de concurrentie te overtreffen.
(De houding van de media bij de hamsterwoede was overigens ontzettend
grappig, zij het onbedoeld. Met grote stelligheid beklemtoonde het nieuwsanker
dat hamsteren totaal onnodig was. En daarna verschenen onrustwekkende beelden
van lege winkelrekken. Pure slapstick!)
Wie mij niet wil geloven, moet maar eens naar de homepagina van VRTNWS
surfen. (Of liever: blijf er van weg, want het is nefast voor je mentaal en
psychisch welzijn.)
Dit loopt echt de spuigaten uit, het is niet meer normaal, en ook niet
meer verantwoord.
Neem nu de homepagina van 10
april. Hoe was die opgebouwd? (En nee, ik verzin dit niet.)
"Breaking news - Opnieuw 325
overlijdens". Met een bloedrood kader, kwestie van de juiste sfeer op te
roepen.
En daarnaast een reeks kleinere topics: "Verschrikkelijk als we mensen hadden kunnen redden", "Corona door de
ogen van 5 bewoners van zorgcentra", "Vier weken quarantaine", "Vlaams
begrotingstekort door corona-crisis", "New York begraaft onbekende coronadoden
in een massagraf".
Het gaat verder onder dat hoofdartikel: "Dossier Vragen over Corona. Ontdek meer." (Voor wie er niet genoeg
kan van krijgen?)
En dan weer een reeks headlines: "Check"
(over het fake-news rond Corona), "Voelt u de coronacrisis ook in uw portemonnee?", "Mogen we barbecueën?", "Hooikoorts of Covid-19?", "Waarom wordt de ene zieker dan de andere?", "Vragen
en antwoorden over corona", "Marc Van Ranst: we mogen de maatregelen nog niet
loslaten", "Opstekers in Corona-tijden", "Concertorganisatoren in een open
brief", "Alle cijfers en grafieken over het coronavirus", "Directeur centrum
voor mensen met een verstandelijke beperking", "Pasen vieren in coronatijden".
En als u dacht dat we het daarmee wel ongeveer zouden gehad hebben?
"Blijf op de hoogte van alle
ontwikkelingen - Schrijf in op onze nieuwsbrief" (Zodat je zeker niets zou
moeten missen, hee.)
En dan komt het "Dossier
Coronavirus. Ontdek meer." (Nóg meer?)
Maar we gaan vrolijk verder: "Professor
infectieziekten", "Coronadrama", "Corona door de ogen van een verpleegkundige", "Economisch hulpplan van 540 miljard", "Eerste besmetting in Jemen", "360
afgelaste voorstellingen", "Ondanks Corona toch feest in zorgcentrum", "Nog
altijd Belgen gestrand in buitenland".
En dan volgt het regio-nieuws, uit alle Vlaamse provincies. Allemaal berichten over Corona.
Wie na dit alles nog geen depressie heeft, die kan de wereld aan.
De hoofdredacteur van de VRTNWS-site zal heel zeker argumenteren dat
de mensen nu eenmaal veel nood hebben aan informatie, omdat ze zich angstig en
onzeker voelen. Maar die sfeer van angst en onzekerheid is precies door de
media gecreëerd!
Terloops: wie in mijn overzicht van die bewuste homepagina ander dan
corona-nieuws gemist heeft, die heeft goed opgelet. En misschien is dát nog wel het meest wraakroepende: het totaal negeren van wat er verder
in deze wereld gaande is. Want de oorlogen en slachtingen en rampen zijn heus
niet in pauze gegaan tot de corona-hype voorbij is.
De kinderen waren al een tijdje
wakker, en konden niet wachten tot ook papa en mama zin hadden om op te staan:
ze wilden de paaseitjes gaan zoeken die de Paasklokken gebracht hadden en die,
zoals elk jaar, in of rond het huis verstopt zouden liggen.
Ze slopen stil naar beneden, om
de papa en mama niet wakker te maken, en begonnen te zoeken. Eerst in de
woonkamer, waar de eieren meestal te vinden waren.
Oei, geen eieren te zien! Ze zouden
deze keer heel zeker extra goed verstopt zijn, bedachten ze. Want het vorig
jaar hadden de kinderen alle eieren in een wip gevonden, en zo was er ook geen
fun aan. Misschien waren het dit jaar wel vooral kleine eitjes? Of gewoon
eieren zonder glanzende en kleurrijke verpakking? Die zijn vlug over het hoofd
gezien, hee.
Maar in de hele woonkamer was er
geen chocolade ei te vinden. En ook niet in de keuken of in de salon.
Zouden ze dan misschien allemaal
buiten verstopt geweest zijn, in de tuin? Dat maakte het wel extra spannend,
natuurlijk, want ze konden dan overal liggen: tussen de bloemen, onder de
bladeren, achter een stam. Het was koud en kil, buiten, en de kinderen huiverden
toch even bij het idee naar buiten te moeten. Maar het was voor de goede zaak!
Toen de papa en mama beneden kwamen,
waren de kinderen nog altijd in de tuin aan het zoeken: in hun pyjama, op blote
voeten, met een dunne regenjas om de schouders. De mama riep de kinderen
onmiddellijk naar binnen, en vroeg hun wat ze in godsnaam aan het doen waren?
Bij de uitleg van de kindjes liepen de ouders een beetje bleek aan: dit klopte
niet! De Paasklokken zouden de eieren nooit buiten in de tuin gelegd hebben bij
dit koude ochtendlijke voorjaarsweer; de eieren moesten binnen liggen, dat kon
niet anders. En ze begonnen ijverig mee te zoeken. Maar helaas: geen enkel paasei
te vinden.
In het Vaticaan zat de Paus al
van 's morgens vroeg aan zijn bureau om de verdeling van de Paaseieren te
coördineren. Een gigantische operatie, want er waren duizenden Paasklokken uit
Rome vertrokken om eieren rond te delen. En het was de taak van de Paus om
ervoor te zorgen dat dit allemaal vlekkeloos en soepel zou verlopen. Voor de
Paus was Pasen veruit de belangrijkste dag van het hele jaar, en de organisatie
van die massale uittocht van Paasklokken wou hij aan niemand anders overlaten.
Het was rond zeven uur in de
ochtend als hij op zijn iPad de eerste berichtjes zag binnenkomen van
ongelukkige Paasklokken. Blijkbaar waren ze door de politie tegengehouden omdat
ze een "niet essentiële verplaatsing" maakten. En na een boete van 250 euro waren
ze aangemaand om terug te keren van waar ze gekomen waren.
Het duurde niet lang eer de
berichtjes massaal begonnen binnen te stromen, op zijn iPad en op zijn iPhone. Zowat
alle Paasklokken, overal ter wereld, waren op de politie gebotst en waren
wanhopig en ontsteld, want ze konden hun lading Paaseieren niet afleveren bij
de kinderen die er met een bonzend hartje op zaten te wachten.
Toen de Paus kort daarna ook
berichtjes begon te ontvangen van boze en verontruste ouders, besloot hij om
kordaat te reageren. Hij schreef een kort document op zijn MacBook met de
vermelding dat de drager van het document aan het werk was en dat de verplaatsing
gebeurde in dienstverband voor hun werkgever, en hij zette er de pauselijke
zegel op. Daarop stuurde hij naar alle Paasklokken een whatsappje met het
document in bijlage, zodat ze het konden tonen aan de overijverige politieagenten.
Deze Pasen in Corona-tijden
hebben veel kinderen tot tegen de middag op hun Paaseieren moeten wachten, maar
hun geduld is ruimschoots beloond geweest.
Alsof Pasen zich door Corona klein
zou laten krijgen!
Pasen is bij uitstek hét feest van de hoop dat alles weer goed komt.
Die hoop laten wij ons nooit ontnemen.
Herinnert u zich nog de alarmkreet van die Gentse longarts, enkele
weken geleden, met de bijhorende horror-foto van verwoeste longen door het
Corona-virus? Dat was het begin van de paniekgolf in ons land: de hamsterwoede,
de angst die als een verstikkend deken over ons neerdaalde.
"Dit heb ik nog nooit eerder
gezien. Dit is echt niet zomaar een griepje!" waarschuwde de dokter. (Alsof
een influenza-epidemie die jaarlijks 250.000 dodelijke slachtoffers eist, "zomaar een griepje" zou zijn.)
Ondertussen zijn de artsen er achter gekomen dat die immense schade in
de longen niet door het virus wordt veroorzaakt,
zoals die dokter overhaast geconcludeerd had. Maar wél door ons eigen
afweersysteem dat bij sommige mensen compleet op hol slaat, en alles en nog wat
gaat vernietigen; nog lang nadat het virus al verdwenen is. Het zou best wel eens
kunnen dat ons afweersysteem zó heftig reageert op dit virus, omdat het om een
nieuw virus gaat: angst voor het onbekende.
"Angst voor het onbekende"
is héél dikwijls een slechte motivatie om iets te doen (of niet te doen); voor
ons als mens, en vermoedelijk ook voor ons afweersysteem.
Een vreemd iets, dat afweersysteem van ons. En blijkbaar bij de
moderne mens véél gevoeliger én agressiever dan vroeger het geval was. De
moderne (Westerse?) mens is zó hypersensitief en zó intolerant geworden
(letterlijk en figuurlijk) dat ons afweersysteem bij het minste in overdrive
schiet. Ons fysiek afweersysteem én ons mentaal of psychisch afweersysteem.
Het is trouwens ook dat (fysiek) afweersysteem dat aan de basis ligt
van de pandemie aan allergieën bij de moderne mens. We zijn allergisch aan
stuifmeel en graspollen, of aan de huismijt. We zijn allergisch aan lactose of
aan gluten, of aan bepaalde fruitsoorten of noten. En we zijn allergisch aan
waspoeder of zeep, of aan ons huisdier. Zowat een kwart van de bevolking in de
Westerse landen heeft last van één of andere vorm van allergie; het is de
snelst groeiende chronische ziekte in de wereld.
Een allergie is uiteindelijk ook niets anders dan een overdreven
reactie van ons afweersysteem op een "prikkel"
die we als "ongewenst" ervaren. Zelfs
bij een al bij al onschuldige prikkel zoals de nabijheid van een kat, kan ons
afweersysteem compleet tilt slaan en de meest drastische "maatregelen" proberen te nemen om de prikkel, die we als "vijandig" detecteren, te overwinnen of
te verdrijven. In sommige gevallen kan die reactie zelfs leiden tot de dood,
bijvoorbeeld als gevolg van een "anafylactische
shock". Dood door ons eigen afweersysteem, omdat het in paniek alle gevoel
voor redelijkheid en evenredigheid kwijt geraakt is. Net zoals bij sommige Covid-19
patiënten.
Of moet ik eerder zeggen dat wij, de moderne mensen, alle gevoel voor
redelijkheid en evenredigheid kwijt zijn geraakt?
Want eigenlijk is dat ook precies zo met ons "mentaal" of "psychisch"
afweersysteem. Zodra we iets in onze nabijheid voelen of merken dat ons "vreemd" of "ongewoon" voor komt, slaat ons brein alarm en raakt ons
afweersysteem in paniek. Iemand met een andere kleur, of die een andere taal
spreekt, of die anders gekleed is of een ander hoofddeksel draagt; iemand die
te luid spreekt of roept of lacht; kinderen die te veel lawaai maken bij het
spelen of huilen; de hond van de buren die té veel blaft of de haan die té
vroeg kraait; het ge-bimbam van de kerkklokken. We zijn allemaal hypersensitief
geworden, en pikken nu al die signalen bewust op terwijl we dat vroeger als "achtergrondruis" konden negeren. Ons
brein registreert die signalen als ongewenst,
en ons afweersysteem reageert furieus op het alarm: we willen vluchten, of
liever nog, de bron van het "gevaar"
verwijderen of uitschakelen. En we worden onverdraagzaam en afwijzend.
Het is erg gesteld met ons: we kunnen niets meer verdragen, we kunnen
nergens meer tegen, en we gaan onmiddellijk frontaal in de aanval tegen wie of
wat we als een aanvaller beschouwen. En we doen dat altijd met de volle inzet
van ons hele afweersysteem, ook en zelfs als het niet (meer) nodig is. Dat we
onszelf daarbij misschien méér kwaad doen dan de "agressor" ooit zou gekund hebben, daar staan we jammer genoeg niet
meer bij stil.
Misschien kunnen de experten na afloop van de Corona-hysterie een meer
beheerste afweging maken van wat gebeurd is, en misschien kunnen we eruit leren
dat ons afweersysteem soms lijkt op een écht pistool in de handen van een kind:
een gevaarlijk wapen. Voor onszelf, en voor anderen.
Op de site van VRTNWS is er een verdienstelijke rubriek die ons
waarschuwt voor het vele "fake news"
op de sociale media: complete nonsens of gevaarlijke complottheorieën. Een
nuttige tip om "fake news" te
herkennen, is het ontbreken van een verifieerbare bronvermelding, zo geeft de
redacteur nog mee.
Het moet nu wel lukken dat er op diezelfde VRTNWS-site melding wordt
gemaakt van "uitgelekte memo's"
waarin de Amerikaanse regering al in januari zou gewaarschuwd geweest zijn voor
een nakend slagveld onder de Amerikaanse bevolking door dat nieuwe virus.
Vermits het gaat om een "gelekt document",
is er uiteraard geen bronvermelding. "Fake
news", dus? En een perfecte aanzet voor een nieuwe complottheorie.
Opgestart door de VRT nota bene, een regulier en "betrouwbaar" medium. Voor zover er nog één medium zou zijn dat betrouwbaar is, dezer dagen?
Je kan het de VRT, en bij uitbreiding alle media (visueel of
geschreven of digitaal), natuurlijk niet kwalijk nemen. Ze moeten toch iets
doen om de aandacht te blijven trekken, niet? Want het grote probleem met
volwassen mensen is dat onze "aandachtsspanne"
bijzonder kort is: hoe spectaculair of sensationeel een bericht ook moge zijn,
na één of hoogstens twee weken verslapt onze interesse. En dat is natuurlijk
catastrofaal voor de media: minder lezers of minder "clicks" of minder kijkers betekent automatisch minder
reclame-inkomsten. En daar is het tenslotte toch allemaal om te doen, niet?
Dus moeten de media iets verzinnen om die verstrooide lezers en
kijkers toch bij de les te houden. En dat kan door een nieuw spectaculair
bericht op tijd en stond. Let wel: de inhoud mag zo goed als leeg zijn, als de
titel maar sensationeel genoeg klinkt (zoals: "3 miljoen mondmaskers blijken ongeschikt"), dan trekt dat weer even
de aandacht. En de oplage schiet de hoogte in.
Wat ook altijd goed is om kijkers en lezers te lokken, zijn cijfers en
statistieken. Zie maar naar de verkiezingsshows, om de zoveel jaar. De
gesprekken en interviews boeien ons niet, maar de cijferkes des te meer. En dat
weten de programmamakers ook maar al te goed; halverwege het Journaal zijn ze
daar al met "breaking news": de
eerste verkiezingsresultaten. "We hebben
de eerste resultaten al binnen uit de stad Brakel. (Ik verzin maar wat.) Met 1% van de stemmen geteld komen we tot
een eerste prognose: Vlaams Belang zou de grootste partij van Vlaanderen worden."
Dat is natuurlijk totaal irrelevant nieuws, want het betekent absoluut nog niets,
maar het zijn cijfers waar de mensen dol op zijn, en het schudt de kijker
wakker.
Vandaar ook de dagelijkse "corona-cijfers":
de mensen zijn verzot op cijfers en statistieken, en dus worden ze daar om de
oren mee geslagen. Ik moet eerlijk bekennen: ik kijk er ook naar. Klokslag om
11u15: de dagelijkse update.
En wat waren de cijfers, gisteren, op 9 april? "283 nieuwe doden, totale dodentol in België gestegen tot 2523."
Maar blijkbaar was dat goed en bemoedigend
nieuws, en zijn we goed bezig.
Is dat zo? Zijn we écht goed bezig? Het is wél zo dat België één van
de eerste landen was om de "blijf in uw
kot"-regel op te leggen en ons het begrip "social distancing" aan te leren; dat is waar. En we zijn ook
absoluut het enige land ter wereld met een échte "Corona-regering"! Dat zal dan wel, zeker, dat we goed bezig zijn?
Maar ik heb toch een probleem met die cijfers. Afgezien van het feit
dat ze volgens mij ongeloofwaardig lijken en totaal onbetrouwbaar zijn.
In België zouden er, op 9 april, al iets méér dan 2500 corona-doden geweest
zijn, op 11 miljoen inwoners. Dat betekent dat 1 op 4000 Belgen al aan Corona
bezweken is. Wereldwijd waren er, volgens diezelfde cijfers, ongeveer 88.000
doden te betreuren (waarvan dus bijna 3% in een mini-landje als het onze); dat
komt neer op 1 dodelijk slachtoffer per 125.000 mensen. Ben ik de enige die dat
buitenproportioneel vind? België, het land met zowat de beste gezondheidszorg
ter wereld, scoort 30 keer slechter dan het wereldgemiddelde. Dat geldt
trouwens niet alléén voor Corona, maar bijvoorbeeld ook voor Influenza: 1 op
4000 Belgen sterft jaarlijks aan Influenza, terwijl dat wereldwijd "maar" 1 op 40.000 is, en dát ondanks
intensieve inentingscampagnes in ons land.
Ik heb me er het hoofd over gebroken hoe dat te verklaren valt. Hoe
kan dit? Wat loopt er scheef in ons land? Terwijl we nochtans "heel goed bezig zijn"?
En ik heb het ontdekt: ik kijk verkeerdelijk naar het aantal doden per inwoner, maar ik zou eigenlijk
moeten kijken naar het aantal doden per
bevoegde minister (van gezondheid of welzijn of iets in die sector). En dan
scoren we bijzonder goed, want wij hebben zes
ministers terwijl andere landen er maar ééntje hebben. We zaten dus op 9 april
nog maar aan iets meer dan 400 Corona-doden per
gezondheidsminister. Er zijn weinig landen die beter doen dan dat!
Ja hoor, de cijfers zijn erg bemoedigend. We zijn duidelijk héél goed bezig.
Ik had me voorgenomen om in deze blog ook af en toe plaats te maken
voor een stukje over mensen die ik bijzonder bewonder. Persoonlijkheden die
door het noodlot zijn beproefd geweest, maar desondanks toch vreugde en
blijdschap, en schoonheid en warmte hebben kunnen brengen. Door hun talenten en
door hun volharding en wilskracht, maar vooral door hun positieve
ingesteldheid.
Mijn vorig "portret" dateert
van 5 maart: toen over Israel Kaänoï Kamakawiwo
Ole.
Hoog tijd dus om mijn reeks verder aan te vullen. Want tussen alle
cynische boodschappen door, mag een positief verhaal ook wel eens.
Vandaag wil ik het hebben over Pete
Seeger.
De naam Pete Seeger doet
vermoedelijk bij weinig jonge mensen een belletje rinkelen, al kent iedereen
wel een aantal onvergetelijke songs uit zijn repertoire. Ik vermoed dat elkeen
wel eens heeft meegezongen met "If I had
a Hammer".
Pete Seeger was vooral een "beroemdheid" in de vroege jaren 60 van
de vorige eeuw, de revival van de "folk"-muziek.
Hij was de inspiratiebron voor velen die in die periode gestart zijn met wat
toen "protestsongs" genoemd werd. De
songs van Pete Seeger waren, en zijn,
een protest tegen oorlog, tegen ongelijkheid, en (toen al) tegen de
milieuvervuiling. Bekende vertolkers van zijn liedjes waren onder andere Peter, Paul and Mary, en zelfs The Byrds. Bob Dylan en Woody Guthrie
zijn schatplichtig aan Pete Seeger. En
ook Joan Baez en Julie Felix hebben in hun repertoire dikwijls nummers van Pete Seeger opgenomen. Wie de
Nederlandstalige folk, of "kleinkunst"
nog heeft gekend, heeft ongetwijfeld ooit "De
Elegasten" gehoord, met hun vertaling van "What did you learn in School today".
Pete Seeger is geboren in
1919 als zoon van een regelrechte "communist",
die omwille van zijn pacifistische overtuigingen geen vaste job kon houden,
waardoor het jonge gezin een zwervend bestaan heeft moeten leiden. Hij is zelf
ook een tijd lang lid geweest van de Amerikaanse Communistische Partij, en hij
heeft het etiket "communist" lang met
zich mee gedragen. In zoverre zelfs dat hij tijdens de heksenjacht van McCarthy een tijdje in de gevangenis is
beland op beschuldiging van "on-Amerikaanse
activiteiten". Hij werd om die reden ook een tijd lang geboycot op de
Amerikaanse radiozenders, en verschillende van zijn concerten werden afgelast.
In het Amerika van toen was er weinig voor nodig om "communist" genoemd te worden. (En eigenlijk is dat nog niet erg
veel veranderd.)
Een "ware" communist, in de
zin dat hij fan was van het regime in de Sovjet-Unie, was hij helemaal niet,
verre van. Maar hij was wel heel sterk sociaalvoelend en anti-oorlogsgezind. En
een vurig tegenstander van de rassenongelijkheid in het toenmalig Amerika. Het
was op de tonen van zijn "We shall
overcome" dat de grote mars van Maarten
Luther King in 1963 door de straten gestapt is.
Het is moeilijk om één nummer te kiezen uit zijn omvangrijke
repertoire, maar ik wil toch gaan voor "Where
have all the Flowers gone", een nummer dat hij geschreven heeft als protest
tegen de zinloosheid van oorlogen.
Er zijn talloze versies en covers van het nummer, maar ik heb het
vooral voor de versie van Peter, Paul
& Mary:
Where have all the flowers gone?
Long time passing
Where have all the flowers gone?
Long time ago
Where have all the flowers gone?
Girls have picked them every one
When will they ever learn?
When will they ever learn?
Where have all the young girls gone? Long time passing Where have all the young girls gone? Long time ago Where have all the young girls gone? Taken husbands every one When will they ever learn? When will they ever learn?
Where have all the young men gone?
Long time passing
Where have all the young men gone?
Long time ago
Where have all the young men gone?
Gone for soldiers every one
When will they ever learn?
When will they ever learn?
Where have all the soldiers gone?
Long time passing
Where have all the soldiers gone?
Long time ago
Where have all the soldiers gone?
Gone to graveyards every one
When will they ever learn?
When will they ever learn?
Where have all the graveyards gone?
Long time passing
Where have all the graveyards gone?
Long time ago
Where have all the graveyards gone?
Covered with flowers every one
When will we ever learn?
When will we ever learn?
"When will they ever learn?"
Een goeie vraag! Misschien ooit eens? Hopelijk éér het te laat zal
zijn.
Het is eindelijk zo ver: nu de mensen overal in hun kot blijven,
kunnen de dieren weer in alle vrijheid rond drentelen waar ze maar willen. En
dus houden ze zich niet meer aan de grenzen die hen door de mens opgedrongen
werden. Ze dringen binnen in het territorium van de mens, en trekken zich niets
meer aan van de gedragsregels die wij hen willen opleggen.
In Wales hebben ze daar al een eerste voorsmaakje van mogen proeven:
wilde geiten uit de omliggende graslanden zijn (op 1 april, weliswaar) een
stadje binnen gewandeld om eens te komen kijken naar de stille en verlaten
straten, en te smullen van het vele frisse groen.
Binnenkort volgen heel zeker ook andere dorpen en steden. En ook
andere dieren. Het is allemaal een kwestie van mond-tot-mond reclame. Het is
gewoon wachten tot één van die geiten via de social media gaat vertellen over
die vreemde wezens die in hun stenen dozen aan de vensters zitten of rondlopen,
en hoe fascinerend dat wel is.
Ik kan me het hele verhaal zó al voorstellen.
Het nieuws van de verlaten
straten deed al gauw de ronde, en alle soorten dieren volgden heel snel om een
kijkje te nemen in de dorpen van de mensen.
De slimsten onder hen kwamen op
het idee om de andere dieren te laten betalen om toegang te krijgen tot de
fascinerende attracties in die mensendorpen. Er was dan ook heel wat te zien,
in die mensenkooien. Je zag er soms twee mensen die tegen elkaar aan het roepen
waren. In een andere kooi zaten ook jonkies, die er een gewoonte van maakten om
voortdurend aan het vechten te slaan. Wat helemaal een vreemde gewoonte was, en
misschien wel het meest fascinerende aan het menselijk gedrag, was dat ze
voortdurend met een ding in hun hand rondliepen en daar de hele tijd naar zaten
te staren, of op te tikken, en soms hielden ze dat ook een tijdlang tegen hun
oor. Zo te zien hadden mensen ook geen echte taal om met elkaar te
communiceren: ze praatten nooit met elkaar, ze maakten alléén maar geluiden in
dat ding dat ze vasthielden. Soms viel de show wel tegen, want er waren
momenten dat de mensen gewoon neer zaten, uren lang, en dan leken ze naar andere
mensen te kijken die opgesloten waren in een klein kastje in hun eigen kooi.
Rare wezens toch, die mensen.
Waar de dieren helemaal niet op
uitgekeken raakten, was hoe die menselijke wezens twee keer per dag compleet
leken te vervellen: 's avonds trokken ze hun oude vel van zich af, en 's
morgens trokken ze weer een heel nieuw vel aan! Diegene van de dieren die het
monopolie op de ticketverkoop voor dit dagelijks spektakel naar zich toe kon
trekken, kon zich in de handen wrijven bij de lange wachtrijen aan de kassa.
Daarna kwam ook heel snel het
idee om gadgets te gaan verkopen. De meest gewiekste dieren hadden al gauw een
hele merchandising opgezet rond het fenomeen van "mensen-spotten". Tomaten die
door de mensen zélf gekweekt waren, en nu gewoon aan de planten bleven hangen,
waren bijzonder gegeerd. En de wilde zwijnen waren gespecialiseerd in de
verkoop van aardappelen die eerder door mensen waren geplant. Ook de sla in de
moestuin van de mensen werd vlot aan de man gebracht. Voor de vleeseters, die
in het begin angstvallig uit de buurt waren gebleven omdat ze slechte herinneringen
hadden aan contact met de mensen, waren er nu malse kippetjes of lammetjes in
overvloed, zonder dat ze daarbij voortdurend op hun hoede moesten blijven.
Wat er precies aan de hand was,
daar hadden de dieren het raden naar. Maar ze hadden het in elk geval best naar
hun zin: voedsel in overvloed, en amusement overal waar ze maar keken.
Brood en spelen, dus. Het
dierenrijk leek wel een paradijs.
De stappenteller op mijn gsm is het voorbije weekend weer bijzonder
lovend geweest voor mij: hij wist mij te vertellen dat ik al "Level 5" bereikt heb, en dat ik beter
doe dan 70% van de mensen. Ik heb geen idee wat dat precies betekent, maar het
voelt erg bemoedigend en waarderend. In deze donkere tijden waarbij we in onskot
moeten blijven, loert de depressie voortdurend om de hoek, en dan is er niets
dat beter helpt dan een positieve commentaar, een schouderklopje, een teken van
waardering. Al komt het dan van een smartphone.
Ik heb er natuurlijk wel wat moeten voor doen! Zó gul met
complimentjes is mijn gsm nu ook weer niet. Iets méér dan 18.000 stappen heb ik
gewandeld, in die twee weekenddagen.
En opnieuw zijn er twee dingen die mij sterk opgevallen zijn.
Het ene wat mij opviel, was de stilte en kalmte op straat en langs de
weg, en dat ondanks de uitbundige zon en de zomers aanvoelende temperaturen. De
mensen blijven al bij al toch liever in
hunkot, zo te zien. In elk geval
op zaterdag. De zondag was het wel iets drukker: wandelaars, fietsers, en zelfs
onverwacht veel auto's die blijkbaar toch op deze zomerse zondagnamiddag een "essentiële verplaatsing" moesten maken.
Maar op zaterdag waren de straten zo goed als leeg. De hevigste
activiteit die ik gezien heb, was bij de Vuurwantsen
die twee per twee gekoppeld over het voetpad trippelden; net een stel van twee
treinwagonnetjes. En de Vuurwantsen
die solo rond koersten, waren duidelijk wanhopig op zoek naar een ander exemplaar
om te koppelen. Vermoedelijk is dit de periode waarin de huidhonger bij de Vuurwantsen
begint op te komen? Al zijn ze er dit jaar wel vroeg bij, want normaal gezien
komen ze pas begin mei in actie.
(Wist u trouwens dat die "koppeling"
bij de Vuurwants wel tot 12 uur aan
een stuk, of zelfs meerdere dagen lang, kan duren? Ik zie weinig andere wezens die
dit zouden kunnen "presteren".)
Het andere wat sterk opviel, was, opnieuw, de vriendelijkheid van de
mensen. Ook, en vooral, van de jonge mensen: jonge tienermeisjes die mij
spontaan begroetten met "Hallo!"
Nooit meegemaakt!
Integendeel: jonge tienermeisjes, alléén of met twee, probeerden mij
meestal ostentatief te negeren als ze mij voorbij stapten, en ze keken héél
uitdrukkelijk niet naar mij. Wie kon
het hen kwalijk nemen? De verhalen over aanrandingen en ontvoeringen waren de
voorbije jaren schering en inslag. En als die jonge vrouwen dan een oude man
zien voorbij slenteren, op z'n eentje, zonder duidelijk doel, zonder haast,
zonder aanwijsbare reden om daar te zijn, dan komt de aangeleerde achterdocht
naar boven: "Better safe than sorry!"
Gelijk hadden ze. Je kon nooit weten dat die schijnbaar achteloos rondwandelende
oude man een seksuele jager was.
Datzelfde wantrouwen voelde ik trouwens ook een beetje als ik aan het
fietsen was, vroeger. Een eenzame fietser, duidelijk niet erg sterk, krom gebogen over zijn stuur tegen de wind.
Helemaal alléén, zonder doel en zonder haast, dat roept vragen op. Des te meer
omdat, zoals mijn trouwe lezers weten, ik niet het voorkomen heb van een
fietstoerist: géén koersfiets, géén spannend fietsbroekje van het soort waarbij
de gsm van Tom Boonen zichtbaar uitpuilt, géén duur zweet-absorberend fietstruitje
met gratis reclame voor Quickstep. Gewoon een T-shirt en een jeansbroek. Dat
ziet er gegarandeerd verdacht uit, en de mensen bekeken mij dan ook argwanend.
Maar nu dus niet meer. Geen argwaan, geen achterdocht, geen
onzekerheid. Alléén maar een stralende glimlach en "Hallo!"
Iets zegt mij dat de wereld na Corona nooit meer dezelfde zal zijn.
Véél zal kapot zijn en misschien nooit meer herstellen.
Maar ik heb goede hoop dat alvast de jovialiteit en de vriendelijkheid
en openheid zullen blijven. En dan is die Corona-crisis misschien toch ergens
goed voor geweest?
Nog niet zo héél lang geleden was er bij alle rechtgeaarde
natuurliefhebbers hier in Vlaanderen grote paniek en diepe droefenis: met onze
biodiversiteit was het erg slecht gesteld. Talloze diersoorten die in de
negentiende en twintigste eeuw nog in groten getale in onze contreien
rondliepen of -vlogen, zijn in de voorbije decennia zowat volledig uit
Vlaanderen verdwenen. Uitgestorven, verdreven, gevlucht. Van de rijkdom aan
diersoorten bleef hier in Vlaanderen bijna niets over.
En nee, dat was niet de schuld van mijn luie kat!
Het is allemaal door toedoen van de mens: de ontbossing, de intensieve
landbouw, de onkruidverdelgers en insecticiden, de bevolkingsdichtheid en
bouwwoede. De insecten en andere prooidieren verdwenen of werden levende
gif-bommen, en de roofdieren vonden geen voedsel meer of werden afgeknald
wegens de overlast die zij ons berokkenden. Weg de roofvogels, weg de vossen en
de wolven. Weg ook de reeën en everzwijnen.
Maar zie: het bewustzijn werd er bij de grote massa ingestampt, en
allerlei maatregelen werden opgedrongen. Gedaan met al dat vergif op de
gewassen en in de bodem; gedaan met het volbouwen van ieder vrij liggend stukje
grond; gedaan met het gieten van beton overal waar er nog ruimte was.
En de resultaten beginnen stilaan merkbaar te worden. De roofvogels
komen terug: buizerds, sperwers, slechtvalken. En de vossen lopen weer in
Vlaanderen rond. Zelfs de wolven hebben de weg naar onze streken gevonden.
Iedereen blij en gelukkig!
Of toch niet?
De duivenmelkers zijn niet gelukkig! Want die roofvogels vermoorden de
Blauwe Geschelpte in de vlucht, en de duivenmelkers zien hun dure prijsduiven
onderweg sneuvelen. Het is met een bang hart als ze nu de zondagmorgen op wacht
staan tot hun beestjes uit het verre zuiden terugkeren.
En de schapenboeren zijn niet gelukkig! Want de wolven bijten hun
schapen de strot af en de boeren staan er machteloos tegenover want de wolven
zijn onaantastbaar. Het is met een bang hart dat de schaapherder zijn dieren op
de wei zet in die streken waar een wolf met veel gejubel gesignaleerd werd.
En de brave burger met zijn kippen voor het dagelijks eitje bij het
ontbijt is niet gelukkig! Want vossen zijn dol op een lekkere kippenbout of -vleugel,
en er is héél weinig dat deze schrandere dieren buiten kan houden. Ook de
kippenkwekers slapen dus slecht in streken waar de vos, tot grote vreugde van
Natuurpunt, weer is opgedoken.
En de beheerders van de Plantentuin van Meise zijn niet gelukkig! Want
de groeiende kuddes herten of reeën blijken ook wel van een mooie roos te
houden; zij het dan om op te eten. De verzorgers van de Plantentuin die zich
met hart en ziel inzetten om de bezoekers te verblijden met een prachtige
rozentuin, konden het vandalisme van de opgedoken reeën niet waarderen.
De varkensboeren in Limburg zijn ook niet gelukkig! Want de wilde
zwijnen in de naburige Waalse dorpen blijken dragers te zijn van een soort
varkenspest, en de angst dat heelder varkensstallen zouden moeten afgemaakt
worden, was voor de boeren een ware nachtmerrie.
En de noeste tuinders met hun smetteloos gazon zijn niet gelukkig! Het
zal je maar overkomen dat een horde everzwijnen jouw gazon uitgezocht heeft om
de grond om te woelen op zoek naar truffels en ander lekkers. En je staat er
machteloos tegenover. Méér zelfs: de kans op één of andere vergoeding of
schadeloosstelling is zo goed als nihil, want de voorwaarden om een
schadevergoeding te krijgen zijn zó gemaakt dat niemand in aanmerking komt.
Biodiversiteit in Vlaanderen: fantastisch goed nieuws. Alléén jammer
dat er ook mensen wonen.
(Gelukkig lijken alle dieren nu
een pauze ingelast te hebben. Tenminste als je op de media mag afgaan: er zijn
in deze Corona-tijden geen meldingen meer van dieren die zich misdragen
hebben.)
Bij een oorlog zijn er altijd twee kanten aan een verhaal, maar
meestal krijg je maar één kant te horen: de versie van je medestanders. De
versie van de tegenstanders horen we nooit, tenzij jaren later in de
geschiedenisles. Ook bij deze Corona-oorlog lezen en horen we alléén onze eigen
versie. Niemand lijkt geïnteresseerd in het verhaal van het arme virus zélf!
Papa en mama Corona zaten met de
handen in het haar. Door de kordate maatregelen van de mensen zaten ze nu met
hun kroost van 35.000 kleine virusjes vast bij die ene gastheer!
Voorlopig ging het nog wel: er
was genoeg te eten, want er waren nog gezonde longblaasjes in overvloed. Maar
wat als de kindjes groot werden? En wat als er nog kindjes zouden komen? De
oudste virusjes zouden toch al gauw moeten kunnen uitzwermen, hun eigen stekje
zoeken, hun eigen gezin stichten. Omdat ze niet verder dan anderhalve meter ver
konden springen, en omdat alle mensen koppig afstand hielden, leek dat
voorlopig niet te lukken. En de situatie werd al gauw onhoudbaar: de kleine
virusjes begonnen ruzie te maken omdat ze te dicht opeen gepakt zaten, en zich
opgesloten voelden. En ze begonnen te vechten voor het voedsel dat schaarser
werd.
Ten einde raad ging papa Corona
op audiëntie bij de oude peetvader van de Influenza-familie. Hij was een beetje
bang voor de reactie van die machtige familie, want uiteindelijk waren ze wel
concurrenten van elkaar, min of meer toch. Maar meneer Influenza was erg
begrijpend, en hij beloofde te helpen zoeken naar een oplossing.
En meneer Influenza, die erg oud
en wijs was, sloeg zijn boeken open en begon te lezen, op zoek naar een manier
om de familie Corona te helpen.
Opeens had hij het gevonden: hij
las een artikel over de vogels die zich laten mee drijven met de thermiek, en
zo wel duizenden kilometer ver konden "vliegen" zonder dat het hen enige
inspanning kostte. Als dat voor vogels kon werken, dan zéker voor virussen! Hij
stuurde een WhatsApp berichtje naar papa Corona, en de volgende dag kwam die
het verlossende nieuws aanhoren.
Geïnspireerd door de suggestie
van meneer Influenza joeg hij daarop al zijn kindjes naar buiten, om zich met
de thermiek over de hele wereld te laten meedrijven. Helaas is er op 2 à 3
meter hoogte nog niet veel thermiek te merken, en vermits de virusjes niet
hoger raakten dan dat, stortten ze enkele meters verder allemaal neer op de
grond. Ze stierven een pijnlijke en roemloze dood.
Maar geen nood: meneer Influenza
zat al weer met de neus in zijn boeken, en toen papa Corona opnieuw bij hem op
de stoep stond om een oplossing te zoeken voor alweer een volgende kroost, had
meneer Influenza een nieuw voorstel.
Hij had gelezen over het
stuifmeel van de bloemen aan de bomen, en hoe dat met de wind meegevoerd werd
naar de andere bomen om daar de stampers te bevruchten. Al wat daarvoor nodig
was, was een beetje wind die hen ver genoeg kon meevoeren. Aangezien virussen
nog véél kleiner en lichter zijn dan stuifmeel, moest dat zéker ook lukken voor
de jonge virusjes. Het was alleen maar wachten op een frisse bries die hen kon
meevoeren naar andere voedzame oorden.
Geïnspireerd door de suggestie
van meneer Influenza joeg papa Corona ook deze kroost naar buiten zodra de
weerman een fikse windvlaag voorspeld had. Maar de arme virusjes kwamen terecht
op de bomen en planten in de tuin, en konden daar totaal niet gedijen. Ze
stierven er allemaal een pijnlijke en snelle dood.
Meneer Influenza was boos op
zichzelf omdat hij er maar niet in slaagde de juiste oplossing te vinden, en
ging nog harder aan het studeren. En toen ontdekte hij het fascinerende verhaal
van de graspollen die zich geruisloos met de wind lieten meedrijven om overal mensen
met allergieën te gaan folteren. Omdat virusjes véél kleiner zijn dan die
pollen, moest dat ook voor hen een mogelijkheid zijn. Alléén was hiervoor wel
een ferme windstoot nodig om hen ver genoeg te brengen.
Het was dus opnieuw
verwachtingsvol en gespannen uitkijken naar het dagelijks weerbericht. Tot op
een dag een zware storm voorspeld werd. Zodra de anemometer windkracht 6
aangaf, joeg papa Corona zijn nieuwe kroost naar buiten. En de kleintjes dreven
met de stormwind mee, en kwamen overal terecht. Sommige op de grond, om er te
sterven; andere op dieren en planten, en ook die overleefden niet.
Maar enkele virusjes kwamen in
de mond en neus van mensen terecht. Die vonden er een nieuwe thuis, en
vermenigvuldigden zich eerst naar hartelust. Tot een immens leger antilichamen van de mens kwam aan marcheren, en de virusjes vernietigd werden.
Nee, de toekomst zag er niet zonnig uit voor de familie Corona!
We beleven uitzonderlijk zware tijden. Niemand van ons heeft zo'n
wereldomvattende en allesverwoestende crisis ooit eerder gekend, behalve dan
wie de Tweede Wereldoorlog nog heeft meegemaakt.
Uitzonderlijke tijden vragen uitzonderlijk leiderschap en
staatsmanschap. Uitzonderlijke tijden vragen om politici en regeringsleiders
met een vastberaden en doortastende aanpak, met moed en durf ook om
beslissingen te nemen die niet fijn zijn. Moed en durf ook om zijn/haar
verantwoordelijkheid op te nemen. En vooral: de moed om het eigen belang nu
eens een keer niet voorop te stellen.
De voorbeelden in onze Belgische politiek zijn helaas niet bepaald
hoopgevend.
Paul Magnette van de PS
huiverde bij het idee "toegevingen"
te moeten doen tegenover de baarlijke duivel uit Vlaanderen, want zijn
fanatieke "achterban" zou hem dat
nooit vergeven, en zijn kiezers zouden weglopen naar de PTB. Instemmen met een
regering van "nationale eenheid" was
voor Magnette vermoedelijk politieke zelfmoord, en zeg nu zelf: de man is nog
véél te jong om al met pensioen te gaan; hij heeft nog maar pas de fakkel van Di Rupo mogen overnemen. En dus kwam er
van Magnette een veto. Ook Georges-Louis Bouchez van de MR kon zich
niet neerleggen bij het idee van een regering van nationale eenheid, want dan
zou zijn partij minstens twee vet betaalde ministerpostjes moeten opgeven, en dát
nu ze nog maar pas volop konden mee graaien.
Kortom: crisis of geen crisis, altijd het eigen belang eerst! Staatsmanschap bij deze heren? Niet dus.
Let wel: ik vermoed dat de manier waarop aan de andere kant van de
taalgrens naar heel dat circus gekeken wordt, totaal anders is. Ik vermoed dat
de meerderheid van de Franstaligen in ons land de schuld van deze impasse bij
de Vlaamse partijen leggen, en dan in het bijzonder bij de verfoeide N-VA.
Dat is ook logisch, omdat de Franstalige media totaal anders berichten
dan de Vlaamse. En ik blijf het herhalen: wij denken allemaal in hoofdzaak wat
de media ons willen laten denken. Vergeet de illusie nu maar dat wij zélf onze
eigen mening bepalen. We maken allemaal onszelf wijs dat we zelfstandige,
kritische denkers zijn, met een eigen mening. Dat is helaas zelfbedrog: 80 tot
90% van wat wij denken en zeggen, is ons eerder al voorgekauwd en ingestampt
door de media. Als een boodschap maar dikwijls genoeg en met voldoende nadruk
herhaald wordt, dan gaat die zich in ons brein nestelen, en gaan we uiteindelijk
geloven dat we het zélf bedacht hebben.
Als er iets is wat de huidige Corona-hype getoond heeft, dan is het
wel dat de media echt wel alle kanonnen in stelling kunnen brengen als ze dat
willen, en dat niemand aan het bombardement kan ontsnappen. En dus denken we op
den duur allemaal precies dát wat de media ons willen doen denken. Wie dan tóch
een afwijkende of aparte mening durft te verkondigen, die wordt raar bekeken en
als "ziek" of "abnormaal" of "tegendraads"
aanzien.
Maar ik had het over "leiderschap"
en "staatsmanschap".
De man die ons al dikwijls het meest heeft verbaasd met het soort
leiderschap en staatsmanschap dat hij vertoont, is nog altijd Donald J. Trump. Ook
in deze tijden van diepe crisis in het prachtigste
en beste land van de hele wereld,
staat Donald pal.
Eén van zijn grote positieve bijdragen om de crisis te boven te komen,
was bij zijn Corona-speech. Het was
één grote scheldpartij waarbij hij niets beters wist te verzinnen dan de
(Democratische) gouverneurs van een aantal staten (Washington en Michigan) te
staan schofferen omdat die het aangedurfd hadden de lakse houding van het
federale niveau (Trump, dus) aan te klagen, en een globale aanpak en nationale
maatregelen te vragen. Trump noemde hen daarop smalend "klagers" en "ondankbaar"
omdat ze zijn enorme inzet niet konden waarderen. Verder dan dit bewijs van
staatsmanschap is hij niet gekomen. Effectieve maatregelen wist hij niet te
verzinnen.
En zeggen
dat die man eind dit jaar zal verkozen worden om nóg eens vier jaar lang
president van de USA te spelen.
Groot staatsmanschap is dezer dagen trouwens ook te bewonderen in
Israël. Los van Corona deze keer. Hoewel niet écht, want alles wordt dezer dagen gestuurd door Corona.
Daar hadden ze vorig jaar ook nationale verkiezingen gehad, en ook
daar slaagden ze er niet in om een regering te vormen. Want uit de
verkiezingsuitslag waren twee ongeveer even grote machtsblokken ontstaan, die
geen van beide aan een meerderheid konden geraken. Er was het blok rond de Likoed-partij van Benjamin Netanyahu, en een blok rond oppositieleider Benny Gantz. Die laatste weigerde categoriek
om in een coalitie te stappen met Netanyahu,
omdat die aangeklaagd werd wegens corruptie en fraude en schriftvervalsing. Dát
noem ik nu eens écht "staatsmanschap",
zie.
Anders dan bij ons moesten de Israëli's daarop nog een keer naar de
stembus. Met hetzelfde resultaat. En daarna nóg een keer. Opnieuw met hetzelfde
voorspelbare resultaat.
Dat spelletje kon zo wel nog een tijdje doorgaan, vermoed ik, ware het
niet van Corona: het volk begon te morren, en eiste een "daadkrachtige" regering. En toen begon Benny nattigheid te voelen: sluwe Bibi Netanyahu (die de media aan zijn kant heeft) legde het erop
aan om de schuld van het uitblijven van een regering, en dus van maatregelen
tegen de epidemie, bij Benny te
leggen. En Benny besloot eieren voor
zijn geld te kiezen, dat wil zeggen: zijn eigen politieke toekomst veilig te
stellen. Weg waren de grote principes, weg was de onwrikbare weigering om samen
met een crimineel in een regering te
gaan zitten. En zie: Bibi Netanyahu
wordt nog maar eens eerste minister van Israël. Mét de steun van Benny Gantz.
Zo zie je nog maar eens: alles moeten wijken voor Corona. Of liever: voor
het eigenbelang.
Ik heb gisteren van mijn gsm een dikke pluim gekregen. Niet zomaar een
pluim, maar een échte ster en zelfs een kroontje om mij te feliciteren. Nu ja,
eigenlijk niet van mijn gsm, maar eerder van de stappenteller op mijn gsm: "Proficiat! U hebt uw doel van de dag
bereikt!" en een beetje later: "Proficiat!
Weer een nieuw record gehaald!" Mijn dag kon niet meer stuk.
Ik ben erg blij met mijn gsm. Hij is altijd vriendelijk tegen mij, en
hij geeft mij af en toe een complimentje. Iedereen heeft op tijd en stond een
complimentje nodig, hee.
Ik heb de pluim dan ook wel verdiend, gisteren. In de voormiddag heb
ik mijn stoute schoenen aangetrokken om te voet tot bij de dokter te gaan; na
de middag opnieuw mijn stoute schoenen aan, voor een fikse wandeling naar het postkantoor
en naar de apotheek.
Het was aangenaam wandelen in de zon, op de laatste dag van maart. En
daarom verwondert het mij een beetje dat er zó weinig volk op straat te zien
was: een paar zeldzame fietsers, een stel moedige jogsters, enkele spelende
kinderen. Maar verder: eenzaamheid, en stilte. Afgezien van de honden die zich ook
nu weer achter een haag verstopt hadden om mij de stuipen op het lijf te jagen.
De corona-hysterie houdt de mensen duidelijk binnen, in hun kot.
Het voelde allemaal trouwens vreemd en ongewoon aan, gisteren.
Bij de dokter bijvoorbeeld. Anders zit de wachtzaal daar altijd
stampvol, maar nu: niemand. De wachtzaal was een beetje anders ingericht, en
het aantal zitplaatsen was beperkt: "afstand
houden", weet u wel. Maar er zijn nu blijkbaar toch veel minder plaatsen
nodig: de mensen blijven thuis, ziek of niet. Een bedenking die de huisarts
zich ook maakte: veel mensen die vermoedelijk ernstig ziek zijn, los van
Corona, blijven nu weg bij de dokter. Uit angst voor het virus.
Ik ben benieuwd of men na afloop van de Corona-epidemie ook cijfers
zal vrijgeven over het aantal mensen dat niet door Covid-19 maar wél als gevolg van de paniek gestorven zijn in deze
periode. Het zal dan wel om "collateral
damage" gaan, zeker?
De dokter had trouwens ook zijn bedenkingen bij de hele heisa, en hij
verwees naar het kwart miljoen
griepdoden in de wereld, elk jaar.
Maar verder hield ook hij zich nauwgezet aan de regels: ik kreeg mijn
voorschriftjes zonder fysiek onderzoek, en hij droeg een mondmasker en
ontsmette zijn handen met een alcoholgel. Ook ik werd vriendelijk verzocht mijn
handen te ontsmetten.
In de wachtzaal hing een papierke met de in acht te nemen voorzorgen
om te voorkomen dat je besmet raakt met "viri".
Voor de duidelijkheid stond er nog bij: "corona-viri
en griep". Want inderdaad: de voorzorgen waar nu op gehamerd wordt, zijn
eigenlijk de normale voorzorgen die iedereen zou moeten nemen bij om het even welk virus dat rondwaart.
Ik was een beetje verbaasd over het woord "viri", maar ik vermoedde dat dit het wetenschappelijk meervoud is
van "virus". Als het woord "virus" uit het Latijn komt, dan is "viri" een logisch meervoud. (Zoals "cycli" het meervoud is van "cyclus".) Al heb ik achteraf ontdekt dat
het correcte meervoud van virus "vira"
is in het Latijn. Als wij spreken over "virussen",
dan zijn we eigenlijk verkeerd: dan hebben we het eerder over een auto in
Rusland waar ze met méér dan drie in zitten. (Grapje!)
De quasi lege wachtzaal betekent wel dat de dokters in deze tijden
véél minder patiënten hebben. En datzelfde geldt ook voor andere zorgverleners,
zoals dierenartsen, kinesisten, enzoverder. Het valt te vrezen dat hun inkomsten
de voorbije en komende weken zullen gedecimeerd zijn, en dat velen van hen nu de
broeksriem zullen moeten aanhalen en misschien wel zwarte sneeuw zullen zien.
Maar geen nood, hee: we hebben een wit laken uitgehangen, en om acht
uur zullen we allemaal applaudisseren. Daar zullen ze zeker hard mee geholpen
zijn!
Ook bij de Post zit de Corona-vrees er diep in: de loketten zijn
afgeschermd met plexiglas, en er is een lint gespannen op minstens een halve
meter afstand van de balie. Om iets bij de post gedaan te krijgen, moet je een
lange arm hebben tegenwoordig.
De andere klanten bleven braaf op afstand achter mij wachten. Eén ding
is zeker: iedereen is véél meer gedisciplineerd dan voorheen.
Of dat een blijvend dan wel een tijdelijk effect zou zijn? Geen idee!
Maar een mens moet positief blijven, niet?
Bij de apotheek hetzelfde fenomeen: de loketten afgeschermd met een ambachtelijk
en inderhaast versneden stuk plexiglas, en maximum twee klanten tegelijk in de
winkel. En de apothekeres heeft zelf het ontvangstbewijsje afgetekend, zodat ik
de mogelijk besmette stylo niet moest aanraken. Wat ik best wel grappig vond,
maar vooral erg lief.
En het is dát wat pas écht opvallend was: de vriendelijkheid en
jovialiteit waarmee ik overal aangesproken werd. Ik was niet zomaar een
nummerke in een lange en drukke rij, ik was een "persoon".
Iedereen is duidelijk véél vriendelijker, dezer dagen. Maar ook nu
weer: of dat een blijvend dan wel een tijdelijk effect zou zijn? Geen idee!
Laat ons positief blijven, en hopen.
En ondertussen een dikke pluim
geven aan al die mensen die hun werk blijven doen, met een glimlach, en ervoor
zorgen dat de wereld niet compleet stil valt.
Het geeft een beetje een vreemd, en zelfs ongemakkelijk, gevoel te
moeten vaststellen dat het misprijzen tegenover de vrouw het grootst lijkt te
zijn in die landen waar het geloof
nog een grote rol speelt. Of moet ik eerder zeggen: het fanatieke geloof? Het lijkt er op één of andere manier op dat
streng-gelovigheid dikwijls gepaard gaat met een ongebreideld machogedrag.
Dat is zo in de moslimwereld.
Het land met de meest fundamentalistische islamwetten, is zonder
twijfel Saudi-Arabië, en dat is meteen ook één van de meest vrouwonvriendelijke
landen ter wereld.
En dat is ook zo in de katholieke wereld.
Eén van de meest katholieke landen in de wereld, is Mexico. (En bij
uitbreiding geldt dat voor de meeste landen in Zuid-Amerika.) En laat nu net
Mexico het land zijn waar het geweld op vrouwen alle records breekt. Vorig jaar
zijn in Mexico méér dan 3800 vrouwen vermoord, gewoon omdat ze een vrouw waren. Dat is een triest gemiddelde van 10 per
dag! En de trend gaat helaas met de jaren in stijgende lijn. En hoe reageert de
vroom-katholieke president van dit godsdienstige land? Dat "die kwestie veel wordt gemanipuleerd in de
media" en "dat het niet heel de tijd
alleen over vrouwenmoorden moet gaan." De president zou liever meer
relevant nieuws in de media aan bod zien komen, en minder flauwekul over
bagatellen zoals geweld op vrouwen. (Ik vermoed dat de man nu gelukkiger zal
zijn over de media, want ook daar gaat het alléén maar nog over Corona, en niet
meer over die "bagatellen".)
Nu is de president van Mexico lang niet de enige die niet bepaald een
hoge pet op heeft over vrouwen en vrouwenrechten. Ook die van Brazilië is een
notoir macho-type die vindt dat vrouwen zich niet te veel moeten roeren en
vooral mooi moeten zijn en zwijgen. Die heeft het onder andere bestaan om tegen
een vrouw te snauwen: "Ik zal je niet
verkrachten, want je bent te lelijk!"
En in de Filipijnen, een ander uitgesproken katholiek land, is de
mening van de president over de vrouwen ook niet bepaald "vriendelijk" te noemen. Na de groepsverkrachting van een vrouwelijke
Australische hulpverlener in de Filipijnen meende hij dat "de burgemeester de eerste beurt had moeten gekregen hebben."
Is het verwonderlijk dat geloof en een macho-mentaliteit hand in hand lijken
te gaan?
Misschien toch niet helemaal, want wat in de koran geschreven staat,
dateert uit de 6de en 7de eeuw van onze jaartelling, toen
er van vrouwenrechten nog geen sprake was en het de mannen waren die alles voor
het zeggen hadden. De fundamentalistische moslims hangen nog altijd vast aan
een letterlijke interpretatie van die oeroude wetten en uitspraken, en leven
daar dan ook nog altijd naar. De ideeën van de 21ste eeuw gaan aan
die mannen compleet voorbij; méér zelfs: ze zijn des duivels! En de vrouw is
daar het onschuldige slachtoffer van.
Bij de katholieke kerk zou je denken dat die wél al in de 21ste
eeuw aangekomen is. Maar al bij al: ook de concepten waar de katholieke kerk
zich blijft aan vastklampen, zoals het celibaat bij priesters, of het verbod
voor vrouwen om priester te worden, dateren uit de 11de eeuw; de
donkerste Middeleeuwen dus. En ja, als zélfs de kerkleiding nog altijd blijft
poneren dat vrouwen minderwaardig zijn en een slechte invloed zouden kunnen
hebben op onze priesters, wat zou dat voor impact hebben op de achterlijke
idioten die zich met een rozenkrans in de hand aan de vrouwen blijven
vergrijpen?
Misschien toch iets voor de kerkgeleerden en kerkelijke gezagsdragers
om over na te denken: in hoeverre zouden hun stellingen mee verantwoordelijk
kunnen zijn voor het brutale geweld van hersenloze macho's tegenover de
vrouwen?
Mijn moeder leed aan de "Ziekte
van Ménière", bijna haar hele volwassen leven. Lange tijd is dat voor haar relatief
leefbaar gebleven omdat ze er een soort medicatie voor kreeg; een
vochtafdrijvend middel, geloof ik. Maar op een bepaald moment was dat medicijn
niet meer te verkrijgen. Uit de markt genomen omwille van mogelijke
nevenwerkingen, misschien? Of omdat het niet rendabel was? Daarna is haar
levenskwaliteit steil bergaf gegaan, en haar laatste levensjaren waren een
echte hel.
Ondertussen, 20 jaar later, is er nog altijd geen geneesmiddel. De
ziekte is al bekend sinds 1861, en er zijn in Nederland naar schatting 10 à
15.000 mensen die aan de ziekte lijden. (Ik vermoed dat de cijfers voor België
gelijkaardig zullen zijn.) Dat is ongeveer 1 op 1000 mensen. Maar de echte
oorzaak is ook nu nog altijd niet gekend. Het zou te maken hebben met de
ophoping van "endolymfe", de
vloeistof die zich in ons binnenoor bevindt en die aan onze hersenen de
informatie moet doorsturen voor ons evenwicht. Bij een teveel aan "endolymfe" raakt ons evenwicht
ontregeld.
Omdat de onderliggende oorzaak niet kan achterhaald worden, is er ook
nog geen afdoend geneesmiddel. Er zijn wel aanwijzingen dat het te maken zou
kunnen hebben met stress. Volgens de site www.hoorzaken.nl: "Er wordt weleens erop gewezen dat de
aandoening vooral optreedt bij mensen met een perfectionistische instelling en
een zeer zorgzaam karakter met een hoog verantwoordelijkheidsgevoel. Stress
wordt gezien als een belangrijke veroorzaker voor het optreden van nieuwe
aanvallen."
Voor wie geen idee heeft wat de Ziekte
van Ménière dan wel zou kunnen betekenen, dit is een getuigenis van een
patiënt: "Dat je het gevoel hebt dat je
dood gaat als je voor het eerst een duizeligheidsaanval krijgt en niet weet wat
het is. Zó intens dat angst en paniek overheersen."
Het zijn heus niet alléén de Corona-patiënten die angstwekkende
verhalen te vertellen hebben. (Maar het is alléén bij Corona-patiënten dat we
daarmee om de oren geslagen worden.)
De ziekte is vermoedelijk voor een deel genetisch bepaald, en dus
erfelijk. In ons gezin zijn we met meer die er last van hebben. (In elk geval
van het "Syndroom van Ménière".) Tot
voor kort bleef dat bij mij beperkt tot constant oorsuizen in het linkeroor, en
daar viel wel mee te leven. Ik dacht eigenlijk dat het mijn eigen schuld was:
het geluid van mijn iPod misschien te dikwijls te luid gezet? Maar sedert kort
komen daar aanvallen van draaiduizeligheid bij. Te frequent om goed te zijn. En
dan ben ik minstens drie uur werkelijk totaal buiten strijd.
Omdat de aanvallen volkomen onaangekondigd beginnen, voel ik me nu erg
belemmerd in mijn behoefte om te gaan wandelen of fietsen. Stel je voor dat ik
midden mijn gezwoeg op de berg naar Munte opeens een aanval krijg? Ik raak dan,
letterlijk, geen stap meer verder. Ik kan dan moeilijk een paar uur midden op
straat gaan liggen tot het over is, hee? Ik moet op zo'n moment misschien hopen
dat die twee oudere dames op hun elektrische fiets toevallig ook weer daar aan
het rijden zijn, achter mij aan. Maar met die Corona-maatregelen mogen zij mij
niet recht helpen of opzij leggen: ze moeten minstens anderhalve meter afstand
houden. Als het mij bij het wandelen zou overvallen, dan zou ik ergens op een
bank kunnen gaan zitten; maar dat mag nu ook niet meer: bankzitten in een park is een ernstige overtreding. Wandelen en
fietsen, dat wordt dus moeilijk.
Dat het nu erger geworden is, heeft (volgens mij) alles te maken met
de "Corona-stress".
Ondanks mijn volgehouden sarcasme en mijn stelling dat dit "gewoon een griep is", heeft het
Corona-virus zich toch, willens nillens, diep in mijn brein geworteld. En ik
vermoed dat ik hierin verre van een uitzondering ben: ik vrees dat héél veel
mensen bewust of onbewust "besmet"
zijn door de Corona-paniek. En door die aanhoudende "stress", of angst of onzekerheid, ook vatbaarder voor onderliggende
problemen of ziektes.
Ik stel voor dat we dit "Coronitis"
gaan noemen. (Ik zou misschien wel een soort patent op die benaming moeten
claimen? Dan kan ik later rijk worden door de auteursrechten die ik zal mogen
innen bij elk gebruik van de term "Coronitis"!)
Ik heb het eerder al tot vervelens toe herhaald, en ik blijf fanatiek
op diezelfde nagel kloppen: de media!
De media, reguliere en andere, houden niet op. Ze blijven ons met een
nooit geziene volharding onderdompelen en bestormen met Corona-berichten, bij
voorkeur met een hoog alarm- en sensatie-gehalte. Niemand ontsnapt eraan,
niemand kan er zich tegen beschermen. Allemaal worden we gehersenspoeld tot Corona-slachtoffers. (En die onnozele
YouTube-filmkes met Jens Dendoncker
zijn een belachelijk schaamlapje om te "bewijzen"
dat ze ook een positieve boodschap brengen.)
Coronitis, inderdaad.
Bij mij is het beperkt tot een opstoot van Ménière, maar ik vrees dat het bij heel veel mensen véél ergere
gevolgen zal hebben. Angst- en slaapstoornissen, hartproblemen; woedeaanvallen
en frustratie en agressie, zware psychische problemen. Ik vrees dat een groot
deel van de wereld ernstig ziek zal
worden. En het zal héél lang duren, tot vér na de Corona-epidemie, eer de mensheid
hiervan zal genezen.
En niemand zal ooit de moed en eerlijkheid opbrengen om schuld te
erkennen en de verantwoordelijkheid voor deze ramp op zich te nemen.
Het is niet altijd duidelijk wat er precies van ons verwacht wordt in
deze Corona-tijden. Moeten we nu allemaal in "ons kot" blijven? Zoals Maggie ons heeft voorgehouden. Of
moeten/mogen we, op ons eentje of met twee, buiten komen om te zorgen dat we
genoeg bewegen en om ons mentaal welzijn te verzorgen?
Ik heb voor dat laatste gekozen: nu de lentezon uitbundig schijnt, ga
ik elke dag een flinke wandeling maken in de frisse lentebries van eind maart. En
van de stappenteller op mijn smartphone krijg ik dan een pluim!
Maar het voelt toch niet helemaal hetzelfde aan als die "rustgevende wandeling" waar ik midden
januari al eens over verteld heb.
Wat wél nog altijd hetzelfde is, dat zijn de blaffende honden
onderweg.
Eigenlijk zijn er nu precies nog méér dan voorheen. Ik vermoed dat
iedereen opeens een hond gekocht heeft. Een nieuwe remedie tegen Corona
misschien? Als dat virus even hard opschrikt als ik, door het geblaf van een
hond die zich achter de haag verstopt heeft, dan zal het rap uit onze contreien
verdwenen zijn!
Maar misschien waren die honden er wel al altijd, en hadden hun
baasjes gewoon nooit tijd om met hen te gaan wandelen? En nu kan het wel. Zo
zie je maar: "Elk nadeel heb z'n
voordeel!", zoals de beroemdste Johan ter wereld ooit zei. Dankzij Corona
krijgen alle honden in de buurt nu een luxe behandeling, inclusief een flinke
wandeling elke dag. En dát bovendien in de meest gezonde lucht die we hier in de
voorbije 20 jaar gehad hebben.
Afgezien daarvan is het inderdaad vreemd wandelen en zó weinig autos
te zien voorbij rijden. Het lijkt precies elke dag "autoloze zondag", dezer dagen. Maar doordat er zo weinig auto's rondrijden, is het toch elke keer een
beetje schrikken als ik er toch eentje achter mijn rug hoor opdoemen. Dus
helemaal "rustgevend" is mijn
wandeling ook nu niet.
Mijn auto staat óók zo goed als werkloos op de oprit: alléén voor de
wekelijkse boodschappen komt die nog een keer in beweging. Ik heb een laatste
keer getankt bij het begin van de crisis, toen de olieprijs naar beneden
getuimeld was omdat Rusland en Saoedi-Arabië elkaar de duvel wilden aandoen. En
het ziet er naar uit dat ik pas over drie maanden nog een keer naar een
benzinestation zal moeten rijden. In stilte vloek ik hierbij wel een beetje: de
benzineprijs heeft al in eeuwen niet meer zó laag gestaan, en juist nu heb ik
geen benzine nodig!
Wat wél erg opvalt, is dat de mensen die ik onderweg ontmoet,
vriendelijker lijken dan vroeger. Daar waar de meeste mensen je voorheen straal negeerden bij het
voorbij stappen, en zelfs niet eens reageerden als je hen wilde groeten met een
vriendelijk "goeiedag", krijg je nu
bijna altijd een vorm van respons: een vriendelijke "goeiedag" terug of een brede glimlach.
Hoe dat zo precies komt, weet ik niet goed. Misschien is het een soort
compensatie voor de fysieke afstand die de overheid ons oplegt? Een poging om
dan toch "innerlijk" de afstand wat
kleiner te maken? Of zou het gewoon het weldadig effect van de uitbundige
lentezon zijn waardoor mensen zich warmer en positiever opstellen? Hoe dan ook,
het is een verademing en een fijne nieuwe ervaring. Wat Corona al niet doet met
een mens!
Als het enigszins kan, dan probeer ik toch bij elke wandeling tot aan
het "Nieuw Cultuurhuis" van Merelbeke
te stappen, omdat ik daar een vertroostend gevoel en verse moed uit kan putten.
Want telkens als ik dat gebouw in het oog krijg, denk ik: "Hoe lelijk het leven er nu ook uit ziet, met die corona-ellende en die
corona-eenzaamheid en angst en onzekerheid, het is nog altijd mooier dan het
gedrocht dat ze hier neergepoot hebben, en het kan ook nooit zó lelijk worden!"
Dat is een héél positieve gedachte die mij dan weer even wat nieuw optimisme
kan geven.
Waar Corona allemaal niet goed voor is: ik heb alweer iets bijgeleerd.
"Huidhonger." Ik had er nog
nooit van gehoord. U wel?
Toen het woord voor het eerst vermeld werd, in één van de journaals
van de voorbije week, dacht ik eerst dat het ging over het destructief effect
op onze handen van al dat wassen met zeep en het veelvuldig inwrijven met
ontsmettende alcoholgel. De rode en ruwe plekken op onze handen, onze pijnlijke
en gekwetste knokkels. Vreselijk, niet? Het woord "huidhonger" leek me wel gepast: de huid van onze handen die "hongert"
naar een zachte, voedende zalf om te herstellen.
Dat bleek het dan toch niet te zijn. Bij nader inzien ging het over de "honger" naar fysiek contact, fysieke
nabijheid, intimiteit. In deze tijden van "social
distancing" wordt er niet meer geknuffeld of eens stevig vastgepakt; we
blijven allemaal ver van elkaar. Een mens heeft nood aan warmte en koestering,
en nu dat bijna helemaal wegvalt, voelen we ons "eenzaam" en "behoeftig", "hongerig".
Blijkbaar is het zó erg met ons gesteld dat daar een volledig
praatprogramma moest aan gewijd worden, en een dubbel artikel op VRTNWS.
Waarbij het vooral ging over het tekort aan seks in deze periode: het lijkt er
sterk op dat dit aan het uitgroeien is tot een nationale ramp, een catastrofe
voor ons land!
En dan denk ik: "Enkele weken of
maanden seksuele onthouding? So what! Als dát echt je ergste zorg is, en de
grootste ontbering waar je onder te lijden hebt, dan ben je een gelukkig mens.
Stop met neuten!" Er zijn véél erger dingen dan dat, toch?
Maar geen nood: Vlaanderens meest populaire sexuologe van het moment
is ons de oplossing komen verklappen: seksspeeltjes.
Met afstandsbediening!
(Vreemd hoe corona zorgt voor een explosie van "-logen": niet alleen blijken er bij ons opeens veel meer viro-logen
te zijn naast Marc Van Ranst, er
duiken nu ook andere sexuo-logen op dan Goedele.)
Het is voorspelbaar dat er een stormloop zal komen op de markt van
seksspeeltjes. Bol.com en Amazon, of andere, meer gespecialiseerde, webshops zullen
de vraag niet kunnen bijhouden. Het is zaak er vlug bij te zijn, want binnen de
week swingen de prijzen de pan uit. Je zou ook bij Ali Express kunnen
bestellen, maar dan blijf je nog minstens drie weken op je (huid)honger zitten.
Vanaf nu zullen de late-avond-uurtjes van de jonge en minder jonge
koppels (en singles) er helemaal anders uit zien. Na het verwerken van de
nieuwe corona-statistieken, en als de "huidhonger"
opkomt, zullen ze zich elk in een aparte zetel installeren, op minstens
anderhalve meter van elkaar, met het seksspeeltje bij de hand (of ergens
anders). En dan neemt elk de afstandsbediening van het speeltje van de ander,
en gaat ermee aan de slag. (Veronderstel ik toch. Waarom zou je anders een
afstandsbediening nodig hebben?)
Succes verzekerd.Wég met de huidhonger! Of toch niet?
Hoe plezant dit ook moge lijken, en hoe vrolijk het er
bij momenten misschien wel zal aan toe gaan, seksuele bevrediging met een
speeltje heeft, voor zover ik weet, totaal niets met "huidhonger" te maken. Huidhonger
gaat niet over seks, maar wél over tederheid en warmte. Het lijkt me sterk dat
een seksspeeltje de huidhonger zou
kunnen stillen.
(Die jonge vrouw uit Lanaken die in hoge "liefdesnood" was, had het ook verkeerd voor. Zij had haar honger
eerst gestild met een flinke portie alcohol en een snuifje cocaïne, en toen dat
niet hielp was ze in de auto gestapt op zoek naar een levensecht seksspeeltje. Jammer genoeg wilde de politie niet
accepteren dat dit voor haar een "essentiële
verplaatsing" was.)
Wat je wél aan die "huidhonger"
kan doen, is elkaar een glimlach schenken. Elkaar het gevoel van nabijheid en
warmte geven, zij het vanop afstand. Elkaar waarderen, en misschien af en toe
eens verwennen met een cadeautje of een kaartje.
En in uiterste nood: neem nog eens een bad.
Op 18 februari heb ik de weldadige effecten van een lui bad al uitvoerig
beschreven.
Hoe veel dagen zijn we nu al na de laatste verkiezingen? Zowat 10
maanden, geloof ik, dus al méér dan 300 dagen. En we hebben nog altijd geen
regering die min of meer een weerspiegeling zou zijn van de verkiezingsuitslag.
De huidige "Corona-regering" heeft in
het parlement een meerderheid van 38
zetels op 150; bij mij op school was dat "een
dikke onvoldoende". Een poging om een soort "noodregering" te vormen, een "regering
van nationale eenheid", is grandioos mislukt door de botsing met een aantal
ego's en kleinzielige partijbelangen.
En wat hadden Aalst-Carnaval en die aanslepende regeringsvorming met
elkaar gemeen?
Grote ego's, gebrek aan
relativeringsvermogen, lange tenen.
Het zijn thema's die regelmatig terugkomen in mijn blog, en die helaas
brandend actueel blijven.
De voorbije heisa in Aalst heeft nog maar eens aangetoond dat veel
mensen vreselijk lange tenen hebben, en vreselijk lichtgeraakt zijn. Omdat ze
zichzelf zo ontzettend ernstig nemen; omdat ze zichzelf zo ontzettend
belangrijk vinden. Wie zichzelf iets minder het centrum van de wereld waant,
maalt er niet om dat er een keer met hem/haar gelachen wordt. "So what?" als je op straat een
karikatuur van jezelf ziet paraderen? Er zijn erger dingen in het leven!
"Lange tenen" zijn ook een
teken van een immense arrogantie en eigendunk: het geeft aan dat je jezelf
belangrijk genoeg vindt om het voorwerp van spot te zijn. Ik heb geen lange
tenen, want ik weet dat ik niet belangrijk genoeg ben om bespot te worden. Blijkbaar denken diegenen uit de joodse gemeenschap die zich op
de lange tenen getrapt voelden, dat zij enorm belangrijk zijn. Zó belangrijk zelfs
dat de helft van Aalst al een jaar lang met hen bezig was.
En het werd helemaal zielig als ze dan tot vervelens toe telkens weer
verwezen naar de Holocaust. Terwijl in die hele carnavalstoet totaal niets aan
de Holocaust refereerde of er de draak mee zou gestoken hebben. En toch werd
dát elke keer opnieuw naar voor geschoven: "De
Joden hebben vreselijk geleden onder de Holocaust!" Niemand betwist dat, en
niemand minimaliseert dat, maar hoe kan dat een argument zijn om vrijgesteld te
worden van spot?
Misschien moet de joodse gemeenschap, of althans diegenen die zich als
vertegenwoordigers en spreekbuis van de joodse gemeenschap willen manifesteren,
toch eens nadenken of dit allemaal wel zó belangrijk is, en de moeite waard om
er al die energie aan te verspillen? Misschien zou het een goed idee geweest
zijn om alles eerst eens in perspectief te plaatsen alvorens te gaan klagen?
Misschien zou het een goed idee geweest zijn om één en ander te leren
relativeren? Zijn er echt geen dingen die belangrijker zijn? Dingen die al die
aandacht en energie veel méér verdienen en nodig hebben dan een figuur met een
haakneus? Hebben ze bijvoorbeeld in Israël echt geen belangrijker en dringender
problemen aan hun hoofd dan zo'n domme carnavalspop? Een corrupte premier,
bijvoorbeeld?
En ja, al bij al is het inderdaad om exact dezelfde reden dat onze
politici er niet in slagen een volwaardige regering op de been te krijgen, zélfs
niet om de Corona-crisis aan te pakken: ze vinden zichzelf en hun ego zó
belangrijk dat er geen plaats meer is voor redelijkheid. Elke nationale
politicus is vooral met zijn/haar eigen imago bezig, met zijn/haar kiespubliek.
Met zichzelf dus. Want de wereld
draait immers alléén maar rond die kleuterachtige egotrippers die zichzelf zó
ernstig nemen en zichzelf zó belangrijk vinden dat (letterlijk) alles er moet
voor wijken. Ook, en zélfs het algemeen belang. En dus gebeurt er niets,
behalve dat ze allemaal naar hun eigen navel zitten te staren.
De wereld is stilaan ten onder aan het gaan aan het egocentrisme en de
eigendunk van diegenen die eigenlijk zouden moeten helpen om de wereld
draaglijker te maken. In plaats van het leven lichter te maken, bezwijkt alles
stilaan onder het gewicht van de ego's die op de aarde rondlopen. En beetje
bij beetje zal alles helemaal stilvallen, want het zal allemaal té zwaar gaan
wegen om nog iets in beweging te krijgen. Onze beschaving, zoals we die nu
kennen, zal binnen de kortste keren verloren gaan en uiteen vallen onder het
gewicht van ons zelf-belang en omdat we vergeten dat andere zaken belangrijker
zijn dan wij zelf.
Zélfs een corona-virus weegt niet op tegen die grote ego's.
Ik herinner me de bezoeken aan mijn grootvader nog goed. Lang geleden,
toen ik nog een kleine jongen was.
Mijn grootmoeder woonde daar ook, maar die leek niet echt mee te
tellen: zij stond altijd in de keuken bij onze zondagse bezoeken. Koffie aan
het maken of aan het afwassen; ik weet het niet. In de gesprekken werd ze niet
betrokken, en haar mening werd ook nooit gevraagd. We spreken over de vroege
jaren zestig van de vorige eeuw; het woord "vrouwenemancipatie"
was nog niet uitgevonden. Of in elk geval was het nog niet tot bij mijn
grootvader doorgedrongen.
Zij woonden in een piepklein huisje. Hooguit 5 meter breed, denk ik. Je kwam binnen in een smalle donkere gang. Er was een "voorkamertje" naast die gang, maar dat werd nooit gebruikt, vermoed
ik. Behalve om de stapels kleren weg te leggen van de vele zondagse bezoekers.
Op het einde van de gang kwam je in de woonkamer. Daarin stond een tafel en
enkele stoelen, en een ferm uit de kluiten gewassen zetel die alléén voor mijn
grootvader was voorbehouden. En ook nog een 3-zit, als ik me goed herinner: de
kinderen mochten daar de hele tijd braaf opeengepakt stil blijven zitten. Er
was verder plaats voor een volumineuze Leuvense stoof. En uiteraard een knoert
van een teevee.
Je kon er geen kant uit, daarbinnen. Al helemaal niet op
zondagnamiddag als de hele familie er was.
Achter de woonplaats lag een klein keukentje waar je nauwelijks met 2
mensen in kon. (Maar dat was genoeg, want dat was het domein van mijn
grootmoeder, en iemand anders had daar niets te zoeken.) Vanuit de keuken was
er een deur naar een koertje, en achter de keuken was een toiletruimte waar je via
dat koertje naartoe kon. Het "buitentoilet";
toen was dat nog zo.
En dat toilet, dát was een avontuur; daar ging je alléén naar toe als de
nood écht hoog was. Dat was een soort houten bank met een rond gat in, boven de
beerput. Ik heb me dikwijls bang afgevraagd wat er zou gebeuren als ik in dat
gat zou vallen, want voor een klein manneke als ik leek het gevaar niet
denkbeeldig. Aan de muur in dat toilet was een oude spijker ingeklopt, en
daaraan hingen vierkante velletjes krantenpapier. Het "Kortrijks Handelsblad" zorgvuldig met een schaar in stukjes geknipt
van 15 op 15, of daaromtrent. (Je kon maar beter géén diarree hebben!)
Nee, er werd toen geen toiletpapier gehamsterd: we gebruikten oud
krantenpapier. Dat was al gebruikelijk sinds het einde van de 17de
eeuw.
Dat idiote hamster-gedrag zoals we nu overal zien, dat was er toen
niet. In elk geval niet voor toiletpapier. (Ook hier weer met dank aan de
media, trouwens.)
Ik neem wél aan dat de kwaliteit van het drukwerk van de kranten toen
iets beter was dan nu het geval is. Als je nu een krant leest, dan blijf je
achter met zwarte handen van de drukinkt! Ik vraag me af welke sporen dat op
onze poep zou achterlaten? (In Australië hebben ze daar iets op gevonden: daar
drukken ze bij de dagelijkse krant een aantal blanco bladzijden extra, met
geperforeerde lijntjes om stukjes te kunnen afscheuren voor het toiletbezoek.)
Dat het krantenpapier van toen minder inkt af gaf dan nu, dat had ook
als voordeel dat we de kranten konden gebruiken om puntzakjes van te maken. Dat
was een zaterdags feest bij ons thuis: frieten uit een frietzak, opgerold uit
krantenpapier. Véél lekkerder dan frieten op een bord! Het water komt me al
weer in de mond als ik daaraan terug denk.
Toch een vreemd fenomeen, dat hamsteren van toiletpapier. Dat is in
1973 ook al eens gebeurd nadat Jimmy Carson in zijn talkshow voor de grap had
gemeld dat er een ernstig tekort was.
Ongelooflijk hoe gemakkelijk de mensen te manipuleren zijn, en hoe
simpel het is om algemene paniek te zaaien. Toen kon dat alléén via de radio,
zoals ook gebeurd is met dat hoorspel van Orson Welles in 1938, over de invasie
van de marsmannetjes (gebaseerd op "War
of the Worlds" van H.G. Wells). Maar nu worden we langs alle kanten
overspoeld met paniek-berichten.
Als er iets is waar de media véél sterker in zijn dan vroeger, dan is
het wel in het zaaien van paniek. En bij paniek gaan de mensen zich totaal
irrationeel gedragen en komen de laagste instincten boven. Het dunne laagje
vernis dat "beschaving" heet, is niet
bestand tegen paniek. En dus gaan mensen met elkaar op de vuist, of beginnen ze
elkaar van alles te verwijten; en ze hamsteren tegen de sterren op.
Helaas zijn we nu in een paniek-epidemie terechtgekomen waarvan het
einde nog lang niet in zicht is. Wel integendeel: het zal de komende dagen en
weken nog véél erger worden. Zoals gezegd: met dank aan de media!