Het is eindelijk zo ver: nu de mensen overal in hun kot blijven,
kunnen de dieren weer in alle vrijheid rond drentelen waar ze maar willen. En
dus houden ze zich niet meer aan de grenzen die hen door de mens opgedrongen
werden. Ze dringen binnen in het territorium van de mens, en trekken zich niets
meer aan van de gedragsregels die wij hen willen opleggen.
In Wales hebben ze daar al een eerste voorsmaakje van mogen proeven:
wilde geiten uit de omliggende graslanden zijn (op 1 april, weliswaar) een
stadje binnen gewandeld om eens te komen kijken naar de stille en verlaten
straten, en te smullen van het vele frisse groen.
Binnenkort volgen heel zeker ook andere dorpen en steden. En ook
andere dieren. Het is allemaal een kwestie van mond-tot-mond reclame. Het is
gewoon wachten tot één van die geiten via de social media gaat vertellen over
die vreemde wezens die in hun stenen dozen aan de vensters zitten of rondlopen,
en hoe fascinerend dat wel is.
Ik kan me het hele verhaal zó al voorstellen.
Het nieuws van de verlaten
straten deed al gauw de ronde, en alle soorten dieren volgden heel snel om een
kijkje te nemen in de dorpen van de mensen.
De slimsten onder hen kwamen op
het idee om de andere dieren te laten betalen om toegang te krijgen tot de
fascinerende attracties in die mensendorpen. Er was dan ook heel wat te zien,
in die mensenkooien. Je zag er soms twee mensen die tegen elkaar aan het roepen
waren. In een andere kooi zaten ook jonkies, die er een gewoonte van maakten om
voortdurend aan het vechten te slaan. Wat helemaal een vreemde gewoonte was, en
misschien wel het meest fascinerende aan het menselijk gedrag, was dat ze
voortdurend met een ding in hun hand rondliepen en daar de hele tijd naar zaten
te staren, of op te tikken, en soms hielden ze dat ook een tijdlang tegen hun
oor. Zo te zien hadden mensen ook geen echte taal om met elkaar te
communiceren: ze praatten nooit met elkaar, ze maakten alléén maar geluiden in
dat ding dat ze vasthielden. Soms viel de show wel tegen, want er waren
momenten dat de mensen gewoon neer zaten, uren lang, en dan leken ze naar andere
mensen te kijken die opgesloten waren in een klein kastje in hun eigen kooi.
Rare wezens toch, die mensen.
Waar de dieren helemaal niet op
uitgekeken raakten, was hoe die menselijke wezens twee keer per dag compleet
leken te vervellen: 's avonds trokken ze hun oude vel van zich af, en 's
morgens trokken ze weer een heel nieuw vel aan! Diegene van de dieren die het
monopolie op de ticketverkoop voor dit dagelijks spektakel naar zich toe kon
trekken, kon zich in de handen wrijven bij de lange wachtrijen aan de kassa.
Daarna kwam ook heel snel het
idee om gadgets te gaan verkopen. De meest gewiekste dieren hadden al gauw een
hele merchandising opgezet rond het fenomeen van "mensen-spotten". Tomaten die
door de mensen zélf gekweekt waren, en nu gewoon aan de planten bleven hangen,
waren bijzonder gegeerd. En de wilde zwijnen waren gespecialiseerd in de
verkoop van aardappelen die eerder door mensen waren geplant. Ook de sla in de
moestuin van de mensen werd vlot aan de man gebracht. Voor de vleeseters, die
in het begin angstvallig uit de buurt waren gebleven omdat ze slechte herinneringen
hadden aan contact met de mensen, waren er nu malse kippetjes of lammetjes in
overvloed, zonder dat ze daarbij voortdurend op hun hoede moesten blijven.
Wat er precies aan de hand was,
daar hadden de dieren het raden naar. Maar ze hadden het in elk geval best naar
hun zin: voedsel in overvloed, en amusement overal waar ze maar keken.
Brood en spelen, dus. Het
dierenrijk leek wel een paradijs.
|