Paaszondag, bij het vroege
ochtendgloren.
De kinderen waren al een tijdje
wakker, en konden niet wachten tot ook papa en mama zin hadden om op te staan:
ze wilden de paaseitjes gaan zoeken die de Paasklokken gebracht hadden en die,
zoals elk jaar, in of rond het huis verstopt zouden liggen.
Ze slopen stil naar beneden, om
de papa en mama niet wakker te maken, en begonnen te zoeken. Eerst in de
woonkamer, waar de eieren meestal te vinden waren.
Oei, geen eieren te zien! Ze zouden
deze keer heel zeker extra goed verstopt zijn, bedachten ze. Want het vorig
jaar hadden de kinderen alle eieren in een wip gevonden, en zo was er ook geen
fun aan. Misschien waren het dit jaar wel vooral kleine eitjes? Of gewoon
eieren zonder glanzende en kleurrijke verpakking? Die zijn vlug over het hoofd
gezien, hee.
Maar in de hele woonkamer was er
geen chocolade ei te vinden. En ook niet in de keuken of in de salon.
Zouden ze dan misschien allemaal
buiten verstopt geweest zijn, in de tuin? Dat maakte het wel extra spannend,
natuurlijk, want ze konden dan overal liggen: tussen de bloemen, onder de
bladeren, achter een stam. Het was koud en kil, buiten, en de kinderen huiverden
toch even bij het idee naar buiten te moeten. Maar het was voor de goede zaak!
Toen de papa en mama beneden kwamen,
waren de kinderen nog altijd in de tuin aan het zoeken: in hun pyjama, op blote
voeten, met een dunne regenjas om de schouders. De mama riep de kinderen
onmiddellijk naar binnen, en vroeg hun wat ze in godsnaam aan het doen waren?
Bij de uitleg van de kindjes liepen de ouders een beetje bleek aan: dit klopte
niet! De Paasklokken zouden de eieren nooit buiten in de tuin gelegd hebben bij
dit koude ochtendlijke voorjaarsweer; de eieren moesten binnen liggen, dat kon
niet anders. En ze begonnen ijverig mee te zoeken. Maar helaas: geen enkel paasei
te vinden.
In het Vaticaan zat de Paus al
van 's morgens vroeg aan zijn bureau om de verdeling van de Paaseieren te
coördineren. Een gigantische operatie, want er waren duizenden Paasklokken uit
Rome vertrokken om eieren rond te delen. En het was de taak van de Paus om
ervoor te zorgen dat dit allemaal vlekkeloos en soepel zou verlopen. Voor de
Paus was Pasen veruit de belangrijkste dag van het hele jaar, en de organisatie
van die massale uittocht van Paasklokken wou hij aan niemand anders overlaten.
Het was rond zeven uur in de
ochtend als hij op zijn iPad de eerste berichtjes zag binnenkomen van
ongelukkige Paasklokken. Blijkbaar waren ze door de politie tegengehouden omdat
ze een "niet essentiële verplaatsing" maakten. En na een boete van 250 euro waren
ze aangemaand om terug te keren van waar ze gekomen waren.
Het duurde niet lang eer de
berichtjes massaal begonnen binnen te stromen, op zijn iPad en op zijn iPhone. Zowat
alle Paasklokken, overal ter wereld, waren op de politie gebotst en waren
wanhopig en ontsteld, want ze konden hun lading Paaseieren niet afleveren bij
de kinderen die er met een bonzend hartje op zaten te wachten.
Toen de Paus kort daarna ook
berichtjes begon te ontvangen van boze en verontruste ouders, besloot hij om
kordaat te reageren. Hij schreef een kort document op zijn MacBook met de
vermelding dat de drager van het document aan het werk was en dat de verplaatsing
gebeurde in dienstverband voor hun werkgever, en hij zette er de pauselijke
zegel op. Daarop stuurde hij naar alle Paasklokken een whatsappje met het
document in bijlage, zodat ze het konden tonen aan de overijverige politieagenten.
Deze Pasen in Corona-tijden
hebben veel kinderen tot tegen de middag op hun Paaseieren moeten wachten, maar
hun geduld is ruimschoots beloond geweest.
Alsof Pasen zich door Corona klein
zou laten krijgen!
Pasen is bij uitstek hét feest van de hoop dat alles weer goed komt.
Die hoop laten wij ons nooit ontnemen.
|