Herinnert u zich nog de alarmkreet van die Gentse longarts, enkele
weken geleden, met de bijhorende horror-foto van verwoeste longen door het
Corona-virus? Dat was het begin van de paniekgolf in ons land: de hamsterwoede,
de angst die als een verstikkend deken over ons neerdaalde.
"Dit heb ik nog nooit eerder
gezien. Dit is echt niet zomaar een griepje!" waarschuwde de dokter. (Alsof
een influenza-epidemie die jaarlijks 250.000 dodelijke slachtoffers eist, "zomaar een griepje" zou zijn.)
Ondertussen zijn de artsen er achter gekomen dat die immense schade in
de longen niet door het virus wordt veroorzaakt,
zoals die dokter overhaast geconcludeerd had. Maar wél door ons eigen
afweersysteem dat bij sommige mensen compleet op hol slaat, en alles en nog wat
gaat vernietigen; nog lang nadat het virus al verdwenen is. Het zou best wel eens
kunnen dat ons afweersysteem zó heftig reageert op dit virus, omdat het om een
nieuw virus gaat: angst voor het onbekende.
"Angst voor het onbekende"
is héél dikwijls een slechte motivatie om iets te doen (of niet te doen); voor
ons als mens, en vermoedelijk ook voor ons afweersysteem.
Een vreemd iets, dat afweersysteem van ons. En blijkbaar bij de
moderne mens véél gevoeliger én agressiever dan vroeger het geval was. De
moderne (Westerse?) mens is zó hypersensitief en zó intolerant geworden
(letterlijk en figuurlijk) dat ons afweersysteem bij het minste in overdrive
schiet. Ons fysiek afweersysteem én ons mentaal of psychisch afweersysteem.
Het is trouwens ook dat (fysiek) afweersysteem dat aan de basis ligt
van de pandemie aan allergieën bij de moderne mens. We zijn allergisch aan
stuifmeel en graspollen, of aan de huismijt. We zijn allergisch aan lactose of
aan gluten, of aan bepaalde fruitsoorten of noten. En we zijn allergisch aan
waspoeder of zeep, of aan ons huisdier. Zowat een kwart van de bevolking in de
Westerse landen heeft last van één of andere vorm van allergie; het is de
snelst groeiende chronische ziekte in de wereld.
Een allergie is uiteindelijk ook niets anders dan een overdreven
reactie van ons afweersysteem op een "prikkel"
die we als "ongewenst" ervaren. Zelfs
bij een al bij al onschuldige prikkel zoals de nabijheid van een kat, kan ons
afweersysteem compleet tilt slaan en de meest drastische "maatregelen" proberen te nemen om de prikkel, die we als "vijandig" detecteren, te overwinnen of
te verdrijven. In sommige gevallen kan die reactie zelfs leiden tot de dood,
bijvoorbeeld als gevolg van een "anafylactische
shock". Dood door ons eigen afweersysteem, omdat het in paniek alle gevoel
voor redelijkheid en evenredigheid kwijt geraakt is. Net zoals bij sommige Covid-19
patiënten.
Of moet ik eerder zeggen dat wij, de moderne mensen, alle gevoel voor
redelijkheid en evenredigheid kwijt zijn geraakt?
Want eigenlijk is dat ook precies zo met ons "mentaal" of "psychisch"
afweersysteem. Zodra we iets in onze nabijheid voelen of merken dat ons "vreemd" of "ongewoon" voor komt, slaat ons brein alarm en raakt ons
afweersysteem in paniek. Iemand met een andere kleur, of die een andere taal
spreekt, of die anders gekleed is of een ander hoofddeksel draagt; iemand die
te luid spreekt of roept of lacht; kinderen die te veel lawaai maken bij het
spelen of huilen; de hond van de buren die té veel blaft of de haan die té
vroeg kraait; het ge-bimbam van de kerkklokken. We zijn allemaal hypersensitief
geworden, en pikken nu al die signalen bewust op terwijl we dat vroeger als "achtergrondruis" konden negeren. Ons
brein registreert die signalen als ongewenst,
en ons afweersysteem reageert furieus op het alarm: we willen vluchten, of
liever nog, de bron van het "gevaar"
verwijderen of uitschakelen. En we worden onverdraagzaam en afwijzend.
Het is erg gesteld met ons: we kunnen niets meer verdragen, we kunnen
nergens meer tegen, en we gaan onmiddellijk frontaal in de aanval tegen wie of
wat we als een aanvaller beschouwen. En we doen dat altijd met de volle inzet
van ons hele afweersysteem, ook en zelfs als het niet (meer) nodig is. Dat we
onszelf daarbij misschien méér kwaad doen dan de "agressor" ooit zou gekund hebben, daar staan we jammer genoeg niet
meer bij stil.
Misschien kunnen de experten na afloop van de Corona-hysterie een meer
beheerste afweging maken van wat gebeurd is, en misschien kunnen we eruit leren
dat ons afweersysteem soms lijkt op een écht pistool in de handen van een kind:
een gevaarlijk wapen. Voor onszelf, en voor anderen.
|