Heerlijk helder weer, een zee van licht heel de dag lang! Maar het is maar 3 graden als we ons om 9 uur naar beneden laten rollen van de heuvel waarop Gramont ligt. En zo rollen we meteen een ven de kleinste Franse departementen (Tarn-et-Garonne) uit en een ander, de Gers, in. Tegelijk komen we in de regio Gascogne. Klinkt toch heel zuidelijk, he?
De wegenwerkers van dit departement blijken nijvere lui: vele km lang hebben zij op de route die we volgen alle gaten in de weg met bitume toegegoten en tegelijk kunstig van grind voorzien. Het wordt vooral gezellig als die kleverige steentjes aan de binnenkant van je spatbord blijven plakken. Gelukkig halen we de werkers na een tijdje in: nu wel gaten, maar tenminste geen plak meer.
Na Saint-Clair komen we in een streek waar de vrolijke gele kleur van het koolzaad overheerst. In Lectoure bekijken we de kathedraal van Saint-Gervais en Saint-Protais (Sint Gervaas wellicht in het Nederlands, het tweede weten we niet zo goed - alleszins geen naam die je je zoon geeft). Het is er markt en we lopen flink, met stalen blik, langs het belangrijkste streekproduct hier: de flessen Armagnac. Door streekkaas en een magnifieke coeur-de-boeuf tomaat laten we ons wel verleiden. Bij de picknick in het versterkte dorp Terraube blijkt dat een goede keuze te zijn geweest.
We hadden op de abdij van Flarant gemikt, maar we gaan trager vooruit dan we hoopten, fietsen dan ook nog verkeerd en draaien dan maar braafjes naar de klassieke Compostelaroute terug. Zo komen we langs het gezellige Condom-en-Armagnac, waar de 4 musketiers het kathedraalplein opvrolijken - d'Artagnan was van de Gers, zo krijgen we als uitleg.
Nog maar wat klimmen en heel even dalen en we komen bij Larressingle, weer een versterkt dorp. Het is 6 uur geworden en we zijn blij dat we er zijn.
Na het avondeten biedt onze gastvrouw een Armagnac aan - een Compostelaganger mag toch niet zomaar weigeren?
We fietsten vandaag 50 km.
|