Het bezoekje aan de huisarts stelde ik uit. Ik had er niet zoveel zin in. Ook het strakker worden van mijn broeken kon mij niet overtuigen. Ik bleef koppig uitstellen. Toen uiteindelijk ook de meest ruim zittende broek begon te knellen besloot ik met loden pootjes toch maar de dokter te bezoeken. Ik deed mijn verhaal. Heel vaag allemaal. Ik voelde me niet slecht, alleen eetlust had ik niet. En dat was in mijn geval op zn zachts gezegd uitzonderlijk. Met passie's als eten en koken, is een bijna niet aanwezige eetlust op zijn minst opmerkelijk. En daarbij ook nog een gestaag toenemende middel, maakt ongerust. Toch? De dokter stelde de meest voor de hand liggende vragen. Ik beantwoordde naar waarheid. Nee, niets op komst. Ik kreeg regelmatig post uit Rusland. Het ontging mij erbij te vertellen dat ik één keer wel geen post had ontvangen. Maar ja, op weg naar de dokter had ik mezelf al allerlei kwalen in mn hoofd gehaald, want een hypochonder was ik toen al. Een zwangerschapstest kwam in die goede man niet op. Ik bedoel voor de zekerheid? Maar dat is achteraf gekeuvel. Ik dacht er op dat moment ook niet aan. Een afschuwelijke kwaal, dat is wat er zich in mijn hoofd afspeelde. De arts besloot toch even mijn buik uitwendig te onderzoeken. Ik lag daar op de onderzoekstafel, gespannen als een veer! Hij deed zijn onderzoek. Ik volgde nauwlettend de uitdrukking op zijn gezicht. Kon er niets vanaf lezen. "Mi Gado, die man vermoedt iets ernstigs, maar wil het niet zeggen. Ik mocht me aankleden. Toen ik weer tegenover hem zat, schreef hij een briefje uit. Daarmee moest ik maandag, want het was vrijdag, naar het ziekenhuis om een echo te doen. "Ik zal eerlijk tegen u zijn. Uw buik is ietwat verhard, en dat zou kunnen wijzen op een vleesboom of vleesbomen. Het hoeft niet maar het kan."Dat moet je niet aan iemand zeggen die zich op weg daarnaar toe, reeds de meest gruwelijke scenario's had ingebeeld! Ik strompelde nog net niet naar buiten. Durfde die me nog een goed weekeinde toe te wensen. Hij wacht nog steeds op antwoord. Ik vond wonderwel de weg naar mn auto. Kroop achter 't stuur en daar begonnen de waterlanders. Ze wisten van geen ophouden. Ik reed verblind naar huis. Thuis aangekomen parkeerde ik niet zoals altijd netjes onder de tamarinde boom die op 't erf stond. Ik parkeerde maar wat, en stormde naar binnen. Mijn entree moest bezorgdheid hebben gewekt, want hij kwam gehaast de kamer uit: "Wat is er! Stotterend en snotterend verklaarde ik dat ik misschien iets ernstigs had. De dokter dacht aan vleesbomen, maar ik dacht dat het erger was, want de dokter zijn gezicht zag er niet goed uit. Ik had het gevoel dat hij iets aan het verbergen was. Dus maandag moest ik naar het ziekenhuis voor een echo. Ik ratelde als een rammelaar. Hoe toepasselijk. Hij keek me aan en zei:"waarom moet je altijd aan het ergste denken? Dat is toch nergens voor nodig! Maandag gaan we die echo laten doen en je zal zien dat er niets aan de hand is". Ik weer: "Je hebt makkelijk praten, het gebeurt niet in jouw buik!"
En nu komt het meest ongelofelijke van al. Men zegt dat waar men de koppen bij elkaar steekt, er meestal verstandige besluiten worden genomen. Niet zo in dit geval. Daar waar hij gewoonlijk de minder impulsieve van ons twee is, kwam hij met het volgende absurde idee. Ik moest op de grond gaan liggen en hij zou op mijn buik gaan staan! Dan zou ik wel zien dat er niets aan de hand was! En even absurd als zijn voorstel, was mijn reactie. Ik ging op de grond liggen en hij ging ook effectief op mijn buik staan. Weliswaar héél voorzichtig. Het waren trouwens 63 hele kilo's die ik moest weerstaan. Believe me, met hetgeen hij momenteel weegt, had ik deze ludieke actie nu niet overleefd. Maar goed terug naar toen. Hij stond op mijn buik. Ik weerstond het gewicht glansrijk, en meneer "arts van het moment", vroeg of ik pijn had. "Nee ik voel niets", klonk het opgewekt."Zie je, je windt je voor niemendal op. Dr is niets ernstigs met je aan de hand hoor, maandag zal je zien. Ik kan niet zeggen dat het weekend rimpelloos verliep, want het knaagde wel, maar ik was in ieder geval rustiger. Ik klampte me vast aan de diagnose van mijn pseudo lijfarts. Ik zette de bedenkingen van de gekwalificeerde huisarts op de achtergrond en zag maandag als de dag waarop mijn pseudo arts gelijk zou krijgen. Er zou niets aan de hand blijken te zijn. Little did I know!
Voor de echo moest ik veel drinken en liever niet naar het toilet. Ik ging een halve dag werken want de afspraak in het ziekenhuis was voor twee uur. Mijn blaas stond op springen! Aangekomen waar ik moest zijn, bleef hij op de gang. Een wachtkamer vol overwegend zwangere vrouwen was een beetje te veel van het goede. Ik stond, want alle stoelen waren bezet en ik verpinkte de pijn die een overvolle blaas mij bezorgde. Om een voor mij tot de dag van vandaag onbekende reden liep de verpleegster op mij af en vroeg hoever ik in mijn zwangerschap was. Beverig antwoordde ik dat ik niet zwanger was, maar dat vanwege enkele vage klachten de dokter een echo wilde laten doen. Ze keek me aan en riep me naar binnen ofschoon het nog niet mijn beurt was. Binnengekomen, gaf ze mij instructies om me klaar te maken voor wat komen zou. Ook gaf ze mij het advies niet zo zenuwachtig te zijn, want het deed geen pijn en duurde niet lang. Pffffft ik was wel lang genoeg op de wereld om zelfs dàt te weten. Ze begon met het onderzoek. Ik keek de andere kant op. Van de beelden zou ik toch niets begrijpen. Ik hoorde een stoel die naar achter schoof. De verpleegster haalde een collega erbij! Ik lag daar inmiddels meer dood dan levend. Ik hoorde ze mompelen tegen elkaar. Over een bonkend hart gesproken! De mijne lag bij wijze van spreken op de grond, was gewoon uit mn borst gesprongen! "Hoe oud bent u mevrouw? Ik keerde mn hoofd naar haar toe en antwoordde bijna onverstaanbaar: " U hoeft niets voor me te verbergen hoor, zegt u me maar. Het is mijn resultaat, dus ik wil niet wachten tot de dokter me zelf het slechte nieuws geeft". "Slecht nieuws, slecht nieuws? Dus u wil het kind niet?"WELK KIND, dacht ik. Ik voelde dat mijn ogen uit mijn hoofd puilden. En weer vroeg ze me naar mijn leeftijd. "Al die tijd hebt u niets gevoeld? U mag meekijken. Kijk het maar bewegen. U bent ongeveer vier maanden zwanger." VIER MAANDEN ZWANGER, Jezus van Nazareth, hoe kàn dat nu? Ik kreeg toch post? En we hadden ons project toch "geparkeerd". Wat, wanneer, hoe?
Ik gaf aan die dames geen details, vroeg alleen als alles verder ok was, want dat "op mijn buik staan" verhaal flitste door mijn verward hoofd. En ik wilde niet voor gek verklaard worden, dus hield ik wijselijk mijn verhaal voor mezelf. Het was al erg genoeg hoe verbouwereerd en onbegrijpend ze naar mij keken. Ik reageerde waarschijnlijk niet zoals het een aanstaande moeder betaamt. En dat ik tot dàn niets door had, leek hen ook een fabel.
Bijna vier maanden en ik had niets door! Ik kleedde me rap aan en sprintte naar buiten. Ik werd terug geroepen want ik vergat de enveloppe voor de huisarts mee te nemen. Ik griste die uit de verpleegster haar hand en was weg. Buiten op de gang keek hij me gespannen aan. Hij zou nog liever dood gaan dan toegeven dat hij 't ook had zitten knijpen. Maar ik ken die frons op zn voorhoofd: gespannen! Ik fluisterde: ik ben zwanger. Hij keek me aan, en vroeg even fluisterend: "hoe kan dat?"Duhhhhhhhhh! Rara, hoe kan dat! Op weg naar de auto zeiden we niets, maar zo gauw we in de auto waren kwam het eruit. Dat hij me had gezegd dat er niets ernstigs aan de hand was. Dat die dokter een kloot was, want hij had een test moeten laten doen, dat was 't meest voor de hand liggend. Ik was het met alles eens en vond het van onszelf ook helemaal niet dom dat wij zelf ook niet eraan hadden gedacht gewoon een test bij de apotheek te halen. Nee het lag niet aan ons. De dokter was een kloot. En ik was lekker zwanger.
Dus toch, het wàs bij de eerste keer al meteen gelukt! De post, die korte brieven die ik toch nog uit Rusland had gekregen, die waren een speling der natuur. Kan gebeuren. Wij konden nu hals over kop beginnen voor te bereiden. Ik ging vroeg naar bed die avond, teveel spanning voor één dag. Midden in de nacht schudde hij me wakker! "Ik had op je buik gestaan. Alles is goed toch?" Hahaha berouw komt na de zonde! Datra! Hoe luidt het spreekwoord weer? Sikiman na lawman. Alleen was ik niet ziek, gewoon law om met zo een plan mee te gaan. Eén gek maakt meer, ook zo ééntje die hier van toepassing was. Alles was goed, 24 is ie intussen en voor morgen, Moederdag, heeft ie beloofd iets lekkers voor me klaar te zullen maken. Ik kijk er naar uit want eetlust heb ik wel!
Die eerste keer is iets waar wij beiden al heel lang naar verlangden. Wij droomden er vaker samen van en bouwden er hele verhalen om heen. We besloten echter weldoordacht en verstandig te blijven, dus schoven wij het steeds weer voor ons uit. We wilden wel, maar durfden het nog niet aan. De omstandigheden moesten goed zijn, de timing perfect. We moesten er beiden klaar voor zijn en eerder begonnen wij er niet aan. We besloten samen dus geduld op te brengen en het juiste moment af te wachten. Ook al had iedereen om ons heen er zich al aan gewaagd en ook al beleefden zij er enorm veel plezier aan, wij keken mee en stelden onszelf en elkaar gerust dat onze tijd ook wel kwam. Geduld wordt altijd op de proef gesteld, bij ons was dat geen uitzondering. Maar we bleven sterk, want afspraak is afspraak. Echter het bloed kruipt waar het niet gaan kan, dus op gegeven moment was ik degene die begon te zeuren dat de tijd nu echt wel rijp was, dat we er klaar voor waren. Ik in ieder geval. Dat langer wachten geen zin had, omdat de natuur nu eenmaal geen 'perfect timing' kent. En dat "juiste omstandigheden" niet door de mens worden bepaald. Hij was toch nog terughoudend en wilde liever nog een beetje langer wachten. Ik zette mn poten op tafel en rekende in niet mis te verstane woorden af met zijn terughoudendheid. Ik wilde, en wel nu. . . . . . . . meteen! Zwanger worden, daar zouden wij dus voor gaan. Voor de eerste keer. Die andere eerste keer hadden we al een decennia daarvoor beleefd. Dus un deh rustig fu unu. Er werd niet meer voorbehoed en wij gaven ons over aan de natuur. En de natuur. . . . . . die kan soms rare spelletjes spelen. Het was namelijk gelijk de eerste keer raak. Boem! Nauwelijks een maand na aanvang van ons project, verwachtte ik blij! Verbazing, ongeloof, blijdschap, dankbaarheid, dat alles vermengd zich toch met een beetje angst voor het onbekende. Een officiële test vond ik niet nodig. Dat hadden de mensen vroeger ook niet, dus laat de natuur nog even rustig haar gang gaan. Er was genoeg tijd voor een test. We genoten in stilte van ons geheim. Verder gebeurde er niets, totdat. . . . . drie weken later ik een brief kreeg uit Rusland. Jullie weten wel de maandelijkse post uit Rusland. Deze brief was wel iets korter dan normaal, maar toch. Ik verwachtte op z'n minst negen maanden geen post! De laatste brief was al van zeven weken geleden. Waar kwam dit nu opeens vandaan? Die Russen waren gek geworden noh? Maar ja het was niet anders. Onze euforie verwerd in één keer tot niets. Verdrietig was ik wel, want mijn geluk dat het ons gelijk bij de eerste poging was gelukt, kon niet op. Maar nou ja, 't einde van de wereld was 't niet dus wij gingen ervoor. De maand daarop kreeg ik weer post uit 't Kremlin. Een heel kort schrijven! Ik begreep er niets van. Besloot er verder geen aandacht meer aan te besteden, omdat we in geen geval krampachtig wilden worden in het proberen. Maar toch, we vermeden het onderwerp opeens, alsof we bang waren dat als je erover sprak je het natuurlijk verloop zou verstoren of zo. Sterk hopen op iets, een sterk verlangen, werkt altijd een beetje bijgeloof in de hand. Als je er niet over praat, ben je zogenaamd ontspannen en er niet mee bezig. Niets is minder waar. Er ging geen seconde voorbij dat ik er niet aan dacht. "Ik wil deze maand geen enkele brief uit Rusland! "We waren twee maanden verder en een collega op het werk, merkte op dat hij vond dat ik een beetje aan het verdikken was. Nou moet je niet met dat soort opmerkingen op me afkomen want dan raak je een zeer gevoelige en gespannen snaar. Dus, die arme man kreeg de wind van voren. Ik was woedend, zeker omdat ik maar al te graag dik zou willen worden! Hoe tegenstrijdig! Veel eetlust had ik niet, terwijl eten anders wel tot één van mn belangrijkste hobby's hoort. Ook al had ik grote honger, dan verdween dat bij het zien van eten. Als sneeuw voor de zon. Ik sprak een vriendin van mij hierover en zij vroeg of ik niet in verwachting was. Nee zei ik. Daar was ik wel zeker van, gezien de post uit Rusland. Het duurde niet lang of "my partner in crime" maakte ook de opmerking dat mijn buik wel wat rondjes leek, vergeleken met gewoonlijk. Alweer die gespannen snaar! Alleen kreeg hij geen uitbrander, want ik had hetzelfde gemerkt en vroeg me af waar dat aan kon liggen. Van meer eten dan gewoonlijk was er geen sprake. Ik besloot dus naar de huisdokter te gaan. Ons "projekt" hadden we inmiddels op een laag pitje gezet omdat, ja waarom eigenlijk. Achteraf bekeken voelde ik me toch niet zo lekker. Dus wat opperde ik? Ik stelde voor om ons project even in de koelkast te leggen, omdat ik me niet zo in topvorm voelde en dat het dus beter was nog even te wachten. Ik wilde in topvorm zijn! Hahahaha, stel je als mens aan en de natuur laat jou zien wie de baas is. Het verdere verloop lezen jullie de volgende keer. . . . .
Ik weet niet of ik het haal. De race tegen de klok begint nu! Toen ik acht maanden geleden begon om het één en ander hier neer te krabbelen, had ik oprecht gehoopt dat enkelen me zouden lezen. Want tenslotte is dat toch waarop je hoopt? Wanneer je schrijvertje speelt. Ik moet zeggen dat een blik op de teller vandaag zowaar mijn hart sneller deed kloppen. 998 hits! Niet iedereen blijft lezen, soms komt iemand misschien ook gewoon piepen of er een nieuw stukje is. Maar ook als ik die marge in acht neem, dan ben ik aangenaam verrast, blij, dankbaar (hmmmm, klinkt melig) en ook een beetje trots, dat jullie de tijd nemen mijn djogodjogo (Papiaments voor gekrabbel), te lezen. Ook de reacties van mijn trouwe lezers doet me héél goed. En het gemopper van mijn Antilliaanse lezers dat ik niet te veel Sranan in m'n stukjes moet zetten, of dan wel de vertaling erbij!
**Mi ta pidi despensa! Ora mi ta den e trance pa skirbi, e idioma ku ta mas serka di mi kurason ta subi! **
Als jullie blijven lezen, zullen jullie al gauw uitdrukkingen als Mi Gado, aybaya, faya en mi lobi yu, begrijpen. Respectievelijk: Ai Dios, esta baina, cayente en mi stimabu. Ik hoop echt dat we nog lang op deze manier met elkaar verbonden blijven, ik krabbel, jullie lezen en laten wat van je horen. De mensen die me mailen, smsen of gewoon op de blog reageren hartelijk dank! Het geeft de burger moed! En verwarmt mn hart ècht!
**Ik verontschuldig me! Wanneer ik eenmaal in de ban ben van het schrijven, dan komt de taal die mij het dichtst bij het hart staat, naar boven!**
Soso lobi!
Op naar de 2000? Mi Gadooo woei! (Dit is niet te vertalen wegens typisch Surinaams, sorry)
Had ik ervan willen maken. Ik ging al vroeg op pad, want ik wilde naar een winkelcentrum op ongeveer twintig minuten van huis. Niks bijzonders dus. Wel bijzonder was het feit dat ik er alleen naar toe ging. Dat had ik eerder nog niet gedaan, want ofschoon het winkelcentrum zelf een heel leuke plek is, is de weg ernaar toe minder. In mijn perceptie dan. Men heeft van een verlaten fabrieksterrein een heel modern complex uit de grond gestampt, maar ze hebben wel veel van de fabrieks-infrastruktuur behouden. Ik verkort een lang verhaal. Ik nam op weg naar het winkelcentrum en heel dichtbij van de plaats nog wel, een verkeerde afslag. Het voelde al gauw niet goed, maar ik deed nog dapper voort met 't gevolg dat ik op een doodlopende weg op een verlaten stuk fabrieksterrein terecht kwam. Angstaanjagende oud ijzeren constructies loerden met toegeknepen ogen naar me! Zo een plek waar in de film twee gangsterrivalen elkaar na een slopend gevecht kapot schieten, of waar gegijzelden voor dood worden achtergelaten. Mijn fantasie en angst hielden estafette! Ik wist niet hoe gauw ik rechtsomkeer moest maken en als een meteoriet vloog ik zo snel mogelijk weer naar bewoond en bekend terrein. So far so good. Ik kwam zowaar weer op de voor mij bekende weg. Alleen was de bibber nog danig in mijn lijf, dus op een groot kruispunt, waar de verkeerslichten het natuurlijk niet deden (lucky me!) maakte ik een te kleine bocht. Te klein die bocht, dus ik werd zowaar een spookrijder. Dat werd mij niet alleen gewaar door het getoeter naast mij, maar ook aan een vrachtwagen die recht mijn richting op reed! Hij was nog ver maar hoe zou ik uit deze benarde positie komen! Ik besloot op dat moment God te spelen want mijn laatste uur was nog niet geslagen. No way! Achteruitgaan was geen optie, de mensen die de juiste bocht namen reden rustig de juiste baan op. Ik keek rechts van mij, de middenberm was van het lage soort. Gewoon een dubbele trottoirband en lage begroeiing daartussen, ik keek in de achteruitkijkspiegel en besloot dat ik maar als de bliksem over de middenberm moest. Trottoirband en lage bougainville beplanting trotserend, hobbelde ik naar de andere kant. Oorverdovend getoeter, maar dat was op dat moment niet mijn zaak, ik had 't gehaald. Niet alleen dat, ik nam de juiste afslag en kwam heelhuids het winkelcentrum binnen. Wat mijn autobanden te vertellen zouden hebben, was van later zorg. Ook het gemopper van mijn goede helft, mochten er krassen zijn op de auto, lapte ik voor dat moment aan m'n laars! Ik had 't mooi opgelost. En dat twee keer binnen een kwartier. Sjeeeee, zag je me lopen, je zou niet raden wat voor schrik er nog door mijn aders stroomde. Maar winkels maken vrouwen blij dus 't leed was gauw vergeten. Ik kreeg ook nog een telefoontje van iemand die ik lang niet had gehoord, dus ach wat kan een bijna-ramp je dan nog schelen. Al met al een heel leuke ochtend.
De deur Ik kom thuis, en had ik 't gehad voor de dag? Not! Op de één of andere manier besloot de douchedeur uit z'n hengsels te vallen! Een loodzware glazen deur, maar die brak wonder boven wonder niet. Tegelschade op de grond, maar verder viel het wel mee. Eigenlijk niet eens vermeldenswaard dit. Gebeurt toch wel vaker dat een glazen deur uit z'n hengsels valt? Of niet? Maar voor wat me te wachten stond, zal deze gevallen deur nog wel haar dienst bewijzen.
De laatste boem Van de dag, bevestigde voor mij nog eens dat er beschermengelen bestaan en die zijn vaak op het juiste moment op de juiste plaats. Ik haalde mijn avondeten uit de diepvries en zette het in de magnetron. Op drie minuten. Ik toog naar de badkamer om een kleine studie te maken van het douchegebeuren. Want douchen zonder deur is een beetje onhandig. Ik bekeek dus hoe ik dat zou aanpakken en hoorde een gepruttel vanuit de keuken. Ik besteedde er geen aandacht aan want ik had de magnetron nog maar net aan. Nog geen seconde later was het geen gepruttel maar een bonkend geluid! Toch maar even checken in de keuken wat er gaande was. Wel lieve mensen. Een ongelofelijke rookwolk kwam me tegemoet. Vanwaar de stalen zenuwen, mi no sabi, maar ik trok uit alle macht de stekker meteen eruit, deed de deur van de magnetron open en verder ook nog zoveel mogelijk ramen en deuren want in een mum van tijd leek de keuken op een sauna of hamam. Alleen rook 't er naar gesmolten plastic en angst. Mijn eten was nog bevroren, dus daar zal het niet aan gelegen hebben. De magnetron begaf het gewoon en wel op héél brute wijze! En hier is waar de badkamerdeur weer ter sprake komt. Was die deur niet gevallen, dan had ik onder de douche gestaan en had het geloei van die vermaledijde magnetron niet gehoord. Waarschijnlijk hadden jullie dit stukje dan ook niet gelezen. Wat zeggen we in Su? Ala ogri e tya wan bun. Ik stond erbij en keek ernaar. Een gloeiend hete, rokende magnetron. Hallucinant!
Het had een gewone dag kunnen zijn, maar dat was 't niet, en het meest frappante van al. . . . . . . . het was m'n jaardag! Zo gauw mogelijk die rookmelder plaatsen! Dat vergeten we steeds totdat de magnetron ontploft met alle gevolgen van dien. Krassen heeft de auto niet overgehouden aan mijn gedurfde oversteek, en mijn goede helft leest mijn stukjes niet, dus ik zal wel kunnen mopperen over die niet geplaatste rookmelder. En reken maar; mopper dat mi o mopper. Want ik was bijna dood enz. enz.
Al met al toch wel een gewone, maar zeer bijzondere jaardag. Voor al mijn lieverds die me hebben gefeliciteerd, gran tangi. Jullie zijn ver, maar je ziet 't, je kan het nog zo gek niet bedenken of het overkomt Moi.
Een niet zo'n indrukwekkend berichtje in de krant en op nieuwssites vandaag. Wel vermeldenswaard, maar niet schokkend. Hilary Clinton moest ergens een presentatie houden en de ex "eerste dame", vrouw van jullie weten wel wie, kreeg een schoen naar haar hoofd geslingerd. Meester in het ontwijken van pijnlijke zaken wist ze ook deze keer buiten schot te blijven. http://www.youtube.com/watch?v=jmdl4Ycv_Nc
Dit berichtje zette me toch aan tot schrijven. In de eerste plaats omdat ik toch wel een enorme bewondering voor deze vrouw heb. Ik moet toegeven bewondering die stilaan is gegroeid, want in die fameuze tijd toen ze steevast en met een blik vol afschuw, woede en zin op wraak, vastberaden haar schaamteloos liegende man bleef bijstaan, kon ik maar weinig begrip voor haar opbrengen. Toegegeven op politiek, diplomatiek op alle -tiek gebieden stond er veel op het spel, maar dat steevast handjes houden in het openbaar, terwijl de wereld kon meekijken hoe twee mensen die elkaar niet meer moesten, beiden eensgezind de schijn ophielden, was voor mij onbegrijpelijk. Dat vergt toch een zekere mate van verbondenheid dunkt me. Zo te schande worden gezet door een leba die het Witte huis een leuke plek vond voor zijn sexscapades en toch tot het bittere eind die man blijven steunen! Nee petje af voor Hilary, dat doen velen haar niet na. Of toch wel? In het leven van elke dag en onder ons gewone aardse wezens wordt ook maar al te vaak de partner (man of vrouw) als schanddoek gebruikt. En te vaak accepteert de benadeelde dit om uiteenlopende redenen. Ik had niet zolang geleden een gesprek met iemand hierover. De reden waarom deze dame bleef volharden in iets dat er allang niet meer is, namelijk enige vorm van verbondenheid, laat staan liefde tussen haar en haar echtgenoot, is de vrees om alleen te zijn. Toegegeven we zijn geen eenzaten. Niemand wil alleen zijn en zeker niet als je een bepaalde leeftijd hebt bereikt. Nu ben ik voorzichtig in het geven van advies op dit vlak, omdat je niet in andermans schoen staat. En omdat ik reeds van "makkelijk praten" ben verweten. Maar als men het dan toch vraagt is mijn gedachte, liever echt alleen dan alleen met zn tweeën. Dat lijkt mij even luguber als een horrorfilm. En toch opteren zovelen, vooral vrouwen voor zo'n verzuurd leven.
Jullie kunnen zien dat die vliegende schoen naar Hilary's hoofd nogal wat heeft losgemaakt.. . . . . . . . .
Een ieder zijn keus. Kiest iemand ervoor te blijven in een relatie die geen kant meer opgaat dan alleen maar richting muur en met de rug ook nog wel, dan moet ie weten dat er alternatieven zijn. Heb je dan toch de keus gemaakt te blijven, leef en laat leven dan. Want 't gevolg van de keus die velen van deze zuurstokken maken, is dat het gif langzaam maar zeker hen onder de huid kruipt, zich gestaag verspreidt om uiteindelijk zijn weg naar buiten te vinden. En dan krijg je de poppen aan het dansen! Het object van hun woede ( die on-man) ontzien ze, en projecteren hun ontevredenheid en wraak op anderen die zich misschien niet in zo een situatie bevinden. Jullie volgen die tori nog toch? Dat weet ik zeker.
Voor alle duidelijkheid: kies jij ervoor om in een verziekte en ziekmakende relatie jouw potje te blijven roeren ga dan alsjeblieft niet haten als een ander zich niet in zo een nani bevindt. Dat brengt onnodig gram met zich mee. Ik oordeel en veroordeel niemand. Ik weet waar ik voor sta en waar ik voor kies. En mocht ik eens een slechte keus maken, op welk gebied dan ook, dan zit ik op de blaren. Maar dat zal zeker geen reden zijn om anderen de schuld te geven van mijn eigen stommiteit. Ik zou zeggen dames verkoop jezelf niet voor minder dan je waard bent. Zet jezelf niet in de uitverkoop! Stel je voor! Mannen doen dat nooit. Wees trots op de vrouw die je bent. Je bent het waard geapprecieerd te worden en presenteer je dus ook zo. Suma no wani apprecieer ju mus har' a dang. En dat geldt niet alleen voor man/vrouw relaties. Mensen die je niet appreciëren voor de vrouw die je bent, moeten schuiven. En liefst een eind weg. Ik zou nog uren hierover kunnen schrijven, maar ik bespaar jullie dat.
Een tweede reden waarom het stukje over de vliegende schoen, iets bij me losmaakte is het feit dat ik me afvroeg wat iemand toch moet bezielen om vanuit het publiek een schoen naar een ander op het podium te gooien? Een vrouw naar een andere vrouw. En dat is wat mij hinderde in dit verhaal. Vrouwen zijn in negen van de tien gevallen heuse vijanden van elkaar. En dat hoeft, nee moet niet. Wij zijn de moeders van de wereld, wij baren, voeden op, vormen. En toch als het erop aankomt eensgezind vrouwen te zijn in deze toch wel nog steeds mannenwereld, veranderen we in heksen zonder bezemstelen. En wat is de reden daartoe meestal? MANNEN. Meisjes toch! Houd op daarmee! Het zal de mannen een worst wezen. Met man, zonder man, verloofd, gehuwd, gescheiden, verliefd of gewoon kras. . . . . . . leef en laat leven! Een leefregel zo ontladend en rustgevend en toch verkiest het gros onder ons niet te kiezen voor dat gemak. Maar het is 't proberen waard hoor. Gewoon je ding doen en de anderen diezelfde ruimte laten. Afgunst, jaloezie, nijd. Al dat soort dingen ben je een stapje voor, omdat je te druk bezig bent met leven en genieten van jouw stuk uit die koek dat Leven heet. Gemeen doen tegen anderen krijgt geen kans, omdat je dan lééft en niet gewoon bestaat! We all deserve to be happy, geef jezelf gewoon een kans. En kan je het echt niet opbrengen je sisters te omarmen, lààt ze dan gewoon met rust. En ga vooral niet met denkbeeldige objecten gooien. . . . . . . Want wie kaatst. . . . . . . Abun dan!
Wie zou nu nog durven om aan een bij jou bekende moeder te gaan vertellen dat haar tiener tijdens schooltijd ergens op straat slenterde? De tijd heeft ons ingehaald, dus aangezien wij zelf als half bejaarden, ook druk bezig zijn met onder andere onze smartphones en dergelijke, hebben we niet al te veel aandacht voor de bochten van tieners die ons niet toebehoren. Trouwens de tienerjaren van onze kroost is reeds lang vervlogen, dus bevinden we ons daardoor ook in een heel andere tijdspanne. Tieners en zeker die van anderen interesseren ons niet zo. Niet zo in de jaren zeventig, in mijn geliefd geboorteland. Daar vond iedere volwassene het nodig zijn of haar snater te pieren als ze dachten je als tiener te betrappen op buitensporig gedrag. Ik koester nog tegen menigeen van die "voldragen zakken zaagsel" een onverdroten haat om hun loslippigheid. Begrijp me niet verkeerd. Sociale controle, zeker! Maar als verder niemand last heeft van het "kattenkwaad", hor' yu mofo dan. Je bent niet van de nieuwsdienst, dus heb je aan niemand iets te rapporteren.
Het kattenkwaad Ik denk dat het op de vrijdag was. De volgorde op het lesrooster was: twee uurtjes Engels, twee uurtjes Nederlands, één uur vrij en de twee laatste uren gym. Nou kijk, zo een rooster nodigt uit tot onbehoorlijkheden. Dit is eigenlijk een vrije dag! Wat met de groep werd besloten is dat we om de ene week de taallessen zouden volgen. Naar de gymlessen besloten we unaniem gewoon elke week te gaan, want de gymlerares was geen malse! Die vrouw 'haar hart mocht je niet laten branden', dus waren wij terecht voorzichtig. Ik kom haar nog weleens tegen en ze herinnert mij telkens weer aan de rondjes ze me liet rennen om het sportterrein, omdat ik gewoon teveel kletste tijdens de les. De lessen werden dus om de ene week niet gevolgd, maar je ging wel trouw van huis! De uitstapjes werden van tevoren gepland. Veelal spraken we gewoon op school af, want zeven uur was gewoon te vroeg om wat dan ook te doen zonder op te vallen. We bleven dus een poosje in de kantine of bij de Chinees op de hoek hangen, en daarna was het richting stad. Daarna met de bus naar een willekeurige bestemming. Bijvoorbeeld met de veerboot vanuit de waterkant naar Meerzorg. Daar lekker bami eten een beetje in de buurt rondslenteren en dan terug naar de overkant. Of met de bus naar Domburg, daar aankomen om te ontdekken dat er in de verste verte geen eetstalletje was. Uiteindelijk een winkel vinden (geen Chinees) en daardoor genoodzaakt brood met tomaten sardien te eten! Maar alles was beter dan het volgen van Nederlands en Engels, dus a tomatensardien no bin por' a pley. Suriname is groot, maar toch klein als je op de bus bent aangewezen. We hadden al een paar uitstapjes achter de rug en het liep gesmeerd we vermaakten ons best. Maar lekker is maar één vinger lang toch. Je hoopt natuurlijk dat het een lange vinger is. Het eerste kwartaal kwam en ging. Met de cijfers van de maar voor de helft gevolgde lessen zat het goed, dus geen vuiltje aan de lucht. Maar toch, we wilden meer, we wilden leuker. Dus toen het ter sprake kwam wat we de eerstvolgende keer zouden doen, opperde ik om naar Leonsberg te gaan met een PL bus en daarna de rivier over te steken met één van die kleine bootjes, naar Nieuw Amsterdam. In de stad, hadden we vroeg op de markt eten gehaald. Onnodig te vertellen dat hoe onhygiënischer, hoe lekkerder het eten! Want onbeschrijfelijk hoe groezelig het tentje was waar we het eten haalden! Maar enfin, goed voorzien gingen we naar de standplaats van de PL bussen aan de Heiligenweg. We waren toch wel met een stuk of zeven, waarvan drie jongens. Op gegeven moment zaten wij alleen nog op de bus, want er waren niet veel mensen die helemaal tot de laatste halte gingen. Lachen en brullen om niets was natuurlijk weer van de orde. Vrijheid, blijheid! Je waant je volwassen want je doet wat je wil. . . . . . . dat na san yu denki!
Leonsberg------Nieuw Amsterdam Na de chauffeur te hebben betaald lopen we uitgelaten naar de brug, waar de bootjes aanmeren om de passagiers op te halen. Het was voor negen uur 's morgens. Op de brug zien we een man en een vrouw staan. Ze stonden eerst klef naast mekaar, maar bij het horen van een naderende groep, deden ze een poging semi onverschillig naast elkaar over de rivier te turen. Wij giechelen natuurlijk, zeker omdat Carlos zei: hmmmm ouma naga oupa e freri. 'T giechelen verging me al gauw. Want ik werd bij mijn voornaam aangeroepen! Ik keerde me om en ontwaarde een mevrouw die wel vaker een praatje met mn moeder maakte, als ze langsliep voor pa zn kantoor. Mi Gado mi Jezus dit wordt drama. Als deze vrouw gaat ratelen bij Ma dan komen daar klappen van. Ma had oncontroleerbare losse handen, en geloof me het waren grote zware handen. Ik had wel de tegenwoordigheid van geest om mijn angst niet te tonen. Koelbloedig zei ik: hoe gaat met u? "Hoe 't met me gaat? Meisje moet je niet op school zijn!" Carlos was niet aan de beurt, maar sprak toch! "We zijn vrij" zei die. Ik dacht, wat doe ik nu, doorlopen. . . praatje maken? Ik besloot door te lopen en zag nog net dat die meneer 'tante bigi mofo' wenkte. Wat dat betekende wist ik niet. Ik werd wel heel sip en had grote zorgen. De anderen probeerden me op te beuren. Maar hoe geniet je als je doodsbang bent voor wat er onherroepelijk komen gaat. Iedereen kwam met een voorstel. Zeg gewoon dat we opeens vrij waren en dat we toen besloten om te gaan wandelen. Je ouders gaan niet weten dat we dit regelmatig doen. Carlos weer:"ma yere noh, wat doet een ouma (die vrouw moest een vroege veertiger zijn), om negen uur 's morgens hier met een man? Is geen zuivere koffie. Zeker zn buitensma. Ze is zelf geschrokken daarom heeft ze je aangesproken. Ze kon niet dokken. Als ze kon dokken had ze je niet geroepen hoor." Nou de zienswijze van Carlos had wel wat. En die anderen deden er allemaal een schepje bovenop. Tegen de tijd dat we de overkant naderden was mn angst weggeëbd. Bij aankomst was ik ervan overtuigd dat die vrouw niets zou zeggen omdat zij waarschijnlijk zelf in overtreding was. Spijtig dat ik niet van de overtocht heb genoten, maar goed we hadden nog een paar uurtjes tot de gymles. De ochtend verliep verder zonder incidenten, we deden ons tegoed aan onze lekkere porties en gingen daarna opgewekt maar vooral gehaast naar school. Gymles in de felle zon!
Het weekend verliep rustig thuis. Ik dacht zowaar niet meer aan het incident. Dinsdagmiddag. De stilte voor de storm was voelbaar. Wat de storm zou zijn wist ik nog niet, maar ik kon 't wel raden. Nadat we hadden gegeten begon 't. Ma begon: (visualiseren jullie een bulderende stem, gepierde ogen en een houding die verried dat er klappen op komst waren)"Dus ik kon gewoon hier zitten en men kwam me melden dat je was verdronken! Terwijl ik denk dat je op school zit! Meisje ben je helemaal gek geworden? Wat heb je hierop te zeggen? Wat doe je allemaal zonder dat we daarvan op de hoogte zijn. . . . . ." "Pa zat er uitzonderlijk rustig bij, maar hij was duidelijk reeds op de hoogte. Ik voelde wel geen woede bij hem. Na Ma bin mek' wan loh overdreven ophef! Ik voelde me verplicht om uit te leggen. Wat zeg ik? Teh mi bin wani, mi no bin mus fu leg uit. Hahahaha Ik vertelde dus dat we een paar onverhoopte vrije uurtjes hadden en dat we toen hadden besloten naar Leonsberg te gaan. Ik kreeg een stevige uitbrander van Pa die zei dat ik zelfs in een uitbundige bui, moest weten dat ouders mensen zijn die altijd bezorgd zijn. Zomaar ergens naar toe gaan terwijl men thuis denkt dat je op school bent, was niet snugger, zei hij.
De staart Van wat was voorgevallen was wel een hele lange. Er was namelijk een fesa in 't vooruitzicht. Ik had al toestemming om te gaan. Ma trok dat terstond in! Ik mocht niet meer naar dat feest. Sjonge sjonge de haat die je dan voelt voor zo een bejaarde troela (ja als je zestien bent, is zelfs dertig oud), die zo nodig dr mond moest roeren is onbeschrijfelijk. Ik keek naar Pa, misschien zou hij me redden? Not this time, hij vond waarschijnlijk dat ik toch wel gestraft moest worden. Ik zei dus in een laatste poging om mijn misstap te rechtvaardigen: "Ja maar heeft die persoon die je heeft gezegd wel verteld dat ze daar met een verboden liefde was?" Ma haar ogen werden als schotels zo groot. "Soort verboden liefde tori yu e kon tak dya? Meisje ik wil niets horen. Wie denk je dat hier jouw gelijke is!"
Pa zei: "En dat is nu net wat je niet moet doen. Wat je hoort of wat je ziet hoef je niet te zeggen. Wordt niet zoals die mevrouw, die jou heeft verklikt. Horen, zien maar zwijgen, maakt je geliefd."Hij had zoals altijd weer gelijk. En die les heb ik ter harte genomen, tot de dag van vandaag hou ik mij eraan. Maar . . . . levensles of niet, mi no go na a feest! En ik zou dat wijf echt wel een mep hebben willen verkopen. Heb haar nooit meer gegroet. Dat gaf in ieder geval het gevoel van een beetje wraak. En de uitstapjes die gingen gewoon door hoor. Een mens moet toch wel een beetje vrijgevochten kunnen zijn. Ergens aangekomen, verkende ik wel altijd met priemende ogen de omgeving om er zeker van te zijn dat er geen bekenden in de buurt waren. Het vermelden waard: Eindrapport Engels 8, Nederlands 8. Gymnastiek 6, wegens weinig enthousiasme. Alsjeblieft!
Echt opvallend was je niet. Je was één van die mensen die onopgemerkt leven, maar wel degelijk hun ding doen en voor anderen iets betekenen. Ook voor mij was dat het geval, onopvallend was je een schakel in de keten van mensen die om me geven en kleur geven aan mijn leven.
Heel vreemd voelt 't aan om in de verleden tijd over jou te schrijven, want enkele weken geleden lachten we nog aan de telefoon en je belde af met jouw trouwe "we bellen". Tien jaar heb je jouw krachten gegeven en hoefde ik me niet druk te maken over het onderhoud daar in Su. Was ik er, dan was het dolle pret, want voor een "schuine tori" was je altijd op appèl. Nauwelijks vijftien maanden geleden ging mijn ma heen, enkele maanden na de jouwe. En toch heb je me zoveel uit handen genomen in die periode terwijl je zelf nog niet was bekomen van het heengaan van jouw ma. Naar Suriname gaan om jouw moeder te begraven is een harde noot. Maar dan kom je aan en dan zijn er mensen die je opvangen en ervoor zorgen dat je niet alleen bent. Drie weken lang, je was er elke dag. Fu pur' prakseri noemde je dat. En we kookten en bakten en lachten ons een ongeluk. Want het leven is maar kort. Hoe kort, beseffen we altijd pas achteraf. Zo blij was je vorig jaar toen je zestig werd! "Mek den man pai mi mi AOV." Vanaf januari ging je jouw naam opgeven om vooral vanaf april, de maand waarin je zou verjaren je geld te krijgen. Die dame bij het loket wees je erop dat je een brief thuis zou krijgen om je aan te melden. We zagen elkaar voor 't laatst in november met de afspraak dat we bij de eerstvolgende avondvierdaagse mee zouden lopen in een groep. Avondvierdaagse is volgende maand. We hebben het er niet meer over gehad. Omdat we misschien wisten dat het niet doorging? Eergisteren kreeg ik de schrik van mn leven! Ik werd gebeld met de tijding dat je er niet meer was. Schrik, shock, maar vooral ongeloof. Dat kan toch niet? Woensdag is de dag waarop je de schoonmaak deed. Hoezo je bent er niet meer? En toch is het zo, Vonne. Gewoon heel plots werd je haastig naar huis geroepen. We hadden echt nog met je willen lachen. Je at alleen roti van Joosje Rotishop. Hoe vaak hebben we jou niet in de maling genomen dat de roti's die we hadden gehaald en waarvan je zo smakelijk smulde van Joosje waren. Echt niet! Ze waren van Chris, maar je vond ze toch lekker.
Ook onopvallende sterren geven licht, dat heb ik mogen ervaren. Waka bun Yvonne. Un sa fir' yu mankeri, maar aan de andere kant heeft men je nodig. Ga en doe ook daar je ding.
Behalve bij de Chinees op de hoek en een broodjeszaak achter SOSIS, konden we ook op school in de kantine broodjes halen bij ma-eh. In de kantine heerste er altijd een vreselijke drukte, want de stoere jongens die niet toevallig ook de oudsten op school waren, speelden in de pauze tyekre - tyekre. Ze namen zoveel plaats in, dat de pauze bijna om was wanneer je eindelijk een broodje kon bemachtigen. Dan was je beter af als je even naar de Chinees of de broodjeszaak op de hoek holde. Maar goed soms als ma-eh een "special" had, dan schreef ze dat op een klein schoolbord op de gang. Je kon dan vanaf 's morgens zien wat er voor speciaals te krijgen zou zijn in de pauze. Op een willekeurige vrijdag stond er op het bord: brood kip/tempeh. Ik wist toen niet waar tempeh van werd gemaakt maar dat het een lekker ingrediënt in vooral Javaans eten was, wist ik wel. Dus brood kip/tempeh zei me wel wat. Een vriendin van me vroeg kort voor de bel of ik meeging naar de Chinees. Ik zei nee, die special van de kantine sprak me aan dus ik zou dat tyekre tyekre geweld trotseren en een broodje in de kantine halen. Ze probeerde me toch maar over te halen om naar buiten te gaan, maar eindstand: mijn overredingskracht won en ze besloot dan toch ook maar met me naar de kantine te gaan. Ze was een beetje nukkig en at niet alles, dus zou zoals altijd een broodje gehakt nemen. Maar ik vond dat ze gewoon de special moest proberen. "Je kan niet altijd 't zelfde nemen, je moet toch ook eens durven?" Wan her' filosofisch onderricht van mijn kant, en dat alleen om die andere ervan te overtuigen om "broodje special" uit te proberen. Goed zoals ik al zei, 't was weer een vervelende drukte daar in die kantine. Voor degenen die er kwamen om een broodje te halen, was ergernis troef. Tergend langzaam naderden we de toonbank. En maar hopen dat er nog iets over zou zijn wanneer je aan de beurt kwam. Als je een paar kos'kosis naar je hoofd geslingerd wilde krijgen, kon je aan iemand die voor in de rij stond vragen om ook jouw bestelling te plaatsen! Enige optie was rustig wachten op je beurt en hopen dat je je maag aanstonds zou mogen vullen. Eindelijk. 'T was ons gelukt! We bestelden onze broodjes met speciaal beleg. Om niet weer door die hele samma samma van kantinevolk te moeten, besloten we maar gelijk te eten. In een hoekje waar er nog klasgenoten stonden, sloten wij ons aan om dan eindelijk te kunnen schransen. Mi val aan gelijk. Want ik had echt owru angri, maar mijn vriendin nukkig als ze was moest zo nodig haar broodje opendoen om te bekijken wàt precies het beleg was. Mensen, ik keek mee, ondertussen foeterend waarom ze altijd zo nukkig moest zijn. . . . . . . Ik weet niet wie het 't eerst zag! En ik weet niet wie verbaasder was. . . . . wij of hij! Hij waarschijnlijk niet, want a ben dede mors! Daar in haar broodje lag die, een bet-achterkleinkind van de dinosaurus. (Mijn stelling hoor! Heeft niets met wetenschap te maken) Meneer Gekko! jullie begrijpen dat mijn hap die inmiddels bijna uitgekauwd richting slokdarm ging, met een rotvaart weer eruit kwam. Hysterisch gegil, tyekre tyekre kwam tot een abrupt einde, iedereen bemoeide zich met de zaak. Wat een heisa! Arme ma-eh werd echt voor rotte vis uitgescholden. Mensen wilden hun geld terug van broodjes die ze al hadden gegeten. Sher, slachtoffer van het "bewoonde" broodje barstte bijna in tranen uit, want zoveel commotie ging helemaal tegen haar persoonlijkheid in. Hoezo huilen? "Meisje ik heb zowaar 2 happen uit een brood genomen dat misschien ik weet niet waarmee besmet is en dan ga je huilen? Waarvoor!" Ik rukte het brood uit haar trillende handen en gaf 't aan Kobi (de hele school noemde hem zo, ik ken tot de dag van vandaag zn echte naam niet). Kobi maakte geen grappen. Ik weet niet of 't een act was, maar Kobi dwong respect af. Niet alleen omdat hij baldadig was in zijn gedrag, maar zeker ook omdat hij een uitzonderlijk goed stel hersens had. Vreemde combinatie, en dat maakte hem juist tot ieders held. Met bulderende stem verkondigde hij: Ma-eh, dis no kang yu e vergiftig un dyaso. Yu wan mek BOG kon dyaso noh? Ma-eh keek beteuterd want ze wist nog niet zo goed wàt er aan de hand was. Geld terug, geld terug, scandeerde de kantine. De mensen die niet in de directe omgeving stonden gilden mee, maar wisten niet eens precies wàt er aan de hand was. Er was een gekko in een broodje dat we bij ma-eh hadden gehaald. Binnen drie minuten werd de gekko een kakkerlak en tegen de tijd dat het verhaal het schoolerf bereikte, was die gekko een klarasneki geworden. Jullie kennen dat; mofo koranti. Razendsnel en enorm aan verandering onderhevig.
Terug naar de toonbank Kobi liet ma-eh dus het bewijs zien: broodje kip/tempeh/gekko. Ma-eh prevelde iets van:" San mi mus du". Had ze niet moeten doen. Wat tot dan toe nog een beetje een lacherig opstootje was, ontaardde in een onbeschofte rel. Jongens gingen op de tafels staan en die arme vrouw werd beschuldigd van "morsu" en duivelse praktijken. Misschien had ze ons wel, in navolging van een collega van haar aan de Verlengde Hogenstraat, rattenvlees in plaats van kip voorgeschoteld al die tijd! Dat verhaal van de Verlengde Hogenstraat is nooit met bewijzen gestaafd, maar zoals met zowat alles in Su heeft dat verhaal geruime tijd een eigen leven geleid en heeft de tand des tijds zelfs glansrijk doorstaan.
Enfin baldadigheid kon nooit van lange duur zijn, want de conciërge kwam al gauw als een donderstraal naar binnen gelopen om de herrie een halt toe te roepen. Echter Kobi stond zn mannetje, wees het brood aan meneer van Buren en die was het erover eens. Dit kon niet ongestraft blijven. Hij baande zich een weg naar de toonbank en zei aan ma-eh dat ze wel degelijk het geld van dit specifieke broodje terug moest geven en verder aan een ieder die een broodje had gekocht, de helft van hun geld terug. Dat moest dan zo een 50 cent zijn per persoon, want duurder dan één gulden waren de broodjes niet. Begrijpelijk dat ook mensen die geen brood hadden gekocht ineens wel degelijk hun geld kwamen opeisen! Un broko a bank fu ma-eh fu a deh dati. Ik zie nog zo haar van frustratie betraande gezicht! Maar toen hadden we geen mededogen. Kon law!
Mensen opperden om inderdaad BOG, de gezondheids/milieu-dienst te bellen, maar hoe ironisch: het was de BOG die in de jaren zeventig deze gekko's boven Paramaribo en omstreken had uitgestrooid, om insecten tegen te gaan. Heb ik nooit kunnen vatten! Hoe ze deze in mijn ogen angstaanjagende mini reptielen op ons hebben kunnen loslaten! Tegenwoordig zijn ze niet eens meer zo klein als vroeger! Nee, helemaal volgens de leer van Darwin zijn ze wel 2x zo groot. Brrrrrrr Wat er van ma-eh is geworden? De kantine bleef een tijdje onbemand en na enige poos kwam er een andere mevrouw. Geloof me die broodjes waren half niet zo lekker als die van ma-eh! De mens weet niet wat ie wil! Wat we wel weten. . . . . . . broodje gekko lust niemand!
Begrijpen jullie de onstane commotie? Oordeel zelf en smakelijk eten!
In Suriname wordt carnaval de laatste jaren steeds uitbundiger en door een steeds breder wordend publiek gevierd. Vooral in het Surinaamse Rio, lees Anamoestraat en omstreken wordt er de laatste jaren een echte Braziliaanse carnavalsoptocht georganiseerd. Kompleet met schaars geklede dames die het goed opkomende publiek op uitdagende danspasjes trakteren. Het zijn slechts enkelen die zich aan dit carnavals gedruis ergeren. Voor de meeste toeschouwers kan de stoet niet lang genoeg zijn. Vroeger was het vieren van carnaval in Suriname niet wijd verbreid en grote bekendheid had het dan ook niet. Maar ja de goudkoorts bracht niet alleen Brazilianen. De Brazilianen brachten onder andere hun cultuur mee. Dus ook carnaval. Carnaval werd voorheen veelal door selecte groepen en verenigingen gevierd met een gemaskerd bal in één of andere club of sociéteit. Ook scholen organiseerden soms een carnavals feest. Dat besloten de jongens van de studentenvereniging van de AMS ook te doen in 1978. Een echt carnavalsfeest. Bal masqué, waarbij iedereen verplicht was zich te vermommen. Om twaalf uur zouden dan de maskers en vermommingen worden afgedaan. En degene die het leukst verkleed was, zou dan gekroond worden tot carnavalskoning of koningin. Het lag nogal voor de hand dat een ieder zijn vermomming voor zichzelf hield, want anders was de spanning en het leuke er van af. Maar ja op school heb je altijd kliekjes, dus degenen die deel uitmaakten van een bepaalde groep, wisten wel van elkaar wie wat zou aandoen. Het was een gezellig geruis op de school vanaf het moment dat we wisten dat er een carnavalsfeest in aantocht was. Een soort van collectieve opgewondenheid over wat er komen zou. Ondertussen ging het met het krijgen van toestemming voor een avondje uit, veel vlotter thuis. Mits ik ruimschoots van tevoren vroeg, mocht ik naar een fuif. En ook mocht ik in plaats van door ma om 12 uur opgehaald te worden, om 2 uur thuis zijn. Ja ik mocht om 2 uur thuis zijn. Enkele vrienden waren inmiddels 18 en hadden hun rijbewijs. Ze kwamen soms thuis, dus ik mocht met hen meerijden na een feestje. Ik wist nog niet als wie of wat ik me zou vermommen. Pa die altijd genoot van de voorbereiding rond mijn feestjes, en zich er ook ongevraagd mee bemoeide, kwam met het 'geniale' idee, om me als heks te verkleden. Nou, daar was geen verkleedpartij voor nodig, want heks kon ik pur sang zijn. Maar Pa opperde een zwarte cape, een goed masker en een muts. Niemand zou me onder die vermomming vermoeden. Dàt moest het worden. Maar ik zag 't niet zitten. Feest was feest en zelfs een carnavaleske verkleedpartij moest enigszins binnen de banen van de mode blijven. Ik had mn hersenen niet hoeven te pijnigen. Stuurs als ze kon zijn als het om mijn "uit" stapjes ging, ma bekommerde zich toch altijd over de kleding. Dus zou het worden: Spaans bloemenmeisje. Waarom Spaans, Mi no sabi. In ieder geval zou er van een baldadig gebloemde gordijnstof een cirkelrok worden gemaakt, een topje met spaghetti bandjes en een flaphoed van dezelfde stof. Een mand met bloemen erbij en masker moest ik zelf gaan uitzoeken bij Casa el Sol aan de Zwartenhovenbrugstraat. Herkenning gegarandeerd maar dat kon me niet schelen a zogenaamde vermomming bin waka. 'T liep! Ons groepje wist wat ik aan ging doen en aangezien zij niet meteen herkend wilden worden door mijn doorzichtige vermomming, moest ik beloven pas na 12 uur in hun buurt te komen. Den sma skot' mi gewoon. Maar elk kwaad brengt iets goeds met zich mee.
Franky een Chinese jongen die in hetzelfde jaar maar in een andere klas zat, benaderde me zo een weekje voor het feest heel geheimzinnig met de vraag of ik of mn moeder hem zou kunnen helpen. Nu was deze jongen een heel gezellige, gestoorde jongen die zich in alle culturen thuis voelde, maar ik kon niet raden waar hij hulp voor nodig zou moeten hebben.Wel, Franky wilde als kotto misi naar het bal. Met een heuse koto, alles dr op en dr aan. Als wij dus iemand kenden die een koto te leen had en die hem ook nog zou kunnen kleden? Helemaal geen bruya. Koto's waren er, en Ma kon hem zélf kleden. Schoot ze te kort dan was er de buurvrouw die precies wist hoe het moest. En als anisa zou hij een "Pruiser edeh" omdoen. Franky had aan iedereen verteld dat hij niet meedeed aan het bal omdat hij naar Nickerie ging met zijn vader. Grote teleurstelling want Franky bin deh dansman. Merengue, bachata, disco, hij danste je van de vloer. Ik was in mijn nopjes, maar barstte bijna van het geheim dat ik met me meedroeg. Franky liep de laatste dagen bij iedereen te klagen: "mi pa werede yongu, juist dit weekend moeten we naar Nickerie". Ik huichelde mee: "Ach no span, volgend jaar organiseren ze zeker weer een bal." Aan ons groepje zei ik dat aangezien ze voor 12 uur niet met mij gezien wilden worden, ik met een nicht van me naar het bal zou komen. Ze hield veel van dansen, maar had een spraakgebrek, ze stotterde zwaar en daarom toch wel verlegen om te praten. Als ze daar rekening mee wilden houden? Mooi alles was geregeld.
Operation Koto Misi Franky was al een keertje langs geweest om te zien welke koto het best gebruikt kon worden. Alles was gekozen, anisa was gebonden, dus op de dag van het bal kwam hij rond zes uur om gekleed te worden. Ma had aan alles gedacht. Dus aan die jongen was niet te zien dat het geen vrouwspersoon was. Als schoeisel had hij van die Spaanse geweven sloffen. Weet niet meer hoe die dingen heten. Maar zijn "mannen boten" werden goed door die dingen omsloten. Hij had zelfs zwarte kniekousen aan. Voor het geval die koto een beetje omhoog zou schieten, zouden zijn manja koitie's hem niet verraden. Zelf had ie voor een prachtig masker gezorgd. Franky was onherkenbaar!
Wat hebben wij gelachen die zaterdag. Grote hilariteit. Ook het vertrek van huis, want Franky zn vader had een bakkerij, dus wij vertrokken in het bakkersbusje. De koto misi en het bloemenmeisje. Over de Kwattaweg richting Onafhankelijkheidsplein naar het internaat op Elisabethshof waar het feest werd gehouden. Acht uur 's avonds, we vielen niet op. Daar zou gauw verandering in komen. Het verkeerslicht (in Su nog steevast stoplicht) bij de kruising Gravenstraat - Stoelmanstraat gaf rood aan. Nadat we van groen mochten optrekken, deed het busje raar. Ik wilde er net iets van zeggen toen Franky zei dat we misschien een lekke band hadden. Niet misschien, we hàdden een lekke band. Ik in mn gordijnstof was al genoeg reden tot een verkeersopstopping. Een kotomisi die een lekke band van een bakkersbusje vervangt, is in Suriname tiende wereldwonder. Dus getoeter, joelende bromfietsers, het was niet van de lucht! Franky werkte als een bezetene, want anderen die ook naar het feest gingen zouden maar eventjes ook langs kunnen komen en aan het busje kunnen raden wie koto misi was. Ik stond in mn eentje een paar meters in de Prinsessenstraat te wachten. Handig als die was, duurde het niet te lang. Franky kenki a banti. Wel moest ie verscheidene keren wenken tegen hulpvaardige heren dat hij het wel zelf kon. Praten durfde hij niet. Wan koto misi nanga wan basstem. Na fonfon yu kan kisi! We vervolgden onze weg, en kwamen verder veilig aan en stapten met onze neus in de wind de poort binnen. Natuurlijk had iedereen gelijk door wie ik was. Naar mijn nicht was niemand echt benieuwd. We zochten een beetje een afzijdig plekje op. Ik werd wel gevraagd en was bijna de hele tijd op de dansvloer. Maar met mijn nicht vlotte het niet zo. Ik denk dat die koto de jongens een beetje afschrikte. Mi nicht luku a sani wan poosje. Ze stond op, liep op de tekenleraar af en trok hem naar de dansvloer. Ik zei jullie al, die "nicht" van me wist van wanten! Ze danste met iedereen en ze danste àlles, dus ook slow. Dat danste ze ook met een leraar! Een heerlijke slow. Woei! Ik kon niet wachten tot 12 uur!
Het feest was een daverend succes en om middernacht werden de vermommingen en maskers afgedaan. Grote hilariteit. Mijn nicht stond er een beetje schuchter bij en zij was één van de laatsten die haar anisa en masker afdeed. De zaal daverde van het gejoel. Aiiiiii Franky yu kis den. Niemand had het door. Koto misi was echt een hit. Maarrrrrrr. . . . . . . . . de leraar waar hij een slow mee had gedanst? Die man was des duivels! En dat liet ie blijken ook. In niet mis te verstane woorden liet hij Franky weten dat hij niet gediend is van dit soort grapjes en dat die jongen voortaan maar liever uit zijn buurt bleef. Niemand begreep die man zijn hysterie, maar dat weerhield ons er niet van om Franky tot onbetwistbare "koningin" te kronen. Koto misi had gescoord en wij genoten van de rest van een super gezellige avond.
Zuurpruimen en mierenneukers zijn van alle tijden.
Een begrafenis is doorgaans geen aangename gebeurtenis, maar gelachen wordt er vaak wel. We kennen allemaal het spreekwoord: peh dede deh, drapeh lafu deh. Zo ook op de begrafenis van wijlen mijn paps, nu zo een 34 jaar geleden. Na een kort ziekbed moesten wij hem afstaan. Markante, excentriekeling als die was, had hij zn begrafenis tot in de puntjes geregeld. Zijn kostuum (wit pak) hing in de kast, klaar om voor zijn laatste uitstap gebruikt te worden. Zijn overlijdensbericht had hij me voor gedicteerd met de opdracht het precies zo in de krant en op de radio bekend te laten maken. Ik was nog vrij jong en geloof me geen leuke periode. Want dat hij op de terugweg was, was zo klaar als een klontje. Huilen mocht niet want sterven dat is een deel van het leven. Had hij me al zo lang ik me kon herinneren voorgehouden. Maar samen met de liefste man van de wereld diens begrafenis regelen was geen speculaas. Hij was geen katholiek. Een heilige communie had hij dus niet gedaan. De echtelijke band tussen hem en mijn moeder werd in de Hervormde kerk gesmeed. En het is ook die kerk die hij voor zo ver ik me herinner enkele keren heeft bezocht. Religie behoefde je volgens hem niet in de kerk te belijden of beleven. Een belijdenis had hij ook niet afgelegd. 'A man no bin aanneme'. De reden daarvoor is dat hij 26 jaar van zijn leven, samen met anderen in afzondering had doorgebracht. Daar vertel ik een andere keer over. Hij behoorde officieel dus tot geen enkele kerkgenootschap, en dat bracht wel wat administratief ongemak met zich mee voor de begrafenis. Enfin dat waren zorgen voor de achterblijvers, en zoals hij zelf droog stelde: un no kan nyan mi, dus ze zullen me wel moeten begraven. En als dat niet gaat, dan is er nog altijd Weg naar Zee. Er was toen nog geen crematorium, dus in het uiterste geval vond Pa dat hij ook via de brandstapel de aftocht mocht blazen. En toen was het laatste uur daar. Hij ging vredig, ons was niet gegeven erbij te zijn, de Allerhoogste bepaalt , Hij en Hij alleen. Volgens Pa zn exacte instructies werd zijn bericht van overlijden bekend gemaakt. Het kostuum van zijn keuze werd afgeleverd bij de afleggers. Drie dagen hadden wij om de andere praktische zaken te regelen. Pa had ook altijd gezegd dat hij niet te lang in de koelcel wilde na zijn heengaan want zei die: "Ik ben geen popsicle". A man bin tya gezegde! Zondag ging ie heen, woensdag begraven. Het was een komen en gaan van jewelste, want die man was geliefd, niet alleen door ons, zo bleek. Ook zn jongere broer, met wie hij om uiteenlopende redenen niet zo een hechte band had, kwam zijn attentie tonen. Maandag, dinsdag ook. Dinsdagavond bleef hij hangen, de andere beklagers van rouw waren reeds weg. Oom vroeg heel bedeesd of hij van Pa een kostuum mocht 'lenen' voor de begrafenis. Daar zeg je geen nee tegen, dus kreeg hij van mij een donkerblauw pak te "leen". Of daar ook nog een paar sokken bij kon? Oh maar waarom niet, dacht ik. Als we eenmaal bezig zijn. Dus een paar sokken kreeg hij ook van me mee.
Op zijn kostuum wilde Pa een corsage van witte anjers en een takje groen. Dinsdag stad en land afgelopen om vooral die anjers te pakken te krijgen, maar alsof de duivel ermee speelde, nergens te vinden waar die goeie man naar had gevraagd. Dat legde wel een domper op mijn gemoed, want ik wilde zò graag alles doen zoals hij dat had gewild! Tenslotte hoefden wij hem niet op te eten, ook hoefde hij niet in de open lucht gecremeerd te worden want hij kon op Marius Rust begraven worden zonder al teveel poeha over zijn niet aangesloten zijn bij deze of gene kerkgenootschap. Hij was ook geen popsicle want al te lang had hij niet in de koelcel hoeven te vertoeven. So far so good. Maar die anjers. . . . . .
Kleine regentijd is het in maart en de dagen voor de begrafenis kwamen er echt bakken uit de lucht vallen! Woensdag, stralend weer. A son bin pir' ing tifi.
Nieuw Lina's Rust Daar lag hij stralend in zijn wit pak. Tot zover nog geen traan gelaten. Hij zou trouwens als een vogeltje langs vliegen om te zien hoe dat alles verliep. Dat had ie wel vaker in één van zn gekke buien verkondigd. "Op mijn begrafenis zal ik niet alleen in mijn kist liggen, maar mi o frey psa lek wan Gado tyo, fu volg a her' komedie". Misschien dat die tranen daarom wegbleven? Want het verdriet was er niet minder om. Na het intieme afscheid vertrokken we naar de begraafplaats. Met honderden waren zij. Echt honderden. De mensen die hem een laatste eer kwamen bewijzen. Er kwam geen eind aan de stroom. En met velen waren zij, die geen plaats vonden en daarom buiten de zaal moesten blijven. Tijdens de dienst die geheel aan mij voorbij ging, merkte ik dat Oom pal tegenover me zat. Oh mijn God! Pa was inderdaad een flink stuk forser maar vooral korter dan hem. Dat werd me nu wel pijnlijk duidelijk! Die man zwom in 't kostuum dat hij had "geleend". Zn schouders leken wel kippenvleugels in dat veel te wijde pak. En de pijpen waren te kort! Mi mama, "hoogtevrees" . "Hang me high" zoals we dat noemden wanneer iemand zn broekspijpen ergens boven de enkels uitkwamen. And Lord have mercy! Herinneren jullie je die sokken nog? Die had ik hem ook "geleend". De sokken waren in elkaar gerold toen ik ze aan Oom gaf, en wat bleek? Die man had gewoon aan de ene kant een lichtbruine en aan de andere kant een zwarte of donkerblauwe sok aan. Huishoudelijk foutje?
Ik wist niet hoe vlug ik mn zakdoek tegen mn gezicht moest drukken, want ik kreeg zowaar de slappe lach. Maar echt de slappe. Tot tranen toe, die op dat moment wel toepasselijk waren, maar helaas tranen van treurnis waren die niet. Mijn oma die naast mij zat omarmde me en zei: meisje no krey no krey, mek a man go nanga prisiri. Wel wel nanga prisiri ging hij echt wel, want daar. . . . . . in de nok van het mortuarium vloog er een vogeltje driftig fluitend rond! Ik keek met een betraand gezicht naar boven en wist 't zeker. Hij lag niet alleen in zijn kist. Hij volgde zowaar die komedie. Weet alleen niet of het een Gado tyo was.
Old love never dies Toen men na de dienst de rest van de bezoekers een laatste groet liet brengen, kwam er een mevrouw langs met de vraag of ze haar boeketje in de kist mocht doen. Was een jeugdliefde van Paps. Wacht even. . . . . je meent t niet! Een boeketje van witte anjers met een takje groen! Kan je vreugde voelen als je jouw baken, jouw rots ten grave draagt? Jawel! Ik stond op en deed het boeketje in zijn jaszak. Een geïmproviseerde corsage weliswaar, maar hij kreeg zijn witte anjers. Tijdens zijn hoogtij dagen kreeg ie altijd al zijn zin. Op de allerlaatste dag was 't niet anders. Ik denk dat ie heeft genoten van "zijn komedie". Paps, je was formidabel en prettig gestoord. Mi lobi yu sotehhhhh. . . . . . .
Wel ik dacht: Als de bliksem vòòr dat de stormt losbreekt. Laat me even een 'kiek breken' op deze hele story. Het belooft wat. Als inderdaad de Washington Post morgen zou uitpakken met het nieuws als zou Barack een beschuitje hebben gegeten met Beyoncé. Mi Gadoooooo the world will rock! Op de tonen van één van de talloze hits van mevrouw Jay-Z. Afgezien van het feit dat zij de eersten noch de laatsten zullen zijn die zich naar het café waar er verboden beschuitjes worden geserveerd hebben begeven, (laten we hopen van niet), sinds de begrafenis van Madiba gonst het zogenaamd van de geruchten rond het Eerste koppel van de wereld! Er wordt geduimd van hier tot Oezbekistan dat er toch maar iets van waar is. Dat het niet zo botert tussen Michelle en Barack. En nu, nog mooier, dat Barack Obama een buitenechtelijke relatie zou hebben met . . . . . . . Beyoncé.
Ik refereerde net naar de begrafenis van Madiba, want daar begon het gedonder in de pers. De Amerikaanse president die een selfie maakte met de premier van Denemarken. Op foto's zien we het Amerikaanse staatshoofd grappen en grollen met de Deense, tot duidelijk ongenoegen van Michelle. Haar lichaamstaal, haar blik spraken boekdelen. Michelle was woedend. Terwijl Barack zich duidelijk gewoon vermaakte en mens was. Tegelijkertijd veranderde Michelle in een stuk mokkend oud ijzer. A sma ati bron wreed. De eerste dame kreeg gewoon een aanval van jarusu. Woede van de eerste graad!
Nu moet ik zeggen dat Mevrouw Obama op mij overkomt als een tante die behoorlijk zuur kan smaken. Mooie elegante vrouw met inhoud, but don't fuck with the sister! And please don't flirt with her man! Maar Michelle dan toch, meissie je bent op een staatsbegrafenis met jouw man die de Eerste man van deze aardbol is en hij dolt een beetje met een collega staatshoofd die toevallig een leuke snoet heeft, blond is en duidelijk een boontje heeft voor jouw goed uitziende supermachtige man. Luku dya Michelle ik weet niet waar, maar ik in jouw plaats zou me niet laten kennen, die acute aanval van jaloezie zou ik heel ver wegstoppen. Niemand die mij ook maar op een rimpel van ergernis zou betrappen. Boos kijken, van plaats verwisselen met Barack? Meisje saindeh! Je hebt zitten pruilen, Obama was ook behoorlijk nijdig waarschijnlijk als gevolg van jouw chagrijn. For the whole world to see! Foei! Ik ga niet stoer doen, achteraf had ik Barack echt wel zn kop afgebeten. Als we eenmaal in de Airforce I veilig en wel een paar kilometers boven de grond waren. En in de privacy van onze Eerste hoek, veilig buiten gehoor van anderen. Dan had Barack wel mn zegje moeten aanhoren, hoe onschuldig zijn gedol ook leek. Mi sabi, vrouwen krijgen het op hun heupen van dit soort nonsens. Mannen snappen niet dat vrouwen zulke (kleine nederlagen) moeilijk kunnen verkroppen. Want zo ervaren wij dat. Als een nederlaag, want dom kunnen we ook zijn en niet vatbaar voor reden. Dat zullen we zelf natuurlijk nooit toegeven want wij lopen over van zelfvertrouwen! Hahahaha dus niet echt. In dit departement zijn en zullen we onredelijk blijven.
Kijk maar naar Michelle haar gedrag. Maar oefening baart kunst dames. Laat de buitenwacht niet zien dat je tenen vermorzeld zijn, maar zodra je de kans krijgt knijp die man wreedaardig in zn vel, draai a meti. Volgende keer denkt ie wel tien keer na voordat hij gezellig in jouw bijzijn gaat zitten flirten. Ruzie maken hoeft niet hoor, gewoon een flink stuk vel tussen duim en wijsvinger, en dan wreedaardig knijpen. Maar tjé poti Barack flirtte niet, die man was gewoon gezellig bezig voor of nadat hij één van de meest pakkende speeches uit zijn carrière had gegeven. Michelle klets gewoon. Ik zou trots zijn op mn moppie! Trouwens ik denk dat Barack bang is voor zn vrouw dus in haar bijzijn over de schreef gaan zit er volgens mij niet in. Nu nog zien als hij moediger was toen ze niet keek. Dus morgen horen wij 't wel over Beyoncé. Maar die is bang voor Jay-Z, dus komt wel goed. No wan inkri buskutu no nyan!
We all stay tuned for what is to come!
Baya voor de foto's verwijs ik jullie naar de schreeuwpers, want ik heb me uitgesloofd maar lukte niet. Leuke kiekjes waarop Michelle haar woede gewoon van het scherm druipt! Jullie krijgen ze zeker te zien, of hebben ze al gezien.
P.S: De geweldige wereldpers meldde ook nog tussen neus en lippen door dat Michelle en Barack in aparte kamers slapen. Soso geklets! Het Witte Huis is groot genoeg. Dan sang als ze in aparte kamers slapen. Jongu, kletsen in die Eerste mensen hun zaak.
Voor mezelf ken ik het antwoord wel. Nooit aan getwijfeld. Maar onder andere door cultuur, het land waar je geboren bent, de etnische groep waar jij toebehoort, komt het steeds vaker voor dat wetenschappers zoals sociologen, demografen, antropologen en heel wat logen nog meer 's effe gaan bepalen of definiëren wie we zijn. Niemand moet me verkeerd begrijpen, ik heb respect voor elke goed onderbouwde definitie of visie zelfs. Maar eigenwijs als ik ben bepaal ik uiteindelijk toch lekker zelf wie ik ben. Ja WIE en zeker niet WAT. Ik las niet zo lang geleden een stukje van de hand van ons aller Bill Cosby. Good old Bill, die ons vooral in de jaren tachtig behoorlijk aan het lachen wist te krijgen met zijn fratsen in The Bill Cosby show. Die man had nogal het een en ander op zijn lever over het gedrag van de zwarte Amerikaan. En dan vooral de jongeren binnen deze groep. Maar wat mij het meest aansprak uit het artikel, het was eigenlijk een speech die meneer Cosby bij een of andere happening had gehouden, waren zijn opmerkingen over de benaming African American. Ai boi die man zei precies wat ik al vaker heb gedacht. Want in Suriname is er de laatste jaren ook het woord Afro Surinamer in onze vocabulaire geslopen. Ik zeg opzettelijk in de vocabulaire, want mijn observatie doet vermoeden dat het Afro Surinamer gedoe niet veel met gevoel te maken heeft. En ook niet bijdraagt aan de broodnodige saamhorigheid die zwarte mensen over het algemeen zo ontberen.
Waarover ik het volledig eens ben met meneer Cosby: Mijn voorouders kwamen uit Afrika. Mijn voorouders. Ik niet. Ik ben in Suriname geboren, misschien niet getogen want ik woon nu langer buiten Suriname dan dat ik er heb gewoond, maar dat no abi trobi, maakt niets uit, ik ben Surinamer, Srananman! Niets tegen Afrika, maar Afro Surinamer? Dat is volgens de uitleg van "één van de mensen die zich met dit hele afkomst gebeuren bezighoudt" laatst op de Surinaamse radio: iedereen wiens voorouders uit Afrika kwamen. Goed, dat wordt in Suriname dan a hell of a job. Binnen de cultuur van de Surinaamse blakaman waar iedereen toch wel een spoortje van een "andere" etnische groep in zich heeft? Ingewikkelde tori!
Surinamers, de Afro's, die zo prat gaan op het spoortje van die "andere" etnische" groep die door hun aderen stroomt en dat zwarte hoofdspoor zo vaak verzwijgen! Juichen zij die Afro naam wel toe? Ok dat zijn mijn zaken niet, een ieder zijn gevoel van afkomst zou ik zeggen. Maar met alle respect voor diegenen die naarstig op zoek zijn naar een juiste benaming van ons als groep, en die nu, naar alle waarschijnlijkheid, ook hebben gevonden, ik voel mij geen Afro Surinamer, en niet in het minst omdat iemand dat voor mij bepaalt.
In de Amerika's, zijn de enige echten, autochtonen, inheemsen, de Indianen. Al de rest kwam elders vandaan. En ja, de zwarte mensen, hun voorouders kwamen uit Afrika. Geen wetenschappelijk onderzoek voor nodig. Maar dit zoeken naar een identiteit, nu nog, doet mij akelig vermoeden dat wij eerder niet wisten wie we waren? Is dat zo? Of willen we niet zijn wie we zijn? Het is jammer te constateren, maar de doorsnee zwarte mens wil niet zwart zijn. De doorsnee zwarte mens denkt liever in tinten. Van licht geel tot donkerblauw bijvoorbeeld. Daarbij gaat men geheel voorbij aan het feit dat zwart niets te maken heeft met de kleur van de huid dan wel met het (zwarte) ras. Ofschoon er maar één ras is. Het mensenras, maar dat is een andere discussie. Wit als benaming voor "blank" rolt er zeer vlotjes uit. Een witte man, een witte vrouw. Daar hebben wij volstrekt geen moeite mee in ons taalgebruik. Niemand zal die benaming verwarren met het wit van een vel papier! Waarom zwart dan wel als negatief ervaren. Zolang wij dat zelf doen, volgen de anderen moeiteloos. Hoe vaak uiten mensen zich niet heel emotioneel over hun zwart zijn? "Ik ben trots op mijn kleur!" Of nog zo eentje: "Mi blaka en mi breti" Mij zal je niet op zo een uiting van trots betrappen hoor. Ik ben trots! Punto! En niet omdat ik zwart ben, maar omdat ik BEN. Ik heb nog nooit iemand horen zeggen dat ie er trots op is dat ie wit is. Nee! Hij is! Klaar. Beleef en toon jouw trots als mens, huidskleur is irrelevant! Waarom kunnen we niet gewoon zijn wie we zijn mang. Mensen die hun beste zwarte benen voor zetten om op een positieve manier een verschil te maken in deze wereld. Onze kinderen bewust maken van wie ze zijn als mens, ze te bewapenen tegen vooroordelen. Hun rugzak volproppen met positieve bagage die ze kunnen doorgeven aan hun kinderen. Moeten we nu nog zoeken naar een gepaste naam? Omdat we eigenlijk niet zwart willen zijn, maar het wel zijn? Zelfspot is toch nergens voor nodig? Want dat is het in mijn ogen: unu e hor' un sref' na spotu! We dragen zoveel kleine en grote hebi's met ons mee, die we onbewust aan onze kinderen doorgeven. Sinds jaar en dag zoekt men naar eufemismen voor het zwart zijn. En ondertussen gedragen wij ons niet als de trotse mensen die we beweren te zijn. Kostbare tijd gaat zo verloren.
Enne. . . . wat ik mij ook afvraag bij de benaming Afro Surinamer. Alle mensen wiens voorouders uit Afrika kwamen zijn volgens de uitleg van deze benaming, Afro Surinamers toch? Dat brengt ook andere problemen met zich mee, helaas. We weten allemaal dat in ons landje, die van de stad zich beter voelen dan die van het achterland toch? Wat te doen! Vandaar dat ik denk dat zwart zijn het simpelste is. Daar is geen twijfel over mogelijk. Het laat zich immers zien.
Nog even vanuit een andere hoek Komen oorspronkelijk niet àlle mensen uit Afrika? Het zwarte continent? De archeologen geloven er wel aan. Voor de moderne witte mens echter zal dat wel een bitter pilletje zijn, gezien 't feit dat ze ons verbaal wel vaker terugsturen naar Afrika. Maar goed als het inderdaad zo is dat we allemaal gezellig onze oorsprong in Afrika hebben, dan denk ik dat we allemaal Afro-mensen zijn. Zolang de wetenschap daar echter nog niet helemaal uit is, ben ik Surinaamse.
Een poosje geleden luisterde ik naar het programma "Vreemde tori's" op een Surinaams radio station. Luisteren naar de Surinaamse radio blijft nostalgie en draagt in ieder geval bij aan de zo broodnodige saus waar het 't leven in Europa aan ontbreekt. Luisterend naar de bellers herinnerde ik mij opeens dat mijn ma ook eens naar het programma had gebeld met een vreemde tori. Ik had de bewuste aflevering niet zelf gehoord, het was nog voor de tijd dat je dat station via internet kon beluisteren. Maar in ieder geval de tori waar zij mee naar de radio belde kon ik me wel nog heugen.
Eerst dit: Ma stond 's morgens altijd vroeg op. Dat was zo rond half vijf. Ze ging dan beneden op het erf kippen voeren, want ze hield kippen. Het erf harken en gewoon koekeloeren daar in die buitenlucht. Dat was haar ding en laat het nou iemand zijn geweest die zich door niemand de les liet lezen. Dus niet pa, niet de buren of anderen die haar op andere gedachten zouden kunnen brengen. Den sma e l.l, mi e du san mi wani. Soort bakru of leba . . . . (hele langgerekte tyuri). Haar routine was eerst bezig zijn met de kippen, dan kwam ze weer even naar boven om de radio op Apintie af te stemmen, want dan luisterde ze naar Bazuin koor, de dagtekst en ik geloof Morgenzegen. Op de tonen van Bazuin koor ging ze dan het erf aanharken. Af en toe ook nog luidkeels meezingend "De Heer is mijn herder". Maar dat stoorde niet want het was dan inmiddels zes uur en de buurt was dan al in beweging. Voor mij was het dan de tijd om op te staan en me klaar te maken voor school.
De tori: Normale dag. Ma vangt aan met haar routine. Ik hoorde haar met waterbakken rommelen, maar viel weer in slaap. Straks zou ze de radio komen aandoen. Tijd genoeg dus om me nog één keer om te draaien en die badkamer even uit te stellen. Ik werd evenwel iets later wakker van een vreemd geluid. In ieder geval niet zoals het elke dag klonk. Iemand liep de trap op, kon niemand anders zijn dan ma, maar toch het klonk anders. Gehaast, heel gehaast. Ja zij was 't. Ze ging in de keuken zitten. Hoorde ik aan de stoel die ze van tafel trok. Geen Morgenzegen vandaag? Ik tastte naar mijn horloge die ik altijd op de vensterbank zette. Kwart over vijf dus nog te vroeg voor haar programma. Ik besloot op te staan en op onderzoek uit te gaan. Ma zat in het donker aan de keukentafel. Ik deed 't licht aan en die vrouw zag er niet bepaald happy uit. Ik vroeg wat er scheelde en ze antwoordde: "Eigenlijk niets". Maar ze zei 't wel zonder haar bekende branie. En ook scheen er geen animo te zijn om haar karweitjes die dag af te maken. Ik dacht dat ze zich niet goed voelde en vroeg ook daarnaar. "Nee ' t gaat wel, maar er gebeurde daarnet iets geks. En ze vertelde: Ze was in de inrit voor het huis en zou die beginnen aan te harken, toen ze opkeek en vanuit de hoek van de straat een heer zag aankomen. Een heer want die was gekleed in een zwart kostuum, en hij had een hoge vilten hoed op. Toen hij dichterbij kwam, zag ma dat er een bloem op zn jas bevestigd was. In eerste instantie keek hij haar niet aan en leek het alsof hij zonder meer langs zou lopen, maar hij veranderde van gedachte. Hij stopte en sprak haar wel aan. Hij vroeg waar de familie G. woonde en of mevrouw G. thuis was. Ma wees het huis aan, want familie G. dat waren de buren die schuin tegenover ons woonden. En of mevrouw G. thuis was wilde het heerschap weer weten. Ze dacht 't wel, zei ma. Terwijl ze vertelde, voelde ik aan dat het verhaal een vreemd verloop zou hebben. En ik wist ook dat ik de rest eigenlijk niet wilde weten, want ik zou dan voor de rest van de dag nergens anders aan kunnen denken. Maar als ma vertelde zou je luisteren. Dus daar ging ie dan.
Nadat ze die meneer zn vraag had beantwoord, tikte hij tegen zn hoed (hoe beleefd!) en vertrok. En dit is waar ik bang voor was toch. . . . . . . Ma zegt: "die man keerde zich niet om bij het weglopen hij ging achteruitlopend naar de hoek!" Alsof dat niet genoeg was doet ma er nog een schepje bovenop: "toen hij achteruitliep merkte ik dat ie geen voeten had. Of misschien leek het zo, maar mi no syi futu! En van waar komt die satan vandaan op zo een uur! Mi no bin mus piki!" Ma was boos op zichzelf.
Geloven of niet, maar met dit verhaal op mn maag mocht ik naar school. Genoeg voer om me voor de rest van de dag ganzenvel te bezorgen. Is toch wat. Maar ik had niet hoeven te vrezen, het werd een gewone schooldag en ik heb niet meer aan ma haar "Morgenzegen" gedacht. Half één, de school was uit en ik liep naar de poort om te wachten tot ik werd gehaald. Toen ik het kantoor langsliep kwam de juffrouw van de administratie op me af en zei dat ik niet werd gehaald die dag, ik moest met de bus naar huis. Als dat gebeurt, dan is er duidelijk iets aan de hand, maar toch nog geen reden voor mij om in paniek te raken. Ik mocht met de bus. Wat er aan de hand was, was van secondair belang. Ik kwam thuis aan en aan de straat merkte ik al dat er iets gaande was. Vroeger was saamhorigheid onder buren meer regel dan uitzondering, zo ook bij ons in de straat. Ik merkte dus verslagen gezichten aan de overkant, Bij de familie G. was het drukker dan normaal en ma stond met de buurvrouw van vlak naast, bij het tuinhek. Beide gezichten ook op nulpunt. Het moment dat ma me zag zei ze me naar boven te gaan en kwam er zelf direct achteraan.
Bovengekomen vroeg ik wat er aan de hand was. Ze keek me aan en zei: "Schrik niet, mevrouw G. is vanochtend vroeg overleden."Ik keek die vrouw aan, zette mn schooltas op tafel en ging zitten. Dat er wat gefluister was als zou de buurvrouw ziek zijn, dat wist ik wel, maar ze deed nog gewoon haar ding, was vaak bezig op haar erf, je zag haar langslopen in de straat. Dus waar kwam dit zo opeens vandaan? Ma wist 't ook niet, maar feit is dat de buurvrouw in de nacht onwel was geworden, door huisgenoten naar het ziekenhuis was gebracht en kort daarna was overleden.
Jouw hoofd tolt nog bij zoveel onwezenlijk nieuws op een ogenschijnlijk gewone baka'na. Maar het wordt pas erg wanneer ma me doordringend aankijkt en zegt: "Datgene wat ik je vanmorgen vertelde, dat vertel je niet verder. Is nergens voor nodig". Oh ja, mi Gado die man die zonder voeten, achteruitliep en naar mevrouw G. was wezen vragen! Zal 't magere Hein zijn geweest? En waarom verscheen ie bij ma? Ik wilde het niet weten en wilde niet geloven.
Maar. . . . . . . . ma had 't verteld zoals het haar was overkomen en vòòrdat ze wist dat die mevrouw naar het ziekenhuis was en misschien op dat moment al was overleden. Wat ik tòen niet mocht vertellen, heeft zij jaren later wel bij Vreemde tori's op de radio verteld. Maar ja, ze vertelde het zo een 30 jaar nadat het was voorgevallen. Familieleden kon ze er niet meer mee pijn doen. En ik nu ook niet. De presentator van het programma zou zeggen: "na wan bun vreemde tori". Jammer dat ik die bewuste aflevering had gemist.
. . . . . . Doordat Pa voorlopig niet naar kantoor ging, was het risico van betrapt worden minder groot. Ik bracht dus heel voorzichtig het seksfilm project weer ter sprake bij mn vriendin. We zouden de advertenties op de radio, in de gaten houden. 's Middags op Apintie had je na de nieuwsberichten en voordat het teenage programma met Henk van Vliet begon, de advertenties. Het was meteen raak die week. Er zou een matinee voorstelling zijn van een seksfilm, de zaterdag die aanstond. Bij het horen van de advertentie maakte mijn hart een sprongetje. Bij het horen van de advertentie, maakte Ma een langgerekte tyuri. "Mi no sab' fa den sma kan gu luku den rotzooi disi. Schaamteloos. . . . . " yeah right! De oude garde die seks verfoeilijk vond, maar wel steevast voor 't nageslacht zorgde. Bleef mij een raadsel dat. Maar geen nood, zaterdag zou ik zien wat er nou zo vies was. Was het nu, dan zou er waarschijnlijk over en weer gesmst worden over de snode plannen, maar het was toen, dus moesten we wachten tot de volgende dag om alles te bespreken. Ik was voortvarend, dus vroeg ik thuis gelijk of ik zaterdag naar matinee mocht. WELKE bioscoop! Brulde ma, want ze hoorde me aan Pa vragen. Razendsnel werkte mijn grijze massa. "Ze heeft die advertentie net gehoord dus wat zeg ik nu? Nog vòòr mijn brein een besluit had genomen, antwoordde ik al: EMPIRE. Empire, was een andere bioscoop aan de Rust en Vrede straat. Daar werden er ook matinee voorstellingen gegeven, enige probleem: drapeh den beng sor' soso hindustani film. Nu politiek correct, toen niet, dus we hadden het in die tijd steevast over koeli film. Zou er een opmerking over gemaakt worden?. . . . . Er gebeurde niets. Pa zei dat ik mocht gaan. De volgende dag op school. Uitgebreid alles bespreken. Mijn vriendin zou me thuis halen, samen zouden we eerst naar CCS, de bibliotheek aan de Gravenstraat gaan om materiaal te verzamelen voor onze Spreekbeurt van de week daarop. Soso camouflage! En daarna zouden we naar de film gaan. Ik lichtte haar in dat we eigenlijk naar een koeli film gingen bij Empire. Ze zei dat dat juist goed was, want dan zouden ze thuis niet vragen waarover die film ging. Iedereen wist waarover koeli film toen ging, dus was veilig zo, meende vriendin sabiso. Opgelucht was ik, want als je 't goed bekeek had mn vriendin gelijk. Als je één zo een film had gezien, had je allemaal gezien. Vriendin haar broer ging ook naar Star, hij zou dus voor kaartjes zorgen. Wij zouden dan via de zij ingang naar binnen gaan. Parterre bezoekers gingen niet via de hoofdingang maar gewoon door de ijzeren poort langszij het gebouw en dan via de smalle deur naar de goedkoopste rang. Toen we vanuit de Nassylaan de Zwartenhovenbrugstraat inliepen, stond hij al daar. De broer. Zeggen en doen zijn twee. We hadden kaartjes, nu nog naar binnen zien te komen. Twee meisjes nog wel! Het trottoir barstte van de testosteron. Geen vrouwspersoon te bekennen! En dan twee meisjes die zich een weg baanden door al die hitsige jongelui. Voorzichtig, want als een bekende volwassene me zag zou de pret van korte duur zijn! De kust was veilig. Waar wij naar binnen moesten stond een voor mij onbekende jongeman kaartjes te scheuren. Hij keek ons vreemd aan, maar dat was onder de omstandigheden normaal. We glipten naar binnen. De halve slag was gewonnen! Maar oh mijn God, nauwelijks bekomen van het overwinningsgevoel zagen we ze staan. Twee agenten van politie bij de deur waar we het gebouw binnen moesten. Wat doe je?! Terugrennen naar de poort? Doorlopen en kijken hoe je je uit deze slag zou slaan? Er was geen keus. Bij de deur aangekomen, keken die agenten ons vol ongeloof aan. "Waar gaan jullie naar toe? Weten jullie ouders wel dat jullie hier zijn? Het is toegang achttien jaar hoor!" Met een mond vol plombeersel stond ik daar, mn vriendin idem dito. Geen woord konden we uitbrengen. Ik trilde echt op mn fin' futu's. Die skowtu's keken elkaar aan en toen gaf één van ze 't verlossende woord: "Gaan jullie, maar laat 't de laatste keer zijn want anders brengen we jullie met de "pro wagen" naar huis." Vergeten waren we dat de politie er soms stond om "boro mangs" tegen te houden. De jongens die zonder te betalen via de achterkant het terrein opkwamen en naar binnen glipten. Goed, wij waren ook een soort van oplichters, want we mochten daar helemaal niet zijn! Als ik zeg dat ik van die film heb genoten dan lieg ik, de schrik zat er goed in! Stel je voor dat een politiewagen me thuis af zou zetten. Ik kon niet eens beginnen te raden naar de gevolgen. Die hele film interesseerde mij niet. Het gelach van mijn vriendin en het gejoel van de andere bioscoop bezoekers ergerde me mateloos. Voor mij kon het niet snel genoeg gaan. Kwam ook bij dat ik nekpijn had! Ik wilde naar huis. Genoeg bedrog voor één dag mang. Film, einde film, teruggaan naar huis, dat alles beleefde ik in een blur. Thuis aangekomen werd mij gevraagd hoe die film was. Ik zei "ach dansen, muziek, trouwen" niets bijzonders. "Dansen, muziek en trouwen in The Ultimate warrior van Yul Brynner?", vroeg pa. Had men me op dat moment doorgezaagd, dan nog hadden ze geen bloed gevonden. Yul Brynner in Empire? Ik kwam er al gauw achter dat Empire juist die week was begonnen om niet alleen maar koeli films te vertonen! Pa keek me doordringend aan. Ga je nu vertellen waar je precies was? De leugen is snel, maar ja de waarheid hè, die is sneller, dus besloot ik maar te biechten. Voor de helft dan. Ik zei dat we hadden geprobeerd om naar een seksfilm te gaan bij Star, maar dat wij niet langs mochten. Pa bleef doordringend kijken en heel rustig zei hij: "Niet blijven liegen. Jullie zijn gegaan. Jouw gezicht spreekt boekdelen. In ieder geval van die film heb je niet genoten, want je zat op hete kolen". Dat is al voldoende straf en het feit dat je nu mag ervaren hoe het is om betrapt te worden op een leugen". Die man wist niet hoe heet die kolen wel niet waren geweest. Dat was Pa. . . . . Ma raasde en tierde, totdat pa haar tot de orde riep en zei dat ze niet moest doen alsof ze niet jong was geweest. En daarmee was de kous af. Ik zou maar wachten tot ik 18 was om de boerendochter in actie te zien op de motorkap of om zelf de boerendochter te zijn! Want echte, ik ben er goedkoop vanaf gekomen en juist daarom heeft mijn geweten nog lang daarna doorgeknaagd.
Ik ga ervan uit dat de meeste meelezers in de leeftijdscategorie zijn van "op naar de halve eeuw, of er even overheen". Er komen misschien namen of bepaalde begrippen voor in mijn krabbels, die voor een jongere meelezer, niets of niet zoveel zeggend zouden kunnen zijn. Maar ja, wij zien allemaal de tijd waarin wij opgroeiden als de leukste tijd aller. Dus degenen voor wie Yul Brynner, old meat is, google, please?
Enfin Yl Brynner dus, was een zeer goede acteur en zijn films waren graag gezien in de jaren '70. Tieners in die tijd konden nog net niet naar die voorstellingen, wegens toegang 18 jaar. Op de zaterdagmorgen echter waren er bij Star, de meest bekende en meest chique bioscoop van toen, matinee voorstellingen. Om twaalf uur werd er meestal een film die het de week daarvoor goed had gedaan, vertoond. Bij die matinee voorstellingen werd er een beetje door de vingers gekeken en werd je toch wel doorgelaten ook al was aan je te zien dat je nog een poosje te gaan had tot 18. Matinee voorstellingen heb ik vaak bezocht. Ook als het toegang 18 jaar was. Pa zijn kantoor was schuins tegenover het gebouw van Star aan de Wagenwegstraat. Ook had hij geruime tijd zitting in de (film) keuringscommissie. Wat zoveel betekende dat hij mee besliste welke films getoond konden worden zonder censuur en welke hier en daar geknipt moesten worden om door de morele beugel te kunnen. Dus als ik naar een matinee voorstelling ging, dan had hij grip op de zaak, want hij wist welke film er werd vertoond en kende de inhoud. Ik heb nooit geweten of seksfilms ook onder het strenge oog van de keuringscommissie kwamen, want die werden vertoond en ik denk niet dat er beelden werden geknipt, want anders zouden die kerels die 'parterre' zaten, die man van de draaikamer op een fluitconcert trakteren. Ja de bioscoop kende drie rangen: Parterre, loge en balcon. Van goedkoop naar duur. Parterre was altijd bomvol vanwege de prijs, maar je hield er wel een whiplash aan over. Een gigantisch beeld en een anderhalf uur opgeheven nek, heeft gegarandeerd pijn tot gevolg. Maar men koos de rang die Bruintje kon trekken toch. Elke tijd maakt verandering door dus zo ook die van "ons". Theater Star begon heel gedurfd met het geven van matinee voorstellingen van seksfilms. Het woord porno was toen niet zo courant en als er op de radio werd geadverteerd voor een voorstelling van bijvoorbeeld "De hete boerendochter" of "Neeltje op de motorkap", dan had men het steevast over de nieuwste "seksfilm" uit Zweden. De billboards logen er ook niet om. Gigantische blonde deernen, die heel verleidelijk in de lens keken en menige bromfietser heeft weleens een bijna aanrijding gemaakt, omdat hij zich vergaapte aan de billboard die tegen de muur van Star hing. Deze voorstellingen waren een enorm succes. Jonge kerels ook toen onverschrokken en stoer, stonden onbeschaamd in de rij om hun kaartje te kopen. Want een zichzelf respecterende huisvader of dertiger etc, die zou never nooit in de felle twarf' yuru son in de rij gaan staan bij Star om een seksfilm te gaan zien! For the whole wold to see? Daar was het taboe nog te gigantisch voor. Dus de oudere kerels gingen naar de midnight voorstellingen. Daardoor bestond het publiek veelal uit jong manvolk. We moeten 15 zijn geweest of zo toen mijn vriendin voorstelde eens naar zo een seksfilm te gaan. Nu is het niet om te zeggen dat ik een gomma koekje was, nee eerder een tamarinde. Maar dit idee ging me wel een beetje te ver. Pa zijn kantoor op een steenworp afstand, die man wist ook nog welke films er werden vertoond. Dit was een beetje vurig, zoals in faya. En hoe zouden we aan kaartjes komen, de meneer die de kaartjes scheurde bij de deur kende me, die dame van de kassa ook . No mang te riskant, ik zou het met mijn leven kunnen bekopen. Dus liet ik weten niet mee te doen. Totdat. . . . . . . . pa wegens oververmoeidheid het bed moest houden en enige tijd van huis uit werkte. Geen keuringscommissie voor een poosje. Sohhhhh! Hup die kleine didibri klom op mn schouder: "Je zou nu wel naar een seksfilm kunnen gaan. Dr is geen controle". Waarom hetgeen dat verboden is jonge mensen zo trekt, weten we op deze leeftijd inmiddels wel. Wat ik tot dan van sex had gezien was in Diabolic boekjes, bij de jongens van de klas. Stripverhalen met pikante illustraties, waarin Diabolic altijd in één of andere wurggreep was verstrengeld met zijn vriendin Eva. Meenemen van zo een boekje naar huis zat er niet in. Ik hield van mijn leven. Het bleef dus bij mee gluren en vlug vlug lezen, wanneer die jongens weer zo een boekje meebrachten naar school. Die seksfilm sprak dus wel aan ja, ook al was het alleen al om losbandig te zijn. Want beeld èn geluid dat moest wel een hele gewaarwording zijn. . . . . . . . . . deel 2 volgt
Tien was 't meisje en ze zat in de zesde klas. Haar moeder volgde de mode op de voet en kocht trouw modebladen en tijdschriften waaronder Ebony bij de Varekamp. Meest bekende boekenwinkel in de Surinaamse binnenstad toen. Nu is het Vaco. Wat de moeder in die tijdschriften zag inspireerde haar tot het maken van prachtige kledingstukken voor haarzelf en dochterlief. 1970, de mini was al enkele jaren in zwang. Zo ook mouwloze bloesjes met een hoge hals. Het meisje had altijd grote strikken in het haar en kniekousen aan. De kleding was volgens de laatste mode, maar toch, strikken en kousen waren verplicht. Op die leeftijd werd er nog niet zoveel commentaar geleverd op kniekousen en haarlinten. Maar feit bleef wel dat het meisje vond dat die strikken en kousen niet hoorden bij wat er tussenin zat. Strikken in het haar, kniekousen aan en dat om een minuscule mini en modieuze vlotte blouse te vervolmaken? Onkan! Neeeee, a san no bin klop want het meisje keek ook mee in die modebladen en die dames hadden geen strikken of kniekousen. Dus a meisje no bin lob a strikken en kniekousen gedoe. Vooral die kniekousen waren letterlijk een blok aan haar been. En wanneer dat kind iets in haar hoofd had gezet, liet het haar niet los en kon ze er uren, dagen zelfs op blijven broeien. Nu was het gewoonte dat ze als ze naar de kerk of een andere speciale gelegenheid ging, ze nylon kousen aan mocht. Dus geen kniekousen. Ze zou proberen om op die manier van dat kniekousen gedoe af te komen. Eerst nylon kousen of panty's zoals ze populair werden genoemd en misschien wie weet in de naaste toekomst blote benen. Gewoon geen kousen meer! Oei, was dat wel haalbaar? Zou het kunnen lukken?
Maar eerst plan A. Panty's naar school. Dat het een beetje te hoog gegrepen was om met panty's naar school te gaan kwam er in dat kind totaal niet op. Ze werd toen al gestimuleerd haar eigen gang te gaan, er wel op lettend anderen niet te schaden of te kort te doen. Dus een beetje anders zijn of doen, schrok haar niet af. Haar eigen ding doen daar ging het haar om. En haar ding verschilde van haar moeder's ding. Meisjes horen strikken in het haar te hebben en kniekousen. Klaar. Volgens plan A vroeg het meisje dus aan haar moeder of ze voortaan panty's naar school mocht in plaats van die kniekousen. Dat stond òòk netjes, zelfs veel netter dan die andere kousen. De moeder zag er wel wat in en stemde toe. Maandagmorgen. Ze was één van de eersten op school. Het schoolhoofd een Nederlandse, was er ook al. Ze keek tweemaal naar het meisje bij het voorbijgaan, maar maakte geen opmerking. Er kwamen nog klasgenootjes bij. Jongens, die in die tijd niet verder kwamen dan een donkerblauwe korte broek en een schots hemd van Kirpalani, snapten panty's niet en wisten ook niet hoe daarop te reageren. Het ging tenslotte om tien- en elfjarigen. De meisjes, dat was een ander verhaal. Het doet er niet toe hoe oud vrouwen zijn. Afgunst manifesteert zich uniform. Als het nu gaat om meisjes van 5, 10 of 48, a reactie na a sèm. Eerst een ijzige stilte. Mensen die onder normale omstandigheden je uitbundig begroeten, maar opeens ijzig koud op je reageren. Kleine meisjes kijken het object van hun afgunst onverschrokken van kop tot teen aan. Grote meisjes doen het subtieler, althans dat proberen ze dan. Maar in beide gevallen is hun wrevel bijna tastbaar. Zo ook voor dat meisje die maandagochtend daar op de gang van de Vrije school. Een stelletje kattekoppen die haar vernietigend aankeken. Een jongen die altijd een grote mond had, vond 't toch nodig een opmerking te maken. "Je lijkt op een moeder" zei die. "Hahahaha "lachte één van de soon to be ex-vriendinnetjes van het meisje. " Moeders dragen geen strikken". Hilariteit alom. Wat waren ze blij om de spot te drijven met haar. Niet één bondgenoot voor haar die ochtend. Niet eens het vriendinnetje waar ze altijd mee optrok. Dat panty avontuur zou naar alle waarschijnlijkheid verregaande en blijvende gevolgen hebben. Het meisje besloot terstond dat die hele bende haar vriendschap niet waard was. Ze keek en leerde. "Oh dus als je bent zoals ze willen of als je eruit ziet zoals zij het goed vinden, dan tel je mee? Wanneer je doet waar je zin in hebt dan ben je ineens niet meer leuk? Of zijn ze boos omdat zijzelf ook dolgraag panty's aan zouden willen hebben? Waarschijnlijk was het dat laatste. Het meisje was er nog niet helemaal uit. Maar het meest ontnuchterende moest nog komen. De klasse juffrouw kwam eraan. Zij was een "groot" meisje, maar ook zij keek het meisje onverschrokken van kop tot teen aan. Ze deed de klas open, zette haar tas op het bureau en liep gelijk enkele lokalen verder naar de klas waar haar "boezem collega" zat. Ze kwamen beiden terug. Die twee "grote meiden". De klasse juf met een spottende uitdrukking op haar doorgaans toch al verzuurd gezicht, en die andere een ouder "meisje". Ze liepen beiden op het kleine meisje af. De klasse juf: "Je geloofde me niet, kijk nu zelf. Het kan toch niet?"Haar collega, keek vol haat, ja dat was 't haat, naar het meisje. En wat zei die opvoedster aan dat kind? "Meisje het is hier geen hotel hoor. Niet eens als ik naar Torarica ga doe ik panty's aan. Weten jouw ouders niet dat je een kind bent?" Wel als er twee mensen waren die wisten dat het meisje een kind was, dan waren het haar ouders wel. Dus begrijpelijk dat hetgeen die mevrouw zei, dwars door het meisje haar ziel sneed. Dit was haar schuld. Gewoon omdat ze geen kousen meer aanwilde, werden haar ouders nu voor slechte mensen uitgemaakt. Ze raapte alle moed bij elkaar en zei aan die mevrouw dat ze niets over haar ouders moest zeggen, omdat ze hen niet kende. En dat panty's bij Batta te krijgen waren, dus als ze zo graag panty's aan wilde doen, ze die gewoon bij Batta kon gaan kopen. En ze zei ook dat ze niet dacht dat die mevrouw ooit naar Torarica was geweest, omdat ze niet leek op iemand die daar naartoe ging. De directrice werd erbij gehaald. Er werd uitgelegd dat het meisje de juffrouw had gebrutaliseerd. De directrice vroeg wat er was gebeurd. Het meisje moest mee naar kantoor en daar deed ze haar verhaal, Zoals het was voorgevallen. En met een droogheid die je alleen van Nederlanders kan verwachten, besloot de directrice dat de juffen hun plaats moesten kennen en niet mochten vergeten dat ze volwassenen zijn. Het meisje was volgens haar heel netjes gekleed, ze zou het tegen twaalf uur misschien wat warmer krijgen dan de rest. Maar verder was er niets mis met de outfit. Het meisje was tien, maar voelde instinctief dat zij een heel belangrijke slag had gewonnen. Ze voelde aan dat ze twee "grote meiden" had verslagen! In de pauze was ze alleen, want die kleine meiden gloeiden nog van jaloezie. Slechts één kwam er naar haar toe en dat was om vol overgave aan het meisje te zeggen dat: "A panty boro". Het meisje keek naar beneden en inderdaad a panty bin boro. Zal het 't kwade oog zijn geweest? Het meisje besloot voortaan wat blauw in haar schoen te doen wanneer ze panty's naar school aandeed. Dat weerde het kwade oog toch af? En ze besloot niet over te gaan tot plan B. Nee geen blote benen, ze zou ze laten gaar stomen in hun jaloezie, deze kleine en grote krengen. Morgen zou ze gewoon een nieuwe panty aandoen.
Waar je woont is thuis. Dat is waar. Maar waar je geboren bent blijft ook altijd "thuis". Ik kan me niet voorstellen dat als je woont in een land dat niet jouw geboorteland is, dat je je daar altijd helemaal thuis voelt. Binnen de gezelligheid van jouw huis zeker, maar daarbuiten? Je hoeft maar een grauwe gure dag in jouw gezicht te krijgen en je weet al hoe laat 't is. Het is niet eens een gevoel van heimwee want soms ben je al zo lang weg van huis en ga je er ook regelmatig heen, dat heimwee op de achtergrond zijn plaats heeft. Nee dat vervelende gevoel van: dit is niet mijn ding. Zoals een tropische vis zich in een bevroren vijver moet voelen. Zoiets. Nu is 7° niets vergeleken bij de temperaturen onder nul die we vaak genoeg tegen deze tijd van het jaar voorgeschoteld krijgen. Maar het was de grauwe grijze aanblik van de dag die het bij mij deed. Stemming onder vriespunt. Is niet alsof ik mijn best niet deed mezelf op te beuren. Radio in de auto een decibelletje of 2 omhoog. Kan dat wel? Anyway mi opo a volume. Hielp niet. Er kwam geen blauwe lucht doorspekt met witte stapelwolkjes. Zoals je ze in Su ziet. Meid doe niet flauw. Boodschappen halen moet je. Ik rij de parkeerplaats van het winkelcentrum op. In de verste verten geen parkeervak! San psa. Dus die mensen hebben alles dat ze voor de feestdagen hadden ingeslagen opgemaakt? Kan toch niet? Toen was het ook zo druk. Maar ja meisje jij bent nu ook hier, dus je deed 't zelfde. Tyuri! Ik maak de afspraak met mezelf dat ik nog één keer een ommetje maak en als ik dan geen parkeerplaats vind ik zonder boodschappen richting huis ga. Het ommetje is bijna rond of ik ontdek de staart van een auto die met moeite uit een parkeervak probeert te komen. Geen wonder dat Veteranen hier op hun zeventigste weer een rijexamen moeten afleggen, want ze bakken er soms echt geen lucht van. Ik sorteer voor en doe mijn richtingwijzer aan. Blij als ik ben dat ik straks niet voor niets van huis ben gegaan. Maar tegenover mij denkt een kerel er hetzelfde over. Hij sorteert ook voor en doet zijn richtingwijzer ook aan. Ik knipper naar rechts, hij knippert naar links. De afstand tussen ons bemoeilijkt direct en indringend oogcontact. Maar die man had me daar al voorgesorteerd zien staan toch? Goed, de "parkeervak verlater", kon eindelijk vrijuit keren en vertrekken. Ik draai zwaar naar rechts, meneer "onbeholpen eikel" draait zwaar naar links. Maar hij "pompt" niet en remt halverwege zijn manoeuvre af. Ik "pomp" wel en rem pas af als hij stilstaat. Nu was direct oogcontact wel mogelijk. Ik keek hem indringend aan en hij mij. Die kleine stem ging tekeer. "Je geeft NIET toe. Is ie bezopen? Je blijft kalm, maar je geeft niet toe." Mijn mond werd vervaarlijk droog, mn handen klam. Hoe gevaarlijk ziet die kerel eruit? Want tegenwoordig worden mensen in een dispuut om parkeerplaatsen overhoop geschoten. Nou zo gevaarlijk zag hij er niet uit. Ik bleef in ieder geval zogenaamd stoïcijns kalm. Adrenaline giert door mijn lijf. Die kerel doet zowaar zijn portier open, stapt uit en loopt op me af. Ik doe bij voorbaat mijn autoruit omlaag. En ik kijk hem onverschrokken aan. Dat mijn knieën van was waren, mijn hart in mijn keel klopte en ik dacht dat misschien niet mijn laatste uur, maar wel een heel moeilijk uur was aangebroken, was bijzaak en helemaal niet aan me te zien. Hij: "Bonjour! C'est quoi votre problème?" Ik: "Vous voulais prendre ma place? Je vous ne permets pas ça! Hij: Goeiedag! Wat is 't probleem eigenlijk?" Ik: Wilde u mijn plaats afpakken? Dat laat ik u niet doen.
Die drie-letter van een kerel beweert zowaar dat hij er eerst was. Hahaha ik weet niet waar 't vandaan kwam hoor, maar er kwam een heel bespottende lach ergens vanuit mijn keelholte vandaan. Hij keek me aan, verklaarde mij waarschijnlijk voor gek en maakte rechtsomkeer, terug naar zijn auto. Ik dacht, nu gaat hij 't wapen halen en vanavond haal ik het avondjournaal. Maar nee, meneer manoeuvreerde zich uit z'n halve draai en gaf me de gelegenheid om probleemloos het parkeervak in te rijden. San pasa! Ik zal 't nooit weten waarschijnlijk. Maar iets heeft die kerel de stuipen op het lijf gejaagd, of heeft hem tot rede gebracht. Ik moet toegeven die lach klonk niet erg normaal. Eerder een Alfred Hitchcock lach. Maar goed. Ik had wat "mij" toebehoorde.
Als ik uit de auto stap en een karretje haal breekt zowaar het zonnetje door. Wat zeg ik een gapend blauw gat verscheen in die grauwe lucht. Verend loop ik naar binnen, haal snel mijn boodschappen en als ik naar buiten kom is er zon, blauw en zowaar hier en daar een stapelwolkje. Wat wil een mens nog meer. Een macho het hazenpad doen kiezen, parkeerplaats gevonden, boodschappen gehaald en als kers op de taart, de lucht die een beetje aan thuis doet denken. Daar wordt je toch gelukkig van?
Lachen is niet alleen gezond, maar kan soms ook gevaarlijk zijn. Voor anderen dan!
P.s: Het is me gelukt! Ik heb foto's kunnen plaatsen. Nu nog even door oefenen zodat ze niet alleen onderaan de tekst komen te staan. De aanhouder wint, dus zal het er eens wel van komen.
Was het de bedoeling om pas volgend jaar weer iets neer te krabbelen, hier ben ik dan toch weer. Nog vòòr de jaarwisseling. Wat opvalt is dat tegen deze tijd van het jaar wij worden overstelpt met alles dat te maken heeft met geven, delen, goed zijn en vooral vredelievend zijn.
Geven wordt ons vooral aangepraat door de commercie. Geven betekent, veel kopen en daar varen de handelaars wel bij. December is de maand waarin de grootste winsten worden geboekt. De consument wringt zich in allerlei bochten om toch maar al die cadeau's onder de boom te krijgen. Delen is iets dat ons van kleins af aan wordt aangeleerd. Delen is een nobele daad en maakt van jou een beter mens. Goed zijn. Deze is een moeilijke. Want wanneer is iemand goed. Ik persoonlijk denk dat iemand die probeert goed te doen, tenminste al de juiste weg bewandelt. Want doen wij daadwerkelijk ons best, dan nemen we het kwade de wind uit de zeilen. Kinderlijke gedachtengang misschien, maar wel effectief. Streef het goede na en vermijd het kwade. Ai waka! Vredelievend zijn. Die is pas een moeilijke. Wij streven allemaal naar vrede. Die echte vrede. Vrede met jezelf. Dat zou het uitgangspunt van "vredelievend" moeten zijn. We kunnen alleen vredelievend zijn , denken en doen als we vrede hebben met en in onszelf. We worden allemaal weleens geconfronteerd met situaties of mensen die onrust in ons provoceren. Stokers, gifspuiers onoprechte mensen. We komen ze vroeg of laat allemaal wel eens tegen. Maar aan ons om op de juiste manier daar mee om te gaan. Geenszins dat gedrag kopiëren. Het principe van gelijke munt telt hier niet! Door vrede en sereniteit in onszelf te zoeken en te vinden, worden wij minder aangename situaties of mensen de baas. Punt uit. Er hoeft daar geen hele meditatie sessie aan vooraf te gaan. Als je tenminste één keer per dag stilstaat bij het feit dat we dankbaar moeten zijn voor de kans die we hebben om van dit leven te mogen genieten. Ook als het soms wat minder gaat, ook als er van die lui zijn die je het bloed vanonder de nagels proberen te trekken. Het is een geschenk hier te mogen zijn. Wij zijn als mens deel van het geheel, maar we zijn ook een fractie van niets. Zonder het geheel om ons heen zijn wij niets. Het minder prettige hoort erbij. Als wij het zaak maken elke dag opnieuw weer te werken aan die vrede in ons zelf dan kunnen wij iedere situatie en ieder mens gelijk onszelf, aan. Je groeit, wordt sterker en een meester in het onderscheid maken tussen wat of wie telt aan de ene kant en de dingen en mensen die er helemaal geen toeter toe doen. Die stem in jezelf waar je elke dag mee praat of die jou elke dag aanspreekt. Ja die, die stem kennen wij allemaal. Praat niet alleen over ditjes en datjes maar ga ietwat dieper. Je zult er versteld van staan wat die stem je allemaal te vertellen heeft. En hoe je innerlijke zelf in staat is jou te begeleiden wanneer je het even zelf niet meer weet.
Zelfregulatie noem ik dat. Je weg vinden in de wirwar van gebeurtenissen, situaties, mensen waar wij soms helemaal geen abc meer van kunnen maken. Maar je vindt jouw weg als je daar open voor staat. Geen abracadabra of hokuspokus, Maar gewoon contact zoeken met je zelf. Beseffen dat de binnenkant veel, heel veel aandacht nodig heeft. Koester de binnenkant en de buitenkant volgt wel. Als we eenmaal die weg bewandelen, dan zullen we in staat zijn te geven zonder daar iets voor terug te verwachten, dan zullen we delen met een groot hart en dan zullen we goed doen omdat we ons goed zullen voelen. Daar is geen Kersttijd of eindejaarsperiode tegen opgewassen. Wanneer we het gehele jaar door kunnen geven, in staat zijn te delen en goed te zijn voor elkaar dan volgt de vrede automatisch. Dat is het toch? Vrede op aarde in de mensen een welbehagen.
Laten we met kleine stapjes bij onszelf beginnen en dan wordt 2014 een beter of wie weet zelfs een goed jaar. Ik wens een ieder een hele fijne jaarwisseling toe. En jullie die de tijd nemen mijn krabbeltjes te lezen bedank ik welgemeend. Ik hoop dat het me in 2014 eindelijk lukt om foto's te plaatsen. Dat zal het lezen minder monotoon maken. Maar eerst zien hoe het met de inspiratie zal zitten in 2014. Maar daar zal mijn kleine stem me wel bij helpen.
Elk huis kent zijn regels. Zo ook bij ons. Alleen werden regels omtrent uitgaan gaandeweg gemaakt. Het waren grillige regels, vaak aan verandering onderhevig en een grote bron van ergernis voor mij.
Toen ik aan de middelbare school begon mocht ik naar de feestjes die werden georganiseerd op school. Dat waren feesten die door de VAMS werden georganiseerd in verband met bijvoorbeeld Pagwa, Keti Koti, herdenking van de verschillende immigraties enz. Er was wel altijd één of ander evenement dat gevierd moest worden met een goede DJ. Naar die feestjes mocht ik. Want dat was van 1uur in de middag tot een uur of 6. Leuk mang, succes gegarandeerd. Die schoolfeesten flopten nooit. De AMS was een kei in orga fesa.
Anders was het voor de feesten die s avonds werden georganiseerd. Want dat deed de studenten vereniging ook. Feestjes organiseren buiten de schooluren en op een andere lokatie. Zo. Dat betekende voor het eerst toestemming vragen en zien te krijgen voor mijn eerste avondfeest. Dat feest zou zijn in de Schakel aan de Van Idsingastraat. Was niet ver van waar mijn oma woonde en aangezien mijn moeder elke avond naar mijn oma ging, zou er geen probleem mogen zijn. Ze hoefde niet naar een andere buurt om me op te halen. Ik zou vlakbij zijn. Blablablabla. Met al die gedachtes probeerde ik een Ja te rechtvaardigen en een Nee uit te sluiten.
Ik kom thuis van school. Wat is t goede moment om te vragen. Ik mik maar mis steeds mijn doel. Want telkens als ik wil vragen knijpt mijn keel dicht. En dan vertelden klasgenoten over hoe ze thuis gewoon zeiden: Pa ga je me zaterdag naar t feest kunnen brengen? Of iets van die strekking. Hahaha, niet bij Huize Ons. Enfin, ik dacht laat me maar gewoon vragen. Ja of nee, de wereld zal niet vergaan. Ik zou hoogstens een zenuwinzinking kunnen krijgen, maar zelfs dan zou de wereld niet stil blijven staan.
Er is zaterdagavond een feest, wordt door de schoolvereniging georganiseerd, in de Schakel. Mag ik gaan? Ik was buiten adem, zo snel had ik gesproken. Je kon een vlieg horen puffen. Pa vroeg hoe laat het begon. En hoe laat het afliep. Ik dacht, ok er zijn vragen dus de kans op een positief antwoord is aanwezig. Om acht uur en om drie uur. Aanvang en afloop dus. Pa zei dat ik kon gaan, alleen vond ie drie uur te laat. Mensen die hun eigen sleutel nog niet hebben, die mogen niet op zo een onchristelijk uur naar huis komen. Ik dacht bij mezelf, als jullie nu een kopie van die sleutel maken en aan mij geven, dan heb ik ook mijn eigen sleutel. Probleem opgelost. Maar ik hield wijselijk mijn mond. Ik mocht gaan! Dat was al héél wat. Nu het uur van afloop (voor mij). Want drie uur was natuurlijk uit den boze. Nu kwam ma aan de beurt, want zij was chauffeur van dienst. Hoe laat zou die vrouw me willen ophalen? We weten allemaal dat ook toen al geen enkel spannend feest om acht uur begon. Néé, de sfeer kwam er altijd pas om een uur of elf in. Dus wat ma zou zeggen over t uur dat ze mij zou afhalen was van cruciaal belang! Ze zei: Ik kom je om 12 uur halen. Ok, ik mocht gaan, maar er hing een sombere wolk over mijn blijdschap. Want 12 uur was toch geen uur om naar huis te gaan? Maar ja zoals ze het in Suriname zeggen: Mi bin breti fu sji mi tanta , mi no aksi fu mi omu.
Ik had een crème broek, wat ze nu een skinny noemen. Ik had nog de hele week om te beslissen wat ik aan zou doen die zaterdagavond. Maar Woensdag zei ma dat ik mee moest naar de stad. Ergens aan de Zwartenhovenbrugstraat bij een Syriaanse winkel stapten we naar binnen. Ma vroeg of ik die crème broek zou aandoen zaterdag. Ja zei ik, maar ik had er nog geen blouse bij bedacht. Ma liet verschillende stoffen aanrukken en daaruit koos ze een glimmende bordeaux stof. Mooie stof, daar zou ze een blouse van maken. Voor zaterdagavond. Ze begon donderdag aan die blouse. Het werd een pracht exemplaar met vleermuis mouwen, diepe hals. Mi mamaaaaa, een plaatje was die outfit. Pa had ik geboemd, dus ik kocht op de valreep vrijdag crème kaplaarsjes bij Kersten. Echt waar kaplaarsjes in Su. Jawel!
Zaterdagavond. Om kwart over acht kwam ik aan bij De Schakel. Denk erom om twaalf uur ben je buiten. Ja ma.
Ik denk dat buiten mijzelf, alleen nog de DJ en zn helpers aanwezig waren. En de jongens van de organisatie natuurlijk. Eindelijk om half tien of zo kwamen de eerste mensen binnendruppelen. Ik had in die tussentijd echt slaap gekregen. Wachten geeft sowieso slaap, wachten tot t feest kan beginnen is geestdodend. Enfin eindelijk kwam er schot in de zaak. De kliek was er en er werd gedanst alsof ons leven ervan af ging. We hadden allemaal disco koorts daar. En Bob Marley vroeg ons:Is this love Ja mang a fesa bing span!!!!
Ik genoot met volle teugen en kon echt niet geloven dat ik eindelijk naar een avond party mocht en er ook daadwerkelijk was.
En wat gebeurt er als je plezier hebt en je je vermaakt? Ja, de tijd vliegt.
Ik was midden op de dansvloer, weet nog precies met wie ik danste, dansvloer span. Drukte. En een jongen uit mijn klas komt al dansend naar ons toe. Hé is t niet je moeder die daar naast de zaal staat? Weet niet of jullie dat gevoel kennen. Alsof je hart in je buik gaat zitten en je helemaal licht wordt in je hoofd. Wel geloof me, t is geen pretje. Ik maakte een frekti danspas om te kunnen kijken in de richting waar hij naar toe had gewezen . Ja hoor daar stond ze in vol ornaat, handen in haar zij, gezicht op storm, een niet al te mooie jurk aan en . . . . . op slippers! Doodgaan vond ik op dat moment niet erg. Mocht van mij komen right there and then!
Ik sprintte van de dansvloer naar de tafel waar ik zat, mijn danspartner achter me aan. Wat is er, wat is er? Ik pakte mijn tas en was foetsie! Durfde niet naast ma te lopen dus ik liep vlug de poort uit. Gelijk op straat begon t al. Ik had gezegd dat je om twaalf uur buiten moest staan". Ik zal maar niet vertellen wat ik wilde zeggen. Want had ik dat gedaan dan lazen jullie dit stukje vandaag niet. Ik keek op mijn horloge. Een Timex met lichtgevende wijzers en uren. WAT gaf dat ding aan? Oh Jezus van Nazareth, die vrouw had gelijk! Het was vijf voor één. Wat een geluk dat ze me niet van de dansvloer was komen losrukken. Want dat foeterde ze ook. "Ik had je aan je vlerken van die dansvloer moeten komen halen. Overdrijven is ook een kunst. Ik had gezegd 12 uur en 12 uur is 12 uur". Ma was over haar toeren heen en daar was echt niets tegen in te brengen. Dus je houdt je mond. Want een baks zou geen mooie afsluiter zijn van de avond.
Ik overleefde de tirade, de laatste vijf minuten naar huis verliepen in stilte. Gelukkig maar want ik was aan het nagenieten, dus als Ma in stilte wilde stoven des te beter. En toch, kort voordat we thuis aankwamen zei ze: Dat pakje was mooi, heb je commentaar gehad? Ja, een paar mensen hebben me gevraagd waar ik die blouse heb gekocht. Ze glunderde. Maar had me dan toch tot drie uur daar gelaten dan had men langer jouw haute couture kunnen bewonderen toch? Maar goed voor de volgende fuif had ik al een strategie bedacht. Ik zou gewoon vragen als ik om elf uur er naar toe gebracht kon worden. Kijken hoe mams en paps zouden reageren.
Tot zo ongeveer mijn zestiende werd ik overal, ja bijna overal, door mijn moeder naar toe gebracht. School, hobbys, feestjes ik had mn vaste taxi. En dat was op zn zachts gezegd niet leuk. Verstikkend was eerder het gevoel, bij zoveel bezorgdheid. Bezorgdheid waarover, moet me tot de dag van vandaag nog duidelijk worden, want ontsporen stond niet op mijn agenda. Enfin t gevolg van zoveel wakend oog de hele tijd, maakte wel dat ik zowel op school als op zwemles, tekenles of welke les het ook was dat ik op dat moment volgde, het hoogste woord had. Altijd lachen, altijd lol want het keurslijf zat wat losser toch.
Ik moet niet zeggen dat ik te streng werd opgevoed. Opgroeiend dacht ik dat wel, maar achteraf gezien viel het reuze mee. Vriendinnen zeiden juist dat ik blij moest zijn dat ik niet in de felle zon op de bus hoefde te wachten na school. Mi Gado, ze moesten eens weten hoe jaloers ik op hen was en hoe ik hen benijdde. Zo vrij en blij als zij naar de bushalte stapten, in de soulbus met loeiharde hits van het moment naar huis. En niet te vergeten het jongensvolk dat naar hen floot bij het voorbijgaan. Mang dat was een wereld die ik niet kende. Hoe droomde ik van die vrijheid. En in dit geval bleek die droom geen bedrog. Ik besloot mijn vader te benaderen met het voorstel om gezien mijn leeftijd me toch mijn eigen weg te laten vinden in het leven, te beginnen met zelfstandig naar school te gaan. Met de bus. A man luku mi. Leek een eeuwigheid te duren en ik hield mn adem allang niet meer in, want ik voelde de nattigheid al. Toen ie eindelijk sprak, zei hij: Je hebt een vriend?. Ik dacht, een vriend? Met ma altijd loerend om me heen? Geen haar op mijn kruin dat daaraan dacht zelfs! Ik antwoordde dus naar waarheid en zei aan pa lief dat er van een vriend geen sprake was.
Ok zei die goeie man. De school is om 1 uur uit, je moet met twee bussen naar huis, dus als je hier rond half drie bent is het goed. Geen gedraal op straat, geen geklets in groepjes. Je bent geen schaap, je gaat niet mee met de kudde. De bus in, en naar huis. Aj boi ik heb die man dood geknuffeld. Zo blij was ik. Ik moet erbij vertellen dat er 50 jaar verschil was tussen Pa en mij. Bijna twee generaties! En toch deed hij van de twee, het meeste zijn best om zich in mijn leeftijd in te leven. Nu t goede nieuws nog met Ma delen. Ik moet nòg lachen als ik terug denk aan de uitdrukking op haar gezicht toen ze het nieuws hoorde. En de vaart waarmee ze naar Pa liep om verhaal te halen over de beslissing die hij had genomen. De verontwaardiging was groot. Maar ja, Pa had het laatste woord.
De grote dag brak dus aan. De school begon om 7 uur, twee bussen halen betekende om kwart voor zes van huis om op tijd op school aan te komen. Ik voel die opwinding nu nog. Zo vroeg s ochtends ALLEEN van huis. Ik had het klaargespeeld. Het was me gelukt.Vrijheid, blijheid.
De eerste dag stond Ma lief om 1 uur tòch aan de schoolpoort! Ik die al de hele dag in staat van euforie had geleefd omdat ik de populairste Soulbus van lijn 9 zou nemen! Dacht ma nou echt dat ik in die auto zou stappen? Hahahaha er waren twee schoolpoorten. Mama stond waar ze mij altijd opwachtte. Ik gebruikte uit voorzorg de andere poort waar ze geen zicht op had. Vliegensvlug alsof ik door een horde zwijnen werd achternagezeten vloog ik naar de hoek van de straat, de Chinese winkel in. Ik bleef daar totdat ik Ma weg zag rijden. Ik wachtte voor de zekerheid nog vijf minuten vooraleer ik de winkel verliet. Nog voordat ik bij de bushalte aankwam, kwam ie aangereden. Arend of Lesje en hij had geloof ik ook nog een andere alias. Anyway. De Soulbus op lijn 9! Die moest ik hebben. Als hij maar stopte want ik was nog niet bij de halte. Wat denk je. Met gierende remmen kwam de bus tot stilstand! Vlak naast me. Ik keek een beetje schichtig naar de tawa jongen (de jongeman die het busgeld in ontvangst nam en zorgde voor het wisselen van de cassette bandjes) en de chauffeur. De jongeman kende ik. Die woonde bij ons in de buurt en was van straathoek meubilair bevorderd tot tawajongen. Maar dat was niet terzake. Hij pierde zijn ogen, helemaal naar Surinaamse gewoonte. A boi skreki. Jij met de bus? Ik dacht jongen neem dat geld en klets niet teveel. Eenmaal op de bus bleek er geen zitplaats meer te zijn. Ik kreeg bijna een appelflauwte, want zo op de eerste dag van mijn bus avontuur kon ik toch onmogelijk in de deur gaan staan. Dat was een te hete vuurproef die ik niet zou doorstaan. Van angst en de zenuwen zou ik zeker uit die bus vallen! Jullie kennen dat zeker wel, wanneer er duizend en één gedachten binnen één seconde door jouw hoofd suizen. Maar ik maakte me druk om niets. Arend zei aan een jongen die op de eerste bank zat dat ie moest opstaan zodat ik kon zitten. Zonder morren deed die jongen dat. Dit was 1976 of zo, dus galant zijn was nog een beetje in de mode.
Zooooo ik zat, aan t raam. . . . . . . . . . poku e naki. Ik weet t nog zo. Earth Wind and Fire. Reasons. Philip Bailey deed zn ding door de speakers van die Coaster (bus). En ik? Ik was de gelukkigste tiener van de aardbol.
Ik liep om precies kwart voor drie het erf op. Iedereen was al thuis. Dat betekent dus Pa en Ma. Pa keek verwachtingsvol. En? Wat vond je eraan? Met honger in de zon lopen. Voor herhaling vatbaar? Natuurlijk. Ik hoef niet meer gebracht en gehaald te worden. Vreemd genoeg zei Ma niets. Geen woord. Ook niet dat ze me toch was wezen ophalen. Hmmmm was ik niet gewend. Zou nog wel komen, die verlate reactie. Maar die kwam niet. En ik gaf ook geen sjoege dat ik mams had gezien. Toen, begreep ik haar verongelijkt gedrag niet. Later snapte ik dat loslaten van jouw enig kind moeilijk kan zijn. Vooral als dat kind losgelaten moet en wil worden. Wat gebeurt er met een elastiek die tot t uiterste wordt aangespannen? Juist ja.
Onder mams haar vleugels was het (meestal) fijn toeven, maar het heeft ook aardig wat anekdotes opgeleverd. Af en toe zal ik jullie daarvan deelgenoot maken.