Het bezoekje aan de huisarts stelde ik uit. Ik had er niet zoveel zin in. Ook het strakker worden van mijn broeken kon mij niet overtuigen. Ik bleef koppig uitstellen. Toen uiteindelijk ook de meest ruim zittende broek begon te knellen besloot ik met loden pootjes toch maar de dokter te bezoeken. Ik deed mijn verhaal. Heel vaag allemaal. Ik voelde me niet slecht, alleen eetlust had ik niet. En dat was in mijn geval op zn zachts gezegd uitzonderlijk. Met passie's als eten en koken, is een bijna niet aanwezige eetlust op zijn minst opmerkelijk. En daarbij ook nog een gestaag toenemende middel, maakt ongerust. Toch? De dokter stelde de meest voor de hand liggende vragen. Ik beantwoordde naar waarheid. Nee, niets op komst. Ik kreeg regelmatig post uit Rusland. Het ontging mij erbij te vertellen dat ik één keer wel geen post had ontvangen. Maar ja, op weg naar de dokter had ik mezelf al allerlei kwalen in mn hoofd gehaald, want een hypochonder was ik toen al. Een zwangerschapstest kwam in die goede man niet op. Ik bedoel voor de zekerheid? Maar dat is achteraf gekeuvel. Ik dacht er op dat moment ook niet aan. Een afschuwelijke kwaal, dat is wat er zich in mijn hoofd afspeelde. De arts besloot toch even mijn buik uitwendig te onderzoeken. Ik lag daar op de onderzoekstafel, gespannen als een veer! Hij deed zijn onderzoek. Ik volgde nauwlettend de uitdrukking op zijn gezicht. Kon er niets vanaf lezen. "Mi Gado, die man vermoedt iets ernstigs, maar wil het niet zeggen. Ik mocht me aankleden. Toen ik weer tegenover hem zat, schreef hij een briefje uit. Daarmee moest ik maandag, want het was vrijdag, naar het ziekenhuis om een echo te doen. "Ik zal eerlijk tegen u zijn. Uw buik is ietwat verhard, en dat zou kunnen wijzen op een vleesboom of vleesbomen. Het hoeft niet maar het kan."Dat moet je niet aan iemand zeggen die zich op weg daarnaar toe, reeds de meest gruwelijke scenario's had ingebeeld! Ik strompelde nog net niet naar buiten. Durfde die me nog een goed weekeinde toe te wensen. Hij wacht nog steeds op antwoord. Ik vond wonderwel de weg naar mn auto. Kroop achter 't stuur en daar begonnen de waterlanders. Ze wisten van geen ophouden. Ik reed verblind naar huis. Thuis aangekomen parkeerde ik niet zoals altijd netjes onder de tamarinde boom die op 't erf stond. Ik parkeerde maar wat, en stormde naar binnen. Mijn entree moest bezorgdheid hebben gewekt, want hij kwam gehaast de kamer uit: "Wat is er! Stotterend en snotterend verklaarde ik dat ik misschien iets ernstigs had. De dokter dacht aan vleesbomen, maar ik dacht dat het erger was, want de dokter zijn gezicht zag er niet goed uit. Ik had het gevoel dat hij iets aan het verbergen was. Dus maandag moest ik naar het ziekenhuis voor een echo. Ik ratelde als een rammelaar. Hoe toepasselijk. Hij keek me aan en zei:"waarom moet je altijd aan het ergste denken? Dat is toch nergens voor nodig! Maandag gaan we die echo laten doen en je zal zien dat er niets aan de hand is". Ik weer: "Je hebt makkelijk praten, het gebeurt niet in jouw buik!"
En nu komt het meest ongelofelijke van al. Men zegt dat waar men de koppen bij elkaar steekt, er meestal verstandige besluiten worden genomen. Niet zo in dit geval. Daar waar hij gewoonlijk de minder impulsieve van ons twee is, kwam hij met het volgende absurde idee. Ik moest op de grond gaan liggen en hij zou op mijn buik gaan staan! Dan zou ik wel zien dat er niets aan de hand was! En even absurd als zijn voorstel, was mijn reactie. Ik ging op de grond liggen en hij ging ook effectief op mijn buik staan. Weliswaar héél voorzichtig. Het waren trouwens 63 hele kilo's die ik moest weerstaan. Believe me, met hetgeen hij momenteel weegt, had ik deze ludieke actie nu niet overleefd. Maar goed terug naar toen. Hij stond op mijn buik. Ik weerstond het gewicht glansrijk, en meneer "arts van het moment", vroeg of ik pijn had. "Nee ik voel niets", klonk het opgewekt."Zie je, je windt je voor niemendal op. Dr is niets ernstigs met je aan de hand hoor, maandag zal je zien. Ik kan niet zeggen dat het weekend rimpelloos verliep, want het knaagde wel, maar ik was in ieder geval rustiger. Ik klampte me vast aan de diagnose van mijn pseudo lijfarts. Ik zette de bedenkingen van de gekwalificeerde huisarts op de achtergrond en zag maandag als de dag waarop mijn pseudo arts gelijk zou krijgen. Er zou niets aan de hand blijken te zijn. Little did I know!
Voor de echo moest ik veel drinken en liever niet naar het toilet. Ik ging een halve dag werken want de afspraak in het ziekenhuis was voor twee uur. Mijn blaas stond op springen! Aangekomen waar ik moest zijn, bleef hij op de gang. Een wachtkamer vol overwegend zwangere vrouwen was een beetje te veel van het goede. Ik stond, want alle stoelen waren bezet en ik verpinkte de pijn die een overvolle blaas mij bezorgde. Om een voor mij tot de dag van vandaag onbekende reden liep de verpleegster op mij af en vroeg hoever ik in mijn zwangerschap was. Beverig antwoordde ik dat ik niet zwanger was, maar dat vanwege enkele vage klachten de dokter een echo wilde laten doen. Ze keek me aan en riep me naar binnen ofschoon het nog niet mijn beurt was. Binnengekomen, gaf ze mij instructies om me klaar te maken voor wat komen zou. Ook gaf ze mij het advies niet zo zenuwachtig te zijn, want het deed geen pijn en duurde niet lang. Pffffft ik was wel lang genoeg op de wereld om zelfs dàt te weten. Ze begon met het onderzoek. Ik keek de andere kant op. Van de beelden zou ik toch niets begrijpen. Ik hoorde een stoel die naar achter schoof. De verpleegster haalde een collega erbij! Ik lag daar inmiddels meer dood dan levend. Ik hoorde ze mompelen tegen elkaar. Over een bonkend hart gesproken! De mijne lag bij wijze van spreken op de grond, was gewoon uit mn borst gesprongen! "Hoe oud bent u mevrouw? Ik keerde mn hoofd naar haar toe en antwoordde bijna onverstaanbaar: " U hoeft niets voor me te verbergen hoor, zegt u me maar. Het is mijn resultaat, dus ik wil niet wachten tot de dokter me zelf het slechte nieuws geeft". "Slecht nieuws, slecht nieuws? Dus u wil het kind niet?"WELK KIND, dacht ik. Ik voelde dat mijn ogen uit mijn hoofd puilden. En weer vroeg ze me naar mijn leeftijd. "Al die tijd hebt u niets gevoeld? U mag meekijken. Kijk het maar bewegen. U bent ongeveer vier maanden zwanger." VIER MAANDEN ZWANGER, Jezus van Nazareth, hoe kàn dat nu? Ik kreeg toch post? En we hadden ons project toch "geparkeerd". Wat, wanneer, hoe?
Ik gaf aan die dames geen details, vroeg alleen als alles verder ok was, want dat "op mijn buik staan" verhaal flitste door mijn verward hoofd. En ik wilde niet voor gek verklaard worden, dus hield ik wijselijk mijn verhaal voor mezelf. Het was al erg genoeg hoe verbouwereerd en onbegrijpend ze naar mij keken. Ik reageerde waarschijnlijk niet zoals het een aanstaande moeder betaamt. En dat ik tot dàn niets door had, leek hen ook een fabel.
Bijna vier maanden en ik had niets door! Ik kleedde me rap aan en sprintte naar buiten. Ik werd terug geroepen want ik vergat de enveloppe voor de huisarts mee te nemen. Ik griste die uit de verpleegster haar hand en was weg. Buiten op de gang keek hij me gespannen aan. Hij zou nog liever dood gaan dan toegeven dat hij 't ook had zitten knijpen. Maar ik ken die frons op zn voorhoofd: gespannen! Ik fluisterde: ik ben zwanger. Hij keek me aan, en vroeg even fluisterend: "hoe kan dat?"Duhhhhhhhhh! Rara, hoe kan dat! Op weg naar de auto zeiden we niets, maar zo gauw we in de auto waren kwam het eruit. Dat hij me had gezegd dat er niets ernstigs aan de hand was. Dat die dokter een kloot was, want hij had een test moeten laten doen, dat was 't meest voor de hand liggend. Ik was het met alles eens en vond het van onszelf ook helemaal niet dom dat wij zelf ook niet eraan hadden gedacht gewoon een test bij de apotheek te halen. Nee het lag niet aan ons. De dokter was een kloot. En ik was lekker zwanger.
Dus toch, het wàs bij de eerste keer al meteen gelukt! De post, die korte brieven die ik toch nog uit Rusland had gekregen, die waren een speling der natuur. Kan gebeuren. Wij konden nu hals over kop beginnen voor te bereiden. Ik ging vroeg naar bed die avond, teveel spanning voor één dag. Midden in de nacht schudde hij me wakker! "Ik had op je buik gestaan. Alles is goed toch?" Hahaha berouw komt na de zonde! Datra! Hoe luidt het spreekwoord weer? Sikiman na lawman. Alleen was ik niet ziek, gewoon law om met zo een plan mee te gaan. Eén gek maakt meer, ook zo ééntje die hier van toepassing was. Alles was goed, 24 is ie intussen en voor morgen, Moederdag, heeft ie beloofd iets lekkers voor me klaar te zullen maken. Ik kijk er naar uit want eetlust heb ik wel!
Die eerste keer is iets waar wij beiden al heel lang naar verlangden. Wij droomden er vaker samen van en bouwden er hele verhalen om heen. We besloten echter weldoordacht en verstandig te blijven, dus schoven wij het steeds weer voor ons uit. We wilden wel, maar durfden het nog niet aan. De omstandigheden moesten goed zijn, de timing perfect. We moesten er beiden klaar voor zijn en eerder begonnen wij er niet aan. We besloten samen dus geduld op te brengen en het juiste moment af te wachten. Ook al had iedereen om ons heen er zich al aan gewaagd en ook al beleefden zij er enorm veel plezier aan, wij keken mee en stelden onszelf en elkaar gerust dat onze tijd ook wel kwam. Geduld wordt altijd op de proef gesteld, bij ons was dat geen uitzondering. Maar we bleven sterk, want afspraak is afspraak. Echter het bloed kruipt waar het niet gaan kan, dus op gegeven moment was ik degene die begon te zeuren dat de tijd nu echt wel rijp was, dat we er klaar voor waren. Ik in ieder geval. Dat langer wachten geen zin had, omdat de natuur nu eenmaal geen 'perfect timing' kent. En dat "juiste omstandigheden" niet door de mens worden bepaald. Hij was toch nog terughoudend en wilde liever nog een beetje langer wachten. Ik zette mn poten op tafel en rekende in niet mis te verstane woorden af met zijn terughoudendheid. Ik wilde, en wel nu. . . . . . . . meteen! Zwanger worden, daar zouden wij dus voor gaan. Voor de eerste keer. Die andere eerste keer hadden we al een decennia daarvoor beleefd. Dus un deh rustig fu unu. Er werd niet meer voorbehoed en wij gaven ons over aan de natuur. En de natuur. . . . . . die kan soms rare spelletjes spelen. Het was namelijk gelijk de eerste keer raak. Boem! Nauwelijks een maand na aanvang van ons project, verwachtte ik blij! Verbazing, ongeloof, blijdschap, dankbaarheid, dat alles vermengd zich toch met een beetje angst voor het onbekende. Een officiële test vond ik niet nodig. Dat hadden de mensen vroeger ook niet, dus laat de natuur nog even rustig haar gang gaan. Er was genoeg tijd voor een test. We genoten in stilte van ons geheim. Verder gebeurde er niets, totdat. . . . . drie weken later ik een brief kreeg uit Rusland. Jullie weten wel de maandelijkse post uit Rusland. Deze brief was wel iets korter dan normaal, maar toch. Ik verwachtte op z'n minst negen maanden geen post! De laatste brief was al van zeven weken geleden. Waar kwam dit nu opeens vandaan? Die Russen waren gek geworden noh? Maar ja het was niet anders. Onze euforie verwerd in één keer tot niets. Verdrietig was ik wel, want mijn geluk dat het ons gelijk bij de eerste poging was gelukt, kon niet op. Maar nou ja, 't einde van de wereld was 't niet dus wij gingen ervoor. De maand daarop kreeg ik weer post uit 't Kremlin. Een heel kort schrijven! Ik begreep er niets van. Besloot er verder geen aandacht meer aan te besteden, omdat we in geen geval krampachtig wilden worden in het proberen. Maar toch, we vermeden het onderwerp opeens, alsof we bang waren dat als je erover sprak je het natuurlijk verloop zou verstoren of zo. Sterk hopen op iets, een sterk verlangen, werkt altijd een beetje bijgeloof in de hand. Als je er niet over praat, ben je zogenaamd ontspannen en er niet mee bezig. Niets is minder waar. Er ging geen seconde voorbij dat ik er niet aan dacht. "Ik wil deze maand geen enkele brief uit Rusland! "We waren twee maanden verder en een collega op het werk, merkte op dat hij vond dat ik een beetje aan het verdikken was. Nou moet je niet met dat soort opmerkingen op me afkomen want dan raak je een zeer gevoelige en gespannen snaar. Dus, die arme man kreeg de wind van voren. Ik was woedend, zeker omdat ik maar al te graag dik zou willen worden! Hoe tegenstrijdig! Veel eetlust had ik niet, terwijl eten anders wel tot één van mn belangrijkste hobby's hoort. Ook al had ik grote honger, dan verdween dat bij het zien van eten. Als sneeuw voor de zon. Ik sprak een vriendin van mij hierover en zij vroeg of ik niet in verwachting was. Nee zei ik. Daar was ik wel zeker van, gezien de post uit Rusland. Het duurde niet lang of "my partner in crime" maakte ook de opmerking dat mijn buik wel wat rondjes leek, vergeleken met gewoonlijk. Alweer die gespannen snaar! Alleen kreeg hij geen uitbrander, want ik had hetzelfde gemerkt en vroeg me af waar dat aan kon liggen. Van meer eten dan gewoonlijk was er geen sprake. Ik besloot dus naar de huisdokter te gaan. Ons "projekt" hadden we inmiddels op een laag pitje gezet omdat, ja waarom eigenlijk. Achteraf bekeken voelde ik me toch niet zo lekker. Dus wat opperde ik? Ik stelde voor om ons project even in de koelkast te leggen, omdat ik me niet zo in topvorm voelde en dat het dus beter was nog even te wachten. Ik wilde in topvorm zijn! Hahahaha, stel je als mens aan en de natuur laat jou zien wie de baas is. Het verdere verloop lezen jullie de volgende keer. . . . .
Ik weet niet of ik het haal. De race tegen de klok begint nu! Toen ik acht maanden geleden begon om het één en ander hier neer te krabbelen, had ik oprecht gehoopt dat enkelen me zouden lezen. Want tenslotte is dat toch waarop je hoopt? Wanneer je schrijvertje speelt. Ik moet zeggen dat een blik op de teller vandaag zowaar mijn hart sneller deed kloppen. 998 hits! Niet iedereen blijft lezen, soms komt iemand misschien ook gewoon piepen of er een nieuw stukje is. Maar ook als ik die marge in acht neem, dan ben ik aangenaam verrast, blij, dankbaar (hmmmm, klinkt melig) en ook een beetje trots, dat jullie de tijd nemen mijn djogodjogo (Papiaments voor gekrabbel), te lezen. Ook de reacties van mijn trouwe lezers doet me héél goed. En het gemopper van mijn Antilliaanse lezers dat ik niet te veel Sranan in m'n stukjes moet zetten, of dan wel de vertaling erbij!
**Mi ta pidi despensa! Ora mi ta den e trance pa skirbi, e idioma ku ta mas serka di mi kurason ta subi! **
Als jullie blijven lezen, zullen jullie al gauw uitdrukkingen als Mi Gado, aybaya, faya en mi lobi yu, begrijpen. Respectievelijk: Ai Dios, esta baina, cayente en mi stimabu. Ik hoop echt dat we nog lang op deze manier met elkaar verbonden blijven, ik krabbel, jullie lezen en laten wat van je horen. De mensen die me mailen, smsen of gewoon op de blog reageren hartelijk dank! Het geeft de burger moed! En verwarmt mn hart ècht!
**Ik verontschuldig me! Wanneer ik eenmaal in de ban ben van het schrijven, dan komt de taal die mij het dichtst bij het hart staat, naar boven!**
Soso lobi!
Op naar de 2000? Mi Gadooo woei! (Dit is niet te vertalen wegens typisch Surinaams, sorry)
Had ik ervan willen maken. Ik ging al vroeg op pad, want ik wilde naar een winkelcentrum op ongeveer twintig minuten van huis. Niks bijzonders dus. Wel bijzonder was het feit dat ik er alleen naar toe ging. Dat had ik eerder nog niet gedaan, want ofschoon het winkelcentrum zelf een heel leuke plek is, is de weg ernaar toe minder. In mijn perceptie dan. Men heeft van een verlaten fabrieksterrein een heel modern complex uit de grond gestampt, maar ze hebben wel veel van de fabrieks-infrastruktuur behouden. Ik verkort een lang verhaal. Ik nam op weg naar het winkelcentrum en heel dichtbij van de plaats nog wel, een verkeerde afslag. Het voelde al gauw niet goed, maar ik deed nog dapper voort met 't gevolg dat ik op een doodlopende weg op een verlaten stuk fabrieksterrein terecht kwam. Angstaanjagende oud ijzeren constructies loerden met toegeknepen ogen naar me! Zo een plek waar in de film twee gangsterrivalen elkaar na een slopend gevecht kapot schieten, of waar gegijzelden voor dood worden achtergelaten. Mijn fantasie en angst hielden estafette! Ik wist niet hoe gauw ik rechtsomkeer moest maken en als een meteoriet vloog ik zo snel mogelijk weer naar bewoond en bekend terrein. So far so good. Ik kwam zowaar weer op de voor mij bekende weg. Alleen was de bibber nog danig in mijn lijf, dus op een groot kruispunt, waar de verkeerslichten het natuurlijk niet deden (lucky me!) maakte ik een te kleine bocht. Te klein die bocht, dus ik werd zowaar een spookrijder. Dat werd mij niet alleen gewaar door het getoeter naast mij, maar ook aan een vrachtwagen die recht mijn richting op reed! Hij was nog ver maar hoe zou ik uit deze benarde positie komen! Ik besloot op dat moment God te spelen want mijn laatste uur was nog niet geslagen. No way! Achteruitgaan was geen optie, de mensen die de juiste bocht namen reden rustig de juiste baan op. Ik keek rechts van mij, de middenberm was van het lage soort. Gewoon een dubbele trottoirband en lage begroeiing daartussen, ik keek in de achteruitkijkspiegel en besloot dat ik maar als de bliksem over de middenberm moest. Trottoirband en lage bougainville beplanting trotserend, hobbelde ik naar de andere kant. Oorverdovend getoeter, maar dat was op dat moment niet mijn zaak, ik had 't gehaald. Niet alleen dat, ik nam de juiste afslag en kwam heelhuids het winkelcentrum binnen. Wat mijn autobanden te vertellen zouden hebben, was van later zorg. Ook het gemopper van mijn goede helft, mochten er krassen zijn op de auto, lapte ik voor dat moment aan m'n laars! Ik had 't mooi opgelost. En dat twee keer binnen een kwartier. Sjeeeee, zag je me lopen, je zou niet raden wat voor schrik er nog door mijn aders stroomde. Maar winkels maken vrouwen blij dus 't leed was gauw vergeten. Ik kreeg ook nog een telefoontje van iemand die ik lang niet had gehoord, dus ach wat kan een bijna-ramp je dan nog schelen. Al met al een heel leuke ochtend.
De deur Ik kom thuis, en had ik 't gehad voor de dag? Not! Op de één of andere manier besloot de douchedeur uit z'n hengsels te vallen! Een loodzware glazen deur, maar die brak wonder boven wonder niet. Tegelschade op de grond, maar verder viel het wel mee. Eigenlijk niet eens vermeldenswaard dit. Gebeurt toch wel vaker dat een glazen deur uit z'n hengsels valt? Of niet? Maar voor wat me te wachten stond, zal deze gevallen deur nog wel haar dienst bewijzen.
De laatste boem Van de dag, bevestigde voor mij nog eens dat er beschermengelen bestaan en die zijn vaak op het juiste moment op de juiste plaats. Ik haalde mijn avondeten uit de diepvries en zette het in de magnetron. Op drie minuten. Ik toog naar de badkamer om een kleine studie te maken van het douchegebeuren. Want douchen zonder deur is een beetje onhandig. Ik bekeek dus hoe ik dat zou aanpakken en hoorde een gepruttel vanuit de keuken. Ik besteedde er geen aandacht aan want ik had de magnetron nog maar net aan. Nog geen seconde later was het geen gepruttel maar een bonkend geluid! Toch maar even checken in de keuken wat er gaande was. Wel lieve mensen. Een ongelofelijke rookwolk kwam me tegemoet. Vanwaar de stalen zenuwen, mi no sabi, maar ik trok uit alle macht de stekker meteen eruit, deed de deur van de magnetron open en verder ook nog zoveel mogelijk ramen en deuren want in een mum van tijd leek de keuken op een sauna of hamam. Alleen rook 't er naar gesmolten plastic en angst. Mijn eten was nog bevroren, dus daar zal het niet aan gelegen hebben. De magnetron begaf het gewoon en wel op héél brute wijze! En hier is waar de badkamerdeur weer ter sprake komt. Was die deur niet gevallen, dan had ik onder de douche gestaan en had het geloei van die vermaledijde magnetron niet gehoord. Waarschijnlijk hadden jullie dit stukje dan ook niet gelezen. Wat zeggen we in Su? Ala ogri e tya wan bun. Ik stond erbij en keek ernaar. Een gloeiend hete, rokende magnetron. Hallucinant!
Het had een gewone dag kunnen zijn, maar dat was 't niet, en het meest frappante van al. . . . . . . . het was m'n jaardag! Zo gauw mogelijk die rookmelder plaatsen! Dat vergeten we steeds totdat de magnetron ontploft met alle gevolgen van dien. Krassen heeft de auto niet overgehouden aan mijn gedurfde oversteek, en mijn goede helft leest mijn stukjes niet, dus ik zal wel kunnen mopperen over die niet geplaatste rookmelder. En reken maar; mopper dat mi o mopper. Want ik was bijna dood enz. enz.
Al met al toch wel een gewone, maar zeer bijzondere jaardag. Voor al mijn lieverds die me hebben gefeliciteerd, gran tangi. Jullie zijn ver, maar je ziet 't, je kan het nog zo gek niet bedenken of het overkomt Moi.