Een poosje geleden luisterde ik naar het programma "Vreemde tori's" op een Surinaams radio station. Luisteren naar de Surinaamse radio blijft nostalgie en draagt in ieder geval bij aan de zo broodnodige saus waar het 't leven in Europa aan ontbreekt. Luisterend naar de bellers herinnerde ik mij opeens dat mijn ma ook eens naar het programma had gebeld met een vreemde tori. Ik had de bewuste aflevering niet zelf gehoord, het was nog voor de tijd dat je dat station via internet kon beluisteren. Maar in ieder geval de tori waar zij mee naar de radio belde kon ik me wel nog heugen.
Eerst dit: Ma stond 's morgens altijd vroeg op. Dat was zo rond half vijf. Ze ging dan beneden op het erf kippen voeren, want ze hield kippen. Het erf harken en gewoon koekeloeren daar in die buitenlucht. Dat was haar ding en laat het nou iemand zijn geweest die zich door niemand de les liet lezen. Dus niet pa, niet de buren of anderen die haar op andere gedachten zouden kunnen brengen. Den sma e l.l, mi e du san mi wani. Soort bakru of leba . . . . (hele langgerekte tyuri). Haar routine was eerst bezig zijn met de kippen, dan kwam ze weer even naar boven om de radio op Apintie af te stemmen, want dan luisterde ze naar Bazuin koor, de dagtekst en ik geloof Morgenzegen. Op de tonen van Bazuin koor ging ze dan het erf aanharken. Af en toe ook nog luidkeels meezingend "De Heer is mijn herder". Maar dat stoorde niet want het was dan inmiddels zes uur en de buurt was dan al in beweging. Voor mij was het dan de tijd om op te staan en me klaar te maken voor school.
De tori: Normale dag. Ma vangt aan met haar routine. Ik hoorde haar met waterbakken rommelen, maar viel weer in slaap. Straks zou ze de radio komen aandoen. Tijd genoeg dus om me nog één keer om te draaien en die badkamer even uit te stellen. Ik werd evenwel iets later wakker van een vreemd geluid. In ieder geval niet zoals het elke dag klonk. Iemand liep de trap op, kon niemand anders zijn dan ma, maar toch het klonk anders. Gehaast, heel gehaast. Ja zij was 't. Ze ging in de keuken zitten. Hoorde ik aan de stoel die ze van tafel trok. Geen Morgenzegen vandaag? Ik tastte naar mijn horloge die ik altijd op de vensterbank zette. Kwart over vijf dus nog te vroeg voor haar programma. Ik besloot op te staan en op onderzoek uit te gaan. Ma zat in het donker aan de keukentafel. Ik deed 't licht aan en die vrouw zag er niet bepaald happy uit. Ik vroeg wat er scheelde en ze antwoordde: "Eigenlijk niets". Maar ze zei 't wel zonder haar bekende branie. En ook scheen er geen animo te zijn om haar karweitjes die dag af te maken. Ik dacht dat ze zich niet goed voelde en vroeg ook daarnaar. "Nee ' t gaat wel, maar er gebeurde daarnet iets geks. En ze vertelde: Ze was in de inrit voor het huis en zou die beginnen aan te harken, toen ze opkeek en vanuit de hoek van de straat een heer zag aankomen. Een heer want die was gekleed in een zwart kostuum, en hij had een hoge vilten hoed op. Toen hij dichterbij kwam, zag ma dat er een bloem op zn jas bevestigd was. In eerste instantie keek hij haar niet aan en leek het alsof hij zonder meer langs zou lopen, maar hij veranderde van gedachte. Hij stopte en sprak haar wel aan. Hij vroeg waar de familie G. woonde en of mevrouw G. thuis was. Ma wees het huis aan, want familie G. dat waren de buren die schuin tegenover ons woonden. En of mevrouw G. thuis was wilde het heerschap weer weten. Ze dacht 't wel, zei ma. Terwijl ze vertelde, voelde ik aan dat het verhaal een vreemd verloop zou hebben. En ik wist ook dat ik de rest eigenlijk niet wilde weten, want ik zou dan voor de rest van de dag nergens anders aan kunnen denken. Maar als ma vertelde zou je luisteren. Dus daar ging ie dan.
Nadat ze die meneer zn vraag had beantwoord, tikte hij tegen zn hoed (hoe beleefd!) en vertrok. En dit is waar ik bang voor was toch. . . . . . . Ma zegt: "die man keerde zich niet om bij het weglopen hij ging achteruitlopend naar de hoek!" Alsof dat niet genoeg was doet ma er nog een schepje bovenop: "toen hij achteruitliep merkte ik dat ie geen voeten had. Of misschien leek het zo, maar mi no syi futu! En van waar komt die satan vandaan op zo een uur! Mi no bin mus piki!" Ma was boos op zichzelf.
Geloven of niet, maar met dit verhaal op mn maag mocht ik naar school. Genoeg voer om me voor de rest van de dag ganzenvel te bezorgen. Is toch wat. Maar ik had niet hoeven te vrezen, het werd een gewone schooldag en ik heb niet meer aan ma haar "Morgenzegen" gedacht. Half één, de school was uit en ik liep naar de poort om te wachten tot ik werd gehaald. Toen ik het kantoor langsliep kwam de juffrouw van de administratie op me af en zei dat ik niet werd gehaald die dag, ik moest met de bus naar huis. Als dat gebeurt, dan is er duidelijk iets aan de hand, maar toch nog geen reden voor mij om in paniek te raken. Ik mocht met de bus. Wat er aan de hand was, was van secondair belang. Ik kwam thuis aan en aan de straat merkte ik al dat er iets gaande was. Vroeger was saamhorigheid onder buren meer regel dan uitzondering, zo ook bij ons in de straat. Ik merkte dus verslagen gezichten aan de overkant, Bij de familie G. was het drukker dan normaal en ma stond met de buurvrouw van vlak naast, bij het tuinhek. Beide gezichten ook op nulpunt. Het moment dat ma me zag zei ze me naar boven te gaan en kwam er zelf direct achteraan.
Bovengekomen vroeg ik wat er aan de hand was. Ze keek me aan en zei: "Schrik niet, mevrouw G. is vanochtend vroeg overleden."Ik keek die vrouw aan, zette mn schooltas op tafel en ging zitten. Dat er wat gefluister was als zou de buurvrouw ziek zijn, dat wist ik wel, maar ze deed nog gewoon haar ding, was vaak bezig op haar erf, je zag haar langslopen in de straat. Dus waar kwam dit zo opeens vandaan? Ma wist 't ook niet, maar feit is dat de buurvrouw in de nacht onwel was geworden, door huisgenoten naar het ziekenhuis was gebracht en kort daarna was overleden.
Jouw hoofd tolt nog bij zoveel onwezenlijk nieuws op een ogenschijnlijk gewone baka'na. Maar het wordt pas erg wanneer ma me doordringend aankijkt en zegt: "Datgene wat ik je vanmorgen vertelde, dat vertel je niet verder. Is nergens voor nodig". Oh ja, mi Gado die man die zonder voeten, achteruitliep en naar mevrouw G. was wezen vragen! Zal 't magere Hein zijn geweest? En waarom verscheen ie bij ma? Ik wilde het niet weten en wilde niet geloven.
Maar. . . . . . . . ma had 't verteld zoals het haar was overkomen en vòòrdat ze wist dat die mevrouw naar het ziekenhuis was en misschien op dat moment al was overleden. Wat ik tòen niet mocht vertellen, heeft zij jaren later wel bij Vreemde tori's op de radio verteld. Maar ja, ze vertelde het zo een 30 jaar nadat het was voorgevallen. Familieleden kon ze er niet meer mee pijn doen. En ik nu ook niet. De presentator van het programma zou zeggen: "na wan bun vreemde tori". Jammer dat ik die bewuste aflevering had gemist.
Reacties op bericht (2)
31-01-2014
moonwalk
Dit is echt wel moonwalk. Hele goede titel.
31-01-2014 om 14:43
geschreven door gladys
vreemde torie
Disi na wang fredi en vreemde torie. Mooi geschreven!