Total confusion bij mij na het lezen van bovenstaand stuk. Mijn simpele geest begreep het volgende: In Maleisië zijn er Moslims en Christenen. Van die twee groepen zijn de Christenen in de minderheid. Sinds mensenheugenis, dus al héél lang noemen zij de "Opper" waarin ze geloven ook Allah, zoals de Moslims dat doen. Maar nu heeft het gerechtelijk Hof een uitspraak gedaan en bij wet bepaald, dat dat niet langer mag. In huis tuin en keukentaal: Jullie Christenen mogen jullie God geen Allah meer noemen. Want dat brengt Moslims in de war en zou hen zelfs van hun geloof af kunnen houden.
Maar mi Gado, dit is toch totale verloedering van alles dat gewoon menselijk en simpel is? Alles moet nou voor de groene tafel worden uitgevochten en vooral worden bepaald. Ik bedoel het is Maleisië en een beetje ver van onze stede. Maar is om aan te geven dat niets meer gewoon "mag", nee alles moet gestuurd en gemanoeuvreerd worden door die aardse "oppergoden". Wat moet het toch simpel zijn geweest toen we mochten geloven in wat of wie we wilden. Ja WAT of WIE. In God, Allah, een berg of een boom. Het mocht allemaal, en toen gelòòfden veel mensen ook meer. Want geloof laat zich niet opleggen of sturen. Je gelooft of je gelooft niet, en dat vanuit jouw referentiekader. Zelfs bommen brengt mensen niet op andere gedachten. Genoeg daarvan in de wereld heden ten dage.
Als ik mij geconfronteerd zie met een probleem. Boyke van de hoek zou zeggen: teh wan tèkkel e tik' mi. Dan is het geloof en de overtuiging dat ik eruit kom, hetgeen dat mij staande houdt. De vraag waar die overtuiging vandaan komt, kan ik (helaas) niet beantwoorden. Maar dat het er altijd al is geweest, dat weet ik wel. Je kan volgens mij niet anders dan geloven. Geloven in iets. Het lijkt mij onmogelijk niet te geloven. En als je geen kerkganger bent, dan nog. Zelfs atheïsten geloven in hun ongeloof. En zelfs voor 't geval, je hetgeen waar je in gelooft niet bij name noemt, zelfs dan zal je steun vinden wanneer je je onvoorwaardelijk overgeeft aan het vertrouwen en besef dat je gehoord wordt. Vragen en loslaten. Hulp komt wanneer dat moet en nodig is. Vaak genoeg niet snel genoeg voor ons en nooit op het moment dat wij zouden het willen, maar dat zijn de momenten waarop wij als mens moeten beseffen dat wij het niet voor het zeggen hebben. De controle zit in een andere dimensie. Wij krijgen van daaruit tools en die moeten wij hier in onze dimensie gebruiken om het hoofd te bieden aan wie of wat dan ook.
Toegegeven, het is natuurlijk makkelijker als jouw "opper" een naam heeft, want vragen zonder je persé tot iemand te rechten is een beetje vaag. Dus Allah, God, Anana of Jah, moet allemaal kunnen. Laat een ieder toch zelf bepalen welke en vooral hoe hij zijn spirituele weg bewandelt. Dat eeuwige gemekker over hoe, wat, waar en wanneer over religie komt mij de neusgaten uit. Ik heb het er al eens over gehad. Geen enkel geloof of religie is beter dan een ander. Anders misschien, maar niet beter of slechter. En de uitleg die de zogeheten kenners denken te moeten geven daar wordt ik pas horendol van. Iedereen komt met zijn uitleg en interpretatie van hoe het allemaal in elkaar zit. Dus vandaar dat ik lang terug heb besloten dat mijn interpretatie voor mij volstaat.
Het winti geloof En nu begeef ik mij op zeer glad ijs. Maar vooruit dan maar. Vooropgesteld dat ik hier absoluut niet veel van weet, helpen de veelal "self proclaimed" kenners niet, om leken zoals ik, uit hun onwetendheid te halen. Ik ben er zeer zeker voorstander van om meer te weten te komen over dit geloof, al is het alleen maar om te weten te komen wat het precies is dat door het Christendom zo verwerpelijk wordt bevonden hieraan. En ook om opheldering te krijgen over een van de dingen me al heel lang bezighoudt. Kijk er zijn mensen onder dwang uit Afrika naar Suriname gebracht. Zij namen hun geloof, gewoonten en riten mee. Misschien is dat wel het enige dat ze ongemerkt konden meenemen. In Suriname aangekomen hielden zij krampachtig vast aan hetgeen hun ziel nog bond aan waar zij vandaan kwamen. Daar in dat nieuwe land probeerden zij nog hetgeen hen eigen was, te behouden. Maar ze kwamen uit verschillende streken, dus verschillende riten, gewoonten en geloof. Zij vonden elkaar en bundelden zich. Zo ontstond er in Suriname een variant op wat ze hadden meegebracht naar hun nieuwe thuis. Hetgeen zij hadden meegebracht aan spirituele bagage werd volgens mij een unieke verstrengeling van verschillende belevingen van spiritualiteit. Dat wat nu, onder de noemer winti geloof valt. Maar . . . . . . , en het is hier waar ik waarschijnlijk zal uitglijden en met mn kont over het ijs zal sjezen; De bijbel kwam in het spel. Degenen die (in hun beleving) het lot van deze mensen bepaalden, die gebruikten daarbij een handboek. Dat boek werd als leidraad gebruikt! Rechtvaardiging voor wandaden, kon ook daaruit worden gehaald, als het effe nodig was. Immers in dat boek werden hun handelingen niet veroordeeld en integendeel zelfs aangemoedigd (hun interpretatie). De uit Afrika gehaalden en ook die later in Suriname geboren waren, werden in het gareel gehouden met het Goede Boek, in de hand. Om er zeker van te zijn dat de barbaren die uit Afrika waren gehaald, ietwat beschaving kon worden bijgebracht was de volgende stap hen te onderrichten uit Het Boek. Om een lang verhaal kort te maken: later véél later toen het niet meer opportuun was deze barbaren nog langer te dwingen iets te zijn, waar geen mens voor geboren wordt, werd besloten dat ze zich vrij konden kopen of laten vrij kopen. Wel onder voorwaarden. En één daarvan was dat zij moesten worden bekeerd tot het Christendom, doop inbegrepen. Het Christendom werd hen zodoende dus opgelegd. Daar zie ik geen graten in. Je zou voor minder je laten kerstenen! Vrijheid is van levensbelang. Een ieder komt van ketens vrij, op de wereld.
Hun winti geloof lieten ze echter niet los. Hoe levensgevaarlijk ook het belijden van hun eigen ding, zij lieten het niet los.
Samengang? Maar nu komt 't. En hier val ik over. Dit is wat ik niet begrijp. Hoe komt het dat de mensen die ons voor zijn gegaan, Het Boek dat onder andere werd gebruikt als excuus om hen tot onmens te degraderen, ook tot hun handboek maakten. De belijders van hetgeen dat er in het boek staat, bepaalden met gloeiend heet ijzer wie hen toebehoorden. En toch. . . . . . in het winti geloof ontbreekt Het Boek niet. Dagteksten en psalmen spelen een belangrijke rol. Een kerkdienst 'morgens en een prisiri prey 's avonds is van alledag. Dan vraag ik mij af: Is het niet het één of het ander? In mijn persoonlijke beleving is er maar één Opper, hij die aan het hoofd staat van het Universum, de kosmos. Hij de bron, schepper van alles dat is en leeft. Daar waar wij allemaal vandaan komen en naar toe terug gaan! Ieder van ons is onlosmakelijk met elkaar verbonden, door hem. Het verstrengelen van geloof, overtuiging, riten en gewoonten gaat vanzelf. Mensen dragen dingen geheel of gedeeltelijk aan elkaar over. Waar mensen met elkaar omgaan is er nooit stilstand, alles blijft zich evolueren, zo ook op spiritueel gebied.
De één die het gloeiend hete ijzer op de rug van de ander plaatste en diegene die dat hartverscheurend lot onderging, zijn met elkaar verbonden omdat zij van dezelfde plaats komen en naar dezelfde plaats teruggaan. De Bron. Als het nou Het Boek is of toentertijd de ongeschreven regels van het winti geloof, het Hindoeïsme, of de Islam, aan het hoofd staat Hij en hij alleen. Dat is wat ik geloof. Ik geloof niet in omwegen. Ik hou wel van verhaaltjes, mythes en legendes. Ik verslind geschiedenis. Maar ook de wetenschap verklaart veel. Daarom verkies ik het wat geloof betreft simpel te houden. Meerdere Goden dienen lijkt mij lastig. Goden of hun helpers die om geld vragen vind ik al helemaal de spuigaten uitlopen. Geloven kost niets. Rotsvast geloven, meer hoeft 't niet te zijn.
Sjonge sjonge, ik ben helemaal afgedwaald! Dat was de bedoeling niet, maar goed misschien een beetje stof tot nadenken? En als iemand mij opheldering kan geven over mijn vraag, vanwaar het lankmoedig overnemen van het Christendom door de mensen die uit Afrika naar Suriname waren gebracht en hun nazaten, dan hoor ik het graag. Ook al begrijp ik volkomen, dat het verkrijgen van vrijheid, nood was die wet brak, maar toch. . . . . . daarna? Om terug te gaan naar mijn aanhef. Het vliegtuig dat ergens in maart uit Maleisië vertrok en nog niet terecht is. Wie zullen de passagiers in het meest benauwde uur hebben aangeroepen? Allah of God? Ik denk niet dat het wat uitmaakte. De Bron weet wanneer hij wordt aangeroepen (what's in a name), maar het laatste woord is bij hem.
Ik werd onlangs door iemand attent gemaakt op een filmpje dat op youtube te bekijken is. Ik ga de link niet plaatsen. Voor degenen die geïnteresseerd zijn en die willen weten waar ik nou precies mijn gal over ga uitspugen: gaat u naar Youtube en zoek 'Oneman in Saya of Streetparty met One Man in Suriname. Deze happening dateert van 24 april dit jaar.
Ik heb het filmpje opgezocht en bekeken. Nu ben ik verre van ouderwets, met de tijd meegaan is gewoon mijn ding. Maar het was met plaatsvervangende schaamte en walging dat ik betreffende opnames heb bekeken. En ik heb van begin tot eind gekeken. Het doet pijn, en dat meen ik echt, om te zien hoe zwarte jonge mensen zich vermaken en zich laten gaan. Jonge zwarte vrouwen die er waarschijnlijk nooit van hebben gehoord dat je als vrouw jezelf op een voetstuk plaatst, door jouw gedrag. Niemand hoeft je op een voetstuk te plaatsen, dat doe je zelf door jouw gedrag. A fasi fa yu e tyar yu srefi. En daarvoor hoef je echt niet preuts door het leven te gaan. Je vermaken, lol hebben, zorgen dat je gezien wordt, het kan allemaal zonder die droog neukerij in het openbaar. Wat gebeurt er in Godsnaam met deze hersenloze wezens. Trekt de zwaartekracht via hun weave hun hersens en daarmee hun verstand naar beneden? Want welk weldenkend mens gedraagt zich nu zo? Ik bedoel tussen de vier muren van de slaapkamer, als je die hebt, dat kan ik nog begrijpen. Maar en plein publique? Suriname is "gezegend" met verscheidene bevolkingsgroepen. En de jeugd met haar vreemde kronkels is niet etnisch gebonden. Jonge mensen van alle tijden en van overal vermaken zich op een manier waar ouderen de wenkbrauwen over fronzen. Maar in dit filmpje zag ik alleen zwarte jongeren. Dus kreeg ik kromme tenen. En deze jongeren gedroegen zich als varkens. Losgelaten varkens. Op het podium stond er niet één jonge vrouw laat staan jonge dame. Wat ik zag waren varkens met de anatomie van een vrouw. Dit gedrag tart iedere verbeelding. Ik vroeg me af of deze wezens niet onder invloed van één of andere drug waren. Hadden ze geen speed of XTC achter de kiezen? Ik weiger nog steeds te geloven dat dit geen uitzonderlijk gedrag was. Dat zwarte jongeren niet de toekomst van Suriname zijn, daar heb ik me al in berust. Maar dat is van hun eigen doen en de mensen die ze tot voorbeeld hebben. Ik ga helemaal niet de politieke richting op. Want mn toetsenbord moet nog een poosje mee. Er zijn verscheidene organisaties in Nederland zowel als in Suriname, wiens stemmen opgaan voor het niet meer gebruiken van het woord neger of negerin. 'No kar' mi negre moro heb ik reeds vaker gehoord en is volgens mij ook de titel van een gedicht van een Surinaamse schrijfster. Die discussie ga ik niet aan. Want ik ben er één van: Kar mi fa yu wani, mi sabi suma na mi! En if mi no lob' fa y'e kar' mi, dan mi no e piki. Dat gezegd hebbende mensen, dat varkenachtig zogenaamd kabula gedrag, werd heel trots door negers en negerinnen op het podium gebracht. Dan un kon fon mi. Maar dat waren negres hoor. Mensen die geen weet hebben van eigenwaarde. Meiden die denken dat wiens driehoek het hoogste in de lucht trilt, zij ook meteen de geweldigste is. Drie en een halve meter weave, goh die slierten even uit hun ogen halen en maar doorgaan met het varkentje knor gedrag. En ik wil niets horen dat het die "andere" zwarten uit Suriname zijn. Want eeuwig vinden Surinamers dat de "Creool" niet gelijk is aan een Dyuka. En ik zeg Dyuka ja, want ik gebruik het niet als scheldwoord. Ik zie niet neer op Dyuka's. Want volgens mij is er maar één zwart. Na wan blaka nomo deh. De zwarte uit de stad kan op zn hoofd gaan staan. Dr is maar één zwart. Licht, midden of donker: Blaka is blaka. Ik heb nog het één en ander te zeggen over de organisaties die denken dat ze bezig zijn met het bewustwordingsproces van de afstammelingen van "tot slaaf gemaakten". Er is werk aan de winkel. Zo er nog sprake is van de gevolgen van de trauma's die hun voorouders hebben doorstaan, dan moet er eerder gister en niet vandaag gewerkt worden aan het geestelijk welzijn van het nageslacht. Want dit is een generatie van mensen die het noorden kwijt is. De schadevergoeding, of in ieder geval de miljarden die men denkt te kunnen eisen, voor al het leed dat de "tot slaaf gemaakten" hebben doorstaan, zou dat misschien kunnen worden aangewend voor begeleiding van de jonge zwarte mens in Suriname? Want ik zie de toekomst voor deze groep zeer, maar zeer somber in. Hoe komt het dat deze mensen de drang niet voelen zich geestelijk te vormen om verdomme vooruit te komen in het leven? Ik stuur niemand naar de kerk. Hell no! Wat ik bedoel is hoe kan je je goed voelen, door je met je kleren aan weliswaar, door een man te laten bespringen en kapot te laten pompen op een podium? En deze schepsels denken nou echt dat iemand, somebody ze van de straat haalt eens? Oh maar wat klets ik? Deze performances zorgen ervoor dat ze op hun dertigste onverantwoord, op zn minst vijf koters hebben, van drie en een halve niet-vaders. Deze mini kabula's worden al heel vroeg in de branche opgeleid en getraind. En dan is de cirkel rond. Als de kleine maar in een Stokke ligt, dan is het ook goed. Niets aan 't handje, un blaka en un breti. Als blakaman vraag je je soms af wat we nou echt hebben om trots op te zijn. Pfffffft. Maar ach het zijn toch allemaal alleen maar nette mensen. Dat was film, wat op youtube te zien is, is reality. Veel Surinamers schreeuwden moord en brand over die film. Maar ver van de realiteit was die echt niet. En te redeneren dat dat niet jouw referentiekader is en dat je jou niet met dat soort mensen associeert, is ook goed. Maar we zijn allemaal blakamans. Denk ik toch. Ach nou ja, zal ik 't nu maar laten rusten? Want ik kom er niet uit. P.s: "een tot slaaf gemaakte" was een slaaf. Noem me dom, maar zo zie ik het. En nu 300 jaar later hebben zij zich zelf tot slaaf gemaakt. Door altijd te willen opvallen, met merkkleding, echt of nep. Luid en vulgair gedrag. Er om wedden wie er het meest en het beste op een zeemeermin lijkt met het gekochte haar. En maar roepen dat ze geen negers meer willen zijn. Hallo daar. . . . . . . is er iemand thuis?
Voor degenen die in de jaren zeventig in Suriname zijn opgegroeid, is het haast onmogelijk de televisieserie Dark Shadow niet te kennen. Barnabas Collins het hoofd personage hield elke dinsdag en donderdagavond iedereen in een wurggreep. Bijna iedereen dan, want ik bleek helemaal niet zo stoer als de indruk die ik gaf. De themesong van die serie alleen al! Een melodie die jou meesleepte en tegelijkertijd zei niet mee te komen, want op het einde van de rit wachtte jou onherroepelijk onheil. De buurt keek, mijn ouders keken. Het duurde niet langer dan een kwartier per keer. Bij elkaar opgeteld, het langste half uur van de week voor mij. Een ieder leek wel met houtlijm aan hun zetel vastgeplakt. Zo in de ban van Barnabas met zijn vampiers streken, dat het ook nog muisstil was in de buurt. Dat maakte het geheel nog griezeliger. Voor mij dan. En dan had je natuurlijk de woensdag en de vrijdag na elke episode op school. The days after. Dat geklets in de pauze over Barnabas! Ze kregen er niet genoeg van! En ik sprak niet mee, want ik zou toch niet toegeven dat ik het van de muziek alleen al bijna in mn broek deed? Nee ik verklaarde stoer dat ik me niet kon voorstellen dat mensen naar zo een idiote serie konden kijken. Maar niet kunnen meepraten in de pauze was een ware kwelling voor iemand die vaak het hoogste woord had. Soso hoge bloeddruk. Ik kon niet meepraten. Ik besloot dus gewoon me naar mijn leeftijd te gedragen voortaan, en echt als een stoere tiener gewoon naar Dark Shadow te kijken. Ik moet nu nòg lachen als ik eraan denk hoe ik mezelf die eerste dinsdag de hele dag heb lopen oppeppen om die avond vooral gewoon te kijken.
Bij onze naaste buren waren er twee meisje en drie jongens. De jongens waren vrienden. Om mezelf te overtuigen en om het vooral luid uitgesproken te horen, zei ik aan de oudste van de buurjongens, die middag, dat ik die avond voor het eerst naar Dark Shadow zou kijken. Hij lachte me echt vierkant in mijn gezicht uit, want hij wist dat ik nooit keek en de ware reden kende hij ook. Zulke flut geheimpjes kon ik hem toevertrouwen. Hij was drie jaar ouder en een echte vriend. Ik overtuigde hem ervan dat ik wel degelijk ging kijken en dat ik hem de volgende dag zou kunnen vertellen wat er zich allemaal had voorgedaan in die aflevering.
TESTBEELD Iedereen die in die tijd een televisie in huis had, weet dat het toestel vanaf het testbeeld tot en met de laatste klanken van het Surinaams volkslied aanbleef. Vanaf de eerste zoem tonen van het testbeeld kreeg ik de knoop in mijn maag. Gewoon een kundu! Mi Gado, ik zou naar Dark Shadow kijken. En dat over ongeveer twee uurtjes. De tijd vloog en daar begon het dan. Die afschuwelijk griezelige muziek. Ma en Pa zaten al geplakt op hun stoel. Ik kwam met een zware tong erbij zitten. Twee paar ogen keken me aan alsof ik net met een ruimtevaartschip was geland. Als uit één brein zeiden geen van de twee iets. Pa had wel een soort van ondeugende blik in zn ogen. Hij dacht zeker: deze houdt het geen minuut vol. Barnabas kwam in beeld, de aflevering begon! Ik weet niet hoe die lijm onder mn zitvlak terecht was gekomen, want ook ik raakte in de ban en was vastgeplakt op mn stoel. Oh, het was te gauw afgelopen! Mijn gunst, dus dit heb ik al die tijd gemist! Wat een sufferd was ik toch. Gewoon een spannende spuku film. Moet toch kunnen? De euforie, het gevoel welke deze overwinning op mezelf me gaf. . . . . . was van korte duur. Pa zei me om eten voor de honden te gaan zetten. Hahahaha beneden, nadat ik de fratsen van Barnabas voor het eerst had gezien? Ik dacht 't effe niet. Maar tegenspreken kwam niet voor in het woordenboek van vadertje mijn. Dus ik nam die pot, ging de trap af en razendsnel smeet ik het eten van die arme beesten, meer naast hun bakken dan erin. Het waren er drie. De hele operatie duurde niet langer dan een minuut denk ik, en ik vloog de trap hijgend weer op. In een deuk lagen die twee. "Soso mofo yu abi. Zou jij van de grond willen eten? Je heb dat eten gewoon op de grond gesmeten voor die beesten. San? yu prakser' dat Barnabas deh tap a prasi?" Groot jolijt voor mijn rekening. Ik antwoordde niet, want ik was eigenlijk wel teleurgesteld dat ik niet gewoon dapper naar beneden was gegaan. Maar ach, ik had gekeken, zou blijven kijken en belangrijkste van al: ik zou kunnen meepraten in de pauze!
HOOGSTE TOON Yu no ben kan yere fa mi mofo ben naki, de volgende dag. Je zou zweren dat ik al jaren naar de serie keek! Het viel trouwens niemand op dat ik opeens meesprak, of ze vonden het niet belangrijk want a tori sref' ben span tumsi. Ik zelf zou ook geen onnodige info geven dus ik deelde niets over mijn eerste ervaring met Barnabas. Mijn buurjongen vroeg 's middags nieuwsgierig of ik had gekeken. Natuuuuuurlijk had ik gekeken! Hij keek me lachend aan en zei: "Ja, ik weet dat je hebt gekeken maar je bent nog bang noh? Want na trowe yu trowe a nyan dyi den dagu." Ach, hier ontgaat ook niets ze, dacht ik, maar ik hield wijselijk mijn mond. Ik volgde voortaan dus trouw Dark Shadow. Het ging gesmeerd. Totdat. . . . . . . Ik op een dinsdagavond alleen thuis was. Over mijn angst was ik allang heen. De honden werden na de aflevering netjes gevoerd. Niks geen gehaast met eten smijten. Netjes uit hun bak konden ze eten. En daarna liep ik rustig de trap weer op. Ik was dus alleen thuis, lette niet op de tijd en was daarom nog niet gebaad toen de eerste tonen door de huiskamer klonken. Dan maar nadien baden? Ik volgde gespannen het zwart witte beeld. De spannendste momenten in de serie, waren wanneer Barnabas vampier werd en op zoek ging naar prooi. Zo een moment kregen we die avond ook te zien. Barnabas kwam uit zn doodskist en veranderende in vampier. Op welke prooi zou hij afvliegen? Dat zouden we in de volgede aflevering zien. Zo dat was weer spannend. Nu gauw baden.
Ik ging naar de badkamer en kleedde me uit. Zou net mn directoire (wat een woord) uitdoen, of Barnabas vloog door de badkamer shutters naar binnen. Ik griste mn baddoek (handdoek) van de deurhendel deed die om en vloog naar buiten. Maar echt naar buiten. Vanaf 't balkon riep ik de buurjongen die, na de aflevering, meestal met vrienden op het erf zat. Met zn drieën stonden ze meteen bij de tuinafscheiding. Hysterisch gilde ik dat er een vleermuis in het huis was.
WAT HADDEN ZE NIET VERSTAAN? Zouden ze me gewoon blijven aanstaren, terwijl Barnabas op jacht was in het huis! Dus ik zei: gaan jullie me komen helpen of niet? En toen, ja toen realiseerde ik me waar ze zo naar keken. Ik had mn onderlichaam bedekt maar mn bovenlijf was in vol ornaat te bewonderen onder het licht van de TL-buis op het balkon. De schaamte die je dan voelt is voor de helft niet te vergelijken met de angst voor Barnabas. Enfin, de jongens sprongen over het draad dat de twee erven van elkaar scheidde en kwamen mij te hulp. Ik durfde niet naar binnen, dus ik stond nu wel goed bedekt en in het donker te wachten op wat komen zou. Het licht van het balkon had ik uitgedaan. Want de halve buurt was nu gealarmeerd. Wist niet precies wàt ze allemaal hadden gevolgd. Maar reken maar dat wat ze niet live hadden kunnen volgen wel achteraf aan hen gerapporteerd zou worden. Barnabas werd verjaagd de ramen en shutters werden gesloten en ik kon naar binnen. Ik bedankte de jongens en deed de deur achter hen dicht. Met een lijf vol schaamte ging in 't bad. De volgende dag in de pauze was ik niet zo een haantje. Ik had andere dingen aan mn hoofd. Ik had me echter geen zorgen hoeven te maken. Of de jongens hetgeen er was voorgevallen in een grotere jongensgroep hebben besproken, weet ik niet. Maar in ieder geval heb ik aan de buurmeisjes absoluut niet gemerkt dat ze iets wisten. Oh wat een schatten van kerels toch. Maar ik kon sindsdien aan hun blikken wel zien dat ze me "beter" kenden dan ik zou willen.
In 2012, (ongeveer 40 jaar nadat Barnabas op bezoek was) kwam ik één van mijn buurjongens na jàààààren tegen. Un ben tak owru tori. En ja hoor, daar begon hij over Barnabas. Hij kon het zich nog heel goed herinneren. Vertelde me het verhaal in geuren en kleuren. Geen detail was hem ontgaan. En nee ze hadden het inderdaad niet doorverteld.
Vleermuizen ik kan nog steeds hysterisch worden van die ondingen.