Wie zou nu nog durven om aan een bij jou bekende moeder te gaan vertellen dat haar tiener tijdens schooltijd ergens op straat slenterde? De tijd heeft ons ingehaald, dus aangezien wij zelf als half bejaarden, ook druk bezig zijn met onder andere onze smartphones en dergelijke, hebben we niet al te veel aandacht voor de bochten van tieners die ons niet toebehoren. Trouwens de tienerjaren van onze kroost is reeds lang vervlogen, dus bevinden we ons daardoor ook in een heel andere tijdspanne. Tieners en zeker die van anderen interesseren ons niet zo. Niet zo in de jaren zeventig, in mijn geliefd geboorteland. Daar vond iedere volwassene het nodig zijn of haar snater te pieren als ze dachten je als tiener te betrappen op buitensporig gedrag. Ik koester nog tegen menigeen van die "voldragen zakken zaagsel" een onverdroten haat om hun loslippigheid. Begrijp me niet verkeerd. Sociale controle, zeker! Maar als verder niemand last heeft van het "kattenkwaad", hor' yu mofo dan. Je bent niet van de nieuwsdienst, dus heb je aan niemand iets te rapporteren.
Het kattenkwaad Ik denk dat het op de vrijdag was. De volgorde op het lesrooster was: twee uurtjes Engels, twee uurtjes Nederlands, één uur vrij en de twee laatste uren gym. Nou kijk, zo een rooster nodigt uit tot onbehoorlijkheden. Dit is eigenlijk een vrije dag! Wat met de groep werd besloten is dat we om de ene week de taallessen zouden volgen. Naar de gymlessen besloten we unaniem gewoon elke week te gaan, want de gymlerares was geen malse! Die vrouw 'haar hart mocht je niet laten branden', dus waren wij terecht voorzichtig. Ik kom haar nog weleens tegen en ze herinnert mij telkens weer aan de rondjes ze me liet rennen om het sportterrein, omdat ik gewoon teveel kletste tijdens de les. De lessen werden dus om de ene week niet gevolgd, maar je ging wel trouw van huis! De uitstapjes werden van tevoren gepland. Veelal spraken we gewoon op school af, want zeven uur was gewoon te vroeg om wat dan ook te doen zonder op te vallen. We bleven dus een poosje in de kantine of bij de Chinees op de hoek hangen, en daarna was het richting stad. Daarna met de bus naar een willekeurige bestemming. Bijvoorbeeld met de veerboot vanuit de waterkant naar Meerzorg. Daar lekker bami eten een beetje in de buurt rondslenteren en dan terug naar de overkant. Of met de bus naar Domburg, daar aankomen om te ontdekken dat er in de verste verte geen eetstalletje was. Uiteindelijk een winkel vinden (geen Chinees) en daardoor genoodzaakt brood met tomaten sardien te eten! Maar alles was beter dan het volgen van Nederlands en Engels, dus a tomatensardien no bin por' a pley. Suriname is groot, maar toch klein als je op de bus bent aangewezen. We hadden al een paar uitstapjes achter de rug en het liep gesmeerd we vermaakten ons best. Maar lekker is maar één vinger lang toch. Je hoopt natuurlijk dat het een lange vinger is. Het eerste kwartaal kwam en ging. Met de cijfers van de maar voor de helft gevolgde lessen zat het goed, dus geen vuiltje aan de lucht. Maar toch, we wilden meer, we wilden leuker. Dus toen het ter sprake kwam wat we de eerstvolgende keer zouden doen, opperde ik om naar Leonsberg te gaan met een PL bus en daarna de rivier over te steken met één van die kleine bootjes, naar Nieuw Amsterdam. In de stad, hadden we vroeg op de markt eten gehaald. Onnodig te vertellen dat hoe onhygiënischer, hoe lekkerder het eten! Want onbeschrijfelijk hoe groezelig het tentje was waar we het eten haalden! Maar enfin, goed voorzien gingen we naar de standplaats van de PL bussen aan de Heiligenweg. We waren toch wel met een stuk of zeven, waarvan drie jongens. Op gegeven moment zaten wij alleen nog op de bus, want er waren niet veel mensen die helemaal tot de laatste halte gingen. Lachen en brullen om niets was natuurlijk weer van de orde. Vrijheid, blijheid! Je waant je volwassen want je doet wat je wil. . . . . . . dat na san yu denki!
Leonsberg------Nieuw Amsterdam Na de chauffeur te hebben betaald lopen we uitgelaten naar de brug, waar de bootjes aanmeren om de passagiers op te halen. Het was voor negen uur 's morgens. Op de brug zien we een man en een vrouw staan. Ze stonden eerst klef naast mekaar, maar bij het horen van een naderende groep, deden ze een poging semi onverschillig naast elkaar over de rivier te turen. Wij giechelen natuurlijk, zeker omdat Carlos zei: hmmmm ouma naga oupa e freri. 'T giechelen verging me al gauw. Want ik werd bij mijn voornaam aangeroepen! Ik keerde me om en ontwaarde een mevrouw die wel vaker een praatje met mn moeder maakte, als ze langsliep voor pa zn kantoor. Mi Gado mi Jezus dit wordt drama. Als deze vrouw gaat ratelen bij Ma dan komen daar klappen van. Ma had oncontroleerbare losse handen, en geloof me het waren grote zware handen. Ik had wel de tegenwoordigheid van geest om mijn angst niet te tonen. Koelbloedig zei ik: hoe gaat met u? "Hoe 't met me gaat? Meisje moet je niet op school zijn!" Carlos was niet aan de beurt, maar sprak toch! "We zijn vrij" zei die. Ik dacht, wat doe ik nu, doorlopen. . . praatje maken? Ik besloot door te lopen en zag nog net dat die meneer 'tante bigi mofo' wenkte. Wat dat betekende wist ik niet. Ik werd wel heel sip en had grote zorgen. De anderen probeerden me op te beuren. Maar hoe geniet je als je doodsbang bent voor wat er onherroepelijk komen gaat. Iedereen kwam met een voorstel. Zeg gewoon dat we opeens vrij waren en dat we toen besloten om te gaan wandelen. Je ouders gaan niet weten dat we dit regelmatig doen. Carlos weer:"ma yere noh, wat doet een ouma (die vrouw moest een vroege veertiger zijn), om negen uur 's morgens hier met een man? Is geen zuivere koffie. Zeker zn buitensma. Ze is zelf geschrokken daarom heeft ze je aangesproken. Ze kon niet dokken. Als ze kon dokken had ze je niet geroepen hoor." Nou de zienswijze van Carlos had wel wat. En die anderen deden er allemaal een schepje bovenop. Tegen de tijd dat we de overkant naderden was mn angst weggeëbd. Bij aankomst was ik ervan overtuigd dat die vrouw niets zou zeggen omdat zij waarschijnlijk zelf in overtreding was. Spijtig dat ik niet van de overtocht heb genoten, maar goed we hadden nog een paar uurtjes tot de gymles. De ochtend verliep verder zonder incidenten, we deden ons tegoed aan onze lekkere porties en gingen daarna opgewekt maar vooral gehaast naar school. Gymles in de felle zon!
Het weekend verliep rustig thuis. Ik dacht zowaar niet meer aan het incident. Dinsdagmiddag. De stilte voor de storm was voelbaar. Wat de storm zou zijn wist ik nog niet, maar ik kon 't wel raden. Nadat we hadden gegeten begon 't. Ma begon: (visualiseren jullie een bulderende stem, gepierde ogen en een houding die verried dat er klappen op komst waren)"Dus ik kon gewoon hier zitten en men kwam me melden dat je was verdronken! Terwijl ik denk dat je op school zit! Meisje ben je helemaal gek geworden? Wat heb je hierop te zeggen? Wat doe je allemaal zonder dat we daarvan op de hoogte zijn. . . . . ." "Pa zat er uitzonderlijk rustig bij, maar hij was duidelijk reeds op de hoogte. Ik voelde wel geen woede bij hem. Na Ma bin mek' wan loh overdreven ophef! Ik voelde me verplicht om uit te leggen. Wat zeg ik? Teh mi bin wani, mi no bin mus fu leg uit. Hahahaha Ik vertelde dus dat we een paar onverhoopte vrije uurtjes hadden en dat we toen hadden besloten naar Leonsberg te gaan. Ik kreeg een stevige uitbrander van Pa die zei dat ik zelfs in een uitbundige bui, moest weten dat ouders mensen zijn die altijd bezorgd zijn. Zomaar ergens naar toe gaan terwijl men thuis denkt dat je op school bent, was niet snugger, zei hij.
De staart Van wat was voorgevallen was wel een hele lange. Er was namelijk een fesa in 't vooruitzicht. Ik had al toestemming om te gaan. Ma trok dat terstond in! Ik mocht niet meer naar dat feest. Sjonge sjonge de haat die je dan voelt voor zo een bejaarde troela (ja als je zestien bent, is zelfs dertig oud), die zo nodig dr mond moest roeren is onbeschrijfelijk. Ik keek naar Pa, misschien zou hij me redden? Not this time, hij vond waarschijnlijk dat ik toch wel gestraft moest worden. Ik zei dus in een laatste poging om mijn misstap te rechtvaardigen: "Ja maar heeft die persoon die je heeft gezegd wel verteld dat ze daar met een verboden liefde was?" Ma haar ogen werden als schotels zo groot. "Soort verboden liefde tori yu e kon tak dya? Meisje ik wil niets horen. Wie denk je dat hier jouw gelijke is!"
Pa zei: "En dat is nu net wat je niet moet doen. Wat je hoort of wat je ziet hoef je niet te zeggen. Wordt niet zoals die mevrouw, die jou heeft verklikt. Horen, zien maar zwijgen, maakt je geliefd."Hij had zoals altijd weer gelijk. En die les heb ik ter harte genomen, tot de dag van vandaag hou ik mij eraan. Maar . . . . levensles of niet, mi no go na a feest! En ik zou dat wijf echt wel een mep hebben willen verkopen. Heb haar nooit meer gegroet. Dat gaf in ieder geval het gevoel van een beetje wraak. En de uitstapjes die gingen gewoon door hoor. Een mens moet toch wel een beetje vrijgevochten kunnen zijn. Ergens aangekomen, verkende ik wel altijd met priemende ogen de omgeving om er zeker van te zijn dat er geen bekenden in de buurt waren. Het vermelden waard: Eindrapport Engels 8, Nederlands 8. Gymnastiek 6, wegens weinig enthousiasme. Alsjeblieft!