Ik had me uiteindelijk tegen beter weten in, toch laten overhalen om mee te doen aan dit avontuur. Dus alles wat ons, mij die dag overkwam, was eigen schuld hele dikke bult. We gingen met een groepje van vier meisjes regelmatig naar Riverclub. Een hotel/priveclub waar je onder andere kon zwemmen. Als lid mocht je vrienden meenemen. Menige maandagmorgen werd aan de rand van het zwembad doorgebracht in plaats van in de klas. Voor wat betreft het toegelaten worden tot de club waren er geen problemen, mijn Pa was lid dus ik mocht vrienden meenemen. Verder werden er geen vragen gesteld over het uur van ons uitstapje en of we niet op school moesten zijn. Vier jongedames die ook nog netjes iets te eten bestelden waren maar al te welkom. Die uitstapjes zo onder meisjes alleen, werden zorgvuldig gepland. Wij zorgden ervoor om voldoende geld opzij te houden zodat we tenminste eens per maand die kant op konden. Twee van ons die waren ook al een paar keer naar Krasnapolsky, een vrij nieuw luxe hotel in de stad geweest, met andere vriendinnen. Ook om te zwemmen. Ik verbaasde mij daarover want iedereen wist dat Krasnapolsky een luxe hotel was/is en dat hun zwembad exclusief aan klanten was voorbehouden. Die twee hielden echter vol dat wij het met ons groepje van vier ook moesten proberen daar in Krasnapolsky. Was leuk, was luxe en het zou vooral een kiek zijn. Nu heb ik een hele alerte krabyasi, die me meestal duidelijke seintjes geeft voor naderend gevaar of foute boel. Ik toonde me niet enthousiast voor dat Krasnapolsky project, want 't idee trok me niet aan. Als je ergens geen lid bent, niet eens lid kan zijn, leek 't mij vragen om problemen als je daar gewoon vrij en blij gaat zwemmen. Ach. . . . . vonden die anderen, we zijn al met zn vieren geweest, soms zelfs met zes, nog nooit heeft iemand ons iets gevraagd!"En hier bij Riverclub zijn we toch ook al twee keer zonder jou gekomen en we mochten gewoon naar binnen, niemand heeft iets gevraagd of vervelend gedaan!" Ik dacht bij mezelf dat komt omdat men zeker denkt dat jullie lid zijn en dat ik gewoonlijk met jullie mee mag, en niet omgekeerd! Ik hield wijselijk mn mond. A no ala sani ju abi fu taki. En mensen snappen je vaak ook totaal niet, vooral niet op die "vrije blije leeftijd" die we toen hadden.
Ego Het plannetje Krasnapolsky nam steeds vastere vormen aan, want inmiddels waren al drie er helemaal voor te vinden. De vierde, ik, hield mn poot echter stijf want het plannetje trok me niet aan. Dus zei ik "gaan jullie maar zonder mij en vertellen jullie me hoe leuk 't was". Dat zeiden we en deden ze. Ohhhh 't was echt gezellig, wat hebben ze een dolle pret gehad, maar eentje ontbrak, dus a sani no bin gezellig soh. Hun woorden hoor! Lief en ego strelend als hun verklaring was, mi fergit mi krabyasi en ik liet me overhalen. De volgende keer zouden we dus naar Krasnapolsky gaan. Ik stelde echter één voorwaarde! Aangezien geen van ons lid of wat dan ook daar was, moesten we genoeg geld hebben om daar iets te eten te bestellen, zodat no wan sma no kan yagi unu! "Ach. . . .waarom ben je zo paranoide! Niemand heeft ons iets gezegd en we hebben niet eens iets besteld, toen we er waren. We hebben gewoon gezwommen, aan de rand van het zwembad gelegen bijna 2 uren en niemand heeft ons lastig gevallen."Ik bleef erbij dat we, als we gingen iets moesten nuttigen, noso mi no e go! Mn krabyasi zei me stilletjes, er rekening mee te houden dat de ene de andere niet is in Suriname. Vooral in Suriname niet. Het land waar de synagoge en de moskee naast mekaar staan en we onnoemlijk veel van elkaar houden! Woei!
Uitsmijter Goed we verschoven onze uitstap een maand vooruit, zodat iedereen genoeg had om uitgebreid eten te bestellen eens we in Krasje zouden zijn. De dag brak aan. Eerst naar school twee uurtjes volgen en dan naar Krasnapolsky. Niet beneden op de hoek zoals vaak, maar boven richting zwembad. De anderen kenden de weg, we namen de lift en kwamen op de etage aan. Het was een uur of elf dus we gingen naar de bar annex restaurant om naar de menukaart te vragen. De bardame en heer keken een beetje verbaasd, maar we kregen de kaart, bekeken onder veel en vooral luid gegiechel de menukaart en bestelden uiteindelijk "uitsmijters". De bardame vroeg voorzichtig als we wel wisten wat "uitsmijters" waren! Het varkentje in mij begon te knorren vooral daar ik vond dat de bardame steeds stuurser werd. Ik verdrong die kleine agu en vertelde haar poeslief dat we het wel wisten omdat we dat al tig keren elders hadden besteld. De barman bleef zn vriendelijke zelve en hij was 't, die onze bestelling kwam brengen toen die gereed was. De bardame was glazen aan het wassen achter de bar en gluurde steeds venijniger in onze richting, maar ik vond, in het bijzonder naar mij. Glazen werden driftig gespoeld en afgedroogd, met bruuske bewegingen werd het vaatwerk onder handen genomen. Arme glazen waren volgens mij nog nooit zò gepolijst! Ik kreeg een ongemakkelijk gevoel en wilde eigenlijk weg. Maar eenmaal in 't schuitje, doorvaren. Na die heerlijke uitsmijters te hebben verorberd en nog een beetje te hebben gezeten aan de bar, gingen we richting kleedkamers. De barman zn geluk kon niet op. Hij straalde van alle kanten. Bardame echter, stond nu echt op ontploffen! Ik meldde aan de andere drie dat we er rekening mee moesten houden dat wij eruit gezet zouden worden, ik voelde dat met elke vezel in mn lijf. "Hou op hoor! Waarom? Tyuri" Nee noh? Un sa syi dacht ik bij me zelf. Ik was inmiddels klaar voor de oorlog die zeker zou komen. Eenmaal mentaal ready voor de slag, genoot ik met volle teugen van onze uitstap. Niet voor heel lang. Ik voelde me opeens bekeken en zocht vanwaar die slechte vibes kwamen. Oh, daar bij de bar was bardame versterkt met wat nu een interieurverzorgster heet. Was een bigisma, of misschien zag ze er gewoon ouder uit dan dr leeftijd. In de jaren zeventig hadden Surinaamse vrouwen nog de neiging al vrij jong te slonzen, dus misschien was die mevrouw niet eens zo oud. In ieder geval wel iemand om respect voor te hebben, gewoon al omdat ze ouder was. Voor bardame had ik geen respect, ze had bij wijze van spreken nog met ons in de schoolbanken kunnen zitten, dus. . . . Enfin, nu keken dus twee paar venijnige ogen mij de grond in. Althans daar deden zij een poging toe. Verloren moeite. I was standing tall. Barman werd erbij gehaald en er werd gesjusju. Hij scheen niet over te halen te zijn, want hij haalde zn schouders op en liep weg. Onze kant op. Hij kwam vragen of wij nog iets wilden drinken. Ik zei nee, we hebben net gegeten en gedronken, dus nee. Ik vermoed dat hij zich gewoon van dichtbij wilde verlekkeren en helemaal niet geïnteresseerd was in een bestelling. Wij bleven ons ondertussen vermaken, was gezellig maar die priemende ogen lieten ons, mij, niet los! Zooooo, opeens zag ik een "gedaste" meneer bij de bar. Hij was in gesprek met de barman en het leek over 't werk te gaan. Hij sprak even later met bardame en ook dat leek over het werk te gaan. Maar toen kwam interieurverzorgster met zowaar nog een bezem in de hand, gehaast met die meneer praten. Ze betrok bardame in het gesprek, maar die deed niet van harte mee. Ik volgde alles op de voet. Ik verstond niet wat er werd gezegd, maar ik wist zeker dat het over ons ging. De meneer keek eigenlijk schichtig naar ons om, alsof hij niet zo goed wist wat te doen met hetgeen hem werd toegesist door interieurverzorgster. Ok, dat ziet er niet slecht uit. Of hij komt op ons af, en dan pak ik hem in. Of hij durft niet en laat 't maar gaan. Maar nee, hij zwichtte voor het postuur, die vuur schietende ogen en die bezem! Hij liep dus op ons af! Ik zei aan de andere drie om mij aan het woord te laten. De adrenaline gierde reeds door mn lijf. Mn krabyasi ging tekeer in mn hoofd:"ik had je gezegd niet te komen! Yesi lek' bofru b'a!" Ok Krabyasi, nu ben ik hier dus help me dit heel goed aan te pakken. Hij was er bijna, want heel snel liep die niet. Alsof zn benen een beetje verzwaard waren. Verzwaard door ongemak misschien? A man doro na unu, maar oh wonder hij richtte zich tot mij? Hij vroeg wie ons had gezegd dat we hier zomaar mochten komen zwemmen? Het zwembad was uitsluitend voor gasten van het hotel. Ik antwoordde dat mijn vriendinnen dat vaker deden en dat er nooit eerder problemen waren. Dat wij ons wel degelijk bewust waren van het feit dat het zwembad alleen voor gasten bestemd was, maar dat niemand ons ooit nog had tegengehouden. Ik gaf toe dat de anderen al vaker waren gekomen, maar dat het voor mij de eerste keer was. En dat ik het toch wel vreemd vond dat we voor een behoorlijk bedrag hadden geluncht en dat we toen geen paria's waren? Oh nee, zegt die goeie man zover hoef ik 't niet te zoeken, paria's zijn we niet! Maar. . . . . . . we hadden geluncht? Ik bevestigde dat, en riep naar de barman om even te komen. Die kwam en ik vroeg hem als hij de reeds betaalde rekening aan de baas kon laten zien. Die jongen kende het bedrag uit het hoofd. Dus hij noemde het gelijk. Ik zag de adamsappel van bedrijfsleider duidelijk in zn hals bewegen. Hij wist niet zo goed wat te zeggen. Ik bedankte voor 't feit dat hij ons, mij in ieder geval netjes had aangesproken en verontschuldigde ons voor het feit dat we "zomaar" van het zwembad gebruik hadden gemaakt. Maar dat hij hopelijk ook wel doorhad dat we in ieder geval geld hadden uitgegeven in het restaurant en dus toch niet "zomaar" daar waren binnen geslopen. Zn mond was vol, zn schouders hingen er maar een beetje bij. Hij wist niet zo goed hoe het gesprek te beëindigen, dus deed ik het maar voor hem. Ik zei dat we ons meteen zouden omkleden en vertrekken, maar dat ik toch nog een vraagje had. Waarom had ie persé mij aangesproken? We waren met zn vieren. Hij antwoordde niet, maar de ogen zijn de spiegel der ziel, dus ik had mn antwoord.
Vrouwtje Bezemsteel Deze hele sketch werd live en op de voet gevolgd door bardame en mevrouw Bezem. Ik sprak luid en duidelijk. Mevrouw Bezem kon niet ieder woord volgen, wegens te kort op school en te lang de bezem in de hand. Dat weet ik zeker. Nanga ala lespeki, maar op dat moment zat er geen graadje beschaving in mij. We pakten onze spullen en liepen naar de kleedkamers. Ik liep demonstratief langs die twee klokkenluiders, want dat waren ze. En wàt zei mevrouw Bezem? Blakasma ptjin nanga law. . . . . Jaaaaa de barman, de bardame, mevrouw Bezem en IK, leken op elkaar. Mijn vriendinnen en de bedrijfsleider niet. Un begrijp? Ik liep langs, keurde haar geen blik waardig en ging me omkleden. Mn vriendinnen lagen in een deuk. Ik lachte niet. Ik was bloedserieus en verbeet mn woede om vooral niet uit te vallen tegen zo een rotwijf die alleen maar omdat, of juist omdat ik op haar leek, met zo een actie kwam. A tori no keba eteh. We waren nog niet klaar met ons om te kleden en dat mens deed de lichten in de kleedruimte uit! Aaaay toen kon ik ptijn agu niet meer rustig houden. A agu djompo kon na dorosey! Ik ging naar buiten en trof dat mens op de gang. Ik siste uit woede, maar ook omdat ik niet wilde dat anderen het hoorden. Toch nog die verdomde eerbied voor volwassenen toch. "Mi bing kan deh ju ptjin, mi no du ju noti, mi no du ogri maar yarusu nanga dong, mek yu du san yu du. Blakasma nanga law! Mars go wroko en figi ala deng uku bun!" En weg was ik. De anderen waren me al voor. " Wat heb je dr gezegd? Wat heb je dr gezegd?" Ik antwoordde niet, maar kon toen wel lachen want mevrouw Bezem haar gezicht na mijn gesis! Oh lord! Hadden we toen maar al mobieltjes, ik zou haar zeker hebben vereeuwigd.
Staartje Die anderen vroegen zich luidop af waarom er eerder geen enkel probleem was en nu opeens wel. En ze hadden nog erbij nooit iets te eten besteld. Nu hadden we juist uitgebreid gegeten. Is toch raar? En bij River Club was 't beter dan, want daar waren ze zelf zonder mij gegaan en niemand had iets gevraagd of ze gezegd dat ze niet mochten zwemmen omdat ze geen lid waren. Is toch vreemd vonden ze. Is niet vreemd. IS SURINAME. Nu 38 jaar later nog steeds. Pffffffffttttt Begrijpe wie begrijpe kan. We houden van elkaar hoor. A winsi peh tata komopo. Waaaaai is waar noh??? Aan jullie 't antwoord.
Maar Sranan ik krijg maar geen genoeg van je hoor. Mi lobi lobi kondre.
Wat lees ik dolgraag artikelen of verslagen waarin melding wordt gemaakt over één of ander succes dat Suriname heeft geboekt. Een mijlpaal op sportief gebied, medailles of een Surinamer die met een of andere bijdrage Suriname POSITIEF op de kaart heeft gezet. Het gebeurt niet vaak, steeds vaker dat dan wel weer, maar niet vaak genoeg. Dus groot was mijn blijdschap toen ik begon te lezen: Suriname nummer één. . . . enz. Nou vreugde maakte al gauw plaats voor ergernis en schaamte ook wel. Schaamte omdat het feit dat Suriname nummer één is in het aantal (geregistreerde) Chikungunya gevallen in het Caribisch gebied, niet alleen een nationale maar zeer zeker en meer nog, een internationale schande is. Een land in ontwikkeling zoals men dat zo graag aanduidt daar in Su. Een land in ontwikkeling dat een decennia oude koorts weer de kop op laat steken. Er is reeds sprake van een epidemie, terwijl men de hele tijd van overheidswege suggereerde dat er geen gevaar was voor Suriname en dat men gewoon basisregels in acht moest nemen om op die manier gevrijwaard te blijven van muggen beten.
Basisregels Men moest zijn directe omgeving schoonhouden, een klamboe aanschaffen, lange mouw kleding aandoen en afdoende spuiten tegen de muggen. Op die manier zou de Chikungunya muskiet geen schijn van kans hebben. Wat een kolder allemaal. Ik dacht gelijk aan zo een vijf en dertig jaar geleden toen ik, wat toen op een hevige griep leek, dengue opliep. Ik werd zo ziek als een hond en dacht op gegeven moment echt dat 't met mij afgelopen zou zijn. Vroeg aan mezelf en de dokter of dit wel normaal was zo een hevige griep. Ja ik moest me verder niet druk maken. Calpol en rust en dan kwam 't wel goed. Ik werd reeds langer dan een week geveld door hevige koorts en helse lichaamspijnen en de calpol leek daar niet tegen opgewassen. Maar goed internet had haar intrede nog lang niet gedaan, dus wat de dokter zei, nam je voor zoete koek. Totdat ik een ochtend wakker werd met vreemde knobbels over mn armen en benen. Linea recta naar de dokter. Die goede man kijkt me doodleuk aan en zegt gemoedereerd: "Oh dan was 't geen gewone griep, maar dengue of te wel knokkelkoorts. Het ergste is nu wel achter de rug en binnen no time zult u weer de oude zijn." Dus dit zijn de dingen in ons land die ik niet begrijp en die tot in de lengte der dagen onveranderd blijven. Als leek, niet goed geïnformeerd worden omdat degenen die beter zouden moeten weten, deskundigen, er zelf geen bal van weten of niet voldoende begaan zijn met hun taak. Nu, zelfde rotzooi als tig jaren geleden. Het is dezelfde muskiet die dengue overbrengt die verantwoordelijk is voor het overbrengen van deze decennia oude (nieuwe koorts) die nu in Su heerst. Ik volgde de berichten hieromtrent vanaf begin van het jaar. Ik had zo mn reserves toen er van overheidswege steeds bekend werd gemaakt dat er helemaal geen rede was tot bezorgdheid. Ook niet toen het aantal van bekende gevallen in 2 weken tijd verdubbelde. Oh nee hoor, koopt u muggen repellent, wees alert. Ik weet niet hoe je dat moet aanleggen hoor. Alert zijn voor muggen. Maskita sobun. En zorgt u ervoor dat u niet wordt geprikt. Jaaaaaa, vertel dat aan Surinaamse maskita's. Dat je alert bent en tot de aanval zal overgaan indien ze jou naderen. Den e sut' yu teh yu 60.
Gestoken waar 't pijn doet Gelukkig den Sranan maskita tya lef. Ze zijn brutaal dus den go sut wan tu assembleeleden. En toen waren de rapen gaar. Den sut' wan lid van de vaste commissie van Volksgezondheid. Ay mi boi. Dus was er tot dan toe geen reden tot paniek. Meneer Abdul, zo heet die goeie meneer werd des duivels. Dat is nadat hij weer in staat was op zijn benen te staan en geen pijn meer had in zijn gewrichten. Hij kwam op de radio, schreeuwde moord en brand. Maskita sut' ing. A no kang! Er werd meteen een grootscheepse schoonmaakactie opgezet. Suriname moet schoon en nu. Broedplaatsen moeten worden uitgeroeid. Scholen schoon. Su in rep en roer, alles moet opgeruimd worden want enkele bigi dagus werden door een mug geprikt. Ik persoonlijk zou die muskiet die daarvoor verantwoordelijk was een oorkonde overhandigen. Want ze zijn op de juiste plaats gaan prikken. Nu gebeurt er in ieder geval iets en kan het aantal getroffenen beperkt blijven.
Morsu Ik ben geen doorwinterde patriot. Maar mi lobi mi kondre en niemand hoeft Suriname in mijn bijzijn te komen neerhalen. Maar wat een waarheid is als een steen, is het volgende: Van overheid tot mofinanwan. Sranansma slordig. Houden niet van de plek waar zij wonen. Het is op straat een varkensbende. Hele buurten lijken op vuilnisbelten. Pina no abi fu deh morsu. Je rijdt soms in bepaalde buurten, en je vraagt je af of er nog volk woont. Mensen die dagelijks langs de troep op de hoek van de straat moeten en dat normaal vinden?Overheidsfunctionarissen die op weg van Zanderij naar de stad, bij terugkomst van hun zoveelste buitenlandse reis, zich niet schamen voor het verschil van datgene dat ze in het buitenland hebben gezien en wat ze "thuis" in Su tegenkomen? A no teh maskita sut' yu dan yu mus kon rigeri. Worden jullie een beetje netter daar in dat lekker land. Wij mogen van buitenaf geen commentaar leveren, want we zijn geen Surinamers meer. Maar dit is goed bedoeld advies hoor. Hou het schoon en blijf gezond. Want als zelf Haiti slechts 14 gevallen heeft tot nu toe, dan begrijpen jullie wel dat het zeer nefast is gesteld met switie Sranan. Soso arrogantie en laksheid van beleidsmakers ook. En nu mag 't volk zijn wonden likken. Naf un sorgu un kir ala den maskita yere, want in lange mouwen in Su rondlopen, mi no deh en lijkt me ook niet praktisch.