Reïncarnatie en leven na de dood.
Foto genomen tijdens
séance. Slechts achteraf was op de foto het ectoplasma en de persoon
daarin zichtbaar. Duitsland begin 20e eeuw.
Lichtgevende cirkel.
Waarschijnlijk was deze pas te zien na de ontwikkeling van de foto.
Foto
van geest-hond. Vóór de donkerkleurige hond op de zetel is op de
grond een lichtkleurige half-transparante hond te zien.
Waarschijnlijk het overleden maatje van de donkere hond.
Video-opname van een ectoplastische vorm door bewakingscamera.
Foto van ectoplastische damp.
Foto van lichtgevende bol/cirkel in de zoo van Basel, Zwitserland.1907.
Foto van lichtgevende bol/cirkel. Bretannië, Frankrijk.1933.
Foto
genomen door Mabel Chinnery,1959. USA. Toen Mabel deze foto nam van
haar man was bij de ontwikkeling haar moeder te zien, zittend op de
achterbank van de auto. Haar moeder was een week eerder overleden.
Experts bevestigen dat met deze foto niet werd geknoeid.
The Brown Lady of Raynham Hall. UK. Eén van s
werelds bekendste geesten-fotos. Opmerkelijk is dat in dit geval
de figuur op de trap ook werd gezien door de mensen aanwezig. Experts
hebben expliciet de echtheid van deze foto bevestigd.
Foto
1: Achter het rechtstaande meisje is een persoon te zien met bruine
broek. Foto 2: Dezelfde persoon beweegt zich nu naar rechts. Hij/zij
is nu slechts nog te dele te zien. Vooral de voeten zijn nog
duidelijk zichtbaar. De persoon is de familie onbekend en was niet
(zichtbaar) aanwezig in de ruimte. Anonieme familie , USA.
De
Freddy Jackson foto. UK, 1919. Achter de vierde persoon links op
de laatste rij is Freddy Jackson te zien (zie uitvergroting in
cirkel). Hij overleed twee dagen vóór het maken van deze foto. Toen de foto ontwikkeld was herkenden zijn maten hem direct op de foto.
Waarschijnlijk een ectoplastische bol in beweging. USA. Was slechts te zien na de ontwikkeling van de foto.
Kleine lichtgevende cirkel die door de ruimte beweegt. USA
Foto
genomen tijdens brand. Shropshire, UK. 1995. Na de ontwikkeling was
rechts op de foto een meisje zichtbaar. Zij was niet aanwezig in het
gebouw tijdens de brand.
Momentopname uit de film Three Men and a Baby: op de 60 ste minuut kunt u een jongen kunt zien in een vensteropening op de achtergrond. Acteur Ted Danson heeft juist zijn moeder
gebeld om hem te helpen met de opvang van de baby. Ze zitten samen
in de woonkamer en Ted Danson loopt even een paar passen verder, met
de baby in de hand. Op dit moment kunt u op de achtergrond in een
vensteropening een jongen zien staan. Deze jongen was de overleden zoon van de eigenares van het appartement waar de opname werd gedaan.
Foto
1: ITC-computerbeeld van Anne Guigne. Foto 2: Videobeeld van Anne
Guigne. Beiden ontvangen vanuit de parallelle wereld.
Foto 1:John Denver tijdens zijn leven. Foto 2 :ITC-videobeeld John Denver vanuit de parallelle wereld.
ITC videobeeld van onbekend meisje
Hieronder zie bijlages enkele voorbeelden van hoe zich beelden uit de parallelle wereld vormen op een televisiescherm.
Bijlagen
h_08_albert_einstein.avi (5.1 MB) h_08_romy_schneider.avi (5.5 MB) h_08_video_woman_middle.wmv (167.8 KB)
Mediums.
Mediums zijn (doodgewone) mensen - ook met hun fouten en beperkingen - die vrij goed met overgegane personen kunnen communiceren. Zij kunnen dus via telepathische weg een overleden persoon oproepen
(zoals telefoneren) en hun boodschappen ook vrij duidelijk ontvangen.
Zij treden op als tussenpersoon tussen deze wereld en de andere
dimensie.
Vaak staan ze ten dienste van de anderen en werken ze als boodschapper tussen degenen die in deze wereld leven en hun dierbaren die reeds zijn verhuisd naar de andere wereld. Eigenlijk hebben ze een heel belangrijke maatschappelijke functie omdat ze niet alleen de communicatie kunnen helpen verzekeren tussen ons en onze overleden vrienden en familie, maar bovendien kunnen ze zo na een overlijden op onschatbare wijze het lijden verlichten van de achtergeblevenen.
Hierbij
komt ook nog het nog verder te ontwikkelen wetenschappelijk nut van
mediums: zij kunnen immers niet alleen het bestaan bevestigen en
bewijzen van een leven na de dood en van parallelle werelden, maar
zouden ons ook belangrijke wetenschappelijke informatie kunnen
doorspelen vanuit die andere werelden. Gelukkig zijn er reeds een aantal belangrijke wetenschappers die met mediums aan het werk zijn. Denken we maar aan prof. Gary Schwarz uit Arizona . Hij doet baanbrekende wetenschappelijke experimenten met mediums.
Links:
Heksenverbranding te Amsterdam in 1571. Vaak waren zogenaamde heksen
gewoon mediums die met overledenen konden communiceren.
Mediums zijn van alle tijden en van alle culturen. Soms noemt men ze orakels, dan weer shamanen of heksen, maar vaak waren en zijn deze personen de tussenpersonen tussen deze en andere werelden. In Europa hadden deze mediums tijdens de middeleeuwen en tot zelfs laat in de 19e eeuw te lijden van vervolging door kerkelijke en politieke autoriteiten.
De Katholieke en ander Christelijke kerken zagen hen (en zien hen nog steeds vrees ik) als een bedreiging voor hun zgn uitverkoren relatie met God.
Niet
alleen in het verleden waren er mediums . Ook nu zijn er over de hele
wereld een reeks bekende en minder bekende. Van de bekende enkele
namen: James Van Praagh (USA), John Edward (USA), George Anderson (USA), Colin Fry (UK),enz.
Helaas is er ook een negatieve kant te melden aan het mediumschap : er zijn nl ook een hele reeks personen die zich als medium voordoen en dat niet zijn. Zij zijn mensen die ofwel zichzelf onbewust ofwel anderen bewust bedriegen. Meestal uit puur winstbejag. En dit is wel een heel slechte zaak. Zij bedriegen niet alleen zichzelf en vooral de anderen, maar brengen daarbij ook iets in diskrediet wat op zichzelf heel puur en mooi is.
Bedriegers zijn echter waarschijnlijk in geen enkel beroep uit te sluiten.
Als U zelf een medium wil opzoeken om contact te maken met een overgegane persoon is het dus aan
te raden zich eerst goed te informeren en uit zijn doppen te kijken
en dan vooral kritisch te blijven. Als een medium echt is zal het
alle kritiek kunnen weerstaan en U bovendien overtuigen door concrete
en persoonlijke gegevens te verstrekken die U alleen kunt
weten. Alleen zo iemand is uw vertrouwen waard. Anderen verdienen
uiteraard niet beter dan ontmaskerd te worden.
Communicatie met overgegane mensen.
Er zouden manieren zijn om met overleden dierbaren te communiceren
- Mediums: 99 procent van alle mediums zijn oplichters en fantasten of mensen die menen 'medium" te zijn.
Een bekwaam medium echter beweert een communicatiemiddel zijn
tussen mens en gene zijde. Dit valt echter nimmer te bewijzen.
- Uittredingen: Tijdens een uittreding is het misschien mogelijk om met overgegane dierbaren te praten aangezien beiden zich
dan in een niet gedefinieerd astraal niveau bevinden, Slechts in een
niet te definieren status is het mogelijk stemmen,beelden, gevoelens etc
op te vangen van "gene zijde" aldus is dat steeds nog onverklaarbaar
- Telepathie: Telepathisch contact beweert men, is een manier om te communiceren
met overleden mensen. Zij zouden gedachten en boodschappen
ontvangen. In de parallelle wereld(en) is telepathie echter niets
meer dan het "al" een alwetend concept dat zogenaamde verlichte geesten
niet kunnen bevatten.
Hoewel wij in wezen allemaal in staat zijn om sensitief te communiceren, zowel zenden als ontvangen is deze vaardigheid bij
de meesten niet of geheel niet ontwikkeld. Het is daarom nooit
duidelijk of we een ontvangen boodschap echt telepathisch hebben
ontvangen of we het zelf in onze gedachten hebben geproduceerd. Het is
belangrijk hierin zeer (zelf) kritisch te zijn.
In sommige gevallen is de ontvangen boodschap zo sterk dat mensen die ze ontvangen hebben heel zeker zijn van de oorsprong!
Karakteristiek voor mensen die in mediums geloven is de ontkenning van
de realiteit en aldus de waarheid of perceptie van het moment altijd
buiten zich zelf te leggen en naar een gene zijde ,een geest, overledene
etc te verleggen, meestal gebeurt dit gewoon uit verdriet, angst,
stress, verwarring, en een mate van zelf ontkenning.
Men neemt "dingen, dieren mensen etc "waar die er simpelweg niet
zijn maar wel voortkomen uit de creatie van de eigen geest dus de
fantasie. Aldus bestaan deze geesten,energien en waarnemingen van
overledenen wel degelijk, maar deze ervaringen zijn subjectief en kunnen
ook niet bevat worden door mensen die dergelijke ervaringen niet hebben.
Een waargenomen geest of energie is meestal een schepping van je eigen fantasie.
Tekens: Overleden zouden tekens gebruiken om onze aandacht te trekken
of
om ons een boodschap te geven. Enkele klassiekers zijn: het
verplaatsen van voorwerpen die meestal te maken hebben met de
overgegane persoon, of ook: aan - of uitzetten van lampen of
elektrische apparaten enz.
Uri Geller gaf in de jaren zeventig een nieuwe impuls aan het onderzoek
naar psychokinetische (PK) verschijnselen. Hij boog lepels, schijnbaar
zonder er enige kracht op uit te oefenen, bracht kapotte horloges weer
aan het lopen en liet kompasnaalden uitwijken. Dit alles demonstreerde
hij voor het oog van tientallen wetenschappers en honderden journalisten.
Ook trad hij op in talloze tv-shows over de gehele wereld, die een stroom
van reacties opleverden van mensen die thuis eveneens allerlei PK-verschijnselen
meenden te hebben waargenomen. In Engeland meldden zich zelfs verscheidene
kinderen die Geller konden imiteren. Gellers faam werd vooral gevestigd
door wetenschappers die beweerden dat hij hun parapsychologische tests
glansrijk had doorstaan.
De voornaamste tegenstander van Uri Geller was de
Amerikaanse goochelaar James Randi. Randi maakte duidelijk dat Gellers
prestaties niet opmerkelijker waren dan die van een handige goochelaar.
Bovendien toonde hij aan dat sommige parapsychologische experimenten zo
onzorgvuldig waren opgezet, dat de proefpersoon betrekkelijk eenvoudig
bedrog kan plegen. Randi's activiteiten droegen ertoe bij dat velen zich
gingen realiseren dat het onderzoek naar wondermensen speciale voorzorgsmaatregelen
vereist.
Voorwerpen
verplaatsen zich soms wel uit zichzelf maar helemaal niet door een
geest. Door het aardmagnetisme etc kunnen voorwerpen zich
verplaatsen en dmv telekinese. eeen van de bekendste oplichters ter wereld is het zogenaamde lepeltjes-verbuigende medium Urie Geller,de man hield wetenschappers en vele miljoenen mensen tientallen jaren voor de gek met het zgn dmv de geestkracht lepels te verbuigen en klokken die al jaren stil stonden ineens weer op gang te krijgen. Later bleek dat er met de lepels was geknoeid, deze doordat ze waren voorgefabriceerd en over de klokken gesproken? Alles bleek een en al een grote oplichterij.
Hoe Geller zijn trucs kon uitvoeren
Er bestaan verschillende manieren om sleutels
en lepels schijnbaar psychokinetisch te verbuigen. De methode die Geller
meestal gebruikte, was volgens waarnemers erg simpel. Hij wachtte op een
moment waarop de toeschouwers even waren afgeleid. Dat gaf hem de gelegenheid
het voorwerp bliksemsnel te buigen door er druk op uit te oefenen. Zo
kun je een sleutel buigen door hem tegen de zijkant van je stoel te drukken
of hem door een opening in een andere sleutel steken, zodat je een bruikbare
hefboomwerking krijgt. Geller had alle tijd om een gunstige gelegenheid
af te wachten, want hij hoefde zijn trucs niet snel uit te voeren, zoals
dat van een goochelaar wordt verwacht. Alle mislukkingen kon hij bovendien
toeschrijven aan onvoorspelbare storende factoren, zoals vermoeidheid
en slechte vibraties.
Geller gebruikte allerlei methoden om de aandacht
van zijn toeschouwers in de verkeerde richting te sturen. Hij was veel
in beweging, praatte onophoudelijk, gaf voortdurend aanwijzingen en switchte
steeds van het ene experiment naar het andere. Meestal lagen er verschillende
testvoorwerpen in zijn buurt. Hij schiep zodoende een maximum aan chaos
om zich heen, waardoor anderen het spoor bijster raakten. Vaak beweerde
Geller dat water of metaal zijn krachten konden versterken om vervolgens
naar een wasbak of centrale verwarming te kunnen lopen. Zo onttrok hij
zich even aan de blik van de toeschouwers, wat hem de gelegenheid gaf
bedrog te plegen.
De psycholoog David Marks maakte deze manoeuvre
mee tijdens een persconferentie in Nieuw-Zeeland. Hij probeerde daar te
filmen hoe Uri een sleutel boog. Toen het buigen niet erg wou lukken,
vroeg Geller aan Marks of het verwarmingsrooster naast hem van metaal
was. Volgens Marks kon daarover nauwelijks twijfel bestaan en hij klopte
met zijn linkerhand even op het rooster, terwijl hij ondertussen bleef
doorfilmen. Geller nam daar geen genoegen mee en hij kreeg Marks zover
dat deze zijn camera weglegde om hard op het metaal te kunnen kloppen.
Precies op dat moment liep Uri snel naar hem toe en bracht de sleutel
in de buurt van het rooster. Marks begon meteen weer te filmen. Een nauwkeurige
analyse van zijn filmbeelden wees uit dat de sleutel al gebogen was voordat
Geller zijn bezweringsformule ('Buig, buig, buig') uitsprak. Kennelijk
had hij de sleutel gebogen, terwijl hij naar het rooster toeliep (Marks
en Kammann 1980).
Wanneer Geller er in slaagde een sleutel ongemerkt
te buigen, hield hij dat eerst nog enige tijd voor zijn publiek verborgen.
Hij legde de sleutel weg om zijn krachten op een andere te beproeven of
hij hield de sleutel zodanig vast dat de buiging niet zichtbaar was. Pas
wanneer de toeschouwers weer de indruk hadden dat zij precies konden zien
wat er gebeurde, begon Geller zachtjes over het metaal te wrijven. Hij
vertelde met toenemend enthousiasme dat hij het week voelde worden. Soms
liet hij iemand het uiteinde van een sleutel vasthouden en vroeg hem of
de sleutel naar zijn oordeel warmer werd. De meeste mensen beaamden dat
en inderdaad worden sleutels warmer als je ze in de hand houdt. Vervolgens
bracht Geller de buiging langzaam in beeld (bijvoorbeeld door het voorwerp
te draaien), terwijl hij uitriep: 'Kijk hij buigt!' Veel toeschouwers
ondergingen zo de suggestie dat zij het voorwerp spontaan hadden zien
buigen, want dat was wat zij verwachtten te zien.
Geller maakte waarschijnlijk ook gebruik van
voorgebogen lepels. Wanneer je een lepel in beide handen neemt en enige
malen snel heen en weer buigt, wordt de lepel zo slap dat hij al buigt
wanneer je hem bij het uiteinde van de steel vasthoudt. Geller pakte dergelijke
lepels met duim en wijsvinger bij het buigpunt op. Met zijn linkerhand
hield hij het uiteinde van de lepel vast, terwijl hij langzaam en ongemerkt
de steun die hij met zijn rechterhand gaf verminderde, zodat de lepel
spontaan vooroverboog. Er zijn nog meer manieren om deze truc uit te voeren,
maar goochelaars zoals James Randi zijn helaas niet bereid ál hun beroepsgeheimen
prijs te geven.
Sommigen beweerden dat zij Geller een voorwerp
hadden zien buigen zonder het aan te raken. In werkelijkheid hadden ze
dan slechts gezien dat hij het voorwerp niet hanteerde op het moment dat
de buiging volgens hen spontaan had plaatsgevonden. Ze realiseerden zich
niet dat hij het voorwerp al in een eerder stadium had kunnen buigen.
Vaak ontdekten journalisten allerlei verbogen voorwerpen pas nadat hij
met zijn medewerkers weer was vertrokken. Geller beweerde dat hij moeite
had om zijn krachten te richten. Daardoor was het voor de toeschouwers,
die van tevoren niet wisten wat er ging gebeuren, onmogelijk om hun aandacht
op de juiste plaats te richten.
Gellers grootste wonderen vonden altijd onverwachts
plaats. Zo meldden verscheidene journalisten dat er tijdens hun gesprek
met Geller plotseling een voorwerp uit de lucht was komen vallen. Michael
Brown beschrijft in zijn boek Psycho Kinese (1976) hoe
hij getuige was van een dergelijk voorval toen hij Geller bezocht in diens
New-Yorkse flat. Tijdens het gesprek klonk opeens een luide knal vanuit
een hoek van de kamer. Brown zag een houten schaakbord bewegen, liep er
naar toe en constateerde dat er een grote steen op was gevallen. Onder
excuses voor zijn scepsis liep hij naar een kast orn te kijken of zich
daarin misschien een medeplichtige verborgen hield, die de steen had kunnen
gooien. Ook controleerde hij of de deur van de flat nog steeds afgesloten
was. Brown vond echter niets dat op bedrog wees. Wel schreef hij: 'Nu
was Uri's secretaresse naar ons toe gekomen van haar bureau, dat in een
uitbouw van de kamer stond en vroeg wat er aan de hand was.' Aan de mogelijkheid
dat deze medewerkster van Geller de steen had geworpen, besteedde Brown
merkwaardig genoeg geen aandacht.
De meeste journalisten zouden in hun verslag de secretaresse niet
eens hebben genoemd. Zij lieten schijnbaar irrelevante details achterwege
en maakten een ordelijk verhaal van de chaotische stroom van gebeurtenissen
waarvan ze getuige waren geweest. De lezers kregen daardoor de indruk
dat bedrog uitgesloten was. Fotografen deden hetzelfde door middel van
fotoreeksen. De foto's toonden Geller in verschillende stadia van het
buigproces en gaven de indruk dat hij de hele tijd recht voor de lens
was blijven staan. Dat was in werkelijkheid niet het geval. Zelfs Geller
liet weten dat het hem zeer frustreerde, dat de meest overtuigende wonderen
altijd plaatsvonden als de camera verkeerd stond gericht of de filmrol
vervangen moest worden.
Ooggetuigenverslagen van mensen die een goochelact
hebben gezien, zijn doorgaans verre van accuraat, omdat de details waarin
het geheim van een truc verscholen ligt, over het hoofd worden gezien.
Een aardig voorbeeld daarvan vormde het optreden van een pseudo-paragnost
in een tv-show van Ruud ter Weyden. De paragnost liet het aanwezige publiek
korte boodschappen op uitgedeelde velletjes papier schrijven. De briefjes
werden dichtgevouwen in een doos verzameld. Na een muzikaal intermezzo
pakte de paragnost met een bovenmaatse pincet een briefje uit de doos
en hield het tegen zijn voorhoofd. Vervolgens vertelde hij wat er op het
ongeopende briefje stond en we zagen het verbaasde gezicht van de dame
van wie de boodschap afkomstig was. Dit herhaalde zich enige malen, waarbij
Ruud ter Weyden telkens controleerde of de tekst op de briefjes inderdaad
overeenkwam met de uitspraken van de paragnost. Dat bleek steeds het geval.
De presentator verzekerde de kijkers ervan dat de paragnost de briefjes
beslist niet van tevoren had kunnen inzien, omdat hij tijdens het muzikale
intermezzo naar achteren was gelopen.
Was hier een wonder gebeurd? Neen, het volgende
scenario geeft een simpele verklaring voor deze stokoude truc. De paragnost
nam een van de briefjes stiekem mee naar achteren en las wat erop stond.
(Wellicht kreeg hij het briefje achter de schermen van een medewerker
die tijdens de inzameling in het publiek zat.) De aldus verkregen informatie
onthulde hij nadat hij met zijn pincet het eerste nog dichtgevouwen briefje
uit de doos had gepakt. Schijnbaar om zichzelf te controleren, vouwde
hij dit briefje open en verkreeg zo de informatie die hij in zijn volgende
poging kon onthullen. Het briefje dat Ruud ter Weyden mocht voorlezen,
was niet het briefje dat de paragnost zojuist uit de doos had gepakt.
Dat briefje overhandigde hij pas bij de volgende poging, zodat hij steeds
een briefje voorlag op de toeschouwers.
Ik sprak verschillende mensen die dit tv-programma
hadden gezien. Geen van hen had opgemerkt dat de paragnost de briefjes
zelf openvouwde. Wel herinnerden ze zich goed dat hij ze met een groot
pincet had vastgehouden. Dat gaf hun de suggestie dat hij ze in het geheel
niet had aangeraakt. Bovendien werd het openvouwen van de briefjes nauwelijks
in beeld gebracht. Dit voorbeeld illustreert hoe een goochelaar de toeschouwers
voor de gek kan houden wanneer die niet weten waarop ze moeten letten.
Wanneer iemand zijn wonderbaarlijke ervaringen
met Uri GelIer beschrijft, kunnen we er meestal niet achter komen wat
er werkelijk is gebeurd, omdat bepaalde essentiële details in het verhaal
ontbreken. Soms is het echter mogelijk om tussen de regels door te lezen
hoe Geller het 'm lapte. Dat is bijvoorbeeld het geval in het verslag
van de Israëlische parapsycholoog H. C. Berendt (1986). Berendt had een
klein doosje meegenomen dat hij met sellotape stevig had dichtgeplakt.
Hij gaf het aan Geller, die probeerde te raden wat erin zat. Het grootste
deel van het experiment werd met een cassetterecorder opgenomen, zodat
we weten wat er werd gezegd.
Voordat Geller iets over de inhoud van het
doosje had verteld, zei hij: 'Chaim, ik zal je vertellen wat ik te weten
kom. Mag ik het doosje na afloop openmaken?' De parapsycholoog willigde
dit verzoek onmiddellijk in. Geller gaf hem vervolgens de opdracht een
rechthoek te tekenen en zich daarin het verborgen voorwerp voor te stellen.
Nadat Berendt dit had gedaan, vertelde Geller dat hij iets voelde wat
zacht en wit was (dat waren de watten waarin het voorwerp lag). Veel meer
informatie kon hij nog niet geven. Daarom gaf hij Berendt de opdracht
een driedimensionale tekening van het doosje te maken. Ten slotte vroeg
hij om het notitieblok en maakte na enkele minder geslaagde aanzetten
een accurate tekening van het verborgen voorwerp. Hij vermoedde dat het
een fossiel zou kunnen zijn en dat was inderdaad het geval.
'Mag ik het nu openmaken?' vroeg Geller enthousiast.
Berendt knikte en Geller begon meteen verwoed aan het sellotape te trekken.
Berendt vergeleek hem met een klein kind dat zijn kerstcadeau niet open
kan krijgen. De laatste strook sellotape trok Uri met zoveel geweld los
dat het kartonnen doosje kapotscheurde. Bij het zien van de inhoud gaf
hij een vreugdeschreeuw en na afloop verklaarde hij vol trots een dergelijk
kunststukje nog niet eerder te hebben uitgehaald.
Tijdens het experiment had Berendt het gevoel
alsof hij naar het ongecompliceerde en emotionele gedrag van een kind
zat te kijken. Dat gaf hem de indruk dat hij de situatie geheel in de
hand had. Vermoedelijk waren de rollen in werkelijkheid omgedraaid. Niet
Geller, maar Berendt was degene die zich naïef gedroeg. Gellers gedrag
was zonder twijfel veel geraffineerder dan hij deed voorkomen. Niet voor
niets vroeg hij tweemaal of hij het doosje mocht openmaken om het ten
slotte kapot te scheuren. We mogen aannemen dat hij er een gat in maakte
op het moment dat Berendts aandacht even was afgeleid. In eerste instantie
voelde hij alleen watten en daarom gaf hij Berendt een tweede tekenopdracht.
Terwijl de parapsycholoog een kubus tekende en zich daarin het fossiel
voorstelde, had Geller alle gelegenheid met zijn vinger de inhoud van
het doosje te verkennen.
Het ware meesterschap van Geller was erin
gelegen dat hij een situatie wist te creëren waarin Berendt er niet toe
kwam om het doosje te inspecteren voordat het werd opengemaakt. Toen Geller
vroeg 'Mag ik het nu openmaken?' zag Berendt hem popelen van ongeduld
en gunde hem de beloning die hij reeds eerder had toegezegd. Geller speelde
met overtuiging de rol van het gretige kind. Dat bood hem de kans alle
sporen van braak uit te wissen door het doosje kapot te maken. Deze interpretatie
bewijst niet dat Geller werkelijk bedrog heeft gepleegd. Wel is het de
meest eenvoudige verklaring voor zijn opmerkelijke succes.
Soms demonstreerde Geller zijn helderziende
gaven door tekeningen te reproduceren die in gesloten enveloppen zaten.
In dat geval was het meestal niet nodig om de enveloppen stiekem te openen.
Maak maar eens een tekening op een vel papier, vouw het papier tweemaal
doormidden en stop het in een envelop. Als je de envelop nu stevig tegen
het papier aandrukt en zorgt voor een gunstige lichtval, kun je de lijnen
van de tekening vaag onderscheiden. (Dat lukt nog beter door er een penlight
achter te houden of door de envelop met alcohol te bevochtigen.) Geller
had eveneens deze mogelijkheid, want hij hanteerde de enveloppen meestal
langdurig. David Marks en Richard Kammann (1977) stopten drie tekeningen
die eerder aan Geller waren voorgelegd opnieuw in enveloppen, die een
aantal studenten korte tijd mochten inspecteren. Sommige studenten wisten
de tekeningen even nauwkeurig te reproduceren als Geller had gedaan. Zij
slaagden er bovendien evenmin als Geller in de derde afbeelding na te
tekenen. Dat kwam omdat de omtrek deze tekening geheel onherkenbaar werd
wanneer het papier was gevouwen. Uri Geller tekende precies de vorm die
door de envelop heen zichtbaar was.
Een sterk staaltje van psychokinese, dat Geller
in de meeste tv-shows liet zien, was het weer in gang zetten van oude
horloges. Hij riep de kijkers op horloges die waren blijven stilstaan
in hand te houden en velen belden de studio om te melden dat hun horloge
weer was gaan lopen. Volgens Guy Lyon Playfair (Geller & Playfair
1986) spreekt dit 'bewijsmateriaal van het publiek op overtuigende wijze
in Gellers voordeel'. Kennelijk wist hij niet dat de goochelaar Milbourne
Christopher hetzelfde presteerde tijdens een aantal radio- en tv-shows
die in 1975 plaatsvonden. Meer dan duizend mensen belden op om een wonder
te rapporteren (Booth 1986).
Marks en Kammann (1977) ontdekten een doodsimpele
verklaring voor het mirakel. De meeste horloges blijven niet stilstaan
vanwege een mechanisch defect, maar omdat de olie zich heeft vastgezet
of omdat er stof in het horloge zit. Wanneer je een dergelijk horloge
opwindt en enige tijd in je gesloten hand houdt, die je wat heen en weer
beweegt, dan heb je een goede kans dat het gaat lopen. Door de warmte
van je hand wordt de olie vloeibaar, terwijl de bewegingen die je maakt
het mechaniek tijdelijk weer in gang kunnen zetten. [Uiteraard werkt dit
niet met de hedendaagse digitale horloges.]
Geller kon ook de stand van een kompasnaald
beïnvloeden. Playfair gaf de volgende beschrijving van deze truc:
Hij knielde op de betonnen vloer, met beide
handen op de vloerbedekking steunend, concentreerde zich even krachtig
en knikte toen met zijn hoofd afgemeten naar het kompas, alsof hij een
hond was die erin wilde bijten. Terwijl hij dat deed stootte hij een
duidelijk gekreun uit. Ik keek vanaf een paar centimeter naar de naald.
'Ja,' zei ik. 'Hij heeft heel even bewogen.'
Dat had hij niet, maar ik dacht dat zo'n reactie, ook al was ze onwaar,
hem zou aanmoedigen, en dat was ook zo. Hij probeerde het opnieuw en
dit keer draaide de naald minstens vijftien graden zonder te vibreren.
Vanaf het punt waar ik toekeek kon ik zien dat hij de tafel niet aanraakte
...
Ik kan alleen maar zeggen dat Uri zonder
enige twijfel een kompasnaald kan laten bewegen door zijn hoofd er dichtbij
te brengen. Hij kan diezelfde beweging ook maken zonder de naald te
bewegen, en dat zou dan de mogelijkheid uitschakelen van een 'verborgen
magneet' in zijn haar, zijn hals of zijn mond. (Geller & Playfair
1986, p. 256-257)
We mogen aannemen dat de naald inderdaad niet
op de beweging van Uri's hoofd reageerde, want een goede goochelaar zorgt
ervoor dat de toeschouwers hun aandacht op de verkeerde plaats richten.
Wie Playfairs beschrijving nauwkeurig leest, zal opmerken dat Geller zijn
tweede poging niet op de vloer uitvoerde, maar aan een tafel. Dat gaf
hem de mogelijkheid om ongemerkt zijn voet in de buurt van het tafelblad
te brengen. In zijn schoen bevond zich wellicht een kleine magneet of
een stuk metaal. Playfair keek van dichtbij toe, zodat hij beslist niet
kon zien wat er onder de tafel gebeurde.
Al deze voorbeelden mogen duidelijk maken
dat Geller zijn effecten doorgaans met simpele middelen kon bereiken.
Wie zelf wil ervaren hoe eenvoudig het is om anderen te verbazen, vindt
achter in dit boek een drietal zeer effectieve goocheltrucs.
Dromen:
Waarschijnlijk de meest voorkomende vorm van creativiteit en fantasie, dan ook over overgegane dierbaren. De vraag is maar of we deze begrijpen en er iets uit leren.
Het Ouija bord:
De term Ouija komt van het Franse oui en het Duitse ja . Het Ouija -
bord is een bord met de letters van het alfabet, de cijfers en de woorden ja en nee. Een
klein tafeltje komt in beweging onder impuls van de energie van een
zogenaamd overleden persoon vormt woorden, getallen en zinnen. Deze vorm van communicatie met overledenen wordt vaak afgeraden omdat men niet altijd die personen bereikt
die men wil bereiken .Het gaat uiteindelijk niet om overleden
personen, maar om de energie die de deelnemers aan het spel zelf
gebruiken.
Technologie : Met elektronische apparaten zoals cassetterecorders (vroeger bandopnemers), videocameras , computers en telefoontoestellen is contact met overledenen nog nooit mogelijk geweest en ook deze verhalen zijn pure onzin.
De grondlegger voor deze methode(n) is de Zweed
Friedrich Jürgenson. Hij ontdekte bij toeval deze
communicatiemethode. e geluiden worden veroorzaakt door electronische
interferenties en hebben niets met geesten en overledenen te maken.
Fotografie en film: Op fotos en film werden en worden grote aantallen
overleden mensen en dieren vastgelegd. De meeste fotos zijn puur bedrog
Een voorbeeld van een reclamestunt is de film Three Men And A Baby, waar u op de 60 ste minuut een jongen kunt zien in een venster-opening op de achtergrond. Acteur Ted Danson heeft juist zijn moeder
gebeld om hem te helpen met de opvang van de baby. Ze zitten samen in
de woonkamer en Ted Danson loopt even een paar passen verder, met de
baby in de hand.
Op dit moment kunt u op de achtergrond in een vensteropening een
jongen zien staan. Deze jongen was de overleden zoon van de eigenares
van het appartement waar de opname werd gedaan. De slimme producers
hebben deze foto gewoon in de film gemonteerd.
Drugs: Onder invloed van drugs kan men ook de ilussie krijgen in contact te komen met personen
aan gene zijde.Dit is uiteraard een niet aan te raden methode maar ze
wordt in sommige culturen wel toegepast door aana drugs verslaafde
shamanen.
Het Overlijden en De Overgang:
Bij
het overlijden of het moment dat het fysieke lichaam ophoudt te
functioneren , komt het astraal lichaam los van het fysieke. Nu verlaat het astraal lichaam het lichaam definitief. Dit in tegenstelling tot de uittreding en de BDE waar het astraal lichaam in het fysieke lichaam terugkeert.
De persoon ondergaat dan een aantal ervaringen die inderdaad vrij universeel blijken te zijn, dit ongeacht ras, religie, opvoeding, sociale stand enz.
Een aantal van deze klassieke ervaringen zijn:
· De levensfilm: de persoon ziet in een vlug tempo zijn of haar leven aan zich voorbij flitsen. Een aantal gebeurtenissen , meestal met een emotionele of spirituele waarde springen er uit.
· De tunnelervaring: men gaat/ zweeft door een tunnel naar een Licht en/of de andere wereld.
·
|