Wat is een geslachtziekte?
  
Soa is een verzamelnaam voor alle ziekten die via sexueel contact,  d.w.z. via de geslachtsorganen (= genitale seks), de mond (= orale  seks/speeksel-contact) en/of via de anus (= anale seks/feces-contact),  kunnen worden overgedragen. 
 Een geslachtsziekte oftewel SOA  (sexueel overdraagbare aandoening) is een infectie die door seksueel  contact van mens tot mens overgebracht wordt. De meest voorkomende  manier om een geslachtsziekte te krijgen is door onveilig vrijen. Andere  vormen van seksueel contact, zoals orale of anale seks kunnen ook een  besmettingsbron zijn.  
De meest voorkomende geslachtsziekte is chlamydia,  die met nogal eens zonder klachten kan verlopen. Daarnaast komen ook  genitale wratten (condylomata) en gonorroe regelmatig voor. 
Seksueel overdraagbare aandoeningen zijn infecties die door seksueel contact (meestal gemeenschap) worden overgebracht.  
  
De belangrijkste zijn een Chlamydia, gonorroe, genitale wratten,Trichomonas, hepatitis B, herpes genitalis, syfilis (lues), besmetting met het HIV (het virus dat aids veroorzaakt), schaamluis en schurft.Een schimmelinfectie (Candida) en bacteriële vaginose (afscheiding waarbij vaak de bacterie Gardnerella wordt gevonden) zijn niet seksueel overdraagbaar.
  Iedereen die seksueel actief is met iemand die een seksueel  overdraagbare aandoening heeft, kan een SOA oplopen, als geen condoom  gebruikt wordt, als een condoom scheurt, en bij andere vormen van  onveilig seksueel contact. Een enkele infectie is ook overdraagbaar bij  condoomgebruik. Ook in lesbische relaties komen SOA voor. 
   Seksueel overdraagbare aandoeningen geven vaak geen klachten. Daardoor  weten mensen met een SOA niet altijd dat zij een infectie bij zich  dragen die zij kunnen overdragen aan anderen. SOA worden overgebracht  door geslachtsgemeenschap, maar ook door seksuele contacten via de mond,  door anale contacten of contacten met lichaamsvloeistoffen zoals  sperma, speeksel, bloed en vaginale afscheiding. Slechts enkele SOA zijn  overdraagbaar via huidcontact. 
   Het komt regelmatig voor dat vrouwen of meisjes verkracht worden of gedwongen worden tot seks. 
Behalve de angst voor een seksueel overdraagbare aandoening is er dan  soms ook angst voor een ongewenste zwangerschap. Ook de psychische  verwerking van het meegemaakte is vaak heel moeilijk. 
  Speelt iets dergelijks in uw situatie, aarzel dan niet dit aan uw arts  te vertellen. Deze kan dan in overleg met u kijken of andere hulp  wenselijk is.
   Onderstaande verschijnselen duiden soms op een seksueel overdraagbare  aandoening. Hebt u een of meer van deze klachten, ga dan naar uw  huisarts, zeker als u bang bent een SOA te hebben opgelopen na een  onveilig seksueel contact.  
Tegelijkertijd is het belangrijk te weten dat  de meeste van deze klachten heel vaak een andere oorzaak hebben.
  
    - veranderde afscheiding uit de vagina (schede) of meer afscheiding dan gebruikelijk
   
    - pijn bij het plassen of kleine beetjes moeten plassen
   
    - irritatie en jeuk van de vagina
   
    - pijn bij het vrijen
   
    - abnormaal bloedverlies, zoals tussentijds bloedverlies of bloedverlies tijdens of na de gemeenschap
   
    - buikpijn en eventueel koorts
   
    - zweertjes, wratjes, blaasjes op de schaamlippen, rond de anus of de mond
   
    - keelklachten (na seks met uw mond)
 
 
 
Overzicht geslachtsziekte:
  - chlamydia  - genitale wratten  - herpes genitalis  - gonorroe  - hepatitis B  - schaamluis  - trichomonas 
  
Oorzaak 
  
  Een SOA wordt immers overgedragen door seksueel contact. Nogal eens  roept dit binnen een relatie pijnlijke vragen op: wie van de partners  heeft de SOA in een andere relatie opgelopen? Is mijn partner ook  geïnfecteerd? Schaamte, angst, onzekerheid of kwaadheid zijn dan ook  veel voorkomende gevoelens. Ook zijn er soms zorgen of er nog andere  infecties zijn opgelopen.
  
Is een geslachtsziekte te behandelen?
 Geslachtsziekten zijn  in principe goed te behandelen, mits tijdig ontdekt. Via een SOA test  kan vastgesteld worden of u een geslachtsziekte hebt. Uw huisarts  schrijft u dan een recept voor zodat u het desbetreffende medicijn,  bijvoorbeeld Zithromax bij Chlamydia, bij uw apotheek kunt ophalen. Het  is echter gebleken dat mensen het moeilijk vinden om dit soort  medicijnen bij de apotheek af te halen. Voor deze mensen is het ook  mogelijk om de medicijnen online te bestellen bij een online apotheek,  bijvoorbeeld: dokteronline. De online apotheek krijgt met behulp van een  vragenlijst alle informatie over uw gesteldheid. De vragenlijst wordt  gekeurd door een gerenomeerde arts  en na goedkeuring vrijgegeven voor  uitlevering. 
  
Waarschuw uw seksuele partner 
  
Hebt u onbeschermd seksueel contact (zonder condooms) gehad met uw  seksuele partner, licht dan uw partner in want dat is noodzakelijk. De kans is groot dat hij of  zij de seksueel overdraagbare aandoening ook heeft, en deze weer aan u  teruggeeft als de aandoening niet behandeld wordt.
 
  
Vragen  hierover kunt u gerust met uw arts bespreken.  Sommige seksueel overdraagbare aandoeningen, zoals Trichomonas (2.5)  worden ook in lesbische seksuele contacten overgebracht. Ook dan is  onderzoek en eventuele behandeling van de partner belangrijk om te  voorkomen dat u de infectie opnieuw krijgt.
   Omdat seksueel overdraagbare aandoeningen vaak geen klachten geven,  weten andere of vroegere seksuele partners van u of uw partner vaak niet  dat zij misschien een SOA hebben. Om te voorkomen dat zij deze weer  doorgeven aan anderen, is het belangrijk dat zij ook geïnformeerd  worden. U (of uw partner) kan dat zelf doen. Is dat moeilijk, dan kan  een sociaal-verpleegkundige van de GGD hierbij behulpzaam zijn. Deze  verpleegkundige weet hoe vervelend dit soort situaties zijn, en kan  meedenken over mogelijke oplossingen. Zo kunt u een waarschuwingsstrook  krijgen om per post op te sturen, of kan de verpleegkundige contact  opnemen met de betreffende partner(s), zonder daarbij uw naam te noemen.
     Bij elke seksueel overdraagbare aandoening is het verstandig na te gaan  of u mogelijk nog een andere SOA hebt opgelopen, en of u daar onderzoek  naar wilt laten doen. Al deze infecties zijn aan te tonen of uit te  sluiten door het afnemen van een kweek of bloedonderzoek. Bespreek met  uw arts of dit voor u zinvol is. Bedenk wel dat sommige SOA als syfilis  (2.8) en HIV-infectie (2.9) pas na respectievelijk drie en zes maanden  in het bloed aantoonbaar zijn. Dit betekent een lange tijd van spanning,  maar blijvende onzekerheid brengt ook vaak veel ongerustheid mee.
     Bijna iedereen weet wel dat veilig vrijen belangrijk is om seksueel  overdraagbare aandoeningen te voorkomen. Veilige seks is een monogame  relatie, waarin geen van beide partners seksuele contacten met anderen  hebben (gehad). In andere situaties betekent veilige seks een condoom  gebruiken. In lesbische relaties betekent dat het gebruik van een  beflapje en het voorkomen van overdracht van vaginaal vocht via vingers  of seks-toys. 
  
Veilig vrijen 
  
Veilig vrijen is vaak gemakkelijker gezegd dan gedaan. Het betekent  dat je als vrouw moet praten en soms zelfs moet onderhandelen over  condoomgebruik of veilige seks. Sommige vrouwen denken geen risico te  lopen (ik ben geen prostituee), soms wordt door alcohol of druggebruik  het goede voornemen vergeten of lijkt het minder belangrijk. Vaak zijn  er andere redenen waarom het, als het erop aankomt, toch moeilijk is  veilig te vrijen. Bedenk voor uzelf wat veilige seks moeilijk maakt, en  aarzel niet daar met de arts of een verpleegkundige over te praten. Zij  kunnen u behulpzaam zijn bij het vinden van oplossingen. 
  
Condooms 
  
 Bij gebruik van condooms is het belangrijk condooms van een betrouwbaar  merk te gebruiken; de drogist of apotheek kan u hierover adviseren.  Gebruik elke keer dat u gemeenschap hebt, een nieuw condoom. Mocht u  behoefte hebben aan een glijmiddel, gebruik dan alleen een  wateroplosbaar glijmiddel. Vet uit zalven of crèmes kan het condoom  aantasten. 
  Als u toch onveilig seksueel contact hebt gehad, bespreek dan met de  huisarts of onderzoek naar SOA zinvol is. Ook kunt u zich altijd wenden  tot een SOA-polikliniek van het ziekenhuis of de GGD, waar u anoniem  onderzocht en behandeld kunt worden indien u dat wenst.
  
  
Chlamydia 
  Een Chlamydia-infectie wordt veroorzaakt door een soort bacterie die  zich nestelt in de slijmvliezen van de geslachtsorganen. Na anaal  contact of sperma dat in de keel of een oog terechtkomt, kunnen ook  infecties van deze organen optreden.
     Bij vrouwen veroorzaakt een Chlamydia-infectie een ontsteking van  slijmvliezen, meestal van de urinebuis en/of de baarmoedermond. Vaak  geeft een infectie met Chlamydia geen klachten; daardoor kan de infectie  lange tijd aanwezig zijn zonder ontdekt te worden. Soms zijn er wel  klachten, zoals meer of andere afscheiding dan normaal, pijn bij het  plassen, tussentijds bloedverlies of bloedverlies na vrijen, pijn bij  het vrijen of pijn in de onderbuik. Bij mannen veroorzaakt Chlamydia een  ontsteking van de urinebuis. Meestal, maar niet altijd hebben zij  klachten daarvan, zoals afscheiding uit de penis, pijn bij het plassen  of vaker dan normaal moeten plassen.
     Een kweek van de baarmoedermond kan aantonen of u een Chlamydia-infectie  hebt. De uitslag duurt enkele dagen tot een week. Ook een kweek van de  urinebuis of urineonderzoek is mogelijk. Soms vindt men bij  bloedonderzoek in verband met zwangerschapswens aanwijzingen voor een  mogelijke vroeger doorgemaakte Chlamydia-infectie. Nogal eens blijkt er  dan sprake te zijn van onterecht alarm, omdat ook luchtweginfecties met  een andere soort Chlamydia-bacterie zon bloeduitslag geven.
 
  
Behandeling Chlamydia 
  
Chlamydia is goed te behandelen met een antibioticum. Er zijn eendaagse  kuren en kuren voor een week of tien dagen. Maak de kuur af.
  Bedenk dat ook uw seksuele partner de infectie bij zich kan dragen,  evenals vroegere en/of andere seksuele partners van één van u beiden.  Het is dan ook belangrijk dat ook deze partner(s) ingelicht en zo nodig  behandeld worden. Tijdens de behandeling is het verstandig om bij het  vrijen condooms te gebruiken.
  
  
Chlamydia 
 Chlamydia is de meest voorkomende seksueel  overdraagbare aandoening (soa) in Nederland. Jaarlijks lopen naar  schatting 60.000 mensen deze aandoening op. Met name bij vrouwen en  mannen tussen de 15 en 35 jaar komt chlamydia veel voor. Chlamydia wordt veroorzaakt door een bacterie: Clamydia Trachomatis
  Klachten van Chlamydia bij vrouwen zijn : 
 - pijn bij plassen - afscheiding - pijn bij het vrijen - pijn in onderbuik - tussentijdse bloedingen
  Klachten van Chlamydia bij mannen zijn: 
 - pijn bij plassen - afscheiding - pijn in balzak
  Alle slijmvliezen kunnen door Chlamydia besmet raken.
  Geneesmiddelen voor Chlamydia zijn: 
 - Zithromax tablet 250 mg,  eenmalig vier tabletten. Tijdens zwangerschap : - Erythromycine tablet 500 mg, gedurende 7 dagen 2 tabletten.
  
Raadpleeg uw huisarts of andere arts als u niet weet welke voor u geschikt is. 
  
Herpes 
  
Genitale herpes, Herpes Simplex-2 virus, is een van de  meest voorkomende SOAs ( seksueel overdraagbare aandoeningen). De  verschijnselen zijn terugkerende blaartjes op en rond de geslachtsdelen.  Meer dan 20% van de wereldbevolking is besmet met het HSV-2 virus en  tot nu toe is er geen middel dat genezend werkt. Als u eenmaal  geïnfecteerd bent blijft het virus in het lichaam aanwezig. Er zijn nu  echter middelen die bij een primaire infectie met veel klachten en bij  recidiverende klachten de ernst van de symptomen en de duur van de  klachten kunnen verminderen. 
  
Eileiderontsteking 
  
Een Chlamydia-infectie kan zich via de baarmoedermond en de baarmoeder  naar de eileiders verplaatsen en een eileiderontsteking veroorzaken. Een  plotselinge (acute) eileiderontsteking geeft klachten als algemeen ziek  zijn, pijn in de onderbuik en koorts. Een eileiderontsteking kan  ook sluimerend verlopen, zonder klachten. Na een eileiderontsteking is  soms de kans op een zwangerschap verminderd en de kans op een  buitenbaarmoederlijke zwangerschap verhoogd. Toch zijn de meeste vrouwen  na een behandelde eileiderontsteking normaal vruchtbaar, en is de kans  op een normale zwangerschap vele malen groter dan de kans op een  buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
 
  
Zwangerschap 
  
 Een zwangere kan een niet-behandelde Chlamydia-infectie tijdens de  bevalling overdragen aan haar kind, dat daardoor een oogontsteking of  een longontsteking kan krijgen. Behandeling tijdens de zwangerschap met  een voor het ongeboren kind onschadelijk antibioticum voorkomt zon  ontsteking.
  
  
Gonorroe
  
  
Gonorroe veroorzaakt, net zoals Chlamydia, een infectie van de  slijmvliezen van de geslachtsorganen, de urinebuis, de anus, keel of  ogen. 
 
  
Verschijnselen Gonorroe 
  Gonorroe komt veel minder vaak voor dan Chlamydia. Bij vrouwen zijn er  niet altijd klachten. Als er klachten zijn, is er vaak sprake van vieze,  overvloedige afscheiding uit de vagina.
   Ook andere klachten, zoals beschreven bij Chlamydia, kunnen voorkomen.  Mannen met deze infectie hebben vaak pusachtige afscheiding uit de  penis. 
 
  
 Een kweek van de baarmoedermond en/of urinebuis laat zien of er sprake is van een gonorroe-infectie.  De uitslag duurt enkele dagen tot een week. 
 Behandeling
  
  
Een infectie met gonorroe is goed te behandelen met een antibioticum. Er  zijn kuren voor één, drie of zeven dagen. Maak de kuur af. Zijn de  klachten na de behandeling niet verdwenen, ga dan terug naar uw arts.  Mogelijk is er ook een Chlamydia-infectie aanwezig, of is de gonorroe  niet gevoelig voor het gebruikte antibioticum. Bespreek ook met de arts  of onderzoek naar andere seksueel overdraagbare aandoeningen wenselijk  is.
  
  
Seksuele Contacten 
  De kans is groot dat ook uw huidige seksuele partner of andere/vroegere  seksuele partners van één van u beiden de infectie bij zich draagt.  Onderzoek en zo nodig behandeling van deze partner(s) is belangrijk om  te voorkomen dat zij de infectie weer aan anderen overdragen. Een  sociaal-verpleegkundige van de GGD kan u of uw partner behulpzaam zijn  bij het benaderen van deze partner(s). Tijdens de behandeling is het  verstandig om bij het vrijen condooms te gebruiken.
 
  
Eileiderontsteking 
  
Een infectie met gonorroe kan zich, net als Chlamydia, via de baarmoeder  naar de eileiders verplaatsen en daar een eileiderontsteking  veroorzaken. Een eileiderontsteking als gevolg van gonorroe gaat vaker  dan bij Chlamydia gepaard met ziekteverschijnselen als algemeen ziek  zijn, koorts en pijn in de onderbuik. Door een eileiderontsteking kunnen  eileiders beschadigd of afgesloten raken, waardoor er meer kans bestaat  op onvruchtbaarheid of een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
  Zwangerschap 
  Een zwangere kan een niet-behandelde gonorroe-infectie tijdens de  bevalling overdragen aan haar kind, dat daardoor een oogontsteking kan  krijgen. Zon ontsteking is met een antibioticum goed te behandelen.  Behandeling tijdens de zwangerschap met een antibioticum dat  onschadelijk is voor het ongeboren kind, voorkomt zon ontsteking.
  Genitale wratten  (condylomata acuminata)
   Genitale wratten worden veroorzaakt door een virus, het humaan  papillomavirus (HPV). Het virus wordt meestal overgebracht door seksueel  contact, maar dit kan ook gebeuren via gemeenschappelijk gebruik van  washandjes of handdoeken. De wratten zitten meestal rond de  schaamlippen, in de vagina, op de baarmoedermond of rond de anus. Bij de  man komen ze voor op de penis, het scrotum en ook rond de anus. 
  Verschijnselen 
  Genitale wratten ontstaan enkele weken tot zelfs meer dan een jaar na  infectie met het virus. Vaak zijn er eerst enkele kleine wratten die  langzaam groter worden en zich uitbreiden.  De wratten doen geen pijn, maar jeuken soms. Deze klachten kunnen  tijdens de menstruatie of zwangerschap verergeren. Wratten zijn soms  moeilijk te ontdekken als ze heel klein zijn of in de vagina of de  plasbuis zitten. Ze kunnen na langere tijd vanzelf verdwijnen. Toch  raadt men behandeling aan om te voorkomen dat ze zich uitbreiden.
  Gevolgen    
Genitale wratten hebben geen gevolgen voor uw gezondheid. Ze veroorzaken geen eileiderontsteking.  Ook is er geen verhoogde kans op baarmoederhalskanker. Hierbij ziet men  weliswaar ook vaak een infectie met HPV, maar dan gaat het om een ander  soort HPV-infectie.
  Behandeling 
  Als er niet te veel en niet te grote wratten aanwezig zijn, en als ze  zich niet in de vagina bevinden, kunt u bijna altijd de wratten zelf  aanstippen of een zalf aanbrengen. Ook kan de arts ze bevriezen of  aanstippen. Bij heel veel of heel grote wratten adviseert de gynaecoloog  vaak behandeling onder narcose of met een ruggenprik. Ze worden dan  elektrisch of met laser verschroeid.  Vaak lukt het niet alle wratten in één keer te verwijderen of komen ze  heel snel terug. Dan is een tweede, en soms een derde of een vierde  behandeling nodig. Omdat het virus vaak vele jaren aanwezig blijft,  kunnen wratten ook na langere tijd terugkomen.
  Seksuele contacten 
  
 Evenals bij andere seksueel overdraagbare aandoeningen is het verstandig  dat u uw huidige en/of vroegere partner inlicht. Heeft deze klachten,  dan zijn onderzoek en zo nodig behandeling zinvol. Een partner kan het  virus bij zich dragen zonder wratjes te hebben. Gebruik van condooms  vermindert de kans op overdracht van de wratjes, maar voorkomt dit niet  altijd, omdat het wrattenvirus zich kan bevinden buiten het gebied dat  door het condoom wordt bedekt.
  Zwangerschap    
Niet zelden groeien bestaande wratten tijdens de zwangerschap en worden  ze na de bevalling weer kleiner. Bespreek met de huisarts of gynaecoloog  of het wenselijk is de wratten tijdens de zwangerschap te behandelen.  Medicijnen om de wratten aan te stippen worden bij voorkeur niet tijdens  de zwangerschap gebruikt, omdat ze schadelijk kunnen zijn voor het  ongeboren kind. Bevriezen of verschroeien kan geen kwaad. Genitale  wratten worden maar zelden tijdens de bevalling overgedragen aan het  kind.
  Trichomonas 
   Trichomonas is een eencellig organisme, groter dan een bacterie. Net als  andere seksueel overdraagbare aandoeningen wordt Trichomonas bij  gemeenschap overgedragen. Ook bij lesbische vrouwen is overdracht  mogelijk. Er ontstaat een ontsteking van de vagina en/of de plasbuis. 
  Verschijnselen    
Een infectie met Trichomonas geeft vaak geen klachten. Soms duurt het  jaren voordat klachten ontstaan; een enkele keer ontstaan zij pas na de  overgang. Bij een ontsteking van de vagina is vaak schuimende,  onaangenaam ruikende afscheiding aanwezig. Soms zijn de schaamlippen  geïrriteerd en pijnlijk, waardoor ook het plassen pijn doet. Bij de man  kunnen afscheiding en irritatie van de eikel en de voorhuid optreden,  maar vaak hebben mannen geen klachten.
  Gevolgen    
Een Trichomonas-infectie is alleen in de vagina en de blaas of plasbuis  aanwezig en veroorzaakt geen eileiderontsteking. Er zijn dan ook geen  gevolgen voor uw algemene gezondheid.
  Onderzoek   Trichomonas is meestal gemakkelijk onder de microscoop zichtbaar. Soms  wordt Trichomonas gevonden bij onderzoek van de urine, of bij een  uitstrijkje naar baarmoederhalskanker. Ook een kweek van de vagina of de  urine kan Trichomonas aantonen.
  Behandeling    
Behandeling is eenvoudig: een eenmalige dosis tabletten verhelpt de  infectie. Gebruik op de dag van behandeling geen alcohol, want u kunt  dan misselijk worden.
  Seksuele contacten    
Veel artsen schrijven tegelijkertijd ook behandeling van uw partner voor  omdat de kans groot is dat deze de infectie ook heeft, en omdat  Trichomonas soms moeilijk aan te tonen is bij mannen. Zolang uw partner  niet behandeld of onderzocht is, kunt u beter afzien van gemeenschap  (tenzij uw partner een condoom gebruikt) of van seksueel contact met een  vrouw (waarbij Trichomonas via vaginaal vocht kan worden overgedragen).
  Zwangerschap   Trichomonas heeft geen gevolgen voor de zwangerschap of voor het kind.  Behandeling tijdens de zwangerschap kan geen kwaad, maar evenals bij  gebruik van andere medicijnen wordt vaak geadviseerd pas met de  behandeling te beginnen na de eerste drie tot vier maanden, als alle  organen van het kind zijn aangelegd.
  Hepatitis B 
   Hepatitis B is een virusinfectie. De infectie is zeer besmettelijk, wat  betekent dat het virus gemakkelijk over te dragen is aan anderen. Het  virus bevindt zich in het bloed of in lichaamsvloeistoffen als sperma,  vaginaal vocht en urine. Het is mogelijk de infectie te krijgen door  onveilig seksueel contact en door contact met bloed, zoals bij  gemeenschappelijk gebruik van tandenborstels, scheermesjes,  nagelschaartjes of naalden (bij druggebruik). Een zwangere met hepatitis  B kan tijdens de bevalling haar kind met het virus besmetten. 
  Verschijnselen 
  Twee van de drie mensen die een infectie met hepatitis B oplopen, merken  hier niets van. De derde krijgt als gevolg van een leverontsteking wel  klachten twee tot zes maanden na besmetting. Veel voorkomende klachten  zijn dan moeheid, lusteloosheid, misselijkheid, buikpijn, jeuk en  geelzucht. De urine is vaak donker en de ontlasting licht van kleur.  Meestal geneest zon leverontsteking vanzelf.  De meeste leverontstekingen (hepatitis) worden echter door andere virussen veroorzaakt (bijvoorbeeld hepatitis A).
  Gevolgen 
  Bij 5-10% van de mensen met een hepatitis-B-infectie blijft het virus  levenslang aanwezig. Zij worden dragers genoemd. Velen blijven  levenslang drager zonder ooit klachten te krijgen. Enkelen krijgen een  chronische leverontsteking, met de kans op een slecht werkende lever en  in uitzonderlijke situaties zelfs leverkanker. Alle dragers, en ook  degenen met een niet-genezen leverontsteking, zijn besmettelijk voor  anderen.
  Onderzoek 
  Een hepatitis-B-infectie kan worden aangetoond of uitgesloten door bloedonderzoek.
  Behandeling    
  
Er bestaat tot nu toe geen behandeling voor een hepatitis-B-infectie.  Bij een chronische leverontsteking is soms behandeling met medicijnen  mogelijk.
  Seksuele contacten 
  Bent u drager van hepatitis B, dan kan vaccinatie van uw onbesmette seksuele partners voorkomen dat zij ook besmet worden.
  Zwangerschap 
  In het begin van de zwangerschap vindt bij alle zwangeren bloedonderzoek  naar het hepatitis-B-virus plaats. Mocht blijken dat u drager bent van  dit virus, dan zijn er geen gevolgen voor de zwangerschap of de  bevalling. U kunt, indien u dat wenst, ook thuis bevallen. Omdat uw kind  tijdens de bevalling besmet kan worden, krijgt het vanaf de geboorte  injecties om een leverontsteking (hepatitis) te voorkomen. Ook bespreekt  de verloskundige, huisarts of gynaecoloog met u hoe u de kans op  besmetting van mensen in uw omgeving zo klein mogelijk kunt houden. De  GGD kan hierbij behulpzaam zijn.
  Herpes genitalis 
   Herpes genitalis (herpes van de geslachtsorganen) wordt veroorzaakt door  een virus, het herpes-simplex-virus. Er bestaan twee soorten herpes.  Type 1 geeft meestal aanleiding tot herpesblaasjes van de lip  (koortslip), en minder vaak van de geslachtsorganen. Type 2 veroorzaakt  vooral klachten van de geslachtsorganen. 
  Verschijnselen 
  Na besmetting met het virus ontstaan op de (schaam-)lippen of de  voorhuid van de penis een of meer pijnlijke blaasjes, die na een tot  vier weken weer uit zichzelf verdwijnen. Vaak zijn er ook klachten van  gezwollen klieren in de liezen en algemeen ziek zijn. Na enkele dagen  gaan de blaasjes vaak over in pijnlijke wondjes.
  Gevolgen 
  Vrouwen (en mannen) die besmet zijn met het herpesvirus blijven het  virus meestal langdurig bij zich dragen. Nogal eens komen de blaasjes  terug (recidief). Dit gebeurt veel vaker bij infectie met type 2 dan met  type 1. Als de blaasjes terugkomen, zijn de klachten vaak minder hevig  en verdwijnen pijnlijke blaasjes sneller.
  Onderzoek 
  Meestal is op grond van de verschijnselen vast te stellen of het om een herpesinfectie gaat.  Onderzoek van vocht uit de blaasjes (een kweek) kan duidelijk maken om  welke infectie het gaat. Als er eenmaal korstjes op de wondjes zijn  ontstaan, is een kweek niet betrouwbaar meer. Wel is dan bloedonderzoek  mogelijk om te zien of u een herpesinfectie hebt gehad. Uitslagen van  kweken en bloedonderzoek zijn vaak pas na een of twee weken bekend.
  Behandeling 
  Bij de eerste keer dat er blaasjes zijn en bij het terugkomen van  blaasjes is behandeling mogelijk met een vijfdaagse tablettenkuur.  Behandeling verwijdert het virus niet uit uw lichaam, en is daarom niet  strikt noodzakelijk. Wel verminderen de medicijnen de duur en de  hevigheid van de klachten. Als plassen erg pijnlijk is, kunt u plassen  in een zitbadje gevuld met lauwwarm water, of de urine tijdens het  plassen verdunnen met water uit een fles. Ook kan de arts u een  pijnstillende crème voorschrijven.
  Seksuele contacten 
  Omdat het virus na het verdwijnen van de blaasjes aanwezig blijft, is  ook daarna altijd overdracht aan andere personen mogelijk. Deze kans is  het grootst de eerste drie maanden na de eerste blaasjes, maar ook korte  tijd voor en na een nieuw optreden is er kans op besmetting van de  seksuele partner.  Gebruik van condooms vermindert vermoedelijk de kans op overdracht van  herpes, maar kan dit niet altijd voorkomen, omdat het condoom niet alle  plekken afdekt waar zich virus bevindt. Als u een koortslip hebt is het  verstandig de mond niet te gebruiken bij seksuele contacten.
  Zwangerschap 
  Hebt u vlak voor de bevalling voor het eerst in uw leven een  herpes-genitalis-infectie, dan is dit vaak een reden voor een  keizersnede. Zo wordt voorkomen dat het kind tijdens de bevalling met  herpes besmet raakt. Bij opnieuw optreden van herpes tijdens de  zwangerschap of rond de bevalling is geen keizersnede nodig: de kans op  besmetting van het kind is dan zeer klein. De huisarts, verloskundige of  gynaecoloog geeft u verdere informatie. Hebt u, uw partner of de  kraamvisite een koortslip, dan moet het kind zeker de eerste twee  levensmaanden niet gezoend worden.
  Syfilis  (lues)
   Syfilis (lues) wordt veroorzaakt door een bacterie die zich nestelt in de vagina, de penis, de mond of de   anus. Overdracht vindt plaats via gemeenschap. Als geen behandeling plaatsvindt, kan de bacterie zich  door het bloed verspreiden en vele jaren later ernstige ziekten veroorzaken. Tijdens de zwangerschap  heeft een niet-behandelde syfilis-infectie ernstige gevolgen voor het kind.
  Verschijnselen 
  Twee weken tot drie maanden na besmetting ontstaan een of meer zweertjes op de schaamlippen. 
  Zon zweertje is ongeveer een centimeter groot, voelt hard aan, maar  doet meestal geen pijn. Als het zweertje in de vagina of in de anus zit,  of bij de man onder de penis, is het moeilijk te zien. Ook zonder  behandeling verdwijnt het zweertje vanzelf binnen twee tot drie weken.  De ziekte is dan niet over. De bacterie verspreidt zich via het bloed  door het lichaam en kan algemene ziekteverschijnselen geven zoals  hoofdpijn, moeheid, huiduitslag en temperatuurverhoging.
  Gevolgen   Vindt geen behandeling plaats, dan kunnen als gevolg van verspreiding  door het lichaam jaren later ziekteverschijnselen optreden aan organen  als hersenen, ruggenmerg, hart, vaten en botten. Bij behandeling in een  vroeg stadium is dit gevaar niet aanwezig.
  Onderzoek 
  Voor het aantonen van een syfilis-infectie is bloedonderzoek nodig. Het  kan tot drie maanden duren voordat een infectie in het bloed is aan te  tonen. Bestaat er een kans dat u kort geleden besmet bent met syfilis,  dan is het verstandig bloedonderzoek na drie maanden te herhalen.
  Behandeling 
  Syfilis wordt met een antibioticum behandeld, meestal in de vorm van  injecties. Na de behandeling controleert men het bloed nog enkele malen  om te bezien of de infectie goed genezen is.
  Seksuele contacten 
  Tijdens de behandeling is het verstandig geen seksuele contacten te  hebben. Omdat niet-behandelde syfilis ernstige gevolgen voor de  gezondheid heeft, is het belangrijk na te gaan welke andere personen dan  uw eventuele partner de bacterie mogelijk ook bij zich dragen. Een  sociaal-verpleegkundige van de GGD kan hierbij behulpzaam zijn. Meer  informatie vindt u bij punt 2.1.
  Zwangerschap 
  Bij alle zwangeren vindt in het begin van de zwangerschap bloedonderzoek  plaats, onder andere op syfilis. In Nederland treft men deze infectie  jaarlijks bij enkele tientallen zwangeren aan. Bij behandeling vroeg in  de zwangerschap zijn er geen gevaren voor het kind. Wordt de ziekte niet  ontdekt, dan loopt het kind een groot risico om in de baarmoeder te  overlijden of ernstig ziek geboren te worden. Daarom krijgt u bij  zwangerschap altijd het advies u te laten testen op lues, ook als u  denkt dat u weinig of geen kans op deze ziekte maakt. Als het  bloedonderzoek laat zien dat er mogelijk iets aan de hand is, blijkt er  soms sprake te zijn van vals alarm. Vaak gaat het dan om een andere  infectie (framboesia) die in de tropen is opgelopen.
  HIV-infectie 
   Het humaan immunodeficiëntievirus (HIV) is een virus dat de ziekte aids  veroorzaakt. Het virus wordt overgedragen via onveilige seksuele  contacten en via bloedcontact (gemeenschappelijk gebruik van naalden bij  druggebruik). Door besmetting met dit virus kan vele jaren later aids  optreden. Behandeling met medicijnen vertraagt deze ziekte meestal met  vele jaren. Behandeling tijdens de zwangerschap voorkomt heel vaak dat  een zwangere het virus aan haar kind overdraagt. 
  Verschijnselen 
  Bij besmetting met het HIV zijn er meestal geen klachten, al zijn er  soms wat griepachtige klachten en huiduitslag; deze verdwijnen uit  zichzelf weer. Pas vele jaren later, soms na meer dan tien jaar,  verzwakt het afweersysteem. Er ontstaan dan als gevolg van de ziekte  aids lymfklierzwellingen, allerlei infecties en ook vaak kwaadaardige  aandoeningen.
  Onderzoek 
  Voor het aantonen van een HIV-infectie is bloedonderzoek nodig. Na  besmetting duurt het drie tot zes maanden voordat een test met zekerheid  aangeeft of u de infectie hebt opgelopen. Een negatieve testuitslag  betekent dat u de infectie niet bij zich draagt. Een positieve test (wél  infectie) wordt altijd gecontroleerd met andere testen voordat u de  definitieve uitslag krijgt. Mocht een HIV-infectie aanwezig zijn, dan  krijgt u uitgebreide informatie over verder onderzoek en  behandelingsmogelijkheden.
  Behandeling 
  HIV-infecties kunnen sinds 1995 veel beter behandeld worden. Genezing  van de infectie is nog niet mogelijk, maar behandeling stelt wel het  optreden van aids uit. De behandeling is intensief, met verschillende  soorten pillen die nauwgezet een aantal malen per dag ingenomen moeten  worden.
  Seksuele contacten 
  Bent u mogelijk besmet met HIV, gebruik dan condooms zolang de  bloeduitslagen nog geen zekerheid hebben gegeven. Zo voorkomt u dat u uw  seksuele partner infecteert. Hetzelfde geldt natuurlijk ook omgekeerd:  is uw seksuele partner mogelijk met HIV besmet, of loopt hij of zij kans  in andere seksuele contacten met HIV besmet te raken, vrij dan veilig  en eis het gebruik van condooms als u de seksuele relatie wilt  voortzetten.   
Is de kans groot dat u bij een (onvrijwillig) seksueel contact zonder  condooms HIV hebt opgelopen, informeer dan bij de huisarts of de GGD of  een PEP-kuur zinvol is. PEP is een afkorting van  postexpositie-profylaxe, dat wil zeggen: een medicijnkuur waarmee  geprobeerd wordt een HIV-infectie na mogelijke besmetting te voorkomen.  Bij het schrijven van deze brochure (2000) zijn de voor- en nadelen van  zon kuur in deze situatie nog onzeker, maar inzichten veranderen  mogelijk de komende jaren. 
  
Zwangerschap en HIV 
  
Vaak geven verloskundige hulpverleners zwangeren informatie over  HIV. Deze informatie gaat over de wijze waarop u een HIV-infectie kunt  oplopen, de voor- en nadelen van een HIV-test tijdens de zwangerschap en  mogelijkheden om HIV-infectie van het kind te voorkomen, zoals gebruik  van medicijnen tijdens de zwangerschap, speciale maatregelen rond de  bevalling, en geen borstvoeding geven. Zwangere vrouwen moeten zelf  beslissen of zij een HIV-test willen ondergaan.   
Of in de toekomst de HIV-test als routine aan alle zwangeren wordt  aangeboden, net zoals onderzoek naar hepatitis of lues, is niet  duidelijk. Informeer zo nodig bij de verloskundige, huisarts of  gynaecoloog. 
  Bestaat er een kans dat u tijdens de zwangerschap besmet wordt met HIV,  bespreek dit dan met uw huisarts, verloskundige of gynaecoloog, en  gebruik condooms.
 
  
Schaamluizen  (platjes) 
   Schaamluis is een besmetting met kleine luisjes die kunnen leven op alle  behaarde delen van het menselijk lichaam, behalve in het hoofdhaar. 
  
  
Verschijnselen
  
  Klachten van jeuk in het schaamhaar als gevolg van luisjes ontstaan  ongeveer twee weken na seksueel contact met iemand die schaamluis heeft.  Meestal zitten de beestjes op het haar rond de geslachtsdelen, maar ze  kunnen ook voorkomen in okselhaar, borsthaar, en zelfs wenkbrauwen en  wimpers.  De luisjes leven van menselijk bloed en laten bruine ontlasting vallen.  Deze plekjes zijn vaak in het ondergoed zichtbaar. De huid kan rood  worden en door krabben geïrriteerd en geïnfecteerd raken.
 
  
Luizen  
  Wassen met water en zeep helpt niet. De apotheek heeft goede middelen  tegen luis, waarvoor u geen recept nodig hebt. Was de kleren en het  beddengoed op minimaal 60 graden en laat matras en kussen luchten. Licht  uw seksuele partner(s) in.
 
  
Schurft  (Scabies) 
  
Schurft wordt veroorzaakt door de schurftmijt, een beestje dat onder een microscoop goed te zien is. 
  De vrouwtjes graven gangetjes in de huid en leggen daar hun eitjes. Deze  komen na drie tot vier dagen uit. Schurft wordt overgebracht door  intiem lichamelijk contact, waaronder seksueel contact. Schurft is ook  overdraagbaar via beddengoed en kleren.
  
Verschijnselen Schurft
  
  Ongeveer drie weken na infectie ontstaat jeuk over het gehele lichaam. In bed wordt de jeuk erger. 
  De gangetjes zijn vooral te zien op de pols, tussen de vingers, in de  knieholten en onder de borsten. Op de geslachtsorganen kunnen kleine  roodpaarse bultjes ontstaan. Krabben helpt niet en kan de huid  beschadigen.  De arts onderzoekt de huid op schurftmijt en stelt met een microscoop de diagnose.
  
  
Behandeling Schurft 
  Schurft wordt behandeld met een smeersel, crème of gel. Behalve het  hoofd moet u het hele lichaam insmeren. Kleren, handdoeken en beddengoed  moeten worden gewassen op minimaal 60 graden.  Matras en kussen moeten worden gelucht. Partner(s) en andere naasten moeten zich ook laten behandelen.
  Eileiderontsteking 
   Een eileiderontsteking wordt ook wel een salpingitis of pelvic inflammatory disease (PID) genoemd.   Nogal eens, maar zeker niet altijd, wordt een eileiderontsteking  veroorzaakt door een seksueel overdraagbare aandoening, meestal  Chlamydia, minder vaak gonorroe.  
Ook darmbacteriën (die onschuldig zijn  zolang ze in de darm blijven) kunnen een eileiderontsteking veroorzaken.   
Een eileiderontsteking kan heel sluimerend verlopen, zonder dat u er  klachten van hebt, maar de gevolgen zijn vaak hetzelfde als bij een  plotselinge (acute) eileiderontsteking.   
Een acute eileiderontsteking wordt hieronder beschreven.
 
  
Eileiderontsteking  
  Een eileiderontsteking ontstaat door een infectie met een bacterie die  zich vanuit de vagina (schede) via de baarmoedermond en de baarmoeder  naar de eileiders verplaatst. De eileiders zijn dan rood en gezwollen.  Soms breidt de ontstekingsreactie zich rond de eileiders in de buikholte  uit. Organen die in de buurt van de eileiders liggen, zoals  eierstokken, blinde darm, blaas en darmen, kunnen zo eveneens bij de  ontsteking betrokken raken.
 
  
Verschijnselen 
  Verschijnselen van een acute eileiderontsteking zijn algemeen ziek zijn,  onderbuikpijn maar soms ook pijn rechts in de bovenbuik, pijn bij  plassen, koorts en soms darmklachten.
  
  
Onderzoek eileiderontsteking 
  Als de arts denkt aan een mogelijke eileiderontsteking, vindt meestal  onderzoek van de buik en inwendig onderzoek plaats en wordt nagegaan of u  koorts hebt. Ook bloedonderzoek en urineonderzoek zijn mogelijk. Vaak  doet de gynaecoloog ook echoscopisch onderzoek. 
  Onderzoek van de buik kan uitwijzen of het buikvlies geïrriteerd is als  gevolg van een ontsteking. Bij onderzoek met een speculum (spreider,  eendenbek), dat vaak pijnlijk is als gevolg van de ontsteking, kan de  arts kweken afnemen. Kweken worden in het laboratorium onderzocht op de  aanwezigheid van Chlamydia, gonorroe of andere bacteriën die een  eileiderontsteking kunnen veroorzaken.  
Inwendig onderzoek met twee  vingers en de andere hand op de buik om de baarmoeder en de eierstokken  af te tasten, is bij een eileiderontsteking ook vaak erg pijnlijk. Toch  is dit onderzoek nodig om te beoordelen of er werkelijk sprake is van  een eileiderontsteking. 
  Bij bloedonderzoek zoekt men naar aanwijzingen voor een ontsteking,  zoals een verhoogd aantal witte bloedcellen of een verhoogde bezinking.  Soms wordt een zwangerschapstest van de urine gedaan, om geen  buitenbaarmoederlijke zwangerschap over het hoofd te zien. Echoscopisch  onderzoek doet de gynaecoloog om andere oorzaken van buikpijn uit te  sluiten. 
  De arts beoordeelt aan de hand van uw klachten en het onderzoek of er  werkelijk sprake lijkt te zijn van een eileiderontsteking. Soms is dit  niet duidelijk, en wordt een laparoscopie geadviseerd. Bij deze operatie  worden de baarmoeder en de eileiders met behulp van een kijkbuis onder  narcose onderzocht. 
  
Behandeling 
  
Afhankelijk van de vraag hoe ernstig ziek u bent en welke verzorging u  thuis hebt, behandelt de arts u thuis of in het ziekenhuis.
   De behandeling bestaat uit antibiotica die Chlamydia, gonorroe en  darmbacteriën bestrijden. Bent u erg ziek en misselijk, dan krijgt u  vaak de eerste dagen in het ziekenhuis een infuus met antibiotica. Na  een paar dagen wordt de behandeling met tabletten voortgezet.  
  
Uitslagen  van kweken op de bacteriën die de eileiderontsteking veroorzaken, zijn  pas na een aantal dagen bekend. Soms blijkt dan dat u beter een ander  antibioticum kunt gebruiken. De arts schrijft dit dan voor. Over het  algemeen verdwijnen uw klachten snel en voelt u zich binnen enkele dagen  alweer een stuk beter. Het is het belangrijk de voorgeschreven kuur af  te maken, ook al voelt u zich goed. 
 Bij een eileiderontsteking wordt veelal rust voorgeschreven om te  voorkomen dat de ontsteking zich verder uitbreidt. Als er sprake is van  een ernstige ontsteking betekent dit veelal bedrust, bij een minder  ernstige ontsteking of als u weer aan de beterende hand bent is bedrust  niet noodzakelijk, maar is het wel verstandig u te laten verzorgen en  zelf niet te werken.De arts geeft u hierover informatie. 
  Waarschijnlijk staat uw hoofd niet naar seks als u zich ziek voelt en  pijn hebt. Het is ook beter daarvan af te zien, zolang de ontsteking  niet helemaal is genezen. Vraag uw arts, indien deze dat niet uit  zichzelf heeft meegedeeld, hoe de uitslagen van de kweken waren.  
Mocht  er sprake zijn van een seksueel overdraagbare aandoening, dan is het  belangrijk dat uw seksuele partner eventueel onderzocht en ook behandeld  wordt, zodat u de infectie niet van hem terugkrijgt. Gebruik een  condoom zolang dat niet gebeurd is.
  
  
  
Wat zijn de gevolgen van een geslachtsziekte?
 Een  verwaarloosde chlamydia-infectie kan voor onvruchtbaarheid  bij de vrouw  zorgen. En een niet behandelde syfilis kan zich op den duur naar het  zenuwstelsel verplaatsen en daar verlamming en dementie veroorzaken tot  20 jaar na de oorspronkelijke infectie.
  Een aparte groep vormen  de tropische geslachtsziekten, deze worden veroorzaakt door infecties  die vooral in de tropen voorkomen. De veroorzaker kan een bacterie zijn  bijvoorbeeld Donavania, die zweren veroorzaakt op de geslachtsdelen. 
 
Hoe kunt u geslachtsziekte voorkomen?
 Veilig vrijen is het  belangrijkste advies om geslachtsziekten te voorkomen. Gebruik een  condoom en let op bij orale en/of anale sex. Het is daarnaast belangrijk  om bij klachten naar de huisarts of de SOA-poli van de GGD te gaan. 
Veel vrouwen zijn bang na een eileiderontsteking niet meer spontaan  zwanger te kunnen worden als gevolg van afgesloten eileiders. Soms is  deze angst terecht, maar meestal niet. De kans om niet spontaan zwanger  te worden na een eenmalige eileiderontsteking is 12-15%.  Reageerbuisbevruchting (IVF) is dan een mogelijkheid om alsnog zwanger  te raken. De andere 85-88% van de vrouwen die wel spontaan zwanger  worden, heeft een verhoogde kans op een buitenbaarmoederlijke  zwangerschap. 
  Door beschadiging van de eileider nestelt de vrucht zich dan in de eileider.   De normale kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is 1:250; na  een eileiderontsteking is die kans zesmaal verhoogd, ongeveer 1:40. Dat  betekent dat nog steeds het grootste deel van de vrouwen na een  eileiderontsteking gewoon zwanger wordt met een zwangerschap in de  baarmoeder.  
  
Het is verstandig in verband met de verhoogde kans op  een buitenbaarmoederlijke zwangerschap een echo te laten maken als u  zon twee tot drie weken over tijd bent. Zo kan gezien worden of de  zwangerschap zich in of buiten de baarmoeder bevindt. Omdat ook uw  huisarts de verhoogde kans op een buitenbaarmoederlijke zwangerschap  kent, zal verwijzing voor echoscopisch onderzoek nooit een probleem  opleveren.
  Veel vrouwen vragen zich af of ze na een eileiderontsteking  hun eileiders regelmatig moeten laten controleren maar omdat de kans het grootst is  dat u toch gewoon zwanger kunt worden, is dit vaak niet nodig. 
  Een eileideronderzoek is pijnlijk en er is altijd een kleine  kans dat als gevolg van het onderzoek opnieuw een eileiderontsteking  ontstaat. Mocht het zwanger worden na een jaar regelmatig gemeenschap  hebben niet gelukt zijn, neem dan contact met de huisarts op. Hij verwijst u dan naar de gynaecoloog voor verder onderzoek.  
  
  
  
   						  
  
 |