Inhoud blog
  • Ik verhuis naar een andere blogsite!!!
  • De mystiek achter de tweede komst van Jezus
  • Luz de Maria 24/4
  • Zalig de armen van geest
  • Aanbidden in geest en waarheid
  • 3.33 uur 's ochtends
  • De kracht van 1 Weesgegroet
  • Ze komen eraan
  • Vreemde en grote donkere wezens zullen spoedig overal binnendringen
  • Een volgende lockdown
  • Boodschap aan Anna Shelley 24/4
  • De devotie van de 7 smarten van OLVrouw
  • Toewijdingsgebeden aan God de Vader, het H. Hart van Jezus en het Onbevlekt Hart van Maria
  • Gebeden van toewijding van ziekte, lijden en levenslasten
  • De betekenis van Pinksteren - 4
  • Om een baby uit een miskraam en geaborteerde baby's te dopen
  • Exorcismegebed over je woning en grond en toewijdingsgebed
  • Gebeden van zegening en bescherming
  • Het is eindelijk aangebroken
  • Wat God me toonde over aanstootgevende kledij...
  • Wat God me toonde over feminisme
  • De betekenis van Pinksteren - 3
  • Einde van Satans invloed in zicht
  • Red de planeet, ga CO2 uitstoten
  • Over de verliezen aan Westerse kant wordt gezwegen
  • Boodschappen aan Eduardo Ferreira
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Boodschappen van OLVrouw di Zaro 8/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Boodschappen aan Valeria Copponi (tot 19/4)
  • Instorting van economie, en munteenheden
  • De uitval
  • Over Poetin
  • Zal dit het einde veroorzaken?
  • Een miraculeuze foto van de Gekruisigde Jezus
  • Boodschap aan Anna Shelley 20/4
  • Luz de Maria 20/4
  • Rusland wordt verder uitgedaagd
  • De 3 daagse duisternis
  • De 9 cirkels van de Hel
  • In de Hel wegens echtscheiding
  • Meteoor op California
  • 23 april
  • De komst van de asteroide
  • Massale afname van bevolking in Europa komt eraan
  • Repost: Genezingsgebed van God de Vader
  • Opwarming van het klimaat? Niet dus.
  • Let op voor cosmetica en dergelijke producten
  • De uitleg van het merkteken van het beest door de Heer
  • De volgende pandemie
  • Over Obama: hij kan de Antichrist worden, door bezetenheid
  • Luz de Maria 16/4
  • Boodschap aan Anna Shelley 19/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Een zombievirus
  • Nano chip
  • VK zal getroffen worden
  • Dit zal gebeuren door Hem
  • Het is reeds begonnen
  • Hoe de Antichrist zal werken door AI en Biotechnologie
  • Ze komen voor onze kinderen
  • Vernietiging van 3 landen
  • Bloedmanen als waarschuwend teken
  • 5 tekenen dat je een Uitverkorene bent
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • OLVrouw van Smarten
  • Adviezen om de duivel te bevechten
  • Het sociaal kredietsysteem
  • NEEM GEEN VACCINS!!! GEEN ENKELE!!!
  • BID TEGEN ABORTUS!!!
  • De betekenis van Pinksteren - 2
  • De betekenis van Pinksteren - 1
  • Goede raad: wees niet afhankelijk van de staat
  • De plannen van de wereldelites
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Bijhorende afbeelding bij de boodschap van Lorena
  • Nog eens nieuws van de Antichrist/Maitreya
  • Boodschap aan Pedro Regis 11/4
  • Luz de Maria 12/4
  • Boodschap aan Lorena 8/4
  • Chaga
  • Dit is de waarheid
  • Boodschap aan Anna Shelley 14/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 9
  • Janet Klasson - 9/2 Licht van de wereld in de Goddelijke Wil
  • Geheim van gedrevenheid
  • Kom, H. Geest, kom!
  • 3 middelen die Satan gebruikt om je ziek te maken
  • Gezegend zij
  • Gods Barmhartigheid is grenzeloos
  • Boodschap aan Anna Shelley 13/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 7 en 8
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • De Emmaüsgangers
  • Mummie
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 6
  • Op weg naar de microchip
  • Nog steeds kunnen we het tij keren - Niburu
  • Boodschap aan John Mariani
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 5
  • Boodschappen aan Jennifer
  • 28/3 Plaats dit in je huis en land (The Unsealed Message)
  • Maria Simma openbaart 7 geheimen
  • Het Gezicht van Jezus
  • Opruimen van de wereldbevolking was altijd het doel - Niburu
  • 11 april
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 4
  • Boodschappen aan John Leary - rest van maart
  • Boodschap aan Mary of Divine Mercy
  • Grote schudding 8/4
  • Luz de Maria: Paaszondag 9/4
  • Afbraak van immuunsysteem door vaccins
  • Luz de Maria: Stille Zaterdag 8/4
  • Luz de Maria: Goede Vrijdag 7/4
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 2 en 3
  • Boodschap aan Anna Shelley 6/4
  • Zalig Pasen!!!
  • Boodschap aan Anna Shelley 8/4 DRINGEND!!!
  • Gebed op vrijdag voor de Arme Zielen
  • Boodschap aan Eduardo Ferreira 24/3
  • Droom van J. Frances 3/4
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (25/3)
  • Het echte gevaar van het einde van de dollar
  • Schildklier en jodium
  • Boodschap aan Manuela te Sievernich (21/3)
  • Boodschappen aan Valentina Papagna
  • Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid - 1
  • Boodschap aan Marco Ferrari 26/3
  • Boodschap aan Gisella Cardia 3/4
  • De Kruisweg
  • 15 doodzonden in het Katholieke Geloof
  • Luz de Maria: Witte Donderdag 6/4
  • Het bankroet van Europa
  • Boodschap aan Anna Marie - Houston 11/2
  • Plaats terug brood op je huisaltaar
  • Boodschappen aan Pedro Regis
  • Palmzondag-rede van Vigano
  • Luz de Maria: Heilige Woensdag 5/4
  • Boodschap aan Luisa Piccarreta
  • Het Communisme zal opgelegd worden door de elite
  • Boodschap aan Ned Dougherty 26/3
  • Boodschap aan Anna Shelley (3/4)
  • Het verraad van Judas Iscariot (2)
  • Het verraad van Judas Iscariot (1)
  • Luz de Maria: Heilige Dinsdag 4/4
  • Luz de Maria: Palmzondag 2/4
  • Luz de Maria: Heilige Maandag 3/4
  • Interview met Luz Maria de Bonilla
  • Grafeenoxide in vaccins
  • Boodschap aan Lorena 14/3
    Zoeken in blog

    ALLES GAAT VOORBIJ, BEHALVE GOD !
    agenda

    Belangrijke data in mijn agenda

    Mijn favorieten
  • Mijn bibliotheek
  • Nieuwe blogsite
  • Archief per maand
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 08-2022
  • 07-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 08-2021
  • 07-2021
  • 06-2021
  • 05-2021
  • 04-2021
  • 03-2021
  • 02-2021
  • 01-2021
  • 12-2020
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 08-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 11--0001
    Levend geloof 9

    05-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lijst van gelijkenissen
    Gelijkenissen:

    05-11-2019 om 21:29 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelijkenis: deel 14 : 'De wijze en dwaze maagden'

    Deel 14 : De gelijkenis van 'De wijze en dwaze maagden'

    Gebaseerd op : www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis en preek van Tim Meyer

    Matteüs 25:1–13 :  Dan zal het rijk der hemelen gelijk zijn aan tien maagden, die haar lampen namen, om de bruidegom tegemoet te gaan. Vijf van haar waren dwaas, en vijf waren wijs. De dwaze namen wel haar lampen mee, doch geen olie. Maar de wijze namen met haar lampen ook olie in haar kruiken mee. Toen nu de bruidegom toefde, werden ze slaperig en sluimerden allemaal in. Maar midden in de nacht werd er geroepen: Ziet, de bruidegom komt; gaat naar buiten, hem tegemoet. Toen stonden al die maagden op, en brachten haar lampen in orde. Nu zeiden de dwaze tot de wijze: Geeft ons wat van uw olie; want onze lampen gaan uit. De wijze gaven ten antwoord: Neen, dan is er misschien niet genoeg voor ons en voor u; gaat liever naar de verkopers, en koopt voor uzelf. Maar terwijl ze heengingen om te kopen, kwam de bruidegom, en zij die gereed waren, gingen met hem ter bruiloft in; en de deur werd gesloten. Later kwamen ook de andere maagden, en zeiden: Heer, heer, doe ons open. Maar hij antwoordde: Voorwaar, ik zeg u, ik ken u niet. Waakt dus, want gij kent dag noch uur.

    Uitleg

    Herinner je je het spelletje ‘zoekertje’ van vroeger in je kindertijd? Het was de bedoeling dat er iemand moest aftellen en niet mocht kijken, degenen die meededen moesten zich ergens verbergen. Na de aftelling zei de persoon ‘Al wie zich niet verborgen heeft, is gezien’ en ging de persoon op zoek naar degenen die zich verborgen hadden. Zo zal het zijn als Jezus terugkeert op de Laatste Dag. Nu is het de tijd van genade of de tijd van barmhartigheid en wij ons NU moeten bekeren tot God. Het is ook de tijd dat we ons moeten ontdoen van zonde en Jezus en Zijn leer volgen. Maar de tijd zal komen dat de Heer terugkeert als Rechtvaardige Rechter. Of je klaar bent en op Zijn Komst hebt gewacht of niet, de Heer komt eraan! Natuurlijk is dit geen spelletje, maar de realiteit en waarheid van Gods Woord. “Niemand kent de dag en het uur van Zijn komst, zelfs niet de Engelen in de Hemel, zelfs niet de Zoon, maar alleen de Vader. Wees dus klaar! Wees alert! Je weet niet wanneer die tijd komt.”

    Er zijn tegenwoordig veel oproepen van Jezus. Het is duidelijk dat dit de Eindtijd is waar in het Boek Openbaring wordt over gesproken. We staan op het punt de Waarschuwing te krijgen. Het is een gebeurtenis die ook gekend is als de Verlichting van het Geweten. Mensen die deze blog lezen weten al lang wat dit inhoudt. Dus herlees de boodschappen over de Waarschuwing. Het is geen kwestie van jaren, maar van maanden vooraleer de Waarschuwing komt. Jezus is DUIDELIJK HIEROVER – Lees de laatste boodschap van Pastor Enoc. De Waarschuwing komt ook niet in een rooskleurige tijd, maar er zullen reeds ingrijpende veranderingen aan de gang zijn. (Oorlog? Instorting van de wereldeconomie? Natuurrampen? Epidemieën?) Jezus heeft het ook herhaaldelijk gehad over deze parabel, en ook over de dief in huis.

    Jezus’ komt in de Waarschuwing en zal de Hemel tonen. Geen enkele mens op aarde zal kunnen zeggen ik heb nog nooit over Jezus gehoord, ik twijfel aan de Hemel enz. Het zal het ultieme bewijs van de Hemel zijn dat iedereen zal zien. Bovendien zal iedereen op aarde door zijn geweten zien wat hij van zijn leven heeft gemaakt, de gevolgen van de gepleegde zonden zullen worden getoond. De mensen van goede wil zullen een merkteken van God ontvangen en hun missie zal duidelijk worden. Na de Waarschuwing zijn er nog 40 dagen waar de mensen kunnen kiezen voor God. Daarna is de periode van barmhartigheid afgesloten. Dit is niet Jezus definitieve terugkomst, de periode van de heerschappij van de Antichrist zal erna aanbreken. De ultieme test en zuivering van de schapen en de bokken. Degenen die volhouden tot het einde tot Jezus definitieve komst als Glorierijke Koning en Jezus nooit verloochenen, en de rest van de afvalligen.

    De toestand op dit moment is dramatisch. Velen zijn niet voorbereid en hebben het te druk met de wereldse zaken. Dit zijn de dwaze bruidsmeisjes die zich laten vangen en versteld zullen staan dat Jezus echt terugkeert en zij hun zondige levensstijl niet hebben opgegeven om Jezus en Zijn leer te volgen.

    Uitleg van Simon J. Stamhuis

    Jezus spreekt hier in deze gelijkenis over 10 bruidsmeisjes. Dit moet de Kerk van Christus voorstellen. Vaak wordt er ook gesproken over de bruid van Christus en dat stellen de gelovigen voor. De bruid, de Kerk, die wacht op de terugkomst van Jezus. Het toont ook dat men in afwachting van de terugkomst van Jezus Christus niet wacht met een hangend hoofd, maar dat men in feeststemming is.

    Het is een gebruik dat het feest in het huis van de bruid wordt gevierd. De vrienden of vriendinnen van de bruid zullen de bruidegom tegemoet gaan, hem opwachten met olielampen. Hij wil de bruidsmeisjes laten deelnemen aan het feest met Zijn bruid, de Kerk. De bruidsmeisjes moeten hem in de juiste stemming brengen. Het feit dat het om tien meisjes gaat betekent dat het om volheid gaat. Ze vertegenwoordigen de volle Kerk van Jezus Christus. Een deel is ten allen tijde klaar voor Jezus’ terugkeer. Het andere deel was wel bereid, maar valt in slaap en is te laat om de bruidegom tegemoet te gaan met hun brandende lamp. De termen dwaas en wijs duiden hier op de geloofsinstelling van de mensen. De dwaze bruidsmeisjes laten zich door de wereldse zaken vangen.

    De dwaze bruidsmeisjes willen feestvieren - mensen die denken dat ze in de Hemel geraken - maar willen niet zorgen voor olie voor hun lampen - mensen die Jezus’ leer niet willen volgen, ongehoorzaam zijn, zich niet willen bekeren en denken dat ze toch in de Hemel zullen komen op die manier.  De wijze bruidsmeisjes zijn degenen die wijsheid krijgen omdat ze in Jezus geloven en Hij laat ze niet in de steek, ze krijgen de kracht om te blijven wachten tot Hij komt.

    Olielampen branden snel leeg. Daarom moet er ook steeds heel voorzichtig wat olie bij in worden gedaan. Het meenemen van extra olie is dus niet overbodig. De olie die veelvuldig nodig is stelt het Woord van God EN GEBED voor.

    Het tegemoet komen van de bruidegom geldt als een eerbewijs. De meisjes gaan hem tegemoet tot de poorten van de stad, want daarbuiten is het zeker niet veilig. Maar dan moeten de meisjes toch lang wachten en vallen in slaap. De lampen moeten dan bij het ontwaken eerst weer worden klaargemaakt, want opeens klinkt er dat de bruidegom eraan komt.

    De dwaze meisjes zien dan in dat ze geen olie meer hebben en vragen wat van de vijf wijze meisjes, maar als ze zouden delen is er niet genoeg om het einde van de optocht te halen. Ze zeggen dus dat er niet genoeg is en delen het niet met de dwaze meisjes. De dwaze meisjes getuigen ook van een Kerk die niet meer gelooft in de opstanding en de terugkomst van Jezus Christus. Wanneer dan de bruidegom komt gaan vijf meisjes met hem mee. De anderen zijn nog op zoek naar olie.

    Vanuit het huis klinkt dan een feestvreugde. De meisjes die later aankloppen roepen nu ook Heer, laat ons binnen, maar hij reageert: Ik ken jullie niet. Je hoeft niet meer te komen als ik er al ben, als je daarvoor ook niets van mij wilde weten. Je hoeft niet mee te doen omdat je nu ziet dat ik er echt ben. Jezus komt hiermee namelijk ook in opstand tegen de mensen die zeggen dat ze geloven maar het niet doen. De ja-knikkers, die plichtsgetrouw komen, maar geen bijdrage leveren, die hun geloof niet laten groeien.

    Hier een extra bijlage over HET KONINKRIJK DER HEMELEN

    Het Nieuwe Testament geeft over "Het Koninkrijk van God" heel veel informatie. Johannes de Doper predikte en zeide: "Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen". De Here Jezus begint Zijn prediking met te zeggen: "De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabij gekomen. Bekeert u en gelooft het evangelie". Een blijde boodschap van redding en hoop. In Matteüs komen de woorden "Het Koninkrijk der hemelen" het meest voor en in Marcus en Lucas de woorden "Het Koninkrijk Gods".

    In de prediking van Jezus, nam de verkondiging van het Koninkrijk een belangrijke plaats in. Het is het Evangelie, blijde boodschap, van het Koninkrijk.

    In verschillende gelijkenissen van Jezus komt de betekenis van het Koninkrijk der hemelen aan de orde en ook in veel andere teksten. In het "Onze Vader" leert de Heer Jezus ons bidden om de komst van het Koninkrijk.

    God is een betrouwbare Vader en Koning. Jezus laat door Zijn optreden zien hoe het Koninkrijk is.

    In de Bergrede werkt de Heer Jezus de grondwet van Gods Koninkrijk uit, Matteüs 5-7; Lucas 6:20-26. In het grote gebod vat de Heer Jezus de grondwet van Gods Koninkrijk samen, Matteüs 22:37-40.

    De verandering, die na de Zondeval door Adam is gekomen, is niet, dat God niet meer Koning is, maar dat Zijn heerschappij niet meer door mensen wordt erkend. De Heer Jezus Christus is gekomen om het grote werk van God, om die heerschappij weer tot erkenning te brengen. Daarom is met Zijn komst het Koninkrijk, de volheid daarvan, nabij gekomen. Door het offer van de Heer Jezus mogen alle gelovigen in het evangelie van het  Koninkrijk van God, deelnemen; het vreugdevol leven onder de heerschappij van God. De Heer Jezus Christus overwint de satan en alle goddelozen en geeft straks het Koninkrijk volmaakt over aan de Vader, 1Kor. 15:24v.

    Geleerd wordt dat het Koninkrijk van God, de heerschappij er nu reeds is in de gelovige mens die zich bekeert en leeft volgens Gods Wet, maar dat er een ontwikkeling is naar buiten toe is in een echt Koninkrijk, naar het einde.

    Met behulp van een Concordantie op de Bijbel, volgen hieronder enkele teksten met de betekenis van het Koninkrijk der hemelen of het Koninkrijk Gods en met het Koninkrijk :

    Matteüs

    25:31-46, Het oordeel van de Zoon des mensen. De verzen 31-36, "Wanneer dan de Zoon des mensen komt in Zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon Zijner heerlijkheid. En al de volken zullen vóór Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken, en Hij zal de schapen zetten aan Zijn rechterhand en de bokken aan Zijn linkerhand. Dan zal de Koning tot hen, die aan Zijn rechterhand zijn, zeggen: Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af. Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij te eten gegeven. Ik heb dorst geleden en gij hebt Mij te drinken gegeven. Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij gehuisvest, naakt en gij hebt Mij gekleed, ziek en gij hebt Mij bezocht; Ik ben in de gevangenis  geweest en gij zijt tot Mij gekomen". De verzen, 41-43, "Dan zal Hij ook tot hen, die aan Zijn linkerhand zijn, zeggen: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, naar het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bereid is. Want Ik heb honger geleden en gij hebt Mij niet te eten gegeven, Ik heb dorst 
    geleden en gij hebt Mij niet te drinken gegeven; Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij niet gehuisvest, naakt en gij hebt Mij niet gekleed, ziek en in de gevangenis en gij hebt Mij niet bezocht". 
    De verzen 45 en 46, "Dan zal Hij hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik zeg u, zoverre gij dit aan één van deze minsten niet gedaan hebt, hebt gij het ook aan Mij niet gedaan. En dezen zullen heengaan naar de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen naar het eeuwige leven".

    Marcus:

    1:15, "Jezus zeide: De tijd is vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft het Evangelie".

    9:47,48, "En indien uw oog u tot zonde zou verleiden, ruk het uit. Het is beter, dat gij met één oog het Koninkrijk Gods binnengaat, dan dat gij met twee ogen in de hel geworpen wordt, waar hun vorm niet sterft en het vuur niet wordt uitgeblust".

    Lucas:

    11:2, "Hij zeide tot hen: Wanneer gij bidt, zegt: Vader, Uw naam worde geheiligd; Uw Koninkrijk Kome".

    12:31, Over bezorgdheid. "Maar zoekt Zijn Koninkrijk, en die dingen zullen u bovendien geschonken worden".

    13:28,29,30, "Daar zal het geween zijn en het tandengeknars, wanneer gij Abraham, en Isaak en Jakob zult zien en al de profeten in het Koninkrijk Gods, maar uzelf buitegeworpen. En zij zullen komen van oost en west en van noord en zuid en zullen aanliggen in het Koninkrijk Gods. En zie, er zijn laatsten, die de eersten zullen zijn en er zijn eersten, die de laatsten zullen zijn".

    16:16,17, "De wet en de profeten gaan tot Johannes; sinds die tijd wordt het Evangelie gepredikt van het Koninkrijk Gods en ieder dringt zich erin. Gemakkelijker zouden hemel en aarde vergaan, dan dat er van de wet één tittel zou vallen".

    18:16,17, "Maar Jezus riep ze tot Zich en zeide: laat de kinderen tot Mij komen en verhindert ze niet; want voor zodanigen is het Koninkrijk Gods. Voorwaar, Ik zeg u: Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, zal het voorzeker niet binnengaan".  

    18:29,30, "En Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of vrouw of broeder of ouders of kinderen heeft prijsgegeven om het Koninkrijk Gods, of hij zal vele malen meer ontvangen in deze tijd en in de toekomende eeuw het eeuwige leven"

    21:29,30,31, "En Hij sprak een gelijkenis tot hen: Let op de vijgeboom en op al de bomen. Zodra zij uitlopen, weet gij uit uzelf, omdat gij het ziet, dat de zomer reeds nabij is. Zo moet ook gij, wanneer gij dit ziet geschieden, weten, dat het Koninkrijk Gods nabij is".

    22:29,30, "En Ik beschik u ket Koninkrijk, gelijk Mijn Vader het Mij beschikt heeft, opdat gij aan Mijn tafel eet en drinkt in mijn Koninkrijk. En gij zult zitten op tronen om de twaalf stammen Israëls te richten".

    05-11-2019 om 20:22 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelijkenissen: deel 13 : 'De koninklijke bruiloft'

    Deel 13: De gelijkenis van 'De koninklijke bruiloft'

    Gebaseerd op : www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis en preek van Deniray Mueller, voorganger

    Matteüs 22:1-14: Weer nam Jesus het woord, en sprak tot hen in gelijkenissen: Het rijk der hemelen is gelijk aan een koning, die een bruiloftsmaal gaf voor zijn zoon. En hij zond zijn dienaars uit, om de genodigden tot de bruiloft te roepen; maar ze wilden niet komen. Opnieuw zond hij andere dienaars, en sprak: Zegt aan de genodigden: Ziet, ik heb mijn maaltijd gereed, mijn ossen en mestvee zijn geslacht, en alles is klaar; komt toch ter bruiloft. Maar ze sloegen er geen acht op, en gingen huns weegs; de een naar zijn hoeve, de ander naar zijn zaken. De overigen grepen zijn dienaars vast, mishandelden en doodden ze. Toen werd de koning vergramd; hij zond zijn leger uit, doodde die moordenaars en stak hun stad in brand. En hij sprak tot zijn dienaars: Het bruiloftsmaal is wel gereed, maar de genodigden verdienden het niet. Gaat dus naar de kruispunten der straten, en nodigt allen ter bruiloft, die gij er vinden zult. Zijn dienaars gingen de straten op, en verzamelden allen, die zij er aantroffen, slechten en goeden; en de bruiloftszaal werd met gasten gevuld. Toen nu de koning binnentrad, om de aanliggende gasten te zien, zag hij een man, die geen bruiloftskleed aan had. En hij sprak tot hem: Vriend, hoe zijt ge hier zonder bruiloftskleed binnengekomen? Hij wist er geen antwoord op te geven. Nu zei de koning tot zijn bedienden: Bindt hem handen en voeten, en werpt hem naar buiten de duisternis in; daar zal geween zijn en gekners der tanden. Want velen zijn geroepen, maar weinigen zijn uitverkoren.

    Lucas 14:16-25: Maar Hij zei hem: Zeker iemand gaf een groot feestmaal, en nodigde velen uit. Tegen het uur van de maaltijd zond hij zijn dienaar, om aan de gasten te zeggen: Komt, want alles staat klaar. Maar eenparig begonnen allen zich te verontschuldigen. De eerste zei hem: Ik heb een stuk land gekocht, en moet het noodzakelijk gaan zien: ik bid u, verontschuldig me. Een ander zei: Ik heb vijf paar ossen gekocht, en ga ze keuren; ik bid u, verontschuldig me. Weer een ander zei: Ik heb een vrouw gehuwd, en kan dus niet komen. De dienaar kwam thuis, en boodschapte het aan zijn heer. Toen werd de heer des huizes vergramd, en hij sprak tot zijn dienaar: Spoed u naar de pleinen en straten der stad, en breng de armen en gebrekkigen, de blinden en kreupelen hier binnen. De dienaar zei: Heer, er is gedaan wat ge bevolen hebt; en nog is er plaats. Nu sprak de heer tot zijn dienaar: Ga uit naar wegen en heggen, en dwing ze, om binnen te komen; want mijn huis moet vol zijn. Ik zeg u: Niet één van die mannen, die waren genodigd, zal van mijn feestmaal genieten.

    Uitleg 1

    Beeld je eens in dat je een uitnodiging krijgt om een bruiloftbanket bij een Koning bij te wonen. Er waren onnozele excuses waarom mensen het bruiloftfeest niet konden bijwonen. Gewoon uitvluchten. De Koning ervaarde wie ECHT zijn vrienden waren en zond zijn dienaren om de mensen in de straat uit te nodigen.

    De eerste uitnodiging had de koning gestuurd naar degenen waarvan hij dacht dat hij ze kende en dat ze zijn vrienden waren. Maar viel dat tegen. In Matteus is zelfs sprake dat sommigen de dienaren aanvielen en mishandelden. Met alle gevolgen vandien dat de koning ze gewoon moest vernietigen. Dit is het Koninkrijk van God met Jezus als Koning. Hij roept alle mensen in Zijn Koninkrijk te komen. Maar er zijn er die altijd een excuus hebben om hun leven om te gooien en te leven naar Gods Wetten, ze hebben een band met de wereld: ze zijn druk bezig met hun materieel bezit, werelse beslommeringen. Ze zijn geϊnteresseerd in het NU en het ZICHTBARE. Wat ze echter vergeten is dat het tijdelijk en vergankelijk is. Het is ook zo dat degene die met zijn vrouw huwt, zijn familie boven Jezus, de Koning stelt. Er zijn er zelfs die de instrumenten van de Hemel die boodschappen brengen en oproepen van God om zich te bekeren en naar Jezus te komen, aanvallen, lasteren, vervolgen… Maar deze zullen door Jezus, de Koning vernietigd worden. Zij hebben hun loon al ontvangen. Hun toekomst zullen ze in de Hel moeten doorbrengen.

    Het Koninkrijk van de Hemel voor alle mensen op de wereld, het is ook niet voorbehouden voor alleen de mensen die altijd een voorbeeldig leven hebben geleid, maar ook voor de zondaars die zware zonden hebben gepleegd en die tot inkeer zijn gekomen, hun zonden hebben beleden, vergiffenis hebben gekregen. We moeten de gepaste feestkledij hebben, het GEWAAD VAN REDDING, die we allemaal krijgen als we ons leven aan Jezus geven, wanneer al onze zonden vergeven zijn en we smetteloos zijn en zonder zonden. Het is God die ons kleedt. Niets dat wij doen is genoeg om redding te verkrijgen. Enkel God kan ons reinigen van ongerechtigheid en zorgen dat we werkelijk smetteloos rein zijn. Maar we hebben een keuze: we kunnen kiezen om Christus te accepteren en het feestgewaad te dragen of we kunnen dit weigeren. We ontvangen allen een uitnodiging, maar niet iedereen neemt ze aan. En er zullen er velen zijn die voor Jezus Christus zullen staan, maar geweigerd hebben gehoor te geven aan Zijn oproep tot bekering.

    Uitleg 2

    De eerste keer worden de genodigden geroepen voor de bruiloft. De genodigden weigeren. Deze eerste uitnodiging spreekt van de tijd dat Jezus zijn apostelen (de twaalf en de zeventig) uitzond tot het huis van Israël. 

    Bij de tweede uitzending vindt een herhaling plaats van de eerste oproep, met dit verschil dat nu expliciet klinkt: "alles is gereed, komt tot de bruiloft". Deze uitzending spreekt van de Handelingen-tijd. Inmiddels was alles in gereedheid gebracht ("het is volbracht!") en het Koninkrijk zou openbaar worden. In plaats daarvan worden de slaven door de genodigden gegrepen en gedood. De koning wordt toornig en zendt zijn legers er op uit om de moordenaars om te brengen en de stad te verbranden. Het spreekt van de wijze waarop Israël ook in de Handelingen-tijd het Evangelie aangaande de Zoon heeft afgewezen. Het resulteert in de vernietiging van de Joodse staat en de verbranding van de stad Jeruzalem in 70 AD. 

    05-11-2019 om 18:14 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelijkenissen: deel 15 : 'De Talenten'

    Deel 15: De gelijkenis van 'De Talenten'

    Gebaseerd op : www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis en de preken van Howard Gunter, voorganger en Rodney Buchanan, voorganger

    Matteüs 25:14-30: Het gaat er mee als met een mens, die naar het buitenland vertrok, zijn dienaars riep, en hun zijn bezittingen overdroeg. En aan den één gaf hij vijf talenten, den ander twee, een derde één; ieder volgens zijn bekwaamheid. Toen ging hij op reis. Die nu de vijf talenten had ontvangen, ging aanstonds heen, dreef er handel mee. en won er vijf andere bij. Zo ook won hij, die er twee had ontvangen, er nog twee andere bij. Maar die er één had ontvangen, ging heen, maakte een kuil in de grond, en verborg het geld van zijn heer. Na lange tijd kwam de heer van die dienaars terug, en rekende met hen af. En hij, die de vijf talenten had ontvangen, trad naar voren, bracht nog vijf andere talenten, en zeide: Heer, vijf talenten hebt ge mij gegeven; zie, nog vijf heb ik er bijgewonnen. Zijn meester sprak tot hem: Heel best, goede en trouwe knecht; over weinig zijt ge getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga binnen in de vreugde uws heren.

    Ook hij, die de twee talenten had ontvangen, trad naar voren, en zeide: Heer, twee talenten hebt ge mij gegeven: zie, nog twee heb ik er bijgewonnen. Zijn meester sprak tot hem: Heel best, goede en trouwe knecht; over weinig zijt ge getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga binnen in de vreugde uws heren. Nu trad ook hij naar voren, die het éne talent had ontvangen. Hij zeide: Heer, ik weet, dat ge een streng man zijt; ge maait, waar ge niet hebt gezaaid, en oogst, waar ge niet hebt uitgestrooid. Ik was dus bang, en ben uw talent in de grond gaan begraven; zie, daar hebt ge het uwe terug. Maar zijn meester antwoordde hem: Gij slechte en luie knecht; ge wist dat ik maai, waar ik niet heb gezaaid, en dat ik oogst, waar ik niet heb uitgestrooid. Ge hadt dus mijn geld bij de wisselaars moeten beleggen; dan zou ik het bij mijn komst met rente hebben teruggekregen. Neemt dus het talent van hem af, en geeft het aan hem, die de tien talenten heeft. Want wie heeft, aan hem zal worden gegeven, en hij zal overvloed hebben; maar wie niet heeft, hem zal ook nog ontnomen worden wat hij bezit. Werpt den onbruikbaren knecht naar buiten de duisternis in; daar zal geween zijn, en gekners der tanden.

    Lucas 19: 11 – 27: Hij sprak dus: Een man van hoge geboorte reisde eens naar een ver land, om er de koninklijke waardigheid te ontvangen, en dan terug te keren. Hij riep tien van zijn dienaars, gaf hun tien ponden, en zei hun: Drijft er handel mee, tot ik terugkom. Zijn landgenoten haatten hem echter, en zonden hem een gezantschap achterna met de opdracht: We willen hem niet als koning over ons. Toen hij nu de koninklijke waardigheid had ontvangen, keerde hij terug, en liet de dienaars ontbieden, wien hij het geld had gegeven, om te vernemen, wat voor zaken ze hadden gedreven. De eerste verscheen en sprak: Heer, uw pond heeft tien pond winst opgeleverd. Hij zei hem: Heel best, goede knecht; omdat ge over weinig getrouw zijt geweest, ontvang het bestuur over tien steden. De tweede kwam, en sprak: Heer, uw pond heeft vijf pond opgebracht. Tot hem zeide hij: Voer ook gij het bewind over vijf steden. Nu kwam ook de derde en sprak: Heer, hier is uw pond; ik heb het zorgvuldig in een doek opgeborgen. Want ik was bang voor u, omdat ge een streng man zijt. Ge vordert op, wat ge niet hebt gegeven, en ge maait wat ge niet hebt gezaaid. Hij zei hem: Met uw eigen woorden zal ik u oordelen, boze knecht. Ge wist, dat ik een streng man ben; dat ik opvorder wat ik niet heb gegeven, en maai wat ik niet heb gezaaid. Waarom hebt ge dan mijn geld niet uitgezet op de bank; dan zou ik het bij mijn komst met rente hebben teruggekregen. En tot de omstanders zeide hij: Neemt hem het pond af, en geeft het aan hem, die de tien ponden heeft. Ze zeiden hem: Heer, hij heeft reeds tien pond. Ik zeg u: Wie heeft, aan hem zal worden gegeven; maar wie niet heeft, hem zal nog ontnomen worden wat hij bezit. En wat mijn vijanden aangaat, die me niet tot koning over zich wilden, brengt ze hier, en steekt ze voor mijn ogen neer.

    Uitleg

    Talenten waren in Jezus’ tijd munten en een talent was 6000 Romeinse denarii waard. Een denari was het dagloon van een arbeider. Als de heer aan zijn dienaren 5, 2, en 1 talent toevertrouwt, geeft hij hen een som gelijk aan 30000, 12000 en 6000 daglonen in handen. Het waren enorme bedragen.

    In de gelijkenis waren drie dienaren, elk met een verschillende aanleg en begaafdheid. Hun meester ging op reis, maar gaf eerst elk van hen een groot geschenk, dat hen in feite ongelofelijke kansen gaf om rijkdom te vergaren maar ook om goed te doen onder de mensen. Ze kregen elk een gave volgens hun aanleg. Wij hebben ook soms zegeningen gekregen, onder een of andere vorm. Wat hebben wij gedaan met deze zegeningen? We moeten overwegen wat Jezus ons zegt door deze gelijkenis. De eerste twee dienaren verdubbelen hun gaven, alleen de derde pot ze op en doet er niets mee. Na een tijd komt de meester terug en vraagt om rekenschap te geven.

    In het eerste deel van de gelijkenis staat niet dat ze een opdracht kregen of richtlijnen om iets met hun gaven te doen. Waarom vraagt de meester nu rekenschap? Dit is de kern van de zaak: ALLES BEHOORT AAN DE MEESTER. En tot ons gericht, die ook zegeningen krijgen: ZE KOMEN VAN GOD, ALLES WAT WE HEBBEN MET INBEGRIP VAN ONSZELF, KOMT VAN GOD EN BEHOORT TOT GOD. WIJ ZIJN SLECHTS STOF. We hebben een vrij gebruik van Gods gaven, maar we hebben de verantwoordelijkheid om ze te gebruiken voor ZIJN glorie en voor het Koninkrijk. Er is een latijns devies van Ignatius van Loyola en is de lijfspreuk van de Jezuietenorde: Ad Majorem Dei Gloriam (tot meerdere eer van God). Om deze gaven, laat ons zeggen ons wezen met alles erop en eraan te verliezen aan frivoliteit, oneerbaarheid, illegaliteit en waanzinnige jacht naar aardse zaken, zal op een dag moeten uitgelegd worden aan God en de vruchten ervan zullen gevraagd worden. Jezus, onze Heer, zal terugkeren. Wanneer Hij komt zullen we aan Zijn troon staan en uitleg moeten geven over het gebruik of misbruik van onze zegeningen en gaven. Als het niet voor Zijn glorie is, voor wie dan wel? De onze? Deze van de boze? Het gaat niet over welke zegeningen en gaven we hebben gekregen, maar HOE WE ZE GEBRUIKT HEBBEN.

    In Jezus’ tijd gaf Hij de mensen de boodschap dat Hij niet zoals zij verwachtten Zijn koninkrijk zou oprichten in Jeruzalem. Hij ging vertrekken naar een ver land om aangewezen te worden als Koning. Jezus stierf aan het Kruis, verrees en keerde terug naar de Hemel, waar Hij nu aan de rechterhand zit van de Vader. Het ging lange tijd duren voor Hij terugkwam, maar het is zeker dat Hij terugkeert en de Hemelse legers zullen Hem begeleiden. Zijn vijanden, die niet willen dat Hij heerst over hen hebben hun weerstand tegen Zijn koninkrijk verklaard, maar Hij is de Koning en ondanks hun protest zal Hij met hen afrekenen bij Zijn terugkeer. De dienaren die hun zegeningen en gaven hebben gebruikt voor God en Zijn Koninkrijk, zullen hun beloning bij Jezus’ terugkeer krijgen: een deelname aan het Koninkrijk van God. Ze zullen heersen met de Koning, want Hij deelt met hen Zijn Koninkrijk.

    Hoe kunnen mensen meewerken aan Gods glorie? Door Gods 10 Geboden te volgen, door de bidden voor hun medemensen, door goede werken te doen, door God te gehoorzamen en in hun leven te laten werken, door hun talenten en aanleg te gebruiken voor God en voor hun medemensen, door de sacramenten die Jezus heeft ingesteld te volgen…

    Wat met de derde dienaar? Deze man maakt zijn misbruik van zijn gaven slechter door de meester nog te beschuldigen en geeft de meester de schuld van zijn falen. Hij beschuldigt de meester dat Hij hard is, ondanks het bewijs van zijn mildheid en vrijgevigheid. De meester vond hem schuldig, niet omdat hij iets verkeerds heeft gedaan, maar omdat HIJ NIETS HEEFT GEDAAN. Zelfs de andere dienaren waren geschokt wanneer de Koning zei hetgeen dat de derde dienaar had gekregen af te pakken en het aan degene die het meest vruchten heeft gehaald uit zijn aanleg, te geven. De boodschap van Jezus is duidelijk: degenen die trouw zijn aan Jezus zullen beloond worden met de opbrengst van het werk dat ze uitgevoerd hebben met nog veel meer erbovenop, en degenen die niets gedaan hebben zullen het weinige dat ze hebben nog verliezen. Laat ons zeggen dat ze hun loon op aarde al hebben gekregen. Ze zullen geen deel hebben aan het Koninkrijk en geen eeuwig leven in gelukzaligheid leiden.

    Velen zijn tegenwoordig van oordeel dat ze niets verkeerd hebben gedaan en zo recht hebben op het Koninkrijk. Maar deze mensen worden gewaarschuwd dat niets voor God en de groei van Zijn Koninkrijk over hebben en in het wereldse blijven steken, schuldig zijn betekent. Als Christen moet je een verschil maken, liefde uitstralen, mensen helpen, voor hen bidden, getuigenis geven van je geloof.

    De meester gaf ook zijn eigen middelen – hij plaatste zijn geld in hun handen, en zij mochten het naar eigen goeddunken gebruiken. Hij keek niet toe bij elke stap dat ze namen. Hij liet zijn dienaren vrij. Ze hadden hun vrije wil. Jezus vertrouwt ons en komt niet tussen. We hebben onze vrije wil gekregen om te gebruiken. Dat is voor de ene de mooiste gave dat hij kon krijgen, maar de andere kan er niet mee om en gebruikt zijn vrijheid verkeerd. We kunnen leven zoals we willen,  maar op een dag moeten we er rekenschap over geven. Het is een test. We zijn dus verantwoordelijk voor de keuzes die we maken. Een oud verhaal vertelt over drie mannen die in de woestijn liepen. Op een nacht kwamen ze aan een opgedroogde rivierbedding. Ze hoorden een stem uit de duisternis. Ze kregen de opdracht stenen te verzamelen en zover mogelijk te gaan zonder te stoppen. Als de dag zou aanbreken zouden ze zien wat ze hadden verzameld, en ze zouden zowel “gelukkig zijn als verdrietig”. Ze waren in verwarring door wat er was gebeurd.

    De eerste man gehoorzaamde onmiddellijk en begon ijverig stenen te verzamelen en stak zoveel mogelijk stenen in zijn zak. De tweede man vond het zwaar veel stenen te dragen en verzamelde gewoon hier en daar een kleine steen. De derde man vond het maar niks, stomweg stenen verzamelen en de last ze te dragen. Wat had dat voor nut! Geen ging zitten en verzamelde geen stenen. Wanneer de zon over de horizon verscheen en de dag aanbrak keken de twee mannen in hun zakken. Wat waren ze verbaasd, in hun zakken zaten kostbare edelstenen. Nu begrepen ze allemaal wat de stem had gezegd. De eerste man was gelukkig omdat hij zoveel stenen had verzameld, de tweede was  verdrietig dat hij niet meer stenen had verzameld. En de derde zat in zak en as.

    Zo zal het zijn op het einde van ons leven. We zullen blij zijn dat we ten minste iets gedaan hebben voor God en onze medemensen met de tijd en mogelijkheden dat we hadden, maar verdrietig dat we niet meer gedaan hebben. In het oordeel zullen we gezegend zijn door de beloning die we krijgen voor het goede dat we gedaan hebben, maar verdrietig omdat het meer kon geweest zijn. William Barclay formuleerde het zo: “Er is niet zoiets als stilstaan in het Christelijk leven. We vergaren meer, of we verliezen wat we hebben. We boeken vooruitgang naar grotere hoogten, of vallen terug.”

    Wat zo spijtig is, is het enorme potentieel van de menselijke geest wanneer ze vervuld is en versterkt door de H. Geest. Wat zouden onze levens kunnen betekenen voor God als we ze investeerden in Zijn Koninkrijk! God heeft ons elk alles gegeven wat we nodig hebben om Hem te dienen – als we het toelaten. Maar we zijn bang er tijd en geld in te steken. We willen het wereldse najagen. Maar God vult bij als we het Hem nederig vragen in gebed. Hij weet precies wat we nodig hebben. En het is niet noodzakelijk dat we geld ontvangen, maar andere zaken die uiteindelijk even goed zijn. A. W. Tozer heeft het in zijn boek “The Pursuit of God”: “Het meest uitgestrekte in het universum is niet de ruimte, het is de potentiële capaciteit van het menselijk hart. We zijn geschapen naar het beeld en gelijkenis van God, het hart is capabel om bijna onbegrensd uit te breiden in alle richtingen. Christenen zouden moeten zoeken naar innerlijke uitbreiding van hun capaciteit.”

    We hebben eigenlijk geen idee wat ons potentieel is. Als we zouden beginnen met het gebruik van wat God ons heeft gegeven en beginnen handelen volgens wat we reeds weten, zouden we ons zien en voelen groeien op manieren waarvan we dachten dat dit niet mogelijk was. De zonde van de ontrouwe dienaar was niet dat hij iets verkeerds had gedaan, maar dat hij NIETS had gedaan terwijl hij wist dat hij kon gewerkt hebben voor zijn meester. Hij is zoals zoveel Christenen tegenwoordig – ze weten het beter, maar ze doen het niet beter. Het zijn Christenen naar naam alleen. Ze denken dat we tot de Heer behoren, maar ze hebben nooit iets voor Hem gedaan. Ze hebben nooit iets gedaan om Zijn Koninkrijk te promoten. Ze leiden hun leven alsof er niets is wat ze kunnen doen voor God of voor hun naaste.

    Heeft God de eerste plaats in je leven, of krijgt Hij de kruimels? Wil je dat het Koninkrijk van God vooruitgang boekt in de wereld en in je directe omgeving verspreid wordt? Kom niet op het eind van je leven tot het besef dat je nooit in de dingen die echte waarde hebben, hebt geϊnvesteerd en je niets hebt gedaan voor God en je naaste. Leid je leven niet alleen voor jezelf. Geef God niet de kruimels in je leven.

    05-11-2019 om 00:00 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelijkenissen: deel 12 : 'De Barmhartige Samaritaan'

    Deel 12: De gelijkenis van 'De Barmhartige Samaritaan'

    Gebaseerd op : www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis, preek van William Wyne, voorganger

    Lucas 10: 25 – 37: En zie, een wetgeleerde stond op, om Hem op de proef te stellen, en sprak: Meester, wat moet ik doen, om het eeuwige leven te verkrijgen? Hij zei hem: Wat staat er in de Wet geschreven; wat leest ge daar? Hij antwoordde: Gij zult de Heer uw God beminnen met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw kracht, en met heel uw verstand: en uw naaste als uzelf. Hij zei hem: Ge hebt goed geantwoord; doe dit en ge zult leven. Maar daar hij de schijn wilde redden, sprak hij tot Jesus: En wie is mijn naaste? Jesus hernam, en sprak: Eens reisde een man van Jerusalem naar Jericho, en viel in handen van rovers; ze schudden hem uit, verwondden hem vreselijk, en lieten hem half dood achter.

    Toevallig kwam een priester die weg langs; hij zag hem, en ging voorbij. Ook een leviet kwam er langs; hij zag hem, en ging voorbij.  Maar ook een Samaritaan, die op reis was, kwam voorbij; hij zag hem, en kreeg medelijden. Hij ging er naar toe, verbond zijn wonden, en goot er olie en wijn op; daarna hief hij hem op zijn eigen lastdier, bracht hem naar een herberg, en zorgde voor hem.

    De volgende dag nam hij twee tienlingen, gaf ze aan de waard, en zei: Blijf voor hem zorgen; en wat ge er meer aan besteedt, zal ik u bij mijn terugkomst vergoeden. Wat dunkt u; wie van de drie is de naaste geweest van hem, die in de handen der rovers viel? Hij sprak: Hij, die hem barmhartigheid bewees. En Jesus zeide hem: Ga, en doe gij evenzo.

    Uitleg

    In het verhaal weigeren eerst twee hooggeplaatste Joden (een priester en een Leviet) om hun handen vuil te maken om een slachtoffer van een geweldsmisdrijf langs de kant de weg te helpen, maar later blijkt een Samaritaan (in Jezus’ tijd waren de Samaritanen door de Joden geminacht) wel hulpvaardig. Wat met deze gelijkenis moet worden overgebracht is dat telt wat iemand doet, niet wat hij is. En niet alleen de letter van de wet, ook de geest van de wet moet worden nageleefd, is de stelling.

    Het tafereel : De weg van Jeruzalem naar Jericho is een weg van 27 km lang en het iseen steile weg naar beneden. Alleen op het allerlei steilste stuk stond een uitkijkpost, maar verder nergens in het rotsachtige gebied. Voor de rovers een prachtig gebied met veel plaatsen waar ze zich konden verstoppen achter de rotsen. Deze rovers waren tot alles in staat.

    Een priester uit de tempel mocht geen lijk aanraken, niet direct achter de kist lopen bij een begrafenis, geen sterfhuis binnengaan, geen rouwkleding dragen of haar-en baarddracht veranderen. De gewone priesters mochten dit nog wel bij ouders en kinderen, broers en zussen (maar dus niet bij hun eigenvrouw!). Voor de priester was er maar één uitzondering. Dat waren de plichtdoden. Dit waren mensen zonder familie en de laatste eer moest toch bewezen worden. Maar de Sadduceeërs, stonden zelfs dit niet toe. Het was ook nog eens zo dat als een priester dus iemand aanraakte werd hij onrein en dan mocht hij geen dienst doen in de tempel. Maar daar was nu eigenlijk helemaal geen sprake van want ook deze man ging van Jeruzalem naar Jericho, dus hij was klaar en mocht met verlof naar huis. Toch loopt hij door omdat hij zich beroept op zijn ambt.

    De leviet na hem doet het zelfde. Levieten konden in de tempel verschillende diensten vervullen en er waren grote verschillen in rangen stand. Zo konden ze in het koor zingen of behoren tot de tempelpolitie. Maar de leviet treedt in de voetsporen van zijn heer, de hogepriester. Dan begint Jezus over een Samaritaan. Dit volk was bij de Joden nog meer gehaat dan gewone heidenen. De verhoudingen waren in die dagen ook erg gespannen.

    Jezus vertelde de gelijkenis omdat een wetgeleerde vroeg wie zijn naaste was. Hij wist wie zijn naaste was, het was iemand die op hem leek, iemand die leefde zoals hem, iemand die handelde zoals hem, iemand die leefde in de nabijheid van zijn leven. Jezus neemt de vraag en laat het weerklinken in onze harten en Kerk. Jezus verkoos geen definitie te geven van een naaste, maar een demonstratie te geven van een naaste. We zijn in een tijdperk die veel definities kan formuleren, maar we zijn zo druk bezig met deze definities dat we meer praktijkgericht moeten zijn. We moeten menselijke relaties bekijken en geen definities in religiositeit.

    De priester en leviet zagen deze beroofde man op de weg liggen, en wat hen het meest bezig hield was “als ik stop en deze man help wat gebeurt er dan met mij?”. De samaritaan zag dezelfde man op de weg liggen, maar hij stelde zich de vraag: “als ik niet stop en deze man helpt, wat zal dan met hem gebeuren?” Jezus stelde eigenlijk de vraag: “Wat verhindert je om een Barmhartige samaritaan te zijn?” Het was waarschijnlijk hetzelfde dat de priester en de leviet hinderde.


    1 De priester en leviet waren te druk bezig met hun godsdienst. We moeten zien dat we niet te druk bezig zijn met onze vroomheid, dat we de mensen die in nood zijn vergeten. Echte godsdienst gaat niet over titels, maar over getuigenis. Echte godsdienst gaat niet over een positie in de Kerk, maar over het doel. Echte godsdienst gaat niet over het zeggen wie we zijn, maar wie we echt zijn. Vooral de Kerkhiërarchie moet oppassen om niet te vervallen in hun positie en titels, maar zich richten naar hun kudde, en vooral degenen die in nood zijn. Het is ook niet de wetten en voorschriften van de godsdienst die boven de mens staan, maar wetten en voorschriften die de mens moeten helpen om de godsdienst te beleven.

    2 De Barmhartige Samaritaan zag de noden van de beroofde man

    De Samaritaan lapte de regels aan zijn laars (Samaritanen en Joden waren elkaars vijanden en lieten elkaar links liggen) en liet medelijden heersen. De Samaritaan zag dat de man een Jood was, maar hielp hem ondanks de culturele achtergrond en geschiedenis toch. Wij maken ons te dikwijls schuldig aan vooroordelen, beϊnvloeding door de mening van anderen, culturele achtergrond en geschiedenis om te helpen. Medelijden en barmhartigheid kennen geen onderscheid tussen mensen en zijn onvoorwaardelijk. De Goede Samaritaan was geen persoon die toekijkt, maar daadwerkelijk hulp biedt. Ook wij moeten geëngageerd zijn om hulp te bieden, want er zijn altijd mensen op de weg naar Jericho: mensen die beroofd zijn van hun waardigheid, beroofd van hun vrijheid, beroofd door verdrukking en een systeem dat verdeeldheid in stand houdt.

    Er zijn zoveel Samaritanen die hun goederen ontzeggen aan anderen. Ze zijn innerlijk niet kwaadaardig, maar ze zijn bang om betrokken te worden. Ze kunnen geweldige Barmhartige Samaritanen zijn, als ze hun goederen zouden delen en degenen die ze nodig hebben.

    Je zou een Barmhartige Samaritaan moeten zijn, omdat je het goede in je hebt! Deze wereld moet het goede in ons zien! Je zou een Barmhartige Samaritaan moeten zijn omwille van de getuigenis dat het brengt van geloof.

    Er was in de Harvard School een test dat handelt over dit onderwerp. Het was een test in een klas dat ging over het zijn van een morele Christen. Het was een drie uur durende test. De professor had gezorgd voor een pauze van 15 minuten na het eerste anderhalf uur. De studenten konden de zaal verlaten om een luchtje te scheppen, en zich te verfrissen. Wat de studenten niet wisten dat dit deel uitmaakte van de test ‘Een morele Christen zijn’. Wanneer ze buiten kwamen zagen ze een man die in de struiken lag, en gewond leek, en er was ook een jongeman die in de afvalton zocht naar voedsel. Maar de 15 minuten waren voorbij, en ze moesten de test verder afmaken. Al de studenten gingen terug naar de klas om de schriftelijke test af te ronden, maar kregen te horen dat ze allemaal onmiddellijk hun test moesten indienen en gebuisd waren. De klas was geschokt, en ze vroegen de professor om de reden. Ze betoogden dat er nog een anderhalf uur was om de test af te maken. Maar de professor herinnerde hen eraan dat de test ging over het zijn van een morele Christen, en ze hadden een kans om een Christen te zijn bij de man die in de struiken lag en een hongerige man die naar voedsel zocht in de afvalton, maar ze waren meer bekommerd om hun test. Een morele Christen zijn, gaat niet over antwoorden op papier, zei de professor, het gaat over het in praktijk brengen ervan. Het gaat niet over hoe goed je het op papier kunt zetten, maar hoe we handelen in de praktijk van het leven. Iedereen kan handelen als Christen in de Kerk, maar de echte test ligt op straat, op je werk, thuis, op het openbaar vervoer enz. Te dikwijls is de Kerkgemeenschap gebuisd omdat we ons veilig voelen tussen de vier muren van het Kerkgebouw, terwijl de echte test buiten ligt.

    04-11-2019 om 22:48 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelijkenissen: deel 11 : Lazarus en de rijke man

    Deel 11 : De gelijkenis van ‘Lazarus en de rijke man’

    Gebaseerd op :www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis, preek van Dennis Davidson, voorganger

    Lukas 16:19-31: Er was eens een rijk man, die in purper en fijn linnen gekleed ging, en, dag in dag uit, een weelderig leven genoot. Maar er was ook een bedelaar, Lázarus geheten, die zich bij zijn voorportaal had neergelegd. Hij was met zweren bedekt, en was begerig, om zijn honger te stillen met de afval van de tafel van den rijke; en de honden kwamen zijn zweren likken. Maar toen de arme gestorven was, werd hij door de engelen in Abrahams schoot gedragen. Daarna stierf ook de rijke, en werd begraven. En terwijl hij in de hel werd gefolterd, sloeg hij zijn ogen op, en zag Abraham van verre, en Lázarus in zijn schoot. En luid riep hij uit: Vader Abraham, heb medelijden met mij, en zend Lázarus hierheen; laat hem de top van zijn vinger in water dopen, om mijn tong te verfrissen; want ik lijd hier geweldige smart in de vlammen.

    Maar Abraham sprak: Kind, denk er aan, dat gij in uw leven het goede hebt ontvangen, en Lázarus toen het kwade; nu wordt hij hier vertroost, en gij lijdt pijn. Bovendien gaapt er tussen ons en u een geweldige afgrond; zodat men van hier niet naar u kan gaan, ook al zou men het willen, en men van ginds niet naar ons komen kan. Toen zeide hij: Ik bid u dan, vader, dat ge hem naar het huis van mijn vader stuurt. Want ik heb vijf broers; laat hij ze gaan waarschuwen, opdat ook zij niet in deze folterplaats komen. Maar Abraham sprak tot hem: Ze hebben Moses en de profeten; laten ze luisteren naar hen.

    Hij zei: Neen, vader Abraham; maar wèl zullen ze zich bekeren, wanneer er iemand van de doden tot hen komt. Maar hij zei hem: Als ze niet luisteren naar Moses en de profeten, dan zullen ze zich ook niets laten zeggen, zelfs al stond er iemand op uit de doden.


    Uitleg

    De rijke man had alles wat hij wilde, maar hij had niet wat hem in de Hemel kon helpen. De gelijkenis heeft het over iemand die materieel bezit najaagt en de andere die God dient in zijn leven. Het verwijst naar de permanente realiteit van het hiernamaals in tegenstelling met de tijdelijke en vergankelijke heden. Het is een scherp contrast tussen beide mannen. Voor de rijke man is het leven een dagelijks feest. Voor de arme man, is het leven een kwelling. Beiden sterven en alleen de rijke man wordt begraven. In de eeuwigheid is hun rol omgekeerd en het resultaat onveranderlijk.

    In Jezus’ tijd : Deze gelijkenis van Jezus is niet helemaal bestemd voor de Farizeeërs, zoals de meeste van zijn gelijkenissen, maar ook voor de Sadduceeërs. De Sadduceeërs geloofden niet in de opstanding en waren van mening dat men het er in het leven maar goed van moest nemen.
    De Sadduceeërs waren vaak de rijksten onder het volk. Ze vervulden functies als hogepriester, tempelhoofdman of bevonden zich onder de priesteradel. Zij dachten ook dat ze recht hadden op het geld. Ze dachten dat geld een teken was dat ze gezegend waren door God en armoede het resultaat was van Gods vloek. De Farizeeërs vertelden dit ook en dat God het zo wilde. Maar Jezus verwerpt het hele idee. God wilde het helemaal niet en in de Hemel wordt de toestand rechtgetrokken.

    Jezus leert ons ook dat niet alles wat op aarde gebeurt, komt omdat God het wil, maar omdat mensen het willen. Jezus leert ons te bidden: “… U wil geschiedde, op aarde als in de hemel…”.
    Jezus schetst ons een zorgeloze rijke man, die eigenlijk misbruik maakt van zijn rijkdom, door het voor zich zelf te houden. De rijke man kleedde zich in purper, wat een fabelachtig dure stof was en woonde in een soort van klein paleisje. Het huis waar hij in woonde had een apart poorthuisje, een voorpoort en een voorportaal. In het voorportaal lag een zieke, hongerige en in de steek gelaten bedelaar Lazarus. De betekenis van deze naam is “God is mijn hulp”. De ziekte van de man had ervoor gezorgd dat hij geen kracht had om zelf te bewegen. Zijn familie had hem daar gelegd waarschijnlijk omdat de rijke man de middelen had meer te doen dat hem wat voedsel te geven. Lazarus was een verstotene uit de maatschappij. Als het niet was dat God zijn naam vermeldde zou niemand zijn naam gekend hebben. In tegenstelling met de rijke man die waarschijnlijk in zijn tijd populair was.

    Lazarus had altijd op God gehoopt en zijn geloof op Hem gesteld.
    Jezus wil de man niet veroordelen om zijn mooie huis, maar het gaat om het gebruik ervan. Dit blijkt ook uit het feit als ze in het hiernamaals zijn, want Abraham die ook rijk was, is op dezelfde plek als Lazarus. Het gaat erom wat je ermee doet. De rijke man betoonde geen naastenliefde en dacht alleen aan zichzelf en zijn comfort. Het was zelfs zo dat de honden medelijden betoonden in plaats van de rijke man.

    Het thema van liefdadigheid betekent zorgen voor hen die onderaan de maatschappelijke ladder staan en komt in meerdere gelijkenissen van Jezus voor.

    Toen de beide mannen stierven, werd Lazarus door de engelen naar Abraham’s schoot gedragen, een plaats van zegen. In de Hemel kreeg Lazarus een ereplaats in de nabijheid van Abraham. Het was de plaats van het Paradijs voor de gelovigen uit het Oude Testament die waren overleden. Het was pas met Jezus’ verrijzenis dat de Hemel werd geopend door Jezus Zelf. De rijke man kreeg een mooie begrafenis, maar werd daarna niet naar de plaats gevoerd dat hij had gehoopt. Hij kon zijn goed leventje niet verder zetten. Hij belandde in het Hades, het Griekse woord voor Voorgeborchte. In het Hebreeuws was het Sheol genoemd of de plaats van de doden. Hier betekent Hades de plaats waar de ongeredde doden verbleven vooraleer voor de Grote Witte Troon te komen en te worden geoordeeld. (Openbaring 20:11-15)

    Het Sheol of Hades bestond toen uit twee delen: de schoot van Abraham, waar de Vader van het Geloof en Vriend van God, hen begroette en de andere kant waar kwelling en lijden was. En hoewel er een grote rivier tussen de twee was, konden beiden zijden roepen naar elkaar, en dat maakte de kant met de vlammen nog meer zoals een Hel.

    Na de veroordeling door de Grote Witte Troon worden ze definitief naar het Gehenna geworpen of de uiterste duisternis, een plaats van hitte zonder licht, een plaats van eeuwige afzondering, van oneindige kwelling. In het Hades zag de rijke man uiteindelijk het totaalbeeld van bestaan. De wereld zegt: Eet, drink, en maak plezier, want morgen sterven we, omdat ze enkel zien wat voor hen is. In de dood ziet men het totaalbeeld van de eeuwigheid, maar dan is het te laat. De keuze voor de eeuwigheid moet op aarde gemaakt worden.

    De zonde van de rijke man was niet dat hij Lazarus haatte, maar gewoon dat hij hem had genegeerd. De zonde van nalatigheid. Omdat de rijke man de man in nood, Lazarus, die aan zijn deur zat, niet had geholpen, had hij geen liefde van God in zijn hart. De rijke man begon zelfs te bidden en de Aartsvader Abraham te smeken. Hij had extreme dorst. Had hij zijn dorst maar beseft toen hij nog leefde, dan kon hij naar Jezus, het Levend Water zijn gekomen. Jezus zei in Johannes 7:37-38: Op de laatste en grootste dag van het feest, stond Jesus daar, en riep met luider stem: Zo iemand dorst heeft, hij kome tot Mij; hij drinke, wie in Mij gelooft. Zoals de Schrift heeft gezegd: "Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien". We moeten wel naar Jezus gaan. Het is niet genoet om te wensen, verlangen of hopen, we moeten handelen. We moeten onze dorst erkennen en naar Jezus gaan en deelnemen aan het leven dat enkel Hij kan geven.

    Abraham geeft twee redenen waarom de rijke man geen verlichting van zijn toestand moest verwachten.

    Ten eerste omdat zijn karakter nu onveranderlijk was geworden. Hij had materiële zegeningen ontvangen in de wereld en had niets gedaan om Lazarus te helpen. Veel mensen denken dat wanneer ze sterven, ze ophouden te bestaan, maar het feit is dat ze niet alleen blijven bestaan als ziel, maar dat ze de zegeningen die God hen heeft geschonken, het geduld dat God hen heeft betoond, de vele kansen die Hij hen gaf om tot Hem te komen, herinneren. Een van de meest verschrikkelijke zaken in de Hel is de herinnering die mensen hebben aan de keren die ze de vrije gave van redding hebben ontvangen, maar verkozen om hun harten te verharden.

    Ten tweede is er een grote kloof tussen het Paradijs en Hades, zodat niemand van de ene kant naar de andere kon. Jezus heeft het hier niet zozeer over een letterlijke kloof tussen de twee plaatsen maar de eeuwige lotsbestemmingen van beide mannen die totaal verschillend zijn. Kwelling voor de rijke man als eeuwige beloning en troost en zaligheid voor Lazarus als eeuwige zegen. En Jezus is zeer duidelijk over het bestaan van een plaats van kwelling.

    Jezus heeft het ook over de H. Schrift, de hoogste macht en autoriteit van Gods Woord, dat volstaat om te geloven en wanneer ze wordt verworpen, zoals de rijke man deed, zal zelfs een gebeurtenis als de Verrijzenis geen geloof opwekken. Dat was zeker het geval met de Verrijzenis van Jezus. De rijke man vroeg dat Lazarus getuigenis zou geven over de waarheid. Een getuigenis geven met je eigen leven is het krachtigste middel dat je kan gebruiken om mensen tot bekering te brengen.

    De rijke man wist dat zijn familie de door Mozes gekregen wetten van God niet gehoorzaamden en hij hoopte dat als iemand uit de doden zou verrijzen ze zouden luisteren. In de Hel beseffen mensen dat ze berouw hadden moeten hebben, Jezus hadden moeten navolgen. Zelfs duivels en demonen geloven, zegt Jacobus (2:19), maar ze zijn niet gered omdat hun geloof gebaseerd is op intellectuele erkenning in plaats van nederige persoonlijk berouw dat leidt naar bekering. Jezus zegt dat als men weigert te luisteren naar de H. Schrift, dat ze dan ook zouden weigeren te luisteren naar degene die terugkwam van de doden, zoals Jezus.

    Met andere woorden: als Gods profetisch Woord geen verhard hart kan overtuigen, kunnen ook grote wonderen het niet. Jezus’ Verrijzenis is het bewijs dat alleen een open hart het bewijs ziet van Gods aanwezigheid en Zijn smeekbede hoort. De rijke man symboliseerde de Farizeeërs. Ze wilden tekens, maar ze weigerden de H. Schrift te geloven, en ze zouden zelfs het grootste teken nog niet geloven. Een korte tijd nadien wekte Jezus een man, die ook Lazarus heette, op uit de doden. Het resultaat was dat de religieuze leiders een complot smeedden om zowel Jezus als Lazarus te doden.

    04-11-2019 om 21:14 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelijkenissen: deel 10 : De arbeiders in de wijngaard

    Deel 10 : De gelijkenis van 'De arbeiders in de wijngaard'

    Gebaseerd op : www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis, preek van Rodney Buchanan, voorganger

    Vooraleer de gelijkenis werd verteld was dit de aanloop : Matteus 19:27-30: Nu nam Petrus het woord, en zei Hem: Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn U gevolgd; wat zullen wij dan ontvangen? En Jesus sprak tot hen: Voorwaar, Ik zeg u: bij de wedergeboorte, wanneer de Mensenzoon zal zetelen op de troon zijner majesteit, dan zult ook gij, die Mij zijt gevolgd, op twaalf tronen gezeten zijn, en de twaalf stammen van Israël oordelen. En al wie zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw of kinderen of akkers verlaat om mijn Naam, hij zal het honderdvoud ontvangen, en het eeuwige leven verwerven. Veel eersten zullen laatsten, en laatsten zullen eersten zijn.

    Matteüs 20:1- 16: Het rijk der hemelen is gelijk aan een heer des huizes, die in de vroege morgen uitging, om arbeiders voor zijn wijngaard te huren. Nadat hij met de arbeiders was overeengekomen voor één tienling per dag, stuurde hij ze naar zijn wijngaard. En tegen het derde uur ging hij uit, en zag anderen werkeloos staan op de markt. Hij zeide hun: Gaat ook gij naar mijn wijngaard; en wat billijk is, zal ik u geven. Ze gingen er heen. Opnieuw ging hij tegen het zesde en het negende uur, en deed eveneens. Ook tegen het elfde uur ging hij uit, en vond er nog anderen staan. En hij sprak tot hen: Waarom staat gij hier de hele dag werkeloos? Ze zeiden hem: Omdat niemand ons heeft gehuurd. Hij zei hun: Gaat ook gij naar mijn wijngaard. Toen het nu avond geworden was, sprak de heer van de wijngaard tot zijn rentmeester: Roep de arbeiders, en geef hun het loon: te beginnen bij de laatsten, en zo tot de eersten.

    Zij die op het elfde uur waren gekomen, ontvingen ieder een tienling. Toen nu ook de eersten kwamen, dachten ze meer te zullen ontvangen; maar ook zij kregen ieder een tienling. Ze namen hem aan, maar begonnen tegen den heer des huizes te mopperen, en zeiden: Dezen hier, die het laatst zijn gekomen, hebben slechts één uur gewerkt; en ge stelt ze gelijk met ons, die de last en de hitte van de dag hebben gedragen. Maar hij antwoordde aan één van hen: Vriend, ik doe u geen onrecht. Zijt ge niet voor een tienling met mij overeengekomen? Neem dus het uwe, en ga heen. Ik wil aan hem, die het laatst is gekomen, evenveel geven als aan u. Of staat het me niet vrij, met het mijne te doen wat ik wil? Of zijt ge kwaad, omdat ik goed ben? Zo zullen de laatsten de eersten zijn, en de eersten de laatsten; want velen zijn geroepen, maar weinigen zijn uitverkoren.

    Uitleg

    De kern van deze gelijkenis is niet het harde werk van de arbeiders, maar de goedheid en mildheid van de landeigenaar. God is hier de landeigenaar, want hij heeft de aarde geschapen met alles erop. Volgens menselijke normen is het totaal onrechtvaardig, maar God heeft goddelijke normen. God werkt met het principe van genade en mildheid.

    Dat mannen op het marktplein staan, dat gebeurt tegenwoordig in het oosten nog wel eens. Dit soort arbeiders moeten vaak zwaar werk doen voor een klein beetje geld. Ze worden in deze gelijkenis vergeleken met de mensen die het Koninkrijk Gods zouden willen binnenkomen.
    De heer van de wijngaard gaat steeds weer mensen halen, maar er staan ook nog steeds mensen, want ook in die dagen was er al werkloosheid.

    De eigenaar van de wijngaard komt met de eerste werkers overeen dat hij ze één zilverstuk, of denari, zal uitbetalen. Deze denari was voor die tijd een royaal dagloon. De eigenaar is een goed man, want ook de laatsten krijgen van hem het volle dagloon. De werkers die het eerst zijn begonnen beginnen nu te mopperen. Je zou ze kunnen vergelijken met de oudste zoon uit de gelijkenis van de verloren zoon, want net als hem, beginnen zij ook te klagen en te mopperen over het feit dat ze niets extra’s krijgen. De eigenaar wijst dit protest meteen af. De langere werkers hebben het geld inderdaad eerlijk verdiend. De korte werkers krijgen deze denari op grond van genade. De eigenaar stelt ze dan de vraag of ze het niet kunnen hebben dat hij goed is voor anderen. 

    Wie het aanbelangt. Er is een verschillende uitleg mogelijk:

    1.Wij, als we God reeds dienen uit het diepste van ons hart. Er loert altijd het gevaar om kwaad te zijn op God omdat we denken tekort te zijn gedaan. We denken dat we zouden moeten beloond worden omdat we Christen zijn en werken voor Hem. We denken dat we een hard leven hebben en dat Hij ons meer zegeningen zou moeten geven. Je begrijpt niet waarom zaken verkeerd uitdraaien, je tegenslag kent en waarom het leven zo hard is. Je klaagt omdat anderen het gemakkelijker hebben dan jij. Het leven lijkt oneerlijk, en je klaagt en wordt bitter. Je had zovele moeilijke zaken te dragen en anderen lijken het zo gemakkelijk te hebben – zelfs degenen die niet voor God leven. Anderen hebben zoveel niet gedaan als jij en toch heb je zo weinig. Zou je geen soort bijzondere behandeling verdienen?

    Veel mensen haken af van hun geloof in God omdat ze vinden dat God niet op de manier handelt zoals ze dachten. Er zijn mensen die afhaken omdat ze ziek worden, hun job verliezen, een geliefde persoon verliezen enz. Het geloof van sommigen bekoeld en anderen worden bitter. Anderen vragen antwoord op vragen over de wereld, God en het lijden, en wanneer ze geen goed antwoord krijgen komen ze tot het besluit dat er geen antwoord was en ze beslissen zelfs dat God misschien dan toch niet bestaat. Sommigen zijn geërgerd door de aanwezigheid van kwaad, onrecht en lijden in de wereld en keren zich tegen God.

    We begrijpen niet waarom zaken zoals kanker roet in het eten gooien en een geliefde wegrukken uit ons leven. Terwijl sommigen regelrechte misdadigers een gezond leven leiden. Maar God vraagt ons: “Heb Ik niet het recht te doen wat Ik wil met wat van Mij is, of ben je jaloers omdat Ik vrijgevig en goed ben?” Jezus zei over Zijn Vader: “Hij laat Zijn zon opgaan over slechten en goeden, en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.” -Matteus 5:45

    Hij zend Zijn zegeningen aan allen, ongeacht hoe ze Hem behandelen – iets dat voor ons totaal onrechtvaardig lijkt. Maar God is een God van genade. Hij handelt met vrijgevigheid en goedheid, zelfs wanneer het ons onrechtvaardig lijkt. Soms lijkt het dat degenen die ver van God verwijderd zijn een beter leven leiden dan wij. Maar dat is de kern: God handelt uit genade en is vrijgevig en goed voor allen. We dienen God uit het hart, ongeacht wat het leven ons brengt. Het is geen zaak van quid pro quo (voor wat hoort wat). We vragen niet om betaald te worden, het bedrag wat WIJ vinden dat eerlijk is. Hij heeft beloofd ons te geven wat rechtvaardig is.

    God heeft een plan met elk van ons. Het is de bedoeling dat we dat plan aanvaarden en niet tegenwerken, en zelfs geen vragen erover stellen. We moeten een totaal en kinderlijk vertrouwen hebben in Hem. We moeten beseffen dat Hij de Enige is die ons leven ten goede kan sturen en zorgen dat we veilig aankomen in Zijn Rijk, waar geen tranen, ongeluk, lijden en dood meer zijn. Nooit meer. Op deze dag zullen alle dingen wat krom waren, recht gemaakt worden.

    Lijden

    God heeft niet beloofd dat dit leven een leven van rozengeur en maneschijn zou zijn. We worden niet altijd gered van elk kwaad, elke keer. Sommige zegeningen komen niet, zelfs wanneer we voelen dat we ze het meest nodig hebben. Als we om een zegening vragen, dan geeft God ze op Zijn tijd. Bovendien hoe hard het leven voor sommige Christenen ook kan zijn, het leven zou nog slechter zijn zonder Jezus in hun leven. We werken niet om het loon, maar we werken voor de landeigenaar en geloven dat Hij uiteindelijk ons zal geven wat rechtvaardig is. De waarheid is dat alle lonen die gegeven worden door de landeigenaar eigenlijk gaven zijn, niet wat verdiend is of wat in onze gedachten eerlijk is. Zijn gaven worden verdeeld zoals Hij gepast vindt.

    In de gelijkenis krijgen de arbeiders een contract bij het begin van de dag. De arbeiders en de landeigenaar komen een definitief dagloon overeen. De tweede groep arbeiders werken op een informeel akkoord en krijgen enkel te horen dat hun loon billijk zal zijn. De laatste groep die enkel een uur werken is er zelfs geen sprake over een loon. Ze krijgen enkel te horen dat ze kunnen werken in de wijngaard. En de enige groep die klaagt is de groep die een loon had afgesproken. Ze waren oorspronkelijk akkoord gegaan met een loon waarvan ze tevreden waren, maar nu was het niet goed genoeg. Ze wilden opnieuw onderhandelen omdat ze vonden in vergelijking met de anderen slecht te zijn betaald. Ze morren en beschuldigen de landeigenaar van oneerlijk gedrag. Het lijkt dat deze arbeiders, hoewel ze langer en harder hebben gewerkt dan de rest, werkten met een slechte instelling. Ze beminden de landeigenaar niet, ze wilden enkel hun loon, en dan vertrekken. Ze zijn ontevreden omdat de landeigenaar goed en vrijgevig is. Toch noemt de landeigenaar hen “vriend(en)” en geeft hen hun loon.

    Er zijn veel Christenen, die doen wat juist is en volgen God reeds vele jaren, maar ze morren tegen God en verwachten een soort bijzondere beloning. Ze willen dat hun werk erkend wordt en dat ze bijzondere zegeningen verdienen. We moeten ons realiseren dat we onze weg naar de Hemel niet kunnen afdwingen, we verdienen niets uit ons zelf, maar door Zijn genade, waardoor we allen al meer ontvangen hebben dan we verdienen. Op het einde zullen we het eeuwig leven ontvangen in Zijn eeuwig Koninkrijk van Vrede en Vreugde. Daarom zouden we moeten leven en werken in vreugde, wetend dat onze Hemelse Vader van ons houdt en zal doen wat Zijn plan met ons is. Het laatste hoofdstuk is nog niet geschreven. Als onze harten in lofprijzing verkeren zullen we Zijn ”gekoesterd bezit” worden. Hij zal medelijden hebben met ons, en ze zullen uiteindelijk het verschil zien tussen “degenen die God dienen en degenen die het niet doen.” Het komt er alleen op aan vol te houden tot het einde.

    2. De apostelen: zij wilden weten wat eraan vasthing als ze Jezus volgden. Of ze een beloning zouden krijgen voor hun werk. Jezus verzekerde hen dat hun offers die ze maakten omwille van Hem honderdvoudig zouden terugbetaald worden. Was het niet in dit leven, dan zou het zeker in het volgende zijn.

    3. De eerste groep die de landeigenaar riep kan uitgelegd worden als het volk van Israel. Als Hij weer terugkomt dan roept Hij het westen van Europa uit het heidendom. Zo roept God iedereen om tot God te komen.

    04-11-2019 om 12:52 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pastor Enoc 31/10

    LUISTER NAAR MIJN LAATSTE OPROEPEN, OPSTANDIGE SCHAPEN, ANTWOORD DOOR TE BLATEN (Noot: smeekbeden), ZODAT IK JULLIE KAN LOKALISEREN EN JULLIE TERUG NAAR DE SCHAAPSKOOI KAN BRENGEN, VOORDAT DE NACHT VALT! 31/10/2019

    BOODSCHAP VAN JEZUS, DE GOEDE HERDER AAN ZIJN KUDDE – BOODSCHAP AAN ENOCH

    Schapen van mijn Kudde, mijn Vrede is met jullie.

    Mijn kudde, jullie zijn in de tijd van zuivering, bid ten allen tijde zodat geen boze kracht jullie van jullie vrede kan beroven. Grote hemelse manifestaties zullen binnenkort gebeuren, die nooit eerder door iemand werden gezien. De Hemel zal zich manifesteren in de lucht, wees niet bang, deze manifestaties zijn een oproep voor jullie om terug naar God te keren en jullie voor te bereiden op de komst van de Waarschuwing.

    De lucht zal getooid zijn met kleuren van verschillende tinten en aureolen/halo’s rond de zon en de maan: ze zullen jullie de grootsheid van God laten zien. Verheug jullie, want de dag is nabij dat jullie door de eeuwigheid gaan en aan de zuiveren van hart : jullie zullen de Glorie van God zien in al zijn luister. Alle gebeurtenissen staan op het punt ontketend te worden in een kettingreactie, wanneer jullie het minst verwachten, grote beproevingen zullen komen en temidden van deze beproevingen zal de Waarschuwing komen. Miljoenen zielen zijn nog steeds in een diepe verdoving door de zonde, leven van dag tot dag, beseffen niet dat de dagen van de grote beproeving dichtbij zijn. Als ze niet spoedig wakker worden en van harte terugkeren naar God, zullen ze voor eeuwig verloren gaan.

    Maak gebruik van de dagen van licht dat er nog over zijn, opstandige schapen, omdat de duisternis zeer spoedig de aarde zal omhullen en jullie niet in staat zullen zijn terug te keren naar de schaapskooi. Luister naar mijn oproepen, opstandige schapen, reageer met geblaat (Noot: smeekbeden) zodat Ik jullie kan lokaliseren en jullie terugbrengen naar de kudde, voordat de nacht valt. Wees niet koppig en ontembaar, omdat jullie zeer goed weten dat Ik van jullie houd en Ik jullie dood niet wil. Ik ga op zoek naar jullie, mijn verdwaalde schapen. Ik heb de 99 anderen verlaten om jullie te gaan redden. Ren, ren, omdat de deur van de schaapskooi op het punt staat gesloten te worden! Volg niet de brede weg, omdat ze naar de verdoemenis en dood leidt. Neem de smalle weg dat jullie naar de deur van de schaapskooi brengt, waar Ik op jullie wacht.

    Ik roep jullie en Ik ben op zoek naar jullie: prostituees, homoseksuelen, overspeligen, ontuchtplegers, losbandigen, onzuiveren, leugenaars, afgodendienaars, lasteraars, afgunstigen en andere zondaars die in deze wereld dwalen zonder God en zonder Wet, zoals schapen zonder een herder. Schenk aandacht aan mijn laatste oproepen en keer zo spoedig mogelijk terug naar Mij, die jullie Eeuwige Herder ben. Ik wacht op jullie, stel het niet uit, al wat je moet doen is terugkeren, mijn verdwaalde schapen, want de deur zal gesloten worden. Een plaats in de schaapskooi wacht er jullie. De groene weiden en de frisse wateren wachten jullie om jullie honger te stillen en jullie dorst te lessen. Snel, haast jullie, Ik wacht op jullie, omdat Ik overloop van liefde voor jullie. Heb berouw en bekeer jullie, omdat het Koninkrijk van God nabij is.

    Jullie Herder, Jezus de Goede Herder van Alle Tijden

    Maak mijn boodschappen kenbaar aan de hele mensheid, schapen van mijn Kudde

    04-11-2019 om 08:49 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelijkenis: deel 9 : Gelijkenis van 'De onbarmhartige dienstknecht'

    Deel 9 : De gelijkenis van 'De onbarmhartige dienstknecht'

    Gebaseerd op : www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis, preek van Sherm Nichols, voorganger

    Mattheüs 18:21-35: Nu kwam Petrus naar Hem toe, en sprak: Heer, hoe dikwijls moet ik mijn broeder vergeven, die tegen mij misdoet? Tot zeven keer toe? Jesus zei hem: Niet tot zeven keer toe, zeg Ik u; maar tot zeventig maal zeven keer. Daarom is het rijk der hemelen gelijk aan een koning, die afrekening wilde houden met zijn dienaars. Toen hij met de afrekening was begonnen, bracht men er een binnen, die hem tienduizend talenten schuldig was. Daar hij niets had om te betalen, beval zijn meester, hemzelf te verkopen met zijn vrouw en zijn kinderen en alles, wat hij bezat, en zó de schuld te vereffenen. Maar de knecht viel hem smekend te voet, en zeide: Heb geduld met mij, en ik zal u alles betalen. De heer had medelijden met dien knecht, liet hem gaan, en schold hem de schuld kwijt.

    Maar toen die knecht was heengegaan, ontmoette hij een zijner medeknechten, die hem honderd tienlingen schuldig was; hij greep hem tot wurgens toe bij de keel, en zeide: Betaal me wat ge schuldig zijt.

    Zijn medeknecht viel hem smekend te voet, en sprak: Heb geduld met mij, en ik zal u betalen. De ander wilde dit niet, maar ging heen, en liet hem in de kerker werpen, totdat hij de schuld zou hebben betaald. Toen nu zijn medeknechten zagen wat er gebeurd was, werden ze diep bedroefd, en gingen hun meester alles vertellen. Nu liet zijn heer hem roepen, en zei tot hem: Boze knecht, die hele schuld schold ik u kwijt, omdat ge het mij hebt gevraagd; moest ook gij u dan niet ontfermen over uw medeknecht, zoals ikzelf mij over u heb ontfermd. En in zijn toorn leverde de heer hem aan de beulen over, totdat hij de hele schuld zou hebben voldaan. Zo zal ook mijn hemelse Vader met u handelen, als gij niet allen uw broeder van harte vergeeft.

    Uitleg

    Als iemand je kwaad heeft gedaan, je heeft beledigd, je heeft bedrogen, je heeft belogen, je te kijk heeft gezet, van je heeft gestolen, je schade berokkent heeft, dan heb je besloten of je die persoon al dan niet zal vergeven. Er is een soort grondregel dat je gebruikt wanneer het komt op vergeving. Er zijn bepaalde parameters, bepaalde zaken die je beslissing uitmaken. De bepalen niet alleen de manier waarop je hebt gehandeld in het verleden, maar ze zijn reeds klaar voor de volgende persoon die “je kwaad doet”. Je hebt ze nodig, omdat er zeer waarschijnlijk nog iemand op je pad komt om de volgende persoon te zijn die “je kwaad doet”.

    Petrus dacht zijn grondregel voorbij Jezus te krijgen. Het was een populaire leer in die dagen als iemand je had “kwaad gedaan”, je hem tot 3 keer zou vergeven. Daarna, mocht je beschikken en kon je volgens de manier handelen waarbij je je goed voelde. Jezus heeft het over hoe we verschillen moeten oplossen met mensen die ons pijn doen. Petrus haalde zijn grondregel boven. “De rabbi’s zeggen dat ik 3 keer moet vergeving schenken. Ik denk als volgeling van Jezus dat we misschien moeten proberen tot 7 keer te geraken.” Petrus dacht: Jezus kennend, zal Hij waarschijnlijk zeggen dat het niet genoeg is. Weet je wat, ik verdubbel de 3 keer, en ik doe het nog beter, ja. Ik ga voor 7 keer vergeven. God houdt van het getal 7. Jezus kan toch niet van mij verwachten dat ik meer dan 7 keer vergeef. En daarom stelt Petrus zijn vraag. Jezus antwoordde echter: Niet 7 keer, maar 70 keer 7 keer. Dat was niet waar Petrus op gehoopt had.

    Leven onder de regels van God vraagt iets dieper, niet een grens te stellen waar we onze barmhartigheid, goedheid, lankmoedigheid, geduld en liefde mogen ophouden zoals bij het vergeving schenken wanneer we er geen zin in hebben.

    Jezus leert ons de andere kant van de medaille kennen om toegelaten te worden in de Hemel of niet. Als je vergeving in overvloed hebt gekregen, heeft God verwachtingen van jou. Als je vergeving hebt gekregen moet je beseffen dat je zonde een enorm probleem was. Zonde in het algemeen, of ze klein is of groot, is een enorm probleem. De Bijbel beschrijft de Hemel als een plaats waar niets onzuivers kan binnenkomen, geen personen die bedriegen of kwaad doen.

    Laten we eens kijken wat de Romeinse munteenheid was. Stel dat je een gewone job had in die tijd en een dag werkte, dan kreeg je een denarius. Een denarius was gelijk aan een dagloon. Als je ongeveer 20 werkweken had (100 werkdagen) dan was je in staat je 100 denarii te wisselen voor een mina. Dus 100 daglonen was 1 mina. Als je lange tijd spaarde tot je 60 mina had, kon je het wisselen voor 1 talent. Dus 60 minas was 1 talent. Met andere woorden 1 talent = 6000 denarii = 6000 daglonen. In deze gelijkenis was 10000 talenten enorm veel : 10000 talenten = 60.000.000 denarii/daglonen. De man vraagt smekend om geduld te oefenen aan de schuldeiser, want hij zou alles terugbetalen. Dat vroeg veel geduld, omdat deze man aan een tempo van 5 dagen per week, 230.769 jaar zou moeten werken. De schuld van deze man was dus uitzichtloos. Op een bepaald moment moeten we bij God de rekening vereffenen. God zal zeggen: “Betaal nu je schuld!” We kennen dit tegenwoordig als de rekening van onze kredietkaart, de uitslag van een examen, de uitslag van de bloedname… God zal zeggen: ‘OK, het is tijd om te betalen! Het is tijd terug te geven, waar je hebt genomen; uit te leggen wat je hebt gedaan, te tonen wat je hebt geleerd. Breng je rekening in orde.’

    Wanneer je een eerlijke blik werpt op je ‘boekhouding van je leven’, verkeer je in een slechte positie. We zijn allen voorbestemd om te sterven. (Bedankt, Adam!) Maar daarbovenop hebben we allen gezondigd en blijven we tekortkomen voor Gods glorie. En de betaling voor zonde is de dood. Wanneer de betaaldag komt zullen we een negatieve balans voorleggen. Ze zullen zeggen dat we een eeuwigheid in de hel verdienen. Wat goede werken kunnen misschien een denarius of twee van de schuld doen, als het goed gaat. Maar het is een druppel op een hete plaat. Het is al de man in deze gelijkenis die 10000 talenten schuldig is. Op mijn eentje is het hopeloos. Wat kan ik doen?

    De enorme omvang van je zonden beseffen leidt je naar Gods vergeving. Je bent gedoopt en je hebt op een bepaald punt Jezus als Heer genomen. Je hebt Hem gevraagd om je te vergeven en de schuld kwijt te schelden in het sacrament van de biecht als je katholiek bent. Je geweten te reinigen van schuld. Als je vergeving hebt gekregen dan besef je de enorme omvang van Gods barmhartigheid en medelijden.

    Als je de enorme omvang begrijpt van je zonde, besef je ook wat een enorme taak het is de zonde te vergeven! We moeten God loven en dankbaar zijn voor Zijn enorme liefde voor ons. Waarom wil Jezus dat Zijn volgelingen zoveel mogelijk samenkomen in de Eucharistie en Zijn dood herdenken? Om ons eraan te herinneren dat Gods genade groter is dan onze zonden en bovendien: WE ONTVANGEN HEM IN ONS HART DOOR HET TOT ONS NEMEN VAN DE GECONSECREERDE HOSTIE, HEMZELF.

    De man die vergeving kreeg had een iemand die hem ook geld schuldig was, 100 denarii. Maar in plaats van barmhartigheid te tonen, liet hij de man die niet kon betalen in de gevangenis werpen tot hij de schuld kon betalen. Een schuld dat 600.000 keer minder was dan de zijne. De eerste dienaar had het perspectief verloren dat vergeving hem had geschonken. Als wij de enorme omvang bekijken waarvoor God ons vergeving heeft geschonken, dan hebben we een beter perspectief van de kleinheid van schuld die anderen tegenover ons hebben.

    Wat we moeten indachtig zijn is: Op Jezus’ Kruis werd het kwaad dat wij hebben gedaan en het kwaad dat anderen ons hebben aangedaan genageld, samen met Hem. Het is hetzelfde Kruis dat alle zonden wegneemt. Ik reken op het Kruis van Jezus om mijn zonden tegen God en de anderen weg te nemen. Kan ik de zaken die mij werden aangedaan ook toevertrouwen aan het Kruis? Het is hetzelfde Kruis. In het Onze Vader bidden we: Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren. De kleinheid van de zonden tegen ons gedaan, tegenover de grote omvang van onze zonden tegenover God.

    We hebben de verplichting anderen vergeving te schenken, omdat we moeten onthouden hoe God ons heeft vergeven.

    Een man sprak met John Wesley en pochte: “Ik vergeef nooit.” Wesley reageerde wijs hierop en zei: “Mijnheer, dan hoop ik dat je nooit zondigt.” Vergeving is natuurlijk mooi op papier, maar iemand vergeving schenken is niet gemakkelijk. En vergeten dikwijls nog erger. Het vraagt tijd om van harte te vergeven en alles in perspectief te zetten. Bovendien IS HET AANGEWEZEN DAT JE DE HELE SITUATIE AAN GOD GEEFT, DAT HIJ JE GENEZING SCHENKT VAN JE WONDEN ZODAT JIJ VERGEVING KUNT SCHENKEN. DENK ERAAN DAT VERGEVING SCHENKEN EEN DEEL IS VAN JE EIGEN GENEZINGSPROCES. Laat de vereffening aan God over, Hij kent het probleem en Hij heeft alles in handen. Laat het aan Hem over. Neem Gods genezende liefde aan om de wonden te helen. Besef ook dat OOK JIJ EEN ZONDAAR BENT DIE MENSEN SLECHT HEBT BEHANDELD EN SLACHTOFFERS HEBT GEMAAKT. Bid om sterkte om te kunnen vergeven, en laat het de persoon weten dat je hem hebt vergeven. Het kan zijn dat je de last van zijn schouders hebt gehaald. Jezus vraagt niet dat we met de persoon ‘trouwen’.

    04-11-2019 om 07:26 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelijkenissen: deel 6-8 : Het verloren schaap - De verloren drachme - De twee zonen

    Deel 6-8 : De gelijkenis van ‘Het verloren schaap’, ‘De verloren drachme’ en ‘De verloren zoon’

    Gebaseerd op preken van Mike Reroat, voorganger en Joey Nelson, voorganger

    Lukas 15:1-10 : Intussen kwamen alle tollenaars en zondaars naar Hem toe, om Hem te horen. Maar de farizeën en schriftgeleerden mopperden, en zeiden: Hij ontvangt zondaars, en eet met hen. Toen sprak Hij tot hen deze gelijkenis: Wie van u, die honderd schapen heeft, en er een van verliest, laat niet de negen en negentig andere achter in de woestijn, en gaat het verlorene zoeken, totdat hij het terugvindt? En als hij het gevonden heeft, legt hij het verheugd op zijn schouders; en thuis gekomen, roept hij vrienden en buren bijeen, en zegt hun: Verheugt u met mij; want ik heb mijn verloren schaap teruggevonden. Ik zeg u: Zó zal er meer vreugde zijn in de hemel over één zondaar die zich bekeert, dan over negen en negentig rechtvaardigen, die geen bekering behoeven. Of welke vrouw, die tien drachmen bezit, en één drachme verliest, steekt niet een lamp aan, veegt niet het huis, en zoekt niet zorgvuldig, totdat zij ze vindt? En als zij ze gevonden heeft, roept ze vriendinnen en buren bijeen, en zegt: Verheugt u met mij, want ik heb mijn verloren drachme gevonden. Zó, zeg Ik u, is er vreugde bij de engelen Gods over één zondaar, die zich bekeert.

    De baas van een grote firma belde een werknemer op om een dringend probleem met één van de hoofdcomputers. Hij belde naar hem thuis en werd begroet met een fluisterend kinderstemmetje: Hallo?  De baas was wat verbaasd en vroeg onmiddellijk: Is je papa thuis?  - Ja, antwoordde het jongetje fluisterend. Kan ik hem spreken? vroeg de baas. Tot zijn verbazing zei het jongetje: Nee. De baas wilde met een volwassene spreken en vroeg verder: Is je mama daar? Ja, was het antwoord. Kan ik met haar spreken? Nee, was het antwoord. De baas vond het vreemd en kon niet inbeelden dat een jong kind alleen thuis zou zijn. Hij besliste dat hij een boodschap zou nalaten bij degene die bij het kind was. Is er niemand bij jou? vroeg de baas. – Ja, een politieagent. De baas vroeg zich af wat een politieagent deed in het huis van zijn werknemer. Kan ik de politieagent spreken? – Nee, hij is bezig. – Bezig met wat? vroeg de baas. Aan het praten tegen mama en papa en de brandweerman, was het antwoord. Nu werd de baas bezorgd toen hij een geluid hoorde door de telefoon van een helicopter. De baas vroeg: Wat is dat lawaai? Het kinderstemmetje fluisterde: Een helicopter. De baas was gealarmeerd en vroeg: Wat gebeurt daar? Het jongetje fluisterde: Het onderzoeksteam is juist geland! De baas in paniek: Waarom zijn ze daar? En het jonge stemmetjes fluisterde en giechelde: Ze zijn op zoek naar mij!

    We zullen eerst eens kijken vanuit het standpunt van het schaap. We hebben allemaal al schapen gezien. Het zijn niet bepaald de koningen van de jungle. Het zijn gemakkelijke prooien voor roofdieren omdat ze zich niet kunnen beschermen en ze gemakkelijk te vangen zijn. Het zijn brave, volgzame dieren die geen kwaad doen. En wij zijn die schapen. Jezus, de Herder is gekomen om de schapen te zoeken en te redden, wij dus. Hoewel we dikwijls niet om kunnen met elkaar zijn we in feite nogal volgzaam en onschuldig wanneer het de geestelijke wereld betreft. Als er een strijd is tussen de schapen en een wolf, zal de wolf winnen. Als er een strijd is tussen kwade geestelijke krachten, die ons willen wegleiden van de Herder, en wij, zullen de kwade krachten winnen als er geen herder is. Het is verschrikkelijk om verdwaald te zijn. Schapen hebben een herder nodig.

    Schapen zijn ook zeer lichtgelovig. In massa kunnen schapen overal heen geleid worden zolang er maar voedsel is. In zijn boek Animal Farm portretteert George Orwell de makkelijk beet te nemen volgelingen van het communisme als schapen. Ze volgen blindelings de grillen van anderen, en werden geleerd het ene te geloven dat hun werd voorgehouden, en dan onmiddellijk hun overtuiging te veranderen wanneer ze iets anders voor zich kregen. Dat is een omschrijving van ons, als verdwaalde schapen van het menselijk ras. We zijn opgevoed om het ene te geloven, maar wanneer iets anders langs komt, nemen we dat over. We worden gemakkelijk op een dwaalspoor gebracht door onze smaak voor de zaken van deze wereld. We volgens blindelings iemand zonder ons af te vragen waarom, gewoon omdat de rest van de kudde het doet of omdat het goed aanvoelt.

    Bewijs hiervan nodig? Kijk naar de massa die Hitlers toespraken volgde en zijn waanideeën gretig opvolging vonden. Wij als schapen zijn dus lichtgelovig, klaar om de massa te volgen. Het is een verschrikkelijke zaak om verdwaald te zijn, we hebben een Herder nodig.

    In de gelijkenis zijn er 100 schapen en maar 1 dwaalt af. Maar in plaats van tevreden te zijn met de 99 schapen die veilig en wel waren, gaat de eigenaar van de schapen op zoek naar het verdwaalde schaap. Hij vindt het schaap en komt terug om te vieren.

    Jezus vertelde deze gelijkenis vooral aan de Farizeeers, dat God niet tevreden is met de “gelovigen” die Hij reeds heeft, maar Zich ook richt tot de “zondaars” dat Hij terug wil doen keren naar Hem. Bovendien was dit in Jezus’ tijd ook een aanmaning tot de Farizeeers die religieuze leiders waren in die tijd maar van zichzelf niet wisten dat ze zich op een dwaalspoor bevonden. Wij mogen ons als Kerkgemeenschap niet tevreden stellen met ons “groepje”, maar voortdurend zoeken naar mensen om bij onze groep te voegen en ze te verwelkomen in Gods grote familie. Merk ook op dat Jezus Zelf op zoek gaat en niet wacht tot ze terug naar huis keren.

    Waarom? Schapen zijn niet zoals duiven, die terugkeren naar de til. Schapen moeten gevonden worden en Jezus beseft dat. Niemand komt naar Jezus zomaar, Hij zoekt naar mensenzielen en elke bekering is begonnen met Jezus die op zoek gaat naar de verdwaalde. Nadat de herder zijn verloren schaap gevonden heeft, brengt hij het naar huis waar er feest gevierd wordt. Merk op dat er geen uitbrander volgt omdat het schaap is weggelopen, of dat er geen verwijten worden gemaakt. De Herder is zo gelukkig over de terugkeer van zijn verloren schaap dat het niet uitmaakt hoeveel moeite het Hem geeft gekost. Hij wil dat elk op de hoogte is van de terugkeer van het schaap en dat het gevierd wordt. Er is geen herinnering aan schuld, enkel aanvaarding.

    Het goede nieuws is dat Jezus op zoek is naar jou. Hij kent alle schapen van Zijn kudde. Hij kent alle mensen bij naam. Hij kent zelfs je diepste gedachten. Zijn tocht in de woestijn om je te vinden begon ongeveer 2000 jaar geleden en het was op de weg naar Calvarie, en Hij droeg een Kruis en begon Zijn zoektocht en Hij blijft zoeken tot Hij je vindt. Het enige wat jij moet doen is je laten gevonden worden en niet nog verder weglopen. Jezus dwingt je niet in Zijn armen. Er zijn geen valstrikken, geen ketenen, geen touwen. Jij moet alleen willen gevonden worden, en datn neem Hij je in Zijn armen om je terug naar huis te brengen. Dat wil niet zeggen dat de weg naar huis niet vol hindernissen is, maar de Herder zal je onderweg dragen en helpen dat je over de hindernissen geraakt. Stop dus met het najagen van tijdelijke, vergankelijke wereldse zaken en keer terug naar de Goede Herder, Jezus. Je moet je alleen laten gevonden worden.

    Hier is ook een belangrijke verwijzing naar het verschil tussen het Christelijk geloof en de rest. In de andere geloofsovertuigingen is het telkens de mens die op zoek is naar de Almachtige/God. In het Christelijk geloof is het God die de mens zoekt. Bovendien is God niet gekomen om een groep mensen, of een klasse van mensen, of een bepaald ras. God is gekomen voor ALLE MENSEN OP AARDE en HIJ WIL DAT ALLEN IN DE GROTE FAMILIE KOMEN VAN GOD EN DAT ER EENHEID HEERST IN DE GROTE FAMILIE. En dat kan enkel tot stand komen als iedereen God leert kennen door Jezus. Wij als Christenen zijn dus geroepen om de handen, voeten en spreekbuis te zijn van Jezus en Zijn boodschap.

    De 10 drachmen

    Gebaseerd op: www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis

    Lukas 15:8-10: Of welke vrouw, die tien drachmen bezit, en één drachme verliest, steekt niet een lamp aan, veegt niet het huis, en zoekt niet zorgvuldig, totdat zij ze vindt? En als zij ze gevonden heeft, roept ze vriendinnen en buren bijeen, en zegt: Verheugt u met mij, want ik heb mijn verloren drachme gevonden. Zó, zeg Ik u, is er vreugde bij de engelen Gods over één zondaar, die zich bekeert.

    Jezus vertelt ons dat er niets belangrijker is dan het vinden van dingen die verloren of verdwaald zijn. God is als een verzamelaar die alle mensen heeft geschapen en ze koestert als dat elke mens het belangrijkste en meest unieke is van Zijn ‘verzameling’. En Hij wil ze allemaal, Hij wil geen enkel ‘stuk’ verliezen uit Zijn verzameling aan de dief, die we allemaal kennen als satan.

    Eerst wat uitleg over de drachme of “dram” dat in deze gelijkenis werd gebruikt. Het was een Griekse zilveren munt met ongeveer hetzelfde gewicht als een Romeinse denarius en omdat het een Griekse munt betrof, eigenlijk geen wettig betaalmiddel in Palestina, omdat de denarius de wettige munteenheid was in het Joodse land onder Romeins gezag. En volgens een expert in antieke geschiedenis uit het Midden Oosten, Kenneth Bailey: een geldstuk was zeldzaam onder de landelijk bevolking omdat ze hun eigen voedsel verbouwden en kledij maakten. Geld was dus zeldzaam omdat ze geen handel moesten drijven. Een drachme vertegenwoordigde doorgaans ongeveer een dagloon.

    De verloren drachme had dus een veel grotere waarde in een landelijke gebied dan het dagloon dat het doorgaans vertegenwoordigde. Drachmen werden ook gebruikt voor persoonlijke versiering van hoofd, nek of arm. En als versiering zal deze drachme voor de vrouwe een grotere gevoelswaarde hebben gehad in plaats van een werkelijke waarde. We kunnen ons een voorstelling maken van een vrouw die in een klein landelijk huisje woont. Haar dag bestaat uit weven, naaien, schoonmaken, koken enz. Ze heeft niet veel geld en de tien zilveren geldstukken zijn van grote waarde voor haar. Maar op een dag ontdekt ze dat er een geldstuk is verdwenen.

    Het getal tien is het beeld van het Koninkrijk der Hemelen. Het getal tien duidt een volheid aan. Vandaar gaf het verlies van één van de tien munten aanleiding tot het ijverig zoeken door de eigenares en met het vinden ervan roept ze vrienden en buren om zich met haar te verheugen. Klaarblijkelijk had de drachme voor haar een bijzondere waarde boven de marktwaarde en het verlies van één ervan, waardoor het volledige stel geschonden was, zou erg betreurd worden wegens de moeilijkheid om het te vervangen. De persoonlijke gevoelswaarde is hier een belangrijke karaktertrek die naar voor komt.

    Alleen als ze erg arm was of een behoeftige weduwe kunnen we heel goed haar koortsachtige angst over het verlies van het tiende deel van haar bezit begrijpen. Het vertegenwoordigde tenslotte toch een dagloon. Maar als we eraan denken dat het Griekse munten waren, die haar eigen bijzondere schat vertegenwoordigden, dan kunnen we gemakkelijk haar ijverig zoeken bij kaarslicht naar het verloren stuk en de terugvinding begrijpen. Door het vinden van het verloren stuk, was de verzameling munten weer compleet. Of de tien stukken een erfstuk of een huwelijksgeschenk waren is niet bekend, maar we moeten het bijzonder kenmerk van de gelijkenis niet missen, die heel zeker is, namelijk: dat de verloren drachme een bijzonder waarde had in de ogen van de vrouw. Zo'n waarde dat ze haar vriendinnen en buren roept en zegt: "Weest blij met mij, want ik heb de drachme gevonden die ik had verloren."

    Uitleg

    Als profetisch voorbeeld waarin de vrouw die over haar zilveren bezit moet waken, is het beeld van de Kerk, de Bruid van Christus. Jezus heeft de heerlijkheid van Zijn Vader verlaten om Zich een Bruid te kiezen op de aarde. De vrouw, de Kerk van de eerste eeuw, bezat een rijkdom aan hemelse schatten met zijn apostelen, profeten, evangelisten en herders en leraars en al de gaven van de Heilige Geest. De vrouw – de Kerk - moest over al deze geestelijke gaven zeer zorgvuldig waken, met veel trouw en veel wijsheid, om deze gaven te behouden. Hierin ligt een waarschuwing waaruit blijkt hoe gemakkelijk een deel der gaven verloren kan gaan, en, heeft de Kerk in de loop der eeuwen niet ontzettend veel verloren? Ja, bijna alles! Apostel Paulus waarschuwde de Kerk reeds hiervoor: "blust de geest niet uit,veracht de profetieën niet."

    De Staat heeft zijn intrede gedaan in de Kerk, en zo ontstond er een huwelijk waardoor het vertrouwen op de Heer hoe langer hoe minder werd. Dit huwelijk tussen Kerk en Staat had nooit gesloten mogen worden. Zolang de Kerk werd vervolgd, was het geloof in Christus heel sterk,maar toen zij in de armen van aardse mannen viel, vergat de Kerk haar roeping. Haar liefde en geloof werden minder en de gaven van de Heilige Geest werden uitgeblust. Onmerkbaar ging al het schone dus verloren en men raakte aan deze nieuwe toestand gewoon. De afbrokkeling is steeds verder blijven toenemen. Het laatste Vaticaans Concilie, het modernisme, relativisme en nog ketterijen zijn blijven woekeren als een zwerende wonde. Tot we nu de wankele toestand van de Kerk kennen: de voeten zijn gewillig, maar het hoofd is wankel.

    Binnenkort zal met de Waarschuwing het licht aanstoken worden over de hele wereld. De verspreiding van Jezus en Zijn boodschap tot in de uithoeken van de wereld. Niemand zal kunnen ontkennen dat God niet bestaat en dat Jezus, als Tweede Persoon van de Drie-eenheid, niet de Verlosser is van de mensheid. De zoektocht naar de verloren drachme zal aangewakkerd worden. Deze eerste stap is echter alléén niet voldoende, want daarna keert zij het huis met de bezem om, net zolang totdat zij het verlorene heeft teruggevonden. De Kerk zal grondig worden gezuiverd en de verloren drachme als gaven van de H. Geest zullen worden teruggevonden. Het moet leiden tot de nieuwe Restkerk, waar Jezus bij Zijn Tweede Komst over zal heersen.

    De H. Geest, die bij het doopsel aanwezig is, is de grote schat die nodig is om te behoren bij hen die straks als de vrouw van het Lam op de geestelijke berg Sion zullen staan. Iedere mens zal dan terug een tempel zijn van de H. Geest. 

    03-11-2019 om 19:56 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelijkenissen: deel 6-8 : De verloren zoon

    De verloren zoon

    Gebaseerd op: www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis, preek van David Goering, voorganger

    Lucas 15:11-32: Nog sprak Hij: Een man had twee zonen. De jongste van beiden zei tot den vader: Vader, geef mij het deel der goederen, dat me toekomt. En hij verdeelde zijn vermogen onder hen. Een paar dagen later pakte de jongste zoon alles bijeen, en vertrok naar een ver land. Daar verkwistte hij zijn vermogen door een losbandig leven. Maar toen hij er alles had doorgejaagd, kwam er een grote hongersnood in dat land, en begon hij gebrek te lijden. En hij ging zich verhuren aan een der burgers van dat land; en deze stuurde hem naar zijn velden, om zwijnen te hoeden. Nu had hij zo graag zijn buik willen vullen met de schillen, die de zwijnen aten; maar niemand, die ze hem gaf. Toen kwam hij tot inkeer, en sprak: Hoeveel knechten van mijn vader hebben brood in overvloed, en ik sterf hier van honger. Ik wil opstaan en naar mijn vader gaan, en hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u; ik verdien niet meer, uw zoon te heten; behandel me als een van uw knechten. En hij stond op, en ging naar zijn vader.

    Nog was hij ver weg, toen zijn vader hem zag, en ten diepste ontroerd werd; hij vloog naar hem toe, viel om zijn hals, en overlaadde hem met kussen. De zoon sprak tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen u; ik verdien niet meer, uw zoon te heten. Maar de vader zei tot zijn knechten: Gauw, haalt het beste kleed, en trekt het hem aan; doet hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan zijn voeten; vooruit, slacht het gemeste kalf, en laat ons eten en vrolijk zijn. Want mijn zoon hier was dood en is levend geworden, hij was verloren en is teruggevonden. En ze begonnen feest te vieren. Zijn oudste zoon was op het land. Maar toen hij terugkeerde, dicht bij huis kwam, en muziek hoorde en dans, riep hij een der knechten, en vroeg wat er gaande was. Deze zei hem: Uw broer is gekomen; uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem behouden heeft teruggekregen.

    Toen werd hij kwaad, en wilde niet naar binnen gaan. Zijn vader ging dus naar buiten, en drong er op aan dat hij mee zou komen vieren. Maar hij antwoordde, en zei tot zijn vader: Zie, zoveel jaren dien ik u reeds, en nog nooit heb ik uw gebod overtreden; toch hebt ge mij nooit een bokje gegeven, om met mijn vrienden feest te vieren.  En nu die jongen van u is teruggekomen, die uw vermogen verbrast heeft met eerloze vrouwen, nu slacht ge voor hem het gemeste kalf. Maar hij zei hem: Kind, gij zijt altoos bij me, en al het mijne is het uwe. Neen, feest en vreugde moet er zijn; want uw broer hier was dood, en is levend geworden, hij was verloren, en is teruggevonden.

    Philip Yancey vertelt het waar gebeurde verhaal van een weggelopen dochter die opgroeide in een klein stadje in Michigan. Ze had er genoeg van dat haar ouderwetse ouders voortdurend kritiek hadden op haar piercings, de muziek waar ze naar luisterde, haar kledij en haar vriendenkring en ze loopt van huis weg. Ze eindigde in Detroit waar ze een man ontmoet langs straat. Hij heeft in de gaten dat ze als hoer veel kan opbrengen omdat ze nog minderjarig is. Hij lijft haar in met de belofte dat ze veel geld zal verdienen en ze beland in de prostitutie. Een tijdje gaat het goed omdat ze geld binnenrijft. Ze geraakt aan de drugs om voortdurend in een roes te geraken. Ze wordt ziek en haar ‘baas’ slaat haar omdat ze niet genoeg geld meer binnenbrengt. Het geld dat ze nog over heeft gaat naar haar drugsverslaving. Ze geraakt dakloos. Op een nacht zit ze bij een andere dakloze aan een ton gevuld met kolen om zich warm te houden. Ze beginnen een gesprek over de uitzichtloosheid van hun situatie. Ze begint te wenen. “God, waarom ben ik weggelopen. Mijn hond thuis heeft het beter dan ik nu.

    Hij ligt nu in zijn mand te slapen..” Ze wil meer dan ooit naar huis. Ze raapt al haar moed bijeen om eens naar huis te bellen. Maar ze krijgt een antwoordapparaat. Ze belt herhaalde keren, maar vruchteloos. Uiteindelijk spreekt ze maar een boodschap in “Mama, papa, ik ben het. Ik ben er slecht aan toe. Ik zou graag naar huis komen. Ik ga de bus nemen naar jullie en ik zal morgen tegen middernacht bij jullie thuis zijn. Als jullie niet willen opendoen, begrijp ik het.” Gedurende de 7 uur in de bus bereid ze een gesprek voor om haar ongelijk uit te leggen en zich te verontschuldigen. En wanneer de bus in het kleine dorp aangereden komt waar ze is opgegroeid, stapt ze uit en gaat naar terminal. Ze weet niet goed wat te verwachten. Maar niets van de duizenden taferelene dat in haar gedachten hebben gespeeld, bereiden haar voor op wat ze ziet. In de busterminal staat een groep van familie: ouders, grootouders, tanten en nonkels… Binnen thuis is alles versierd en staat een feesttafel gedekt.

    Uitleg 

    Er zijn twee zaken die hier aan bod komen:

    1 De echte held in het verhaal is God als Vader. Hij toont zijn liefde, goedheid, medelijden en vergeving voor de zondaar, in de persoon van de jongste zoon. De Vader vergeeft al de zondaars die oprecht berouw hebben en terugkeren naar Hem.

    2 De afgunst van de oudste zoon, die trouw was aan God de Vader. Zij moeten de goedheid van God tegenover de zondaars aanvaarden.

    In die tijd was het gebruikelijk dat de oudste zoon bij de vader bleef en dat de jongste zoon een bedrag kreeg, een afkoopsom, en dat hij zich elders ging vestigen, om daar een bestaan op te bouwen. Dit bedrag kreeg de jongste zoon vaak op jeugdige leeftijd, wanneer hij nog flexibel was en alle kanten op kon met zijn leven. De oudste zoon kreeg van de vader ook meer. Hij kreeg de boerderij en het land. De jongste zoon kreeg wat er verdiend was aan het land.

    Dit geld dat een goede bestemming had moeten krijgen, wordt er door deze jongste zoon doorheen gejaagd. Zijn leven had namelijk zo moetenzijn dat hij zich eerst in het buitenland zou zijn gaan vestigen, daar handel zou gaan drijven, trouwen, kinderen krijgen en daarna als een oude man, zijn zaak over te geven aan zijn oudste zoon en zelf terug tekeren naar Palestina om daar zijn laatste levensdagen door te brengen.

    Het karakter van de jongste zoon en de omstandigheden:

    ·        Hij was een zelfzuchtige jongeman, waar materieel bezit en zijn plezier hogere waarde had dan de waardering zijn vader. Tegenwoordig zijn er miljoenen mensen die eerst het materiële zoeken en de glorie van God zo ver mogelijk uit hun leven houden, want men kan niet God dienen samen met de geldgod.

    ·        Hij beschouwde zich superieur aan zijn vader, zodanig dat hij zijn vader beval: Geef mij… Er zijn tegenwoordig zondaars die God, hun Schepper, bevelen geven, alsof God hen iets verschuldigd is. En door trots hebben ze zich boven God geplaatst. Lucifer was de eerste om dit te doen, en hij heeft nog altijd veel volgelingen.

    ·        De jongste zoon verzamelde zijn geld en ging in het buitenland alles verbrassen. Dikwijls denken zondaars dat ze in het plezier van ongerechtigheid kunnen leven zonder hierop te worden afgerekend. Maar zonde heeft altijd zijn gevolgen zowel in dit leven als in het volgende. Iemand zei eens dat zonde je altijd verder voert, dan waar je wilt komen, je langer vasthoudt, dan je wilt blijven en je meer kost dan wat je wilt betalen.

    ·        Deze jongeman had veel potentieel, zoals velen onder ons doen, maar hij vergooide zijn leven. Alle leven buiten Christus is vergooid, omdat het in rechtstreekse oppositie is met de glorie van God. Hier wordt je op afgerekend.

    ·        Deze jongeman had zo’n losbandig leven geleid dat hij niet meer had en toen een hongersnood kwam, gebrek had. Dikwijls leidt een leven van immoraliteit tot armoede. En als het niet materiële armoede is dan is het altijd geestelijke armoede en gebrek. Velen leven nu al in geestelijke armoede en verhongeren hun ziel door het gebrek aan Gods Woord als leidraad in hun leven.

    ·        Dikwijls leidt armoede tot nog grotere armoede. Een Joodse jongen moest zich als varkenshoeder tussen de onreine dieren begeven, en dat was voor een Jood een marteling.

    ·        De tijden van ontbering werden zo ongenadig dat zijn loon niet meer volstond om voedsel te kopen. Hij at wat de varkens aten. Wanneer een persoon een beslissing neemt om te leven en te teren op de corruptie van de wereld, zal het hem moreel en spiritueel ziek maken.

    ·        Een leven van zonde is werkelijk een duivelse vorm van krankzinnigheid. Maar in oprecht berouw is altijd een verandering van zienswijze en bekering van handelen. Zondaars haten de zonde dat ze eens zo graag hadden, zodanig dat ze zich willen bekeren.

    ·        De jongste zoon ging na zijn oprechte bekering terug naar huis, vol berouw en hij gaat vergeving vragen aan zijn vader. Bekering vraagt een radicale breuk met de zondige staat. Iemand die niet radicaal breekt met de zonde, blijft in zijn hart in zondige staat en blijft nog altijd in onreinheid.

    ·        De jongeman had een groot vertrouwen in zijn vader en zijn vertrouwen werd niet teleurgesteld. Degenen die naar God komen moeten geloven dat hij degenen beloont die ijverig zoeken naar Hem. De jongeman had oprecht berouw en begreep dat hij tegen de Hemel had gezondigd en tegen zijn Vader. Het was een overtreding tegen Gods morele wet.

    ·        De jongeman wil zich vernederen en zich zelfs geen zoon meer noemen, maar dat lukt hem niet, want zijn vader maakt hem dat opverschillende manieren duidelijk, dat hij zijn zoon volkomen accepteert.

    Ten eerste komt de vader de zoon tegemoet als hij hem ziet komen. In de Joodse cultuur was het echter een gewoonte dat de zoon de vader tegemoet ging en niet andersom.

    Ten tweede laat hij voor zijn zoon een gewaad komen. God vergeeft de zondaar en geeft een kleed van gerechtigheid, van redding. Als wij ons met God verzoenen worden we ook geadopteerde kinderen van God.

    Ten derde schuift hij de zoon een ring aan zijn vingers, een zegelring nog wel.

    Ten vierde krijgt de zoon sandalen, dat betekende in die tijd een symbool van vrij zijn, je was een vrij man als je schoenen kon dragen.

    Als laatste laat de vader het gemeste kalf slachten. Hij zegt ook tegen de bedienden haal HET kalf. Dat was vaak een kalf dat klaar stond omgeslacht te worden bij bijzondere gelegenheden of onverwachts hoog bezoek.
    Er wordt dan een groot feest voor gegeven. Het is een vergelijking met de Hemel, want de Heer is blij met elk mens dat tot bekering komt en weer bij hem terug komt. Hij maakt zich dan niet druk om de anderen, maar viert dan feest omdat een zondaar een ware bekering heeft ondergaan en is teruggekeerd.

    De oudste zoon en zijn houding :

    ·        Het zal zeker een harde werker geweest zijn. Wanneer hij ten tonele verschijnt komt hij pas van het veld. Er zijn miljoenen mensen die hard werken in hun religie en denken dat ze een eeuwig leven verdienen, maar redding wordt nooit verkregen door ons hard werk alleen, maar door wie Christus is en door hetgeen Hij heeft geleden op het Kruis en het bloed dat Hij heeft vergoten. Daarom komt geloof altijd op de eerste plaats. Maar geloof zonder overeenkomstige werken, is een dood geloof. Het spreekt vanzelf dat we moeten handelen zoals Jezus. We moeten steeds meer op Hem lijken. We moeten Hem fier maken dat we Hem steeds meer navolgen.

    ·        Hij toonde geen liefde of medelijden. Dikwijls zijn de mensen met het minst barmhartigheid, mensen zonder Christus.

    ·        Hij was afgunstig en kwaad omwille van de vergeving die zijn jongste broer te beurt viel. Kain hat dezelfde problemen met afgunst en verachtte zijn broer Abel.

    ·        Hij vond van zichzelf dat hij rechtvaardig was en hij dacht niet dat hij ooit een van zijn vaders geboden had overtreden. Hij vond zich beter dan zijn broer, minachte zijn broer en gaf dit zelfs als argument tegenover zijn Vader dat hij ‘nooit’ zijn Vaders geboden had overtreden.

    ·        Hij kon niet begrijpen waarom er gevierd werd om zijn jongste broer die zo’n zondaar was en die teruggekeerd was, terwijl hij bij zijn Vader was gebleven. Maar waar zonde overvloedig aanwezig is, is genade nog meer overvloedig aanwezig bij waar berouw.

    De held is de vader in dit verhaal:

    ·        De vader is God. Hij verlangde om te vergeven en te verzoenen, hoewel hij reeds beledigd was door zijn jongste zoon en dat zijn hart was verpletterd geweest door zijn goddeloze zoon. De vader behandelt ook zijn twee zonen gelijk. Hij gaat ook naar zijn oudste zoon om te vragen of hij komt meevieren. Maar dat weigert de oudste.

    Overwegingen:

    * Wij ervaren de onuitputtelijke goedheid van God voor de zondaars. En wij zijn ALLEMAAL zondaars. Wij kunnen ons geen aanmatigende houding veroorloven zoals de oudste zoon. De Vader is zo goed dat Hij Zijn eniggeboren Zoon Jezus zond om ons zondaars te redden door het geven van Zijn leven op het Kruis. Wij moeten het volste vertrouwen hebben in God dat Hij van ons houdt en dat Hij altijd bereid is om ons te vergeven, als we oprecht berouw hebben. Dat wil ook zeggen dat we ook vergeving moeten schenken aan degenen ons onrecht aandoen.

    * De oudste zoon begrijpt de liefde van zijn vader niet voor zijn zondige jongste broer. Hij begrijpt ook niet dat hij maar echt de zoon van de vader wordt, als hij zijn broer gaat beminnen. De gelijkenis was een waarschuwing voor de Farizeeërs, maar het is ook voor ons Christenen van toepassing. God bovenal liefhebben is het eerste gebod, maar de naaste liefhebben als jezelf, gelijkwaardig aan het eerste gebod.

    * De ellende begint pas echt als je weggaat bij God de Vader. Dan sta je er alleen voor. Op mensen moet je niet rekenen, zelfs al heb je het materieel goed.

    * We steken meer tijd en doen grotere inspanningen voor het zichtbare, wereldse, materiële, dan voor de redding van onze ziel en het echte geluk dat ons te wachten staat in het Koninkrijk van God. We denken dat echt geluk hier op aarde wordt gevonden.

    * De mens is geneigd om van God weg te trekken omdat hij denkt alles alleen te kunnen. De liefde van God de Vader verliezen, is definitief ellende aantrekken. Het wordt niet beter, alleen slechter. Het is pas als we inzien dat de ellende dan is begonnen dat we tot inkeer kunnen komen. We moeten eigenlijk blij zijn en de Heer danken als we lijden kennen, want dan zien we dat we God nodig hebben om ons uit de miserie te halen. Niets of niemand kan in je leven voldoening schenken dan God alleen.

    * Op de afbeelding hieronder zie je het schilderij van Rembrandt en de verloren zoon die door zijn vader wordt omhelsd. Henri Nouwen schrijft over het schilderij dat de handen van de vader afgebeeld zijn als een moederhand (links) en een vaderhand (rechts op het schilderij). En inderdaad kan je in het laatste hoofdstuk van Jesaja lezen dat de Vader een moederhart heeft. God de Vader heeft Vaderarmen en een Vaderhart, maar Hij heeft ook Moederarmen en een Moederhart. En zo omhelst Hij al Zijn kinderen; met Zijn Vaderhart en Moederhart, en Hij sluit ze in Zijn hart. EindelijkThuis.

    03-11-2019 om 00:00 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Allerzielen


    De herdenking van een overledene aan zijn of haar graf is nutteloos ALS :

    ·        Dit niet gepaard gaat met gebeden tot God en Maria voor de overledene en de vraag aan God om zijn of haar ziel op te nemen in de Hemel, na een periode van zuivering in het Vagevuur.

    ·        Dit niet gepaard gaat met het laten opdragen van H. Missen voor de zielerust van de overledene.

    ·        Als dit maar 1 keer per jaar is dat de overledene in de bloemetjes wordt gezet – Beter is een foto of ander aandenken bij het huisaltaar (Kruisbeeld, Mariabeeld, rozenkrans) plaatsen met een bloemetje of kaars en EEN GEBED BIDDEN

    ·        Vergeet niet: de overledene is niet in het graf aanwezig, het is een leeg omhulsel dat reeds vergaan is, de eeuwige ziel is in de Hemel, in het Vagevuur of in de Hel.

    ·        Als je eraan denkt geld uit te geven voor de nodige beeldjes, afbeeldingen van de overledene in steen gehuld en nog materiaal om op het graf te zetten, besteed dan liever het geld aan LEVENDE PERSONEN DIE HET GELD NODIG HEBBEN

    Bovendien is het beter tijd te besteden aan mensen die eenzaam zijn en verkommeren bijvoorbeeld in een verzorgingscentrum, of in een ziekenhuis. Monter deze mensen op, de doden hebben genoeg aan zichzelf.

    01-11-2019 om 12:00 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (12 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelijkenissen: deel 3-5 : De schat - De parel - Het sleepnet

    Deel 3 tot 5 : De gelijkenissen van ‘De schat verborgen in de akker – Parel gevonden door de koopman – Het sleepnet in de zee.’

    Gebaseerd op : www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis, docent godsdienst en voorganger, Jerry Shirley’s uitleg, Bisschop Raymond Allan Johnson, Jack Hyles - voorganger

    Mattheus 13:44: Het rijk der hemelen is gelijk aan een schat, die in de akker begraven is. De man, die hem vindt, verbergt hem; en vol vreugde daarover gaat hij alles verkopen, wat hij bezit, en koopt die akker.

    Mattheus 13:45-46: Nog is het rijk der hemelen gelijk aan een koopman, die schone paarlen zocht. Toen hij een kostbare parel had gevonden, ging hij alles verkopen wat hij bezat, en kocht haar.

    Mattheus 13:47-50: Nog is het rijk der hemelen gelijk aan een net, dat in de zee wordt uitgeworpen, en waarmee allerlei soort van vis wordt gevangen. Toen het vol was, trok men het op het strand, zette zich neer, en zocht de goede vissen uit om ze in vaten te doen, maar de slechte gooide men weg. Zo zal het ook gaan aan het einde der wereld. De engelen zullen uitgaan, en de bozen van de rechtvaardigen scheiden. En zij zullen ze in de vuuroven werpen; daar zal geween zijn en gekners der tanden.

    Uitleg van Jerry Shirley – Grace Ministries

    Er zijn drie elementen: de akker, de schat en de koper. Als je in deze gelijkenis rekent dat Jezus de mensen vindt, in plaats dat de mensen Jezus vinden. Dat ze naar Hem komen omdat Hij ze heeft geroepen en ze eenvoudigweg komen omdat ze Zijn stem hebben gehoord en de oproep beantwoord hebben. Lukas 19:10: Want de Mensenzoon is gekomen, om te zoeken en te redden wat verloren was. En als je rekening houdt dat Jezus geen verborgen schat is, omdat de mensen Hem altijd Zijn naam onmiddellijk kennen en gebruiken om te vloeken: ze zeggen niet ‘O, in Allah’s naam’. Jezus is de eerte naam waar mensen onmiddellijk aan denken in gevloek of in aanbidding. Jezus verbergt zich niet: Hij wil dat mensen gered worden, nog meer dan dat ze het zelf willen.

    De akker is de wereld. De man is Christus zelf. De schat is God’s uitverkoren volk, de natie van Israël. Het doel van deze gelijkenis is Gods werking tonenen in Zijn uitverkoren volk.

    ·        Israël is favoriet en is Gods uitverkoren volk, een schat die door God werd gekozen. God koos Israël niet omdat ze beter waren of moreel beter, of gehoorzamer… nee, het was Gods soevereine keuze om hen opzij te zetten als Zijn eigen bijzondere schat. En daardoor heeft God op hen Zijn 7-voudige zegen geplaatst.

    Psalm 134:4 : Want Jahweh heeft Zich Jakob verkoren, En Israël tot zijn bezit!

    Romeinen 9:4-5 : Israëlieten zijn ze toch; aan hen behoort het kindschap, de heerlijkheid en het Verbond, de Wet, de eredienst en de Beloften; tot hen behoren de Vaders, en van hen stamt Christus af naar het vlees: Hij die God is, boven alles gezegend in eeuwigheid. Amen! (kindschap : de Israëlieten zijn Zijn geadopteerde familie), de heerlijkheid : de wolk die geen andere natie had als manifestatie van God om hen te leiden, het verbond : onvoorwaardelijke belofte dat God met hen heeft gesloten, de Wet: de H. Schrift die door God werd gegeven door de Joden – 40 geschriften, de eredienst : in de tempel werd in het Oude Testament God aanbeden, en de Beloften en de Vaders. Israël is inderdaad Gods bijzondere schat.

    ·        Israël is het volk waar God het verbond met gesloten heeft

    Genesis 12:2-3 : Ik zal een groot volk van u maken, U zegenen en uw naam beroemd maken, Zodat hij ten zegen zal zijn. Ik zal zegenen, die u zegent, Vervloeken, die u vervloekt. En in u zullen alle geslachten der aarde worden gezegend. God sluit een verbond met Abraham.

    Exodus 19:5 : Zo gij Mij gehoorzaamt en mijn Verbond onderhoudt, zult gij onder alle volken mijn bijzonder eigendom zijn; want Mij behoort de hele aarde. Deze laatste zin herinnert ons aan onze gelijkenis, want de schat werd verborgen in de akker, die de wereld voorstelt. Alles wat tot God behoort, het hele universum, maar Zijn bijzonder schepping, Zijn schat, werd hier op aarde geplaatst.
    De kern van de zaak is dat Zijn bijzondere schepping, de mens draait rond een verborgen schat, de natie van Israël. God wil ONS zegenen en alle naties op aarde door Israël. Het is werkelijk het middelpunt van het geestelijk universum! Op een dag zal de Schepper en God van het universum regeren vanuit Israël, vanop de troon van David. (zie Openbaring: de Hemelse stad Jeruzalem)

    In deze gelijkenis is de schat verborgen in de akker. Israël is de schat en de wereld is de akker. De man is Jezus die 2000 jaar geleden naar de aarde kwam en Hij vond een verborgen schat, verloren in deze wereld. Israël bevond zich in een ellendige toestand, leefden onder de ijzeren vuist van het Romeinse Keizerrijk. Hun leiders waren corrupt, en de mensen waren arm en ellendig. Ze waren nochtans gezegend door God en tot een grote natie gemaakt, en onder Salomo waren ze het perfecte voorbeeld hoe een natie was bedoeld te zijn. Toen de Koningin van Sheba Israël bezocht was ze onder de indruk over deze prachtige plaats. Dit was het gouden tijdperk, maar over de jaren heen waren ze het meeste verloren, en wanneer Jezus kwam was er niets meer van over. Ze hadden geen macht en geen doel. Het was net een verborgen schat. Jezus liep op aarde en delfde de schat op, en liet Israël hun ware lotsbestemming kennen.

    Mattheus 12:28 : Maar zo Ik door Gods Geest de duivels uitdrijf, dan is ook het koninkrijk Gods onder u gekomen. Maar ze verwierpen hun Koning.

    Mattheus 13:15 : Want verstokt is het hart van dit volk, Hun oren zijn hardhorig, En hun ogen gesloten; Opdat ze niet zouden zien met de ogen, En horen met de oren, En verstaan met het hart; Opdat zij zich niet zouden bekeren, En Ik hen zou genezen.

    Sommigen zeggen dat de Joden de Messias niet herkenden, maar nee. Ze sloten hun ogen en orden voor de waarheid en kozen bewust om niet te geloven! Wat deed Jezus dan? Net wat de man uit de gelijkenis deed: Hij bedekte terug de schat!

    Mattheus 23:37-38 : Jerusalem, Jerusalem, dat de profeten doodt, dat stenigt, die tot u zijn gezonden: hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels verzamelt; maar gij hebt niet gewild. Zie, uw huis zal in puin blijven liggen. De Joden verwierpen Hem, en Hij verwiep hen… en Hij bedekte de schat terug.

    Maar het schokkendste deel is dat de man niet alleen de schat wilde kopen, maar de hele akker. En door de hele akker te verlossen, won Hij ook de schat terug dat Hij vond. Dit is de prachtige taal van het Kruis. Jezus gaf alles wat Hij had… Hij ledigde Zich en stierf voor ons! Hij was rijk en werd arm omwille van ons, zodat we rijk zouden zijn in Hem. Werkelijk, Jezus betaalde alles! Jezus stierf voor de hele wereld. Het hele veld kan gered worden, maar Hij stierf op een bijzondere manier om Israël te verlossen.

    Jesaja 53:8 : Men sleept Hem uit kerker en rechtzaal ter dood, Wie bekommert zich nog om zijn lot; Uit het land der levenden wordt Hij gestoten, Ter dood gebracht om de schuld van zijn volk.

    God heeft de natie van Israël echter nog niet beeindigd. Op een dag zal Hij Zijn schat terugeisen. Ik besef dat sommige theologen zeggen dat de Kerk Israël heeft vervangen, maar dat is niet zo.

    Ee was een voorganger die een artikel in de krant plaatste dat hij de volgende zondag een preek zou houden over het onderwerp “Hoe de Joden te vernietigen”. Dat zorgde voor een rel. Die zondag kon je geen zitplaats bemachtigen in het auditorium, en midden in de zal zat een Joodse rabbijn uit de lokale synagoge. Hij was heel geergerd en was klaar om een gevecht te beginnen. De voorganger stond recht en zie, hier is het hoofdpunt over hoe de Joden te vernietigen en hij begon te lezen… Jeremia 31:35-36: Zo spreekt Jahweh, Die de zon heeft geplaatst tot een licht overdag, De maan en de sterren tot een licht in de nacht, Die de zee beroert, Dat haar golven bruisen: Jahweh der heirscharen is zijn Naam! Wanneer ooit deze wetten Voor mijn aangezicht wankelen, is de godsspraak van Jahweh: Dan houdt het zaad van Israël op, een volk voor mijn aanschijn te zijn voor altijd en immer!

    Iedereen stond versteld, de rabijn grinnikte, en er was een krachtig standpunt gemaakt. Niets kan Gods volk, Israël, vernietigen, niet het doden van alle mannelijke baby’s zoals de Farao en Herodes probeerden, niet het verbranden van hun steden zoals Titus en anderen deden, niet de gaskamers of concentratiekampen van Hitler, en niet een nucleaire bom van Mahmud Ahmedinejad, of iemand anders!

    Begrijp dit niet verkeerd. Als bijzonder Godsvolk, zijn individuele Joden niet automatisch gered omwille van hun Joodse afkomst. Ze moeten gered worden net zoals de Heidenen… er is geen verschil. De Apostel Paulus verlangde dat ze zouden gered worden!

    En Jezus gaf alles om de hele akker te kopen, met inbegrip van jou en mij, en nu maken we deel uit van Gods uitverkoren schat, geadopteerd in het Koninkrijk!

    Uitleg 2 over de Schat en de Parel

    ·        Jezus vraagt ons om onthechting van het wereldse. Het lijkt een offer en het weggeven van zekerheid, maar je krijgt een Goddelijke zekerheid en een Goddelijke rijkdom. God komt altijd zijn beloften na. Bovendien betekenen wereldse zaken, vergankelijke en tijdelijke zaken die kunnen weggenomen worden. Je moet investeren in geestelijke zaken die eeuwigheidswaarde hebben.

    Deze onthechting brengt een immense vreugde met zich mee, een Hemelse vrede door Jezus geschonken. Je voelt je rijk. Je kunt de stormen in het leven aan omdat je weet dat Jezus er is om je te helpen. God alleen volstaat, is een gezegde van Teresa van Avila.

    Het evangelie stelt de akker voor, waarin de schatten van wijsheid, kennis, gerechtigheid, genade en vrede verborgen zijn. De mens is dan op zoek naar redding als kind van God en is op zoek naar deze schat. De christen mag zich bij het toe-eigenen van deze schat geen kosten of moeite sparen, zich elk offer moet getroosten zelfs dat van zijn leven. Het eigen ‘ik’ moet gedood worden en Gods Wil moet in de plaats komen. Men moet dan alles wat men heeft, verkopen om deze schat tot zijn eigendom te maken.

    Na tweeduizend jaar kerkgeschiedenis begrijpen wij op welke wijze deze schat opnieuw verborgen kon blijven, doordat de kennis van de onzienlijke wereld verloren is gegaan, maar wij ervaren dan ook de vreugde van de herontdekking van deze rijkdommen.

    ·        Het is belangrijk om de waarde te kennen van de dingen. Men moet het Rijk der Hemelen zoeken, ernaar verlangen met vurigheid.

    ·        Jezus zei eerste Gods Koninkrijk te zoeken, dan wordt de rest erbij gegeven. (Matteus 6:33)

    ·         Gods grote liefde voor de gelovigen komt tot uiting: Hij koopt de hele wereld (akker) om er een paar te verlossen

    Uitleg 3 over de Schat

    De geestelijke werkelijkheid : Als we nemen dat de akker de wereld is, zoals Jezus zegt in vers 38. Het allermooiste en allerheerlijkste van de schepping ligt verborgen in de mensheid. God schiep het eerste mensenpaar als volmaakte, natuurlijke mensen, die opdracht ontvingen zich te vermenigvuldigen, maar die ook de mogelijkheid in zich hadden te ontwikkelen tot volmaakte, geestelijke mensen. Genesis 1:26: Laat Ons mensen maken naar ons beeld, als onze gelijkenis. Hij gaf hun heerschappij over de aarde, maar zijn bedoeling was dat het menselijke geslacht met Hem zou heersen over alle werken van Zijn hand, dus ook gezag zou uitoefenen in de geestelijke wereld. Deze gedachte van God lag als een kostbare schat verborgen in de schepping.

    Met het Koninkrijk der hemelen wordt vanzelfsprekend de koning met zijn onderdanen aangeduid. Het koninkrijk van satan bestaat uit de duivel met zijn onreine geesten, het dodenrijk wordt gevormd door de koning des doods met zijn doodsmachten; het rijk Gods is evenmin te lokaliseren, maar heeft Jezus als koning en de wedergeboren mensheid met haar dienende geesten, de heilige engelen, tot zijn gevolg. 

    De "schat" bestaat uit de kinderen van het Koninkrijk die te voorschijn moeten komen. Dan wordt het Koninkrijk Gods geopenbaard. Toen God Adam schiep, vormde Hij een natuurlijke en een geestelijke mens. Maar door de zondeval werd de geestelijke mens een mank wezen, dat niet meer in verbinding stond met Gods Wil. 

    De bedoeling van God is dat de man Gods volmaakt zou worden, en toegerust tot ieder goed werk. - 2 Timoteus 3:16, dat deze onberispelijk zal functioneren in de zichtbare en in de onzichtbare wereld en voor wie Hij een plaats heeft bereid in zijn Koninkrijk. Maar de mens bereikte niet het doel van God omdat hij ongehoorzaam was en vele gaven dat Adam en Eva hadden gekregen om geestelijk en lichamelijk tot perfectie te komen werden afgepakt. God greep niet onmiddellijk in en wachtte tot de schepping van Maria, die de Zoon van God zou baren. Maria nam de plaats in van Eva, en Jezus nam de plaats in van Adam. En het verloren mensenras werd vrijgekocht van het kwaad en van de dood. Zij kregen door Jezus de kans om geestelijke mensen te worden en binnen te gaan in Gods Rijk der Hemelen.

    Jezus is "een levendmakende geest" dit wil zeggen: Hij maakt mensen geestelijk. "En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij het beeld van de hemelse (geestelijke mens) dragen" - 1 Korintiërs 15:45-49. De akker is dus de wereld en de nog verborgen schat was de gedachte Gods om volmaakte zonen van het Koninkrijk te vormen. 

    Het verborgene ontdekt : De "mens" die de schat ontdekte, was Jezus, de Mensenzoon. Hij verkondigde het Koninkrijk der Hemelen omdat Hij het Woord is van God de Vader en omdat Hij geϊnspireerd werd door de H. Geest. Jezus kende de verborgen schat van het Koninrijk der Hemelen en wist ze liggen. Hij verrichtte het werk van de Vader, en stond onder leiding van de H. Geest. Hij kwam om de werken van de duivel te verbreken, de dood te vernietigen en de Hemel te openen – 1 Johannes 3:8. Door Jezus zouden de mensen de Hemelse Vader leren kennen en Hij beloofde dat na Zijn vertrek naar de Hemel de H. Geest te zenden aan allen die in Hem geloofden. Jezus leerde ons dat Hij de Weg, de Waarheid en het Leven is. Via Hem en Zijn leer zouden mensen tot God komen en eeuwig bij Hem in Zijn Koninkrijk leven. Hij openbaarde de verborgen schat van het Koninkrijk der Hemelen.

    30-10-2019 om 03:54 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelijkenissen: deel 3-5

    Jezus vond de schat, want Hij sprak: Wie van boven komt, is boven allen. Wie van de aarde is, behoort aan de aarde en spreekt van de aarde. Wie uit de hemel komt, is boven allen, en Hij getuigt wat Hij gezien en gehoord heeft; - Johannes 3:31,32. Hij kende Gods plan met de mens en daarom kon Hij zeggen: Weest dus volmaakt, zoals uw hemelse Vader volmaakt is. – Matteus 5:48 Hij wist dat in deze wereld een Kerk van volmaakte, geestelijke mensen gevormd zou worden. Jezus leerde ons dat het Koninkrijk van God binnen in de mens een aanvang neemt. Wanneer de geestelijke mens tevoorschijn komt dan wordt ook het Koninkrijk van God geopenbaard. In dit Koninkrijk heerst gerechtigheid, vrede en vreugde in de heilige Geest. – Romeinen 14:17

    Op het einde van de Eindtijd komt Jezus terug en dan gaat het echte geestelijke Koninkrijk opgericht worden, met Jezus als Koning der Koningen. (zie Openbaring) Hierover sprak Paulus : 1 Korintiers 2:9: “Wat het oog niet heeft gezien, noch het oor heeft gehoord, noch in het hart van een mens is opgekomen, wat God heeft bereid voor hen, die Hem liefhebben."

    Jezus verborg de schat opnieuw, nadat Hij hem gevonden had omdat het Koninkrijk van God voor de “verstandigen is die het zullen verstaan" (Lukas 24:25 en Daniel 12:10). "Daarom spreek Ik tot hen in gelijkenissen, omdat zij ziende niet zien en horende niet horen of begrijpen" (vers 13). Zo staat er: "Ik zal mijn mond opendoen met gelijkenissen, Ik zal verkondigen wat sinds de grondlegging der wereld verborgen gebleven is" (vers 35). Jezus verborg de gedachte Gods aangaande het Koninkrijk Gods en de kinderen des Koninkrijks in gelijkenissen. Alleen zij die deze gelijkenissen begrijpen en geloven in het Koninkrijk, die gedoopt zijn met Gods H. Geest en door deze Geest wijsheid en kennis bezitten, hebben de sleutels van de hemelse schatkamer en begrijpen de mysteries van het Koninkrijk van God. 

    De aankoop van de akker : Jezus kon het Koninkrijk Gods dat in de mensheid verborgen lag, er niet uithalen, indien de wereld niet zijn eigendom was. Hij moest de akker kopen van de prins van deze wereld die er heerschappij over voerde, satan. Jezus kocht met Zijn onschuldig Bloed de losprijs dat de mens moest betalen. Hij zorgde dat de duivel geen macht zou behouden over ons en dat we niet meer onderhevig zouden zijn aan de dood. We werden tot verzoening gebracht met God.

    Jezus was een onschuldig, vlekkeloos lam dat als slachtoffer diende, maar Hij was ook de enige die aan het doel Gods beantwoordde. Hij was volledig mens en trad in onze voetsporen, en Hij was volledig God. Hij alleen kon deze losprijs betalen. De duivel kon zich niet voorstellen dat in de mensheid de schat van het Koninkrijk Gods verborgen kan zijn. Nog minder dat de kinderen van het Koninkrijk tot de volmaaktheid en de onberispelijkheid zouden kunnen komen en waardige troonpretendenten zouden zijn. En hoe zou hij inzicht kunnen hebben, als zelfs de engelen verlangend toekeken naar deze zaligheid:

    1 Petrus 1:9-12 : …omdat gij het doel van uw geloof bereikt, de zaligheid uwer zielen. Naar deze zaligheid hebben de profeten gezocht en gevorst; zij profeteerden over de genade, die voor u was bestemd; ze onderzochten, op wat tijd en wat uur de Geest van Christus gedoeld heeft, die in hen was en het lijden voorzegde, dat Christus zou treffen, en de heerlijkheid, die daarop volgen zou. Maar het werd hun geopenbaard, dat ze met dit alles zichzelf niet dienden, maar u. En thans is u dit alles verkondigd door hen, die u de blijde boodschap brachten door den heiligen Geest, die uit de hemel is neergezonden; en engelen zelfs zijn begerig, er een blik in te slaan.

    Het was een grote losprijs die aan de duivel werd geboden en in zijn verblindheid aanvaardde hij de koop. Het kostbare leven van Jezus werd overgegeven aan de machten der duisternis, maar satan raakte de heerschappij over deze wereld kwijt. Hij had tot bij de dood van Jezus gedacht dat Jezus maar een profeet was, en niet de Zoon van God die de mensen kwam bevrijden van de ketenen. Jezus haalde de overwinning bij Zijn Verrijzenis.

    Nadat Hij de reiniging van de zonde tot stand had gebracht, werd Jezus de rechtmatige eigenaar van de wereld. Hij kreeg op wettige wijze alle macht in hemel en op aarde. De zonen Gods zullen geopenbaard worden. Jezus kocht de wereld, om een verloste en geheiligde mensheid aan de Vader over te dragen, want er staat: Openbaring 5:9 : Waardig zijt Gij, het boek te ontvangen, En zijn zegels te breken. Want Gij zijt geslacht geworden, Hebt met uw Bloed voor God gekocht: Uit alle stammen en talen, Uit alle volken en naties. De schat bestaat erin dat degene die de schat zoekt, wij dus, Jezus zoeken en navolgen. Hij is onze schat. Hij biedt ons zoveel hoop en vreugde dat alles wat op aarde is Zijn gelijke niet kent.

    Uitleg 4 over de Kostbare parel

    Tot de luxe-artikelen van de oosterlingen behoren in het bijzonder de edelgesteenten. Het "kostelijk gesteente" werd reeds vroeg naar waarde geschat en hoe nauwkeurig men de verschillende stenen wist te onderscheiden. Van ouds was men gesteld op hun kleurrijkdom en hun glans. De kenmerken van kostbare parels zijn hun bijzondere grootte, kleur,vorm en vooral de algehele doorschijnendheid. Daarom spreekt men van parels "van het zuiverste water". In de handel wordt de waarde evenals bij diamanten, karaatsgewijze berekend. Een parel met een gewicht van zes karaat (1 karaat is ongeveer 0,2 gram) is zes keer zes maal de prijs van een parel van één karaat. Deze berekening geldt alleen voor goede soorten, terwijl voor parels van zeldzame grootte, zuivere ronding en grote helderheid, fabelachtige prijzen betaald werden.

    De parels werden in hoofdzaak geïmporteerd uit streken van de Indische Oceaan en de Perzische Golf. De pareloester heeft een schelp met aan de binnenkant een glad oppervlak van een glinsterend wit, nu eens naar het gele, dan naar het blauw trekkende, en afwisselende met alle kleuren van de regenboog. Hiervan wordt door afslijping het bekende parelmoer verkregen. De parels zelf zijn niet anders dan een meer dan gewone afscheiding van het vocht waaruit die parelmoeren binnenwand wordt gevormd. De parel is dus een voortbrengsel van de levende natuur.

    Mooie parels vindt de duiker dikwijls bij een rijke vangst, maar slechts zelden een parel van grote waarde, dus één die bij een buitengewone grootte, bijvoorbeeld als een walnoot, ook de goede ronding en zuiverheid bezit. Zij is voor de handelaar dus een begeerlijke buit.

    De mens is ijverig in het zoeken in deze wereld naar schone parels. De ene jaagt geld na, de andere aanzien, nog een andere macht. Maar het zijn allemaal namaakparels. Jezus Christus is evenwel de Parel van grote waarde. Wie Hem bezit, heeft genoeg en is voor eeuwig gelukkig. De ware christen is dus de geestelijke koopman die zich met niets minder tevreden stelt dan deel te hebben aan Christus. Men moet bereid zijn ter wille van Hem afstand te doen van alle gehechtheden en hartstochten om Hem te volgen. De koopman maakte in de gelijkenis zijn hart los van de parels die hij reeds bezat en die hij met zoveel moeite verzameld had. Hij maakte ze alle te gelde om de hoge prijs voor dat ene kostbare juweel te kunnen betalen en deze in zijn bezit te krijgen.  

    We moeten hier in deze gelijkenis wel rekening houden dat de boodschap niet is dat het Koninkrijk te koop is in ruil voor natuurlijke bezittingen. Maar de boodschap is hier onthechting: Jezus en Zijn Koninkrijk op de eerste plaats stellen in zijn leven. Jezus kan je verkrijgen door Hem te beminnen, in Hem te geloven, Zijn geboden te volgen, en Zijn medemens te beminnen en te helpen. De kerngedachte is gehoorzaamheid aan Gods Wil. Daaruit volgt automatisch dat je goede werken stelt. Jezus heeft ons het voorbeeld gegeven: Zijn Wil was volledig in overeenstemming van deze van Zijn Vader en Hij gehoorzaamde tot de dood op het Kruis toe. 

    Samenvatting van de verschillende soorten uitleg die over de gelijkenis van de schat en de parel kan gegeven worden – los van de uitleg over de natie Israel:

    1 Als wij de zoekende partij zijn:

    Gelijkenis van de schat

    Gelijkenis van de parel

    Akker = wereld

    Het verkopen van alle wereldse bezittingen om de parel te kunnen kopen, wij die ons onthechten van het wereldse om het geestelijke eeuwige Koninkrijk te verwerven.

    Schat = eeuwig geestelijk Koninkrijk

    Parel = eeuwig geestelijk Koninkrijk

    Man die schat vindt = wij

    Wij die de schone parel ten alle koste willen aanschaffen, wij die het Koninkrijk van God willen erven.

     

    2 Als Jezus of satan de zoekende partij is:

    Gelijkenis van de schat

    Gelijkenis van de parel

    Akker = de mensenzielen

    Parel = de mensenzielen

    Verborgen Schat = Gods Koninkrijk in de ziel

     

    Man die schat vindt = Jezus die ten allen koste (tot Zijn dood op het Kruis) de akker met de schat wil kopen – Dit is Gods reddingsplan: Jezus bevrijdt ons van onze zonden door de vrijkoping met Zijn Bloed (zie hieronder punt 1)

    Man die op zoek is naar parels = satan (zie hieronder punt 2)

     

     

    1.Het oorspronkelijk plan dat God had met de mens was hem tot partner maken. Na de zondeval van Adam wil God nog steeds dit plan realiseren en Hij stuurt Zijn Zoon, om degenen die in Hem geloven tot redding te brengen en te zorgen dat ze voor eeuwig bij God wonen en met Hem mogen mee-heersen. Openbaring 3:21: Wie overwint, zal Ik naast Mij op mijn troon doen zitten, zoals Ik zelf heb overwonnen, en met mijn Vader op zijn troon ben gezeten.

    De Vader zoekt gemeenschap met de mens, zoals de Heer sprak: Johannes 4:23-24: Maar toch, er komt een uur, en het is er reeds, waarin de ware aanbidders den Vader in geest en waarheid zullen aanbidden. Want de Vader verlangt zulke aanbidders; God is een geest, en wie Hem aanbidden, moeten in geest en waarheid aanbidden. De mens moet dus vergeestelijken: bidden en aanbidden, zich bezig houden met de geestelijke, onzichtbare wereld van de Koninkrijk van God.

    Jezus zoekt. Lucas 19:10: Want de Mensenzoon is gekomen, om te zoeken en te redden wat verloren was. Zij die verloren zijn, bevinden zich onder de overweldigende heerschappij van de duivel. En Jezus is de goede Herder die het verlorene zoekt tot Hij het vindt. Lucas 15:4: Wie van u, die honderd schapen heeft, en er een van verliest, laat niet de negen en negentig andere achter in de woestijn, en gaat het verlorene zoeken, totdat hij het terugvindt?

    2.De duivel zoekt. 1 Petrus 5:8: Weest bezonnen en waakzaam! De duivel, uw vijand, zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek wie hij verslinden zal. Hij wil parels/mensen voor zichzelf hebben. Hij wil zich met hen verbinden om zijn werken in de wereld tot stand te brengen. Met hartstocht zoekt hij naar mensen, zoals deze koopman naar schone parels, om ze in zijn bezit te krijgen. Hoe deze handelaar de parels in zijn bezit heeft gekregen, vermeldt de gelijkenis niet, maar we weten dat de duivel mensenzielen steelt en eeuwig in het verderf sleurt. 

    Al rondgaande, rovende, stelende en verslindende, ontmoette de duivel de Mensenzoon. Zo’n parel had hij nooit tegengekomen. Deze was volmaakt en onaangetast. De duivel probeerde eerst Jezus in zijn bezit te krijgen op dezelfde manier als hij de andere mensen in zijn macht gekregen had. Ook Jezus kwam onder zijn verzoekingen in de woestijn, maar Hij week niet af en weerstond de boze. Hij bood weerstand aan de duivel, en door de inwonende kracht van de Heilige Geest moest die van Hem wijken. Jezus vervulde zijn taak, hield stand en bleef Zijn Vader volgen tot in de dood. De duivel was zodanig hoogmoedig dat hij op zoek naar deze enige parel Jezus, niet had gezien dat Jezus de Zoon van God was en dat hij door Jezus werd verslagen door het storten van Zijn Bloed op het Kruis. Het verwerven van deze parel werd de ondergang van de duivel.     

    Uitleg van de gelijkenis van 'Het Visnet'     

    Het Koninkrijk van God vangt goede en slechte mensen. De boodschap wordt aan beide gebracht. Zij leven samen en aan beide wordt de kans geboden te veranderen en te groeien. Tenslotte zal de tijd komen waarin het oordeel wordt uitgesproken en God de goeden zal behouden. Hij heeft de slechten lief, Hij zoekt de slechten, Hij wil de slechten, maar Hij wil niet dat zij slecht blijven. Maar sommige mensen kiezen er voor om slecht te blijven. God geeft ieder mens de tijd (2 Petrus 3:9), maar voor ieder mens geldt dat de tijd tenslotte voorbij is. Dat is waar het Koninkrijk op lijkt.

    Met het visnet, hier een sleepnet, sluit Jezus wel heel nauw aan bij de kennis van zijn discipelen. Enigen van zijn jongeren waren immers vissers geweest en werden hierdoor aan hun oude leven herinnerd. Petrus, Andreas, Jacobus en Johannes werden tijdens het uitoefenen van hun beroep bij de zee van Galilea door Jezus geroepen om Hem te volgen en vissers van mensen te worden.

    Vis was een goedkoop volksvoedsel, tenminste waar gelegenheid was ze te vangen. In Palestina viste men in de Jordaan en ook de zee van Tiberias was een goed viswater. Dit meer is zeer diep en zelfs in droge tijden, wanneer de Jordaan maar traag vloeit, kunnen de vissen laag zwemmend een veilige toevlucht vinden. Ongetwijfeld kende men vroeger ook het inzouten van de vis. Zelfs heette te Jeruzalem een der poorten de Vispoort, waarschijnlijk omdat in haar nabijheid een vismarkt gehouden werd. Uit Nehemia 13:16 blijkt dat ook Syrische kooplieden hun vis te Jeruzalem aan de markt brachten. 

    De twee manieren waarop de vis gevangen werd en die men reeds op oude afbeeldingen in Egypte kan zien, zijn die door middel van de angel en van het net. Zo zal men zich bij het woord "angel" herinneren, hoe Jezus Petrus gelastte naar zee te gaan om daar het aas uit te werpen en een vis op te halen die de tempelbelasting voor Hem en zijn discipel zou meebrengen.

    Om de vorm der netten aan te duiden, komen er in het Nieuwe Testament drie Griekse woorden voor, waarvan het eerste een algemene naam is, het tweede een werpnet en het derde een treknet betekent. Wanneer Jezus langs de zee wandelt, ziet Hij Petrus en Andreas "een (werp)net in de zee werpen". Wanneer Hij hen tot vissers der mensen verkiest, verlaten zij terstond hun netten en volgen Hem (Matteus 4:18-22).

    In deze gelijkenis is evenwel sprake van de "sagènè", waaruit ons woord voor een groot visnet, namelijk "zegen" is ontstaan. Hiermee kan men een grote ruimte afvissen. Zodra dit net uitgezet is, zinkt de onderste rand door stenen of kogels verzwaard naar de bodem, terwijl het boveneinde door kurken boven of even onder de oppervlakte drijft. Zo uitgespannen wordt het in smalle wateren door vissers voortgetrokken, en op de zee van Tiberias door twee vissersschepen.

    Op dit meer wordt dikwijls 's nachts gevist, omdat het water diep is, het net de bodem niet bereikt en de vissen dichter bij de oppervlakte zwemmen. Het breed uitgespannen net jaagt alles voor zich uit en terwijl de beide kanten voortgetrokken worden, krijgt het net meer de vorm van een zak, waarin de vis zich verzamelt. 

    Met dit net vangt men over een grote oppervlakte "allerlei" vissen, goede en kwade. Het wordt niet in het schip getrokken, maar langs de glooiende zeebodem op het land gesleept. Dit kunnen de vissers zelf doen, zoals wij bijvoorbeeld lezen bij de verschijning van Jezus aan de zee van Tiberias, maar ook met hulp van makkers op de oever of in andere scheepjes. Jezus geeft dit in de gelijkenis niet aan, maar gebruikt een algemeen woord dat in onze vertaling door "men" weergegeven wordt. Men trekt het net op de oever en gaat dan rustig op het strand zitten, omdat er toch niets meer van de vangst verloren kan gaan. Het goede leest men bijeen in vaten, tonnen of manden, maar het kwade werpt men weg.

    Het woord dat voor "kwade" of "ondeugdelijke" gebruikt wordt, betekent eigenlijk het "vuile" of "onreine". Men behoeft daarbij niet te denken aan dode of bedorven vis, maar aan vis die niet gegeten mocht worden. 
    Joodse vissers van Galiléa wierpen bij het uitzoeken van hun rijke vangst alles weg wat schubben en vinnen miste en dus naar de Levitische wet onrein was. Men wierp het kwade weg op het strand, waar de roof- vogels erop aasden.

    Gelijkenis van het visnet/sleepnet

     

    Zee = onzichtbare geestelijke wereld

     

    Vissen = mensenzielen die bekoord worden door de machten van de duisternis en door de dood wordt getroffen

     

    Sleepnet = de verkondiging van het evangelie

     

     

    Door het sleepnet komt er een scheiding tussen de vissen in de zee. Een aantal zwemt het net binnen en wordt daar verenigd. Het net wordt niet uitgeworpen' maar is reeds neergelaten in de zee. Dit net ziet dus toe op het geloof in Jezus Christus, en de bevrijding van de mens van zonde en dood door het vergieten van Zijn Kostbaar Bloed op het Kruis. Dit geloof brengt de gelovigen bij elkaar en het scheidt ze van andere mensen.

    Natuurlijk zijn er vissers nodig die het net bevestigen. Jezus sprak tot zijn discipelen dat Hij ze tot "vissers van mensen" zou maken. Door de verkondiging van de vergeving der zonde wordt de mens ertoe gebracht zich door het geloof en het in praktijk brengen van Jezus’ leer een kind van God te noemen. 

    De scheiding : Er is een overeenkomst tussen de gelijkenis van het sleepnet en die van het onkruid tussen de tarwe. Een tijd lang zijn goeden en kwaden bij elkaar. Zij zijn in de wereld niet te scheiden dan alleen, wanneer hun zonden openbaar worden. 

    Beide gelijkenissen wijzen erop dat de scheiding tussen bozen en goeden wel komt. Zij spreken beide over "de voleinding der wereld" of de "voleinding der eeuwen". Daarmee wordt het juiste moment voor God bedoelt om in te grijpen, want Deze beschikt immers over "tijden en gelegenheden". Dan wordt het net op de oever gehaald en worden "de zonen van de boze" en "de zonen van het Koninkrijk" openbaar en van elkaar gescheiden.

    De engelen : "De engelen zullen uitgaan om de bozen uit het midden der rechtvaardigen af te zonderen". In deze gelijkenis voltrekken de heilige engelen het oordeel over de christenheid, over allen die in het sleepnet gevangen zijn. Zij kennen de inwendige mens, en wie zij dienen: God of de boze. Gaat een gelovige weer op paden van ongerechtigheid en leugen, en verbreekt hij op deze wijze de gemeenschap met God, dan zullen ook de heilige engelen hem los moeten laten en prijs moeten geven aan de machten der duisternis. Dezen zullen hem dan beroven van alles wat hij nog aan leven bezit. 

    Hierover spreekt Paulus in de brief aan de Romeinen hoofdstuk 1. Het zijn mensen die God en Zijn wet van Waarheid hebben losgelaten. Zij wijken steeds verder af en ontaarden, zodat niemand van hen meer goed doet. Zij ontvangen het welverdiende loon van hun afdwalingen.

    Romeinen 1:21-32 : Want ofschoon ze God hebben gekend, hebben ze Hem niet als God geëerd of gedankt; maar hun bespiegelingen zijn uitgelopen op niets, en hun onverstandig hart werd verduisterd. Ze noemden zich wijs, en werden dwaas; de glorie van de onsterflijke God hebben ze verruild voor een beeld, dat lijkt op een sterflijke mens, op vogels, op viervoetige en kruipende beesten. Daarom heeft God naar de lusten van hun hart hen prijsgegeven aan onreinheid, zodat ze hun eigen lichaam onteren. Ze hebben de waarheid van God tegen de leugen geruild, en liever het schepsel geëerd en gediend dan de Schepper, die geprezen moet worden in eeuwigheid. Amen! En daarom heeft God hen overgelaten aan onterende driften. Hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang met de tegennatuurlijke verwisseld; en ook de mannen hebben de natuurlijke omgang met de vrouw laten varen, zijn in lust voor elkander ontvlamd, en mannen plegen ontucht met mannen. Zó hebben ze in zichzelf het verdiende loon voor hun afdwaling ontvangen. En daar ze de kennis van God hebben versmaad, heeft God hen overgeleverd aan hun smadelijke instinkten, zodat ze doen, wat niet past: vol zijn ze van allerlei ongerechtigheid, boosheid, hebzucht en slechtheid; vol van afgunst, moordlust, twist, bedrog en gemeenheid; lasteraars zijn het, kwaadsprekers, godvergeten, onbeschaamd, verwaand, grootsprekers en zinnend op kwaad; ongehoorzaam zijn ze aan hun ouders, onbezonnen, onbetrouwbaar, harteloos en onmeedogend. En terwijl ze weten, dat God heeft verordend, dat wie dergelijke dingen doet, de dood verdient, bedrijven zij ze niet alleen, maar schenken hun bijval aan hen, die ze doen.

    Zoals in de gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe, in de eindstrijd de maaiers de opdracht kregen het goede koren te verzamelen in de schuur, beeld van de ware Kerk, zo verlenen de engelen nu hun dienst bij het verzamelen van de goede vissen in de vaten, waar zij bewaard en gereed gehouden worden voor het gebruik. Deze gelijkenis eindigt bij het Laatste Oordeel. Maar het is al eerder van toepassing bij de Wederkomst van Jezus, waar de ware gelovigen zullen worden weggenomen en de rest voor de laatste kastijdingen zal geplaatst worden. Het komt er dus op aan wanneer we het evangelie horen, het te geloven en ernaar te handelen, en het blijvend trouw te blijven.

    Wanneer we het evangelie horen, zouden we met vreugde moeten reageren. Hoewel beproevingen op ons af zullen komen, is het noodzakelijk ons oog gericht te houden op het doel. Hoewel dit leven zijn zorgen heeft, zullen we ze niet de kans geven ons van het doel af te brengen. Door het geloof zullen we het Koninkrijk van God binnengaan, en door getrouwheid in het geloof, blijven we in het Koninkrijk van God, en door geloof zullen we vrucht dragen voor het Koninkrijk.

    30-10-2019 om 00:00 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelijkenissen: deel 2 : Onkruid tussen de tarwe

    Deel 2 : De gelijkenis van ‘Het onkruid tussen de tarwe’ 

    Gebaseerd op : www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis, docent godsdienst en voorganger en preken van Gerald Roberts en Eerw. Deniray Mueller

    Matteüs 13:24-30,37-43:

    Een andere gelijkenis stelde Hij hun voor, en Hij sprak: Het rijk der hemelen is gelijk aan een man, die goed zaad op zijn akker zaaide. Maar terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand, zaaide onkruid onder de tarwe, en ging heen. Toen nu het graan was opgeschoten en vrucht had gezet, vertoonde zich ook het onkruid. Nu kwamen de dienaars van den heer des huizes, en zeiden: Heer, hebt ge geen goed zaad op uw akker gezaaid; waar komt dan het onkruid vandaan? Hij zei hun: Een vijandig mens heeft dit gedaan. De dienaars zeiden tot hem: Wilt ge dus, dat we het gaan uitwieden? Maar hij antwoordde: Neen; want bij het uitwieden van het onkruid, zoudt gij ook de tarwe kunnen uittrekken. Laat beide opgroeien tot de oogst; in de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Verzamelt eerst het onkruid en bindt het in bussels, om het te verbranden, maar brengt de tarwe in mijn schuur.

    Hij antwoordde hun: Die het goede zaad uitzaait, is de Mensenzoon; de akker is de wereld; het goede zaad zijn de kinderen van het rijk; het onkruid zijn de kinderen van de boze; de vijand, die het zaaide, is de duivel; de oogst is het einde der wereld; de maaiers zijn de engelen. Zoals dus het onkruid verzameld en in het vuur wordt verbrand, zo zal het ook geschieden aan het einde der wereld. De Mensenzoon zal zijn engelen zenden. Ze zullen uit zijn rijk alle ergernisgevers verzamelen, en hen die ongerechtigheid plegen, en ze in de vuuroven werpen; daar zal geween zijn en gekners der tanden. Dan zullen de rechtvaardigen blinken als de zon in het rijk van hun Vader. Wie oren heeft om te horen, hij hore.

    Uitleg :

    Kenmerken van tarwe : Tarwe groeit altijd in de rij dat je het hebt gezaaid, onkruid is overal verspreid en groeit waar het wil. Tarwe volgt de regels, gehoorzaamt de geboden van de boer, groeit waar de boer de tarwe heeft gezaaid. Onkruid maakt zijn eigen regels, en groeit waar het wil. Het gehoorzaamt de boer niet. Een tweede verschil is dat tarwe er allemaal hetzelfde uitziet. Onkruid echter kan mooie aantrekkelijke, bedrieglijke bloemen hebben. Sommig onkruid groeit hoog en pakt zon en regenwater van de tarwe af. Als het onkruid nog klein is, ziet het eruit als tarwe maar als het groter wordt verandert het van voorkomen en kan het de tarwe schade toebrengen. Een derde verschil is dat tarwe enkel zich vermenigvuldigt door het zaaien. Maar onkruid kan zich vermenigvuldigen door hun vele zaden door de lucht te verspreiden met de wind, of door dieren die de zaden opeten en dan de zaden verder uit hun mond vallen, of door wortels die toelaten dat het onkruid steeds opnieuw kan groeien als de wortel niet is uitgetrokken.

    hondsdravik rechts

    Dolik is de volksnaam van verschillende gewassen, onder andere van het raaigras en van het bedwelmend raaigras of hondsdravik. De hondsdravik (Lat. Lolium temulentum; Eng. darnel of cockle, Duits Taumel-Dolch, Frans ivraie) behoort wetenschappelijk gesproken tot het geslacht Raaigras (Lat. Lolium). Hij komt overvloedig voor in Israel en Syrie. Hij schiet tussen het koren op en wordt beschouwd als onkruid. Hij lijkt zo sterk op de tarwe dat de plant in sommige streken 'valse tarwe' wordt genoemd. 

    De hondsdravik wordt 30-60 cm hoog; de stam van de plant kan tot een meter lang worden. Deze dolik heeft scherpe grasachtige bladen, die iets smaller zijn dan die van de tarwe. Het blad is lichtgroen tot blauwgroen van kleur, onbehaard en vettig glanzend. Zolang alleen de bladeren te zien zijn, is de overeenkomst met tarwe groot en alleen door kenners te onderscheiden. Deze dolik is bijna niet te onderscheiden zolang de tarwe nog niet volgroeid is.

    Zodra de aren te voorschijn komen, is het verschil duidelijk te zien. De aren van de tarwe zitten dicht bij elkaar, terwijl die van de hondsdravik veel losser zijn en van elkaar afstaan. Terwijl de zware aren de tarwe doen buigen, blijft de hondsdravik met zijn lichtere aren gewoonlijk rechtop staan. De rijpe tarwe ziet er bruin uit, de rijpe hondsdravik oogt zwart. Het verschil tussen de tarwe en de dolik wordt duidelijk in de oogsttijd. Dit bedoelt de gelijkenis met de uitdrukking “kwam ook de dolik te voorschijn”. De hondsdravik geeft een gevoel van dronkenschap (Lat. Temulentus = dronken), doch is giftig en kan dodelijk zijn. (christipedia)

    Wat zegt Jezus over tarwe:

    ·        Jezus vraagt van ons “enkel tarwe” te zijn en Jezus te gehoorzamen. We moeten ons niet bezig houden met het onkruid te verwijderen. Dat wil zeggen dat we iemand liefdevol mogen aanmanen en raad geven als hij zondigt, om de persoon tot bekering te brengen. Maar geen oordeel vellen over iemand en niet over de persoon roddelen. Enkel God kent de mens volledig, en Hij alleen kan een rechtvaardig oordeel vellen over het goed en kwaad in de mens.

    ·        Jezus vraagt ook dat we groeien waar we geplant zijn. We kunnen vanop deze positie met onze familie en de personen die we ontmoeten onze taak als Christen zijn vervullen. Dat is een taak dat iedereen kan vervullen.

    ·        We zijn geroepen om sterke tarwe te zijn en het onkruid geen kans te geven rond ons. Laat je invloed door je getuigenis van Christen-zijn gelden, en zorg dat het onkruid geen zonlicht en water afpakt. We moeten ervoor zorgen dat we geen tarwestengel op ons eigen zijn, maar samen groeien met anderen in een gemeenschap van tarwe.

    ·        We moeten ons niet druk maken over het kwaad dat overal omhoogschiet in de wereld, en zelfs in onze buurt. God heeft een plan en wij kunnen op dat plan vertrouwen. Jezus zal Zijn Engelen sturen en al wat zonde en kwaad veroorzaakt wegnemen. We moeten er alleen voor zorgen dat het onkruid-gedrag in onszelf vernietigd wordt door regelmatig naar het sacrament van de Biecht te gaan om onze zonden te laten vergeven. We moeten ervoor zorgen dat we niet in valstrikken vallen die de wereld voor ons plaatst. We moeten onze blik op Jezus gericht houden.

    Kernpunten:

    Het kwaad wordt vernietigd : Aan het einde van de wereld zal het kwaad worden vernietigd. Tot die dag probeert God zoveel mogelijk mensen te redden. We stellen veel dezelfde vraag: “Waarom doet God niets aan het kwaad?”. Het antwoord komt hier naar voor: Hij wacht omdat Hij nog steeds mensen wil redden. Hij wacht in Zijn genade en barmhartigheid en zwijgt in zijn liefde voor een mensheid, die Hij niet verloren wil zien gaan.

    Gods verplichting: God is niet de bron van het kwaad. Hij is niet verantwoordelijk voor het kwaad, anders zou Hij bij de eerste oproep direct een einde maken aan alle kwaad. Het is de mens die toegeeft aan het kwaad en de duivel, dat bestaat sinds Lucifer in opstand kwam tegen God. Hij was de trotse Aartsengel die dacht als God te zijn, maar door zijn opstand werd hij uit de Hemel geworpen en kwam hij recht op aarde terecht als duivel. Hij zoekt in zijn woede alle mensen, die God zo graag ziet, voor eeuwig mee te sleuren in zijn val en naar zijn woonplaats: de Hel.

    Alles draait om redding: Maar God is niet verantwoordelijk voor het kwaad in de wereld en kan ook daarvoor niet ter verantwoording worden geroepen. Hij reageert echter altijd op de voortdurende smeekbeden van mensen, hoewel niet altijd op een manier zoals zij verwachten. En Hij maakt nog geen eind aan al het kwaad. Hij wacht, want Hij wil nog meer mensen redden. Zou Hij nu ingrijpen dan zou met een te vroegtijdig ingrijpen ook veel koren verloren gaan, ofwel: mensen die anders gered zouden worden.



    De positie van de Kerk: De Kerk moet zorgen voor een goede bodem waar de tarwe goed kan groeien. Gods Woord verspreiden en de bediening van de sacramenten zijn essentieel. Verder moet het magisterium van de Kerk erop toezien dat er geen veranderingen gebeuren die nadelig zijn voor de Kerk, geen veranderingen aan de liturgie, de leer van Jezus zuiver houden en geen compromissen sluiten met zonde ten nadele van Jezus’ leerstellingen.

    In het oosten namen mensen soms wraak op een vijand door de pas gezaaide velden te bezaaien met het zaad van een schadelijk gewas dat bij het opgroeien veel op tarwe leek. Terwijl het met de tarwe opgroei­de, benadeelde het de oogst en bracht de eigenaar moeite en verlies. Zo strooit Satan uit vijandschap tegen Christus zijn schadelijk zaad tus­sen het goede zaad van het koninkrijk. De resultaten van zijn werk schrijft hij toe aan de Zoon van God. Door mensen in de Kerk te brengen die de naam van Christus dragen, terwijl zij zijn karakter loochenen, maakt de boze dat God wordt onteerd, het werk der verlos­sing onjuist wordt voorgesteld en mensen in gevaar worden gebracht.

    Christus' dienstknechten zijn bedroefd als zij zien dat echte en valse gelovigen samen zijn in de gemeente. Zij willen graag iets doen om de gemeente te reinigen. Evenals de slaven van de heer staan zij klaar om het onkruid te wieden. Maar Christus zegt tot hen: “Neen, want bij het bijeenhalen van het onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken. Laten beide samen opgroeien tot de oogst.”

    Christus heeft duidelijk geleerd dat mensen die in open zonde volharden, van de Kerk gescheiden moeten worden, maar Hij heeft ons het werk van het beoordelen van karakter en drijfveren niet toevertrouwd. Hij kent onze natuur te goed om ons dit werk te laten doen. Als wij zouden proberen die mensen uit de Kerk te verwij­deren die volgens ons geen echte christenen zijn, zouden wij beslist fouten maken. Vaak beschouwen wij juist diegenen, die Christus tot Zich trekt, als hopeloze gevallen. Als wij deze mensen zouden behan­delen op grond van ons onvolmaakt oordeel, zou wellicht hun laatste hoop geblust worden. Velen die menen dat zij christenen zijn, zullen ten slotte in gebreke blijven. In de hemel zullen velen zijn die er vol­gens hun buren nooit zouden komen. De mens oordeelt naar wat hij ziet, maar God beoordeelt het hart. Het onkruid en de tarwe moeten samen opgroeien tot de oogst. De oogst is het einde van de genade­tijd.

    In Jezus’ woorden ligt nog een andere les van wondere verdraagzaamheid en tedere liefde. Zoals de wortels van het onkruid hecht vervlochten zijn met de wortels van het graan, kunnen in de Kerk valse broeders nauw verbonden zijn met ware discipelen. De ware aard van deze zogenaamde gelovigen komt niet ten volle tot uiting. Als zij van de gemeente losgemaakt zouden worden, zouden anderen zich daaraan kunnen stoten, die in het andere geval trouw gebleven zouden zijn.

    God handelt ook zo met Satan: Satan is een bedrieger en toch werd hij niet onmiddellijk vernietigd. De aanstichter van het kwaad mag nog zijn karakter tonen en mensen proberen misleiden. Dit maakt deel uit van de zuivering. Door ons op de proef te stellen weet God of we werkelijk Hem volgen, of dat het slechts oppervlakkig is. Lange eeuwen heeft God de zielepijn gedragen door het werk van het kwaad te laten bestaan. Hij heeft de oneindige gave van Golgota gegeven, opdat niemand de kans zou lopen bedrogen te worden door een onjuiste voorstelling van de boze, want het onkruid kon niet uitgerukt worden zonder gevaar voor het uitrukken van het kostbare graan. Moeten wij niet even verdraag­zaam zijn jegens onze medemensen als de Heer van hemel en aarde jegens Satan is?

    Christe­nen moeten niet moedeloos worden, omdat er valse broeders zijn. Hoe was het in de eerste gemeente? Ananias en Saffira voegden zich bij de discipelen. Simon de tovenaar werd gedoopt. Demas, die later Paulus verlaten heeft, werd tot de gelovigen gerekend. Judas Iskariot was een van de discipelen. Jezus wil geen enkele mens verliezen en wacht tot het laatste moment op hun bekering. Zijn ervaring met Judas wordt vermeld om zijn geduld te laten zien met de verdorven menselijke natuur en Hij zegt dat wij deze mensen moeten verdragen. Hij heeft gezegd dat er tot het einde toe valse broeders in de Kerk zullen gevonden worden.

    Zondaars die vroom schijnen, kunnen een tijdlang samengaan met de echte volgelingen van Christus, en de schijn van christendom is bedoeld om velen te misleiden. Maar bij de oogst van de wereld zal er geen overeenkomst zijn tussen goed en kwaad. Dan zul­len zij, die zich bij de Kerk hebben gevoegd zonder zich met Christus te hebben verenigd, openbaar worden. Het onkruid kan te midden van de tarwe opgroeien en alle voordelen hebben van zon en regen. God laat de zon opgaan voor goed en kwaad. Maar in de tijd van de oogst zal men duidelijk “het onderscheid zien tussen de rechtvaardige en de goddeloze; tussen wie God dient en wie Hem niet dient.'' (Mal. 3:18) Christus zelf zal bepalen wie waard is te wonen bij de Hemelse familie. Hij zal ieder mens oordelen naar zijn liefde, woorden en daden. Het karakter is bepalend voor de eeuwigheid.
     
    Vermenging van goed en kwaad : Een van de problemen van het kwaad is dat het zo verschrikkelijk goed gedijt in de vermomming van het goede. Maar hoe fanatieker we het onkruid in onszelf en om ons heen willen uitrukken, hoe rigoureuzer de aanpak en hoe minder er op den duur nog kan en wil groeien. De gelijkenis laat zien dat die zuivere wereld en dat zuivere hart niet bestaan. Wat er is, is deze wereld met zijn licht en zijn duisternis en heel dat bonte spectrum van kleuren daartussenin. 

    Vertrouwen en geduld : We moeten genoeg vertrouwen en geduld hebben om de dingen in onszelf en om ons heen te laten groeien zonder ons te laten overmeesteren door de angst voor wat onkruid lijkt. Wij moeten vertrouwen hebben in God in plaats van zelf het heft in handen te nemen. We moeten het werk van het ontwortelen van het kwaad aan God overlaten. Wij moeten alleen het onderscheid maken tussen goed en kwaad en niet in de valstrik van het kwaad lopen.

    'Laat ze beiden tezamen opwassen tot de oogst' : We stellen ons dikwijls de vraag wat we moeten doen met het onkruid, ook het onkruid in eigen hart. Het groeit dikwijls vlugger dan het gewone zaad. En overal groeit onkruid. Er is geen akker zonder onkruid. We moeten ons niet beter wanen dan een ander, want ieder is een zondaar. Maar dat wil niet zeggen dat we de zonde moeten goedpraten en altijd werkloos aan de zijlijn staan toekijken. We moeten durven zeggen wat Jezus’ geboden zijn en dat het de waarheid is. Maar tegelijkertijd wil Jezus ons door deze gelijkenis leren, dat het volmaakte hier nooit bereikt zal worden. Altijd zal er onkruid zijn tussen het tarwe. Jezus wacht tot de dag van de oogst en laat onkruid en tarwe samen opgroeien. Jezus kan door genade van onkruid nog tarwe maken. Door de H. Geest zijn werk te laten doen komen er nog veel bekeringen. Laten we daarvoor bidden.

    29-10-2019 om 09:36 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gelijkenissen: deel 1 : Huis op de rots

    Deel 1 : De gelijkenis van 'Het huis op de rots' 

    Gebaseerd op: www.holyhome.nl van docent godsdienst en voorganger Simon J. Stamhuis en preek van voorganger Joel Pankow.



    Mt 7:21-27; Lukas 6:46-49:

    Niet iedereen, die tot Mij zegt: Heer, Heer! zal binnengaan in het rijk der hemelen; maar wel wie de wil van mijn Vader volbrengt, die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tot Mij zeggen: Heer, Heer, hebben we niet in uw Naam voorzeggingen gedaan, in uw Naam duivels uitgedreven, in uw Naam veel wonderen verricht? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Nooit heb Ik u gekend; gaat weg van Mij, gij die ongerechtigheid doet. Een ieder dus, die deze woorden van Mij hoort, en ze in beoefening brengt, zal gelijk zijn aan een wijze man, die zijn huis bouwde op een rots. En de regen viel neer, en de waterstromen kwamen af, en de winden gierden en stortten zich op dat huis; doch het zakte niet in, want het was gegrond op de rots. Maar wie deze woorden van Mij hoort, doch ze niet in beoefening brengt, zal gelijk zijn aan een dwaze man, die zijn huis bouwde op het zand. En de regen viel neer, en de waterstromen kwamen af, en de winden gierden en stortten zich op dat huis; het zakte in, en zijn val was geweldig.

    Uitleg 

    Men was gewoon om in Palestina een huis neer te zetten zonder veel fundering. De vloer was aangestampt leem of zand. Een stevig huis, dat bleef staan, had meer de bouw van een Grieks huis. Dit huis zou nooit instorten. Iedereen die dichtbij het water wilde wonen wist wel dat het huis bestand moest zijn tegen wat regen, want in de winter dan kwamen er wolkbreukachtige buien voor. Maar de dwaze man bouwde toch een huis zonder veel fundering, want er moest niet veel investering in gebeuren en was snel klaar. Van buitenaf gezien was het een prachtig huis, net zoals dat van de wijze man, maar de fundering liet veel te wensen over. Bij de eerste stormbui valt het huis als een kaartenhuis in elkaar en is er niets meer van over. Het stevige huis, met een goed fundament, kan elke storm aan en blijft overeind staan.

    Jezus spreekt hier over een geestelijk huis. Het is de bedoeling dat een geestelijk huis wordt opgebouwd. We moeten zorgen dat het geloof in Jezus op de eerste plaats komt en aan dat geloof moet gewerkt worden. Het is het fundament. We kunnen dit geloof meekrijgen door onze ouders, grootouders, onderwijs, zelfstudie, bijbelgroepen, bijeenkomsten… Daarna moeten we het geloof verder opbouwen en dat gebeurt door ons geloof in praktijk te brengen. We mogen ons niet tevreden stellen met een mooie kelder en in de kelder blijven. We moeten ons geestelijk huis opbouwen en ons geloof verspreiden, zorgen dat anderen tot God komen en een persoonlijke relatie opbouwen met God door gebed en het bijwonen van de Sacramenten, goede werken doen… Een huis bouwen vraagt veel tijd en inspanning: als je maar 1 uur uittrekt per week om aan je huis/geloof te bouwen, zal het lang duren om het te voltooiien. Bovendien moeten we zorgen dat het geestelijk huis altijd blijft verstevigd worden en in stand gehouden. We mogen ons geestelijk huis niet laten verkommeren en daarom moeten we de Bijbel bestuderen, bidden, de H. Mis bijwonen, onze zonden belijden in het Sacrament van de Biecht.

    In deze tijd zijn er sommigen die zeggen dat ze gelovig zijn, zelfs de Sacramenten bijwonen, maar eens thuis hun wereldse zaken verder zetten en zich niets aantrekken van wat ze eerder hebben beleden in de kerk. Dat zie je aan de buitenkant van het geestelijk huis niet, maar God kent alle intenties en wegen van de mens. Van buitenaf kunnen mensen goede werken doen, maar ze stellen uit egoϊsme, trots en hebzucht.

    Deze mensen vergeten dat met God niet te spotten valt en dat je maar 1 Meester kunt dienen. Laat het dan God zijn, in plaats van de Mammon. Hun huis valt bij de eerste grote storm. En in het leven zijn er vele stormen, een goede fundering is heel noodzakelijk. Wereldse zaken zijn vergankelijk en hun geestelijk huis zal met de wereld vergaan.

    Het stevige huis zijn de mensen die dat doen zijn de mensen die luisteren naar wat Jezus zegt en het ook in de praktijk willen brengen. Ze proberen zo goed als mogelijk is te leven zoals God het wil. Wanneer het niet lukt vragen ze ook zijn hulp daarbij. Ze zijn een rots waar je op kunt bouwen, wat ze doen komt vanuit hun hart. God wil graag dat wij allemaal proberen om dat oprecht te doen.

    Jezus zorgt zelf voor goede bakstenen en stevige mortel om een geestelijk huis te kunnen bouwen. De bakstenen en mortel zijn het HOREN – LEZEN van Gods Woord, dit is de kennisname van Gods Woord. Het bouwen zelf is het in praktijk brengen van dit Woord. Bv. Als Jezus zegt te bidden. Ga dan thuis of in een gebedsgroep en bid. Als Jezus zegt in Zijn Geboden geen seksuele immoraliteit te plegen. Vermijd dan de situaties waar dit kan gebeuren. Flirt niet met gelegenheden tot zonde. Als Jezus zegt dat Zijn Lichaam en Bloed in de geconsecreerde hostie zorgen dat je sterk word in geloof en liefde. Ga dan naar de H. Mis.

    We moeten erkennen dat we zondaars zijn en dat we Jezus nodig hebben om onze zonden te vergeven. Petrus had na zijn verloochening van Jezus in zijn spijt kunnen blijven steken en wegblijven uit Jeruzalem. Maar hij vroeg vergeving en nam een nieuwe start. Hij werd de Rots waar Jezus Zijn Kerk heeft op gebouwd en ze zal blijven bestaan om terug een glorierijke Kerk te worden, ontdaan van alle valse elementen.

    Ons geestelijk huis is onze redding en het leuke is dat het niets kost en dat het geen droom is, maar werkelijkheid. Jezus heeft ons een stevige fundering gegeven van liefde en vergeving door geloof in Christus. Het is gratis en steviger dan enig fundament in de wereld. Het is aan ons om ons geestelijk huis tot een stevig huis te maken, dat alle stormen in het leven doorstaat, ook de komende zuivering na de Waarschuwing. Zorg dat je leeft in een stevig huis. De enige vraag is: wil je tijd en inspanning erin steken om het te bouwen? Amen.

    Kernpunten:

    God is de Rots van onze redding : Christus was de geestelijke Rots waarvan Israël dronk in de woestijn (1 Korintiërs 10:4)

    Bouwen wij voor onszelf of voor God : In Babel bouwden de mensen voor zichzelf: "Welaan, laten wij ons een stad bouwen met een toren, waarvan de top tot de hemel reikt, en laten wij ons een naam maken" (Genesis 11:4). Zij waren egocentrisch: "Laten wij ons een stad bouwen" ... "laten wij ons een naam maken". Zij bouwden voor zichzelf en hielden geen rekening met de wil van God. Een grote vergissing want, "Als de Heer het huis niet bouwt, tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan" (Psalm 127:1).

    Abraham erkende God als bouwheer. Hij "verwachtte de stad met fundamenten, waarvan God de ontwerper en bouwmeester is" (Hebreeën 11:10). De stad die Abraham zocht, is niet op aarde te vinden: "Zij hebben beleden, dat zij vreemdelingen en bijwoners waren op aarde. Want wie zulke dingen zeggen, geven te kennen, dat zij een vaderland zoeken. En als zij gedachtig geweest waren aan het vaderland, dat zij verlaten hadden, zouden zij gelegenheid gehad hebben terug te keren; maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels, vaderland. Daarom schaamt God Zich voor hen niet hun God te heten, want Hij had hun een stad bereid" (Hebreeën 11:13 t/m 16).

    Voor God bouwen is voor de eeuwigheid bouwen en Jezus bouwt Zijn Kerk op de Rots :
    Eens vroeg Jezus aan Zijn discipelen, "Maar gij, wie zegt gij, dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God! Jezus antwoordde en zeide: Zalig zijt gij, Simon Barjona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is. En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze rots zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen'' (Matteüs 16:15 t/m 18).

    Jezus heeft "de sleutels van de dood en het dodenrijk" (Openbaring 1:18). Hij bouwt een gemeente met een stevig fundament, een gemeente die zelfs de dood trotseert.

    Jezus is het enige fundament en Zijn Kerk de enige dat leidt naar de eeuwige redding : Paulus zegt dat er geen ander fundament kan zijn: "Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, waarop een ander voortbouwt. Maar ieder zie wel toe, hoe hij daarop bouwt. Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen" (1 Korintiërs 3:10,11).

    Christus is het enige fundament. Wij moeten ons vertrouwen in Hem stellen: "gelijk geschreven staat: Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en een rots der ergernis, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen" (Romeinen 9:33).

    Christus is het fundament. Hij wordt ook de hoeksteen genoemd: ''Daarom staat er in een schriftwoord: Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. U dan, die gelooft, geldt dit kostbare, maar voor de ongelovigen geldt: De steen, die de bouwlieden afgekeurd hadden, die is geworden tot een hoeksteen en een steen des aanstoots en een rots der ergernis, voor hen, die zich daaraan, in hun ongehoorzaamheid aan het woord, stoten, waartoe zij ook bestemd zijn'' (1 Petrus 2:6 t/m 8).

    Met Jezus als hoeksteen zijn de geïnspireerde apostelen ook in het fundament. "Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest" (Efeziërs 2:19 t/m 22).

    De apostelen en profeten zijn in het fundament omdat zij met de hoeksteen verbonden zijn. Na Zijn hemelvaart stuurde Jezus de Heilige Geest om hen alles te leren (Johannes 14:26) en om hen de weg te wijzen 'tot de volle waarheid' (Johannes 16:12,13). Het onderricht van de apostelen is het onderricht van Christus via goddelijke inspiratie.

    29-10-2019 om 01:12 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Die roepen in nood


    De Heer zal ik prijzen iedere dag,

    zijn lof ligt mij steeds op de lippen.

    Mijn geest is fier op de gunst van de Heer,

    laat elk die het hoort zich verheugen.

    Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer.

    Van boosdoeners keert Hij zijn aangezicht af,

    zij worden op aarde vergeten.

    Naar vromen die roepen, luistert de Heer

    en redt hen uit iedere nood.

    Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer.

    De Heer is nabij voor rouwmoedige harten,

    Hij helpt wie zijn schuld erkent.

    De Heer redt het leven van wie Hem dient,

    al wie tot Hem vlucht, heeft geen straf te duchten.

    Die roepen in nood, naar hen luistert de Heer.

    28-10-2019 om 09:32 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-10-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tekst van het Cristero-lied

    Dit is een lied door Miguel Martinez (een Cristero). 

    Tekst: 

    Een gezamenlijke schreeuw om oorlog wordt op aarde gehoord.

    En overal zijn de strijders klaar met hun zwaard.

    En nemen deel aan het gevecht.

    Ze werden daarvoor getraind.

    Ze zullen de Waarheid verdedigen,

    en de vurigheid in hun bloed

    zal niet uitdoven.

     

    Refrein : Leve Christus Koning. Leve Christus Koning.

    Dit is de gezamenlijke oorlogskreet dat de aarde ontsteekt.

    Leve Christus Koning. Onze soevereine Heer.

    Onze Kapitein en Winnaar.

    Om voor Hem te vechten is een grote eer.

     

    We weten dat deze strijd niet gemakkelijk is

    En velen zullen terugdeinzen,

    en onder de kogelregen van onze vijand

    zullen ze zeker omkomen.

    Ik zal mijn zwaard hoog optillen

    want mijn Heer gebruikt het.

    Niemand kan Hem ooit verslaan.

    Hij heeft Gods kracht.

     

    We kennen geen grotere vreugde,

    er bestaat geen grotere nobele onderneming,

    dan aan het front te zijn met mijn broeders,

    en onze levens samen te geven

    voor Degene die glorie verdient,

    en ons door liefde heeft gerekruteerd.

    Voor Hem vallen allen op de knieën

    en buigen alle harten.

     

     

    27-10-2019 om 07:28 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hymne van de Cristeros
    Hymne van de Cristeros

    27-10-2019 om 07:07 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leve Christus Koning!!!
    Viva Cristo Rey!!!


    27-10-2019 om 07:06 geschreven door claudia  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs