Deel 2 : De gelijkenis van Het onkruid tussen
de tarwe
Gebaseerd
op : www.holyhome.nl van Simon J. Stamhuis,
docent godsdienst en voorganger en preken van Gerald Roberts en Eerw. Deniray
Mueller
Matteüs
13:24-30,37-43:
Een andere gelijkenis stelde Hij
hun voor, en Hij sprak: Het rijk der hemelen is gelijk aan een man, die goed
zaad op zijn akker zaaide. Maar terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand,
zaaide onkruid onder de tarwe, en ging heen. Toen nu het graan was opgeschoten
en vrucht had gezet, vertoonde zich ook het onkruid. Nu kwamen de dienaars van
den heer des huizes, en zeiden: Heer, hebt ge geen goed zaad op uw akker
gezaaid; waar komt dan het onkruid vandaan? Hij zei hun: Een vijandig mens
heeft dit gedaan. De dienaars zeiden tot hem: Wilt ge dus, dat we het gaan
uitwieden? Maar hij antwoordde: Neen; want bij het uitwieden van het onkruid,
zoudt gij ook de tarwe kunnen uittrekken. Laat beide opgroeien tot de oogst; in
de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Verzamelt eerst het onkruid en bindt
het in bussels, om het te verbranden, maar brengt de tarwe in mijn schuur.
Hij antwoordde hun: Die het goede
zaad uitzaait, is de Mensenzoon; de akker is de wereld; het goede zaad zijn de
kinderen van het rijk; het onkruid zijn de kinderen van de boze; de vijand, die
het zaaide, is de duivel; de oogst is het einde der wereld; de maaiers zijn de
engelen. Zoals dus het onkruid verzameld en in het vuur wordt verbrand, zo zal
het ook geschieden aan het einde der wereld. De Mensenzoon zal zijn engelen
zenden. Ze zullen uit zijn rijk alle ergernisgevers verzamelen, en hen die
ongerechtigheid plegen, en ze in de vuuroven werpen; daar zal geween zijn en
gekners der tanden. Dan zullen de rechtvaardigen blinken als de zon in het rijk
van hun Vader. Wie oren heeft om te horen, hij hore.
Uitleg :
Kenmerken van tarwe : Tarwe groeit altijd in de rij dat je het hebt
gezaaid, onkruid is overal verspreid en groeit waar het wil. Tarwe volgt de
regels, gehoorzaamt de geboden van de boer, groeit waar de boer de tarwe heeft
gezaaid. Onkruid maakt zijn eigen regels, en groeit waar het wil. Het
gehoorzaamt de boer niet. Een tweede verschil is dat tarwe er allemaal
hetzelfde uitziet. Onkruid echter kan mooie aantrekkelijke, bedrieglijke
bloemen hebben. Sommig onkruid groeit hoog en pakt zon en regenwater van de
tarwe af. Als het onkruid nog klein is, ziet het eruit als tarwe maar als het
groter wordt verandert het van voorkomen en kan het de tarwe schade toebrengen.
Een derde verschil is dat tarwe enkel zich vermenigvuldigt door het zaaien. Maar
onkruid kan zich vermenigvuldigen door hun vele zaden door de lucht te
verspreiden met de wind, of door dieren die de zaden opeten en dan de zaden
verder uit hun mond vallen, of door wortels die toelaten dat het onkruid steeds
opnieuw kan groeien als de wortel niet is uitgetrokken.
hondsdravik rechts
Dolik is
de volksnaam van verschillende gewassen, onder andere van het raaigras en
van het bedwelmend raaigras of hondsdravik. De hondsdravik (Lat. Lolium
temulentum; Eng. darnel of cockle, Duits Taumel-Dolch,
Frans ivraie) behoort wetenschappelijk gesproken tot het geslacht
Raaigras (Lat. Lolium). Hij komt overvloedig voor in Israel en
Syrie. Hij schiet tussen het koren op en wordt beschouwd als onkruid. Hij lijkt
zo sterk op de tarwe dat de plant in sommige streken 'valse tarwe' wordt
genoemd.
De hondsdravik wordt 30-60 cm
hoog; de stam van de plant kan tot een meter lang worden. Deze dolik heeft
scherpe grasachtige bladen, die iets smaller zijn dan die van de tarwe. Het
blad is lichtgroen tot blauwgroen van kleur, onbehaard en vettig glanzend.
Zolang alleen de bladeren te zien zijn, is de overeenkomst met tarwe groot en
alleen door kenners te onderscheiden. Deze dolik is bijna niet te onderscheiden
zolang de tarwe nog niet volgroeid is.
Zodra de aren te voorschijn
komen, is het verschil duidelijk te zien. De aren van de tarwe zitten dicht bij
elkaar, terwijl die van de hondsdravik veel losser zijn en van elkaar afstaan.
Terwijl de zware aren de tarwe doen buigen, blijft de hondsdravik met zijn
lichtere aren gewoonlijk rechtop staan. De rijpe tarwe ziet er bruin uit, de
rijpe hondsdravik oogt zwart. Het verschil tussen de tarwe en de dolik wordt
duidelijk in de oogsttijd. Dit bedoelt de gelijkenis met de uitdrukking kwam
ook de dolik te voorschijn. De hondsdravik geeft een gevoel van dronkenschap
(Lat. Temulentus = dronken), doch is giftig en kan
dodelijk zijn. (christipedia)
Wat zegt Jezus over tarwe:
·
Jezus vraagt van ons enkel
tarwe te zijn en Jezus te gehoorzamen. We moeten ons niet bezig houden met het
onkruid te verwijderen. Dat wil zeggen dat we iemand liefdevol mogen aanmanen
en raad geven als hij zondigt, om de persoon tot bekering te brengen. Maar geen
oordeel vellen over iemand en niet over de persoon roddelen. Enkel God kent de
mens volledig, en Hij alleen kan een rechtvaardig oordeel vellen over het goed
en kwaad in de mens.
·
Jezus vraagt ook dat
we groeien waar we geplant zijn. We kunnen vanop deze positie met onze familie
en de personen die we ontmoeten onze taak als Christen zijn vervullen. Dat is
een taak dat iedereen kan vervullen.
·
We zijn geroepen om
sterke tarwe te zijn en het onkruid geen kans te geven rond ons. Laat je
invloed door je getuigenis van Christen-zijn gelden, en zorg dat het onkruid
geen zonlicht en water afpakt. We moeten ervoor zorgen dat we geen tarwestengel
op ons eigen zijn, maar samen groeien met anderen in een gemeenschap van tarwe.
·
We moeten ons niet
druk maken over het kwaad dat overal omhoogschiet in de wereld, en zelfs in
onze buurt. God heeft een plan en wij kunnen op dat plan vertrouwen. Jezus zal
Zijn Engelen sturen en al wat zonde en kwaad veroorzaakt wegnemen. We moeten er
alleen voor zorgen dat het onkruid-gedrag in onszelf vernietigd wordt door
regelmatig naar het sacrament van de Biecht te gaan om onze zonden te laten
vergeven. We moeten ervoor zorgen dat we niet in valstrikken vallen die de
wereld voor ons plaatst. We moeten onze blik op Jezus gericht houden.
Kernpunten:
Het kwaad wordt vernietigd : Aan het einde van de wereld zal het kwaad
worden vernietigd. Tot die dag probeert God zoveel mogelijk mensen te redden.
We stellen veel dezelfde vraag: Waarom doet God niets aan het kwaad?. Het
antwoord komt hier naar voor: Hij wacht omdat Hij nog steeds mensen wil redden.
Hij wacht in Zijn genade en barmhartigheid en zwijgt in zijn liefde voor een
mensheid, die Hij niet verloren wil zien gaan.
Gods verplichting: God is niet
de bron van het kwaad. Hij is niet verantwoordelijk voor het kwaad, anders zou
Hij bij de eerste oproep direct een einde maken aan alle kwaad. Het is de mens
die toegeeft aan het kwaad en de duivel, dat bestaat sinds Lucifer in opstand
kwam tegen God. Hij was de trotse Aartsengel die dacht als God te zijn, maar
door zijn opstand werd hij uit de Hemel geworpen en kwam hij recht op aarde
terecht als duivel. Hij zoekt in zijn woede alle mensen, die God zo graag ziet,
voor eeuwig mee te sleuren in zijn val en naar zijn woonplaats: de Hel.
Alles draait om redding: Maar
God is niet verantwoordelijk voor het kwaad in de wereld en kan ook daarvoor
niet ter verantwoording worden geroepen. Hij reageert echter altijd op de
voortdurende smeekbeden van mensen, hoewel niet altijd op een manier zoals zij
verwachten. En Hij maakt nog geen eind aan al het kwaad. Hij wacht, want
Hij wil nog meer mensen redden. Zou Hij nu ingrijpen dan zou met een te
vroegtijdig ingrijpen ook veel koren verloren gaan, ofwel: mensen die anders
gered zouden worden.

De positie van de Kerk: De Kerk
moet zorgen voor een goede bodem waar de tarwe goed kan groeien. Gods Woord
verspreiden en de bediening van de sacramenten zijn essentieel. Verder moet het
magisterium van de Kerk erop toezien dat er geen veranderingen gebeuren die
nadelig zijn voor de Kerk, geen veranderingen aan de liturgie, de leer van
Jezus zuiver houden en geen compromissen sluiten met zonde ten nadele van Jezus
leerstellingen.
In het oosten namen mensen soms wraak op een vijand door de
pas gezaaide velden te bezaaien met het zaad van een schadelijk gewas dat bij
het opgroeien veel op tarwe leek. Terwijl het met de tarwe opgroeide,
benadeelde het de oogst en bracht de eigenaar moeite en verlies. Zo strooit
Satan uit vijandschap tegen Christus zijn schadelijk zaad tussen het goede
zaad van het koninkrijk. De resultaten van zijn werk schrijft hij toe aan de
Zoon van God. Door mensen in de Kerk te brengen die de naam van Christus
dragen, terwijl zij zijn karakter loochenen, maakt de boze dat God wordt
onteerd, het werk der verlossing onjuist wordt voorgesteld en mensen in gevaar
worden gebracht.
Christus' dienstknechten zijn bedroefd als zij zien dat echte en valse
gelovigen samen zijn in de gemeente. Zij willen graag iets doen om de gemeente
te reinigen. Evenals de slaven van de heer staan zij klaar om het onkruid te
wieden. Maar Christus zegt tot hen: Neen, want bij het bijeenhalen van het
onkruid zoudt gij tevens het koren kunnen uittrekken. Laten beide samen
opgroeien tot de oogst.
Christus heeft duidelijk geleerd dat mensen die in open zonde volharden, van de
Kerk gescheiden moeten worden, maar Hij heeft ons het werk van het beoordelen
van karakter en drijfveren niet toevertrouwd. Hij kent onze natuur te goed om
ons dit werk te laten doen. Als wij zouden proberen die mensen uit de Kerk te
verwijderen die volgens ons geen echte christenen zijn, zouden wij beslist
fouten maken. Vaak beschouwen wij juist diegenen, die Christus tot Zich trekt,
als hopeloze gevallen. Als wij deze mensen zouden behandelen op grond van ons
onvolmaakt oordeel, zou wellicht hun laatste hoop geblust worden. Velen die
menen dat zij christenen zijn, zullen ten slotte in gebreke blijven. In de
hemel zullen velen zijn die er volgens hun buren nooit zouden komen. De mens
oordeelt naar wat hij ziet, maar God beoordeelt het hart. Het onkruid en de
tarwe moeten samen opgroeien tot de oogst. De oogst is het einde van de genadetijd.
In Jezus woorden ligt nog een andere les van wondere verdraagzaamheid en
tedere liefde. Zoals de wortels van het onkruid hecht vervlochten zijn met de
wortels van het graan, kunnen in de Kerk valse broeders nauw verbonden zijn met
ware discipelen. De ware aard van deze zogenaamde gelovigen komt niet ten volle
tot uiting. Als zij van de gemeente losgemaakt zouden worden, zouden anderen
zich daaraan kunnen stoten, die in het andere geval trouw gebleven zouden zijn.
God handelt ook zo met Satan: Satan is een bedrieger en toch werd hij niet
onmiddellijk vernietigd. De aanstichter van het kwaad mag nog zijn karakter
tonen en mensen proberen misleiden. Dit maakt deel uit van de zuivering. Door
ons op de proef te stellen weet God of we werkelijk Hem volgen, of dat het
slechts oppervlakkig is. Lange eeuwen heeft God de zielepijn gedragen door het
werk van het kwaad te laten bestaan. Hij heeft de oneindige gave van Golgota
gegeven, opdat niemand de kans zou lopen bedrogen te worden door een onjuiste
voorstelling van de boze, want het onkruid kon niet uitgerukt worden zonder
gevaar voor het uitrukken van het kostbare graan. Moeten wij niet even verdraagzaam
zijn jegens onze medemensen als de Heer van hemel en aarde jegens Satan is?
Christenen moeten niet moedeloos worden, omdat er valse broeders zijn. Hoe was
het in de eerste gemeente? Ananias en Saffira voegden zich bij de discipelen.
Simon de tovenaar werd gedoopt. Demas, die later Paulus verlaten heeft, werd
tot de gelovigen gerekend. Judas Iskariot was een van de discipelen. Jezus wil
geen enkele mens verliezen en wacht tot het laatste moment op hun bekering.
Zijn ervaring met Judas wordt vermeld om zijn geduld te laten zien met de
verdorven menselijke natuur en Hij zegt dat wij deze mensen moeten verdragen.
Hij heeft gezegd dat er tot het einde toe valse broeders in de Kerk zullen gevonden
worden.
Zondaars die vroom schijnen, kunnen een tijdlang samengaan met de echte
volgelingen van Christus, en de schijn van christendom is bedoeld om velen te
misleiden. Maar bij de oogst van de wereld zal er geen overeenkomst zijn tussen
goed en kwaad. Dan zullen zij, die zich bij de Kerk hebben gevoegd zonder zich
met Christus te hebben verenigd, openbaar worden. Het onkruid kan te midden van
de tarwe opgroeien en alle voordelen hebben van zon en regen. God laat de zon
opgaan voor goed en kwaad. Maar in de tijd van de oogst zal men duidelijk het
onderscheid zien tussen de rechtvaardige en de goddeloze; tussen wie God dient
en wie Hem niet dient.'' (Mal. 3:18) Christus zelf zal bepalen wie waard
is te wonen bij de Hemelse familie. Hij zal ieder mens oordelen naar zijn liefde,
woorden en daden. Het karakter is bepalend voor de eeuwigheid.
Vermenging van goed en kwaad : Een van de problemen van het kwaad is dat het zo verschrikkelijk
goed gedijt in de vermomming van het goede. Maar hoe fanatieker we het
onkruid in onszelf en om ons heen willen uitrukken, hoe rigoureuzer de aanpak
en hoe minder er op den duur nog kan en wil groeien. De gelijkenis laat zien
dat die zuivere wereld en dat zuivere hart niet bestaan. Wat er is, is deze
wereld met zijn licht en zijn duisternis en heel dat bonte spectrum van kleuren
daartussenin.
Vertrouwen en geduld : We moeten
genoeg vertrouwen en geduld hebben om de dingen in onszelf en om
ons heen te laten groeien zonder ons te laten overmeesteren door de angst voor
wat onkruid lijkt. Wij moeten vertrouwen hebben in God in plaats van zelf het
heft in handen te nemen. We moeten het werk van het ontwortelen van het kwaad
aan God overlaten. Wij moeten alleen het onderscheid
maken tussen goed en kwaad en niet in de valstrik van het kwaad lopen.
'Laat ze beiden tezamen opwassen tot de oogst'
: We stellen ons dikwijls de vraag wat we moeten doen
met het onkruid, ook het onkruid in eigen hart. Het groeit dikwijls vlugger dan
het gewone zaad. En overal groeit onkruid. Er is geen akker
zonder onkruid. We moeten ons niet beter wanen dan een ander, want ieder is een
zondaar. Maar dat wil niet zeggen dat we de zonde moeten goedpraten en altijd werkloos
aan de zijlijn staan toekijken. We moeten durven zeggen wat Jezus geboden zijn
en dat het de waarheid is. Maar tegelijkertijd wil Jezus ons door deze
gelijkenis leren, dat het volmaakte hier nooit bereikt zal worden. Altijd zal
er onkruid zijn tussen het tarwe. Jezus wacht tot de dag van de oogst en
laat onkruid en tarwe samen opgroeien. Jezus kan door genade van onkruid nog
tarwe maken. Door de H. Geest zijn werk te laten doen komen er nog veel
bekeringen. Laten we daarvoor bidden.
|