Deel 11
: De gelijkenis van Lazarus en de rijke man
Gebaseerd op :www.holyhome.nl van Simon J.
Stamhuis, preek van Dennis Davidson, voorganger
Lukas 16:19-31: Er was eens een rijk man, die in purper en fijn
linnen gekleed ging, en, dag in dag uit, een weelderig leven genoot. Maar er
was ook een bedelaar, Lázarus geheten, die zich bij zijn voorportaal had
neergelegd. Hij was met zweren bedekt, en was begerig, om zijn honger te
stillen met de afval van de tafel van den rijke; en de honden kwamen zijn
zweren likken. Maar toen de arme gestorven was, werd hij door de engelen in
Abrahams schoot gedragen. Daarna stierf ook de rijke, en werd begraven. En
terwijl hij in de hel werd gefolterd, sloeg hij zijn ogen op, en zag Abraham
van verre, en Lázarus in zijn schoot. En luid riep hij uit: Vader Abraham, heb
medelijden met mij, en zend Lázarus hierheen; laat hem de top van zijn vinger
in water dopen, om mijn tong te verfrissen; want ik lijd hier geweldige smart
in de vlammen.

Maar Abraham sprak: Kind, denk er
aan, dat gij in uw leven het goede hebt ontvangen, en Lázarus toen het kwade;
nu wordt hij hier vertroost, en gij lijdt pijn. Bovendien gaapt er tussen ons
en u een geweldige afgrond; zodat men van hier niet naar u kan gaan, ook al zou
men het willen, en men van ginds niet naar ons komen kan. Toen zeide hij: Ik
bid u dan, vader, dat ge hem naar het huis van mijn vader stuurt. Want ik heb
vijf broers; laat hij ze gaan waarschuwen, opdat ook zij niet in deze
folterplaats komen. Maar Abraham sprak tot hem: Ze hebben Moses en de profeten;
laten ze luisteren naar hen.

Hij zei: Neen, vader Abraham;
maar wèl zullen ze zich bekeren, wanneer er iemand van de doden tot hen komt.
Maar hij zei hem: Als ze niet luisteren naar Moses en de profeten, dan zullen
ze zich ook niets laten zeggen, zelfs al stond er iemand op uit de doden.
Uitleg
De rijke man had alles wat hij wilde, maar hij had niet wat
hem in de Hemel kon helpen. De gelijkenis heeft het over iemand die materieel
bezit najaagt en de andere die God dient in zijn leven. Het verwijst naar de
permanente realiteit van het hiernamaals in tegenstelling met de tijdelijke en
vergankelijke heden. Het is een scherp contrast tussen beide mannen. Voor de
rijke man is het leven een dagelijks feest. Voor de arme man, is het leven een
kwelling. Beiden sterven en alleen de rijke man wordt begraven. In de
eeuwigheid is hun rol omgekeerd en het resultaat onveranderlijk.
In Jezus tijd : Deze gelijkenis van Jezus is niet helemaal
bestemd voor de Farizeeërs, zoals de meeste van zijn gelijkenissen, maar ook
voor de Sadduceeërs. De Sadduceeërs geloofden niet in de opstanding en waren
van mening dat men het er in het leven maar goed van moest nemen.
De Sadduceeërs waren vaak de rijksten onder het volk. Ze vervulden functies als
hogepriester, tempelhoofdman of bevonden zich onder de priesteradel. Zij
dachten ook dat ze recht hadden op het geld. Ze dachten dat geld een teken was
dat ze gezegend waren door God en armoede het resultaat was van Gods vloek. De
Farizeeërs vertelden dit ook en dat God het zo wilde. Maar Jezus verwerpt het
hele idee. God wilde het helemaal niet en in de Hemel wordt de toestand
rechtgetrokken.
Jezus leert ons ook dat niet alles wat op aarde gebeurt, komt omdat God het
wil, maar omdat mensen het willen. Jezus leert ons te bidden:
U wil geschiedde,
op aarde als in de hemel
.
Jezus schetst ons een zorgeloze rijke man, die eigenlijk misbruik maakt van
zijn rijkdom, door het voor zich zelf te houden. De rijke man kleedde zich
in purper, wat een fabelachtig dure stof was en woonde in een soort van klein
paleisje. Het huis waar hij in woonde had een apart poorthuisje, een voorpoort
en een voorportaal. In het voorportaal lag een zieke, hongerige en in de
steek gelaten bedelaar Lazarus. De betekenis van deze naam is God is mijn hulp.
De ziekte van de man had ervoor gezorgd dat hij geen kracht had om zelf te
bewegen. Zijn familie had hem daar gelegd waarschijnlijk omdat de rijke man de
middelen had meer te doen dat hem wat voedsel te geven. Lazarus was een
verstotene uit de maatschappij. Als het niet was dat God zijn naam vermeldde
zou niemand zijn naam gekend hebben. In tegenstelling met de rijke man die
waarschijnlijk in zijn tijd populair was.
Lazarus had altijd op God gehoopt en zijn geloof op Hem
gesteld.
Jezus wil de man niet veroordelen om zijn mooie huis, maar het gaat om het
gebruik ervan. Dit blijkt ook uit het feit als ze in het hiernamaals zijn, want
Abraham die ook rijk was, is op dezelfde plek als Lazarus. Het gaat erom wat je
ermee doet. De rijke man betoonde geen naastenliefde en dacht alleen aan
zichzelf en zijn comfort. Het was zelfs zo dat de honden medelijden betoonden
in plaats van de rijke man.
Het thema van liefdadigheid betekent zorgen voor hen die
onderaan de maatschappelijke ladder staan en komt in meerdere gelijkenissen van
Jezus voor.
Toen de beide mannen stierven, werd Lazarus door de engelen
naar Abrahams schoot gedragen, een plaats van zegen. In de Hemel kreeg Lazarus
een ereplaats in de nabijheid van Abraham. Het was de plaats van het Paradijs
voor de gelovigen uit het Oude Testament die waren overleden. Het was pas met
Jezus verrijzenis dat de Hemel werd geopend door Jezus Zelf. De rijke man
kreeg een mooie begrafenis, maar werd daarna niet naar de plaats gevoerd dat
hij had gehoopt. Hij kon zijn goed leventje niet verder zetten. Hij belandde in
het Hades, het Griekse woord voor Voorgeborchte. In het Hebreeuws was het Sheol
genoemd of de plaats van de doden. Hier betekent Hades de plaats waar de
ongeredde doden verbleven vooraleer voor de Grote Witte Troon te komen en te
worden geoordeeld. (Openbaring 20:11-15)
Het Sheol of Hades bestond toen uit twee delen: de schoot
van Abraham, waar de Vader van het Geloof en Vriend van God, hen begroette en
de andere kant waar kwelling en lijden was. En hoewel er een grote rivier
tussen de twee was, konden beiden zijden roepen naar elkaar, en dat maakte de
kant met de vlammen nog meer zoals een Hel.
Na de veroordeling door de Grote Witte Troon worden ze
definitief naar het Gehenna geworpen of de uiterste duisternis, een plaats van
hitte zonder licht, een plaats van eeuwige afzondering, van oneindige kwelling.
In het Hades zag de rijke man uiteindelijk het totaalbeeld van bestaan. De
wereld zegt: Eet, drink, en maak plezier, want morgen sterven we, omdat ze
enkel zien wat voor hen is. In de dood ziet men het totaalbeeld van de
eeuwigheid, maar dan is het te laat. De keuze voor de eeuwigheid moet op aarde
gemaakt worden.
De zonde van de rijke
man was niet dat hij Lazarus haatte, maar gewoon dat hij hem had genegeerd. De
zonde van nalatigheid. Omdat de rijke man de man in nood, Lazarus, die aan zijn
deur zat, niet had geholpen, had hij geen liefde van God in zijn hart. De rijke
man begon zelfs te bidden en de Aartsvader Abraham te smeken. Hij had extreme
dorst. Had hij zijn dorst maar beseft toen hij nog leefde, dan kon
hij naar Jezus, het Levend Water zijn gekomen. Jezus zei in Johannes 7:37-38: Op de laatste en grootste dag van het feest,
stond Jesus daar, en riep met luider stem: Zo iemand dorst heeft, hij kome tot
Mij; hij drinke, wie in Mij gelooft. Zoals de Schrift heeft gezegd:
"Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien". We
moeten wel naar Jezus gaan. Het is niet genoet om te wensen, verlangen of
hopen, we moeten handelen. We moeten onze dorst erkennen en naar Jezus gaan en
deelnemen aan het leven dat enkel Hij kan geven.
Abraham geeft twee redenen waarom
de rijke man geen verlichting van zijn toestand moest verwachten.
Ten eerste omdat zijn karakter nu
onveranderlijk was geworden. Hij had materiële zegeningen ontvangen in de
wereld en had niets gedaan om Lazarus te helpen. Veel mensen denken dat wanneer
ze sterven, ze ophouden te bestaan, maar het feit is dat ze niet alleen blijven
bestaan als ziel, maar dat ze de zegeningen die God hen heeft geschonken, het
geduld dat God hen heeft betoond, de vele kansen die Hij hen gaf om tot Hem te
komen, herinneren. Een van de meest verschrikkelijke zaken in de Hel is de
herinnering die mensen hebben aan de keren die ze de vrije gave van redding
hebben ontvangen, maar verkozen om hun harten te verharden.
Ten tweede is er een grote kloof
tussen het Paradijs en Hades, zodat niemand van de ene kant naar de andere kon.
Jezus heeft het hier niet zozeer over een letterlijke kloof tussen de twee
plaatsen maar de eeuwige lotsbestemmingen van beide mannen die totaal
verschillend zijn. Kwelling voor de rijke man als eeuwige beloning en troost en
zaligheid voor Lazarus als eeuwige zegen. En Jezus is zeer duidelijk over het
bestaan van een plaats van kwelling.
Jezus heeft het ook over de H.
Schrift, de hoogste macht en autoriteit van Gods Woord, dat volstaat om te
geloven en wanneer ze wordt verworpen, zoals de rijke man deed, zal zelfs een
gebeurtenis als de Verrijzenis geen geloof opwekken. Dat was zeker het geval
met de Verrijzenis van Jezus. De rijke man vroeg dat Lazarus getuigenis zou
geven over de waarheid. Een getuigenis geven met je eigen leven is het
krachtigste middel dat je kan gebruiken om mensen tot bekering te brengen.
De rijke man wist dat zijn
familie de door Mozes gekregen wetten van God niet gehoorzaamden en hij hoopte
dat als iemand uit de doden zou verrijzen ze zouden luisteren. In de Hel
beseffen mensen dat ze berouw hadden moeten hebben, Jezus hadden moeten
navolgen. Zelfs duivels en demonen geloven, zegt Jacobus (2:19), maar ze zijn
niet gered omdat hun geloof gebaseerd is op intellectuele erkenning in plaats
van nederige persoonlijk berouw dat leidt naar bekering. Jezus zegt dat als men
weigert te luisteren naar de H. Schrift, dat ze dan ook zouden weigeren te
luisteren naar degene die terugkwam van de doden, zoals Jezus.
Met andere woorden: als Gods profetisch Woord geen verhard hart kan
overtuigen, kunnen ook grote wonderen het niet. Jezus Verrijzenis is het
bewijs dat alleen een open hart het bewijs ziet van Gods aanwezigheid en Zijn
smeekbede hoort. De rijke man symboliseerde de Farizeeërs. Ze wilden tekens,
maar ze weigerden de H. Schrift te geloven, en ze zouden zelfs het grootste
teken nog niet geloven. Een korte tijd nadien wekte Jezus een man, die ook Lazarus
heette, op uit de doden. Het resultaat was dat de religieuze leiders een
complot smeedden om zowel Jezus als Lazarus te doden.
|