Deel 1 : De gelijkenis van 'Het huis op de
rots'
Gebaseerd op: www.holyhome.nl van docent godsdienst en voorganger Simon J. Stamhuis en preek van voorganger Joel Pankow.

Mt 7:21-27; Lukas 6:46-49:
Niet iedereen, die tot Mij zegt:
Heer, Heer! zal binnengaan in het rijk der hemelen; maar wel wie de wil van
mijn Vader volbrengt, die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tot Mij
zeggen: Heer, Heer, hebben we niet in uw Naam voorzeggingen gedaan, in uw Naam
duivels uitgedreven, in uw Naam veel wonderen verricht? En dan zal Ik hun
openlijk zeggen: Nooit heb Ik u gekend; gaat weg van Mij, gij die
ongerechtigheid doet. Een ieder dus, die deze woorden van Mij hoort, en ze in
beoefening brengt, zal gelijk zijn aan een wijze man, die zijn huis bouwde op
een rots. En de regen viel neer, en de waterstromen kwamen af, en de winden
gierden en stortten zich op dat huis; doch het zakte niet in, want het was
gegrond op de rots. Maar wie deze woorden van Mij hoort, doch ze niet in
beoefening brengt, zal gelijk zijn aan een dwaze man, die zijn huis bouwde op
het zand. En de regen viel neer, en de waterstromen kwamen af, en de winden
gierden en stortten zich op dat huis; het zakte in, en zijn val was geweldig.
Uitleg
Men was gewoon om in Palestina een huis neer te zetten zonder veel fundering.
De vloer was aangestampt leem of zand. Een stevig huis, dat bleef staan, had
meer de bouw van een Grieks huis. Dit huis zou nooit instorten. Iedereen die
dichtbij het water wilde wonen wist wel dat het huis bestand moest zijn tegen
wat regen, want in de winter dan kwamen er wolkbreukachtige buien voor. Maar de
dwaze man bouwde toch een huis zonder veel fundering, want er moest niet veel
investering in gebeuren en was snel klaar. Van buitenaf gezien was het een
prachtig huis, net zoals dat van de wijze man, maar de fundering liet veel te
wensen over. Bij de eerste stormbui valt het huis als een kaartenhuis in elkaar
en is er niets meer van over. Het stevige huis, met een goed fundament, kan
elke storm aan en blijft overeind staan.
Jezus spreekt hier over een geestelijk huis. Het is de
bedoeling dat een geestelijk huis wordt opgebouwd. We moeten zorgen dat het
geloof in Jezus op de eerste plaats komt en aan dat geloof moet gewerkt worden.
Het is het fundament. We kunnen dit geloof meekrijgen door onze ouders,
grootouders, onderwijs, zelfstudie, bijbelgroepen, bijeenkomsten
Daarna moeten
we het geloof verder opbouwen en dat gebeurt door ons geloof in praktijk te
brengen. We mogen ons niet tevreden stellen met een mooie kelder en in de
kelder blijven. We moeten ons geestelijk huis opbouwen en ons geloof
verspreiden, zorgen dat anderen tot God komen en een persoonlijke relatie
opbouwen met God door gebed en het bijwonen van de Sacramenten, goede werken
doen
Een huis bouwen vraagt veel tijd en inspanning: als je maar 1 uur
uittrekt per week om aan je huis/geloof te bouwen, zal het lang duren om het te
voltooiien. Bovendien moeten we zorgen dat het geestelijk huis altijd blijft
verstevigd worden en in stand gehouden. We mogen ons geestelijk huis niet laten
verkommeren en daarom moeten we de Bijbel bestuderen, bidden, de H. Mis
bijwonen, onze zonden belijden in het Sacrament van de Biecht.
In deze tijd zijn er sommigen die zeggen dat ze gelovig
zijn, zelfs de Sacramenten bijwonen, maar eens thuis hun wereldse zaken verder
zetten en zich niets aantrekken van wat ze eerder hebben beleden in de kerk.
Dat zie je aan de buitenkant van het geestelijk huis niet, maar God kent alle
intenties en wegen van de mens. Van buitenaf kunnen mensen goede werken doen,
maar ze stellen uit egoϊsme, trots en hebzucht.
Deze mensen vergeten dat met God niet te spotten valt en
dat je maar 1 Meester kunt dienen. Laat het dan God zijn, in plaats van de Mammon.
Hun huis valt bij de eerste grote storm. En in het leven zijn er vele stormen,
een goede fundering is heel noodzakelijk. Wereldse zaken zijn vergankelijk en
hun geestelijk huis zal met de wereld vergaan.
Het stevige huis zijn de mensen die dat doen zijn de mensen
die luisteren naar wat Jezus zegt en het ook in de praktijk willen brengen. Ze
proberen zo goed als mogelijk is te leven zoals God het wil. Wanneer het niet
lukt vragen ze ook zijn hulp daarbij. Ze zijn een rots waar je op kunt bouwen,
wat ze doen komt vanuit hun hart. God wil graag dat wij allemaal proberen om
dat oprecht te doen.
Jezus zorgt zelf voor goede bakstenen en stevige mortel om
een geestelijk huis te kunnen bouwen. De bakstenen en mortel zijn het HOREN
LEZEN van Gods Woord, dit is de kennisname van Gods Woord. Het bouwen zelf is
het in praktijk brengen van dit Woord. Bv. Als Jezus zegt te bidden. Ga dan
thuis of in een gebedsgroep en bid. Als Jezus zegt in Zijn Geboden geen
seksuele immoraliteit te plegen. Vermijd dan de situaties waar dit kan
gebeuren. Flirt niet met gelegenheden tot zonde. Als Jezus zegt dat Zijn
Lichaam en Bloed in de geconsecreerde hostie zorgen dat je sterk word in geloof
en liefde. Ga dan naar de H. Mis.
We moeten erkennen dat we zondaars zijn en dat we Jezus
nodig hebben om onze zonden te vergeven. Petrus had na zijn verloochening van
Jezus in zijn spijt kunnen blijven steken en wegblijven uit Jeruzalem. Maar hij
vroeg vergeving en nam een nieuwe start. Hij werd de Rots waar Jezus Zijn Kerk
heeft op gebouwd en ze zal blijven bestaan om terug een glorierijke Kerk te
worden, ontdaan van alle valse elementen.
Ons geestelijk huis is onze
redding en het leuke is dat het niets kost en dat het geen droom is, maar
werkelijkheid. Jezus heeft ons een stevige fundering gegeven van liefde en
vergeving door geloof in Christus. Het is gratis en steviger dan enig fundament
in de wereld. Het is aan ons om ons geestelijk huis tot een stevig huis te
maken, dat alle stormen in het leven doorstaat, ook de komende zuivering na de
Waarschuwing. Zorg dat je leeft in een stevig huis. De enige vraag is: wil je
tijd en inspanning erin steken om het te bouwen? Amen.

Kernpunten:
God is de Rots van onze
redding : Christus
was de geestelijke Rots waarvan Israël dronk in de woestijn (1 Korintiërs 10:4)
Bouwen wij voor onszelf of voor God : In Babel bouwden de mensen voor zichzelf: "Welaan, laten wij
ons een stad bouwen met een toren, waarvan de top tot de hemel reikt, en laten
wij ons een naam maken" (Genesis 11:4). Zij waren egocentrisch:
"Laten wij ons een stad bouwen" ... "laten wij ons een naam
maken". Zij bouwden voor zichzelf en hielden geen rekening met de wil van
God. Een grote vergissing want, "Als de Heer het huis niet bouwt,
tevergeefs zwoegen de bouwlieden daaraan" (Psalm 127:1).
Abraham erkende God als bouwheer. Hij "verwachtte de stad met fundamenten,
waarvan God de ontwerper en bouwmeester is" (Hebreeën 11:10). De stad die
Abraham zocht, is niet op aarde te vinden: "Zij hebben beleden, dat zij
vreemdelingen en bijwoners waren op aarde. Want wie zulke dingen zeggen, geven
te kennen, dat zij een vaderland zoeken. En als zij gedachtig geweest waren aan
het vaderland, dat zij verlaten hadden, zouden zij gelegenheid gehad hebben
terug te keren; maar nu verlangen zij naar een beter, dat is een hemels,
vaderland. Daarom schaamt God Zich voor hen niet hun God te heten, want Hij had
hun een stad bereid" (Hebreeën 11:13 t/m 16).
Voor God bouwen is voor de eeuwigheid bouwen en Jezus bouwt Zijn Kerk op de
Rots : Eens vroeg Jezus aan Zijn discipelen, "Maar gij, wie zegt gij,
dat Ik ben? Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon van
de levende God! Jezus antwoordde en zeide: Zalig zijt gij, Simon Barjona, want
vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen
is. En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze rots zal Ik mijn gemeente
bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen'' (Matteüs
16:15 t/m 18).
Jezus heeft "de sleutels van de dood en het dodenrijk" (Openbaring
1:18). Hij bouwt een gemeente met een stevig fundament, een gemeente die zelfs
de dood trotseert.
Jezus is het enige fundament en Zijn Kerk de enige dat leidt naar de eeuwige
redding : Paulus zegt dat er geen ander fundament kan zijn: "Naar de
genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een kundig bouwmeester het
fundament gelegd, waarop een ander voortbouwt. Maar ieder zie wel toe, hoe hij
daarop bouwt. Want een ander fundament, dan dat er ligt, namelijk Jezus
Christus, kan niemand leggen" (1 Korintiërs 3:10,11).
Christus is het enige fundament. Wij moeten ons vertrouwen in Hem stellen:
"gelijk geschreven staat: Zie, Ik leg in Sion een steen des aanstoots en
een rots der ergernis, en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd
uitkomen" (Romeinen 9:33).
Christus is het fundament. Hij wordt ook de hoeksteen genoemd: ''Daarom staat
er in een schriftwoord: Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren en kostbare hoeksteen,
en wie op hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. U dan, die
gelooft, geldt dit kostbare, maar voor de ongelovigen geldt: De steen, die de
bouwlieden afgekeurd hadden, die is geworden tot een hoeksteen en een steen des
aanstoots en een rots der ergernis, voor hen, die zich daaraan, in hun
ongehoorzaamheid aan het woord, stoten, waartoe zij ook bestemd zijn'' (1
Petrus 2:6 t/m 8).
Met Jezus als hoeksteen zijn de geïnspireerde apostelen ook in het fundament.
"Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers
der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en
profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk
bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook
gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest" (Efeziërs 2:19
t/m 22).
De apostelen en profeten zijn in het fundament omdat zij met de hoeksteen
verbonden zijn. Na Zijn hemelvaart stuurde Jezus de Heilige Geest om hen alles
te leren (Johannes 14:26) en om hen de weg te wijzen 'tot de volle waarheid'
(Johannes 16:12,13). Het onderricht van de apostelen is het onderricht van
Christus via goddelijke inspiratie.
|