Het is te Madrid, op 4 februari 1890, in een christelijk en sterk verbonden
gezin, dat Josefa Menendez het levenslicht ziet. Ze beleeft er een gelukkige
kindertijd, omringd door drie jongere zusjes en een broertje, dat echter heel
jong sterft. Aan Pater Rubbio, jezuïet, doet zij haar eerste confidenties en
getroffen door haar openheid naar God toe, zal hij haar inwijden in een
spiritueel leven, aangepast aan haar leeftijd. In maart 1901, doet Josefa haar
eerste communie. Het is een dag van groot geluk voor het kleine meisje van 11
jaar dat, zonder iemand om raad te vragen, de belofte doet zich gans aan God te
geven ! Haar vader, erop bedacht haar een professionele opleiding te geven, die
haar zou toelaten de kost te verdienen, laat haar snit - en naadlessen volgen
aan het Instituut voor Kunsten en Ambachten te Madrid.
In 1907,
begint het lijden in het gezin. De droevige dagen volgen elkaar op. Na een
ernstig ongeval moet haar vader het werk stopzetten en haar moeder wordt
ernstig ziek. Het gezin Menendez kent dan armoede en ontbering. Josefa voorziet
in de behoeften van de familie door hard te werken als naaister. De
bestellingen komen zó goed binnen dat ze, samen met haar zus Mercedes, een
naai-atelier opent. De kwaliteit van het werk en het opgeruimde karakter van
Josefa maken er spoedig een plaats van waar het goed is om samen te werken,
voor een talrijke en vaak veeleisende clientèle !
Na de
dood van haar vader, in 1912, denkt Josefa dat voor haar het ogenblik
aangebroken is om haar leven aan God te wijden. Ondanks haar voorliefde voor
het Heilig Hart, geeft Pater Rubbio haar de raad in te treden bij de
Réparatrices. Ze is er heel gelukkig maar, na 6 maanden, op het ogenblik van
de professie, smeekt haar moeder haar naar huis terug te keren, om de zorg voor
het gezin op zich te nemen. Zij gehoorzaamt, verlaat de congregatie en hervat
moedig haar taak van naaister.
De tijd
gaat voorbij, het gezin redt zich uit de moeilijkheden .. Jesus liefde doet
Josefa hevig verlangen naar het religieuze leven van het Heilig Hart. In 1917,
vraagt zij om toegelaten te worden tot het noviciaat van Chamartin en ze wordt
er aanvaard. Maar als ze het huis wil verlaten doen de tranen van haar moeder
haar opnieuw afzien van haar voornemen. Twee jaar later hernieuwt zij haar
aanvraag maar deze keer wordt ze door de oversten, op hun hoede door zovele
aarzelingen, geweigerd ! Ze begrijpt echter dat de Heer haar in deze religieuze
familie wil opgenomen zien en dat ze moet aandringen. Wat ze ook doet tot de
dag dat een Franse rubriek aankondigt dat de Congregatie van het Heilig Hart
overtuigde roepingen zoekt voor het noviciaat te Poitiers, dat pas weer
heropend werd. Josefa krijgt het voorstel zich bij de congregatie te vervoegen
en ze aarzelt niet om zich volledig ten dienste te stellen !
2. In de
Congregatie van het Heilig Hart te Poitiers: 1920-1923
Op 4
februari, de dag van haar 30ste verjaardag, verlaat ze Spanje om zich naar
Poitiers te begeven. De kleine Spaanse met de zwarte ogen komt bij de
Bernardijnen aan met een beperkte kennis van de Franse taal, maar ze wordt
gedragen door de liefde van Jezus. Intelligent, actief en edelmoedig treedt ze
binnen in het noviciaat met al een diep innerlijk leven, gerijpt door de
beproeving. Naar buiten toe heeft ze geen enkele moeite om haar plaats te
vinden in de gemeenschap. Haar geschiedenis, tot aan haar dood op 29 december
1923, is er een van weinig woorden : op 6 juli 1920 wordt ze kloosterlinge bij
de religieuzen van het Heilig Hart en op 16 juli 1922 legt ze haar
kloostergeloften af. Ze leeft vier jaar als Bernardijne in de bescheidenheid
van het dagelijkse werk : schoonmaak, naaiwerk, sacristie .Maar het verhaal van
haar spirituele weg beschrijft de werking van God en van zijn liefde in een
hart dat hem hoe langer hoe meer gegeven is.
Inderdaad, de Heer openbaart zich heel vlug en bijna dagelijks aan Josefa. Hij
deelt haar zijn voornemen mee om nogmaals aan de wereld zijn boodschap van
liefde en barmhartigheid te verkondigen en Hij vraagt haar hierbij zijn bode te
zijn :
« Ik wil
mij van jou bedienen om de barmhartigheid en de liefde van mijn hart nog beter
te laten kennen Help mij met dat werk van liefde. »
Josefa,
bewust van haar onbeduidendheid en van de uitzonderlijke aan haar gerichte
oproep, heeft wel moeite om haar weerstand te overwinnen en zich vrijelijk te
geven. Op de steile weg die haar wordt voorgesteld, maakt ze kennis met de
overweldigende tederheid van Christus liefde voor haarzelf en voor de
zondaars.
« Ik zal
je beminnen en de mensen zullen mijn liefde ontdekken in de liefde die ik voor
jou heb. »
Ze
ondervindt in haar eigen leven de boodschap die Jezus haar vraagt te
verspreiden en ze noteert gewillig de inhoud van al haar gesprekken met de
Heer.
Jezus
nodigt haar uit tot een intieme vereniging met hem : hij is voor haar als een
tuinier die zijn bloemetje met liefde verzorgt. Hij laat haar rusten in zijn
hart, voedt haar op tot overgave, openbaart haar zijn immense liefde voor
iedereen en vooral voor de zondaars. Getuige voor de wereld van zijn oneindige
liefde, zal zij ook getuige zijn van zijn verlossend lijden. Jezus maakt haar
één met zijn lijden ten overstaan van de onverschilligheid en de weigering van
zoveel mannen en vrouwen. Met hem gaat zij ook de strijd aan tegen de machten
van het kwaad, die door deze aansporing tot liefde des te actiever en
kwaadaardiger worden.
EEN NIEUWE AANSPORING TOT LIEFDE EN BARMHARTIGHEID:
In
februari 1921, zegt Jezus klaar en duidelijk aan Josefa :
« De
wereld kent mijn barmhartigheid niet en ik wil mij van jou bedienen om ze te
laten kennen Ik wil dat je apostel wordt van mijn goedheid en mijn barmhartigheid.
»
Het gaat
wel degelijk over een boodschap van liefde, welke deze die Sinte
Marguerite-Marie te Paray-le-Monial ontving, bevestigt en op bepaalde punten
vervolledigt en voltooit. Zij integreert zich in de grote kerkelijke beweging,
die ons, van uit de bijbelse bronnen en van uit Sint Jan de evangelist, de
onmetelijke liefde van God voor zijn volk, leert kennen. Zij brengt ook nieuwe
elementen aan, normale ontwikkeling van een grondiger kennis van Christus Hart,
dat zich manifesteert in de huidige wereld en een antwoord geeft op de
verwachtingen van onze tijd.
« Ik
richt mijn oproep tot allen .Mijn enig verlangen is dat de mensen die ik
dermate bemin zich in de bodemloze afgrond van mijn Hart storten en er zich in
verliezen. »
Via
Josefa richt Jezus zich nog eens tot alle mensen en belooft hij hen het geluk.
Hij opent voor iedereen immense horizonten, die juist deze zijn van zijn hart :
«Ik wil
dat mijn liefde de zon is die de mensen verlicht en verwarmt Ik wil dat de
hele wereld weet dat ik een God ben van liefde, van vergeving en van
barmhartigheid.»
« Mogen allen weten hoezeer mijn liefde hen zoekt, naar hen verlangt, hen
opwacht om hen te overstelpen met geluk »
Deze
boodschap van liefde legt de nadruk op de barmhartigheid :
« Ik ben God, maar een God van liefde; ik ben Vader, maar een vader die
liefheeft met tederheid en niet met gestrengheid. Mijn hart is volkomen heilig,
maar ook oneindig wijs. Daar het de menselijke ellende en broosheid kent, buigt
het zich over de zondaars met een oneindige barmhartigheid
Ik hou van de mensen nadat ze hun eerste zonde hebben begaan, als ze mij
vergiffenis komen vragen Ik hou nog van hen als ze hun tweede zonde beweend
hebben. En als zich dat herhaalt, ik zeg niet een miljard keer, maar miljoenen
keren een miljard, dan nog bemin ik hen en vergeef ik hen altijd »
Het
antwoord dat Jezus verwacht is dat van het vertrouwen in en de overgave aan
zijn liefde :
« Ik kan
niets weigeren aan hem die alles verwacht van mij »
« Het enige wat ik verlang is de liefde : een volgzame liefde die zich laat
leiden door de werking van Degene die lief heeft »
Voor hen
die een middelmatig en onbeduidend leven leiden opent Jezus een weg van vreugde
en gave door hen te herinneren aan de bovennatuurlijke weerklank van de
geringste activiteiten van het dagelijkse leven, als dat verbonden is met het
Hart van Jezus :
« Het is
niet de daad op zich die enige waarde heeft, maar wel de intentie en de
gezindheid waarmee ze verricht wordt Ik vraag niets anders dan dat alle
handelingen met liefde worden verricht »
« Niets is klein van wat met liefde wordt verricht »
Dit appel
maakt het Evangelie toegankelijk voor iedereen en zelfs gemakkelijk om te
beleven, het volstaat dat men zich laat onderwijzen, helpen en beminnen. Jezus
herhaalt dikwijls aan Josefa dat de liefde en het heil volledig gratis zijn en
dat de nederigheid de koninklijke weg is die leidt tot de liefde.
In deze
boodschap geeft de Heer een antwoord op de zoektocht naar geluk die knaagt aan
de huidige generatie, die de mensen soms aanzet hun leven zelf te maken,
zichzelf te verwezenlijken met eigen middelen, of het geluk te zoeken in
comfort en gemakzucht; buiten Hem die ons alles heeft gegeven :
«Ik toon
u het leven in een totaal andere werkelijkheid dan deze die je ziet :
Indien je het geluk wilt, ik ben het ;
Indien je de rijkdom zoekt, ik ben de oneindige rijkdom ;
Indien je de vrede wenst, ik ben de vrede ;
Ik ben de barmhartigheid en de liefde »
Jezus
nodigt hen die gelukkig willen leven, of ze nu rijk zijn of arm, uit om mee te
werken aan het plan van de Vader voor de wereld, om zijn wet van liefde te
beleven, om hem een plaats te geven in hun leven door het gebed en de
Eucharistie en om, in alle omstandigheden, de stem van hun geweten te volgen.
« Als men
het maar wist, schrijft Josefa enkele dagen vóór haar dood, men zou op aarde
niets anders meer willen dan de wil van God te doen. Niemand kan zich een idee
vormen van dat geluk het is het enige dat vrede brengt »(14 december 1923)
O
Jezus, vol van Genade en Naastenliefde, Slachtoffer voor zondaren,
die ons zo liefhad dat U wilde sterven op het Kruis,
Ik verzoek U nederig om de Dienares van God en Offerziel
Zr
Jozefa Menendez te verheerlijken in de hemel en op aarde
Zij die gelovig meedeelde in Uw Lijden
om de weg voor te bereiden
voor de Devotie van de Goddelijke Barmhartigheid,
voor de redding van de zielen,
en voor de Glorie van Onze Hemelse Vader.
Met vertrouwen smeek ik U om door haar bemiddeling de genade van
(noem
uw verzoek) te verlenen.
Een
tientje van de rozenkrans of een tientje van het Kroontje van Goddelijke
Barmhartigheid
&
"Glorie zij... (3 x)"
ter ere van Zr Jozefa
God, Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over ons.
God, Heilige Geest, ontferm U over ons.
Heilige Drie-eenheid, 1 God, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, de Zoon van de eeuwige Vader, ontferm U
over ons.
Hart van Jezus, in de schoot van de Moeder-Maagd door de
Heilige Geest gevormd, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, met het Woord Gods zelfstandig verenigd,
ontferm U over ons.
Hart van Jezus, oneindig in majesteit, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, heilige tempel van God, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, tabernakel van de Allerhoogste, ontferm U
over ons.
Hart van Jezus, huis van God en deur van de hemel, ontferm
U over ons.
Hart van Jezus, brandoven van liefde, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, schatkamer van gerechtigheid en liefde,
ontferm U over ons.
Hart van Jezus, vol van goedheid en liefde, ontferm U over
ons.
Hart van Jezus, afgrond van alle deugden, ontferm U over
ons.
Hart van Jezus, alle lof waardig, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, koning en middelpunt van alle harten,
ontferm U over ons.
Hart van Jezus, waarin alle schatten zijn van wijsheid en
wetenschap, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, waarin de gele volheid van God woont,
ontferm U over ons.
Hart van Jezus, waarin de Vader Zijn welbehagen heeft
gesteld, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, van welke volheid wij allen ontvangen
hebben, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, geduldig en vol van barmhartigheid, ontferm
U over ons.
Hart van Jezus, rijk voor allen die U aanroepen, ontferm U
over ons.
Hart van Jezus, bron van leven en heiligheid, ontferm U
over ons.
Hart van Jezus, verzoening voor onze zonden, ontferm U over
ons.
Hart van Jezus, door smaad verzadigd, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, gebroken om onze boosheden, ontferm U over
ons.
Hart van Jezus, gehoorzaam tot de dood, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, met een lans doorboord, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, bron van alle troost, ontferm U over ons.
Hart van Jezus, ons leven en onze verrijzenis, ontferm U
over ons.
Hart van Jezus, onze vrede en onze verzoening, ontferm U
over ons.
Hart van Jezus, slachtoffer van zondaren, ontferm U over
ons.
Hart van Jezus, zaligheid voor hen die op U hopen, ontferm
U over ons.
Hart van Jezus, hoop van hen die in U sterven, ontferm U
over ons.
Hart van Jezus, wellust van alle Heiligen, ontferm U over
ons.
Lam Gods, dat de zonden wegneemt van de wereld, spaar ons
Heer.
Lam Gods, dat de zonden wegneemt van de wereld, verhoor ons
Heer.
Lam Gods, dat de zonden wegneemt van de wereld, ontferm U
over ons.
Jezus, zachtmoedig en ootmoedig van Hart,
Maak ons hart gelijkvormig aan Uw Hart.
Laat ons bidden : Almachtige, eeuwige God, sla uw ogen op het
Hart van Uw allerbeminnelijkste Zoon en op de lofprijzingen en voldoeningen,
welke het in de naam van zondaren U gebracht heeft, schenk hun, die Uw
barmhartigheid aanroepen, goedgunstig vergiffenis, in de naam van dezelfde
Jezus Christus, Uw Zoon die met U leeft en heerst in de eenheid van de Heilige
Geest, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.
Heilig uur ter ere van het Lijden van OLHeer Jezus Christus - deel 2
De
zielen : Sta toe, o Jezus, dat deze kring van trouwe vrienden U
toejuicht als zijn Liefde-Koning In naam van allen, die U zegenen, U
liefhebben, U plechtig eerherstel bieden voor de misdaden van wie U niet
kennen, U vergeten en vloeken, willen zij er openlijk voor uitkomen, dat wij U
beminnen, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
Allen : Wij beminnen U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
In naam van Uw kleine vrienden, de kinderen, beminnen wij
U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
Allen : Wij beminnen U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
In naam van Uw vrienden, de geringen en behoeftigen, beminnen
zij U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
Allen : Wij beminnen U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
In naam van Uw vrienden, de verlatenen, verstotenen en
wezen, beminnen zij U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
Allen : Wij beminnen U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
In naam van Uw vrienden, de rechtvaardigen en vurigen,
beminnen wij U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
Allen : Wij beminnen U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
In naam van Uw vrienden, de bekeerden en boetelingen, die
vergiffenis verkregen hebben, beminnen wij U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
Allen : Wij beminnen U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
In naam van Uw vrienden, de treurenden en beproefden,
beminnen zij U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
Allen : Wij beminnen U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
In naam van de apostelen, priesters en toegewijde personen,
beminnen wij U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
Allen : Wij beminnen U, o Jezus, omdat Gij Jezus zijt!
Tot eerherstel van het verraad van Judas, de verrader: laat
toekomen Uw Rijk!
Allen : Laat toekomen Uw Rijk!
Tot eerherstel van de bespotting van Herodes: laat toekomen
Uw Rijk!
Allen : Laat toekomen Uw Rijk!
Tot eerherstel van het vonnis van Pilatus, de lafhartige:
laat toekomen Uw Rijk!
Allen : Laat toekomen Uw Rijk!
Tot eerherstel voor de spot die U verdragen hebt op Uw
bloedige kruisweg: laat toekomen Uw Rijk!
Allen : Laat toekomen Uw Rijk!
Tot eerherstel voor de schande van Uw reddingbrengend
kruis: laat toekomen Uw Rijk!
Allen : Laat toekomen Uw Rijk!
Tot eerherstel voor de lange rij van smarten, afval en
ontering, welke Ge, om onze zonden sedert twintig eeuwen in het heilig
Sacrament ondergaat : laat toekomen Uw Rijk!
Allen: Laat toekomen Uw Rijk!
Slotgebed : O Jezus, in tegenwoordigheid van de Onbevlekte
Koningin en Engelen, die U in deze Heilige Hostie aanbidden, voor het aanschijn
van de hemel en ook van de ondankbare en opstandige aarde erkennen wij U, o
Jezus als de enige Heer en Meester, de enige Bron van alle gezag, van alle
deugd, van alle gerechtigheid, van alle schoonheid
Daarom verklaren zij openlijk, in een geest van eerherstel,
dat wij geen maatschappelijke orde zonder God erkennen: de Grondzuil van de
maatschappelijke orde zijt Gij, o Jezus!
Allen : De Grondzuil van de maatschappelijke orde zijt Gij,
o Jezus!
Wij erkennen geen schijnbeeld van beschaving zonder God:
het Beginsel van alle beschaving zijt Gij, o Jezus!
Allen : Het Beginsel van alle beschaving zijt Gij, o Jezus!
Wij erkennen geen deugd van gerechtigheid zonder God: de
ongerepte Rechtvaardigheid zijt Gij, o Jezus!
Allen : De ongerepte Rechtvaardigheid zijt Gij, o Jezus!
Wij erkennen geen recht zonder God: de Bron van alle recht
zijt Gij, o Jezus!
Allen : De Bron van alle recht zijt Gij, o Jezus!
Wij erkennen geen vrijheid zonder God: de enige Vrijmaker
zijt Gij, o Jezus!
Wij erkennen geen broederschap zonder God: de enige
Broederschap is de Uwe, o Jezus!
Allen : De enige Broederschap is de Uwe, o Jezus!
Wij erkennen geen waarheid zonder God, de enige wezenlijke
Waarheid zijt Gij, o Jezus!
Allen : De enige wezenlijke Waarheid zijt Gij, o Jezus!
Wij erkennen geen liefde zonder God, de ongeschapen Liefde,
zijt Gij, o Jezus!
Allen : De ongeschapen Liefde, zijt Gij, o Jezus!
Een Onze Vader en Weesgegroet voor de stervenden en
zondaren.
Een Onze Vader en Weesgegroet voor de triomf van het H.
Hart.
Een Onze Vader en Weesgegroet voor de bijzondere inzichten
van allen die tegenwoordig zijn.
Een Onze Vader en Weesgegroet voor ons Vaderland.
Heilig Hart van Jezus, laat toekomen Uw Rijk! (5 x)
H. THERESIA VAN LISIEUX
Paus Benedictus XVI 6/4/2011
Dierbare broeders en
zusters,
Ik zou u
vandaag willen spreken over de heilige Theresia van Lisieux, Theresia van het
Kind Jezus en het Heilig Aanschijn, die slechts 24 jaar op deze wereld leefde,
op het einde van de XIXe eeuw en een heel simpel en verborgen leven leidde,
maar na haar dood en de publicatie van haar geschriften, één van de meest
gekende en geliefde heiligen geworden is. De kleine Theresia heeft nooit
opgehouden de simpelste zielen te helpen, kleinen, armen, lijdende mensen die
tot haar baden, maar zij heeft eveneens met haar diepe spirituele leer heel de
Kerk verlicht, zodanig dat de eerbiedwaardige Paus Johannes Paulus II haar in
1997 de titel van Kerklerares heeft
willen verlenen , bij die van Patrones van de Missies, die Pius XI haar
in 1939 had verleend.
Mijn
veelgeliefde voorganger noemde haar specialiste in de scientia amoris. Deze wetenschap, die heel de waarheid van het
geloof ziet schitteren in de liefde, verwoordt Theresia hoofdzakelijk in haar levensverhaal, een jaar na
haar dood gepubliceerd onder de titel Histoire
d'une âme (Geschiedenis van een ziel). Het is een boek dat onmiddellijk
enorm succes kende, in vele talen vertaald en over de wereld verspreid werd. Ik
zou u willen uitnodigen deze kleine en grote schat te herontdekken, deze
lichtende commentaar op het Evangelie die zij ten volle beleefde!
De Geschiedenis van een ziel is
inderdaad een heerlijke Liefdesgeschiedenis,
zo authentiek, simpel en fris verteld dat de lezer niet anders kan dan
gefascineerd zijn! Maar wat is die Liefde die heel het leven van Theresia
vulde, van haar kindertijd tot haar dood? Dierbare vrienden, deze Liefde heeft
een gelaat, draagt een naam, het is Jezus! De heilige spreekt voortdurend over
Jezus. Laten wij dan de grote fases van haar leven doorlopen, om door te
dringen tot de kern van haar leer.
Theresia
wordt geboren op 2 januari 1873 in Alençon, een stad in Normandië, Frankrijk.
Zij is de laatste dochter van Louis en Zélie Martin, voorbeeldige echtgenoten
en ouders, samen zalig verklaard op 19 oktober 2008. Zij hadden negen kinderen;
vier van hen stierven jong. De vijf meisjes bleven in leven en werden allen
kloosterlinge. Op de leeftijd van 4 jaar, werd Theresia diep getroffen door de
dood van haar moeder. Haar vader vestigde zich toen met zijn dochters in de
stad Lisieux, waar heel het leven van de heilige zich zal afspelen. Later werd
Theresia, die getroffen werd door een ernstige zenuwziekte, genezen door een
genade, die zijzelf omschrijft als de glimlach van de Maagd. Zij ontving
daarna de Eerste Communie, die ze intens beleefde en plaatste Jezus Eucharistie
in het centrum van haar leven.
De genade van Kerstmis 1886
tekent een belangrijke wending die zij haar volledige bekering noemt. Zij
genas namelijk helemaal van haar kinderlijke overgevoeligheid en begint een
reuzenwedloop. Op de leeftijd van 14, nadert Theresia met een groot geloof
steeds dichter tot de gekruisigde Jezus en neemt het schijnbaar hopeloze geval
ter harte van een ter dood veroordeelde misdadiger zonder berouw. Ik wou tot
elke prijs verhinderen dat hij in de hel terechtkwam, schrijft de heilige, in
de zekerheid dat haar gebed hem in contact zou brengen met het verlossende Bloed
van Jezus. Het is haar eerste fundamentele ervaring van geestelijk moederschap: ik had zoveel vertrouwen in de
oneindige Barmhartigheid van Jezus, schrijft zij. Met de allerheiligste Maagd
Maria, bemint, gelooft en hoopt de jonge Theresia met een moederhart.
In november 1887, gaat Theresia
met haar vader en zus Céline op bedevaart naar Rome. Voor haar is het
hoogtepunt de audiëntie bij Paus Leo XIII, aan wie zij de toelating vraagt in
te treden in de karmel van Lisieux; zij was amper 15 jaar. Een jaar later wordt
haar verlangen werkelijkheid: zij wordt karmelietes om de zielen te redden en
voor de priesters te bidden. Tegelijk begint ook de pijnlijke en vernederende
geestesziekte van haar vader. Het is een groot verdriet dat Theresia brengt tot
de contemplatie van het Aanschijn van Jezus in Zijn lijden. Zo drukt de naam
van de kloosterlinge zuster Theresia
van het Kind Jezus en het Heilig Aanschijn het programma uit van heel
haar leven, in de gemeenschap met de centrale mysteries van de Menswording en
Verlossing.
Haar religieuze professie op het
feest van de Geboorte van Maria, op 8 september 1890, is voor haar een waar
geestelijk huwelijk in evangelische kleinheid, gekenmerkt door het symbool
van de bloem: Welk een mooi feest, de Geboorte van Maria, om Jezus bruid te
worden! schrijft zij zij was de kleine heilige maagd van toen die haar kleine bloem aan de kleine Jezus geeft. Voor Theresia
betekent kloosterlinge zijn, bruid van
Jezus zijn en moeder van de zielen. Dezelfde dag schrijft de heilige een
gebed dat naar heel haar levensoriëntatie verwijst: zij vraagt Jezus de gave
van de oneindige Liefde, de kleinste te zijn, en zij vraagt vooral het heil van
alle mensen: Moge geen enkele ziel vandaag vervloekt zijn. Haar Offerande aan de Barmhartige Liefde,
op het feest van de Allerheiligste Drie-eenheid, 1895, is van groot belang : een
offerande die Theresia onmiddellijk met haar medezusters deelde, zij was reeds
assistente novicemeesteres.
Tien jaar na de genade van
Kerstmis, in 1896, komt de genade van Pasen die de laatste periode in het
leven van Theresia inzet met de aanvang van haar lijden in diepe vereniging met
het lijden van Jezus. Het is lichamelijk lijden, met de ziekte die doorheen
veel lijden naar haar dood zal voeren, maar het is vooral zielenlijden, met een
heel pijnlijke beproeving van het
geloof. Met Maria naast Jezus Kruis, beleeft Theresia dan het meest
heldhaftige geloof als een licht in de duisternis dat haar ziel overstroomt. De
karmelietes is zich ervan bewust deze grote beproeving door te maken voor het
heil van alle atheïsten in de moderne wereld, die zij broeders noemt.
Zij beleeft de broederliefde dan
nog intenser: voor de zusters van haar gemeenschap, voor haar twee geestelijke
broeders missionarissen, voor de priesters en alle mensen, in het bijzonder die
het meest veraf zijn. Zij wordt werkelijk een universele zuster! Haar
innemende en glimlachende liefde is de uitdrukking van haar diepe vreugde
waarvan zij ons het geheim onthult: Jezus, het is mijn vreugde U te beminnen.
In deze lijdenscontext, door de kleine dingen van het dagelijks leven met een
grote liefde te beleven, brengt de heilige haar roeping - in het hart van de
Kerk de liefde te zijn - tot voltooiing.
Theresia sterft op de avond van
30 september 1897 terwijl zij de simpele woorden zegt, Mijn God, ik bemin U!,
en zij naar het kruisbeeld kijkt dat ze in de handen houdt. Deze laatste
woorden van de heilige zijn de sleutel van heel haar leer, van haar
interpretatie van het Evangelie. De daad van liefde die zij in haar laatste
adem verwoordt, was als de onophoudelijke ademhaling van haar ziel, als haar
hartslag. De simpele woorden Jezus,
ik bemin U staan in het centrum van al haar geschriften. De daad van
liefde voor Jezus dompelt haar onder in de Allerheiligste Drie-eenheid. Zij
schrijft:
Oh, Gij weet het, Goddelijke Jezus, ik bemin U,
de Geest van Liefde ontvlamt mij met Zijn vuur,
door U te beminnen trek ik de Vader aan.
Dierbare vrienden, ook wij zouden
met de heilige Theresia van het Kind Jezus elke dag tot de Heer moeten herhalen
dat wij willen leven uit liefde voor Hem en voor de anderen, dat wij in de
leerschool van de heiligen willen leren liefhebben op een authentieke en totale
manier. Theresia is één van de kleinen uit het Evangelie die zich door God
laten binnenleiden in de diepte van Zijn mysterie. Een gids voor allen, vooral
voor hen die in het volk Gods het ambt beoefenen van theoloog. Met nederigheid
en liefde, geloof en hoop, gaat Theresia voortdurend tot in het hart van de
Heilige Schrift die het Mysterie van Christus omsluit. En deze lezing van de
Bijbel, gevoed door de kennis van de liefde, is niet tegengesteld aan
academische kennis.
De wetenschap van de heiligen, waarover zij zelf spreekt op de
laatste bladzijde van de Geschiedenis
van een ziel is inderdaad de hoogste kennis. Alle heiligen hebben het
begrepen en vooral misschien degenen die het heelal vullen met de verlichting
van de Evangelische leer. Is het niet uit het gebed dat heiligen als Paulus,
Augustinus, Johannes van het Kruis, Thomas van Aquino, Franciscus, Dominicus en
zo vele andere beroemde Vrienden van God, deze Goddelijke kennis geput hebben die de grootste genieën in
vervoering brengt?. Onafscheidelijk van het Evangelie, is voor Theresia de
Eucharistie het Sacrament van de Goddelijke Liefde die zich tot het uiterste
verlaagt om ons tot Hem te verheffen. In haar laatste Brief, op een prentje dat het Kind Jezus in de geconsacreerde
Hostie voorstelt, schrijft de heilige deze simpele woorden: Ik kan geen angst
hebben van een God die zich voor mij zo klein gemaakt heeft! (...) Ik bemin Hem
want Hij is slechts Liefde en Barmhartigheid!.
In het
Evangelie ontdekt Theresia vooral de barmhartigheid van Jezus, zodat zij
beweert: Mij heeft Hij Zijn oneindige barmhartigheid gegeven en daar doorheen
schouw en aanbid ik de andere Goddelijke volmaaktheden! (...). Dan lijkt alles
mij stralend van liefde, zelfs de Gerechtigheid (en misschien nog meer dan al
de andere) lijkt mij met liefde bekleed. Zo schrijft zij op de laatste lijnen
van de Geschiedenis van een ziel:
Ik moet slechts de ogen op het Heilig Evangelie werpen en dadelijk adem ik de
geuren in van Jezus leven en weet ik naar waar ik lopen moet ... het is niet
naar de eerste, doch naar de laatste plaats dat ik mij begeef ... Ja ik voel
het, zelfs al had ik alle zonden op mijn geweten die men kan begaan, ik zou mij
met een gebroken hart van berouw in Jezus armen werpen, omdat ik weet hoezeer
Hij van de verloren zoon houdt die naar Hem terugkeert.
Vertrouwen
en liefde zijn dus het eindpunt van haar levensverhaal, twee woorden die heel
haar weg van heiligheid verlicht hebben als lichtbakens, om anderen te kunnen
leiden op haar eigen kleine weg van vertrouwen en liefde, van het geestelijk
kindschap. Vertrouwen als dat van een kind dat zich overgeeft aan Gods handen,
en onafscheidelijk is van een sterk engagement, radicaal door ware liefde die
totale zelfgave is, voor altijd, zoals de heilige zegt wanneer ze Maria
schouwt: Beminnen is alles geven en zichzelf geven. Zo wijst Theresia
iedereen erop dat het christenleven erin bestaat de doopgenade ten volle te
beleven in volledige zelfgave aan de liefde van de Vader, om in Christus, in
het vuur van de Heilige Geest, zijn liefde voor de anderen te beleven.
Heilig uur ter ere van het Lijden van OLHeer Jezus Christus - deel 1
Heilig uur ter ere van het Lijden van OLHeer
Jezus Christus te Jeruzalem, in Gethsemane en in de Zielen
Allen : Uw Bloed, o Jezus, kome over ons en over onze
kinderen! (3 x)
Ja, Heer, laat Uw Bloed neerdalen als manna op onze zielen,
als dauw op onze harten, als hemelse zegening op onze gezinnen, als hoogste
heil op ons vaderland.
Allen : Maak dat door Uw Bloed Uw Rijk kome! (3 x)
Het lijden van de Verlosser heeft geen einde genomen op
Golgotha : altijddurend zet het zich voort op het altaar en in de zielen. Maar,
zoals het goddelijk mededogen een bron van redding deed opwellen uit de wonden
van het Offerlam, zo ook zal het nieuwe en overvloedige bronnen doen stromen
uit de wonden die de ondankbaarheid van de mensen heeft geslagen.
Voorwaar, Gethsemane en Kalvarie duren op het altaar nog
altijd voort. In de kerker was het een uur van duisternis, laat het hier een
uur van stralend licht zijn. Judas uur was een uur van haat en zonde! Laat het
hier een uur zijn van lofprijzing en liefde. Laat ons gaan tot Jezus in Zijn
doodstrijd, en een uur met Hem waken. Ons bijzijn zal eerherstel geven voor de
vele en grote zonden, die Zijn foltering veroorzaken.
De
zielen : Heer Jezus, toen de apostelen bij de nadering van de
verrader wakker werden, zagen zij hoe het zweet langs Uw goddelijk lichaam op
de grond neerdruppelde. De onbevlekte Maagd Maria, de Heilige Johannes en
Magdalena hebben ook de borrelende fonteinen van Uw wonden aanschouwd, waaruit
het leven ons toevloeide!
Leg ons Uw doorstoken Zijde bloot; toon aan de herstellers
van Uw eer de geopende wonde van Uw Hart daar willen zij de balsem van onze
tederheid uitgieten. Vermeerder ons geloof, opdat het ons gegeven wordt de
hemel van vlammen en leed te aanschouwen, welke eens Uw vertrouwelinge
Margareta-Maria in verrukking bracht
Verberg geen geheimen voor Uw vrienden, die deze avond Uw
oproep van Paray-le-Monial willen beantwoorden Loquere Domine! Spreek, o
Jezus, wil Uw klachten uiten, Uw verlangens uiteenzetten, maar bovenal ons
leren te beminnen en uit liefde te lijden in vereniging met Uw Hart in
doodstrijd Spreek, o Jezus!
Stem
van Jezus : Zalig zij, die er naar dorsten Mij te kennen, door in de
geheimen van Mijn inwendig lijden binnen te dringen. Die geheimen ontsluier Ik
alleen voor de vrienden en getrouwen van Mijn Hart Aanhoor Mij: het bloedig
zweet, dat afdruipt van Mijn altaar zijn de tranen van Mijn ziel, die zo wreed
verraden wordt door ondankbaren! Ach, hun ziel had Ik met Mijn licht
doortrokken Met Mijn schoonheid bestraald Met Mijn vlees gevoed In de diepte
van Mijn Hart geherbergd Met Mijn Engelen omgeven Met Mijn genade verrijkt
Haar Mijn geheimen toevertrouwd Ze op Mijn eigen troon doen neerzitten Onder
de hoede van Mijn Moeder gesteld Haar een eeuwige Hemel beloofd
En dat alles ten koste van grenzeloos leed en eindeloze
liefde! Waar zijn ze nu, al die bevoorrechte kinderen, ach, waar zijn ze?
Helaas! De lafhartigheid begon ze Mij te ontrukken eigen zwakheid sleurde ze
voort op de helling naar de afgrond; hartstocht verbreedde de afstanden en
tenslotte voltooiden vergetelheid en ondank het werk van duisternis en dood! O
Mijn trouwe vrienden en apostelen, ween met Mij samen. Die ondankbaren: ze
hebben Mij vergeten en gingen van Mij heen Velen onder hen lachten nu en
juichen aan de drinkgelagen van een verdorven wereld. Ik, Jezus, heb voor hen
afgedaan.
Helaas! Het is nog veel erger: ik tel onder hen afvalligen,
die niets dan haat tegen Mij koesteren Ze hebben Mij verraden ter wille van geld,
genot en stand wat morgen tot een handvol as in de groeve verkeert Dan zal
het uur van Mijn wrekende en eeuwige gerechtigheid slaan! En toch het zijn Mijn
kinderen, geboren uit Mijn almacht en Mijn Bloed, die zo handelen eigen
vrijgekochten die zich nu schamen voor Mijn kribbe Mijn Kruis en Mijn altaar
Zo teder heb Ik ze liefgehad, en nu slingeren zij Mij in
het aanschijn spot, waarmee Ik Mij heb overdekt, om hen met heerlijkheid te
overstelpen! Ween dan, o trouwe vrienden en vurige apostelen, ween met Mij
Bevindt zich bij u thuis niet een van die ondankbaren? Misschien een zoon, een
broer, een echtgenoot, een vader Het Heilig Uur is een uur van eerherstel voor
hun misslagen, en dat eerherstel is de eerste stap van hun redding. Schep moed!
Laat ons die geliefden ondanks henzelf redden Laat ons in hun plaats wenen
voor hen bidden
De
zielen : Liever nog dan onze tranen, willen wij U, o Hart van
Jezus, een vurig gebed opdragen, een gebed, rijk aan liefde, want wij bieden
het U aan in de kelk van het Onbevlekt Hart van Maria, die ons in eerherstel is
voorgegaan. Hart van Jezus, gebroken om onze zonden, keer tot ons Uw zo diep
bedroefde blikken, en wanneer zovele vrienden van 1 dag U in eenzaamheid
achterlaten: kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men Uw opperste rechten
verwaarloost onder het voorwendsel van menselijke behoedzaamheid: kom dan bij
ons vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men om redenen van aardse wijsheid,
de stem van het geweten versmoort, Uw kruis verbrijzelt en Uw liefde vergeet:
kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men om aan zogenaamde
maatschappelijke verplichtingen te voldoen, de voorschriften van Uw Evangelie
in de wind slaat: kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men door wereldse ijdelheid
meegesleurd, al Uw wetten met de voeten treedt: kom dan bij ons vertroosting
zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men, om aan de eisen van een mode
te voldoen, Uw Heilig Lichaam met geselslagen verwondt: kom dan bij ons
vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men door heiligschennende
listigheden, U op eenzelfde weegschaal stelt als Barabbas: kom dan bij ons
vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men tenslotte, zwichtend voor het
betoog van een vervloekte wetenschap, Uw Naam en Uw rechten in de maatschappij
schrapt, onder het mom, vrijheid en vooruitgang te willen bevorderen: kom dan
bij ons vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Laten wij onze goddelijke Verlosser stap voor stap op de
smartvolle lijdensweg volgen Hier ligt Hij als gevangene in Zijn kerker:
straks sterft Hij als offer op Kalvarie. Vanwaar dat treurspel? De wereld heeft
Jezus met Barabbas gewogen en de booswicht heeft het pleit gewonnen Helaas!
Dat is de misdaad van alle tijden.
Hij is God Hij verbiedt de afgoden: Hij is Offer en Hij
verspert de dood de weg. Hij is Liefde en verbiedt haat en hartstocht. Daarom
hebben de duistere mannen tegen Hem samengespannen, Hem aangevallen en
veroordeeld! Hij is de opperste Schoonheid en moet alle bandeloosheid
verbieden. Hij is de opperste Waarheid en moet de vrije gedachte veroordelen.
Hij is de opperste Gerechtigheid en moet de valse gewetensvrijheid verwerpen.
Hij is het Woord van het Ongeschapen Licht: Hij is de
Liefde en het Leven: Hij moet de tuchteloosheid van geest en zinnen veroordelen
Nu willen de stukgeslagen afgoden zich wreken! Nu willen, vruchteloos, de
poorten van de hel Hem, de Koning der koningen overweldigen! Wij willen niets
weten noch van Hem, noch van Zijn Rijk van waarheid en liefde! Dat Hij ons met
rust laat! schreeuwt de schare van vrijdenkers Maar Hij is en blijft Rechter,
Redder en Koning der volkeren!
Allen: Wij willen geen andere Meester, tenzij U, o Jezus!
(3 x) Wij eisen dat Gij over ons heerst, o Jezus! (3 x) Bekeer Uw vijanden, o
Jezus! (3 x)
Zoals zoveel van onze tijdgenoten, die de naam hebben
Christen te zijn, maar net zoals Herodes Jezus slechts bij naam te kennen
Stellen wij ons dat aangrijpend schouwspel voor: daar staat Jezus voor Herodes!
Hij wordt met vragen bestookt, met aandrang om antwoord gevraagd, en het zachte
Offerlam bewaart het stilzwijgen vol goddelijke Majesteit.
Hij luistert en opent Zijn Hart voor de zwakken en
afzichtelijke melaatsen; maar voor het goddeloos en bandeloos gepeupel blijven
Zijn lippen gesloten; Jezus zwijgt voor het aanschijn van hen, die Zijn Kribbe
onteren en Zijn Kruis bezoedelen. Dan, o Jezus, neemt Herodes wraak door U met
de spotmantel der dwazen te omhangen! En op dat smartelijk en plechtig ogenblik
blijft Ge maar zwijgen en schijnt Uw houding de hatelijke handeling van Uw
aanklager goed te keuren
Voorwaar, Uw Menswording, Uw Kruis en Uw Tabernakel zeggen
ons genoegzaam dat Gij, o God, als dwaas geworden zijt van eindeloze liefde.
Nog steeds draagt Ge daar, onder de sluier van de Hostie, een witte spotmantel,
om de wijzen van deze wereld de goddelijke dwaasheid van Uw liefde te prediken.
En die goddelijke dwaasheid herstelt de verwoestingen, welke de goddeloze
zinneloosheid van de wereld toebrengt aan het eeuwig heil van de zielen
Maar Gij weet, o Heer, dat helaas na twintig eeuwen, de
wereld U dezelfde spot nog steeds in het aangezicht slingert: voor haar blijft
Ge de Dwaas! Och, geef uiting aan Uw bittere klacht in de vertrouwelijkheid van
dit Heilig Uur. Spreek tot onze duisternis, o Gij, ongeschapen en eeuwige
Wijsheid.
Stem
van Jezus: Ik ben het Licht,
dat bij u kwam om uw duisternis te verdrijven, maar Ik werd niet begrepen
Oordeelt gij, o Mijn vrienden, tussen de dwaasheid van de wereld en de hemelse
wijsheid van Mijn leer en Mijn Kruis Ik zal Mijn tranen bedwingen, opdat ge
Mijn stem kunt horen.
De wereld offert zijn lichamelijke gezondheid aan vluchtig
en gevaarlijk genot Ze wijden hun nachtrust aan wereldse feesten De
handlangers der wereld vinden het redelijk aan de eisen van de samenleving en
de beslommeringen van tijdelijke zaken alle vrede van de ziel, alle verpozing
van het lichaam op te offeren. Maar als Ik slechts 1 enkel uur van de dag of de
nacht voor Mij durf opeisen in ruil voor vrede op aarde en een hemel daarboven krijg
Ik een botte weigering. Mij dit offer aanbieden beschouwen ze als belachelijke
overdrijving en Ik, de Koning der Koningen, moet dikwijls zoals een bedelaar
Mijn uitgestoken hand terugtrekken Ik alleen ben steeds de Dwaas!
Allen : Wij aanbidden, o Jezus, de hemelse dwaasheid van Uw
Kruis. (2 x)
Mijn kinderen, de wereld acht het redelijk, dat ge vele
uren besteedt aan maatschappelijke plichten, aan bezoeken en tegenbezoeken, aan
bevestiging van vriendschappelijke betrekkingen. Dikwijls doet men dat met
tegenzin maar men doet het toch. Maar als Ik aandring op veelvuldige communie,
op trouw bezoek aan Mijn Tabernakel, op een kort gebed in het gezinsleven, dan
worden Mijn smeekbeden om vuriger godsvrucht als ongerijmde eisen afgedaan Ik
alleen ben steeds de Dwaas!
Allen : Wij aanbidden, o Jezus, de hemelse dwaasheid van Uw
Kruis. (2 x)
Dagelijks, o geliefde zielen, zijt ge er getuige van, hoe
zelfs zij, die zich in de wereld christenen noemen, van mode veranderen en haar
dwingelandij gewillig aanvaarden Blindelings voert men haar bevelen uit, al
zijn die bijna altijd gevaarlijk voor de zedigheid en de ongereptheid van het
geweten gevaarlijk voor de vrede en de heiligheid van het gezin Maar als Ik
meer ernst in de beoefening van deugd vraag, meer zelfverloochening in de Mij
verschuldigde liefde, als Ik door de stem van Mijn Kerk, enige daden eis van
versterving, dan weigert men. En al snel vervolgen allen hun weg om voort te
stappen op de giftige doornen van de wereld en keren ze Mij de rug toe: Ik
alleen ben steeds de Dwaas!
Allen : Wij aanbidden, o Jezus, de hemelse dwaasheid van Uw
Kruis. (2 x)
De
zielen : Sta op, o Heer, Gij die goed zijt en Koning zijt; gebeid
de storm en herstel Uw miskende heerschappij Sta op in de almacht van Uw Hart,
en heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Kom, wees Koning over alle gezinnen, waar de zielen als
willoos voortkwijnen en in een gevaarlijke sluimer gedompeld zijn en heers door
de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Kom, wees Koning in de talloze gezinnen, waar Gij zo wreed
werd verbannen, en heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Kom, wees Koning in de talloze gezinnen, waar op de
ereplaats die U toekomt, wereldse afgoden tronen en heers door de hemelse
wijsheid van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Kom, wees Koning in zovele christelijke gezinnen, waar Gij
slechts met een karige liefde gediend wordt en heers door de hemelse wijsheid
van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Kom, wees Koning in zovele gezinnen, waar men voor de eisen
van Uw liefde beducht is, en heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Kom en wees Koning in zovele gezinnen, die alle uitingen
van vurigheid, alle edelmoedigheid der liefde als overdrijving hekelen en heers
door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Hebt Gij niets te antwoorden, o Jezus, opde kreet van liefde van Uw vrienden? Spreek
slechts 1 woord en onze zielen zullen sterk en gezond worden om de stijf voor
Uw zaak te strijden!
Stem
van Jezus : Mijn ziel was teneergeslagen en bedroefd; maar gij, o
trouwe vrienden hebt Mij getroost O, hoe zegen Ik u daarvoor! Maar ge verlangt
nog meer; dat weet Ik. Getuigen van Mijn leed, zoudt ge de bewerkers en
getuigen willen zijn van de overwinning van Mijn Goddelijk Hart! Om dat uur van
zegepraal, waarvan zij de glorie zullen delen, te verhaasten, wat verlangt ge
dan, Mijn trouwe vrienden? Klopt, klopt met vertrouwen aan de deur van Mijn
tabernakel. Welke genade vraagt ge vanavond?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
Hoe troostend is het voor Mij dat verlangen; maar Mijn
kinderen; wat verwacht ge van Mijn Heilig Hart als hemelse genezing voor de
kwalen die u overstelpen?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
Gij hebt daar behoefte aan en Ik zal het u geven Maar wat
verlangt ge als goddelijke kracht, om uw verzwakte zielen en uw wankele wil te
versterken?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
Ik ben de Almacht. Heft dus uw handen naar Mij op in het
belang van uw persoonlijke heiliging. Wat wilt ge als leven van genade? Wat als
uw verlangen?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
Hebt ge Mij niets te vragen over de belangen van uw
familie? Wat mag de zegen zijn, die ge Mij zou willen zien storten over uw
gezinnen?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
O, Mijn Hart is ontroerd! Benut dat ogenblik om alles te
vragen wat ge begeert voor uw afgedwaalde geliefden, die arme afgedwaalden die
ge zo liefhebt. Welke geheime gave van Mijn Paradijs vraagt gij voor hen?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
Maar vooraleer dit Heilig Uur te beeindigen moet ge denken
aan het laatste uur van uw doodstrijd. Welk onderpand van heil vraagt ge voor
het beslissend ogenblik, waarop ge op de drempel van de eeuwigheid zult staan?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
De huidige wereld heeft die slavenbehandeling, waarmee ze
God bejegent, niet uitgevonden. Ze doet niets anders dan het gedrag van Pilatus
op bedroevende wijze navolgen Die toch bevindt Jezus onschuldig en
rechtvaardig, maar om de bloeddorst van de vijanden te stillen, laat hij Hem
geselen. Zo handelt ook de wereld op haar beurt alle eeuwen door. Ze durft niet
schaamteloos Jezus waarachtigheid loochenen, maar zwichtend voor de stem van
vlees en bloed, voor het woest getier van de huidige samenleving levert ze
Jezus over en laat Hem als een slaaf geselen. En de wreedheid van de beschaafde
en verfijnde beulen uit onze tijd, behoeft niet onder te doen voor die van de
Romeinse krijgslui.
Jezus : Hebt medelijden met Mij zowel als met uw zielen,
gij, die dronken zijt van schuldig genot en doorgloeid van de koorts der
zinnelijkheid! Waarom slaat ge Mij en treedt ge Mijn Wet met de voeten?
Hebt medelijden met Mij zowel als met uw ziel, gij, die u
uitleeft in het lichtzinnig verkeer van de straten, de clubs, de slons en de
moordende badplaatsen. Waarom slaat ge Mij en treedt ge Mijn Wet met de voeten?
Hebt medelijden met Mij zowel als met uw ziel, gij, die
zwicht voor de eisen van de mode: gij, die tot zonde lokt door uw ergerlijke
durf. Waarom slaat ge Mij en treedt ge Mijn Wet met de voeten?
Hebt medelijden met Mij zowel als met uw ziel, gij, die uw
geld, uw jeugd en uw gezondheid als dwaas verkwist. Waarom slaat ge Mij en
treedt ge Mijn Wet met de voeten?
Hebt medelijden met Mij zowel als met uw ziel, gij, die het
ijdel genot van een vluchtig uur najaagt: gij die u zelf bedwelmt in de
duizeling van tomeloze hartstocht. Waarom slaat ge Mij en treedt ge Mijn Wet
met de voeten?
Hebt medelijden met Mij zowel als met uw ziel, gij moeders,
echtgenoten en dochters door het schijnschoon van de wereld bedrogen, de
schoonheid van uw ziel bezoedelt Waarom slaat ge Mij en treedt ge Mijn Wet met
de voeten?
Hebt medelijden met Mij zowel als met uw ziel, gij
verdwaasde minnaars van entertainment, die uzelf alles veroorlooft, voor wie
het gebod van kuisheid een bespotting is. Blijf staan, Mijn kinderen, en werp
bij het licht van het tabernakel en van de naderende eeuwigheid, een oogslag op
die vloed van slijk, lichtzinnigheid, afschuwelijke ontucht en verachtelijke zinnelijkheid
die een bedreiging vormt voor het geloof en goede zeden van de christelijke
gezinnen. Waarom slaat ge Mij en treedt ge Mijn Wet met de voeten?
Heb medelijden voor uw Koning; behandel uw God toch niet
alsof Hij maar een slaaf was!
Spaar, Heer, spaar Uw volk, en wil niet toornen tegen ons
in eeuwigheid! (5 x)
De H. Franciscus van Sales zegt dat men, evenals bij de
koningen der aarde, ook bij Koning Jezus de oorzaak van Zijn dood had kunnen
vinden. Dan zou men bij de lijkschouwing van het goddelijk Lichaam, het Hart
reeds zwaar gewond en gebroken hebben gevonden, vooraleer Het door de lans van
Longinus doorboord werd. De hoofdoorzaak van Zijn lijden en dood was de diepe
wonde van liefde, in het Goddelijk Hart geslagen. Terwijl Gij, o Meester, de
geringen, de behoeftigen, de verstotenen, het volk, Uw vijanden en Uw beulen
lief had tot het uiterste met een uitzinnige liefde, daarom riepen Uw rechters
en het volk Hij is de dood schuldig. Diezelfde kreet en diezelfde lansstoot
doorboren nog altijd Uw Hart. Onze ondankbaarheid grieft Het in Zijn grote
liefde!
Jezus : De
liefde heeft Mij overgeleverd; de grote schuldige is Mijn Hart! Maar er is nog
een andere schuldige: dat is uw eigen hart. Dikwijls weent ge over tegenspoed
en ziekten, weent liever over uw gebrek aan edelmoedige liefde. Weent over Mij,
die zo weinig bemind word! In vrede en oorlog blijft ge staan op uw rechten. En
wat doet ge met Mijn recht op liefde?
Maar Mijn gaven berouwen Mij niet. Vandaag nog hernieuw Ik
de schenking van Mijn Hart. Geliefde vrienden, gaat uit dit heiligdom niet
heen, vooraleer ge Mij, in ruil voor Mijn Hart, uw hart hebt opgedragen,
brandend van dezelfde liefde waardoor Mijn Hart verteerd wordt. O, geef Mij dan
uw harten!
Noveen van de H. Theresia van het Kind Jezus - dag 8
Noveen
van de H. Theresia van Lisieux
Achtste dag
:
Kom
Heilige Geest en vul de harten van de gelovigen, en ontbrand in hen het vuur
van goddelijke liefde.
V. Zend Uw Geest over deze aarde.
A. En U zult de aarde vernieuwen.
Laat ons
bidden: O God, die
de harten van de gelovigen hebt geleid door het licht van de Heilige Geest.
Verleen dat we door de gave van de Heilige Geest we wijs mogen zijn en ons
verheugen in Zijn vertroosting, door Christus onze Heer.
Akte van geloof, hoop en liefde : O mijn God! Ik geloof in U:
versterk mijn geloof. Al mijn hoop is op U gevestigd. U komt Uw beloften trouw
na. Ik houd van U: leer me U steeds meer lief te hebben.
Akte van
berouw:Mijn Heer en mijn God,
het is mij leed dat ik tegen uw opperste majesteit misdaan heb. Ik verfoei al
mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat
ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt. Ik maak het
vast voornemen, mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.
In dit berouw wil ik leven en sterven.
Lieve
Heilige Theresia, zoals U moet ik op een dag sterven. Ik smeek u om van God een
heilige dood te verkrijgen gesterkt door de Sacramenten van de Kerk, volledig
opgaand in de heilige Wil van God en brandend van liefde voor Hem. Moge mijn
laatste woorden op aarde zijn : Mijn God. Ik houd van U."
Bemiddel
voor ons al de dagen van ons leven, maar vooral gedurende deze noveen en
verkrijg voor ons van God de genaden en gunsten die we vragen door Uw
bemiddeling. Amen. (noem hier de verzoeken)
Gedachte
doorheen de dag: De dood. In de catechismus wordt gezegd dat de dood
niets anders is dan de scheiding van lichaam en ziel. Wel, dan ben ik niet bang
voor de scheiding want ze zal mij voor altijd verenigen met de goede God.
Ik ben blij om te sterven omdat ik in staat zal zijn
zielen te helpen die mij dierbaar zijn, veel meer dan ik hier beneden kan doen.
Het leven is niet ellendig; het is zeer vreugdevol.
Als je zegt Dit oord van ballingschap is ellendig, begrijp Ik jullie. We zijn
verkeerd om de naam leven te geven aan iets dat zal eindigen; het is enkel
voor de dingen van de Hemel dat we deze mooie naam zouden mogen gebruiken.
Slotgebed:
O Heer, U
hebt gezegd: Als jullie niet worden als kleine kinderen, zullen jullie het
koninkrijk van de hemel niet binnenkomen. We smeken U, ons te helpen de
nederigheid en eenvoud van hart die de Heilige Theresia kenmerkte, te bereiken
zodat we een eeuwige beloning in ontvangst kunnen nemen. Amen.
GEBED TER ERE VAN DE HEILIGE
SCHOUDERWONDE VAN ONZE HEER JEZUS CHRISTUS.
O
lieflijke Heer Jezus Christus, Zachtmoedig Lam Gods. Hoe
ellendig zondaar ik ook ben, toch wil ik Uw heilige schouderwonde, waarop
Gij bet zware Kruis gedragen hebt, vereren.
Na de
vreselijke geseling, drukte het loodzware kruis op Uw ontblote beenderen en
veroorzaakte U heviger pijnen dan al de andere wonden van Uw heilig Lichaam.
Ik aanbid U
allerbeminnelijkste Jezus en ik loof en zegen U van harte, dat Gij die
vreselijke pijn van Uw schouderwonde voor mij arme zondaar liefdevol hebt
willen doorstaan. Laat die wrede schouderpijn, niet voor mij verloren
zijn.
Met vertrouwen
smeek ik U ootmoedig, heb medelijden met mij arme zondaar, reinig mij en
vergeef mij mijn dodelijke en dagelijkse zonden en wil mij langs de weg van Uw
Kruis naar de hemel leiden.
Bid nu ter ere
van de Heilige Schouderwonde van Jezus
Onze vader (5
x) - Weesgegroet (5 x) - Glorie zij de Vader (5 x)
Noveen van de H. Theresia van het Kind Jezus - dag 7
Noveen
van de H. Theresia van Lisieux
Zevende dag
:
Kom
Heilige Geest en vul de harten van de gelovigen, en ontbrand in hen het vuur
van goddelijke liefde.
V. Zend Uw Geest over deze aarde.
A. En U zult de aarde vernieuwen.
Laat ons
bidden: O God, die
de harten van de gelovigen hebt geleid door het licht van de Heilige Geest.
Verleen dat we door de gave van de Heilige Geest we wijs mogen zijn en ons
verheugen in Zijn vertroosting, door Christus onze Heer.
Akte van geloof, hoop en liefde : O mijn God! Ik geloof in U:
versterk mijn geloof. Al mijn hoop is op U gevestigd. U komt Uw beloften trouw
na. Ik houd van U: leer me U steeds meer lief te hebben.
Akte van
berouw:Mijn Heer en mijn God,
het is mij leed dat ik tegen uw opperste majesteit misdaan heb. Ik verfoei al
mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat
ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt. Ik maak het
vast voornemen, mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.
In dit berouw wil ik leven en sterven.
O kleine
martelares van Liefde, u weet nu beter dan in de dagen van uw tocht op aarde
dat Liefde alle roepingen omhelst. Dat het Liefde alleen is dat telt en dat ons
perfect met God verenigt en onze wil gelijkvormig maakt met de Zijne. Al wat u
zocht op aarde was liefde; om Jezus lief te hebben zoals nooit tevoren. Gebruik
uw macht in de hemel om te zorgen dat we Hem liefhebben. Als we Hem echt
liefhebben zullen we verlangen Hem geliefd te doen worden door anderen. We
zullen veel bidden voor zielen. We zullen niet langer de dood vrezen, want het
zal ons met Hem verenigen voor eeuwig. Verkrijg voor ons de genade om alles te
doen uit liefde voor God, om Hem zo lief te hebben dat Hij in ons Zijn
welbehagen vindt net zoals in u.
Bemiddel
voor ons al de dagen van ons leven, maar vooral gedurende deze noveen en
verkrijg voor ons van God de genaden en gunsten die we vragen door Uw
bemiddeling. Amen. (noem hier de verzoeken)
Gedachte
doorheen de dag: Liefde van God. Ik zal God alleen liefhebben en mij
niet binden aan schepselen, zodat mijn hart mag ondervinden wat Hij voorzien
heeft voor degenen die Hem liefhebben.
Wat mij aantrekt in het koninkrijk van de Hemel is
de oproep van onze Heer, de hoop van Hem lief te hebben zoals ik zo verlangd heb en de gedachte dat ik in de mogelijkheid zal zijn Hem door een groot aantal
zielen te doen liefhebben die Hem voor eeuwig zullen lofprijzen.
Toen Christus zei, Geef Mij te drinken, was het
de liefde van Zijn arme schepselen dat Hij, de Schepper van alles, verlangde.
Hij dorstte naar liefde.
Onthoud dat de lieve Jezus daar in het tabernakel
is voor jou, voor jou alleen. Onthoud dat Hij verteerd wordt door een verlangen
om in je hart te komen.
Slotgebed:
O Heer, U
hebt gezegd: Als jullie niet worden als kleine kinderen, zullen jullie het
koninkrijk van de hemel niet binnenkomen. We smeken U, ons te helpen de
nederigheid en eenvoud van hart die de Heilige Theresia kenmerkte, te bereiken
zodat we een eeuwige beloning in ontvangst kunnen nemen. Amen.
Eerste dag: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste
vloeien
(Joh 7, 38)
Overweging:
Jezus hield Zich op in de tempel en Hij begon met luider stem te roepen: Als iemand dorst heeft, dat hij dan tot Mij
komt en drinkt, degene die in Mij gelooft volgens het woord der
Schrift.
Stromen van levend water zullen uit
zijn binnenste vloeien. Zo doelde Jezus op de Geest die diegenen zouden
ontvangen die in Hem zouden geloven (Joh 7,37-39).
Jezus Zijde werd geopend door de lans van de soldaat; onmiddellijk kwam er
bloed en water uit. Inderdaad, dit alles is gebeurd opdat de Schrift vervuld
zou worden: Zij zullen opzien naar
Hem die zij hebben doorstoken (Joh 19,37).
De Samaritaanse heeft een liefdeservaring gekend toen zij dit levend water
aanvaardde. Jezus zei tot haar : Indien
gij de gave Gods kende en wie het is die u zegt - geef mij te drinken- dan
zoudt gij Hem vragen en Hij zou u levend water geven. Waarop deze vrouw
antwoordde : Heer, geef mij van dat water opdat ik nooit meer dorst zou
krijgen (Joh 4,15)
God heeft ons geschapen uit Liefde terwijl Hij in ons een natuurlijk verlangen
legde dat streeft naar intieme vereniging met Hem. Gij hebt ons voor U
gemaakt, Heer, en ons hart is onrustig zolang het niet rust in U
(St.-Augustinus). Wij worden uitgenodigd om het geluk te proeven dat het goddelijk
leven en dat levend water uit de zijde van Jezus ons geven; dat is zijn Geest
die ons met God verbindt.
Indien iemand dorst heeft, zegt
de Heer, dat hij tot Mij komt en drinkt (Joh 7,38)
Lofzang:
- Jesaja 66
Verheugd u met Jeruzalem,
en juicht, gij die haar liefhebt;
Weest blij en jubelt om die stad
waarover gij nu treurt
Gij zult uw honger stillen aan haar moederborst,
haar lieflijke pracht zal u verrukken.
Ik zend haar vrede en geluk in brede stromen,
de eer der volken als een beek die overloopt.
Haar zuigelingen worden op de heup gedragen,
haar kinderen vertroeteld op de knie.
Zoals een moeder troost, zal Ik u troosten
en in Jeruzalem zal er weer vreugde zijn.
Ge zult het zien, uw hart zal zich verblijden, ge zult
ontluiken als de knoppen aan een struik.
Laat ons bidden:
Jezus, geef mij een zodanig vertrouwen in U, dat ik nooit aarzel om levend
water te komen putten uit uw goddelijk Hart.
Moge dat water in mij uw Liefdekracht ontplooien en mijn menselijk bestaan
tekenen voor altijd.
Moge uw Geest mij de onpeilbare rijkdommen van uw Hart doen ontdekken.
Tweede dag: Het hart van Jezus geeft ons zijn Moeder
Overweging:
Aan het Kruis genageld, roept Jezus tot zijn Vader dat Deze zijn vergeving moge
schenken aan de mensheid.
Om de waarde van zijn vraag te bewijzen, geeft Hij ons tot moeder: de vrouw die
Hij het meest bemint.
Toen Jezus zijn moeder zag en , naast haar, de beminde leerling, zei Hij tot
zijn moeder : Vrouw, ziedaar uw zoon. Vervolgens zei Hij tot de leerling:
Ziedaar uw moeder (Joh 19,26).
Het Hart van de Maagd Maria was vervuld met dezelfde gevoelens van Jezus Hart.
De belediging en de foltering, haar Zoon aangedaan, hebben haar liefde niet
tegengehouden en, terwijl zij Johannes als zoon aanvaardde, heeft Maria heel de
zondige mensheid aanvaard.
Zij is waarlijk de barmhartige moeder die tot zending heeft, ons op te wekken
en ons te geleiden naar haar Zoon, bron van barmhartigheid.
De barmhartigheid van
de Heer strekt zich uit
in lengte van dagen over hen die Hem vrezen (Luk
1,50)
Lofzang
van Maria (Luk 1) :
Hoog verheft nu mijn ziel de Heer,
verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser.
Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd :
van nu af prijst ieder geslacht mij zalig.
Wonderbaar is het wat Hij mij deed,
De Machtige, groot in zijn Naam!
Barmhartig is Hij tot in lengte van dagen
voor ieder die Hem erkent.
Hij doet zich gelden met krachtige arm,
vermetelen drijft Hij uiteen;
Machtigen haalt Hij omlaag van hun troon,
eenvoudigen brengt Hij tot aanzien;
Behoeftigen schenkt Hij overvloed,
maar rijken gaan heen met ledige handen.
Hij trekt zich zijn dienaar Israël aan,
zijn milde erbarming indachtig;
Zoals Hij de vaderen heeft beloofd,
voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.
Gebed:
Heilige Maagd Maria, gij kent al de hinderlagen, aanvechtingen en uitdagingen
die de zonen en dochters van God tegenwoordig uitstaan. Er gaan heden zoveel
stemmen op om ons van de weg af te leiden.
De aanklager, de duivel, houdt niet op, ons te willen inspireren met gedachten
die ons losmaken van de verbondenheid met onze Vader en God. De woelmaker is
aan het werk om ons ook af te snijden van de broederlijke gemeenschap en
tweedracht te zaaien.
Gij, Maria, Moeder van Barmhartigheid, hebt de macht ontvangen om de kop van de
slang te verpletteren, wees mijn beschermster en geleid mij naar uw Zoon,
Jezus. Ik prijs u, Maria, in uw Onbevlekte Ontvangenis, tot glorie van de
Allerheiligste Drievuldigheid.
Derde dag: De verrezen Christus schenkt de
Geest van God
Overweging:
De eerste paasgave van Onze Heer, na de uitboeting van onze zonden, is de Geest
die ons de ware vrede brengt en ook het eeuwig leven. Toen het Lam Gods dat de
zonden der wereld wegneemt, zijn offer had volbracht, openbaarde Hij zich aan
de zijnen op Paasavond, met deze woorden : Vrede zij met u (Joh 20,19) en
Ontvangt de Heilige Geest (Joh 20,22). Zij die in Jezus geloven, kunnen zijn
Geest ontvangen.
De liefde van Jezus was zó groot dat Hij aan de wereld de vrede van hart is
komen terugschenken. De Vertrooster, de Heilige Geest die de Vader zal zenden
in mijn Naam, zal u in alles onderrichten en Hij zal u in herinnering brengen
alles wat ik heb gezegd. Vrede laat ik u na, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk
de wereld die geeft, geef ik hem u. Weest niet verontrust noch bevreesd (Joh
14,26-27).
Vervuld van de vreugde van de Geest, huldigen wij onze God (Alleluja)
Lofzang : - Ezechiël : 36
Ik haal u tussen de volken weg,
Ik roep u uit alle landen.
Ik breng u terug naar uw eigen land
en was u met zuiver water.
Van alle vlekken reinig ik u,
van al uw onzuiver goden.
Ik geef u van nu af een ander hart,
een nieuwe geest in uw lichaam.
Uw hart van steen neem Ik weg uit uw borst
en schenk u een hart van vlees.
Ik zal mijn geest in u storten,
zodat gij mijn wegen gaat;
Zodat gij mijn voorschriften nakomt,
mijn wet in uw daden volbrengt.
Voer ons terug tot U, Heer
en wij zullen komen.
Vernieuw voor ons de dagen van weleer.
Gebed:
Geest van Jezus, Gij zijt levend water dat mijn leven komt genezen zodat ik
overvloedig vruchten kan dragen.
Vernieuw in mij de gaven van mijn Vormsel.
Vervul mijn hart met uw gaven van liefde, vreugde, vrede, geduld,
dienstbaarheid, goedheid, vertrouwen in de anderen, zachtmoedigheid,
zelfbeheersing.
Moge God, mijn Vader, verheerlijkt worden door mijn werken van barmhartigheid.
Heilige Geest, verleen dat ik mag leven in uw intimiteit zodat ik op elk
ogenblik mijn toevlucht kan nemen tot U.
Vierde dag: Het hart van Jezus geeft ons de
Kerk
Overweging:
Toen de dag van Pinksteren was aangebroken, waren de apostelen allen samen
verenigd. Plotseling kwam er uit de hemel een gedruis dat leek op een hevige
windstoot : heel het huis, waarin zij zich bevonden, was er vol van. Ze zagen
een soort vuur verschijnen dat zich, in tongen verdeeld, boven ieder van hen
neerzette. Toen werden zij vervuld van de Heilige Geest; ze begonnen vreemde
talen te spreken en elk van hen drukte zich uit zoals de Geest het ingaf (Hand
2,1-4).
Vanaf dat ogenblik verlieten de apostelen, door de kracht van de Heilige Geest,
het Cenakel om openlijk te spreken tot het volk dat zij vreesden. Zij spraken
alle talen omdat Jezus gezegd had: Gaat dus uit, maakt alle naties tot
leerlingen, hen dopend in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest
(Mt 28,19).
Heden nog spreekt de Kerk van Jezus alle talen en worden de naties
geëvangeliseerd. De Kerk is het Volk van God en wij zijn allen broeders en
zusters in Hem. Deze Kerk is onze Moeder die ons voedt aan haar borst terwijl
zij ons het doopsel schenkt dat in ons het leven der Heilige Drieëenheid tot
stand brengt. Door haar prediking geeft zij ons ook het Licht en de Waarheid;
de Liefde van God door het Levensbrood dat wij delen en de Vergeving door het
Sakrament der Verzoening, de Biecht.
Ga u eerst met uw broeder verzoenen
en breng dán uw offerande. (Mt 5,24)
Lofzang : -
Jeremías 7
Luistert naar het woord van de Heer,
gij allen uit Juda,
gij die deze poorten binnengaat
om de Heer te aanbidden.
Zó spreekt de Heer van het heelal,
de God van Israël :
Verbeter uw wegen en daden.
Dán laat ik u wonen op deze plaats.
Vertrouwt niet op bedrieglijke woorden,
door te zeggen: Tempel des Heren, Tempel des Heren!
Dit is de Tempel des Heren!
Indien gij waarlijk uw wegen en daden verbetert,
indien gij handhaaft het recht
tussen een mens en zijn naaste,
Als gij de vreemdeling niet verdrukt,
de wees of de weduwe,
als gij op deze plaats
geen onschuldig bloed vergiet,
als gij niet, tot uw onheil,
ander goden vereert,
dan laat Ik u wonen op deze plaats,
in het land dat Ik uw vaderen gaf,
van oudsher en voor altijd.
Gebed :
Jezus, Gij zijt gekomen voor óns die het Volk van God zijn, Gij hebt ons
verenigd tot één Lichaam, uw Kerk, die heilig is vanuit úw Heiligheid. Gij zijt
de Heilige, Heer, en ik, ik ben dat niét.
Eens hebt Gij tot Petrus gezegd: Zalig zijt gij, Simon, zoon van Johannes,
omdat geen sterfelijk mens u dit heeft geopenbaard, maar mijn Vader in de Hemel
is (Mt 16,17). Kort daarna hebt gij tot Hem gezegd: Ga achter Mij uit,
bekoorder, gij zijt mij een hindernis, want uw gedachten zijn niet die van God
maar van de mensen (Mt 16,23).
Mijn goede wil ten spijt, ben ik soms een struikelblok, een voorwerp van
ergernis, Heer. Geef mij de nederigheid van uw Hart om broederlijk met allen te
kunnen leven. Wij zijn allen broeders en zusters in U en samen kunnen wij
zeggen : Onze Vader, die in de hemel zijt... vergeef mij mijn schuld zoals ook
ik vergeef aan hen die mij kwaad deden (Mat 6,9).
Vijfde dag: Het hart van Jezus geeft ons het
Geloof
Overweging:
Jezus zei tot Thomas : Steek uw vinger uit en bezie mijn handen; steek uw hand
uit en leg die op mijn zijde; wees niet langer ongelovig, maar gelovig. Toen
zei Thomas tot Hem: Mijn Heer en mijn God! Jezus zei tot hem: Omdat gij Mij
gezien hebt, gelooft gij. Zalig zij die geloven zonder Mij gezien te hebben
(Joh 20,27-28). Het was dezelfde Thomas die gezegd had: Laten ook wij naar
Jeruzalem gaan om met Hem te sterven (Joh 11,16).
De beproeving van Jezus dood was té brutaal geweest voor Thomas. Bij het
nieuws der Verrijzenis, heeft Thomas geweigerd te geloven; hij had het geloof
verloren dat ons toelaat, de tekenen Gods op onze wegen te zien. Voor iedereen
brengt het leven beproevingen mee die soms pijnlijk zijn als een kruisiging...
en dát is het ogenblik waarop Thomas ons uitnodigt om de geopende zijde van de
verrezen Jezus te bekijken. Verwarring, opwinding en beproeving zijn dingen die
ons geloof schokken als onze ogen niet meer naar Jezus opzien (Heb 12,2).
Maar, door de Voorzienigheid, moet ons geloof daaruit klaarder tevoorschijn
komen, zoals dat van Thomas.
Kom mijn gering geloof ter hulp (Mk 9,24)
Lofzang :
Jeremías, 17
Gezegend zij de mens die steunt op de Heer :
de Heer zal Hem waarlijk tot steun zijn.
Hij zal zijn als een boom, aan het water geplant,
die zijn wortels strekt naar de stroom.
Hij vreest niet als de hitte komt:
zijn bladeren blijven groen.
Hij is rustig in een jaar van droogte:
Hij houdt niet op, zijn vruchten te dragen.
Gebed
:
Jezus, ik erken dat het Geloof de kostbaarste gave is die ik bij mijn doopsel
ontvangen heb en dat die gave komt uit uw Hart. Eens was er storm op het meer
en de apostelen waren bang; ze hebben U, Meester, toen gewekt en Gij hebt hun
gezegd: Waarom zijt gij bang, mensen van gering geloof? (Mt 8,26).
Als de storm mijn leven treft met beproevingen allerhande, ondersteun dan mijn
geloof, Heer. Het geloof dat U, Jezus, behaagt, is het geloof dat gepaard gaat
met hoop.
Zesde dag: Het Hart van Jezus is de Bron van Barmhartigheid
Overweging:
Nadat Hij de wonden van handen en zijde getoond had, ademde Jezus over de
apostelen en zei tot hen: Ontvangt de Heilige Geest. Als gij iemand zijn
zonder vergeeft, dan zijn ze hem vergeven; als gij iemands zonden niét
vergeeft, zijn ze hem niet vergeven (Joh 20,21).
Bij zijn Verrijzenis heeft Jezus de radikale ervaring beleefd van de
Barmhartigheid, t.t.z. de ervaring dat de Liefde van de Vader sterker is dan de
dood. En Jezus zélf is de onuitputtelijke bron van barmhartigheid geworden, die
sterker is dan de zonde (Encycliek over de goddelijke Barmhartigheid). Dát is
ook de uitnodiging, een door Jezus uitgesproken en die nú voor ons in
vervulling gaat : Komt tot Mij, gij allen die onder lasten gebukt gaat, komt
tot Mij! (Mt 11,28).
Allen worden wij uitgenodigd om onze last toe te vertrouwen aan het
zachtmoedige en nederige Hart van Jezus, om vergeving van zonden te ontvangen
en opluchting in al onze moeilijkheden.
Ik ben niet gekomen om
rechtvaardigen,
maar om zondaars te roepen (Mt
9,13)
Lofzang :
Efesiërs, 1
Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus,
die ons in de hemelen in Christus heeft gezegend met elke geestelijke zegen.
In
Hém heeft Hij ons uitverkoren vóór de grondlegging der wereld,
om heilig en vlekkeloos te zijn voor zijn Aanschijn.
In liefde heeft Hij ons voorbestemd
zijn kinderen te worden door Jezus Christus,
naar het welbehagen van zijn wil :
Tot lof van de heerlijkheid van zijn genade,
die Hij ons heeft meegedeeld als een overvloed
van wijsheid en inzicht.
Want Hij heeft ons zijn geheim raadsbesluit doen kennen,
de beslissing die Hij in Christus had genomen
ter verwezenlijking van de volheid der tijden :
Het heelal in Christus onder één Hoofd te brengen,
alle wezens in de hemelen en alle wezens op aarde.
Gebed :
Heilige Geest, openbaar mij de diepe geheimen der barmhartigheid van Jezus
Hart. In dié barmhartigheid heb ik vertrouwen en ik weet dat ze groter is dan
de last van mijn zonden; anders zou ik daaronder bezwijken. Schenk mij ook
vertrouwen in de priesterlijke dienst, waardoor de Vader zijn vaderschap
uitoefent om mij te onthalen als het verloren kind dat Hij vergeving schenkt.
Mocht ik mij ook langdurig in de armen voelen van God, mijn Vader.
Zevende dag: Het hart van Jezus geeft ons het brood van eeuwig
leven
Overweging:
Het bloed dat uit de geopende zijde van Jezus stroomde, verzinnebeeldt het Sacrament
der Eucharistie. Jezus zegt ons: Mijn vlees is waarlijk voedsel en mijn bloed
is waarlijk drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven
en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag (Joh 6,54-55).
Na deze woorden aanhoord te hebben, trokken meerdere leerlingen zich van Hem
terug en gingen niet meer met Hem om. In zijn eindeloze Liefde heeft Jezus dit
prachtig Sacrament ingesteld waarin Hij waarachtig aanwezig is met zijn godheid
en zijn verheerlijkte mensheid. En zie, Ik ben met u voor altijd, tot aan het
einde der wereld (Mt 28,20). Jezus wil elke dag bij ons blijven en Hij bemint
ons zózeer dat Hij ook ons geestelijk voedsel wil zijn : Hij geeft zichzelf te
eten aan diegenen die Hij tot zich trekt.
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
blijft in Mij en Ik blijf in hem (Joh 6,56)
Psalm 115
Ik geloof en daarom zal ik spreken,
ik die zoveel heb geleden,
ik die, in mijn leed, gezegd heb:
De mens is niets dan leugen.
Hoe zal ik de Heer vergelden
het goed dat Hij mij deed?
Ik zal de beker nemen van het heil
en de Naam des Heren aanroepen.
Nakomen zal ik mijn geloften voor de Heer,
en ook vóór heel het volk!
Kostbaar is in het oog des Heren
de dood van die Hem dienen!
Ben ik uw dienaar niet, o Heer,
uw dienaar en de zoon van uw dienares?
Ik, wiens ketens Gij gebroken hebt.
Een offer van dank zal ik U brengen,
de Naam des Heren zal ik aanroepen.
Nakomen zal ik mijn geloften voor de Heer
en ook vóór heel het volk,
bij de ingang van het huis des Heren,
midden in Jeruzalem!
Gebed:
Jezus, niet enkel wilt Gij U geven aan ons in de Eucharistie, maar Gij wilt ook
wonen in onze tabernakels. Gij verwacht allen die Gij liefhebt om een
uitwisseling van hart tot hart mogelijk te maken. Zoals de goede Paus
Johannes XXIII zei: Mijn leven lijkt bestemd te zijn, zich te verteren onder
het licht dat uit het tabernakel schijnt en op een oplossing te vinden voor al
mijn moeilijkheden, moet ik mijn toevlucht nemen tot het Hart van Jezus.
Jezus, vervul mijn hart met vertrouwen op uw eucharistische Aanwezigheid; geef
mij een zodanig vertrouwen dat ik U veelvuldig kom ontmoeten. Geef dat ik U kan
aanbidden en loven en aldus mag putten, in deze ontmoeting van Liefde, al wat
er nodig is opdat mijn leven God, onze Vader, zou verheerlijken.
Achtste dag: Het hart van Jezus is de bron der broederlijke
liefde
Overweging:
Op de vooravond van zijn lijden heeft Jezus de voeten van zijn leerlingen
gewassen en Hij zei : Begrijpt gij wat Ik voor u gedaan heb ? Gij noemt Mij
Meester en Heer en dat zegt gij terecht, want dat bén ik. Als Ik dus , de Heer
en Meester, u de voeten heb gewassen, dan moet ook gij elkaar de voeten wassen.
Ik heb u een voorbeeld gegeven opdat gij zoudt doen wat Ik voor ú gedaan heb
(Joh 13,12-15). Zalig zijt gij als gij dit doet (Joh 13,17).
Jezus heeft ons een voorbeeld gegeven om ons te leren hoe wij God kunnen
beminnen in de persoon van onze broeders en zusters. De schat die wij in de
hemel zullen ontvangen, zal afgemeten zijn aan déze liefde. Dan zal de Koning
zeggen tot hen die aan zijn rechterhand staan: Komt, gezegenden van mijn Vader,
neemt bezit van het Rijk dat als erfenis voor u bereid is vanaf de grondvesting
der wereld.
Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en gij hebt
Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen; Ik
was naakt en gij hebt Mij gekleed; Ik was ziek en gij zijt mij komen bezoeken;
Ik was in de gevangenis en gij zijt Mij komen opzoeken (Mt 25,34-36).
Waarlijk, ik zeg u : Telkens gij dit gedaan hebt voor een dezer geringen die
mijn broeders zijn, hebt ge het aan Mij gedaan (Mt 25,40).
Hieraan zal men
herkennen dat gij mijn
leerlingen zijt : dat gij elkander liefhebt
(Joh 13,35)
Lofzang:
Jesaja, 61
Gij zult genoemd worden: priesters van de Heer,
Men zal u zeggen: dienaars van onze God,
Van de overvloed der naties zult gij leven
en hun heerlijkheid zal uw sieraad zijn.
In plaats van uwe schande: een dubbel aandeel!
In plaats van uw vernederingen : vreugdekreten!
In hun land zullen zij een dubbele erfenis ontvangen,
eeuwige vreugde zullen zij bezitten.
Omdat Ik, de Heer, rechtvaardigheid bemin,
omdat ik diefstal haat en ongerechtigheid,
zal Ik hun getrouw beloning schenken,
een eeuwig verbond met hen sluiten.
Hun afstammelingen zullen bekend zijn bij de volken
en hun kinderen temidden der naties.
Wie hen zal zien, zal kunnen herkennen:
de gezegende afstammelingen van de Heer.
Gebed:
Jezus, geef dat ik mijn broeders mag liefhebben zoals Gij hen hebt liefgehad:
met veel zachtmoedigheid en nederigheid hebt Gij hen gediend, altijd aandachtig
om aan hun behoeften en noden tegemoet te komen. Uit uw hart, Jezus, kwam er
zoveel barmhartigheid voor allen; vervul ook mijn hart met barmhartigheid voor
elk van mijn broeders.
Negende dag: Het hart van Jezus voert ons naar de Vader
Overweging:
Vader, het uur is gekomen. Verheerlijk uw Zoon opdat de Zoon U verheerlijke.
Zoals Gij Hem macht over ieder mens gegeven hebt, zal Hij het eeuwig leven
schenken aan hen die Gij Hem gegeven hebt. Welnu, dit is het eeuwig leven, dat
men U kent, de enig ware God, en Hem die Gij gezonden hebt, Jezus Christus
(Joh 7,2-3). Bij een eerste verschijning na zijn Verrijzenis, vraagt Jezus aan
Maria Magdalena dat zij Hem niet zou aanraken, want Hij was nog niet opgestegen
naar de Vader. De volheid der Liefde van Christus is voorbehouden aan het
Vaderhuis, wanneer elkeen op zijn beurt mét Christus zal aankomen.
Maar op aarde is het voornaamste, de wil van Jezus te verwezenlijken. Hij zegt
tot Maria: Ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik stijg op naar mijn Vader en uw
Vader, naar mijn God en úw God (Joh 20,17). Jezus heeft voor ons verdiend,
aangenomen kinderen van zijn Vader te kunnen zijn. Vrees niet, kleine kudde,
uw Vader zal u het Koninkrijk schenken (Lk 12,32). Om deel te hebben aan het
Koninkrijk, nodigt Jezus ons uit om te worden als kleine kinderen.
Wat
nu de geest der kinderjaren kenmerkt, is het vertrouwen. Het vertrouwen laat
ons toe, ons tot God te richten en Hem te vragen volgens onze noodwendigheden,
maar ook om dankbaar zijn weldaden in ontvangst te nemen. Jezus zegt het ons:
Vraagt en gij zult verkrijgen; zoekt en gij zult vinden; klopt en men zal voor
u opendoen (Mt 7,7).
Aan hen die geloven in zijn Naam,
gaf Hij de macht om kinderen van God te worden
(Joh 1,12)
Psalm 32
Het heil van een koning is niet zijn leger,
de overwinning van een krijger is niet zijn kracht.
Ruiterij ter overwinning is een illusie;
een leger brengt niet het heil.
God waakt over hen die hem vrezen,
die hun hoop stellen op zijn Liefde,
om hen te ontrukken aan de dood,
hen in leven te houden bij hongersnood.
Ons leven verhopen wij van de Heer :
Hij is voor ons een steun en een schild.
Onze vreugd in het hart komt van Hém,
Ons vertrouwen berust in zijn heilige Naam.
Moge Heer, uw Liefde over ons opgaan
omdat onze hoop gevestigd is op U!
En nu, koningen, wilt verstaan,
komt tot inkeer, rechters der aarde.
Dient de Heer met vrees,
betuigt hen huiverend uw eerbied.
Wordt Hij vertoornd, dan zijt gij verloren :
zijn toorn zal onverwacht ontbranden.
Zalig die bij Hém zijn toevlucht zoekt!
Gebed:
Geest van Jezus, voeg U bij mijn geest om te getuigen dat ik kind van God
ben. Schenk mij de Wijsheid die komst van U, om de diepte te kunnen begrijpen
der werkelijkheid dat God, mijn Vader, mij liefheeft en dat ik waardevol ben in
zijn ogen. Moge heel mijn wezen uitroepen met de kracht van úw liefde: Abba,
Vader, ik ben uw kind!
God, Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over
ons.
God, H. Geest, ontferm U over ons.
H. Drie-eenheid, 1 God, ontferm U over ons.
Jezus, om onze zonden in de hof van Olijven benauwd
en bedroefd tot de dood, ontferm U over ons.
Jezus, door een engel gesterkt, om ons te leren onze
hulp in alle nood van de Hemel te verwachten, ontferm U over ons.
Jezus, die uw verrader met minzaamheid ontving, om
ons de zachtmoedigheid te leren, ontferm U over ons.
Jezus, door uw leerlingen verlaten, om ons te leren
op God alleen te vertrouwen, ontferm U over ons.
Jezus, door de Joden gebonden, om ons van de zonden
te ontbinden, ontferm U over ons.
Jezus, voor Annas en Kajafas valselijk beschuldigd,
om ons te leren alle ongelijk geduldig te verdragen, ontferm U over ons.
Jezus, door Petrus verloochend, opdat wij onze
zwakheid zouden leren kennen en onszelf wantrouwen, ontferm U over ons.
Jezus, door Herodes bespot en met een wit kleed
omhangen, omdat wij het kleed der onschuld verloren hadden, ontferm u over ons.
Jezus, achter Barabbas gesteld, opdat zij ons nimmer
boven anderen zouden verheffen, ontferm U over ons.
Jezus, wreed gegeseld en met doornen gekroond, opdat
wij alle zinnelijkheid en eerzucht zouden verfoeien, ontferm U over ons.
Jezus, gelasterd, bespuwd, en geslagen, opdat wij
onze zinnen zouden versterven, ontferm U over ons.
Jezus, aan het volk getoond, opdat wij uw voorbeeld
steeds voor ogen zouden hebben en daarnaar leven, ontferm U over ons.
Jezus, door Pilatus aan uw vijanden overgeleverd, om
ons van onze vijanden te verlossen, ontferm U over ons.
Jezus, met het kruis beladen, om ons te leren ons
kruis met liefde te dragen, ontferm U over ons.
Jezus, aan het kruis genageld, opdat zij ons vlees
met zijn driften en begeerlijkheden zouden kruisigen, ontferm U over ons.
Jezus, die van uw kleren beroofd werd opdat zij ons
voor alle oneerbaarheid zouden bewaren, ontferm U over ons.
Jezus, tussen twee moordenaars gekruisigd, om ons te
leren de vernederingen te beminnen, ontferm U over ons.
Jezus, die de goede moordenaar in genade hebt
aangenomen, opdat zij nooit zouden wanhopen, ontferm U over ons.
Jezus, die aan het kruis hangend, voor uw vijanden
gebeden hebt, om ons te leren onze vijanden te beminnen, ontferm U over ons.
Jezus, met gal en edik gelaafd, opdat zij onze tong
zouden versterven en ons voor laster en kwaadsprekendheid zouden hoeden,
ontferm U over ons.
Jezus, die stervend uw geest in de handen van uw
Vader hebt aanbevolen, opdat wij, stervende, onze geest in uw en zijn handen
zouden bevelen, ontferm U over ons.
Jezus, die voor ons de bittere dood gestorven zijt,
om ons de boosheid van onze zonden te leren kennen, ontferm U over ons.
Jezus, die ons door uw dood het leven gegeven hebt,
opdat zij niet voor ons, maar voor U zouden leven, ontferm U over ons.
Jezus, wiens Zijde na uw dood geopend werd, om ons
de overmaat van uw liefde te tonen, ontferm U over ons.
Jezus, begraven en de derde dag verrezen, opdat wij,
dood voor de zonden, tot een deugdzaam leven zouden verrijzen, ontferm U over
ons.
Wees genadig, spaar ons, Heer.
Wees genadig, verhoor ons, Heer.
Van alle kwaad, verlos ons, Heer.
Van alle zonden, verlos ons, Heer.
Door uw bloedig zweet, verlos ons, Heer.
Door uw geseling, verlos ons, Heer.
Door uw doornenkroning, verlos ons, Heer.
Door uw Kruis en Lijden, verlos ons, Heer.
Door uw heilige vijf Wonden, verlos ons, Heer.
Door uw Dood en Begrafenis, verlos ons, Heer.
Door uw glorierijke Verrijzenis, verlos ons, Heer.
Door uw wonderbare Hemelvaart, verlos ons, Heer.
Op de dag des oordeels, verlos ons, Heer.
Wij, zondaars, wij bidden U, verhoor ons.
Dat uw heilig Lijden ons leert hoe verschrikkelijk
de zonde is, om welke Gij zoveel geleden hebt. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij, door het overdenken van uw pijnen en
smarten, alle ziekten, pijnen en tegenspoed geduldig mogen verdragen. Wij
bidden U, verhoor ons.
Dat wij in alle angst, droefheid en nood ons tot U
keren en uw hulp afsmeken. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij alle schande, verachting en vernedering met overgeving
aan de wil Gods mogen ontvangen. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij de valse beschuldigingen en onrechtvaardige
oordelen naar uw voorbeeld mogen verdragen. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij ons de vruchten van uw Kruis wilt mededelen.
Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij door de kracht van uw Kruis de duivel, de
wereld en het vlees mogen overwinnen. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij in uw heilig Bloed van alle zonden mogen
gereinigd worden. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij ons wilt verlenen ons kruis dagelijks op te
nemen en U graag na te volgen. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij een vurig verlangen mogen verkrijgen, om
dikwijls uw heilig Lijden met liefde en dankbaarheid te overwegen. Wij bidden
U, verhoor ons.
Dat wij, bemerkend dat Gij uit liefde voor ons
gestorven zijt, door wederliefde ontstoken mogen worden, om niet voor onszelf,
maar voor U te leven. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij onze troost in uw heilige Wonden mogen
vinden. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij ons door uw Kruis en uw bittere Dood in het
uur van de dood versterken wilt. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij ons door uw Kruis tot uw heerlijkheid wilt
voeren. Wij bidden U, verhoor ons.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt,
spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt,
verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt,
ontferm U over ons.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Waarlijk, onze zwakheden heeft Hij gedragen.
En onze smarten Zelf getorst.
Laten wij bidden : Almachtige, eeuwige God, die
gewild hebt, dat onze Verlosser de menselijke natuur zou aannemen en de
kruisdood doorstaan, opdat wij zijn nederigheid zouden navolgen. Geef genadig
dat wij naar de lessen, welke Hij ons gedurende zijn sterfelijk leven gegeven
heeft, leven mogen om eens deel te hebben aan zijn glorievolle Verrijzenis.
Door dezelfde Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Het
verlangen een non te worden, maar geweigerd worden
Ze was
nooit haar kinderdroom om in een klooster te gaan verloren. En van de tijd af
dat ze eerst de Passionisten ontmoette en hoorde van de Passionist zusters
voelde ze dat haar plaats bij hen was. Er was een klooster van de Orde in
Corneto, Italie zon 250 km van Lucca, en na advies gevraagd te hebben besloot
ze naar daar te gaan voor een cursus van geestelijke oefeningen en de vraag om
toegelaten te worden. Ze werd geweigerd door een Moeder Overste die over Gemmas
ziekte en genezing had gehoord en ook over de buitengewone genaden die haar
leven kenmerkten, en was daarom overtuigd dat zon mysticus (of mogelijk hysterische?)
niet geschikt was voor haar contemplatieve Gemeenschap.
Het was
een bittere teleurstelling voor Gemma, maar ze droeg ze moedig en geduldig. Haar
biechtvader Mgr. Volpi en haar geestelijke leidsman Vader Germanus deden nog
inspanningen in haar naam maar deze bleven zonder gevolg. Gemma begon zo goed
ze kon het leven te leiden van een Passionist zuster buiten het klooster. Ze
had reeds de gelofte van kuisheid afgelegd gedurende haar ernstige ziekte, en
daar voegde ze de geloften van armoede en gehoorzaamheid aan toe met de
goedkeuring van haar biechtvader. Ze droeg het Teken van de Passionisten op
haar hart onder haar kledij, en bad dagelijks de Goddelijke Officie net zoals
de Passionist zusters doen in koor. Ze verloor nooit de hoop tot op het einde
van haar leven om hen te vervoegen, als het niet in Corneto was, dan ergens
anders.
Haar hoop om een Passionist zuster te worden werd uiteindelijk gerealiseerd na
haar dood. In haar eerste brief aan Vader Germanus, vooraleer ze hem had
ontmoet, voorspelde zede oprichting van
een convent van Passionist zusters te Lucca. Er was zelfs nog niet aan zon
project gedacht op dat tijdstip, maar een jaar of twee later begon men erover
te spreken. Gemma was vervuld met enthousiasme en begon te bidden en gebruikte
al de invloed die in haar macht lag om de komst van de zusters naar Lucca te
bespoedigen. De moeilijkheden leken met tijden onoverkomelijk, maar ze gaf de
moed niet op. Gedurende het laatste jaar van haar leven was het een
voortdurende gedachte en een voortdurend voorwerp van haar gebeden. Ze zocht
zelfs in Lucca meer dan eens naar een plaats waar het klooster zich kon
vestigen en ze stelde interesse in de materiele fondsen die nodig waren voor de
oprichting. Ze hoopte nog altijd om haar roeping te vinden in het nieuwe
klooster.
Maar naar
het einde toe offerde ze zelfs dat op. Ze wilde enkel dat het werk voltooid zou
kunnen worden: ik vraag niet langer om een klooster binnen te gaan Jezus
heeft het habijt van een Passionist zuster op mij wachten aan de poort van de
Hemel. Laat me sterven zodat het Passionist klooster kan opgericht worden. Ze verzekerde degenen die de moed
verloren dat de oprichting zou beginnen na haar dood en voltooid zou zijn in
het jaar van de zaligverklaring van de H. Gabriel. Haar woorden, werden
werkelijkheid, tegen alle verwachtingen in. Twee jaar na Gemmas dood kwam de
eerste kleine groep van Passionist zusters naar Lucca, en hoewel ze vele
hindernissen moesten overwinnen kwam een volledige gemeenschap in het nieuwe
klooster in 1908, net twee maanden nadat de H. Gabriel werd zaligverklaard. Paus
Pius X had reeds het project gezegend en had als bijzonder doel gesteld dat de
gemeenschap zich zou opofferen als slachtoffers voor Onze Heer voor de
geestelijke en tijdelijke noden van de kerk en van de Soevereine Paus. Dit zou
Gemma zeker vreugde gebracht hebben.
Tegenwoordig blijft het Passionisten klooster in Lucca bloeien. Gemmas lichaam
rust bij het altaar in de kleine kapel en de zusters vereren haar als
stichtster en patrones van hun werk. De Passionist zusters wilden mij niet
accepteren, zei ze, maar ik zou willen een van hen zijn, en ik
zal bij hen zijn wanneer ik dood ben. Zo werd Gemmas wens
uiteindelijk vervuld. Voor redenen die
onafhankelijk waren van haar wil, schrijft een vriendin van haar, droeg Gemma
nooit een Passionisten habijt, maar ze was toch een ware Passionist. Ze was een
Passionist in de ziel en ze had de geest van de Passionisten. De Orde heeft
haar aangenomen. Haar klooster is opgericht en blijft groeien.
Dezelfde gedachte werd uitgedrukt
door Benedictus XV in het besluit die haar Zaligverklaring voorafging: De
vrome maagd, Gemma Galgani, was niet door habijt en professie, maar
ongetwijfeld door verlangen onder de religieuze kinderen van St Paulus van het
Kruis gerekend. En Pius XI verkondigde haar heroische heiligheid en
feliciteerde de zonen en dochters van St Paulus van het Kruis om het bezit van
deze ware parel van heiligheid die een eer betekende voor hun Congregatie.
Gemma had zich eens beschreven als verdwaald zoals een ziel dat is afgedwaald:
haar lang gekoesterde roeping was uiteindelijk gerealiseerd en niet veel
roepingen hebben zon pijnlijk offer gekost.
Gemma had zichzelf geofferd aan God als een slachtoffer voor de zonden van de
mensen, en haar offer was geaccepteerd.Tot op dit punt had ze in alle lijden gedeeld met Jezus, behalve een
de laatste en grootste, de doodsstrijd, smart en kommer van Zijn laatste uren
aan het Kruis. Ze had verschrikkelijk geleden in ziel en lichaam, haar lijden
was in het verborgene, en haar leven was meer zoals Gethsemane dan Kalvarie. Na
haar miraculeuze genezing was haar gezondheid normaal, en niemand zou gedacht
hebben dat het sterke, gezonde meisje de martelingen van een levend
martelaarschap doorstond. Maar het moment kwam dat haar lijden niet langer meer
verborgen kon worden: het was de opoffering van het slachtoffer.
Laatste ziekte
Op Pasen 1902 was ze plotseling getroffen door een mysterieuze ziekte die met
een kort interval, voor de resterende negen maanden van haar leven duurde. Ze
kon geen voedsel proeven, haar lichaam onderging de meest verschrikkelijke pijn
en ze was sterk vermagerd. Eerst slaagde ze er nog in om haar naar de Mis en de
Heilige Communie te slepen, met de hulp van haar geadopteerde moeder en
vriendin Cecilia, maar deze troost moest ze spoedig opgeven door haar
verslechterde gezondheid. Dokters werden ingeroepen, maar verschilden in hun
diagnose en waren verwonderd over de mysterieuze natuur van haar ziekte. Haar
pijn werd nog verzwaard door de aanvallen van de duivel op haar lichaam en ziel
en waren zo afschuwelijk dat ze dacht dat ze bezeten was en ze smeekte om een
exorcisme te laten doen. Haar heroische leven, al de deugden die ze in praktijk
had gebracht, al de goddelijke gunsten die ze had ontvangen, werden nu aan haar
getoond als hypocrisie en bedrog. En gedurende al die maanden van lijden was er
geen straal van goddelijke troost die haar hart bereikte. Ze bleef
onophoudelijk bidden, Jezus en Maria aanroepend om bij haar te zijn in dit uur
van bittere verwaarlozing. Van buitenaf hield ze zich sereen en kalm. Ze
klaagde nooit over haar lichamelijk lijden behalve 1 keer toen ze fluisterde Mijn
Jezus, het is meer dan ik aankan: maar wanneer de Zuster die op haar paste er
haar aan herinnerde dat het met Gods genade is dat alles mogelijk is om te
dragen, gebruikte ze de woorden nooit meer terug. Integendeel wanneer de Zuster
haar eens vroeg Als je de keuze had wat zou je kiezen: ineens naar de hemel
gaan en stoppen met lijden of hier blijven en lijden voor de glorie van God?
antwoordde ze Beter om te lijden dan
naar de Hemel te gaan wanneer de pijn voor Jezus en Zijn glorie is. Een van de
religieuze Zusters van de orde van St Camillius die op haar paste gedurende
haar laatste ziekte zei We hebben voor vele zieke personen gezorgd,
maar we hebben nooit zoiets gezien!
Heilige dood
Een laatste troost bleef over voor Gemma en deze werd spoedig ontnomen. Haar
conditie was jammerlijk, maar ze was temidden van toegenegen vrienden. Sommige
van de dokters waren echter de mening toegedaan dat ze tuberculoze had en Vader
Germanus was bang dat de kinderen van de familie blootgesteld zouden worden aan
het gevaar van besmetting. Er werd beslist dat Gemma moest verhuizen. Maar de
Giannini familie was er sterk tegen gekant. Maanden gingen voorbij vooraleer ze
erin toestemden. Er werd een compromis gesloten en er werd een kamer gehuurd
aan de overkant van de straat en er zou communicatie zijn door middel van een
bel aan een koord die bij een aanpalende tuin terechtkwam. Gemma werd
verplaatst op 24 februari 1903. Ze deed haar laatste offer met een kalme gelatenheid
die zelfs degenen die haar het best kenden versteld deed staan. Op dit punt kon
ze zeer goed zeggen : Ik heb van alles een offer gemaakt; niets blijft voor
mij over dan mij voor te bereiden op de dood.
aan haar
sterfbed
De dood was niet ver weg. Twee maand later, op Goede Vrijdag ging ze in een
lange extase met uitgestrekte armen, genageld zoals ze zei met Jezus op het
Kruis. Degenen die haar zagen lijden gedurende die dag en de volgende nacht
wisten dat het einde nabij was. Op Stille Zaterdag werd een priester geroepen
die haar de Laatste Sacramenten gaf, en dan werd Gemma overgelaten om de volle
bitterheid van de eenzaamheid van Jezus op Kalvarie te proeven. Het einde kwam
vredig en met een blik van vreugde op haar gezicht gaf ze haar zuivere ziel aan
God een uur na de middag op Stille Zaterdag, 11 april 1903. Haar gezicht was zo
mooi en vredig dat degenen die aanwezig waren het moeilijk konden geloven dat
ze werkelijk gestorven was.
Gemma
Galgani werd zaligverklaard door Paus Pius XI op 14 mei 1933 en heilig
verklaard door Paus Pius XII op Hemelvaartsdag 2 mei 1940. Onder de menigte die
de St Pietersbasiliek vulde op de dag van haar Heiligverklaring waren 1300
inwoners van Lucca met aan het hoofd hun aartsbisschop. Velen onder hen hadden
haar gekend, waaronder de talrijke leden van de Giannini familie die haar
hadden aangenomen. Haar jongste zuster Angelina zat naast de zuster van de H.
Zita die haar als kind geleerd had en haar eerste stappen had getoond op het
pad van heroische heiligheid. Het feest van de H. Gemma is op 11 april (en ook 16
mei voor degenen in de Passionist Congregatie).
"Ik heb U liefgehad, o Jezus. Verleen me U nog
meer lief te hebben zodat mijn gedachten enkel naar U uitgaan, alle dagen, alle
nachten, zelfs wanneer ik slaap Ik wens dat mijn geest altijd met U praat, dat
mijn ziel altijd tot U spreekt."-St Gemma Galgani
O lieve
Jezus, ik bevind mij aan Uw heilige voeten. Zie welwillend op mij neer. Ik wens
mijn dankbaarheid uit te drukken voor de voortdurende gunsten die U mij schenkt
en nog wenst te schenken. Zo veel keren heb ik U aanroepen, O Jezus en U hebt
me blij gemaakt. Ik heb mij dikwijls tot U gewend en U hebt mij steeds
getroost. Hoe kan ik mijzelf tot U richten, lieve Jezus? Ik dank U! Toch heb ik
nog een verzoek dat Ik van U verlang, O mijn God, als het U behaagt (noem het
verzoek). Ik weet dat U almachtig bent, en daarom vraag ik deze gunst. O Jezus,
heb medelijden met mij. Moge Uw heilige wil geschieden in alle dingen.
________________ Nog een gebed van de H. Gemma Galgani:
O mijn gekruisigde God, ik bevind mij aan Uw heilige voeten. Verstoot mij niet, nu ik voor U
kom te staan als zondaar. Ik heb U beledigd in het verleden, mijn Jezus, maar ik
zal mij beteren. O Heer, voor U leg ik al mijn fouten open. Ik heb ze beschouwd
en ik zie dat ik geen vergiffenis verdien. Zie naar uw lijden en bedenk hoeveel
waarde dat Bloed heeft dat uit Uw aderen vloeide. O mijn God, U die ervoor
gekozen hebt te sterven voor mijn zonden, sluit Uw ogen voor mijn gebrek aan
verdienste, en verleen me vergeving voor mijn zonden, zodat ik niet langer de
last van mijn zonden voel. Mijn lieve Jezus, de last van mijn zonden bedrukt
mij mateloos. Begeleid mij, mijn Jezus, want ik verlang kost wat kost goed te
zijn. Neem alles in mij weg dat tegenstrijdig is met Uw heilige wil.
Tegelijkertijd bid ik tot U, Heer Jezus om mij te verlichten zodat ik in staat
ben in Uw heilig licht te leven. Amen. ________________ Gebed tot de H. Gemma met de vraag om bemiddeling
O heilige Gemma, ik ben dicht bij u, help met te bidden. U weet wat ik en
degenen rond mij nodig hebben; kijk naar mijn dringende noden zowel geestelijk
als materieel. Zorg ervoor! Ik vertrouw op U en ik laat alles over aan uw liefdevolle
zorg. (noem uw verzoek)
Bied Jezus die tedere en voortdurende zorg aan die U hem op aarde hebt
geschonken.
O heilige
Gemma, u die fysiek alle pijn van het Lijden van Jezus hebt geleden, ik vraag U
om de genade om het Lijden van Jezus te overwegen en te beleven evenals het
lijden van de Heilige Maria. Bid dat ik het pad van nederigheid, eenvoud,
liefde en opoffering neem en zo te allen tijde de heilige wil van God vervul.
Laat me samen met Jezus, de Heilige Maagd Maria en u verenigd zijn en leven in
alle eeuwigheid. Amen.
________________
Populair gebed aan de H. Gemma dat gevonden wordt
op vele heiligenprentjes van Passionisten
O H. Gemma, hoe meevoelend was uw liefde voor degenen in moeilijkheden, en hoe
groot was uw verlangen om hen te helpen. Help mij ook in mijn huidige
noodwendigheid en verkrijg voor mij het verzoek dat ik u nederig vraag, als het
voor het welzijn is van mijn ziel. (noem hier uw verzoek)
De talrijke mirakels en de wonderbaarlijke gunsten die verkregen zijn door uw
bemiddeling geven mij het vertrouwen dat u mij kunt helpen. Bid tot Jezus, uw
Bruidegom, voor mij. Toon Hem de stigmata die Zijn liefde u heeft gegeven.
Herinner Hem aan het bloed dat uit deze wonden vloeide, de verschrikkelijke
pijn die u hebt geleden en de tranen die u hebt vergoten voor de redding van
zielen. Plaats deze als uw kostbare schat in een kelk van liefde en Jezus zal
naar u luisteren. Amen.
-H. Gemma, bid voor ons! ________________ Gebed aan St Gemma voor zuiverheid steun tegen bekoringen
Gemmas moeder leerde haar van op vroege leeftijd te knielen en 3 weesgegroeten
te bidden elke dag, met de vraag aan de Heilige Moeder om de genade van
zuiverheid te verkrijgen. Op het einde van haar leven, tegen haar dood, vond
een metgezel haar geknield en de 3 weesgegroeten zeggend voor zuiverheid. Zelfs
op het einde van haar leven liet ze deze heilige praktijk niet varen. Daarom
kunnen we vertrouwensvol haar aanroepen om bijstand tegen bekoringen van
onzuiverheid.
O bloem van de hemel, H. Gemma, Spiegel van zuiverheid en boete, verkrijg
voor ons de genade van zuiverheid en help ons tegen alle bekoringen van het
vlees. We vragen dit door Christus
onze Heer. Amen.
Noveen van de H. Theresia van het Kind Jezus - dag 6
Noveen
van de H. Theresia van Lisieux
Zesde dag
:
Kom
Heilige Geest en vul de harten van de gelovigen, en ontbrand in hen het vuur
van goddelijke liefde.
V. Zend Uw Geest over deze aarde.
A. En U zult de aarde vernieuwen.
Laat ons
bidden: O God, die
de harten van de gelovigen hebt geleid door het licht van de Heilige Geest.
Verleen dat we door de gave van de Heilige Geest we wijs mogen zijn en ons
verheugen in Zijn vertroosting, door Christus onze Heer.
Akte van geloof, hoop en liefde : O mijn God! Ik geloof in U:
versterk mijn geloof. Al mijn hoop is op U gevestigd. U komt Uw beloften trouw
na. Ik houd van U: leer me U steeds meer lief te hebben.
Akte van
berouw:Mijn Heer en mijn God,
het is mij leed dat ik tegen uw opperste majesteit misdaan heb. Ik verfoei al
mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat
ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt. Ik maak het
vast voornemen, mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.
In dit berouw wil ik leven en sterven.
Heilige
Theresia, Patrones van de Missies, wees een grote missionaris doorheen de
wereld tot het einde der tijden. Herinner onze Meester aan Zijn eigen woorden
De oogst is groot, maar er zijn weinig arbeiders. Uw ijver voor zielen was
groot, verkrijg eenzelfde ijver voor degenen die nu zielen willen winnen, en
smeek God om hun aantal te vermeerderen, zodat degenen die Jezus nog niet
kennen tot geloof en liefde worden gebracht.
Bemiddel
voor ons al de dagen van ons leven, maar vooral gedurende deze noveen en
verkrijg voor ons van God de genaden en gunsten die we vragen door Uw
bemiddeling. Amen. (noem hier de verzoeken)
Gedachte
doorheen de dag: IJver voor zielen. Laat ons samenwerken voor de
redding van zielen. We hebben enkel dit leven om zielen te redden en hen aan de
Heer te geven als bewijs van onze liefde.
Ik kan geen briljante daden stellen; ik kan het
Evangelie niet verkondigen of mijn bloed vergieten. Maar wat geeft het? Mijn
broeders werken in mijn plaats, en ik een klein kind- blijf heel dicht bij de
koninklijke troon. Ik zie degenen graag die ten strijde trekken voor zielen.
Mijn daden, mijn kleine opofferingen, kunnen God
geliefd maken over heel de wereld.
Slotgebed:
O Heer, U
hebt gezegd: Als jullie niet worden als kleine kinderen, zullen jullie het
koninkrijk van de hemel niet binnenkomen. We smeken U, ons te helpen de
nederigheid en eenvoud van hart die de Heilige Theresia kenmerkte, te bereiken
zodat we een eeuwige beloning in ontvangst kunnen nemen. Amen.
De H.
Gemma was een leek wiens leven getekend was door goddelijke gunsten en
buitengewone genaden, en ook grote beproevingen en lijden. Hoewel ze een
buitengewone mysticus en gestigmatiseerde was, die in haar lichaam de tekenen
van de Heer Jezus droeg, was haar geestelijk leven verborgen voor de wereld. Ze
was nooit het object van publieke nieuwsgierigheid of verering. Haar leven leek
gewoon, maar haar ziel beleefde hoogtepunten. Ze werd speciaal gekozen door God
om een offerziel te zijn. Ze werd speciaal geroepen om offers te brengen en te
lijden voor de bekering van zondaars. Met andere woorden, ze was een slachtoffer
van Goddelijke Liefde. Haar leven was er een van offer en lijden voor de
bekering van zondaars en eerherstel voor zonden.
Vroege kindertijd
Gemma werd
geboren in Camigliano, Italie op 12 maart 1878. Ze was de vierde van 8
kinderen, en de oudste dochter van Henry en Aurelia Galgani. Haar vader was een
zeer succesrijke apotheker. Een maand na haar geboorte verhuisde het gezin naar
Lucca, waar ze de rest van haar leven doorbracht. Het lijden begon voor haar op
een zeer jonge leeftijd. Zoals alle kinderen hield Gemma van haar moeder met
heel haar kleine hart. Haar moeder was een heilige en vrome Katholiek en Gemmas
eerste lessen in godsdienst werden gegeven op haar moeders schoot, en het was
door haar moeder dat ze in de parochiekerk de smaak te pakken kreeg van de verborgen
en onuitsprekelijke zoetheid van de H. Mis. Het was mama, zei ze jaren
later, die haar als kind deed verlangen naar de Hemel.
Dood van haar moeder
Het was
gedurende deze vroege jaren dat haar moeder tuberculoze kreeg. Haar slepende
zieke, was des te pijnlijker voor haar in de wetenschap dat ze haar kinderen
zou moeten verlaten toen zij haar zorg het meeste nodig hadden. Gemma wist dat
haar moeder naar de hemel zou gaan. Gemma had haar zoveel over de hemel horen
vertellen en Gemmas grote wens was mee te gaan met haar. Elke dag als ze
terugkeerde van school was haar eerste gedachte snel naar haar moeders
ziekenkamer te gaan vrezend dat haar moeder was overleden gedurende haar
afwezigheid. Intussen kwam de dag van haar eerste communie, 26 mei 1885 en
daarmee de eerste van de hemelse gesprekken die een groot deel uitmaakten van
haar geestelijk leven. Gedurende de Mis na de ceremonie kwam plotseling een stem
in haar hart dat tegen haar zei: Wil je mij je Mama geven? Ja, antwoordde
ze, als je mij ook meeneemt. Nee, zei de stem, geef me je Mama zonder
voorbehoud. Ik zal je later naar de hemel brengen. Ze kon enkel ja antwoorden
en toen de Mis gedaan was rende ze naar huis.
Het was haar eerste grote offer en het bezorgde haar veel verdriet en tranen;
maar toen haar moeder een paar maanden later stierf was het Gemma die de
anderen troostte. Gemma was naar 8 jaar oud.
Waarom zouden we huilen? Mama is naar
de hemel zei ze.
op school
Kort na haar moeders dood, werd Gemma naar de school van de Zusters van de H.
Zita in Lucca gestuurd. Onder de leiding van de goede Zusters kreeg ze meer
interesse in het gebed en een devotie voor het Lijden van de Heer. Ze begon
dagelijks erover te mediteren. Haar liefde voor de Moeder van God was altijd diep
en intens, vooral omdat ze haar aardse moeder was verloren. Als God mijn moeder heeft meegenomen, zei
ze dikwijls, heeft Hij me Zijn
Moeder gegeven. Haar veelvuldig gebed was: Heilige Maagd, maak van mij een Heilige. Gedurende deze tijd
zei ze dikwijls de hele 15 tientjes van de Rozenkrans op haar knieen s avonds nadat
ze teruggekeerd was van school en ze begon ook boetedoening te doen en s
nachts op te staan om te bidden.
Hoe dan ook, het devote leven is dikwijls een harde strijd. En de hulp die ze
het meest verlangde en nodig had werd haar geweigerd. Ze had lang de wens geuit
om haar Eerste Communie te doen. Je bent te jong, had de parochiepriester
gezegd. Geef me Jezus, zei ze aan de Biechtvader of aan de Zusters, en jullie zullen zien hoe goed ik zal zijn:
ik zal niet opnieuw zondigen, ik zal veranderd zijn Maar het was niet
gebruikelijk dat de Communie werd gegeven op zo een vroege leeftijd, en ze was
10 jaar vooraleer ze uiteindelijk bij uitzondering de Communie kreeg. Er is
geen alternatief, verklaarde de biechtvader, maar haar toelaten tot de
Communie of haar zien sterven van verdriet. We kunnen enkel ons inbeelden met
welke vurigheid ze de eerste keer haar Heer ontving op het Feest van het Heilig
Hart op 17 juni 1887. Ik voel hier
een vuur branden, zei ze aan een van haar vriendinnen nadien en ze
wees naar haar borst. Voel je het
ook? Ze kon zich niet inbeelden dat er iets buitengewoons was in haar
eigen ervaring. Haar leven daarna was een constante groei in vereniging met
Jezus. Gemma kan niets goeds doen,
zei ze, maar Gemma en Jezus kunnen
alles bereiken.
Gemmas schoolleven was ten einde door een pijnlijke ziekte. Een kwetsuur aan
haar voet waar ze licht was overgegaan resulteerde in een ernstige en pijnlijke
infectie en ze werd gedwongen in bed te blijven voor enige maanden. Een
operatie was nodig, maar ze weigerde een anesthesist en met de ogen gericht op
een kruisbeeld leed ze de verschrikkelijke pijn met niet meer dan een gezucht. De
dokters stonden versteld door haar moed en volharding.
Toen ze
hersteld was nam ze de plaats in van de moeder en nam alle verplichtingen op
zich die de oudste dochter van een moederloos gezin moest dragen. Gedurende
deze tijd was ze druk bezig, want het was een grote huishouding. In de
tussentijd maakte ze altaarlinnen en kleding voor de kerk of kledij voor de
armen. Haar activiteiten bleven niet beperkt tot het huis. Ze verzamelde
dikwijls arme kinderen van de buurt om hen godsdienstles te geven. Ze bracht
dikwijls bezoek aan de zieken in de hospitalen, hen kleinigheden brengend. Maar
ze troostte hen vooral met gedachten van God. Haar liefdadigheid voor de amen
en zieken was buitengewoon. Elke keer ze buitenkwam vroeg ze haar vader om geld
om weg te geven als liefdadigheid, en als hij weigerde vroeg ze toelating om
brood of iets anders te mogen meenemen.
Haar huiselijke plichten en haar bezorgdheid voor de anderen vormden geen
hindernis voor de groei van haar innerlijk leven. Integendeel: haar druk leven
van actieve liefdadigheid vond zijn inspiratiebron in haar gebedsleven en
vereniging met God. Wanneer ze druk bezig was leek ze voor degenen rond haar
geheel ingenomen door God. Haar leven was een gedurig gebed, zei een priester
die haar goed kende, en haar gebedsboek was het kruisbeeld. De gedachten aan
het lijden van Christus bleven haar volgen, en het was in die dagen dat ze een
groeiend verlangen ervaarde om de Gekruisigde Jezus lief te hebben met heel
haar hart, samen met een verlangen om Hem te helpen in Zijn lijden. Ze werd vooral toegewijd aan het Lijden
van Onze Heer.O Jezus, bad
ze, ik wens U te volgen wat
het mij ook van lijden moge kostenom U vurig te volgen Ik wens te lijden voor U.
Ernstige ziekte
God wachtte
niet lang om haar gebed te verhoren want ze kreeg kort daarna de diagnose van
rugtuberculoze (of mogelijks rug meningitis). Ze had de symptomen ervan
gevoeld, maar haar vrome afkeer van medisch onderzoek zorgde ervoor dat ze het
zolang uitstelde tot ze het bed moest houden. Haar ernstige conditie en het
geduld en zoetheid waarmee ze leed deed degenen die haar kenden aan de zijde
van haar bed zitten. Een van haar bezoekers bracht haar het "Leven van de Zalige Gabriel Possenti",
die gekend was voor zijn heiligheid en mirakels, hoewel hij nog niet heilig was
verklaard op dat tijdstip.
Gabriel Possenti
Gemma had
eerst weinig interesse maar na Broeder Gabriels naam te hebben aanroepen in een
bekoring met direct effect begon ze het boek te lezen en ontwikkelde een
bijzondere toewijding tot hem. Niet lang erna verscheen hij aan haar temidden
van haar ernstige ziekte, en sprak woorden van troost en aanmoediging.
Miraculeuze genezing
In februari 1899 vonden de dokters haar geval uitzichtloos en ze kreeg de
Laatste Sacramenten toegediend. Haar biechtvader sinds haar kindertijd, Monsignor
Giovanni Volpi, hulpbisschop van Lucca en nadien Bisschop van Arezzo, bracht
haar een bezoek op 19 februari en vroeg haar dat ze een noveen voor de H.
Margaretha Maria Alacoque moest bidden voor haar genezing. Twee keer begon ze
de noveen, maar vergat ze voort te bidden. Wat er toen gebeurde was het
volgende: Op de 23 februari begon ik voor de
derde keer, of beter ik wilde ze beginnen want het was een paar minuten voor
middernacht, wanneer ik rozenkranskralen hoorde en een hand voelde op mijn
voorhoofd. Een stem zei het Onze Vader, een weesgegroet, en het Glorie zij
negen keer achtereenvolgens. Ik kon amper antwoorden want ik was te zwak. Dan vroeg de stem: Wil je genezen? Ja, je zult
genezen. Bid met geloof tot het Heilig Hart van Jezus. Ik zal
elke avond komen tot het einde van de noveen en we zullen samen bidden tot het
Heilig Hart." En ik vroeg wat met de Heilige Margaret Maria? Herhaal het Glorie zij drie keer ter harer ere. Het
was de Passionist, H. Gabriel Possenti die was verschenen en die haar
aanmoedigde. "Hij kwam elke avond en we baden de gebeden tesamen. De
noveen eindigde op de eerste vrijdag van maart. Op die dag ontving ik de
Heilige Communie vroeg in de morgen. O wat een gelukkige momenten bracht ik
door met Jezus. Hij vroeg me ook, 'Wil je genezen worden?' "Mijn
emotie was zo groot dat ik niet kon spreken, maar in mijn hart antwoordde ik,
Wat U wil, O Jezus! De
genade werd verleend. Ik was genezen. Ik stond recht uit bed. Degenen in huis
weenden van geluk. Ook ik was blij, maar niet zozeer dat ik genezen
was, maar dat Jezus mij als Zijn kind gekozen had. Want die morgen voor Hij
vertrok had Hij gezegd: 'Mijn kind, de genade die je hebt gekregen deze
morgen zal gevolgd worden door vele andere die nog groter zijn.'
Gemma's genezing
was compleet en permanent. Haar ziekte had meer dan een jaar geduurd en had
haar bijna het leven gekost, maar nadien was haar gezondheid normaal.
Haar eerste gedachte na haar genezing was waarop ze lang gehoopt had nl. het
binnengaan in een klooster. De omstandigheden hadden het onmogelijk gemaakt om
te realiseren, maar nu leek de lucht opgeklaard. Verschillende religieuze
gemeenschappen in Lucca wilden haar graag accepteren en moedigden haar zelfs
aan. Maar de kerkelijke autoriteit geloofde niet in haar plotselinge genezing
van zon gevaarlijke ziekte en ook haar bijzondere mystieke ervaringen waren
gekend door de lokale Bisschop. De deuren werden tot haar groot verdriet voor
haar gesloten.
Ondertussen bleef haar geestelijk leven groeien in intensiteit en vurigheid;
haar vereniging met God werd intiemer, en haar ziel werd bezocht met goddelijke
communicatie. Ze deed zelfs gedurende haar ziekte het Heilig Uur ter ere van de
doodsstrijd van Jezus in Gethsemane. Uit dankbaarheid voor haar genezing
beloofde ze het Heilig Hart van Jezus dat ze het Heilig Uur zou houden elke
donderdag nacht een belofte die ze hield voor de rest van haar leven. Het was
gedurende dit Heilig Uur dat Jezus in haar ziel buitengewone genaden stortte
die van haar leven een martelaarschap van liefde maakte. Haar eerste ervaring
van deze Heilige Donderdag beschreven door haar geestelijke leidsman : Ik bracht het hele uur biddend door
en weende om mijn zonden. Ik
zat neer omdat ik mij zwak voelde. De smart bleef duren. Ik
verloor plotseling het gebruik van mijn zintuigen. Ik probeerde recht te komen
en de deur van mijn kamer op slot te doen. Waar was ik? Ik bevond mij in
aanwezigheid van de Gekruisigde Jezus, en er vloeide bloed uit Zijn wonden. Het
aanblik vervulde mij met pijn. Ik maakte een kruisteken. Ik voelde een grote
rust, maar toch een intense smart voor mijn zonden. Ik knielde neer met mijn
voorhoofd tegen de grond en bleef zo uren zitten toen ik bijkwam waren de
wonden van Jezus zo in mijn geest gegrift dat ze nooit meer weg zijn gegaan. Het visioen vulde Gemma met een
nieuwe afkeer voor zonde en een intens verlangen om te lijden met Jezus en een
offerziel te worden voor de redding van zielen. Het verlangen werd ingewilligd.
Op een morgen na de Heilige Communie hoorde ze een stem van Jezus tot haar
zeggen, Hou moed Gemma, Ik wacht
op jou op Kalvarie waar je spoedig heen zult gaan."
Gemma ontvangt de stigmata
De betekenis van de woorden werd spoedig duidelijk. Een paar dagen later, op
donderdag 8 juni, de vooravond van het Feest van het Heilig Hart, wanneer ze
zoals gewoonlijk een Heilig Uur begon voelde ze een felle smart voor haar
zonden zoals ze nooit eerder ervaren had en een levendig aanvoelen van Jezus
lijden. Plotseling was ze in extase en was ze in aanwezigheid van haar hemelse
Moeder en haar Engelbewaarder. De engel liet haar een akte van berouw zeggen en
Maria troostte haar met de verzekering dat haar zonden waren vergeven, en ze
kreeg te horen dat ze een grote genade ging ontvangen door de liefde van Jezus.
Dit zijn Gemmas woorden: Dan opende Ze
haar mantel en bedekte mij ermee. Op hetzelfde moment verscheen Jezus met Zijn
open wonden: maar in plaats van bloed kwamen er vlammen uit. In een ogenblik
raakten die vlammen mijn handen, voeten en hart. Ik voelde alsof ik aan het
sterven was en ik zou op de grond gevallen zijn, was het niet dat mijn Moeder
me steunde onder haar mantel. Ik bleef in die positie voor enkele uren. Toen
kuste Ze mijn voorhoofd, het visioen verdween en ik bleef alleen achter op mijn
knieen. Maar ik bleef een intense pijn voelen in mijn handen, voeten en hart.
Ik stond op om naar bed te gaan, maar ik zag dat er bloed vloeide uit de
plaatsen waar ik pijn had. Ik bedekte hen zo goed ik kon en kroop in bed met de
hulp van mijn Engelbewaarder. De volgende morgen had ik het moeilijk met naar
de heilige Communie te gaan. Ik deed een paar handschoenen aan om mijn handen
te verbergen. Maar ik kon bijna niet rechtstaan en ik voelde dat ik elk moment
kon sterven. Die pijn bleef duren tot 15:00
uur op Vrijdag, het Feest van het Heilig Hart.
Jezus mijn Zoon houdt heel veel van jou en Hij wil je een genade geven - OLV van smarten aan de H. Gemma
Los van haar verwarring was Gemmas enige gedacht
hetgeen dat ze gevoeld had na haar Eerste Communie wanneer ze een vuur voelde
branden in haar hart en ook dat het een gewone ervaring was met degenen die
Jezus had uitverkoren als de Zijne. Ze wilde iemand in vertrouwen nemen na haar
ervaringen en ging naar haar tante met opgeheven handen en eenvoud als een kind
: Tante, kijk wat Jezus gedaan
heeft. De goede vrouw stond versteld van verbazing, maar begreep
weinig van het vreemde fenomeen.
Het fenomeen herhaalde zich
regelmatig elke donderdagavond, beginnend om 23.00 u en het duurde tot 15.00 u de
vrijdagnamiddag. Gemma leek al de fases van het Lijden te passeren en droeg in
haar lichaam al de tekenen van Christus fysieke lijden: niet enkel de wonden in
de handen, voeten en zijde, maar ook de doorboring van de doornenkroon, de
tekenen van de geseling, de wonde op de schouder veroorzaakt door het gewicht
van het Kruis, allen vergezeld van de meest verschrikkelijke pijn. Gedurende
deze uren had ze liefdevolle gesprekken met Jezus op fluistertoon, dikwijls
smeekte ze om genade voor zondaars en offerde ze zichzelf als offer ter
uitboeting van hun zonden.
Voor enige tijd hield Gemma deze buitengewone gebeurtenissen verborgen zelfs
voor haar biechtvader: deels door haar extreme nederigheid en deels door de
moeilijkheid om het uit te leggen in de biecht. Maar na een paar weken kreeg ze
een inwendige stem zeggen: Je zult een dochter zijn van mijn Lijden, en een
favoriete dochter: een van deze (Passionisten) zal een vader zijn voor jou: ga
en maak alles kenbaar aan hen. Er werd in Lucca een Passionist gevonden die
haar adviseur werd en haar biechtvader Mgr. Volpi goed kende. Passionist Vader
Germanus werd uiteindelijk haar geestelijke leidsman.
Vader Germanus
Mgr. Volpi stond verbaasd en
twijfelde aan de authenticiteit van Gemmas buitengewone mystieke ervaringen. Hij
legde het geval voor aan Vader Germanus, die veel ervaring had en alles nogal
wetenschappelijk opvatte. Hij wilde eerst niets met Gemma te maken hebben en
adviseerde Mgr. Volpi dat Gemma het gewone geestelijke pad zou volgen. Maar
onder druk ontmoette hij toch Gemma. Na een grondig onderzoek kwam hij toch tot
de vaststelling dat zij een uitverkoren ziel was en bleef haar geestelijke
leidsman voor de rest van haar leven. Na haar dood schreef hij een biografie
van Gemma getiteld Het Leven van de H. Gemma Galgani.
Gemma verhuist naar het huis van de Giannini
Toen Gemmas vader stierf liet
hij het gezin berooid achter en zij was verplicht om bij een van haar tantes te
wonen. Gemma was toen 19 jaar oud. Een van Gemmas hoofdzorgen was het verborgen
houden van de grote dingen die God met haar had gedaan. Het was spoedig
duidelijk dat dit in haar tantes huis niet mogelijk was. De jonge gezinsleden
waren nieuwsgierig en er was niet een medelevend. Men begon
erover te roddelen. Gemma was
dikwijls in extase zelfs gedurende haar dagelijkse bezigheden, en was
overgeleverd aan degenen rondom haar die dergelijke buitengewone genaden niet
begrepen. Ze had daardoor veel te lijden. Tenslotte werd ze in huis genomen
door de Giannini familie onder invloed van de Passionisten. Het was
een bekende familie in Lucca. Eerst werd ze als occasionele gaste ontvangen en later als een
geadopteerde dochter. De huishouding bestond uit de vader en moeder met 11
kinderen en een tante genaamd Cecilia die Gemma reeds kende en haar bewonderde
en zij werd een geadopteerde moeder voor haar.
Giannini familie
Het karakter van het gezin kan verteld worden door de vader Matteo Giannini. Mijn
vijf zonen zijn een grote troost voor mij. Ze gaan elke dag naar de Heilige
Communie en zijn zeer betrokken bij Katholieke acties. Van mijn dochters zijn
er vijf nonnen, en een is gehuwd.
Dagelijks leven
In het
huis van de Giannini was Gemma beschut voor de ogen van de wereld en van de
reputatie van ongewone heiligheid die haar zo misnoegde. Haar leven in de
Giannini huishouding was er een van voortdurende en nuttige activiteit. Zij was
nooit zonder werk. Toen ze in het begin naar ons
kwam zei haar geadopteerde moeder Cecilia crochetteerde ze, maar ze breide
het liefst of herstelde kousen. Het hield haar bezig, want ze herstelde voor
het hele gezin. Ze stond altijd klaar om te doen wat er moest gedaan worden. Ze
hield zich altijd bezig. Een priester die bij de familie was en haar
dagelijkse bezigheden zag bewonderde haar eenheid met God. Zelfs temidden van
de meest verstrooiende huiselijke taken leek ze volledig op te gaan in God en
in voortdurende meditatie. Maar dit hinderde haar niet om met grote zorg te
doen wat er moest gedaan worden.
Een andere taak dat ze zich aantrok was de zorg voor de zieken. Ze zorgde
altijd voor degenen die ziek waren in huis. Ze legde grote zorg en attentie aan
de dag en in alle dingen toonde ze de grootste liefde; ze deed alles uit liefde
voor God.
Weinigen vermoedden dat achter Gemmas gewone leven de sublieme geestelijke
toppen schuilgingen. Haar eenvoud en nederigheid bedekten de geheimen van haar
innerlijk leven. Een priester, die veelvuldig de Giannini familie bezocht en
haar goed kende, was zich niet bewust van haar buitengewone heiligheid tot haar
dood het onthulde. Haar bescheidenheid en eenvoud maakten een aangename indruk
op mij. En hoewel ik dikwijls in contact kwam met haar kon ik in haar niet de
kleinste onvolmaaktheid vinden Ze was iemand van weinig woorden. Ik hoorde
haar nooit spreken over haarzelf. Ze had een delicaat geweten en een mooie
ziel, alles ingesteld om God lief te hebben, maar ik dacht niet dat ze zo ver
gevorderd was in heiligheid.
Vader Germanus vertelt ons dat er een karakteristieke deugd was van Gemma en
dat was haar evangelische eenvoud. Het vergezelde haar tot de hoogten van het
bovennatuurlijk leven. Zij kon niet denken of
spreken in iemands nadeel. Je had een tang nodig, zei een getuige om een woord van haar te horen
over anderen, zelfs al was de informatie noodzakelijk, als het een woord was in
iemands nadeel. Ze was dikwijls in extase gedurende de dag, maar ging verder
met haar werk klaarblijkelijk onbewust van enige onderbreking. En na de
lange wekelijkse extase stond ze recht alsof niets was gebeurd, ze waste de
bloedvlekken weg en trok haar mouwen naar beneden om de grote littekens op haar
handen te verbergen. Ze
geloofde dat niemand haar had opgemerkt en keerde terug naar de andere leden
van het gezin en nam deel aan het werk van de dag.
Het was haar eenvoud dat haar eerst deed geloven dat haar mystieke ervaringen
gewoon waren voor allen die God wensten lief te hebben. En toen ze besefte dat
ze buitengewoon waren werd ze door angst overvallen dat ze misschien een
bedriegster was. Ze vroeg dan ook aan haar geestelijke leidsman :Moet ik geloven dat het Jezus is, of de
duivel of mijn eigen inbeelding? Ik ben onwetend en ik kan bedrogen zijn. Wat
zou er van mij worden als ik het slachtoffer werd van waanideeen? U weet dat ik
deze dingen niet wens. Ik wil enkel dat Jezus blij is over mij. Of nog, Kan het zijn dat ik een bedriegster ben?
Als ik het ben zal ik mijn ziel verliezen. Ik zou willen dat u uitlegt wat een
bedrieger is, want ik wil niemand bedriegen. Ze vond haar enige troost in de
absolute gehoorzaamheid aan haar biechtvader en haar geestelijke leidsman: O,
wat een troost vindt mijn hart in gehoorzaamheid! Het vult me met kalmte die ik
niet kan uitleggen. Lieve
gehoorzaamheid! Bron van al mijn zielerust. Gemma en de bekering van zondaars
Gemmas hele leven was inderdaad een van een lang ononderbroken offer van het
heroische soort. Voor een wereldlijk ingestelde persoon is zon leven van
lijden misschien vreselijk en zelfs tragisch. Maar er
is een geheim dat het volledig verklaart. Van haar vroege kindsheid vulde de contemplatie van
de Gekruisigde Jezus haar met een gevoel van haar eigen zondigheid en het
verlangen er eerherstel voor te doen, en dan met Hem verbonden te zijn in Zijn
lijden en hen te delen als eerherstel voor de zonden van de wereld. Zielen
winnen voor Jezus door gebed en lijden was de enige passie in haar leven. Zelfs
als een kind op school zei haar leraar, Gemma leed omdat er zonde werd
gepleegd. Ik herinner mij toen ze een klein kind was dat ze verdrietig was als
een van haar vriendinnen verkeerd had gehandeld Ze bad veel, maar vooral voor
de arme zondaars, en offerde verstervingen voor hen zoals een kind kan doen.
Het was de drijfveer van haar leven die de getuigen van haar heroische
heiligheid herhaaldelijk vermelden als een karakteristiek van haar. Zoals
sommige van de getuigen hebben verklaard: Ze was vooral aangetrokken om te
bidden voor arme zondaars....Ze werd gekweld door de gedachte aan de zonden
van de wereld en ze offerde zichzelf op aan God in naam van de zondaars....Ze
zou graag in de wereld zijn gegaan om te werken aan de uitbreiding van Christus
koninkrijk door heidenen, ketters, en zondaars te bekeren.... De zonden van
de mensheid en de beledigingen die deze veroorzaakten aan Jezus waren een acute
en constant bron van lijden voor Gemma. Ze was dikwijls in extase aan het
smeken voor zondaars en zelfs haar leven voor hen aan het aanbieden. Wat wenst U, O Jezus? Mijn leven? Het is het Uwe
Ik heb
het reeds opgeofferd aan U. Bent U gelukkig als ik het opnieuw offer als
uitboeting voor mijn zonden en die van alle zondaars? Als ik honderd levens had
zou ik ze allemaal aan U geven!
En in haar brieven keert ze dikwijls terug naar dezelfde gedachte: Wat is er
zoeter dan vervuld te zijn met de gedachte aan Jezus en te knielen voor het
Goddelijke Slachtoffer van liefde en smart een Slachtoffer voor mijn zonden,
voor mijn redding en voor de redding van zielen?... Ik zou zomaar elke druppel bloed geven om Hem te behagen en om te
voorkomen dat zondaars Hem beledigen....Ik zal enkel gelukkig zijn wanneer ik
een slachtoffer ben-en dat het spoedig moge zijn- om eerherstel aan te bieden
voor mijn ontelbare zonden en voor de zonden van de hele wereld.
Ze hield het niet bij bemiddeling voor zondaars in het algemeen, maar droeg
bijna voortdurend een koppige zondaar op de schouders zoals ze zei waarvoor
ze gevraagd werd te bidden. En eindeloze bekeringen werden verkregen door haar
gebeden, van de stervende die de Laatste Sacramenten weigerde die werd bekeerd
door haar gebeden als kind op school, tot de notoire zondaar van Lucca wiens
bekering haar werd aangekondigd de dag voordat ze stierf. Haar lijden was niet
betekenisloos, noch een persoonlijke discipline: ze waren het instrument van
een groot apostolaat voor de heiliging van zielen, en vooral voor de bekering
van zondaars, die al de inspiratie en al de deugd waren van haar voortdurende
vereniging met de Gekruisigde Jezus.
Terwijl tijdens het gebed mijn verlangens mij een echte
marteling waren, sloeg ik de brieven van de heilige Paulus open om daar een
antwoord te vinden. Mijn oog viel op het twaalfde en dertiende hoofdstuk van de
eerste brief aan de Korintiers. In het eerste las ik dat niet allen apostelen,
profeten of leraars kunnen zijn, maar dat de Kerk uit verscheidene leden
bestaat, en dat het oog niet tegelijk ook hand kan zijn. Het antwoord was
duidelijk, maar het voldeed nog niet aan mijn verlangens, het gaf me geen vrede.
Zonder ontmoedigd te worden, zette ik mijn lezing voort, en
de volgende zin gaf mij troost: U moet naar de hoogste gaven streven. Maar
eerst wijs ik u een weg die verheven is boven alles (1 Kor 12,31). En dan legt
de apostel uit hoe zelfs de volmaaktste gaven niets zijn zonder de liefde, en
dat de liefde de allerbeste weg is, die zeker leidt naar God.
Eindelijk had ik rust gevonden. Bij het beschouwen van het
mystieke lichaam van de Kerk had ik mij in geen enkel van de ledematen herkend
die de heilige Paulus beschrijft, of liever, ik wilde me in alle ledematen
herkennen. De liefde gaf me de sleutel tot mijn roeping. Ik begreep dat, als de
Kerk een lichaam is dat uit verscheidene ledematen is samengesteld, het
noodzakelijkste en edelste lid haar niet kon ontbreken.
Ik begreep dat de Kerk een hart bezat en dat dit hart moest
branden van liefde. Ik begreep dat alleen de liefde de leden van de Kerk tot
handelen aanzette, en dat, als de liefde zou uitdoven, de apostelen zouden
ophouden het evangelie te verkondigen, de martelaren zouden weigeren hun bloed
te vergieten. Ik begreep dat de liefde alle roepingen in zich bevatte, dat de
liefde alles was, dat zij alle tijden en alle plaatsen omvatte, in een woord,
dat zij eeuwig is!
Mijn roeping is de liefde. Ja, ik heb mijn plaats gevonden
in de Kerk, en die plaats, mijn God, hebt U mij gegeven.
Noveen van de H. Theresia van het Kind Jezus - dag 5
Noveen
van de H. Theresia van Lisieux
Vijfde dag
:
Kom
Heilige Geest en vul de harten van de gelovigen, en ontbrand in hen het vuur
van goddelijke liefde.
V. Zend Uw Geest over deze aarde.
A. En U zult de aarde vernieuwen.
Laat ons
bidden: O God, die
de harten van de gelovigen hebt geleid door het licht van de Heilige Geest.
Verleen dat we door de gave van de Heilige Geest we wijs mogen zijn en ons
verheugen in Zijn vertroosting, door Christus onze Heer.
Akte van geloof, hoop en liefde : O mijn God! Ik geloof in U:
versterk mijn geloof. Al mijn hoop is op U gevestigd. U komt Uw beloften trouw
na. Ik houd van U: leer me U steeds meer lief te hebben.
Akte van
berouw:Mijn Heer en mijn God,
het is mij leed dat ik tegen uw opperste majesteit misdaan heb. Ik verfoei al
mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat
ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt. Ik maak het
vast voornemen, mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.
In dit berouw wil ik leven en sterven.
Kleine
Bloem van Jezus, vanaf het eerste moment van uw religieus leven zocht u aan
uzelf te verzaken om Jezus beter te kunnen navolgen. Help me geduldig de
beproevingen van mijn dagelijks leven te dragen. Leer me om de beproevingen,
het lijden, de vernederingen te gebruiken om mijzelf beter te leren kennen en
God meer lief te hebben.
Bemiddel
voor ons al de dagen van ons leven, maar vooral gedurende deze noveen en
verkrijg voor ons van God de genaden en gunsten die we vragen door Uw
bemiddeling. Amen. (noem hier de verzoeken)
Gedachte
doorheen de dag: Geduld in het lijden. Ik vrees de beproevingen die
gezonden worden door Jezus niet, want zelfs in het bitterste lijden kunnen we
zien dat het Zijn liefdevolle hand is die het veroorzaakt.
Wanneer we niets dan lijden verwachten, zijn we
verrast bij de minste vreugde. Maar dan wordt het lijden de grootste vreugde
wanneer we het lijden zoeken als een kostbare schat.
Mijn boetedoening bestaat erin mijn eigen wil te
breken. We zorgen dat we kleine goede daden stellen voor degenen die rond ons
zijn, maar deze daden als onbelangrijk afdoen.
Slotgebed:
O Heer, U
hebt gezegd: Als jullie niet worden als kleine kinderen, zullen jullie het
koninkrijk van de hemel niet binnenkomen. We smeken U, ons te helpen de
nederigheid en eenvoud van hart die de Heilige Theresia kenmerkte, te bereiken
zodat we een eeuwige beloning in ontvangst kunnen nemen. Amen.
Het
eerste misverstand over de Onbevlekte Ontvangenis is dat mensen denken
dat het betekent dat Maria zonder zonde zwanger is geworden. Daar heeft
het niets mee te maken. Wel gaat het om de conceptie van Maria zelf, om de
manier waarop zij het leven ontvangt. Vandaar dat de Onbevlekte Ontvangenis op
8 december gevierd wordt, negen maanden voor 8 september, wanneer de traditie
haar geboorte viert.
Toen
Maria geboren werd als kind van haar ouders Anna en Joachim, was zij reeds
verlost. Waarom? Dit dogma gaat meer over Jezus dan over Maria. Alle dogmas
zijn immers bedoeld om iets duidelijk te maken over Jezus Christus. Om de
Onbevlekte Ontvangenis uit te leggen, moeten we eigenlijk beginnen bij de
erfzonde.
De Kerk
gaat ervan uit dat elk mens zondig geboren wordt. Dan hebben we het niet
over een zonde die wij begaan - getuige het woord erfzonde of erfsmet -, maar
over wat wij meekrijgen door ons menszijn. Adam en Eva zijn de
eerste mensen die gezondigd hebben, waarna zij verjaagd werden uit het
Paradijs. Die zonde erven wij allemaal over. Het is Christus die ons daarvan
verlost. Die verlossing gebeurt ritueel bij de doop, het wassen
is het afwassen van de erfzonde.
Verheven verlossing
Als
Maria, de moeder van Christus, ook besmet zou zijn met deze erfzonde, dan zorgt
dat voor een probleem. Want als het een zonde is die men bij het ontstaan als mens meekrijgt
en als Christus echt mens is, is de conclusie dat hij ook die zonde meekrijgt.
Tenzij zijn moeder die zonde niet heeft.
Van meet
af aan heeft men gesteld dat Maria, als moeder van de Heer, gevrijwaard is van
die smet of van die erfzonde waarmee anderen geboren worden. Uit die traditie is de theorie
voortgevloeid dat Maria vanaf haar conceptie reeds verlost werd. Over dat
laatste is lang gediscussieerd. Vele middeleeuwers dachten dat Maria verlost
was vanaf haar geboorte. Maar de Kerk zegt dat de mens begint te zijn vanaf de
conceptie. Als Maria dus niet besmet mag zijn, dan moet dit gebeurd zijn
vóór haar geboorte en vanaf haar conceptie. Dat is een meer verheven wijze
van verlost worden.
Je zou je
natuurlijk kunnen afvragen waarom God niet simpelweg Christus van de erfzonde
gevrijwaard heeft. Maar Christus moest niet verlost worden van iets, vermits
hij niet alleen mens maar ook God is. God kan niet besmet worden met de
erfzonde, want God is volledig goed. Zonde betekent bijna letterlijk afzondering
van God. God kan niet afgezonderd zijn van zichzelf. Maar Maria is louter
mens. Om de moeder van Christus te kunnen zijn, dient zij gevrijwaard te zijn
van deze smet van erfzonde. Het principe vertrekt vanuit het respect voor de
verhevenheid van Maria die moeder van God is. Maria, uit wie de Messias wordt
geboren, is meteen het beeld van de Kerk als Gods volk, dat God ten leven roept
als een oase van goedheid en Godsverbondenheid, en als een dam tegen het kwaad.
Onbevlekte Ontvangenis als dogma
De verering
van Maria dateert van de eerste eeuwen na Christus. Eerst was er de
eeuwenlange praktijk van verering en pas daarna is men dat theologisch en
theoretisch gaan uitdiepen. Zo spreekt het Oosters christendom over haar
als de Theotokos, diegene die God baart, bepaald op het Concilie
van Efeze (431). Met dat dogma werd bepaald dat Maria niet enkel moeder van
Jezus (als mens), maar ook de moeder van God was. En veel later, op een hoogtepunt
van Mariaverering (denk maar aan de vele Mariaverschijningen) halverwege de
negentiende eeuw, heeft paus Pius IX na raadpleging van de
bisschoppen wereldwijd de Onbevlekte Ontvangenis als dogma afgekondigd
(1854), buiten een concilie om. Het is het eerste dogma dat niet eerst door een
concilie besloten is waarna het door de paus bekrachtigd wordt. Het gaat hier
overigens over een traditie van de Katholieke Kerk. In het protestantisme
wordt dit dogma afgewezen omdat er geen rechtstreekse Bijbelse referentie
voor is.
Zowel de
Theotokos als de Onbevlekte Ontvangenis hebben met hetzelfde probleem te maken,
namelijk: hoe kan je verklaren dat een mens God baart? Is ze dan een godin? Nee, het
heeft te maken met het mysterie van God die mens wordt en als mens geboren
wordt. Maar dan is de moeder natuurlijk niet de eerste de beste. Uit dat geloof
groeit de verering van Maria, de Mariacultus, zonder van haar een godin te
maken. Dat is een grens die streng bewaakt moet worden, al durf ik niet
zeggen dat de volksdevotie die nooit overschreden heeft. Wil Christus volledig
mens zijn en toch God (niet afgezonderd van God, dus zonder zonde), dan kan hij
niet besmet zijn met de erfzonde. En dus moet de vrouw van wie hij het leven
krijgt, gevrijwaard zijn van de erfzonde in heel haar zijn, dwz vanaf haar
conceptie.
De Heilige Drievuldigheid
Het is
lastig dit te verklaren zonder diep in te gaan op de existentiële onderlaag van
dit probleem, namelijk dat de christenen volmondig willen zeggen dat Jezus mens
was. Hij was geen schijnmens, geen God die even op aarde gewandeld heeft. Maar
wij willen tegelijkertijd ook volmondig zeggen dat die mens God was. Er was
geen verschil tussen hem en God. Daar is in de eerste eeuwen heel wat over
gediscussieerd tot in 451 op het Concilie van Chalcedon werd afgekondigd dat
Jezus volledig mens én volledig God was. Hij is God die mens wordt. Dit is
het grote mysterie van het Christendom waarin wij verschillen van het
Jodendom en de Islam, de twee andere monotheïstische godsdiensten: dat God mens
wordt. In Islam blijft Allah altijd transcendent, net zoals voor de Joden
Adonai (of JHWH) altijd transcendent blijft. Alles kan verwijzen naar God,
maar kan God niet bereiken op aarde. Het Christendom daarentegen zegt dat de
aarde God niet kan bereiken, maar dat God op aarde is gekomen. Maar omdat we
zeggen dat God mens geworden is, moeten we natuurlijk ook consequent zijn in
wat we vertellen over de moeder van Jezus. Dat ze menselijk is, want anders zou
hij niet mens zijn. Maar dat ze niet het tekort van de mens tegenover God
waarin élke mens afgezonderd is van God, nl de erfzonde, meegeeft aan haar
zoon. Anders zou hij niet God zijn.
Men
spreekt ook over de Heilige Drievuldigheid om te kunnen verklaren dat
God transcendent is en tegelijkertijd mens wordt. Er is de Vader die
transcendent is, er is de Zoon die mens wordt en er is de Geest waardoor die
twee toch samenblijven. Zoals in een huwelijk waarin je man en vrouw hebt, maar
toch spreekt over wij als over een persoon.
Een eeuw
later is trouwens een tweede Mariadogma afgekondigd, Maria
Tenhemelopneming, het feest van 15 augustus. Dit is een logisch gevolg uit
het eerste dogma. Als Maria namelijk niet met de erfzonde besmet is, dan hoeft
zij niet lichamelijk te sterven. De lichamelijke dood doet slechts zijn intrede
met de erfzonde. Vandaar dat Maria na haar dood niet zoals wij in haar
lichamelijkheid naar de slaaptuin (de oorspronkelijke betekenis van
cimetière) moet gaan in afwachting van de opstanding van de doden aan het
einde der tijden. Die fase mag zij overslaan, Maria wordt rechtstreeks ten
hemel opgenomen waarbij weer het verschil met Christus blijft die symbolisch
op eigen goddelijke krachten ten hemel vaart.
Maar
eerst vieren we dus de geboorte van Maria, op 8 september.
Je
bekeren is altijd een kwestie van tijd: de mens heeft tijd nodig, en ook God
wil tijd met ons doorbrengen. We zouden een absoluut verkeerd beeld van de mens
hebben als we zouden denken dat belangrijke dingen in een mensenleven in een
oogwenk voorgoed kunnen plaatsvinden. Een mens zit zo niet in elkaar, hij heeft
tijd nodig om te groeien, te rijpen en al zijn mogelijkheden tot ontwikkeling
te brengen. God weet dat beter dan wijzelf en daarom wacht Hij, geeft Hij niet
op, is Hij vergevingsgezind en grootmoedig: Gods goedheid wil je tot inkeer
brengen (Rom 2,4).
Niet
zijn verontwaardiging maar, integendeel, zijn liefde, zijn goedheid, zijn
geduld. In de proloog van zijn regel maakt Benedictus daar een pregnante
opmerking over: God is elke dag op zoek naar zijn arbeider, en de tijd die Hij
ons geeft is een vorm van opschorting en uitstel, een geschenk, genadetijd die
wij gratis ontvangen. Het is een tijdspanne die wij gebruiken kunnen om God
nogmaals te ontmoeten, steeds beter te ontmoeten in zijn onvoorstelbare
barmhartigheid. Pas later, na onze dood, zullen we zonder en buiten de tijd
kunnen leven, voor eeuwig. In dit leven is de tijd ons gegeven om God steeds
beter te leren kennen: een tijd van bekering en genade, ons gegeven omdat God
barmhartig is.
Kom Heilige
Drie-eenheid en heel de Hemel met woorden van God de Vader tot Zijn kinderen
3 december 2016
Mijn
geliefde zoon, dit is God de Vader van Hemel en aarde. Ik kom Mijn kinderen
leren over de profeten en boodschappers uit het verleden en vandaag. Mijn
profeten en boodschappers zijn hier om Mijn kinderen te waarschuwen over wat
zal gebeuren als ze niet luisteren naar Mijn waarschuwingen. Ik heb Mijn Moeder
en Zoon dikwijls gestuurd de laatste paar jaren om mijn volk te waarschuwen
voor toekomstige gebeurtenissen als ze blijven leven in satans zonde. Mijn
profeten zijn niet verondersteld juist te zijn over de gevolgen. Hun
boodschappen zijn waarschuwingen aan jullie van wat zal gebeuren als Mijn
kinderen niet luisteren en terugkeren naar de Tien Geboden.
Kijk
naar Jona in de Bijbel en al de andere profeten die kwamen om Mijn volk te
waarschuwen. Als het volk luisterde naar de profeten, zou de kastijding
verzacht worden en veranderd. Maar als ze niet luisterden naar de profeten,
gebeurden alle waarschuwingen zoals Ik had gezegd. Ik blijf Mijn kinderen
waarschuwen, net zoals een goede vader zijn kinderen blijft waarschuwen om hun
zielen te redden. Jullie kunnen niet in zonde leven zoals Amerika. De hele
wereld leeft al zeer lang in zonde zonder ervoor te boeten. Gebed kan nog
altijd sommige van de gebeurtenissen verzachten die Amerika zullen overkomen en
als het merendeel van de mensen op hun knieen valt en smeekt om Mijn vergeving
en de Tien Geboden terug invoert, zouden sommige van de natuurrampen verzacht
kunnen worden.
Ik
was zeer gelukkig met de verkiezing maar jullie moeten elke dag bidden voor
jullie nieuwe leiders en veel bidden omdat satan zoals een wilde hond is die in
een hoek wordt geduwd en hij zal alles doen om Mijn kinderen nu te treffen en
te doden. Maar onthoud dat Ik God de Vader ben en Ik de controle heb over alles
en satan kan enkel doen wat Ik toelaat omwille van de zonden van Mijn kinderen.
Dat is hetgeen de vrije wil toelaat. Mijn kinderen kunnen de wereld redden of
de wereld vernietigen door de keuzes die ze maken met de vrije wil dat Ik hen
gegeven heb. Jullie kunnen jullie vrije wil gebruiken om Mij tegen te werken,
ze aan satan geven, de wereld vernietigen en veel lijden of jullie kunnen Mijn
Tien geboden naleven, Mij en je naaste liefde, eerlijkheid, vrede geven, de
wereld redden en gelukkig zijn.
Ik
ben een liefdevolle vader die zijn kinderen steeds weer corrigeert tot de dag
waarop hij moet zeggen genoeg is genoeg en hij alles moet wegpakken van zijn
kinderen om hen een les te leren. Dan zullen ze ja aan hun vader moeten
zeggen of nee. Maar als ze nee zeggen moeten ze de gevolgen van de
boosaardige wereld dragen.
Alsjeblieft,
Mijn kinderen, bekeer jullie dringend en ga naar de Biecht als je Katholiek
bent of kniel voor Kerstdag en vraag vergeving voor jullie zonden met een
berouwvol hart of betaal de prijs met diep lijden. En bid voor alle zondaars
omdat al Mijn kinderen zondaars zijn door de erfzonde. Heb God de Vader van
Hemel en aarde steeds meer lief. Dank je, Mijn zoon om de boodschap op te
schrijven. Ik houd heel veel van al Mijn kinderen.
Kom Heilige
Drie-eenheid, de Heilige Moeder en de hele Hemel, 24 november 2016
Mijn
geliefde zoon, zeg de vrouwen in je gebedsgroep dat hun vader in de Hemel is en
hij zeer, zeer gelukkig is. Hij wil allen zeggen dat hij bid voor hen en heel
zijn gezin en vrienden. Hij dankt hen voor alle gebeden die ze voor hem gezegd
hebben zodat hij zo vlug in de Hemel geraakte.
Zeg
al Mijn geliefde dochters dat Ik, hun God zeer gelukkig ben met hen voor alles
wat ze voor je doen en je steunen in Gods werk en je helpen met het zegenen van
je gebied met gezegend zout en Benedictus-medailles. Blijf zielen redden. Ik
ben zeer, zeer gelukkig met alle dochters en zonen en Ik zend een bijzondere
zegen aan dit gezin e naan al je echtgenoten en kleinkinderen op deze Thanksgiving
Day. Ik houd van jullie allen en Ik zend dezelfde zegen aan de rest van de
gebedsgroep en hun echtgenoten en kleinkinderen. Heb Jezus en Maria en de hele
Hemel steeds meer lief.
Mijn
Moeder wil aan al Haar kinderen zeggen: Mijn geliefde, Ik, Maria zend
persoonlijk aan ALLE gebedsgroepen en alle echtgenoten, kinderen, kleinkinderen
de bijzondere zegen dat Ik gegeven heb in Medjugorje, Caritas en al de
verschijningsplaatsen rond de wereld. Al wat je moet doen is vragen om de
zegen. God staat Mij toe deze zegen krachtiger te geven op deze Thanksgiving
Day door al de oorlogen die de wereld en Amerika zullen moeten vechten dit
komende kerkelijk jaar. Deze zegening wordt aan elk van jullie gegeven en
jullie kunnen het doorgeven ofwel door te zeggen of door gebed. Heb de Moeder
van al Mijn kinderen met de Drie-eenheid, de Heilige Familie en de hele Hemel
steeds meer lief. Heb de Moeder van God lief.
Boodschap van 1 januari 2010 aan Mario te Brindisi
"Ik ben Maria, de Moeder van het Woord.
Lieve kinderen, Ik wens dat jullie die in hoogmoed en trots vielen, groeien
in nederigheid, de deugd door Mij bijzonder geliefd.Enkel door bescheiden en barmhartig te worden,
zullen jullie op een dag in de Hemel komen. De Hemel is voor iedereen die klein
is en liefheeft. Let op voor de tegenstander, Mijn kinderen, want hij probeert
te ontmoedigen.
Zien jullie niethoe de verleidingen jullie meeslepen naar het kwaad? Alleen gebed en
boete kan helpen tegen de klauwen van de Boze. Als jullie Mij volgen zullen
jullie apostelen van de laatste tijden worden. De laatste tijden zijn al
begonnen.Kijk naar wat er gebeurt op aarde
en jullie zullen het begrijpen. Er rest niet veel meer tijd, daarom moeten
jullie terugkeren naar God.
Ik zalvoor jullie een
lichtbaken zijn in de duisternis van de wereld. Wie zijn toevlucht zal nemen in
Mijn Onbevlekt Hart zal niet worden getroffen door de ramp: een verwijdering
tussen Christus en de Kerk.
Jullie noemenjezelf gelovigen, maar bewandelen jullie werkelijk de weg van de Heer? Gaan
jullie de laatste hulp aanbieden?
Jullie vragen vaak: wie zijn de laatste? Laatste zijn mensen die niets
te eten en niets om te dragen hebben... Laatste zijn de gemarginaliseerden door
de groten der aarde, omdat ze geen meel produceren voor hun graanschuren...
Laatste zijnallen die oordelen en veroordelen en geen gevangenen bezoeken...Laatste zijn de weduwen waarvan zelfs de bloedverwanten hun
alleen laten...
Ze zijnkostbaar in de
ogen van de Vader, en Hij houdt van ze om wat ze zijn: Zijn kinderen. Niet om te berispen wordt dit gezegd, maar om
jullie te corrigeren en te zeggen: vermeerder de vlam van geloof en de liefde.
Verhinder niet datde Heilige Geest jullie
omvormt. Mijn bezoeken zijn de laatste op aarde. Als jullie geen ernstige verantwoordelijkheid
nemen door ze te aanvaarden, zal God om rekenschap vragen. Veel aardbevingen
zullen overal plaatst vinden en stormen zullen toenemen en dit alles omdat de
mensheid de zonde bemint. En de zonde vernietigt jullie.
Ik, deMoeder van
de Liefde, wil dat jullie gered worden door het aanbidden van Jezus, de ware
God, de Ene die Eeuwig Leven is, Hemelse Rust, zekere hoop voor hen die in Hem
vertrouwen.
God zendt tekens, oproepen tot bekering. Gods tekens zullen dag na dag
allen aansporen tot het geloof. Met Mijn verschijningen in Santa Teresa open Ik
een poort voor de wereld van reddend licht: dat de mensen binnenkomen voor het
Rijk van vrede en liefde.