Het leven
van de H. Gemma Galgani

De H.
Gemma was een leek wiens leven getekend was door goddelijke gunsten en
buitengewone genaden, en ook grote beproevingen en lijden. Hoewel ze een
buitengewone mysticus en gestigmatiseerde was, die in haar lichaam de tekenen
van de Heer Jezus droeg, was haar geestelijk leven verborgen voor de wereld. Ze
was nooit het object van publieke nieuwsgierigheid of verering. Haar leven leek
gewoon, maar haar ziel beleefde hoogtepunten. Ze werd speciaal gekozen door God
om een offerziel te zijn. Ze werd speciaal geroepen om offers te brengen en te
lijden voor de bekering van zondaars. Met andere woorden, ze was een slachtoffer
van Goddelijke Liefde. Haar leven was er een van offer en lijden voor de
bekering van zondaars en eerherstel voor zonden.
Vroege kindertijd
Gemma werd
geboren in Camigliano, Italie op 12 maart 1878. Ze was de vierde van 8
kinderen, en de oudste dochter van Henry en Aurelia Galgani. Haar vader was een
zeer succesrijke apotheker. Een maand na haar geboorte verhuisde het gezin naar
Lucca, waar ze de rest van haar leven doorbracht. Het lijden begon voor haar op
een zeer jonge leeftijd. Zoals alle kinderen hield Gemma van haar moeder met
heel haar kleine hart. Haar moeder was een heilige en vrome Katholiek en Gemmas
eerste lessen in godsdienst werden gegeven op haar moeders schoot, en het was
door haar moeder dat ze in de parochiekerk de smaak te pakken kreeg van de verborgen
en onuitsprekelijke zoetheid van de H. Mis. Het was mama, zei ze jaren
later, die haar als kind deed verlangen naar de Hemel.
Dood van haar moeder
Het was
gedurende deze vroege jaren dat haar moeder tuberculoze kreeg. Haar slepende
zieke, was des te pijnlijker voor haar in de wetenschap dat ze haar kinderen
zou moeten verlaten toen zij haar zorg het meeste nodig hadden. Gemma wist dat
haar moeder naar de hemel zou gaan. Gemma had haar zoveel over de hemel horen
vertellen en Gemmas grote wens was mee te gaan met haar. Elke dag als ze
terugkeerde van school was haar eerste gedachte snel naar haar moeders
ziekenkamer te gaan vrezend dat haar moeder was overleden gedurende haar
afwezigheid. Intussen kwam de dag van haar eerste communie, 26 mei 1885 en
daarmee de eerste van de hemelse gesprekken die een groot deel uitmaakten van
haar geestelijk leven. Gedurende de Mis na de ceremonie kwam plotseling een stem
in haar hart dat tegen haar zei: Wil je mij je Mama geven? Ja, antwoordde
ze, als je mij ook meeneemt. Nee, zei de stem, geef me je Mama zonder
voorbehoud. Ik zal je later naar de hemel brengen. Ze kon enkel ja antwoorden
en toen de Mis gedaan was rende ze naar huis.
Het was haar eerste grote offer en het bezorgde haar veel verdriet en tranen;
maar toen haar moeder een paar maanden later stierf was het Gemma die de
anderen troostte. Gemma was naar 8 jaar oud.
Waarom zouden we huilen? Mama is naar
de hemel zei ze.

op school
Kort na haar moeders dood, werd Gemma naar de school van de Zusters van de H.
Zita in Lucca gestuurd. Onder de leiding van de goede Zusters kreeg ze meer
interesse in het gebed en een devotie voor het Lijden van de Heer. Ze begon
dagelijks erover te mediteren. Haar liefde voor de Moeder van God was altijd diep
en intens, vooral omdat ze haar aardse moeder was verloren. Als God mijn moeder heeft meegenomen, zei
ze dikwijls, heeft Hij me Zijn
Moeder gegeven. Haar veelvuldig gebed was: Heilige Maagd, maak van mij een Heilige. Gedurende deze tijd
zei ze dikwijls de hele 15 tientjes van de Rozenkrans op haar knieen s avonds nadat
ze teruggekeerd was van school en ze begon ook boetedoening te doen en s
nachts op te staan om te bidden.
Hoe dan ook, het devote leven is dikwijls een harde strijd. En de hulp die ze
het meest verlangde en nodig had werd haar geweigerd. Ze had lang de wens geuit
om haar Eerste Communie te doen. Je bent te jong, had de parochiepriester
gezegd. Geef me Jezus, zei ze aan de Biechtvader of aan de Zusters, en jullie zullen zien hoe goed ik zal zijn:
ik zal niet opnieuw zondigen, ik zal veranderd zijn Maar het was niet
gebruikelijk dat de Communie werd gegeven op zo een vroege leeftijd, en ze was
10 jaar vooraleer ze uiteindelijk bij uitzondering de Communie kreeg. Er is
geen alternatief, verklaarde de biechtvader, maar haar toelaten tot de
Communie of haar zien sterven van verdriet. We kunnen enkel ons inbeelden met
welke vurigheid ze de eerste keer haar Heer ontving op het Feest van het Heilig
Hart op 17 juni 1887. Ik voel hier
een vuur branden, zei ze aan een van haar vriendinnen nadien en ze
wees naar haar borst. Voel je het
ook? Ze kon zich niet inbeelden dat er iets buitengewoons was in haar
eigen ervaring. Haar leven daarna was een constante groei in vereniging met
Jezus. Gemma kan niets goeds doen,
zei ze, maar Gemma en Jezus kunnen
alles bereiken.
Gemmas schoolleven was ten einde door een pijnlijke ziekte. Een kwetsuur aan
haar voet waar ze licht was overgegaan resulteerde in een ernstige en pijnlijke
infectie en ze werd gedwongen in bed te blijven voor enige maanden. Een
operatie was nodig, maar ze weigerde een anesthesist en met de ogen gericht op
een kruisbeeld leed ze de verschrikkelijke pijn met niet meer dan een gezucht. De
dokters stonden versteld door haar moed en volharding.
Toen ze
hersteld was nam ze de plaats in van de moeder en nam alle verplichtingen op
zich die de oudste dochter van een moederloos gezin moest dragen. Gedurende
deze tijd was ze druk bezig, want het was een grote huishouding. In de
tussentijd maakte ze altaarlinnen en kleding voor de kerk of kledij voor de
armen. Haar activiteiten bleven niet beperkt tot het huis. Ze verzamelde
dikwijls arme kinderen van de buurt om hen godsdienstles te geven. Ze bracht
dikwijls bezoek aan de zieken in de hospitalen, hen kleinigheden brengend. Maar
ze troostte hen vooral met gedachten van God. Haar liefdadigheid voor de amen
en zieken was buitengewoon. Elke keer ze buitenkwam vroeg ze haar vader om geld
om weg te geven als liefdadigheid, en als hij weigerde vroeg ze toelating om
brood of iets anders te mogen meenemen.
Haar huiselijke plichten en haar bezorgdheid voor de anderen vormden geen
hindernis voor de groei van haar innerlijk leven. Integendeel: haar druk leven
van actieve liefdadigheid vond zijn inspiratiebron in haar gebedsleven en
vereniging met God. Wanneer ze druk bezig was leek ze voor degenen rond haar
geheel ingenomen door God. Haar leven was een gedurig gebed, zei een priester
die haar goed kende, en haar gebedsboek was het kruisbeeld. De gedachten aan
het lijden van Christus bleven haar volgen, en het was in die dagen dat ze een
groeiend verlangen ervaarde om de Gekruisigde Jezus lief te hebben met heel
haar hart, samen met een verlangen om Hem te helpen in Zijn lijden. Ze werd vooral toegewijd aan het Lijden
van Onze Heer. O Jezus, bad
ze, ik wens U te volgen wat
het mij ook van lijden moge kostenom U vurig te volgen
Ik wens te lijden voor U.
Ernstige ziekte
God wachtte
niet lang om haar gebed te verhoren want ze kreeg kort daarna de diagnose van
rugtuberculoze (of mogelijks rug meningitis). Ze had de symptomen ervan
gevoeld, maar haar vrome afkeer van medisch onderzoek zorgde ervoor dat ze het
zolang uitstelde tot ze het bed moest houden. Haar ernstige conditie en het
geduld en zoetheid waarmee ze leed deed degenen die haar kenden aan de zijde
van haar bed zitten. Een van haar bezoekers bracht haar het "Leven van de Zalige Gabriel Possenti",
die gekend was voor zijn heiligheid en mirakels, hoewel hij nog niet heilig was
verklaard op dat tijdstip.

Gabriel Possenti
Gemma had
eerst weinig interesse maar na Broeder Gabriels naam te hebben aanroepen in een
bekoring met direct effect begon ze het boek te lezen en ontwikkelde een
bijzondere toewijding tot hem. Niet lang erna verscheen hij aan haar temidden
van haar ernstige ziekte, en sprak woorden van troost en aanmoediging.
Miraculeuze genezing
In februari 1899 vonden de dokters haar geval uitzichtloos en ze kreeg de
Laatste Sacramenten toegediend. Haar biechtvader sinds haar kindertijd, Monsignor
Giovanni Volpi, hulpbisschop van Lucca en nadien Bisschop van Arezzo, bracht
haar een bezoek op 19 februari en vroeg haar dat ze een noveen voor de H.
Margaretha Maria Alacoque moest bidden voor haar genezing. Twee keer begon ze
de noveen, maar vergat ze voort te bidden. Wat er toen gebeurde was het
volgende:
Op de 23 februari begon ik voor de
derde keer, of beter ik wilde ze beginnen want het was een paar minuten voor
middernacht, wanneer ik rozenkranskralen hoorde en een hand voelde op mijn
voorhoofd. Een stem zei het Onze Vader, een weesgegroet, en het Glorie zij
negen keer achtereenvolgens. Ik kon amper antwoorden want ik was te zwak. Dan vroeg de stem: Wil je genezen? Ja, je zult
genezen. Bid met geloof tot het Heilig Hart van Jezus. Ik zal
elke avond komen tot het einde van de noveen en we zullen samen bidden tot het
Heilig Hart." En ik vroeg wat met de Heilige Margaret Maria? Herhaal het Glorie zij drie keer ter harer ere. Het
was de Passionist, H. Gabriel Possenti die was verschenen en die haar
aanmoedigde. "Hij kwam elke avond en we baden de gebeden tesamen. De
noveen eindigde op de eerste vrijdag van maart. Op die dag ontving ik de
Heilige Communie vroeg in de morgen. O wat een gelukkige momenten bracht ik
door met Jezus. Hij vroeg me ook, 'Wil je genezen worden?' "Mijn
emotie was zo groot dat ik niet kon spreken, maar in mijn hart antwoordde ik,
Wat U wil, O Jezus!
De
genade werd verleend. Ik was genezen. Ik stond recht uit bed. Degenen in huis
weenden van geluk. Ook ik was blij, maar niet zozeer dat ik genezen
was, maar dat Jezus mij als Zijn kind gekozen had. Want die morgen voor Hij
vertrok had Hij gezegd: 'Mijn kind, de genade die je hebt gekregen deze
morgen zal gevolgd worden door vele andere die nog groter zijn.'
Gemma's genezing
was compleet en permanent. Haar ziekte had meer dan een jaar geduurd en had
haar bijna het leven gekost, maar nadien was haar gezondheid normaal.
Haar eerste gedachte na haar genezing was waarop ze lang gehoopt had nl. het
binnengaan in een klooster. De omstandigheden hadden het onmogelijk gemaakt om
te realiseren, maar nu leek de lucht opgeklaard. Verschillende religieuze
gemeenschappen in Lucca wilden haar graag accepteren en moedigden haar zelfs
aan. Maar de kerkelijke autoriteit geloofde niet in haar plotselinge genezing
van zon gevaarlijke ziekte en ook haar bijzondere mystieke ervaringen waren
gekend door de lokale Bisschop. De deuren werden tot haar groot verdriet voor
haar gesloten.
Ondertussen bleef haar geestelijk leven groeien in intensiteit en vurigheid;
haar vereniging met God werd intiemer, en haar ziel werd bezocht met goddelijke
communicatie. Ze deed zelfs gedurende haar ziekte het Heilig Uur ter ere van de
doodsstrijd van Jezus in Gethsemane. Uit dankbaarheid voor haar genezing
beloofde ze het Heilig Hart van Jezus dat ze het Heilig Uur zou houden elke
donderdag nacht een belofte die ze hield voor de rest van haar leven. Het was
gedurende dit Heilig Uur dat Jezus in haar ziel buitengewone genaden stortte
die van haar leven een martelaarschap van liefde maakte. Haar eerste ervaring
van deze Heilige Donderdag beschreven door haar geestelijke leidsman :
Ik bracht het hele uur biddend door
en weende om mijn zonden. Ik
zat neer omdat ik mij zwak voelde. De smart bleef duren. Ik
verloor plotseling het gebruik van mijn zintuigen. Ik probeerde recht te komen
en de deur van mijn kamer op slot te doen. Waar was ik? Ik bevond mij in
aanwezigheid van de Gekruisigde Jezus, en er vloeide bloed uit Zijn wonden. Het
aanblik vervulde mij met pijn. Ik maakte een kruisteken. Ik voelde een grote
rust, maar toch een intense smart voor mijn zonden. Ik knielde neer met mijn
voorhoofd tegen de grond en bleef zo uren zitten
toen ik bijkwam waren de
wonden van Jezus zo in mijn geest gegrift dat ze nooit meer weg zijn gegaan.
Het visioen vulde Gemma met een
nieuwe afkeer voor zonde en een intens verlangen om te lijden met Jezus en een
offerziel te worden voor de redding van zielen. Het verlangen werd ingewilligd.
Op een morgen na de Heilige Communie hoorde ze een stem van Jezus tot haar
zeggen, Hou moed Gemma, Ik wacht
op jou op Kalvarie waar je spoedig heen zult gaan."
Gemma ontvangt de stigmata
De betekenis van de woorden werd spoedig duidelijk. Een paar dagen later, op
donderdag 8 juni, de vooravond van het Feest van het Heilig Hart, wanneer ze
zoals gewoonlijk een Heilig Uur begon voelde ze een felle smart voor haar
zonden zoals ze nooit eerder ervaren had en een levendig aanvoelen van Jezus
lijden. Plotseling was ze in extase en was ze in aanwezigheid van haar hemelse
Moeder en haar Engelbewaarder. De engel liet haar een akte van berouw zeggen en
Maria troostte haar met de verzekering dat haar zonden waren vergeven, en ze
kreeg te horen dat ze een grote genade ging ontvangen door de liefde van Jezus.
Dit zijn Gemmas woorden: Dan opende Ze
haar mantel en bedekte mij ermee. Op hetzelfde moment verscheen Jezus met Zijn
open wonden: maar in plaats van bloed kwamen er vlammen uit. In een ogenblik
raakten die vlammen mijn handen, voeten en hart. Ik voelde alsof ik aan het
sterven was en ik zou op de grond gevallen zijn, was het niet dat mijn Moeder
me steunde onder haar mantel. Ik bleef in die positie voor enkele uren. Toen
kuste Ze mijn voorhoofd, het visioen verdween en ik bleef alleen achter op mijn
knieen. Maar ik bleef een intense pijn voelen in mijn handen, voeten en hart.
Ik stond op om naar bed te gaan, maar ik zag dat er bloed vloeide uit de
plaatsen waar ik pijn had. Ik bedekte hen zo goed ik kon en kroop in bed met de
hulp van mijn Engelbewaarder. De volgende morgen had ik het moeilijk met naar
de heilige Communie te gaan. Ik deed een paar handschoenen aan om mijn handen
te verbergen. Maar ik kon bijna niet rechtstaan en ik voelde dat ik elk moment
kon sterven. Die pijn bleef duren tot 15:00
uur op Vrijdag, het Feest van het Heilig Hart.
Jezus mijn Zoon houdt heel veel van jou en Hij wil je een genade geven - OLV van smarten aan de H. Gemma
Los van haar verwarring was Gemmas enige gedacht
hetgeen dat ze gevoeld had na haar Eerste Communie wanneer ze een vuur voelde
branden in haar hart en ook dat het een gewone ervaring was met degenen die
Jezus had uitverkoren als de Zijne. Ze wilde iemand in vertrouwen nemen na haar
ervaringen en ging naar haar tante met opgeheven handen en eenvoud als een kind
: Tante, kijk wat Jezus gedaan
heeft. De goede vrouw stond versteld van verbazing, maar begreep
weinig van het vreemde fenomeen.
Het fenomeen herhaalde zich
regelmatig elke donderdagavond, beginnend om 23.00 u en het duurde tot 15.00 u de
vrijdagnamiddag. Gemma leek al de fases van het Lijden te passeren en droeg in
haar lichaam al de tekenen van Christus fysieke lijden: niet enkel de wonden in
de handen, voeten en zijde, maar ook de doorboring van de doornenkroon, de
tekenen van de geseling, de wonde op de schouder veroorzaakt door het gewicht
van het Kruis, allen vergezeld van de meest verschrikkelijke pijn. Gedurende
deze uren had ze liefdevolle gesprekken met Jezus op fluistertoon, dikwijls
smeekte ze om genade voor zondaars en offerde ze zichzelf als offer ter
uitboeting van hun zonden.
Voor enige tijd hield Gemma deze buitengewone gebeurtenissen verborgen zelfs
voor haar biechtvader: deels door haar extreme nederigheid en deels door de
moeilijkheid om het uit te leggen in de biecht. Maar na een paar weken kreeg ze
een inwendige stem zeggen: Je zult een dochter zijn van mijn Lijden, en een
favoriete dochter: een van deze (Passionisten) zal een vader zijn voor jou: ga
en maak alles kenbaar aan hen. Er werd in Lucca een Passionist gevonden die
haar adviseur werd en haar biechtvader Mgr. Volpi goed kende. Passionist Vader
Germanus werd uiteindelijk haar geestelijke leidsman.

Vader Germanus
Mgr. Volpi stond verbaasd en
twijfelde aan de authenticiteit van Gemmas buitengewone mystieke ervaringen. Hij
legde het geval voor aan Vader Germanus, die veel ervaring had en alles nogal
wetenschappelijk opvatte. Hij wilde eerst niets met Gemma te maken hebben en
adviseerde Mgr. Volpi dat Gemma het gewone geestelijke pad zou volgen. Maar
onder druk ontmoette hij toch Gemma. Na een grondig onderzoek kwam hij toch tot
de vaststelling dat zij een uitverkoren ziel was en bleef haar geestelijke
leidsman voor de rest van haar leven. Na haar dood schreef hij een biografie
van Gemma getiteld Het Leven van de H. Gemma Galgani.
Gemma verhuist naar het huis van de Giannini
Toen Gemmas vader stierf liet
hij het gezin berooid achter en zij was verplicht om bij een van haar tantes te
wonen. Gemma was toen 19 jaar oud. Een van Gemmas hoofdzorgen was het verborgen
houden van de grote dingen die God met haar had gedaan. Het was spoedig
duidelijk dat dit in haar tantes huis niet mogelijk was. De jonge gezinsleden
waren nieuwsgierig en er was niet een medelevend. Men begon
erover te roddelen. Gemma was
dikwijls in extase zelfs gedurende haar dagelijkse bezigheden, en was
overgeleverd aan degenen rondom haar die dergelijke buitengewone genaden niet
begrepen. Ze had daardoor veel te lijden. Tenslotte werd ze in huis genomen
door de Giannini familie onder invloed van de Passionisten. Het was
een bekende familie in Lucca. Eerst werd ze als occasionele gaste ontvangen en later als een
geadopteerde dochter. De huishouding bestond uit de vader en moeder met 11
kinderen en een tante genaamd Cecilia die Gemma reeds kende en haar bewonderde
en zij werd een geadopteerde moeder voor haar.

Giannini familie
Het karakter van het gezin kan verteld worden door de vader Matteo Giannini. Mijn
vijf zonen zijn een grote troost voor mij. Ze gaan elke dag naar de Heilige
Communie en zijn zeer betrokken bij Katholieke acties. Van mijn dochters zijn
er vijf nonnen, en een is gehuwd.
Dagelijks leven
In het
huis van de Giannini was Gemma beschut voor de ogen van de wereld en van de
reputatie van ongewone heiligheid die haar zo misnoegde. Haar leven in de
Giannini huishouding was er een van voortdurende en nuttige activiteit. Zij was
nooit zonder werk.
Toen ze in het begin naar ons
kwam zei haar geadopteerde moeder Cecilia crochetteerde ze, maar ze breide
het liefst of herstelde kousen. Het hield haar bezig, want ze herstelde voor
het hele gezin. Ze stond altijd klaar om te doen wat er moest gedaan worden. Ze
hield zich altijd bezig. Een priester die bij de familie was en haar
dagelijkse bezigheden zag bewonderde haar eenheid met God. Zelfs temidden van
de meest verstrooiende huiselijke taken leek ze volledig op te gaan in God en
in voortdurende meditatie. Maar dit hinderde haar niet om met grote zorg te
doen wat er moest gedaan worden.
Een andere taak dat ze zich aantrok was de zorg voor de zieken. Ze zorgde
altijd voor degenen die ziek waren in huis. Ze legde grote zorg en attentie aan
de dag en in alle dingen toonde ze de grootste liefde; ze deed alles uit liefde
voor God.
Weinigen vermoedden dat achter Gemmas gewone leven de sublieme geestelijke
toppen schuilgingen. Haar eenvoud en nederigheid bedekten de geheimen van haar
innerlijk leven. Een priester, die veelvuldig de Giannini familie bezocht en
haar goed kende, was zich niet bewust van haar buitengewone heiligheid tot haar
dood het onthulde. Haar bescheidenheid en eenvoud maakten een aangename indruk
op mij. En hoewel ik dikwijls in contact kwam met haar kon ik in haar niet de
kleinste onvolmaaktheid vinden
Ze was iemand van weinig woorden. Ik hoorde
haar nooit spreken over haarzelf. Ze had een delicaat geweten en een mooie
ziel, alles ingesteld om God lief te hebben, maar ik dacht niet dat ze zo ver
gevorderd was in heiligheid.
Vader Germanus vertelt ons dat er een karakteristieke deugd was van Gemma en
dat was haar evangelische eenvoud. Het vergezelde haar tot de hoogten van het
bovennatuurlijk leven. Zij kon niet denken of
spreken in iemands nadeel. Je had een tang nodig, zei een getuige om een woord van haar te horen
over anderen, zelfs al was de informatie noodzakelijk, als het een woord was in
iemands nadeel. Ze was dikwijls in extase gedurende de dag, maar ging verder
met haar werk klaarblijkelijk onbewust van enige onderbreking. En na de
lange wekelijkse extase stond ze recht alsof niets was gebeurd, ze waste de
bloedvlekken weg en trok haar mouwen naar beneden om de grote littekens op haar
handen te verbergen. Ze
geloofde dat niemand haar had opgemerkt en keerde terug naar de andere leden
van het gezin en nam deel aan het werk van de dag.
Het was haar eenvoud dat haar eerst deed geloven dat haar mystieke ervaringen
gewoon waren voor allen die God wensten lief te hebben. En toen ze besefte dat
ze buitengewoon waren werd ze door angst overvallen dat ze misschien een
bedriegster was. Ze vroeg dan ook aan haar geestelijke leidsman :Moet ik geloven dat het Jezus is, of de
duivel of mijn eigen inbeelding? Ik ben onwetend en ik kan bedrogen zijn. Wat
zou er van mij worden als ik het slachtoffer werd van waanideeen? U weet dat ik
deze dingen niet wens. Ik wil enkel dat Jezus blij is over mij. Of nog, Kan het zijn dat ik een bedriegster ben?
Als ik het ben zal ik mijn ziel verliezen. Ik zou willen dat u uitlegt wat een
bedrieger is, want ik wil niemand bedriegen. Ze vond haar enige troost in de
absolute gehoorzaamheid aan haar biechtvader en haar geestelijke leidsman: O,
wat een troost vindt mijn hart in gehoorzaamheid! Het vult me met kalmte die ik
niet kan uitleggen. Lieve
gehoorzaamheid! Bron van al mijn zielerust.
Gemma en de bekering van zondaars
Gemmas hele leven was inderdaad een van een lang ononderbroken offer van het
heroische soort. Voor een wereldlijk ingestelde persoon is zon leven van
lijden misschien vreselijk en zelfs tragisch. Maar er
is een geheim dat het volledig verklaart. Van haar vroege kindsheid vulde de contemplatie van
de Gekruisigde Jezus haar met een gevoel van haar eigen zondigheid en het
verlangen er eerherstel voor te doen, en dan met Hem verbonden te zijn in Zijn
lijden en hen te delen als eerherstel voor de zonden van de wereld. Zielen
winnen voor Jezus door gebed en lijden was de enige passie in haar leven. Zelfs
als een kind op school zei haar leraar, Gemma leed omdat er zonde werd
gepleegd. Ik herinner mij toen ze een klein kind was dat ze verdrietig was als
een van haar vriendinnen verkeerd had gehandeld
Ze bad veel, maar vooral voor
de arme zondaars, en offerde verstervingen voor hen zoals een kind kan doen.
Het was de drijfveer van haar leven die de getuigen van haar heroische
heiligheid herhaaldelijk vermelden als een karakteristiek van haar. Zoals
sommige van de getuigen hebben verklaard: Ze was vooral aangetrokken om te
bidden voor arme zondaars....Ze werd gekweld door de gedachte aan de zonden
van de wereld en ze offerde zichzelf op aan God in naam van de zondaars....Ze
zou graag in de wereld zijn gegaan om te werken aan de uitbreiding van Christus
koninkrijk door heidenen, ketters, en zondaars te bekeren.... De zonden van
de mensheid en de beledigingen die deze veroorzaakten aan Jezus waren een acute
en constant bron van lijden voor Gemma. Ze was dikwijls in extase aan het
smeken voor zondaars en zelfs haar leven voor hen aan het aanbieden. Wat wenst U, O Jezus?
Mijn leven? Het is het Uwe
Ik heb
het reeds opgeofferd aan U. Bent U gelukkig als ik het opnieuw offer als
uitboeting voor mijn zonden en die van alle zondaars? Als ik honderd levens had
zou ik ze allemaal aan U geven!

En in haar brieven keert ze dikwijls terug naar dezelfde gedachte: Wat is er
zoeter dan vervuld te zijn met de gedachte aan Jezus en te knielen voor het
Goddelijke Slachtoffer van liefde en smart
een Slachtoffer voor mijn zonden,
voor mijn redding en voor de redding van zielen?... Ik zou zomaar elke druppel bloed geven om Hem te behagen en om te
voorkomen dat zondaars Hem beledigen....Ik zal enkel gelukkig zijn wanneer ik
een slachtoffer ben-en dat het spoedig moge zijn- om eerherstel aan te bieden
voor mijn ontelbare zonden en voor de zonden van de hele wereld.
Ze hield het niet bij bemiddeling voor zondaars in het algemeen, maar droeg
bijna voortdurend een koppige zondaar op de schouders zoals ze zei waarvoor
ze gevraagd werd te bidden. En eindeloze bekeringen werden verkregen door haar
gebeden, van de stervende die de Laatste Sacramenten weigerde die werd bekeerd
door haar gebeden als kind op school, tot de notoire zondaar van Lucca wiens
bekering haar werd aangekondigd de dag voordat ze stierf. Haar lijden was niet
betekenisloos, noch een persoonlijke discipline: ze waren het instrument van
een groot apostolaat voor de heiliging van zielen, en vooral voor de bekering
van zondaars, die al de inspiratie en al de deugd waren van haar voortdurende
vereniging met de Gekruisigde Jezus.
|