Heilig uur ter ere van het Lijden van OLHeer Jezus Christus - deel 1
Heilig uur ter ere van het Lijden van OLHeer
Jezus Christus te Jeruzalem, in Gethsemane en in de Zielen
Allen : Uw Bloed, o Jezus, kome over ons en over onze
kinderen! (3 x)
Ja, Heer, laat Uw Bloed neerdalen als manna op onze zielen,
als dauw op onze harten, als hemelse zegening op onze gezinnen, als hoogste
heil op ons vaderland.
Allen : Maak dat door Uw Bloed Uw Rijk kome! (3 x)
Het lijden van de Verlosser heeft geen einde genomen op
Golgotha : altijddurend zet het zich voort op het altaar en in de zielen. Maar,
zoals het goddelijk mededogen een bron van redding deed opwellen uit de wonden
van het Offerlam, zo ook zal het nieuwe en overvloedige bronnen doen stromen
uit de wonden die de ondankbaarheid van de mensen heeft geslagen.
Voorwaar, Gethsemane en Kalvarie duren op het altaar nog
altijd voort. In de kerker was het een uur van duisternis, laat het hier een
uur van stralend licht zijn. Judas uur was een uur van haat en zonde! Laat het
hier een uur zijn van lofprijzing en liefde. Laat ons gaan tot Jezus in Zijn
doodstrijd, en een uur met Hem waken. Ons bijzijn zal eerherstel geven voor de
vele en grote zonden, die Zijn foltering veroorzaken.
De
zielen : Heer Jezus, toen de apostelen bij de nadering van de
verrader wakker werden, zagen zij hoe het zweet langs Uw goddelijk lichaam op
de grond neerdruppelde. De onbevlekte Maagd Maria, de Heilige Johannes en
Magdalena hebben ook de borrelende fonteinen van Uw wonden aanschouwd, waaruit
het leven ons toevloeide!
Leg ons Uw doorstoken Zijde bloot; toon aan de herstellers
van Uw eer de geopende wonde van Uw Hart daar willen zij de balsem van onze
tederheid uitgieten. Vermeerder ons geloof, opdat het ons gegeven wordt de
hemel van vlammen en leed te aanschouwen, welke eens Uw vertrouwelinge
Margareta-Maria in verrukking bracht
Verberg geen geheimen voor Uw vrienden, die deze avond Uw
oproep van Paray-le-Monial willen beantwoorden Loquere Domine! Spreek, o
Jezus, wil Uw klachten uiten, Uw verlangens uiteenzetten, maar bovenal ons
leren te beminnen en uit liefde te lijden in vereniging met Uw Hart in
doodstrijd Spreek, o Jezus!
Stem
van Jezus : Zalig zij, die er naar dorsten Mij te kennen, door in de
geheimen van Mijn inwendig lijden binnen te dringen. Die geheimen ontsluier Ik
alleen voor de vrienden en getrouwen van Mijn Hart Aanhoor Mij: het bloedig
zweet, dat afdruipt van Mijn altaar zijn de tranen van Mijn ziel, die zo wreed
verraden wordt door ondankbaren! Ach, hun ziel had Ik met Mijn licht
doortrokken Met Mijn schoonheid bestraald Met Mijn vlees gevoed In de diepte
van Mijn Hart geherbergd Met Mijn Engelen omgeven Met Mijn genade verrijkt
Haar Mijn geheimen toevertrouwd Ze op Mijn eigen troon doen neerzitten Onder
de hoede van Mijn Moeder gesteld Haar een eeuwige Hemel beloofd
En dat alles ten koste van grenzeloos leed en eindeloze
liefde! Waar zijn ze nu, al die bevoorrechte kinderen, ach, waar zijn ze?
Helaas! De lafhartigheid begon ze Mij te ontrukken eigen zwakheid sleurde ze
voort op de helling naar de afgrond; hartstocht verbreedde de afstanden en
tenslotte voltooiden vergetelheid en ondank het werk van duisternis en dood! O
Mijn trouwe vrienden en apostelen, ween met Mij samen. Die ondankbaren: ze
hebben Mij vergeten en gingen van Mij heen Velen onder hen lachten nu en
juichen aan de drinkgelagen van een verdorven wereld. Ik, Jezus, heb voor hen
afgedaan.
Helaas! Het is nog veel erger: ik tel onder hen afvalligen,
die niets dan haat tegen Mij koesteren Ze hebben Mij verraden ter wille van geld,
genot en stand wat morgen tot een handvol as in de groeve verkeert Dan zal
het uur van Mijn wrekende en eeuwige gerechtigheid slaan! En toch het zijn Mijn
kinderen, geboren uit Mijn almacht en Mijn Bloed, die zo handelen eigen
vrijgekochten die zich nu schamen voor Mijn kribbe Mijn Kruis en Mijn altaar
Zo teder heb Ik ze liefgehad, en nu slingeren zij Mij in
het aanschijn spot, waarmee Ik Mij heb overdekt, om hen met heerlijkheid te
overstelpen! Ween dan, o trouwe vrienden en vurige apostelen, ween met Mij
Bevindt zich bij u thuis niet een van die ondankbaren? Misschien een zoon, een
broer, een echtgenoot, een vader Het Heilig Uur is een uur van eerherstel voor
hun misslagen, en dat eerherstel is de eerste stap van hun redding. Schep moed!
Laat ons die geliefden ondanks henzelf redden Laat ons in hun plaats wenen
voor hen bidden
De
zielen : Liever nog dan onze tranen, willen wij U, o Hart van
Jezus, een vurig gebed opdragen, een gebed, rijk aan liefde, want wij bieden
het U aan in de kelk van het Onbevlekt Hart van Maria, die ons in eerherstel is
voorgegaan. Hart van Jezus, gebroken om onze zonden, keer tot ons Uw zo diep
bedroefde blikken, en wanneer zovele vrienden van 1 dag U in eenzaamheid
achterlaten: kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men Uw opperste rechten
verwaarloost onder het voorwendsel van menselijke behoedzaamheid: kom dan bij
ons vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men om redenen van aardse wijsheid,
de stem van het geweten versmoort, Uw kruis verbrijzelt en Uw liefde vergeet:
kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men om aan zogenaamde
maatschappelijke verplichtingen te voldoen, de voorschriften van Uw Evangelie
in de wind slaat: kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men door wereldse ijdelheid
meegesleurd, al Uw wetten met de voeten treedt: kom dan bij ons vertroosting
zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men, om aan de eisen van een mode
te voldoen, Uw Heilig Lichaam met geselslagen verwondt: kom dan bij ons
vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men door heiligschennende
listigheden, U op eenzelfde weegschaal stelt als Barabbas: kom dan bij ons
vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Hart van Jezus, wanneer men tenslotte, zwichtend voor het
betoog van een vervloekte wetenschap, Uw Naam en Uw rechten in de maatschappij
schrapt, onder het mom, vrijheid en vooruitgang te willen bevorderen: kom dan
bij ons vertroosting zoeken.
Allen: Kom dan bij ons vertroosting zoeken.
Laten wij onze goddelijke Verlosser stap voor stap op de
smartvolle lijdensweg volgen Hier ligt Hij als gevangene in Zijn kerker:
straks sterft Hij als offer op Kalvarie. Vanwaar dat treurspel? De wereld heeft
Jezus met Barabbas gewogen en de booswicht heeft het pleit gewonnen Helaas!
Dat is de misdaad van alle tijden.
Hij is God Hij verbiedt de afgoden: Hij is Offer en Hij
verspert de dood de weg. Hij is Liefde en verbiedt haat en hartstocht. Daarom
hebben de duistere mannen tegen Hem samengespannen, Hem aangevallen en
veroordeeld! Hij is de opperste Schoonheid en moet alle bandeloosheid
verbieden. Hij is de opperste Waarheid en moet de vrije gedachte veroordelen.
Hij is de opperste Gerechtigheid en moet de valse gewetensvrijheid verwerpen.
Hij is het Woord van het Ongeschapen Licht: Hij is de
Liefde en het Leven: Hij moet de tuchteloosheid van geest en zinnen veroordelen
Nu willen de stukgeslagen afgoden zich wreken! Nu willen, vruchteloos, de
poorten van de hel Hem, de Koning der koningen overweldigen! Wij willen niets
weten noch van Hem, noch van Zijn Rijk van waarheid en liefde! Dat Hij ons met
rust laat! schreeuwt de schare van vrijdenkers Maar Hij is en blijft Rechter,
Redder en Koning der volkeren!
Allen: Wij willen geen andere Meester, tenzij U, o Jezus!
(3 x) Wij eisen dat Gij over ons heerst, o Jezus! (3 x) Bekeer Uw vijanden, o
Jezus! (3 x)
Zoals zoveel van onze tijdgenoten, die de naam hebben
Christen te zijn, maar net zoals Herodes Jezus slechts bij naam te kennen
Stellen wij ons dat aangrijpend schouwspel voor: daar staat Jezus voor Herodes!
Hij wordt met vragen bestookt, met aandrang om antwoord gevraagd, en het zachte
Offerlam bewaart het stilzwijgen vol goddelijke Majesteit.
Hij luistert en opent Zijn Hart voor de zwakken en
afzichtelijke melaatsen; maar voor het goddeloos en bandeloos gepeupel blijven
Zijn lippen gesloten; Jezus zwijgt voor het aanschijn van hen, die Zijn Kribbe
onteren en Zijn Kruis bezoedelen. Dan, o Jezus, neemt Herodes wraak door U met
de spotmantel der dwazen te omhangen! En op dat smartelijk en plechtig ogenblik
blijft Ge maar zwijgen en schijnt Uw houding de hatelijke handeling van Uw
aanklager goed te keuren
Voorwaar, Uw Menswording, Uw Kruis en Uw Tabernakel zeggen
ons genoegzaam dat Gij, o God, als dwaas geworden zijt van eindeloze liefde.
Nog steeds draagt Ge daar, onder de sluier van de Hostie, een witte spotmantel,
om de wijzen van deze wereld de goddelijke dwaasheid van Uw liefde te prediken.
En die goddelijke dwaasheid herstelt de verwoestingen, welke de goddeloze
zinneloosheid van de wereld toebrengt aan het eeuwig heil van de zielen
Maar Gij weet, o Heer, dat helaas na twintig eeuwen, de
wereld U dezelfde spot nog steeds in het aangezicht slingert: voor haar blijft
Ge de Dwaas! Och, geef uiting aan Uw bittere klacht in de vertrouwelijkheid van
dit Heilig Uur. Spreek tot onze duisternis, o Gij, ongeschapen en eeuwige
Wijsheid.
Stem
van Jezus: Ik ben het Licht,
dat bij u kwam om uw duisternis te verdrijven, maar Ik werd niet begrepen
Oordeelt gij, o Mijn vrienden, tussen de dwaasheid van de wereld en de hemelse
wijsheid van Mijn leer en Mijn Kruis Ik zal Mijn tranen bedwingen, opdat ge
Mijn stem kunt horen.
De wereld offert zijn lichamelijke gezondheid aan vluchtig
en gevaarlijk genot Ze wijden hun nachtrust aan wereldse feesten De
handlangers der wereld vinden het redelijk aan de eisen van de samenleving en
de beslommeringen van tijdelijke zaken alle vrede van de ziel, alle verpozing
van het lichaam op te offeren. Maar als Ik slechts 1 enkel uur van de dag of de
nacht voor Mij durf opeisen in ruil voor vrede op aarde en een hemel daarboven krijg
Ik een botte weigering. Mij dit offer aanbieden beschouwen ze als belachelijke
overdrijving en Ik, de Koning der Koningen, moet dikwijls zoals een bedelaar
Mijn uitgestoken hand terugtrekken Ik alleen ben steeds de Dwaas!
Allen : Wij aanbidden, o Jezus, de hemelse dwaasheid van Uw
Kruis. (2 x)
Mijn kinderen, de wereld acht het redelijk, dat ge vele
uren besteedt aan maatschappelijke plichten, aan bezoeken en tegenbezoeken, aan
bevestiging van vriendschappelijke betrekkingen. Dikwijls doet men dat met
tegenzin maar men doet het toch. Maar als Ik aandring op veelvuldige communie,
op trouw bezoek aan Mijn Tabernakel, op een kort gebed in het gezinsleven, dan
worden Mijn smeekbeden om vuriger godsvrucht als ongerijmde eisen afgedaan Ik
alleen ben steeds de Dwaas!
Allen : Wij aanbidden, o Jezus, de hemelse dwaasheid van Uw
Kruis. (2 x)
Dagelijks, o geliefde zielen, zijt ge er getuige van, hoe
zelfs zij, die zich in de wereld christenen noemen, van mode veranderen en haar
dwingelandij gewillig aanvaarden Blindelings voert men haar bevelen uit, al
zijn die bijna altijd gevaarlijk voor de zedigheid en de ongereptheid van het
geweten gevaarlijk voor de vrede en de heiligheid van het gezin Maar als Ik
meer ernst in de beoefening van deugd vraag, meer zelfverloochening in de Mij
verschuldigde liefde, als Ik door de stem van Mijn Kerk, enige daden eis van
versterving, dan weigert men. En al snel vervolgen allen hun weg om voort te
stappen op de giftige doornen van de wereld en keren ze Mij de rug toe: Ik
alleen ben steeds de Dwaas!
Allen : Wij aanbidden, o Jezus, de hemelse dwaasheid van Uw
Kruis. (2 x)
De
zielen : Sta op, o Heer, Gij die goed zijt en Koning zijt; gebeid
de storm en herstel Uw miskende heerschappij Sta op in de almacht van Uw Hart,
en heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Kom, wees Koning over alle gezinnen, waar de zielen als
willoos voortkwijnen en in een gevaarlijke sluimer gedompeld zijn en heers door
de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Kom, wees Koning in de talloze gezinnen, waar Gij zo wreed
werd verbannen, en heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Kom, wees Koning in de talloze gezinnen, waar op de
ereplaats die U toekomt, wereldse afgoden tronen en heers door de hemelse
wijsheid van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Kom, wees Koning in zovele christelijke gezinnen, waar Gij
slechts met een karige liefde gediend wordt en heers door de hemelse wijsheid
van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Kom, wees Koning in zovele gezinnen, waar men voor de eisen
van Uw liefde beducht is, en heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Kom en wees Koning in zovele gezinnen, die alle uitingen
van vurigheid, alle edelmoedigheid der liefde als overdrijving hekelen en heers
door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Allen : Heers door de hemelse wijsheid van Uw Kruis!
Hebt Gij niets te antwoorden, o Jezus, opde kreet van liefde van Uw vrienden? Spreek
slechts 1 woord en onze zielen zullen sterk en gezond worden om de stijf voor
Uw zaak te strijden!
Stem
van Jezus : Mijn ziel was teneergeslagen en bedroefd; maar gij, o
trouwe vrienden hebt Mij getroost O, hoe zegen Ik u daarvoor! Maar ge verlangt
nog meer; dat weet Ik. Getuigen van Mijn leed, zoudt ge de bewerkers en
getuigen willen zijn van de overwinning van Mijn Goddelijk Hart! Om dat uur van
zegepraal, waarvan zij de glorie zullen delen, te verhaasten, wat verlangt ge
dan, Mijn trouwe vrienden? Klopt, klopt met vertrouwen aan de deur van Mijn
tabernakel. Welke genade vraagt ge vanavond?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
Hoe troostend is het voor Mij dat verlangen; maar Mijn
kinderen; wat verwacht ge van Mijn Heilig Hart als hemelse genezing voor de
kwalen die u overstelpen?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
Gij hebt daar behoefte aan en Ik zal het u geven Maar wat
verlangt ge als goddelijke kracht, om uw verzwakte zielen en uw wankele wil te
versterken?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
Ik ben de Almacht. Heft dus uw handen naar Mij op in het
belang van uw persoonlijke heiliging. Wat wilt ge als leven van genade? Wat als
uw verlangen?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
Hebt ge Mij niets te vragen over de belangen van uw
familie? Wat mag de zegen zijn, die ge Mij zou willen zien storten over uw
gezinnen?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
O, Mijn Hart is ontroerd! Benut dat ogenblik om alles te
vragen wat ge begeert voor uw afgedwaalde geliefden, die arme afgedwaalden die
ge zo liefhebt. Welke geheime gave van Mijn Paradijs vraagt gij voor hen?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
Maar vooraleer dit Heilig Uur te beeindigen moet ge denken
aan het laatste uur van uw doodstrijd. Welk onderpand van heil vraagt ge voor
het beslissend ogenblik, waarop ge op de drempel van de eeuwigheid zult staan?
Allen : Het vuur van Uw heilige liefde!
De huidige wereld heeft die slavenbehandeling, waarmee ze
God bejegent, niet uitgevonden. Ze doet niets anders dan het gedrag van Pilatus
op bedroevende wijze navolgen Die toch bevindt Jezus onschuldig en
rechtvaardig, maar om de bloeddorst van de vijanden te stillen, laat hij Hem
geselen. Zo handelt ook de wereld op haar beurt alle eeuwen door. Ze durft niet
schaamteloos Jezus waarachtigheid loochenen, maar zwichtend voor de stem van
vlees en bloed, voor het woest getier van de huidige samenleving levert ze
Jezus over en laat Hem als een slaaf geselen. En de wreedheid van de beschaafde
en verfijnde beulen uit onze tijd, behoeft niet onder te doen voor die van de
Romeinse krijgslui.
Jezus : Hebt medelijden met Mij zowel als met uw zielen,
gij, die dronken zijt van schuldig genot en doorgloeid van de koorts der
zinnelijkheid! Waarom slaat ge Mij en treedt ge Mijn Wet met de voeten?
Hebt medelijden met Mij zowel als met uw ziel, gij, die u
uitleeft in het lichtzinnig verkeer van de straten, de clubs, de slons en de
moordende badplaatsen. Waarom slaat ge Mij en treedt ge Mijn Wet met de voeten?
Hebt medelijden met Mij zowel als met uw ziel, gij, die
zwicht voor de eisen van de mode: gij, die tot zonde lokt door uw ergerlijke
durf. Waarom slaat ge Mij en treedt ge Mijn Wet met de voeten?
Hebt medelijden met Mij zowel als met uw ziel, gij, die uw
geld, uw jeugd en uw gezondheid als dwaas verkwist. Waarom slaat ge Mij en
treedt ge Mijn Wet met de voeten?
Hebt medelijden met Mij zowel als met uw ziel, gij, die het
ijdel genot van een vluchtig uur najaagt: gij die u zelf bedwelmt in de
duizeling van tomeloze hartstocht. Waarom slaat ge Mij en treedt ge Mijn Wet
met de voeten?
Hebt medelijden met Mij zowel als met uw ziel, gij moeders,
echtgenoten en dochters door het schijnschoon van de wereld bedrogen, de
schoonheid van uw ziel bezoedelt Waarom slaat ge Mij en treedt ge Mijn Wet met
de voeten?
Hebt medelijden met Mij zowel als met uw ziel, gij
verdwaasde minnaars van entertainment, die uzelf alles veroorlooft, voor wie
het gebod van kuisheid een bespotting is. Blijf staan, Mijn kinderen, en werp
bij het licht van het tabernakel en van de naderende eeuwigheid, een oogslag op
die vloed van slijk, lichtzinnigheid, afschuwelijke ontucht en verachtelijke zinnelijkheid
die een bedreiging vormt voor het geloof en goede zeden van de christelijke
gezinnen. Waarom slaat ge Mij en treedt ge Mijn Wet met de voeten?
Heb medelijden voor uw Koning; behandel uw God toch niet
alsof Hij maar een slaaf was!
Spaar, Heer, spaar Uw volk, en wil niet toornen tegen ons
in eeuwigheid! (5 x)
De H. Franciscus van Sales zegt dat men, evenals bij de
koningen der aarde, ook bij Koning Jezus de oorzaak van Zijn dood had kunnen
vinden. Dan zou men bij de lijkschouwing van het goddelijk Lichaam, het Hart
reeds zwaar gewond en gebroken hebben gevonden, vooraleer Het door de lans van
Longinus doorboord werd. De hoofdoorzaak van Zijn lijden en dood was de diepe
wonde van liefde, in het Goddelijk Hart geslagen. Terwijl Gij, o Meester, de
geringen, de behoeftigen, de verstotenen, het volk, Uw vijanden en Uw beulen
lief had tot het uiterste met een uitzinnige liefde, daarom riepen Uw rechters
en het volk Hij is de dood schuldig. Diezelfde kreet en diezelfde lansstoot
doorboren nog altijd Uw Hart. Onze ondankbaarheid grieft Het in Zijn grote
liefde!
Jezus : De
liefde heeft Mij overgeleverd; de grote schuldige is Mijn Hart! Maar er is nog
een andere schuldige: dat is uw eigen hart. Dikwijls weent ge over tegenspoed
en ziekten, weent liever over uw gebrek aan edelmoedige liefde. Weent over Mij,
die zo weinig bemind word! In vrede en oorlog blijft ge staan op uw rechten. En
wat doet ge met Mijn recht op liefde?
Maar Mijn gaven berouwen Mij niet. Vandaag nog hernieuw Ik
de schenking van Mijn Hart. Geliefde vrienden, gaat uit dit heiligdom niet
heen, vooraleer ge Mij, in ruil voor Mijn Hart, uw hart hebt opgedragen,
brandend van dezelfde liefde waardoor Mijn Hart verteerd wordt. O, geef Mij dan
uw harten!
Noveen van de H. Theresia van het Kind Jezus - dag 8
Noveen
van de H. Theresia van Lisieux
Achtste dag
:
Kom
Heilige Geest en vul de harten van de gelovigen, en ontbrand in hen het vuur
van goddelijke liefde.
V. Zend Uw Geest over deze aarde.
A. En U zult de aarde vernieuwen.
Laat ons
bidden: O God, die
de harten van de gelovigen hebt geleid door het licht van de Heilige Geest.
Verleen dat we door de gave van de Heilige Geest we wijs mogen zijn en ons
verheugen in Zijn vertroosting, door Christus onze Heer.
Akte van geloof, hoop en liefde : O mijn God! Ik geloof in U:
versterk mijn geloof. Al mijn hoop is op U gevestigd. U komt Uw beloften trouw
na. Ik houd van U: leer me U steeds meer lief te hebben.
Akte van
berouw:Mijn Heer en mijn God,
het is mij leed dat ik tegen uw opperste majesteit misdaan heb. Ik verfoei al
mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat
ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt. Ik maak het
vast voornemen, mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.
In dit berouw wil ik leven en sterven.
Lieve
Heilige Theresia, zoals U moet ik op een dag sterven. Ik smeek u om van God een
heilige dood te verkrijgen gesterkt door de Sacramenten van de Kerk, volledig
opgaand in de heilige Wil van God en brandend van liefde voor Hem. Moge mijn
laatste woorden op aarde zijn : Mijn God. Ik houd van U."
Bemiddel
voor ons al de dagen van ons leven, maar vooral gedurende deze noveen en
verkrijg voor ons van God de genaden en gunsten die we vragen door Uw
bemiddeling. Amen. (noem hier de verzoeken)
Gedachte
doorheen de dag: De dood. In de catechismus wordt gezegd dat de dood
niets anders is dan de scheiding van lichaam en ziel. Wel, dan ben ik niet bang
voor de scheiding want ze zal mij voor altijd verenigen met de goede God.
Ik ben blij om te sterven omdat ik in staat zal zijn
zielen te helpen die mij dierbaar zijn, veel meer dan ik hier beneden kan doen.
Het leven is niet ellendig; het is zeer vreugdevol.
Als je zegt Dit oord van ballingschap is ellendig, begrijp Ik jullie. We zijn
verkeerd om de naam leven te geven aan iets dat zal eindigen; het is enkel
voor de dingen van de Hemel dat we deze mooie naam zouden mogen gebruiken.
Slotgebed:
O Heer, U
hebt gezegd: Als jullie niet worden als kleine kinderen, zullen jullie het
koninkrijk van de hemel niet binnenkomen. We smeken U, ons te helpen de
nederigheid en eenvoud van hart die de Heilige Theresia kenmerkte, te bereiken
zodat we een eeuwige beloning in ontvangst kunnen nemen. Amen.
GEBED TER ERE VAN DE HEILIGE
SCHOUDERWONDE VAN ONZE HEER JEZUS CHRISTUS.
O
lieflijke Heer Jezus Christus, Zachtmoedig Lam Gods. Hoe
ellendig zondaar ik ook ben, toch wil ik Uw heilige schouderwonde, waarop
Gij bet zware Kruis gedragen hebt, vereren.
Na de
vreselijke geseling, drukte het loodzware kruis op Uw ontblote beenderen en
veroorzaakte U heviger pijnen dan al de andere wonden van Uw heilig Lichaam.
Ik aanbid U
allerbeminnelijkste Jezus en ik loof en zegen U van harte, dat Gij die
vreselijke pijn van Uw schouderwonde voor mij arme zondaar liefdevol hebt
willen doorstaan. Laat die wrede schouderpijn, niet voor mij verloren
zijn.
Met vertrouwen
smeek ik U ootmoedig, heb medelijden met mij arme zondaar, reinig mij en
vergeef mij mijn dodelijke en dagelijkse zonden en wil mij langs de weg van Uw
Kruis naar de hemel leiden.
Bid nu ter ere
van de Heilige Schouderwonde van Jezus
Onze vader (5
x) - Weesgegroet (5 x) - Glorie zij de Vader (5 x)
Noveen van de H. Theresia van het Kind Jezus - dag 7
Noveen
van de H. Theresia van Lisieux
Zevende dag
:
Kom
Heilige Geest en vul de harten van de gelovigen, en ontbrand in hen het vuur
van goddelijke liefde.
V. Zend Uw Geest over deze aarde.
A. En U zult de aarde vernieuwen.
Laat ons
bidden: O God, die
de harten van de gelovigen hebt geleid door het licht van de Heilige Geest.
Verleen dat we door de gave van de Heilige Geest we wijs mogen zijn en ons
verheugen in Zijn vertroosting, door Christus onze Heer.
Akte van geloof, hoop en liefde : O mijn God! Ik geloof in U:
versterk mijn geloof. Al mijn hoop is op U gevestigd. U komt Uw beloften trouw
na. Ik houd van U: leer me U steeds meer lief te hebben.
Akte van
berouw:Mijn Heer en mijn God,
het is mij leed dat ik tegen uw opperste majesteit misdaan heb. Ik verfoei al
mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat
ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt. Ik maak het
vast voornemen, mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.
In dit berouw wil ik leven en sterven.
O kleine
martelares van Liefde, u weet nu beter dan in de dagen van uw tocht op aarde
dat Liefde alle roepingen omhelst. Dat het Liefde alleen is dat telt en dat ons
perfect met God verenigt en onze wil gelijkvormig maakt met de Zijne. Al wat u
zocht op aarde was liefde; om Jezus lief te hebben zoals nooit tevoren. Gebruik
uw macht in de hemel om te zorgen dat we Hem liefhebben. Als we Hem echt
liefhebben zullen we verlangen Hem geliefd te doen worden door anderen. We
zullen veel bidden voor zielen. We zullen niet langer de dood vrezen, want het
zal ons met Hem verenigen voor eeuwig. Verkrijg voor ons de genade om alles te
doen uit liefde voor God, om Hem zo lief te hebben dat Hij in ons Zijn
welbehagen vindt net zoals in u.
Bemiddel
voor ons al de dagen van ons leven, maar vooral gedurende deze noveen en
verkrijg voor ons van God de genaden en gunsten die we vragen door Uw
bemiddeling. Amen. (noem hier de verzoeken)
Gedachte
doorheen de dag: Liefde van God. Ik zal God alleen liefhebben en mij
niet binden aan schepselen, zodat mijn hart mag ondervinden wat Hij voorzien
heeft voor degenen die Hem liefhebben.
Wat mij aantrekt in het koninkrijk van de Hemel is
de oproep van onze Heer, de hoop van Hem lief te hebben zoals ik zo verlangd heb en de gedachte dat ik in de mogelijkheid zal zijn Hem door een groot aantal
zielen te doen liefhebben die Hem voor eeuwig zullen lofprijzen.
Toen Christus zei, Geef Mij te drinken, was het
de liefde van Zijn arme schepselen dat Hij, de Schepper van alles, verlangde.
Hij dorstte naar liefde.
Onthoud dat de lieve Jezus daar in het tabernakel
is voor jou, voor jou alleen. Onthoud dat Hij verteerd wordt door een verlangen
om in je hart te komen.
Slotgebed:
O Heer, U
hebt gezegd: Als jullie niet worden als kleine kinderen, zullen jullie het
koninkrijk van de hemel niet binnenkomen. We smeken U, ons te helpen de
nederigheid en eenvoud van hart die de Heilige Theresia kenmerkte, te bereiken
zodat we een eeuwige beloning in ontvangst kunnen nemen. Amen.
Eerste dag: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste
vloeien
(Joh 7, 38)
Overweging:
Jezus hield Zich op in de tempel en Hij begon met luider stem te roepen: Als iemand dorst heeft, dat hij dan tot Mij
komt en drinkt, degene die in Mij gelooft volgens het woord der
Schrift.
Stromen van levend water zullen uit
zijn binnenste vloeien. Zo doelde Jezus op de Geest die diegenen zouden
ontvangen die in Hem zouden geloven (Joh 7,37-39).
Jezus Zijde werd geopend door de lans van de soldaat; onmiddellijk kwam er
bloed en water uit. Inderdaad, dit alles is gebeurd opdat de Schrift vervuld
zou worden: Zij zullen opzien naar
Hem die zij hebben doorstoken (Joh 19,37).
De Samaritaanse heeft een liefdeservaring gekend toen zij dit levend water
aanvaardde. Jezus zei tot haar : Indien
gij de gave Gods kende en wie het is die u zegt - geef mij te drinken- dan
zoudt gij Hem vragen en Hij zou u levend water geven. Waarop deze vrouw
antwoordde : Heer, geef mij van dat water opdat ik nooit meer dorst zou
krijgen (Joh 4,15)
God heeft ons geschapen uit Liefde terwijl Hij in ons een natuurlijk verlangen
legde dat streeft naar intieme vereniging met Hem. Gij hebt ons voor U
gemaakt, Heer, en ons hart is onrustig zolang het niet rust in U
(St.-Augustinus). Wij worden uitgenodigd om het geluk te proeven dat het goddelijk
leven en dat levend water uit de zijde van Jezus ons geven; dat is zijn Geest
die ons met God verbindt.
Indien iemand dorst heeft, zegt
de Heer, dat hij tot Mij komt en drinkt (Joh 7,38)
Lofzang:
- Jesaja 66
Verheugd u met Jeruzalem,
en juicht, gij die haar liefhebt;
Weest blij en jubelt om die stad
waarover gij nu treurt
Gij zult uw honger stillen aan haar moederborst,
haar lieflijke pracht zal u verrukken.
Ik zend haar vrede en geluk in brede stromen,
de eer der volken als een beek die overloopt.
Haar zuigelingen worden op de heup gedragen,
haar kinderen vertroeteld op de knie.
Zoals een moeder troost, zal Ik u troosten
en in Jeruzalem zal er weer vreugde zijn.
Ge zult het zien, uw hart zal zich verblijden, ge zult
ontluiken als de knoppen aan een struik.
Laat ons bidden:
Jezus, geef mij een zodanig vertrouwen in U, dat ik nooit aarzel om levend
water te komen putten uit uw goddelijk Hart.
Moge dat water in mij uw Liefdekracht ontplooien en mijn menselijk bestaan
tekenen voor altijd.
Moge uw Geest mij de onpeilbare rijkdommen van uw Hart doen ontdekken.
Tweede dag: Het hart van Jezus geeft ons zijn Moeder
Overweging:
Aan het Kruis genageld, roept Jezus tot zijn Vader dat Deze zijn vergeving moge
schenken aan de mensheid.
Om de waarde van zijn vraag te bewijzen, geeft Hij ons tot moeder: de vrouw die
Hij het meest bemint.
Toen Jezus zijn moeder zag en , naast haar, de beminde leerling, zei Hij tot
zijn moeder : Vrouw, ziedaar uw zoon. Vervolgens zei Hij tot de leerling:
Ziedaar uw moeder (Joh 19,26).
Het Hart van de Maagd Maria was vervuld met dezelfde gevoelens van Jezus Hart.
De belediging en de foltering, haar Zoon aangedaan, hebben haar liefde niet
tegengehouden en, terwijl zij Johannes als zoon aanvaardde, heeft Maria heel de
zondige mensheid aanvaard.
Zij is waarlijk de barmhartige moeder die tot zending heeft, ons op te wekken
en ons te geleiden naar haar Zoon, bron van barmhartigheid.
De barmhartigheid van
de Heer strekt zich uit
in lengte van dagen over hen die Hem vrezen (Luk
1,50)
Lofzang
van Maria (Luk 1) :
Hoog verheft nu mijn ziel de Heer,
verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser.
Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd :
van nu af prijst ieder geslacht mij zalig.
Wonderbaar is het wat Hij mij deed,
De Machtige, groot in zijn Naam!
Barmhartig is Hij tot in lengte van dagen
voor ieder die Hem erkent.
Hij doet zich gelden met krachtige arm,
vermetelen drijft Hij uiteen;
Machtigen haalt Hij omlaag van hun troon,
eenvoudigen brengt Hij tot aanzien;
Behoeftigen schenkt Hij overvloed,
maar rijken gaan heen met ledige handen.
Hij trekt zich zijn dienaar Israël aan,
zijn milde erbarming indachtig;
Zoals Hij de vaderen heeft beloofd,
voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.
Gebed:
Heilige Maagd Maria, gij kent al de hinderlagen, aanvechtingen en uitdagingen
die de zonen en dochters van God tegenwoordig uitstaan. Er gaan heden zoveel
stemmen op om ons van de weg af te leiden.
De aanklager, de duivel, houdt niet op, ons te willen inspireren met gedachten
die ons losmaken van de verbondenheid met onze Vader en God. De woelmaker is
aan het werk om ons ook af te snijden van de broederlijke gemeenschap en
tweedracht te zaaien.
Gij, Maria, Moeder van Barmhartigheid, hebt de macht ontvangen om de kop van de
slang te verpletteren, wees mijn beschermster en geleid mij naar uw Zoon,
Jezus. Ik prijs u, Maria, in uw Onbevlekte Ontvangenis, tot glorie van de
Allerheiligste Drievuldigheid.
Derde dag: De verrezen Christus schenkt de
Geest van God
Overweging:
De eerste paasgave van Onze Heer, na de uitboeting van onze zonden, is de Geest
die ons de ware vrede brengt en ook het eeuwig leven. Toen het Lam Gods dat de
zonden der wereld wegneemt, zijn offer had volbracht, openbaarde Hij zich aan
de zijnen op Paasavond, met deze woorden : Vrede zij met u (Joh 20,19) en
Ontvangt de Heilige Geest (Joh 20,22). Zij die in Jezus geloven, kunnen zijn
Geest ontvangen.
De liefde van Jezus was zó groot dat Hij aan de wereld de vrede van hart is
komen terugschenken. De Vertrooster, de Heilige Geest die de Vader zal zenden
in mijn Naam, zal u in alles onderrichten en Hij zal u in herinnering brengen
alles wat ik heb gezegd. Vrede laat ik u na, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk
de wereld die geeft, geef ik hem u. Weest niet verontrust noch bevreesd (Joh
14,26-27).
Vervuld van de vreugde van de Geest, huldigen wij onze God (Alleluja)
Lofzang : - Ezechiël : 36
Ik haal u tussen de volken weg,
Ik roep u uit alle landen.
Ik breng u terug naar uw eigen land
en was u met zuiver water.
Van alle vlekken reinig ik u,
van al uw onzuiver goden.
Ik geef u van nu af een ander hart,
een nieuwe geest in uw lichaam.
Uw hart van steen neem Ik weg uit uw borst
en schenk u een hart van vlees.
Ik zal mijn geest in u storten,
zodat gij mijn wegen gaat;
Zodat gij mijn voorschriften nakomt,
mijn wet in uw daden volbrengt.
Voer ons terug tot U, Heer
en wij zullen komen.
Vernieuw voor ons de dagen van weleer.
Gebed:
Geest van Jezus, Gij zijt levend water dat mijn leven komt genezen zodat ik
overvloedig vruchten kan dragen.
Vernieuw in mij de gaven van mijn Vormsel.
Vervul mijn hart met uw gaven van liefde, vreugde, vrede, geduld,
dienstbaarheid, goedheid, vertrouwen in de anderen, zachtmoedigheid,
zelfbeheersing.
Moge God, mijn Vader, verheerlijkt worden door mijn werken van barmhartigheid.
Heilige Geest, verleen dat ik mag leven in uw intimiteit zodat ik op elk
ogenblik mijn toevlucht kan nemen tot U.
Vierde dag: Het hart van Jezus geeft ons de
Kerk
Overweging:
Toen de dag van Pinksteren was aangebroken, waren de apostelen allen samen
verenigd. Plotseling kwam er uit de hemel een gedruis dat leek op een hevige
windstoot : heel het huis, waarin zij zich bevonden, was er vol van. Ze zagen
een soort vuur verschijnen dat zich, in tongen verdeeld, boven ieder van hen
neerzette. Toen werden zij vervuld van de Heilige Geest; ze begonnen vreemde
talen te spreken en elk van hen drukte zich uit zoals de Geest het ingaf (Hand
2,1-4).
Vanaf dat ogenblik verlieten de apostelen, door de kracht van de Heilige Geest,
het Cenakel om openlijk te spreken tot het volk dat zij vreesden. Zij spraken
alle talen omdat Jezus gezegd had: Gaat dus uit, maakt alle naties tot
leerlingen, hen dopend in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest
(Mt 28,19).
Heden nog spreekt de Kerk van Jezus alle talen en worden de naties
geëvangeliseerd. De Kerk is het Volk van God en wij zijn allen broeders en
zusters in Hem. Deze Kerk is onze Moeder die ons voedt aan haar borst terwijl
zij ons het doopsel schenkt dat in ons het leven der Heilige Drieëenheid tot
stand brengt. Door haar prediking geeft zij ons ook het Licht en de Waarheid;
de Liefde van God door het Levensbrood dat wij delen en de Vergeving door het
Sakrament der Verzoening, de Biecht.
Ga u eerst met uw broeder verzoenen
en breng dán uw offerande. (Mt 5,24)
Lofzang : -
Jeremías 7
Luistert naar het woord van de Heer,
gij allen uit Juda,
gij die deze poorten binnengaat
om de Heer te aanbidden.
Zó spreekt de Heer van het heelal,
de God van Israël :
Verbeter uw wegen en daden.
Dán laat ik u wonen op deze plaats.
Vertrouwt niet op bedrieglijke woorden,
door te zeggen: Tempel des Heren, Tempel des Heren!
Dit is de Tempel des Heren!
Indien gij waarlijk uw wegen en daden verbetert,
indien gij handhaaft het recht
tussen een mens en zijn naaste,
Als gij de vreemdeling niet verdrukt,
de wees of de weduwe,
als gij op deze plaats
geen onschuldig bloed vergiet,
als gij niet, tot uw onheil,
ander goden vereert,
dan laat Ik u wonen op deze plaats,
in het land dat Ik uw vaderen gaf,
van oudsher en voor altijd.
Gebed :
Jezus, Gij zijt gekomen voor óns die het Volk van God zijn, Gij hebt ons
verenigd tot één Lichaam, uw Kerk, die heilig is vanuit úw Heiligheid. Gij zijt
de Heilige, Heer, en ik, ik ben dat niét.
Eens hebt Gij tot Petrus gezegd: Zalig zijt gij, Simon, zoon van Johannes,
omdat geen sterfelijk mens u dit heeft geopenbaard, maar mijn Vader in de Hemel
is (Mt 16,17). Kort daarna hebt gij tot Hem gezegd: Ga achter Mij uit,
bekoorder, gij zijt mij een hindernis, want uw gedachten zijn niet die van God
maar van de mensen (Mt 16,23).
Mijn goede wil ten spijt, ben ik soms een struikelblok, een voorwerp van
ergernis, Heer. Geef mij de nederigheid van uw Hart om broederlijk met allen te
kunnen leven. Wij zijn allen broeders en zusters in U en samen kunnen wij
zeggen : Onze Vader, die in de hemel zijt... vergeef mij mijn schuld zoals ook
ik vergeef aan hen die mij kwaad deden (Mat 6,9).
Vijfde dag: Het hart van Jezus geeft ons het
Geloof
Overweging:
Jezus zei tot Thomas : Steek uw vinger uit en bezie mijn handen; steek uw hand
uit en leg die op mijn zijde; wees niet langer ongelovig, maar gelovig. Toen
zei Thomas tot Hem: Mijn Heer en mijn God! Jezus zei tot hem: Omdat gij Mij
gezien hebt, gelooft gij. Zalig zij die geloven zonder Mij gezien te hebben
(Joh 20,27-28). Het was dezelfde Thomas die gezegd had: Laten ook wij naar
Jeruzalem gaan om met Hem te sterven (Joh 11,16).
De beproeving van Jezus dood was té brutaal geweest voor Thomas. Bij het
nieuws der Verrijzenis, heeft Thomas geweigerd te geloven; hij had het geloof
verloren dat ons toelaat, de tekenen Gods op onze wegen te zien. Voor iedereen
brengt het leven beproevingen mee die soms pijnlijk zijn als een kruisiging...
en dát is het ogenblik waarop Thomas ons uitnodigt om de geopende zijde van de
verrezen Jezus te bekijken. Verwarring, opwinding en beproeving zijn dingen die
ons geloof schokken als onze ogen niet meer naar Jezus opzien (Heb 12,2).
Maar, door de Voorzienigheid, moet ons geloof daaruit klaarder tevoorschijn
komen, zoals dat van Thomas.
Kom mijn gering geloof ter hulp (Mk 9,24)
Lofzang :
Jeremías, 17
Gezegend zij de mens die steunt op de Heer :
de Heer zal Hem waarlijk tot steun zijn.
Hij zal zijn als een boom, aan het water geplant,
die zijn wortels strekt naar de stroom.
Hij vreest niet als de hitte komt:
zijn bladeren blijven groen.
Hij is rustig in een jaar van droogte:
Hij houdt niet op, zijn vruchten te dragen.
Gebed
:
Jezus, ik erken dat het Geloof de kostbaarste gave is die ik bij mijn doopsel
ontvangen heb en dat die gave komt uit uw Hart. Eens was er storm op het meer
en de apostelen waren bang; ze hebben U, Meester, toen gewekt en Gij hebt hun
gezegd: Waarom zijt gij bang, mensen van gering geloof? (Mt 8,26).
Als de storm mijn leven treft met beproevingen allerhande, ondersteun dan mijn
geloof, Heer. Het geloof dat U, Jezus, behaagt, is het geloof dat gepaard gaat
met hoop.
Zesde dag: Het Hart van Jezus is de Bron van Barmhartigheid
Overweging:
Nadat Hij de wonden van handen en zijde getoond had, ademde Jezus over de
apostelen en zei tot hen: Ontvangt de Heilige Geest. Als gij iemand zijn
zonder vergeeft, dan zijn ze hem vergeven; als gij iemands zonden niét
vergeeft, zijn ze hem niet vergeven (Joh 20,21).
Bij zijn Verrijzenis heeft Jezus de radikale ervaring beleefd van de
Barmhartigheid, t.t.z. de ervaring dat de Liefde van de Vader sterker is dan de
dood. En Jezus zélf is de onuitputtelijke bron van barmhartigheid geworden, die
sterker is dan de zonde (Encycliek over de goddelijke Barmhartigheid). Dát is
ook de uitnodiging, een door Jezus uitgesproken en die nú voor ons in
vervulling gaat : Komt tot Mij, gij allen die onder lasten gebukt gaat, komt
tot Mij! (Mt 11,28).
Allen worden wij uitgenodigd om onze last toe te vertrouwen aan het
zachtmoedige en nederige Hart van Jezus, om vergeving van zonden te ontvangen
en opluchting in al onze moeilijkheden.
Ik ben niet gekomen om
rechtvaardigen,
maar om zondaars te roepen (Mt
9,13)
Lofzang :
Efesiërs, 1
Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus,
die ons in de hemelen in Christus heeft gezegend met elke geestelijke zegen.
In
Hém heeft Hij ons uitverkoren vóór de grondlegging der wereld,
om heilig en vlekkeloos te zijn voor zijn Aanschijn.
In liefde heeft Hij ons voorbestemd
zijn kinderen te worden door Jezus Christus,
naar het welbehagen van zijn wil :
Tot lof van de heerlijkheid van zijn genade,
die Hij ons heeft meegedeeld als een overvloed
van wijsheid en inzicht.
Want Hij heeft ons zijn geheim raadsbesluit doen kennen,
de beslissing die Hij in Christus had genomen
ter verwezenlijking van de volheid der tijden :
Het heelal in Christus onder één Hoofd te brengen,
alle wezens in de hemelen en alle wezens op aarde.
Gebed :
Heilige Geest, openbaar mij de diepe geheimen der barmhartigheid van Jezus
Hart. In dié barmhartigheid heb ik vertrouwen en ik weet dat ze groter is dan
de last van mijn zonden; anders zou ik daaronder bezwijken. Schenk mij ook
vertrouwen in de priesterlijke dienst, waardoor de Vader zijn vaderschap
uitoefent om mij te onthalen als het verloren kind dat Hij vergeving schenkt.
Mocht ik mij ook langdurig in de armen voelen van God, mijn Vader.
Zevende dag: Het hart van Jezus geeft ons het brood van eeuwig
leven
Overweging:
Het bloed dat uit de geopende zijde van Jezus stroomde, verzinnebeeldt het Sacrament
der Eucharistie. Jezus zegt ons: Mijn vlees is waarlijk voedsel en mijn bloed
is waarlijk drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven
en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag (Joh 6,54-55).
Na deze woorden aanhoord te hebben, trokken meerdere leerlingen zich van Hem
terug en gingen niet meer met Hem om. In zijn eindeloze Liefde heeft Jezus dit
prachtig Sacrament ingesteld waarin Hij waarachtig aanwezig is met zijn godheid
en zijn verheerlijkte mensheid. En zie, Ik ben met u voor altijd, tot aan het
einde der wereld (Mt 28,20). Jezus wil elke dag bij ons blijven en Hij bemint
ons zózeer dat Hij ook ons geestelijk voedsel wil zijn : Hij geeft zichzelf te
eten aan diegenen die Hij tot zich trekt.
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
blijft in Mij en Ik blijf in hem (Joh 6,56)
Psalm 115
Ik geloof en daarom zal ik spreken,
ik die zoveel heb geleden,
ik die, in mijn leed, gezegd heb:
De mens is niets dan leugen.
Hoe zal ik de Heer vergelden
het goed dat Hij mij deed?
Ik zal de beker nemen van het heil
en de Naam des Heren aanroepen.
Nakomen zal ik mijn geloften voor de Heer,
en ook vóór heel het volk!
Kostbaar is in het oog des Heren
de dood van die Hem dienen!
Ben ik uw dienaar niet, o Heer,
uw dienaar en de zoon van uw dienares?
Ik, wiens ketens Gij gebroken hebt.
Een offer van dank zal ik U brengen,
de Naam des Heren zal ik aanroepen.
Nakomen zal ik mijn geloften voor de Heer
en ook vóór heel het volk,
bij de ingang van het huis des Heren,
midden in Jeruzalem!
Gebed:
Jezus, niet enkel wilt Gij U geven aan ons in de Eucharistie, maar Gij wilt ook
wonen in onze tabernakels. Gij verwacht allen die Gij liefhebt om een
uitwisseling van hart tot hart mogelijk te maken. Zoals de goede Paus
Johannes XXIII zei: Mijn leven lijkt bestemd te zijn, zich te verteren onder
het licht dat uit het tabernakel schijnt en op een oplossing te vinden voor al
mijn moeilijkheden, moet ik mijn toevlucht nemen tot het Hart van Jezus.
Jezus, vervul mijn hart met vertrouwen op uw eucharistische Aanwezigheid; geef
mij een zodanig vertrouwen dat ik U veelvuldig kom ontmoeten. Geef dat ik U kan
aanbidden en loven en aldus mag putten, in deze ontmoeting van Liefde, al wat
er nodig is opdat mijn leven God, onze Vader, zou verheerlijken.
Achtste dag: Het hart van Jezus is de bron der broederlijke
liefde
Overweging:
Op de vooravond van zijn lijden heeft Jezus de voeten van zijn leerlingen
gewassen en Hij zei : Begrijpt gij wat Ik voor u gedaan heb ? Gij noemt Mij
Meester en Heer en dat zegt gij terecht, want dat bén ik. Als Ik dus , de Heer
en Meester, u de voeten heb gewassen, dan moet ook gij elkaar de voeten wassen.
Ik heb u een voorbeeld gegeven opdat gij zoudt doen wat Ik voor ú gedaan heb
(Joh 13,12-15). Zalig zijt gij als gij dit doet (Joh 13,17).
Jezus heeft ons een voorbeeld gegeven om ons te leren hoe wij God kunnen
beminnen in de persoon van onze broeders en zusters. De schat die wij in de
hemel zullen ontvangen, zal afgemeten zijn aan déze liefde. Dan zal de Koning
zeggen tot hen die aan zijn rechterhand staan: Komt, gezegenden van mijn Vader,
neemt bezit van het Rijk dat als erfenis voor u bereid is vanaf de grondvesting
der wereld.
Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en gij hebt
Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen; Ik
was naakt en gij hebt Mij gekleed; Ik was ziek en gij zijt mij komen bezoeken;
Ik was in de gevangenis en gij zijt Mij komen opzoeken (Mt 25,34-36).
Waarlijk, ik zeg u : Telkens gij dit gedaan hebt voor een dezer geringen die
mijn broeders zijn, hebt ge het aan Mij gedaan (Mt 25,40).
Hieraan zal men
herkennen dat gij mijn
leerlingen zijt : dat gij elkander liefhebt
(Joh 13,35)
Lofzang:
Jesaja, 61
Gij zult genoemd worden: priesters van de Heer,
Men zal u zeggen: dienaars van onze God,
Van de overvloed der naties zult gij leven
en hun heerlijkheid zal uw sieraad zijn.
In plaats van uwe schande: een dubbel aandeel!
In plaats van uw vernederingen : vreugdekreten!
In hun land zullen zij een dubbele erfenis ontvangen,
eeuwige vreugde zullen zij bezitten.
Omdat Ik, de Heer, rechtvaardigheid bemin,
omdat ik diefstal haat en ongerechtigheid,
zal Ik hun getrouw beloning schenken,
een eeuwig verbond met hen sluiten.
Hun afstammelingen zullen bekend zijn bij de volken
en hun kinderen temidden der naties.
Wie hen zal zien, zal kunnen herkennen:
de gezegende afstammelingen van de Heer.
Gebed:
Jezus, geef dat ik mijn broeders mag liefhebben zoals Gij hen hebt liefgehad:
met veel zachtmoedigheid en nederigheid hebt Gij hen gediend, altijd aandachtig
om aan hun behoeften en noden tegemoet te komen. Uit uw hart, Jezus, kwam er
zoveel barmhartigheid voor allen; vervul ook mijn hart met barmhartigheid voor
elk van mijn broeders.
Negende dag: Het hart van Jezus voert ons naar de Vader
Overweging:
Vader, het uur is gekomen. Verheerlijk uw Zoon opdat de Zoon U verheerlijke.
Zoals Gij Hem macht over ieder mens gegeven hebt, zal Hij het eeuwig leven
schenken aan hen die Gij Hem gegeven hebt. Welnu, dit is het eeuwig leven, dat
men U kent, de enig ware God, en Hem die Gij gezonden hebt, Jezus Christus
(Joh 7,2-3). Bij een eerste verschijning na zijn Verrijzenis, vraagt Jezus aan
Maria Magdalena dat zij Hem niet zou aanraken, want Hij was nog niet opgestegen
naar de Vader. De volheid der Liefde van Christus is voorbehouden aan het
Vaderhuis, wanneer elkeen op zijn beurt mét Christus zal aankomen.
Maar op aarde is het voornaamste, de wil van Jezus te verwezenlijken. Hij zegt
tot Maria: Ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik stijg op naar mijn Vader en uw
Vader, naar mijn God en úw God (Joh 20,17). Jezus heeft voor ons verdiend,
aangenomen kinderen van zijn Vader te kunnen zijn. Vrees niet, kleine kudde,
uw Vader zal u het Koninkrijk schenken (Lk 12,32). Om deel te hebben aan het
Koninkrijk, nodigt Jezus ons uit om te worden als kleine kinderen.
Wat
nu de geest der kinderjaren kenmerkt, is het vertrouwen. Het vertrouwen laat
ons toe, ons tot God te richten en Hem te vragen volgens onze noodwendigheden,
maar ook om dankbaar zijn weldaden in ontvangst te nemen. Jezus zegt het ons:
Vraagt en gij zult verkrijgen; zoekt en gij zult vinden; klopt en men zal voor
u opendoen (Mt 7,7).
Aan hen die geloven in zijn Naam,
gaf Hij de macht om kinderen van God te worden
(Joh 1,12)
Psalm 32
Het heil van een koning is niet zijn leger,
de overwinning van een krijger is niet zijn kracht.
Ruiterij ter overwinning is een illusie;
een leger brengt niet het heil.
God waakt over hen die hem vrezen,
die hun hoop stellen op zijn Liefde,
om hen te ontrukken aan de dood,
hen in leven te houden bij hongersnood.
Ons leven verhopen wij van de Heer :
Hij is voor ons een steun en een schild.
Onze vreugd in het hart komt van Hém,
Ons vertrouwen berust in zijn heilige Naam.
Moge Heer, uw Liefde over ons opgaan
omdat onze hoop gevestigd is op U!
En nu, koningen, wilt verstaan,
komt tot inkeer, rechters der aarde.
Dient de Heer met vrees,
betuigt hen huiverend uw eerbied.
Wordt Hij vertoornd, dan zijt gij verloren :
zijn toorn zal onverwacht ontbranden.
Zalig die bij Hém zijn toevlucht zoekt!
Gebed:
Geest van Jezus, voeg U bij mijn geest om te getuigen dat ik kind van God
ben. Schenk mij de Wijsheid die komst van U, om de diepte te kunnen begrijpen
der werkelijkheid dat God, mijn Vader, mij liefheeft en dat ik waardevol ben in
zijn ogen. Moge heel mijn wezen uitroepen met de kracht van úw liefde: Abba,
Vader, ik ben uw kind!
God, Zoon, Verlosser van de wereld, ontferm U over
ons.
God, H. Geest, ontferm U over ons.
H. Drie-eenheid, 1 God, ontferm U over ons.
Jezus, om onze zonden in de hof van Olijven benauwd
en bedroefd tot de dood, ontferm U over ons.
Jezus, door een engel gesterkt, om ons te leren onze
hulp in alle nood van de Hemel te verwachten, ontferm U over ons.
Jezus, die uw verrader met minzaamheid ontving, om
ons de zachtmoedigheid te leren, ontferm U over ons.
Jezus, door uw leerlingen verlaten, om ons te leren
op God alleen te vertrouwen, ontferm U over ons.
Jezus, door de Joden gebonden, om ons van de zonden
te ontbinden, ontferm U over ons.
Jezus, voor Annas en Kajafas valselijk beschuldigd,
om ons te leren alle ongelijk geduldig te verdragen, ontferm U over ons.
Jezus, door Petrus verloochend, opdat wij onze
zwakheid zouden leren kennen en onszelf wantrouwen, ontferm U over ons.
Jezus, door Herodes bespot en met een wit kleed
omhangen, omdat wij het kleed der onschuld verloren hadden, ontferm u over ons.
Jezus, achter Barabbas gesteld, opdat zij ons nimmer
boven anderen zouden verheffen, ontferm U over ons.
Jezus, wreed gegeseld en met doornen gekroond, opdat
wij alle zinnelijkheid en eerzucht zouden verfoeien, ontferm U over ons.
Jezus, gelasterd, bespuwd, en geslagen, opdat wij
onze zinnen zouden versterven, ontferm U over ons.
Jezus, aan het volk getoond, opdat wij uw voorbeeld
steeds voor ogen zouden hebben en daarnaar leven, ontferm U over ons.
Jezus, door Pilatus aan uw vijanden overgeleverd, om
ons van onze vijanden te verlossen, ontferm U over ons.
Jezus, met het kruis beladen, om ons te leren ons
kruis met liefde te dragen, ontferm U over ons.
Jezus, aan het kruis genageld, opdat zij ons vlees
met zijn driften en begeerlijkheden zouden kruisigen, ontferm U over ons.
Jezus, die van uw kleren beroofd werd opdat zij ons
voor alle oneerbaarheid zouden bewaren, ontferm U over ons.
Jezus, tussen twee moordenaars gekruisigd, om ons te
leren de vernederingen te beminnen, ontferm U over ons.
Jezus, die de goede moordenaar in genade hebt
aangenomen, opdat zij nooit zouden wanhopen, ontferm U over ons.
Jezus, die aan het kruis hangend, voor uw vijanden
gebeden hebt, om ons te leren onze vijanden te beminnen, ontferm U over ons.
Jezus, met gal en edik gelaafd, opdat zij onze tong
zouden versterven en ons voor laster en kwaadsprekendheid zouden hoeden,
ontferm U over ons.
Jezus, die stervend uw geest in de handen van uw
Vader hebt aanbevolen, opdat wij, stervende, onze geest in uw en zijn handen
zouden bevelen, ontferm U over ons.
Jezus, die voor ons de bittere dood gestorven zijt,
om ons de boosheid van onze zonden te leren kennen, ontferm U over ons.
Jezus, die ons door uw dood het leven gegeven hebt,
opdat zij niet voor ons, maar voor U zouden leven, ontferm U over ons.
Jezus, wiens Zijde na uw dood geopend werd, om ons
de overmaat van uw liefde te tonen, ontferm U over ons.
Jezus, begraven en de derde dag verrezen, opdat wij,
dood voor de zonden, tot een deugdzaam leven zouden verrijzen, ontferm U over
ons.
Wees genadig, spaar ons, Heer.
Wees genadig, verhoor ons, Heer.
Van alle kwaad, verlos ons, Heer.
Van alle zonden, verlos ons, Heer.
Door uw bloedig zweet, verlos ons, Heer.
Door uw geseling, verlos ons, Heer.
Door uw doornenkroning, verlos ons, Heer.
Door uw Kruis en Lijden, verlos ons, Heer.
Door uw heilige vijf Wonden, verlos ons, Heer.
Door uw Dood en Begrafenis, verlos ons, Heer.
Door uw glorierijke Verrijzenis, verlos ons, Heer.
Door uw wonderbare Hemelvaart, verlos ons, Heer.
Op de dag des oordeels, verlos ons, Heer.
Wij, zondaars, wij bidden U, verhoor ons.
Dat uw heilig Lijden ons leert hoe verschrikkelijk
de zonde is, om welke Gij zoveel geleden hebt. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij, door het overdenken van uw pijnen en
smarten, alle ziekten, pijnen en tegenspoed geduldig mogen verdragen. Wij
bidden U, verhoor ons.
Dat wij in alle angst, droefheid en nood ons tot U
keren en uw hulp afsmeken. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij alle schande, verachting en vernedering met overgeving
aan de wil Gods mogen ontvangen. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij de valse beschuldigingen en onrechtvaardige
oordelen naar uw voorbeeld mogen verdragen. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij ons de vruchten van uw Kruis wilt mededelen.
Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij door de kracht van uw Kruis de duivel, de
wereld en het vlees mogen overwinnen. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij in uw heilig Bloed van alle zonden mogen
gereinigd worden. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij ons wilt verlenen ons kruis dagelijks op te
nemen en U graag na te volgen. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij een vurig verlangen mogen verkrijgen, om
dikwijls uw heilig Lijden met liefde en dankbaarheid te overwegen. Wij bidden
U, verhoor ons.
Dat wij, bemerkend dat Gij uit liefde voor ons
gestorven zijt, door wederliefde ontstoken mogen worden, om niet voor onszelf,
maar voor U te leven. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat wij onze troost in uw heilige Wonden mogen
vinden. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij ons door uw Kruis en uw bittere Dood in het
uur van de dood versterken wilt. Wij bidden U, verhoor ons.
Dat Gij ons door uw Kruis tot uw heerlijkheid wilt
voeren. Wij bidden U, verhoor ons.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt,
spaar ons, Heer.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt,
verhoor ons, Heer.
Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt,
ontferm U over ons.
Christus, hoor ons.
Christus, verhoor ons.
Waarlijk, onze zwakheden heeft Hij gedragen.
En onze smarten Zelf getorst.
Laten wij bidden : Almachtige, eeuwige God, die
gewild hebt, dat onze Verlosser de menselijke natuur zou aannemen en de
kruisdood doorstaan, opdat wij zijn nederigheid zouden navolgen. Geef genadig
dat wij naar de lessen, welke Hij ons gedurende zijn sterfelijk leven gegeven
heeft, leven mogen om eens deel te hebben aan zijn glorievolle Verrijzenis.
Door dezelfde Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Het
verlangen een non te worden, maar geweigerd worden
Ze was
nooit haar kinderdroom om in een klooster te gaan verloren. En van de tijd af
dat ze eerst de Passionisten ontmoette en hoorde van de Passionist zusters
voelde ze dat haar plaats bij hen was. Er was een klooster van de Orde in
Corneto, Italie zon 250 km van Lucca, en na advies gevraagd te hebben besloot
ze naar daar te gaan voor een cursus van geestelijke oefeningen en de vraag om
toegelaten te worden. Ze werd geweigerd door een Moeder Overste die over Gemmas
ziekte en genezing had gehoord en ook over de buitengewone genaden die haar
leven kenmerkten, en was daarom overtuigd dat zon mysticus (of mogelijk hysterische?)
niet geschikt was voor haar contemplatieve Gemeenschap.
Het was
een bittere teleurstelling voor Gemma, maar ze droeg ze moedig en geduldig. Haar
biechtvader Mgr. Volpi en haar geestelijke leidsman Vader Germanus deden nog
inspanningen in haar naam maar deze bleven zonder gevolg. Gemma begon zo goed
ze kon het leven te leiden van een Passionist zuster buiten het klooster. Ze
had reeds de gelofte van kuisheid afgelegd gedurende haar ernstige ziekte, en
daar voegde ze de geloften van armoede en gehoorzaamheid aan toe met de
goedkeuring van haar biechtvader. Ze droeg het Teken van de Passionisten op
haar hart onder haar kledij, en bad dagelijks de Goddelijke Officie net zoals
de Passionist zusters doen in koor. Ze verloor nooit de hoop tot op het einde
van haar leven om hen te vervoegen, als het niet in Corneto was, dan ergens
anders.
Haar hoop om een Passionist zuster te worden werd uiteindelijk gerealiseerd na
haar dood. In haar eerste brief aan Vader Germanus, vooraleer ze hem had
ontmoet, voorspelde zede oprichting van
een convent van Passionist zusters te Lucca. Er was zelfs nog niet aan zon
project gedacht op dat tijdstip, maar een jaar of twee later begon men erover
te spreken. Gemma was vervuld met enthousiasme en begon te bidden en gebruikte
al de invloed die in haar macht lag om de komst van de zusters naar Lucca te
bespoedigen. De moeilijkheden leken met tijden onoverkomelijk, maar ze gaf de
moed niet op. Gedurende het laatste jaar van haar leven was het een
voortdurende gedachte en een voortdurend voorwerp van haar gebeden. Ze zocht
zelfs in Lucca meer dan eens naar een plaats waar het klooster zich kon
vestigen en ze stelde interesse in de materiele fondsen die nodig waren voor de
oprichting. Ze hoopte nog altijd om haar roeping te vinden in het nieuwe
klooster.
Maar naar
het einde toe offerde ze zelfs dat op. Ze wilde enkel dat het werk voltooid zou
kunnen worden: ik vraag niet langer om een klooster binnen te gaan Jezus
heeft het habijt van een Passionist zuster op mij wachten aan de poort van de
Hemel. Laat me sterven zodat het Passionist klooster kan opgericht worden. Ze verzekerde degenen die de moed
verloren dat de oprichting zou beginnen na haar dood en voltooid zou zijn in
het jaar van de zaligverklaring van de H. Gabriel. Haar woorden, werden
werkelijkheid, tegen alle verwachtingen in. Twee jaar na Gemmas dood kwam de
eerste kleine groep van Passionist zusters naar Lucca, en hoewel ze vele
hindernissen moesten overwinnen kwam een volledige gemeenschap in het nieuwe
klooster in 1908, net twee maanden nadat de H. Gabriel werd zaligverklaard. Paus
Pius X had reeds het project gezegend en had als bijzonder doel gesteld dat de
gemeenschap zich zou opofferen als slachtoffers voor Onze Heer voor de
geestelijke en tijdelijke noden van de kerk en van de Soevereine Paus. Dit zou
Gemma zeker vreugde gebracht hebben.
Tegenwoordig blijft het Passionisten klooster in Lucca bloeien. Gemmas lichaam
rust bij het altaar in de kleine kapel en de zusters vereren haar als
stichtster en patrones van hun werk. De Passionist zusters wilden mij niet
accepteren, zei ze, maar ik zou willen een van hen zijn, en ik
zal bij hen zijn wanneer ik dood ben. Zo werd Gemmas wens
uiteindelijk vervuld. Voor redenen die
onafhankelijk waren van haar wil, schrijft een vriendin van haar, droeg Gemma
nooit een Passionisten habijt, maar ze was toch een ware Passionist. Ze was een
Passionist in de ziel en ze had de geest van de Passionisten. De Orde heeft
haar aangenomen. Haar klooster is opgericht en blijft groeien.
Dezelfde gedachte werd uitgedrukt
door Benedictus XV in het besluit die haar Zaligverklaring voorafging: De
vrome maagd, Gemma Galgani, was niet door habijt en professie, maar
ongetwijfeld door verlangen onder de religieuze kinderen van St Paulus van het
Kruis gerekend. En Pius XI verkondigde haar heroische heiligheid en
feliciteerde de zonen en dochters van St Paulus van het Kruis om het bezit van
deze ware parel van heiligheid die een eer betekende voor hun Congregatie.
Gemma had zich eens beschreven als verdwaald zoals een ziel dat is afgedwaald:
haar lang gekoesterde roeping was uiteindelijk gerealiseerd en niet veel
roepingen hebben zon pijnlijk offer gekost.
Gemma had zichzelf geofferd aan God als een slachtoffer voor de zonden van de
mensen, en haar offer was geaccepteerd.Tot op dit punt had ze in alle lijden gedeeld met Jezus, behalve een
de laatste en grootste, de doodsstrijd, smart en kommer van Zijn laatste uren
aan het Kruis. Ze had verschrikkelijk geleden in ziel en lichaam, haar lijden
was in het verborgene, en haar leven was meer zoals Gethsemane dan Kalvarie. Na
haar miraculeuze genezing was haar gezondheid normaal, en niemand zou gedacht
hebben dat het sterke, gezonde meisje de martelingen van een levend
martelaarschap doorstond. Maar het moment kwam dat haar lijden niet langer meer
verborgen kon worden: het was de opoffering van het slachtoffer.
Laatste ziekte
Op Pasen 1902 was ze plotseling getroffen door een mysterieuze ziekte die met
een kort interval, voor de resterende negen maanden van haar leven duurde. Ze
kon geen voedsel proeven, haar lichaam onderging de meest verschrikkelijke pijn
en ze was sterk vermagerd. Eerst slaagde ze er nog in om haar naar de Mis en de
Heilige Communie te slepen, met de hulp van haar geadopteerde moeder en
vriendin Cecilia, maar deze troost moest ze spoedig opgeven door haar
verslechterde gezondheid. Dokters werden ingeroepen, maar verschilden in hun
diagnose en waren verwonderd over de mysterieuze natuur van haar ziekte. Haar
pijn werd nog verzwaard door de aanvallen van de duivel op haar lichaam en ziel
en waren zo afschuwelijk dat ze dacht dat ze bezeten was en ze smeekte om een
exorcisme te laten doen. Haar heroische leven, al de deugden die ze in praktijk
had gebracht, al de goddelijke gunsten die ze had ontvangen, werden nu aan haar
getoond als hypocrisie en bedrog. En gedurende al die maanden van lijden was er
geen straal van goddelijke troost die haar hart bereikte. Ze bleef
onophoudelijk bidden, Jezus en Maria aanroepend om bij haar te zijn in dit uur
van bittere verwaarlozing. Van buitenaf hield ze zich sereen en kalm. Ze
klaagde nooit over haar lichamelijk lijden behalve 1 keer toen ze fluisterde Mijn
Jezus, het is meer dan ik aankan: maar wanneer de Zuster die op haar paste er
haar aan herinnerde dat het met Gods genade is dat alles mogelijk is om te
dragen, gebruikte ze de woorden nooit meer terug. Integendeel wanneer de Zuster
haar eens vroeg Als je de keuze had wat zou je kiezen: ineens naar de hemel
gaan en stoppen met lijden of hier blijven en lijden voor de glorie van God?
antwoordde ze Beter om te lijden dan
naar de Hemel te gaan wanneer de pijn voor Jezus en Zijn glorie is. Een van de
religieuze Zusters van de orde van St Camillius die op haar paste gedurende
haar laatste ziekte zei We hebben voor vele zieke personen gezorgd,
maar we hebben nooit zoiets gezien!
Heilige dood
Een laatste troost bleef over voor Gemma en deze werd spoedig ontnomen. Haar
conditie was jammerlijk, maar ze was temidden van toegenegen vrienden. Sommige
van de dokters waren echter de mening toegedaan dat ze tuberculoze had en Vader
Germanus was bang dat de kinderen van de familie blootgesteld zouden worden aan
het gevaar van besmetting. Er werd beslist dat Gemma moest verhuizen. Maar de
Giannini familie was er sterk tegen gekant. Maanden gingen voorbij vooraleer ze
erin toestemden. Er werd een compromis gesloten en er werd een kamer gehuurd
aan de overkant van de straat en er zou communicatie zijn door middel van een
bel aan een koord die bij een aanpalende tuin terechtkwam. Gemma werd
verplaatst op 24 februari 1903. Ze deed haar laatste offer met een kalme gelatenheid
die zelfs degenen die haar het best kenden versteld deed staan. Op dit punt kon
ze zeer goed zeggen : Ik heb van alles een offer gemaakt; niets blijft voor
mij over dan mij voor te bereiden op de dood.
aan haar
sterfbed
De dood was niet ver weg. Twee maand later, op Goede Vrijdag ging ze in een
lange extase met uitgestrekte armen, genageld zoals ze zei met Jezus op het
Kruis. Degenen die haar zagen lijden gedurende die dag en de volgende nacht
wisten dat het einde nabij was. Op Stille Zaterdag werd een priester geroepen
die haar de Laatste Sacramenten gaf, en dan werd Gemma overgelaten om de volle
bitterheid van de eenzaamheid van Jezus op Kalvarie te proeven. Het einde kwam
vredig en met een blik van vreugde op haar gezicht gaf ze haar zuivere ziel aan
God een uur na de middag op Stille Zaterdag, 11 april 1903. Haar gezicht was zo
mooi en vredig dat degenen die aanwezig waren het moeilijk konden geloven dat
ze werkelijk gestorven was.
Gemma
Galgani werd zaligverklaard door Paus Pius XI op 14 mei 1933 en heilig
verklaard door Paus Pius XII op Hemelvaartsdag 2 mei 1940. Onder de menigte die
de St Pietersbasiliek vulde op de dag van haar Heiligverklaring waren 1300
inwoners van Lucca met aan het hoofd hun aartsbisschop. Velen onder hen hadden
haar gekend, waaronder de talrijke leden van de Giannini familie die haar
hadden aangenomen. Haar jongste zuster Angelina zat naast de zuster van de H.
Zita die haar als kind geleerd had en haar eerste stappen had getoond op het
pad van heroische heiligheid. Het feest van de H. Gemma is op 11 april (en ook 16
mei voor degenen in de Passionist Congregatie).
"Ik heb U liefgehad, o Jezus. Verleen me U nog
meer lief te hebben zodat mijn gedachten enkel naar U uitgaan, alle dagen, alle
nachten, zelfs wanneer ik slaap Ik wens dat mijn geest altijd met U praat, dat
mijn ziel altijd tot U spreekt."-St Gemma Galgani
O lieve
Jezus, ik bevind mij aan Uw heilige voeten. Zie welwillend op mij neer. Ik wens
mijn dankbaarheid uit te drukken voor de voortdurende gunsten die U mij schenkt
en nog wenst te schenken. Zo veel keren heb ik U aanroepen, O Jezus en U hebt
me blij gemaakt. Ik heb mij dikwijls tot U gewend en U hebt mij steeds
getroost. Hoe kan ik mijzelf tot U richten, lieve Jezus? Ik dank U! Toch heb ik
nog een verzoek dat Ik van U verlang, O mijn God, als het U behaagt (noem het
verzoek). Ik weet dat U almachtig bent, en daarom vraag ik deze gunst. O Jezus,
heb medelijden met mij. Moge Uw heilige wil geschieden in alle dingen.
________________ Nog een gebed van de H. Gemma Galgani:
O mijn gekruisigde God, ik bevind mij aan Uw heilige voeten. Verstoot mij niet, nu ik voor U
kom te staan als zondaar. Ik heb U beledigd in het verleden, mijn Jezus, maar ik
zal mij beteren. O Heer, voor U leg ik al mijn fouten open. Ik heb ze beschouwd
en ik zie dat ik geen vergiffenis verdien. Zie naar uw lijden en bedenk hoeveel
waarde dat Bloed heeft dat uit Uw aderen vloeide. O mijn God, U die ervoor
gekozen hebt te sterven voor mijn zonden, sluit Uw ogen voor mijn gebrek aan
verdienste, en verleen me vergeving voor mijn zonden, zodat ik niet langer de
last van mijn zonden voel. Mijn lieve Jezus, de last van mijn zonden bedrukt
mij mateloos. Begeleid mij, mijn Jezus, want ik verlang kost wat kost goed te
zijn. Neem alles in mij weg dat tegenstrijdig is met Uw heilige wil.
Tegelijkertijd bid ik tot U, Heer Jezus om mij te verlichten zodat ik in staat
ben in Uw heilig licht te leven. Amen. ________________ Gebed tot de H. Gemma met de vraag om bemiddeling
O heilige Gemma, ik ben dicht bij u, help met te bidden. U weet wat ik en
degenen rond mij nodig hebben; kijk naar mijn dringende noden zowel geestelijk
als materieel. Zorg ervoor! Ik vertrouw op U en ik laat alles over aan uw liefdevolle
zorg. (noem uw verzoek)
Bied Jezus die tedere en voortdurende zorg aan die U hem op aarde hebt
geschonken.
O heilige
Gemma, u die fysiek alle pijn van het Lijden van Jezus hebt geleden, ik vraag U
om de genade om het Lijden van Jezus te overwegen en te beleven evenals het
lijden van de Heilige Maria. Bid dat ik het pad van nederigheid, eenvoud,
liefde en opoffering neem en zo te allen tijde de heilige wil van God vervul.
Laat me samen met Jezus, de Heilige Maagd Maria en u verenigd zijn en leven in
alle eeuwigheid. Amen.
________________
Populair gebed aan de H. Gemma dat gevonden wordt
op vele heiligenprentjes van Passionisten
O H. Gemma, hoe meevoelend was uw liefde voor degenen in moeilijkheden, en hoe
groot was uw verlangen om hen te helpen. Help mij ook in mijn huidige
noodwendigheid en verkrijg voor mij het verzoek dat ik u nederig vraag, als het
voor het welzijn is van mijn ziel. (noem hier uw verzoek)
De talrijke mirakels en de wonderbaarlijke gunsten die verkregen zijn door uw
bemiddeling geven mij het vertrouwen dat u mij kunt helpen. Bid tot Jezus, uw
Bruidegom, voor mij. Toon Hem de stigmata die Zijn liefde u heeft gegeven.
Herinner Hem aan het bloed dat uit deze wonden vloeide, de verschrikkelijke
pijn die u hebt geleden en de tranen die u hebt vergoten voor de redding van
zielen. Plaats deze als uw kostbare schat in een kelk van liefde en Jezus zal
naar u luisteren. Amen.
-H. Gemma, bid voor ons! ________________ Gebed aan St Gemma voor zuiverheid steun tegen bekoringen
Gemmas moeder leerde haar van op vroege leeftijd te knielen en 3 weesgegroeten
te bidden elke dag, met de vraag aan de Heilige Moeder om de genade van
zuiverheid te verkrijgen. Op het einde van haar leven, tegen haar dood, vond
een metgezel haar geknield en de 3 weesgegroeten zeggend voor zuiverheid. Zelfs
op het einde van haar leven liet ze deze heilige praktijk niet varen. Daarom
kunnen we vertrouwensvol haar aanroepen om bijstand tegen bekoringen van
onzuiverheid.
O bloem van de hemel, H. Gemma, Spiegel van zuiverheid en boete, verkrijg
voor ons de genade van zuiverheid en help ons tegen alle bekoringen van het
vlees. We vragen dit door Christus
onze Heer. Amen.
Noveen van de H. Theresia van het Kind Jezus - dag 6
Noveen
van de H. Theresia van Lisieux
Zesde dag
:
Kom
Heilige Geest en vul de harten van de gelovigen, en ontbrand in hen het vuur
van goddelijke liefde.
V. Zend Uw Geest over deze aarde.
A. En U zult de aarde vernieuwen.
Laat ons
bidden: O God, die
de harten van de gelovigen hebt geleid door het licht van de Heilige Geest.
Verleen dat we door de gave van de Heilige Geest we wijs mogen zijn en ons
verheugen in Zijn vertroosting, door Christus onze Heer.
Akte van geloof, hoop en liefde : O mijn God! Ik geloof in U:
versterk mijn geloof. Al mijn hoop is op U gevestigd. U komt Uw beloften trouw
na. Ik houd van U: leer me U steeds meer lief te hebben.
Akte van
berouw:Mijn Heer en mijn God,
het is mij leed dat ik tegen uw opperste majesteit misdaan heb. Ik verfoei al
mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat
ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt. Ik maak het
vast voornemen, mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.
In dit berouw wil ik leven en sterven.
Heilige
Theresia, Patrones van de Missies, wees een grote missionaris doorheen de
wereld tot het einde der tijden. Herinner onze Meester aan Zijn eigen woorden
De oogst is groot, maar er zijn weinig arbeiders. Uw ijver voor zielen was
groot, verkrijg eenzelfde ijver voor degenen die nu zielen willen winnen, en
smeek God om hun aantal te vermeerderen, zodat degenen die Jezus nog niet
kennen tot geloof en liefde worden gebracht.
Bemiddel
voor ons al de dagen van ons leven, maar vooral gedurende deze noveen en
verkrijg voor ons van God de genaden en gunsten die we vragen door Uw
bemiddeling. Amen. (noem hier de verzoeken)
Gedachte
doorheen de dag: IJver voor zielen. Laat ons samenwerken voor de
redding van zielen. We hebben enkel dit leven om zielen te redden en hen aan de
Heer te geven als bewijs van onze liefde.
Ik kan geen briljante daden stellen; ik kan het
Evangelie niet verkondigen of mijn bloed vergieten. Maar wat geeft het? Mijn
broeders werken in mijn plaats, en ik een klein kind- blijf heel dicht bij de
koninklijke troon. Ik zie degenen graag die ten strijde trekken voor zielen.
Mijn daden, mijn kleine opofferingen, kunnen God
geliefd maken over heel de wereld.
Slotgebed:
O Heer, U
hebt gezegd: Als jullie niet worden als kleine kinderen, zullen jullie het
koninkrijk van de hemel niet binnenkomen. We smeken U, ons te helpen de
nederigheid en eenvoud van hart die de Heilige Theresia kenmerkte, te bereiken
zodat we een eeuwige beloning in ontvangst kunnen nemen. Amen.
De H.
Gemma was een leek wiens leven getekend was door goddelijke gunsten en
buitengewone genaden, en ook grote beproevingen en lijden. Hoewel ze een
buitengewone mysticus en gestigmatiseerde was, die in haar lichaam de tekenen
van de Heer Jezus droeg, was haar geestelijk leven verborgen voor de wereld. Ze
was nooit het object van publieke nieuwsgierigheid of verering. Haar leven leek
gewoon, maar haar ziel beleefde hoogtepunten. Ze werd speciaal gekozen door God
om een offerziel te zijn. Ze werd speciaal geroepen om offers te brengen en te
lijden voor de bekering van zondaars. Met andere woorden, ze was een slachtoffer
van Goddelijke Liefde. Haar leven was er een van offer en lijden voor de
bekering van zondaars en eerherstel voor zonden.
Vroege kindertijd
Gemma werd
geboren in Camigliano, Italie op 12 maart 1878. Ze was de vierde van 8
kinderen, en de oudste dochter van Henry en Aurelia Galgani. Haar vader was een
zeer succesrijke apotheker. Een maand na haar geboorte verhuisde het gezin naar
Lucca, waar ze de rest van haar leven doorbracht. Het lijden begon voor haar op
een zeer jonge leeftijd. Zoals alle kinderen hield Gemma van haar moeder met
heel haar kleine hart. Haar moeder was een heilige en vrome Katholiek en Gemmas
eerste lessen in godsdienst werden gegeven op haar moeders schoot, en het was
door haar moeder dat ze in de parochiekerk de smaak te pakken kreeg van de verborgen
en onuitsprekelijke zoetheid van de H. Mis. Het was mama, zei ze jaren
later, die haar als kind deed verlangen naar de Hemel.
Dood van haar moeder
Het was
gedurende deze vroege jaren dat haar moeder tuberculoze kreeg. Haar slepende
zieke, was des te pijnlijker voor haar in de wetenschap dat ze haar kinderen
zou moeten verlaten toen zij haar zorg het meeste nodig hadden. Gemma wist dat
haar moeder naar de hemel zou gaan. Gemma had haar zoveel over de hemel horen
vertellen en Gemmas grote wens was mee te gaan met haar. Elke dag als ze
terugkeerde van school was haar eerste gedachte snel naar haar moeders
ziekenkamer te gaan vrezend dat haar moeder was overleden gedurende haar
afwezigheid. Intussen kwam de dag van haar eerste communie, 26 mei 1885 en
daarmee de eerste van de hemelse gesprekken die een groot deel uitmaakten van
haar geestelijk leven. Gedurende de Mis na de ceremonie kwam plotseling een stem
in haar hart dat tegen haar zei: Wil je mij je Mama geven? Ja, antwoordde
ze, als je mij ook meeneemt. Nee, zei de stem, geef me je Mama zonder
voorbehoud. Ik zal je later naar de hemel brengen. Ze kon enkel ja antwoorden
en toen de Mis gedaan was rende ze naar huis.
Het was haar eerste grote offer en het bezorgde haar veel verdriet en tranen;
maar toen haar moeder een paar maanden later stierf was het Gemma die de
anderen troostte. Gemma was naar 8 jaar oud.
Waarom zouden we huilen? Mama is naar
de hemel zei ze.
op school
Kort na haar moeders dood, werd Gemma naar de school van de Zusters van de H.
Zita in Lucca gestuurd. Onder de leiding van de goede Zusters kreeg ze meer
interesse in het gebed en een devotie voor het Lijden van de Heer. Ze begon
dagelijks erover te mediteren. Haar liefde voor de Moeder van God was altijd diep
en intens, vooral omdat ze haar aardse moeder was verloren. Als God mijn moeder heeft meegenomen, zei
ze dikwijls, heeft Hij me Zijn
Moeder gegeven. Haar veelvuldig gebed was: Heilige Maagd, maak van mij een Heilige. Gedurende deze tijd
zei ze dikwijls de hele 15 tientjes van de Rozenkrans op haar knieen s avonds nadat
ze teruggekeerd was van school en ze begon ook boetedoening te doen en s
nachts op te staan om te bidden.
Hoe dan ook, het devote leven is dikwijls een harde strijd. En de hulp die ze
het meest verlangde en nodig had werd haar geweigerd. Ze had lang de wens geuit
om haar Eerste Communie te doen. Je bent te jong, had de parochiepriester
gezegd. Geef me Jezus, zei ze aan de Biechtvader of aan de Zusters, en jullie zullen zien hoe goed ik zal zijn:
ik zal niet opnieuw zondigen, ik zal veranderd zijn Maar het was niet
gebruikelijk dat de Communie werd gegeven op zo een vroege leeftijd, en ze was
10 jaar vooraleer ze uiteindelijk bij uitzondering de Communie kreeg. Er is
geen alternatief, verklaarde de biechtvader, maar haar toelaten tot de
Communie of haar zien sterven van verdriet. We kunnen enkel ons inbeelden met
welke vurigheid ze de eerste keer haar Heer ontving op het Feest van het Heilig
Hart op 17 juni 1887. Ik voel hier
een vuur branden, zei ze aan een van haar vriendinnen nadien en ze
wees naar haar borst. Voel je het
ook? Ze kon zich niet inbeelden dat er iets buitengewoons was in haar
eigen ervaring. Haar leven daarna was een constante groei in vereniging met
Jezus. Gemma kan niets goeds doen,
zei ze, maar Gemma en Jezus kunnen
alles bereiken.
Gemmas schoolleven was ten einde door een pijnlijke ziekte. Een kwetsuur aan
haar voet waar ze licht was overgegaan resulteerde in een ernstige en pijnlijke
infectie en ze werd gedwongen in bed te blijven voor enige maanden. Een
operatie was nodig, maar ze weigerde een anesthesist en met de ogen gericht op
een kruisbeeld leed ze de verschrikkelijke pijn met niet meer dan een gezucht. De
dokters stonden versteld door haar moed en volharding.
Toen ze
hersteld was nam ze de plaats in van de moeder en nam alle verplichtingen op
zich die de oudste dochter van een moederloos gezin moest dragen. Gedurende
deze tijd was ze druk bezig, want het was een grote huishouding. In de
tussentijd maakte ze altaarlinnen en kleding voor de kerk of kledij voor de
armen. Haar activiteiten bleven niet beperkt tot het huis. Ze verzamelde
dikwijls arme kinderen van de buurt om hen godsdienstles te geven. Ze bracht
dikwijls bezoek aan de zieken in de hospitalen, hen kleinigheden brengend. Maar
ze troostte hen vooral met gedachten van God. Haar liefdadigheid voor de amen
en zieken was buitengewoon. Elke keer ze buitenkwam vroeg ze haar vader om geld
om weg te geven als liefdadigheid, en als hij weigerde vroeg ze toelating om
brood of iets anders te mogen meenemen.
Haar huiselijke plichten en haar bezorgdheid voor de anderen vormden geen
hindernis voor de groei van haar innerlijk leven. Integendeel: haar druk leven
van actieve liefdadigheid vond zijn inspiratiebron in haar gebedsleven en
vereniging met God. Wanneer ze druk bezig was leek ze voor degenen rond haar
geheel ingenomen door God. Haar leven was een gedurig gebed, zei een priester
die haar goed kende, en haar gebedsboek was het kruisbeeld. De gedachten aan
het lijden van Christus bleven haar volgen, en het was in die dagen dat ze een
groeiend verlangen ervaarde om de Gekruisigde Jezus lief te hebben met heel
haar hart, samen met een verlangen om Hem te helpen in Zijn lijden. Ze werd vooral toegewijd aan het Lijden
van Onze Heer.O Jezus, bad
ze, ik wens U te volgen wat
het mij ook van lijden moge kostenom U vurig te volgen Ik wens te lijden voor U.
Ernstige ziekte
God wachtte
niet lang om haar gebed te verhoren want ze kreeg kort daarna de diagnose van
rugtuberculoze (of mogelijks rug meningitis). Ze had de symptomen ervan
gevoeld, maar haar vrome afkeer van medisch onderzoek zorgde ervoor dat ze het
zolang uitstelde tot ze het bed moest houden. Haar ernstige conditie en het
geduld en zoetheid waarmee ze leed deed degenen die haar kenden aan de zijde
van haar bed zitten. Een van haar bezoekers bracht haar het "Leven van de Zalige Gabriel Possenti",
die gekend was voor zijn heiligheid en mirakels, hoewel hij nog niet heilig was
verklaard op dat tijdstip.
Gabriel Possenti
Gemma had
eerst weinig interesse maar na Broeder Gabriels naam te hebben aanroepen in een
bekoring met direct effect begon ze het boek te lezen en ontwikkelde een
bijzondere toewijding tot hem. Niet lang erna verscheen hij aan haar temidden
van haar ernstige ziekte, en sprak woorden van troost en aanmoediging.
Miraculeuze genezing
In februari 1899 vonden de dokters haar geval uitzichtloos en ze kreeg de
Laatste Sacramenten toegediend. Haar biechtvader sinds haar kindertijd, Monsignor
Giovanni Volpi, hulpbisschop van Lucca en nadien Bisschop van Arezzo, bracht
haar een bezoek op 19 februari en vroeg haar dat ze een noveen voor de H.
Margaretha Maria Alacoque moest bidden voor haar genezing. Twee keer begon ze
de noveen, maar vergat ze voort te bidden. Wat er toen gebeurde was het
volgende: Op de 23 februari begon ik voor de
derde keer, of beter ik wilde ze beginnen want het was een paar minuten voor
middernacht, wanneer ik rozenkranskralen hoorde en een hand voelde op mijn
voorhoofd. Een stem zei het Onze Vader, een weesgegroet, en het Glorie zij
negen keer achtereenvolgens. Ik kon amper antwoorden want ik was te zwak. Dan vroeg de stem: Wil je genezen? Ja, je zult
genezen. Bid met geloof tot het Heilig Hart van Jezus. Ik zal
elke avond komen tot het einde van de noveen en we zullen samen bidden tot het
Heilig Hart." En ik vroeg wat met de Heilige Margaret Maria? Herhaal het Glorie zij drie keer ter harer ere. Het
was de Passionist, H. Gabriel Possenti die was verschenen en die haar
aanmoedigde. "Hij kwam elke avond en we baden de gebeden tesamen. De
noveen eindigde op de eerste vrijdag van maart. Op die dag ontving ik de
Heilige Communie vroeg in de morgen. O wat een gelukkige momenten bracht ik
door met Jezus. Hij vroeg me ook, 'Wil je genezen worden?' "Mijn
emotie was zo groot dat ik niet kon spreken, maar in mijn hart antwoordde ik,
Wat U wil, O Jezus! De
genade werd verleend. Ik was genezen. Ik stond recht uit bed. Degenen in huis
weenden van geluk. Ook ik was blij, maar niet zozeer dat ik genezen
was, maar dat Jezus mij als Zijn kind gekozen had. Want die morgen voor Hij
vertrok had Hij gezegd: 'Mijn kind, de genade die je hebt gekregen deze
morgen zal gevolgd worden door vele andere die nog groter zijn.'
Gemma's genezing
was compleet en permanent. Haar ziekte had meer dan een jaar geduurd en had
haar bijna het leven gekost, maar nadien was haar gezondheid normaal.
Haar eerste gedachte na haar genezing was waarop ze lang gehoopt had nl. het
binnengaan in een klooster. De omstandigheden hadden het onmogelijk gemaakt om
te realiseren, maar nu leek de lucht opgeklaard. Verschillende religieuze
gemeenschappen in Lucca wilden haar graag accepteren en moedigden haar zelfs
aan. Maar de kerkelijke autoriteit geloofde niet in haar plotselinge genezing
van zon gevaarlijke ziekte en ook haar bijzondere mystieke ervaringen waren
gekend door de lokale Bisschop. De deuren werden tot haar groot verdriet voor
haar gesloten.
Ondertussen bleef haar geestelijk leven groeien in intensiteit en vurigheid;
haar vereniging met God werd intiemer, en haar ziel werd bezocht met goddelijke
communicatie. Ze deed zelfs gedurende haar ziekte het Heilig Uur ter ere van de
doodsstrijd van Jezus in Gethsemane. Uit dankbaarheid voor haar genezing
beloofde ze het Heilig Hart van Jezus dat ze het Heilig Uur zou houden elke
donderdag nacht een belofte die ze hield voor de rest van haar leven. Het was
gedurende dit Heilig Uur dat Jezus in haar ziel buitengewone genaden stortte
die van haar leven een martelaarschap van liefde maakte. Haar eerste ervaring
van deze Heilige Donderdag beschreven door haar geestelijke leidsman : Ik bracht het hele uur biddend door
en weende om mijn zonden. Ik
zat neer omdat ik mij zwak voelde. De smart bleef duren. Ik
verloor plotseling het gebruik van mijn zintuigen. Ik probeerde recht te komen
en de deur van mijn kamer op slot te doen. Waar was ik? Ik bevond mij in
aanwezigheid van de Gekruisigde Jezus, en er vloeide bloed uit Zijn wonden. Het
aanblik vervulde mij met pijn. Ik maakte een kruisteken. Ik voelde een grote
rust, maar toch een intense smart voor mijn zonden. Ik knielde neer met mijn
voorhoofd tegen de grond en bleef zo uren zitten toen ik bijkwam waren de
wonden van Jezus zo in mijn geest gegrift dat ze nooit meer weg zijn gegaan. Het visioen vulde Gemma met een
nieuwe afkeer voor zonde en een intens verlangen om te lijden met Jezus en een
offerziel te worden voor de redding van zielen. Het verlangen werd ingewilligd.
Op een morgen na de Heilige Communie hoorde ze een stem van Jezus tot haar
zeggen, Hou moed Gemma, Ik wacht
op jou op Kalvarie waar je spoedig heen zult gaan."
Gemma ontvangt de stigmata
De betekenis van de woorden werd spoedig duidelijk. Een paar dagen later, op
donderdag 8 juni, de vooravond van het Feest van het Heilig Hart, wanneer ze
zoals gewoonlijk een Heilig Uur begon voelde ze een felle smart voor haar
zonden zoals ze nooit eerder ervaren had en een levendig aanvoelen van Jezus
lijden. Plotseling was ze in extase en was ze in aanwezigheid van haar hemelse
Moeder en haar Engelbewaarder. De engel liet haar een akte van berouw zeggen en
Maria troostte haar met de verzekering dat haar zonden waren vergeven, en ze
kreeg te horen dat ze een grote genade ging ontvangen door de liefde van Jezus.
Dit zijn Gemmas woorden: Dan opende Ze
haar mantel en bedekte mij ermee. Op hetzelfde moment verscheen Jezus met Zijn
open wonden: maar in plaats van bloed kwamen er vlammen uit. In een ogenblik
raakten die vlammen mijn handen, voeten en hart. Ik voelde alsof ik aan het
sterven was en ik zou op de grond gevallen zijn, was het niet dat mijn Moeder
me steunde onder haar mantel. Ik bleef in die positie voor enkele uren. Toen
kuste Ze mijn voorhoofd, het visioen verdween en ik bleef alleen achter op mijn
knieen. Maar ik bleef een intense pijn voelen in mijn handen, voeten en hart.
Ik stond op om naar bed te gaan, maar ik zag dat er bloed vloeide uit de
plaatsen waar ik pijn had. Ik bedekte hen zo goed ik kon en kroop in bed met de
hulp van mijn Engelbewaarder. De volgende morgen had ik het moeilijk met naar
de heilige Communie te gaan. Ik deed een paar handschoenen aan om mijn handen
te verbergen. Maar ik kon bijna niet rechtstaan en ik voelde dat ik elk moment
kon sterven. Die pijn bleef duren tot 15:00
uur op Vrijdag, het Feest van het Heilig Hart.
Jezus mijn Zoon houdt heel veel van jou en Hij wil je een genade geven - OLV van smarten aan de H. Gemma
Los van haar verwarring was Gemmas enige gedacht
hetgeen dat ze gevoeld had na haar Eerste Communie wanneer ze een vuur voelde
branden in haar hart en ook dat het een gewone ervaring was met degenen die
Jezus had uitverkoren als de Zijne. Ze wilde iemand in vertrouwen nemen na haar
ervaringen en ging naar haar tante met opgeheven handen en eenvoud als een kind
: Tante, kijk wat Jezus gedaan
heeft. De goede vrouw stond versteld van verbazing, maar begreep
weinig van het vreemde fenomeen.
Het fenomeen herhaalde zich
regelmatig elke donderdagavond, beginnend om 23.00 u en het duurde tot 15.00 u de
vrijdagnamiddag. Gemma leek al de fases van het Lijden te passeren en droeg in
haar lichaam al de tekenen van Christus fysieke lijden: niet enkel de wonden in
de handen, voeten en zijde, maar ook de doorboring van de doornenkroon, de
tekenen van de geseling, de wonde op de schouder veroorzaakt door het gewicht
van het Kruis, allen vergezeld van de meest verschrikkelijke pijn. Gedurende
deze uren had ze liefdevolle gesprekken met Jezus op fluistertoon, dikwijls
smeekte ze om genade voor zondaars en offerde ze zichzelf als offer ter
uitboeting van hun zonden.
Voor enige tijd hield Gemma deze buitengewone gebeurtenissen verborgen zelfs
voor haar biechtvader: deels door haar extreme nederigheid en deels door de
moeilijkheid om het uit te leggen in de biecht. Maar na een paar weken kreeg ze
een inwendige stem zeggen: Je zult een dochter zijn van mijn Lijden, en een
favoriete dochter: een van deze (Passionisten) zal een vader zijn voor jou: ga
en maak alles kenbaar aan hen. Er werd in Lucca een Passionist gevonden die
haar adviseur werd en haar biechtvader Mgr. Volpi goed kende. Passionist Vader
Germanus werd uiteindelijk haar geestelijke leidsman.
Vader Germanus
Mgr. Volpi stond verbaasd en
twijfelde aan de authenticiteit van Gemmas buitengewone mystieke ervaringen. Hij
legde het geval voor aan Vader Germanus, die veel ervaring had en alles nogal
wetenschappelijk opvatte. Hij wilde eerst niets met Gemma te maken hebben en
adviseerde Mgr. Volpi dat Gemma het gewone geestelijke pad zou volgen. Maar
onder druk ontmoette hij toch Gemma. Na een grondig onderzoek kwam hij toch tot
de vaststelling dat zij een uitverkoren ziel was en bleef haar geestelijke
leidsman voor de rest van haar leven. Na haar dood schreef hij een biografie
van Gemma getiteld Het Leven van de H. Gemma Galgani.
Gemma verhuist naar het huis van de Giannini
Toen Gemmas vader stierf liet
hij het gezin berooid achter en zij was verplicht om bij een van haar tantes te
wonen. Gemma was toen 19 jaar oud. Een van Gemmas hoofdzorgen was het verborgen
houden van de grote dingen die God met haar had gedaan. Het was spoedig
duidelijk dat dit in haar tantes huis niet mogelijk was. De jonge gezinsleden
waren nieuwsgierig en er was niet een medelevend. Men begon
erover te roddelen. Gemma was
dikwijls in extase zelfs gedurende haar dagelijkse bezigheden, en was
overgeleverd aan degenen rondom haar die dergelijke buitengewone genaden niet
begrepen. Ze had daardoor veel te lijden. Tenslotte werd ze in huis genomen
door de Giannini familie onder invloed van de Passionisten. Het was
een bekende familie in Lucca. Eerst werd ze als occasionele gaste ontvangen en later als een
geadopteerde dochter. De huishouding bestond uit de vader en moeder met 11
kinderen en een tante genaamd Cecilia die Gemma reeds kende en haar bewonderde
en zij werd een geadopteerde moeder voor haar.
Giannini familie
Het karakter van het gezin kan verteld worden door de vader Matteo Giannini. Mijn
vijf zonen zijn een grote troost voor mij. Ze gaan elke dag naar de Heilige
Communie en zijn zeer betrokken bij Katholieke acties. Van mijn dochters zijn
er vijf nonnen, en een is gehuwd.
Dagelijks leven
In het
huis van de Giannini was Gemma beschut voor de ogen van de wereld en van de
reputatie van ongewone heiligheid die haar zo misnoegde. Haar leven in de
Giannini huishouding was er een van voortdurende en nuttige activiteit. Zij was
nooit zonder werk. Toen ze in het begin naar ons
kwam zei haar geadopteerde moeder Cecilia crochetteerde ze, maar ze breide
het liefst of herstelde kousen. Het hield haar bezig, want ze herstelde voor
het hele gezin. Ze stond altijd klaar om te doen wat er moest gedaan worden. Ze
hield zich altijd bezig. Een priester die bij de familie was en haar
dagelijkse bezigheden zag bewonderde haar eenheid met God. Zelfs temidden van
de meest verstrooiende huiselijke taken leek ze volledig op te gaan in God en
in voortdurende meditatie. Maar dit hinderde haar niet om met grote zorg te
doen wat er moest gedaan worden.
Een andere taak dat ze zich aantrok was de zorg voor de zieken. Ze zorgde
altijd voor degenen die ziek waren in huis. Ze legde grote zorg en attentie aan
de dag en in alle dingen toonde ze de grootste liefde; ze deed alles uit liefde
voor God.
Weinigen vermoedden dat achter Gemmas gewone leven de sublieme geestelijke
toppen schuilgingen. Haar eenvoud en nederigheid bedekten de geheimen van haar
innerlijk leven. Een priester, die veelvuldig de Giannini familie bezocht en
haar goed kende, was zich niet bewust van haar buitengewone heiligheid tot haar
dood het onthulde. Haar bescheidenheid en eenvoud maakten een aangename indruk
op mij. En hoewel ik dikwijls in contact kwam met haar kon ik in haar niet de
kleinste onvolmaaktheid vinden Ze was iemand van weinig woorden. Ik hoorde
haar nooit spreken over haarzelf. Ze had een delicaat geweten en een mooie
ziel, alles ingesteld om God lief te hebben, maar ik dacht niet dat ze zo ver
gevorderd was in heiligheid.
Vader Germanus vertelt ons dat er een karakteristieke deugd was van Gemma en
dat was haar evangelische eenvoud. Het vergezelde haar tot de hoogten van het
bovennatuurlijk leven. Zij kon niet denken of
spreken in iemands nadeel. Je had een tang nodig, zei een getuige om een woord van haar te horen
over anderen, zelfs al was de informatie noodzakelijk, als het een woord was in
iemands nadeel. Ze was dikwijls in extase gedurende de dag, maar ging verder
met haar werk klaarblijkelijk onbewust van enige onderbreking. En na de
lange wekelijkse extase stond ze recht alsof niets was gebeurd, ze waste de
bloedvlekken weg en trok haar mouwen naar beneden om de grote littekens op haar
handen te verbergen. Ze
geloofde dat niemand haar had opgemerkt en keerde terug naar de andere leden
van het gezin en nam deel aan het werk van de dag.
Het was haar eenvoud dat haar eerst deed geloven dat haar mystieke ervaringen
gewoon waren voor allen die God wensten lief te hebben. En toen ze besefte dat
ze buitengewoon waren werd ze door angst overvallen dat ze misschien een
bedriegster was. Ze vroeg dan ook aan haar geestelijke leidsman :Moet ik geloven dat het Jezus is, of de
duivel of mijn eigen inbeelding? Ik ben onwetend en ik kan bedrogen zijn. Wat
zou er van mij worden als ik het slachtoffer werd van waanideeen? U weet dat ik
deze dingen niet wens. Ik wil enkel dat Jezus blij is over mij. Of nog, Kan het zijn dat ik een bedriegster ben?
Als ik het ben zal ik mijn ziel verliezen. Ik zou willen dat u uitlegt wat een
bedrieger is, want ik wil niemand bedriegen. Ze vond haar enige troost in de
absolute gehoorzaamheid aan haar biechtvader en haar geestelijke leidsman: O,
wat een troost vindt mijn hart in gehoorzaamheid! Het vult me met kalmte die ik
niet kan uitleggen. Lieve
gehoorzaamheid! Bron van al mijn zielerust. Gemma en de bekering van zondaars
Gemmas hele leven was inderdaad een van een lang ononderbroken offer van het
heroische soort. Voor een wereldlijk ingestelde persoon is zon leven van
lijden misschien vreselijk en zelfs tragisch. Maar er
is een geheim dat het volledig verklaart. Van haar vroege kindsheid vulde de contemplatie van
de Gekruisigde Jezus haar met een gevoel van haar eigen zondigheid en het
verlangen er eerherstel voor te doen, en dan met Hem verbonden te zijn in Zijn
lijden en hen te delen als eerherstel voor de zonden van de wereld. Zielen
winnen voor Jezus door gebed en lijden was de enige passie in haar leven. Zelfs
als een kind op school zei haar leraar, Gemma leed omdat er zonde werd
gepleegd. Ik herinner mij toen ze een klein kind was dat ze verdrietig was als
een van haar vriendinnen verkeerd had gehandeld Ze bad veel, maar vooral voor
de arme zondaars, en offerde verstervingen voor hen zoals een kind kan doen.
Het was de drijfveer van haar leven die de getuigen van haar heroische
heiligheid herhaaldelijk vermelden als een karakteristiek van haar. Zoals
sommige van de getuigen hebben verklaard: Ze was vooral aangetrokken om te
bidden voor arme zondaars....Ze werd gekweld door de gedachte aan de zonden
van de wereld en ze offerde zichzelf op aan God in naam van de zondaars....Ze
zou graag in de wereld zijn gegaan om te werken aan de uitbreiding van Christus
koninkrijk door heidenen, ketters, en zondaars te bekeren.... De zonden van
de mensheid en de beledigingen die deze veroorzaakten aan Jezus waren een acute
en constant bron van lijden voor Gemma. Ze was dikwijls in extase aan het
smeken voor zondaars en zelfs haar leven voor hen aan het aanbieden. Wat wenst U, O Jezus? Mijn leven? Het is het Uwe
Ik heb
het reeds opgeofferd aan U. Bent U gelukkig als ik het opnieuw offer als
uitboeting voor mijn zonden en die van alle zondaars? Als ik honderd levens had
zou ik ze allemaal aan U geven!
En in haar brieven keert ze dikwijls terug naar dezelfde gedachte: Wat is er
zoeter dan vervuld te zijn met de gedachte aan Jezus en te knielen voor het
Goddelijke Slachtoffer van liefde en smart een Slachtoffer voor mijn zonden,
voor mijn redding en voor de redding van zielen?... Ik zou zomaar elke druppel bloed geven om Hem te behagen en om te
voorkomen dat zondaars Hem beledigen....Ik zal enkel gelukkig zijn wanneer ik
een slachtoffer ben-en dat het spoedig moge zijn- om eerherstel aan te bieden
voor mijn ontelbare zonden en voor de zonden van de hele wereld.
Ze hield het niet bij bemiddeling voor zondaars in het algemeen, maar droeg
bijna voortdurend een koppige zondaar op de schouders zoals ze zei waarvoor
ze gevraagd werd te bidden. En eindeloze bekeringen werden verkregen door haar
gebeden, van de stervende die de Laatste Sacramenten weigerde die werd bekeerd
door haar gebeden als kind op school, tot de notoire zondaar van Lucca wiens
bekering haar werd aangekondigd de dag voordat ze stierf. Haar lijden was niet
betekenisloos, noch een persoonlijke discipline: ze waren het instrument van
een groot apostolaat voor de heiliging van zielen, en vooral voor de bekering
van zondaars, die al de inspiratie en al de deugd waren van haar voortdurende
vereniging met de Gekruisigde Jezus.
Terwijl tijdens het gebed mijn verlangens mij een echte
marteling waren, sloeg ik de brieven van de heilige Paulus open om daar een
antwoord te vinden. Mijn oog viel op het twaalfde en dertiende hoofdstuk van de
eerste brief aan de Korintiers. In het eerste las ik dat niet allen apostelen,
profeten of leraars kunnen zijn, maar dat de Kerk uit verscheidene leden
bestaat, en dat het oog niet tegelijk ook hand kan zijn. Het antwoord was
duidelijk, maar het voldeed nog niet aan mijn verlangens, het gaf me geen vrede.
Zonder ontmoedigd te worden, zette ik mijn lezing voort, en
de volgende zin gaf mij troost: U moet naar de hoogste gaven streven. Maar
eerst wijs ik u een weg die verheven is boven alles (1 Kor 12,31). En dan legt
de apostel uit hoe zelfs de volmaaktste gaven niets zijn zonder de liefde, en
dat de liefde de allerbeste weg is, die zeker leidt naar God.
Eindelijk had ik rust gevonden. Bij het beschouwen van het
mystieke lichaam van de Kerk had ik mij in geen enkel van de ledematen herkend
die de heilige Paulus beschrijft, of liever, ik wilde me in alle ledematen
herkennen. De liefde gaf me de sleutel tot mijn roeping. Ik begreep dat, als de
Kerk een lichaam is dat uit verscheidene ledematen is samengesteld, het
noodzakelijkste en edelste lid haar niet kon ontbreken.
Ik begreep dat de Kerk een hart bezat en dat dit hart moest
branden van liefde. Ik begreep dat alleen de liefde de leden van de Kerk tot
handelen aanzette, en dat, als de liefde zou uitdoven, de apostelen zouden
ophouden het evangelie te verkondigen, de martelaren zouden weigeren hun bloed
te vergieten. Ik begreep dat de liefde alle roepingen in zich bevatte, dat de
liefde alles was, dat zij alle tijden en alle plaatsen omvatte, in een woord,
dat zij eeuwig is!
Mijn roeping is de liefde. Ja, ik heb mijn plaats gevonden
in de Kerk, en die plaats, mijn God, hebt U mij gegeven.
Noveen van de H. Theresia van het Kind Jezus - dag 5
Noveen
van de H. Theresia van Lisieux
Vijfde dag
:
Kom
Heilige Geest en vul de harten van de gelovigen, en ontbrand in hen het vuur
van goddelijke liefde.
V. Zend Uw Geest over deze aarde.
A. En U zult de aarde vernieuwen.
Laat ons
bidden: O God, die
de harten van de gelovigen hebt geleid door het licht van de Heilige Geest.
Verleen dat we door de gave van de Heilige Geest we wijs mogen zijn en ons
verheugen in Zijn vertroosting, door Christus onze Heer.
Akte van geloof, hoop en liefde : O mijn God! Ik geloof in U:
versterk mijn geloof. Al mijn hoop is op U gevestigd. U komt Uw beloften trouw
na. Ik houd van U: leer me U steeds meer lief te hebben.
Akte van
berouw:Mijn Heer en mijn God,
het is mij leed dat ik tegen uw opperste majesteit misdaan heb. Ik verfoei al
mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat
ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt. Ik maak het
vast voornemen, mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.
In dit berouw wil ik leven en sterven.
Kleine
Bloem van Jezus, vanaf het eerste moment van uw religieus leven zocht u aan
uzelf te verzaken om Jezus beter te kunnen navolgen. Help me geduldig de
beproevingen van mijn dagelijks leven te dragen. Leer me om de beproevingen,
het lijden, de vernederingen te gebruiken om mijzelf beter te leren kennen en
God meer lief te hebben.
Bemiddel
voor ons al de dagen van ons leven, maar vooral gedurende deze noveen en
verkrijg voor ons van God de genaden en gunsten die we vragen door Uw
bemiddeling. Amen. (noem hier de verzoeken)
Gedachte
doorheen de dag: Geduld in het lijden. Ik vrees de beproevingen die
gezonden worden door Jezus niet, want zelfs in het bitterste lijden kunnen we
zien dat het Zijn liefdevolle hand is die het veroorzaakt.
Wanneer we niets dan lijden verwachten, zijn we
verrast bij de minste vreugde. Maar dan wordt het lijden de grootste vreugde
wanneer we het lijden zoeken als een kostbare schat.
Mijn boetedoening bestaat erin mijn eigen wil te
breken. We zorgen dat we kleine goede daden stellen voor degenen die rond ons
zijn, maar deze daden als onbelangrijk afdoen.
Slotgebed:
O Heer, U
hebt gezegd: Als jullie niet worden als kleine kinderen, zullen jullie het
koninkrijk van de hemel niet binnenkomen. We smeken U, ons te helpen de
nederigheid en eenvoud van hart die de Heilige Theresia kenmerkte, te bereiken
zodat we een eeuwige beloning in ontvangst kunnen nemen. Amen.
Het
eerste misverstand over de Onbevlekte Ontvangenis is dat mensen denken
dat het betekent dat Maria zonder zonde zwanger is geworden. Daar heeft
het niets mee te maken. Wel gaat het om de conceptie van Maria zelf, om de
manier waarop zij het leven ontvangt. Vandaar dat de Onbevlekte Ontvangenis op
8 december gevierd wordt, negen maanden voor 8 september, wanneer de traditie
haar geboorte viert.
Toen
Maria geboren werd als kind van haar ouders Anna en Joachim, was zij reeds
verlost. Waarom? Dit dogma gaat meer over Jezus dan over Maria. Alle dogmas
zijn immers bedoeld om iets duidelijk te maken over Jezus Christus. Om de
Onbevlekte Ontvangenis uit te leggen, moeten we eigenlijk beginnen bij de
erfzonde.
De Kerk
gaat ervan uit dat elk mens zondig geboren wordt. Dan hebben we het niet
over een zonde die wij begaan - getuige het woord erfzonde of erfsmet -, maar
over wat wij meekrijgen door ons menszijn. Adam en Eva zijn de
eerste mensen die gezondigd hebben, waarna zij verjaagd werden uit het
Paradijs. Die zonde erven wij allemaal over. Het is Christus die ons daarvan
verlost. Die verlossing gebeurt ritueel bij de doop, het wassen
is het afwassen van de erfzonde.
Verheven verlossing
Als
Maria, de moeder van Christus, ook besmet zou zijn met deze erfzonde, dan zorgt
dat voor een probleem. Want als het een zonde is die men bij het ontstaan als mens meekrijgt
en als Christus echt mens is, is de conclusie dat hij ook die zonde meekrijgt.
Tenzij zijn moeder die zonde niet heeft.
Van meet
af aan heeft men gesteld dat Maria, als moeder van de Heer, gevrijwaard is van
die smet of van die erfzonde waarmee anderen geboren worden. Uit die traditie is de theorie
voortgevloeid dat Maria vanaf haar conceptie reeds verlost werd. Over dat
laatste is lang gediscussieerd. Vele middeleeuwers dachten dat Maria verlost
was vanaf haar geboorte. Maar de Kerk zegt dat de mens begint te zijn vanaf de
conceptie. Als Maria dus niet besmet mag zijn, dan moet dit gebeurd zijn
vóór haar geboorte en vanaf haar conceptie. Dat is een meer verheven wijze
van verlost worden.
Je zou je
natuurlijk kunnen afvragen waarom God niet simpelweg Christus van de erfzonde
gevrijwaard heeft. Maar Christus moest niet verlost worden van iets, vermits
hij niet alleen mens maar ook God is. God kan niet besmet worden met de
erfzonde, want God is volledig goed. Zonde betekent bijna letterlijk afzondering
van God. God kan niet afgezonderd zijn van zichzelf. Maar Maria is louter
mens. Om de moeder van Christus te kunnen zijn, dient zij gevrijwaard te zijn
van deze smet van erfzonde. Het principe vertrekt vanuit het respect voor de
verhevenheid van Maria die moeder van God is. Maria, uit wie de Messias wordt
geboren, is meteen het beeld van de Kerk als Gods volk, dat God ten leven roept
als een oase van goedheid en Godsverbondenheid, en als een dam tegen het kwaad.
Onbevlekte Ontvangenis als dogma
De verering
van Maria dateert van de eerste eeuwen na Christus. Eerst was er de
eeuwenlange praktijk van verering en pas daarna is men dat theologisch en
theoretisch gaan uitdiepen. Zo spreekt het Oosters christendom over haar
als de Theotokos, diegene die God baart, bepaald op het Concilie
van Efeze (431). Met dat dogma werd bepaald dat Maria niet enkel moeder van
Jezus (als mens), maar ook de moeder van God was. En veel later, op een hoogtepunt
van Mariaverering (denk maar aan de vele Mariaverschijningen) halverwege de
negentiende eeuw, heeft paus Pius IX na raadpleging van de
bisschoppen wereldwijd de Onbevlekte Ontvangenis als dogma afgekondigd
(1854), buiten een concilie om. Het is het eerste dogma dat niet eerst door een
concilie besloten is waarna het door de paus bekrachtigd wordt. Het gaat hier
overigens over een traditie van de Katholieke Kerk. In het protestantisme
wordt dit dogma afgewezen omdat er geen rechtstreekse Bijbelse referentie
voor is.
Zowel de
Theotokos als de Onbevlekte Ontvangenis hebben met hetzelfde probleem te maken,
namelijk: hoe kan je verklaren dat een mens God baart? Is ze dan een godin? Nee, het
heeft te maken met het mysterie van God die mens wordt en als mens geboren
wordt. Maar dan is de moeder natuurlijk niet de eerste de beste. Uit dat geloof
groeit de verering van Maria, de Mariacultus, zonder van haar een godin te
maken. Dat is een grens die streng bewaakt moet worden, al durf ik niet
zeggen dat de volksdevotie die nooit overschreden heeft. Wil Christus volledig
mens zijn en toch God (niet afgezonderd van God, dus zonder zonde), dan kan hij
niet besmet zijn met de erfzonde. En dus moet de vrouw van wie hij het leven
krijgt, gevrijwaard zijn van de erfzonde in heel haar zijn, dwz vanaf haar
conceptie.
De Heilige Drievuldigheid
Het is
lastig dit te verklaren zonder diep in te gaan op de existentiële onderlaag van
dit probleem, namelijk dat de christenen volmondig willen zeggen dat Jezus mens
was. Hij was geen schijnmens, geen God die even op aarde gewandeld heeft. Maar
wij willen tegelijkertijd ook volmondig zeggen dat die mens God was. Er was
geen verschil tussen hem en God. Daar is in de eerste eeuwen heel wat over
gediscussieerd tot in 451 op het Concilie van Chalcedon werd afgekondigd dat
Jezus volledig mens én volledig God was. Hij is God die mens wordt. Dit is
het grote mysterie van het Christendom waarin wij verschillen van het
Jodendom en de Islam, de twee andere monotheïstische godsdiensten: dat God mens
wordt. In Islam blijft Allah altijd transcendent, net zoals voor de Joden
Adonai (of JHWH) altijd transcendent blijft. Alles kan verwijzen naar God,
maar kan God niet bereiken op aarde. Het Christendom daarentegen zegt dat de
aarde God niet kan bereiken, maar dat God op aarde is gekomen. Maar omdat we
zeggen dat God mens geworden is, moeten we natuurlijk ook consequent zijn in
wat we vertellen over de moeder van Jezus. Dat ze menselijk is, want anders zou
hij niet mens zijn. Maar dat ze niet het tekort van de mens tegenover God
waarin élke mens afgezonderd is van God, nl de erfzonde, meegeeft aan haar
zoon. Anders zou hij niet God zijn.
Men
spreekt ook over de Heilige Drievuldigheid om te kunnen verklaren dat
God transcendent is en tegelijkertijd mens wordt. Er is de Vader die
transcendent is, er is de Zoon die mens wordt en er is de Geest waardoor die
twee toch samenblijven. Zoals in een huwelijk waarin je man en vrouw hebt, maar
toch spreekt over wij als over een persoon.
Een eeuw
later is trouwens een tweede Mariadogma afgekondigd, Maria
Tenhemelopneming, het feest van 15 augustus. Dit is een logisch gevolg uit
het eerste dogma. Als Maria namelijk niet met de erfzonde besmet is, dan hoeft
zij niet lichamelijk te sterven. De lichamelijke dood doet slechts zijn intrede
met de erfzonde. Vandaar dat Maria na haar dood niet zoals wij in haar
lichamelijkheid naar de slaaptuin (de oorspronkelijke betekenis van
cimetière) moet gaan in afwachting van de opstanding van de doden aan het
einde der tijden. Die fase mag zij overslaan, Maria wordt rechtstreeks ten
hemel opgenomen waarbij weer het verschil met Christus blijft die symbolisch
op eigen goddelijke krachten ten hemel vaart.
Maar
eerst vieren we dus de geboorte van Maria, op 8 september.
Je
bekeren is altijd een kwestie van tijd: de mens heeft tijd nodig, en ook God
wil tijd met ons doorbrengen. We zouden een absoluut verkeerd beeld van de mens
hebben als we zouden denken dat belangrijke dingen in een mensenleven in een
oogwenk voorgoed kunnen plaatsvinden. Een mens zit zo niet in elkaar, hij heeft
tijd nodig om te groeien, te rijpen en al zijn mogelijkheden tot ontwikkeling
te brengen. God weet dat beter dan wijzelf en daarom wacht Hij, geeft Hij niet
op, is Hij vergevingsgezind en grootmoedig: Gods goedheid wil je tot inkeer
brengen (Rom 2,4).
Niet
zijn verontwaardiging maar, integendeel, zijn liefde, zijn goedheid, zijn
geduld. In de proloog van zijn regel maakt Benedictus daar een pregnante
opmerking over: God is elke dag op zoek naar zijn arbeider, en de tijd die Hij
ons geeft is een vorm van opschorting en uitstel, een geschenk, genadetijd die
wij gratis ontvangen. Het is een tijdspanne die wij gebruiken kunnen om God
nogmaals te ontmoeten, steeds beter te ontmoeten in zijn onvoorstelbare
barmhartigheid. Pas later, na onze dood, zullen we zonder en buiten de tijd
kunnen leven, voor eeuwig. In dit leven is de tijd ons gegeven om God steeds
beter te leren kennen: een tijd van bekering en genade, ons gegeven omdat God
barmhartig is.
Kom Heilige
Drie-eenheid en heel de Hemel met woorden van God de Vader tot Zijn kinderen
3 december 2016
Mijn
geliefde zoon, dit is God de Vader van Hemel en aarde. Ik kom Mijn kinderen
leren over de profeten en boodschappers uit het verleden en vandaag. Mijn
profeten en boodschappers zijn hier om Mijn kinderen te waarschuwen over wat
zal gebeuren als ze niet luisteren naar Mijn waarschuwingen. Ik heb Mijn Moeder
en Zoon dikwijls gestuurd de laatste paar jaren om mijn volk te waarschuwen
voor toekomstige gebeurtenissen als ze blijven leven in satans zonde. Mijn
profeten zijn niet verondersteld juist te zijn over de gevolgen. Hun
boodschappen zijn waarschuwingen aan jullie van wat zal gebeuren als Mijn
kinderen niet luisteren en terugkeren naar de Tien Geboden.
Kijk
naar Jona in de Bijbel en al de andere profeten die kwamen om Mijn volk te
waarschuwen. Als het volk luisterde naar de profeten, zou de kastijding
verzacht worden en veranderd. Maar als ze niet luisterden naar de profeten,
gebeurden alle waarschuwingen zoals Ik had gezegd. Ik blijf Mijn kinderen
waarschuwen, net zoals een goede vader zijn kinderen blijft waarschuwen om hun
zielen te redden. Jullie kunnen niet in zonde leven zoals Amerika. De hele
wereld leeft al zeer lang in zonde zonder ervoor te boeten. Gebed kan nog
altijd sommige van de gebeurtenissen verzachten die Amerika zullen overkomen en
als het merendeel van de mensen op hun knieen valt en smeekt om Mijn vergeving
en de Tien Geboden terug invoert, zouden sommige van de natuurrampen verzacht
kunnen worden.
Ik
was zeer gelukkig met de verkiezing maar jullie moeten elke dag bidden voor
jullie nieuwe leiders en veel bidden omdat satan zoals een wilde hond is die in
een hoek wordt geduwd en hij zal alles doen om Mijn kinderen nu te treffen en
te doden. Maar onthoud dat Ik God de Vader ben en Ik de controle heb over alles
en satan kan enkel doen wat Ik toelaat omwille van de zonden van Mijn kinderen.
Dat is hetgeen de vrije wil toelaat. Mijn kinderen kunnen de wereld redden of
de wereld vernietigen door de keuzes die ze maken met de vrije wil dat Ik hen
gegeven heb. Jullie kunnen jullie vrije wil gebruiken om Mij tegen te werken,
ze aan satan geven, de wereld vernietigen en veel lijden of jullie kunnen Mijn
Tien geboden naleven, Mij en je naaste liefde, eerlijkheid, vrede geven, de
wereld redden en gelukkig zijn.
Ik
ben een liefdevolle vader die zijn kinderen steeds weer corrigeert tot de dag
waarop hij moet zeggen genoeg is genoeg en hij alles moet wegpakken van zijn
kinderen om hen een les te leren. Dan zullen ze ja aan hun vader moeten
zeggen of nee. Maar als ze nee zeggen moeten ze de gevolgen van de
boosaardige wereld dragen.
Alsjeblieft,
Mijn kinderen, bekeer jullie dringend en ga naar de Biecht als je Katholiek
bent of kniel voor Kerstdag en vraag vergeving voor jullie zonden met een
berouwvol hart of betaal de prijs met diep lijden. En bid voor alle zondaars
omdat al Mijn kinderen zondaars zijn door de erfzonde. Heb God de Vader van
Hemel en aarde steeds meer lief. Dank je, Mijn zoon om de boodschap op te
schrijven. Ik houd heel veel van al Mijn kinderen.
Kom Heilige
Drie-eenheid, de Heilige Moeder en de hele Hemel, 24 november 2016
Mijn
geliefde zoon, zeg de vrouwen in je gebedsgroep dat hun vader in de Hemel is en
hij zeer, zeer gelukkig is. Hij wil allen zeggen dat hij bid voor hen en heel
zijn gezin en vrienden. Hij dankt hen voor alle gebeden die ze voor hem gezegd
hebben zodat hij zo vlug in de Hemel geraakte.
Zeg
al Mijn geliefde dochters dat Ik, hun God zeer gelukkig ben met hen voor alles
wat ze voor je doen en je steunen in Gods werk en je helpen met het zegenen van
je gebied met gezegend zout en Benedictus-medailles. Blijf zielen redden. Ik
ben zeer, zeer gelukkig met alle dochters en zonen en Ik zend een bijzondere
zegen aan dit gezin e naan al je echtgenoten en kleinkinderen op deze Thanksgiving
Day. Ik houd van jullie allen en Ik zend dezelfde zegen aan de rest van de
gebedsgroep en hun echtgenoten en kleinkinderen. Heb Jezus en Maria en de hele
Hemel steeds meer lief.
Mijn
Moeder wil aan al Haar kinderen zeggen: Mijn geliefde, Ik, Maria zend
persoonlijk aan ALLE gebedsgroepen en alle echtgenoten, kinderen, kleinkinderen
de bijzondere zegen dat Ik gegeven heb in Medjugorje, Caritas en al de
verschijningsplaatsen rond de wereld. Al wat je moet doen is vragen om de
zegen. God staat Mij toe deze zegen krachtiger te geven op deze Thanksgiving
Day door al de oorlogen die de wereld en Amerika zullen moeten vechten dit
komende kerkelijk jaar. Deze zegening wordt aan elk van jullie gegeven en
jullie kunnen het doorgeven ofwel door te zeggen of door gebed. Heb de Moeder
van al Mijn kinderen met de Drie-eenheid, de Heilige Familie en de hele Hemel
steeds meer lief. Heb de Moeder van God lief.
Boodschap van 1 januari 2010 aan Mario te Brindisi
"Ik ben Maria, de Moeder van het Woord.
Lieve kinderen, Ik wens dat jullie die in hoogmoed en trots vielen, groeien
in nederigheid, de deugd door Mij bijzonder geliefd.Enkel door bescheiden en barmhartig te worden,
zullen jullie op een dag in de Hemel komen. De Hemel is voor iedereen die klein
is en liefheeft. Let op voor de tegenstander, Mijn kinderen, want hij probeert
te ontmoedigen.
Zien jullie niethoe de verleidingen jullie meeslepen naar het kwaad? Alleen gebed en
boete kan helpen tegen de klauwen van de Boze. Als jullie Mij volgen zullen
jullie apostelen van de laatste tijden worden. De laatste tijden zijn al
begonnen.Kijk naar wat er gebeurt op aarde
en jullie zullen het begrijpen. Er rest niet veel meer tijd, daarom moeten
jullie terugkeren naar God.
Ik zalvoor jullie een
lichtbaken zijn in de duisternis van de wereld. Wie zijn toevlucht zal nemen in
Mijn Onbevlekt Hart zal niet worden getroffen door de ramp: een verwijdering
tussen Christus en de Kerk.
Jullie noemenjezelf gelovigen, maar bewandelen jullie werkelijk de weg van de Heer? Gaan
jullie de laatste hulp aanbieden?
Jullie vragen vaak: wie zijn de laatste? Laatste zijn mensen die niets
te eten en niets om te dragen hebben... Laatste zijn de gemarginaliseerden door
de groten der aarde, omdat ze geen meel produceren voor hun graanschuren...
Laatste zijnallen die oordelen en veroordelen en geen gevangenen bezoeken...Laatste zijn de weduwen waarvan zelfs de bloedverwanten hun
alleen laten...
Ze zijnkostbaar in de
ogen van de Vader, en Hij houdt van ze om wat ze zijn: Zijn kinderen. Niet om te berispen wordt dit gezegd, maar om
jullie te corrigeren en te zeggen: vermeerder de vlam van geloof en de liefde.
Verhinder niet datde Heilige Geest jullie
omvormt. Mijn bezoeken zijn de laatste op aarde. Als jullie geen ernstige verantwoordelijkheid
nemen door ze te aanvaarden, zal God om rekenschap vragen. Veel aardbevingen
zullen overal plaatst vinden en stormen zullen toenemen en dit alles omdat de
mensheid de zonde bemint. En de zonde vernietigt jullie.
Ik, deMoeder van
de Liefde, wil dat jullie gered worden door het aanbidden van Jezus, de ware
God, de Ene die Eeuwig Leven is, Hemelse Rust, zekere hoop voor hen die in Hem
vertrouwen.
God zendt tekens, oproepen tot bekering. Gods tekens zullen dag na dag
allen aansporen tot het geloof. Met Mijn verschijningen in Santa Teresa open Ik
een poort voor de wereld van reddend licht: dat de mensen binnenkomen voor het
Rijk van vrede en liefde.
Noveen van de H. Theresia van het Kind Jezus - dag 4
Noveen
van de H. Theresia van Lisieux
Vierde dag
:
Kom
Heilige Geest en vul de harten van de gelovigen, en ontbrand in hen het vuur
van goddelijke liefde.
V. Zend Uw Geest over deze aarde.
A. En U zult de aarde vernieuwen.
Laat ons
bidden: O God, die
de harten van de gelovigen hebt geleid door het licht van de Heilige Geest.
Verleen dat we door de gave van de Heilige Geest we wijs mogen zijn en ons
verheugen in Zijn vertroosting, door Christus onze Heer.
Akte van geloof, hoop en liefde : O mijn God! Ik geloof in U:
versterk mijn geloof. Al mijn hoop is op U gevestigd. U komt Uw beloften trouw
na. Ik houd van U: leer me U steeds meer lief te hebben.
Akte van
berouw:Mijn Heer en mijn God,
het is mij leed dat ik tegen uw opperste majesteit misdaan heb. Ik verfoei al
mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat
ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt. Ik maak het
vast voornemen, mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.
In dit berouw wil ik leven en sterven.
Lieve
Kleine Bloem van de Karmel, die geduldig de ontgoochelingen die toegestaan
werden door God verdroeg. U die de onveranderlijke vrede in de diepten van je
ziel hield omdat u altijd in Gods wil bleef. Vraag voor mij een volledige
gelijkvormigheid met Gods Wil in alle beproevingen van het leven. Als de
gunsten die Ik vraag in deze Noveen God behagen, vraag ze dan voor mij. Ik bid
dan ook met de woorden die U gebruikte : Dat Uw Wil moge geschieden.
Bemiddel
voor ons al de dagen van ons leven, maar vooral gedurende deze noveen en
verkrijg voor ons van God de genaden en gunsten die we vragen door Uw
bemiddeling. Amen. (noem hier de verzoeken)
Gedachte
doorheen de dag: Overgave aan God. Ik vrees enkel 1 dingmijn eigen
wil te behouden. Neem ze, mijn God, want Ik kies alles wat U kiest.
Het enige geluk hier beneden is ernaar te streven
altijd tevreden te zijn met wat Jezus ons geeft.
Ik vraag vurig de perfecte voltooiing van Gods wil
in mijn ziel.
O mijn Geliefde, ik offer mijzelf aan U, zodat U Uw
heilige voorzienigheid in mij moge heersen en ik zal niet toelaten dat er een
hindernis op het pad komt.
Slotgebed:
O Heer, U
hebt gezegd: Als jullie niet worden als kleine kinderen, zullen jullie het
koninkrijk van de hemel niet binnenkomen. We smeken U, ons te helpen de
nederigheid en eenvoud van hart die de Heilige Theresia kenmerkte, te bereiken
zodat we een eeuwige beloning in ontvangst kunnen nemen. Amen.
Het werd
een politiek proces: de hertog van Bedford eiste de troon op voor zijn neef Hendrik
VI van Engeland en de Engelsen waren er dus erg op gebrand Jeanne als heks en ketter
neer te zetten, om zodoende het koningschap van Karel VII te ontkrachten.
Het
proces werd gevoerd in Rouen, de zetel van de Engelse bezetting. De procedure
was van het begin op verschillende punten betwistbaar. Zo had bisschop Cauchon
geen jurisdictie om deze zaak te voeren. De inquisiteur van Rouen, Jean le
Maître, tekende hier dan ook bezwaar tegen aan voor wat betreft zijn eigen
deelname tot hij tot de orde geroepen werd door de inquisiteur van Frankrijk op
vraag van Cauchon. Cauchon dankte zijn aanstelling alleen aan zijn evidente
partijdigheid ten gunste van het Engelse regime, zijn broodheren. De Engelsen
financierden het proces ook. De griffier Nicolas Bailly die aangesteld werd om
getuigenissen ten laste van Jeanne te vinden kon niets aanbrengen, zodat er
geen grond was om een proces te beginnen. Hij zou hierover getuigen tijdens het
rehabilitatieproces. Ook weigerde het hof aan Jeanne rechtskundige bijstand van
geestelijken uit de delen van Frankrijk waar zij afkomstig was, wat eveneens
een inbreuk was op het kerkelijke recht.
De
partijdigheid van Cauchon was flagrant vanaf het begin. Hij zorgde er
bijvoorbeeld voor dat Jean de Saint-Avit, bisschop van Avranches en deken van
de bisschoppen van Normandie, niet zou zetelen. Hij had geen verplichtingen
tegenover de Engelsen en had zich gunstig uitgelaten over Jeanne. Jeanne werd
door de Engelsen aan de kerkelijke rechtbank overgedragen met de reserve dat ze
weer aan het wereldlijke gerecht moest worden overgedragen als ze zou worden
vrijgesproken. Deze hypocriete voorwaarde liet een eventuele vrijspraak open,
hoewel de veroordeling vanaf het begin vaststond. De zorg waarmee alle
wereldlijke autoriteiten van het proces wegbleven is tekenend en het schouwspel
dat georganiseerd werd met een ongezien aantal doctoren in de theologie,
licentiaten in kerkelijk en wereldlijk recht en andere geleerden die van de
Engelsgezinde universiteit van Parijs werden gehaald, naast het bijna volledige
kapittel van Rouen, abten en prelaten, was ongezien voor een proces over
geloofszaken. In gelijkaardige processen die echt over geloofszaken gingen
zetelden hooguit drie of vier kanunniken naast de bisschop en de inquisiteur.
Het proces
Het
proces begon op 21 februari 1431 en zou duren tot 23 mei 1431. In totaal waren
er 56 zittingen. Jeanne werd opgesloten in een toren van het kasteel van Philippe
Auguste, waarvan tegenwoordig alleen de donjon nog bestaat. De donjon wordt nu
de toren van Jeanne dArc genoemd wordt, hoewel Jeanne in een ander deel van
het kasteel gevangen werd gehouden. Hoewel het over een kerkelijk proces ging,
bleef Jeanne opgesloten in een wereldlijke gevangenis, wat nogmaals een
aanfluiting van de rechtsregels was. Cauchon had weliswaar de gevangenis gekwalificeerd
als een kerkelijke gevangenis, maar zelfs dan was het in strijd met het canoniek
recht dat Jeanne bewaakt werd door mannelijke wachten. Het regime waaronder ze
werd opgesloten was weliswaar niet zachtaardig, maar ze werd niet gemarteld om
bekentenissen af te dwingen. Ze beklaagde zich wel verscheidene keren bij
Cauchon, Jean Lemaître en Nicolas Loyseleur dat een van de wachten had
geprobeerd haar te verkrachten. Het werd haar ook verboden om te biechten, de
communie te ontvangen en de mis bij te wonen. Dit moet voor de vrome Jeanne een
zware beproeving zijn geweest.
Het
rechtscollege telde ongeveer 120 personen, waarvan er verscheidene achteraf op
het rehabilitatieproces zouden getuigen dat ze onder dwang hadden gehandeld,
onder meer Jean Lemaître, de vice-inquisiteur. Ondanks de talloze
ondervragingen slaagden de rechters er niet in, om een geloofwaardige
beschuldiging te formuleren. Jeanne bleek een goed christelijk meisje te zijn,
overtuigd van haar goddelijke missie. Men hield het dan maar bij de magere
beschuldigingen van het weglopen uit het ouderlijk huis zonder toestemming van
de ouders, het dragen van mannenkleren en vooral het ontkennen van de
kerkelijke autoriteit, omdat ze de stemmen volgde die ze hoorde, zonder daarvan
rekenschap af te leggen aan de kerkelijke autoriteiten. De rechters namen
gemakshalve aan dat die stemmen geïnspireerd waren door de duivel.
De
notities van het proces die zijn overgeleverd tonen een Jeanne dArc die
helemaal niet geïntimideerd is door het college van geleerden die haar moeten
ondervragen en met allerlei spitsvondigheden probeerden om haar foute dingen te
laten zeggen zodat ze zichzelf zou beschuldigen. Een beroemd voorbeeld daarvan
was de vraag of zij in staat van genade was. Dit was een theologische valstrik
van de geleerden, want de leer van de kerk zei dat niemand dat van zichzelf kon
weten. Als ze ja antwoordde was dat een ketterij en als ze nee zei, gaf ze zelf
haar schuld toe. Tot grote verbazing van de geleerden antwoordde Jeanne:
"Si
je ny suis pas, Dieu my mette et si jy suis, Dieu my tienne. Je serais la
plus dolente de tout le monde si je savais ne pas être en la grâce de Dieu. (Als
ik het niet ben dat God me dan de staat van genade geeft en als ik het wel
ben dat hij me dan in de staat van genade houdt. Ik zou de meest droevige van
de ganse wereld zijn als ik zou weten dat ik niet in staat van genade ben.)"
De
ondervragers stonden versteld van dat antwoord.
Cauchon
lukte het niet om Jeanne iets fout te laten zeggen en zelfs de slinkse bezoeken
in de gevangenis door Loyseleur, een van de bijzitters van het hof, die zich
valselijk voorstelde als een medestander van Karel VII en als een streekgenoot
leverden geen resultaat op. Cauchon had zelfs geprobeerd om valse notulen te
laten opnemen door twee geestelijken achter een gordijn geposteerd. Manchon, de
griffier van het proces, weigerde hieraan mee te werken en wilde met deze
notities geen rekening houden. Manchon is waarschijnlijk een van de weinigen
die bij het proces betrokken was die altijd geprobeerd heeft de zaak eerlijk te
behandelen. Vanaf 10 maart werden er geen algemene zittingen meer gehouden.
Omdat Cauchon vaststelde dat Jeanne meer en meer op sympathie kon rekenen
binnen het rechtscollege, besloot hij nog een aantal ondervragingen met een
klein aantal ondervragers waarvan hij zeker was, te laten doorgaan in Jeannes
gevangenis.
Jeannes
beroep op het Concilie van Basel en op de paus werd door Cauchon verworpen
omdat dit zijn positie onmogelijk zou hebben gemaakt, onder meer door zijn
negeren van richtlijnen van de inquisitie zoals het gevangen houden van Jeanne
in een seculiere gevangenis met mannelijke bewakers. Op 5 april 1431 werd een lijst
van twaalf artikels opgesteld die de misdaden van Jeanne samenvatten. Op 12
en 13 april werden de deelnemers aan het proces gehoord die in hun conclusie
unaniem Jeanne veroordeelden. Op 18 april bezocht de rechtbank Jeanne in haar
kerker, omdat ze ziek was, en stelde haar voor om zich te bezinnen en haar
fouten toe te geven en zich onder de leiding te plaatsen van een of meerdere
van de geleerde doctoren om weer op de goede weg te komen. Jeanne vroeg enkel
om te mogen biechten en om begraven te worden in gewijde grond, maar dat werd
haar geweigerd: ze moest zich eerst onderwerpen aan de kerk.
Admonitie
Op 2 mei
1431 werd een publieke admonitie tegen haar uitgesproken vooraleer over te gaan
tot de definitieve veroordeling om haar nog een kans te geven zich te bekeren
na de mislukte poging op 18 april, maar Jeanne bleef zich toevertrouwen aan God
en voor alle zogenaamde misdaden die haar werden toegeschreven verwees ze naar
haar goddelijke opdracht. Ook hier bleef Jeanne nog zeer alert en verstandig de
opwerpingen en vragen beantwoorden, bijvoorbeeld wanneer men haar vroeg, of ze
de paus wilde gehoorzamen, waarop zij antwoordde: breng me voor hem. Op 9 mei
werd ze in de kerker gebracht waar de marteltuigen stonden en bedreigd met
marteling. Ze zei hierop, dat ze geen andere verklaringen zou afleggen onder
marteling en als ze dat toch zou doen, ze die zou herroepen voor de rechtbank
en zeggen dat ze door marteling waren afgedwongen. Op 12 mei werd besloten om
van marteling af te zien.
Veroordeling
Uiteindelijk
werd Jeanne veroordeeld door de geleerde doctoren van de Parijse Sorbonne en
door het kapittel van Rouen die geen van beiden hun broodheren willen
teleurstellen. Zij werd schuldig bevonden als schismatieke, afvallige,
leugenares, zienster, verdachte van ketterij en godslasteraar. Haar visioenen
worden afgedaan als falsificaties, omdat Jeanne niet was aangekondigd in de
heilige schrift en omdat ze geen mirakels had verricht.
Abjuratie
Op 24 mei
werd Jeanne naar het kerkhof van Saint-Ouen in Rouen gebracht, waar een brandstapel
was opgericht. Na een donderpreek en nieuwe ondervragingen bezweek Jeanne in
een zwak moment onder de druk en tekende een abjuratiedocument waarin ze haar
fouten toegaf en het gezag van de kerk erkende. Hierop werd ze veroordeeld tot
levenslange gevangenisstraf avec le pain de douleur et leau de langoisse (met
het brood van de smart en het water van de angst.) Als eerste stap in haar
bekering zou Jeanne weer vrouwenkleren aantrekken. De abjuratie vormde een
belangrijk element voor Cauchon en zijn Engelse opdrachtgevers omdat op een
"hervallen in de dwaling" na een abjuratie automatisch de
veroordeling tot de brandstapel zou volgen.
Definitieve veroordeling
Op 28 mei
deed Jeanne in de gevangenis weer mannenkleding aan. Ondervraagd hierover zei
ze dat ze werd vastgehouden door mannen en dat men de beloften die haar gedaan
werden niet gehouden had; men had haar onder meer beloofd dat ze de mis mocht
bijwonen en de communie mocht ontvangen. Bovendien was ze nog steeds in de
ijzers geslagen in tegenstelling tot de beloften die men haar gedaan had. Ze
zei dat ze zich bij alle wensen van haar rechters zou neerleggen als men eerst
uitvoerde wat haar beloofd was en dat ze vrouwenkleding zou aantrekken als ze
niet meer door mannen werd bewaakt en geen risico meer liep om verkracht te
worden.
Vervolgens
herriep Jeanne haar abjuratie, door te verklaren, dat ze nog steeds haar
stemmen hoorde, dat ze door God gezonden was en alleen aan hem verantwoording
verschuldigd was en dat ze een grove fout gemaakt had door, onder bedreiging
met de brandstapel en uit angst voor het vuur, op het kerkhof van Saint-Ouen de
waarheid te verloochenen. Ze zei ook dat ze liever wilde sterven dan levenslang
opgesloten te worden.
Executie
Hier
hadden de rechters op gewacht, met Jeannes ontkenning hoopten ze aan te tonen,
dat Karel VII onder valse voorwendsels tot koning was gezalfd en anderzijds
konden ze Jeanne liquideren. Er werd niet getalmd; op 29 mei werd Jeanne tot
ketter verklaard, waarna ze op 30 mei werd overgedragen aan het wereldlijke gerecht
en nog dezelfde dag levend verbrand op de Oude Markt (Place du Vieux Marché)
van Rouen. In wezen was het enige gerechtelijke argument voor haar
veroordeling een Bijbels kledingvoorschrift, men had het ver moeten zoeken.
Henri
Beaufort, de kardinaal van Winchester had erop aangedrongen dat er niets van
het lichaam van Jeanne zou overblijven dat zou kunnen gebruikt worden als
reliek, omdat hij vreesde voor een postume verering van Jeanne. Jeanne stierf
waarschijnlijk eerst door koolmonoxidevergiftiging, maar daarna werd de
brandstapel opgestookt om haar organische resten te verbranden en na een derde
verbranding bleven alleen nog wat beenresten en as over. Die werden door de
beul Geoffroy Thérage vanaf de Pont
Mathilde in de Seine geworpen.
Later
werd een rehabilitatieproces gevoerd (1455/1456) en Jeanne werd onschuldig
verklaard.
In april 1909 werd Jeanne zalig verklaard door paus Pius X en op 16 mei 1920
verklaarde paus Benedictus XV haar heilig. Haar feestdag wordt gevierd op 30
mei.
Uit :
wikipedia
Noveen tot de H. Jeanne dArc
Gedurende
9 dagen te bidden :
Eeuwige
Vader, u gaf ons de H. Jeanne dArc door Uw oneindige liefde en barmhartigheid
voor ons. We vragen U nederig dat U Uw Heilige Geest op ons doet neerkomen,
want Uw Geest is de middelaar door welk het Woord van Uw lippen voortkomt en
gehoord wordt door de gelovigen. Sta me toe om een getuige te zijn van Uw Zoon
Jezus Christus net zoals de H. Jeanne dArc. O Jezus, verleen met de moed om Uw
wil te doen, dat Ik verenigd ben met Uw Vader in de Hemel. Ik dank U voor de
gave van Uw liefde, die ik op een dag hoop volledig te begrijpen.
Zeg 19
Onze Vaders, gevolgd door H. Jeanne dArc, door uw machtige bemiddeling,
verhoor mij.
Wanneer
je gedaan hebt, zeg dan het volgende gebed :
Heilige
Jeanne dArc, patroon van Frankrijk en mijn patroonheilige, ik vraag U nu om
deze strijd te leveren samen met mij door gebed, net zoals U Uw troepen naar de
overwinning leidde in de strijd. U, die vervuld was met de Heilige Geest en
uitverkoren door God, help mij met het verzoek dat ik vraag (noem je verzoek)
Verleen
me door Uw goddelijke en machtige bemiddeling, de moed en kracht die ik nodig
heb om deze voortdurende strijd aan te gaan. O H. Jeanne, help me te overwinnen
in de taken die God van mij vraagt. Ik dank U en vraag U voor Uw voortdurende
bescherming van Gods volk.
Lieve H.
Jeanne, doe een smeekbede voor mij voor de troon van de almachtige God dat ik
het verzoek dat ik heb gevraagd moge verkrijgen. Help me, Heilige Jeanne, om
meer zoals U te zijn om de Heer lief te hebben met heel mijn hart, ziel en al
mijn krachten. Help me door Uw leiding en gebed een waarlijk toegewijde en
liefhebbende Christen te zijn, en dat ik altijd de wil van God moge doen. Help
me nu, H. Jeanne, in mijn noodwendigheden. Ik vraag dat U altijd bij mij zou
zijn en mij elke dag dichter bij Jezus moge brengen. Dank U, H. Jeanne om mijn
gebed te willen aanhoren. Amen.
Jeanne
werd waarschijnlijk geboren in 1412 op een boerderij die eigendom was van haar
vader, dicht bij de kerk van Domrémy. Domrémy was toen een dorpje in het
grensgebied tussen de Champagne, de Barrois en Lotharingen. Tegenwoordig heet het
dorp Domrémy-la-Pucelle ter ere van Jeanne. Ze was de dochter van Jacques dArc
en Isabelle Devouton (of de Vouthon). Haar vader was een 'laboureur' en dus in
de toenmalige situatie geen arme man. De familienaam, in documenten uit die
periode, werd geschreven als Darc,
Tarc, Dare, Day. Ze werd Jehanne genoemd, waarschijnlijk naar haar
moeders zus Jehanne Lassois of naar een van haar meters Jehanne Royer of
Jehanne de Viteau. De andere kinderen in het gezin waren Jacquemin, Jean,
Pierre en Cathérine.
Tijdens
haar proces verklaarde ze zelf dat ze Jehanne heette en in Frankrijk, waar ze
later naartoe ging, Jeanne genoemd werd; dat ze dacht dat ze negentien was en
geboren was in Domrémy qui est tout un avec Grus; dat ze van haar moeder het Pater
Noster, het Ave Maria en het Credo had geleerd en niemand anders haar had
onderwezen sinds haar geboorte. Op de 9e zitting van haar proces verklaarde
Jeanne, dat ze kon naaien en weven en dat ze het hierin tegen elke vrouw van
Rouen wou opnemen.
Volgens
de getuigen uit haar dorp die werden opgeroepen tijdens het rehabilitatieproces
was ze een goed, eenvoudig, levenslustig en aangenaam kind dat plichtsbewust
haar moeder hielp en graag werkte. Ze ging ook graag naar de mis en ging
dikwijls bidden en kaarsen offeren in de kapel van Notre Dame de Bermont bij de kluizenarij van Bermont. Jehanne
moest een godvruchtig meisje geweest zijn, want er waren verschillende getuigen
die verklaarden dat ze ook tijdens het werk op het veld neerknielde om te
bidden als de kerkklokken opriepen tot gebed. Niettemin was Jeanne volgens
diezelfde getuigen geen pilarenbijtster, maar speelde en vierde ze mee met de
jeugd van het dorp. De verhalen rond Jeanne dArc hebben van haar een
herderinnetje willen maken dat in de weiden met de schapen ronddwaalde, maar
dit strookt niet met de getuigenverklaringen. Ze was een boerenmeisje dat zich,
zoals alle boerenmeisjes in die tijd, vooral bezighield met de werkzaamheden in
en om het huis en haar broers en vader hielp op het veld waar nodig was.
Van Domrémy naar Chinon: 1428 - februari 1429
Gedurende
de ondervraging van de negende zitting, de tweede keer dat Jeanne zelf
ondervraagd werd, verklaarde ze dat ze dertien was toen ze voor de eerste keer
de stem van God hoorde. Ze was heel bang de eerste keer en ze verklaarde dat
het gebeurde op de middag in de tuin van haar vader. De stem kwam van rechts
van de kant van de kerk en ging niet gepaard met een grote klaarte zoals het
daarna wel dikwijls het geval was. De stem droeg haar op, om zich goed te
gedragen en veel naar de kerk te gaan en ze zei ook dat Jeanne naar Frankrijk
moest gaan. De stem drong aan op dit punt en zei dat Jeanne het beleg van
Orleans moest breken. Eerst moest ze Robert de Baudricourt opzoeken om steun te
vragen, want zij was maar een eenvoudig meisje dat niet kon paardrijden noch
oorlog voeren. Ze ging dan acht dagen bij haar oom logeren en vroeg, om haar
naar Vaucouleurs te brengen waar ze de kapitein Robert de Baudricourt
onmiddellijk herkende dankzij de stem. Na twee vergeefse pogingen kreeg ze de
derde keer een onderhoud en gaf Robert de Baudricourt haar de escorte waarom ze
vroeg. Na nog een bezoek bij de hertog van Lotharingen te Nancy vertrok ze van
Vaucouleurs gekleed als man met een degen, die ze gekregen had van de kapitein
onder begeleiding van een ridder en diens schildknaap en vier mannen. Ze kwam
zonder probleem bij het kasteel van Chinon waar de dauphin verbleef.
Bij de
ondervraging tijdens de 11e zitting van haar proces op 27 februari 1431
identificeerde Jeanne de stemmen als die van de heilige Catharina en van de
heilige Margaretha en ze zouden zichzelf bekendgemaakt hebben aan Jeanne. Ook
de aartsengel Michael sprak regelmatig tot haar volgens haar getuigenissen. Die
drie heiligen waren in de middeleeuwen zeer populair en maakten voor Jeanne
deel uit van haar dagelijks leven, ze zag ze ongetwijfeld regelmatig in de
kerken die ze bezocht. Van Margaretha stond er een beeld in de kerk van Domrémy
en van Catharina in de kerk van Maxey-sur-Meuse.
Op 2
februari 1429 kwam ze aan in Chinon en werd twee dagen later door de dauphin
ontvangen in zijn privévertrekken en niet in de grote zaal. Het moet daar
geweest zijn, dat ze met Karel haar missie besprak. Het verhaal dat ze tijdens
een grote receptie Karel herkende die gekleed was als een gewoon edelman, werd
slechts door één auteur vermeld. Jeanne kondigt vier evenementen aan: de
bevrijding van Orleans, de kroning van Karel in Reims, de bevrijding van Parijs
en de vrijlating van de hertog van Orléans die bij Azincourt was
gevangengenomen door de Engelsen. Hierop werd Jeanne door de koning naar Poitiers
gestuurd om ondervraagd te worden door de geleerden van de universiteit van
Parijs die daar hun onderkomen hadden gezocht na de inname van Parijs door de
Engelsen. De notulen van deze ondervragingen zijn verloren gegaan, alleen de
conclusies die aan de dauphin werden gestuurd zijn bewaard gebleven en zijn
zeer lovend over Jeanne. Naast de ondervraging door de doctors in de theologie
werd Jeanne ook nog onderzocht op haar maagdelijkheid omdat een gezondene van
God ongetwijfeld maagd moest zijn en om de laster van de tegenpartij te
ontkrachten (die noemden haar de hoer
van de Armagnacs). Bovendien kon een maagd geen heks zijn.
Karel gaf
uiteindelijk zijn akkoord dat ze naar het belegerde Orléans zou trekken, hoewel
niet aan het hoofd van een leger, maar met een bevoorradingskonvooi. Jeanne
werd eerst naar Tours gebracht om haar de nodige wapenrusting te maken. Twee
van haar broers sloten zich bij haar leger aan.
Orléans (april 1429 mei 1429)
De
Engelsen die het noorden van Frankrijk bezetten werden tegengehouden door de
natuurlijke grens gevormd door de Loire, om op te trekken tegen het zuiden dat
trouw gebleven was aan de dauphin. Om een doorgang te forceren moesten ze ofwel
Angers ofwel Orléans innemen. Angers werd beschermd door een kasteel en ze
besloten daarom om Orléans te belegeren. Er werden versterkingen rond de stad
gebouwd, maar de Engelsen hadden niet voldoende manschappen om de stad volledig
te omsingelen. Na de mislukte aanval op een Engels bevoorradingskonvooi door de
Frans-Schotse troepen op 12 februari 1429 (La journée des Harengs) waren de verdedigers volledig
gedemoraliseerd. Op 29 april kwam Jeanne met haar leger van 4000 man en de
bevoorrading aan in Orléans en werd ze enthousiast ontvangen door de bevolking.
Door het vertrouwen dat ze uitstraalde en haar enthousiasme wist ze de Fransen
opnieuw te motiveren.
Op 4 mei
1429 veroverden de Fransen onder de leiding van Jeanne de bastille van Saint-Loup
en op 6 mei nam Jeanne de versterking Saint-Jean-le-Blanc in. Op de volgende
dag forceerde Jeanne een nieuwe uitval en veroverde ze de vesting Saint-Augustin.
Dit was tegen de beslissingen van de legerleiding onder Jean dOrleans. De
legerleiding kwam daarna bijeen zonder Jeanne erbij te betrekken en besloot op
versterkingen te wachten, maar zij wilde de hoofdmacht van de Engelsen bij Les
Tourelles aanvallen op 7 mei en in de nacht van 7 op 8 mei hieven de Engelsen
het beleg op en trokken weg.
In
hoeverre Jeanne zelf betrokken was bij de militaire operaties, vormt nog altijd
het onderwerp van discussie. Traditionele historici zien haar als de
vaandeldraagster die erin slaagde het moreel van de troepen op te krikken. Anderen
zijn van oordeel dat ze wel degelijk betrokken was bij de leiding van de
operaties. Iedereen schijnt het er wel over eens te zijn dat dankzij haar
optreden het Franse leger een serie van successen kende.
De campagne van de Loire
Na de
overwinning op de Engelsen bij Orléans gingen de Fransen door op hun elan en
wilden ze de bruggen in de Loirevallei heroveren om zo de weg naar Reims vrij
te maken. Een deel van de Engelse troepen die van Orléans waren weggevlucht had
zijn kamp opgeslagen bij Jargeau onder leiding van William de la Pole, de
hertog van Suffolk en wachtte op versterking van John van Lancaster, beter
gekend als de hertog van Bedford de Engelse regent. Het Franse leger onder
leiding van Jean dAlencon en Jeanne dArc kreeg versterking van Jean dOrleans
en Florent dIlliers. Onderweg werd het tegemoet getreden door de Engelsen. In
het gevecht dat volgde konden de Fransen optrekken tot bij Jargeau. De volgende
dag, de 12e juni, werden de gevechten hervat. Suffolk probeerde nog een
wapenstilstand te bewerken, maar de Fransen gingen door en Jargeau werd
diezelfde dag ingenomen. Suffolk werd gevangengenomen en zijn troepen vluchtten
naar Meung-sur-Loire en Beaugency.
De
Fransen trokken verder naar Meung-sur-Loire en op 15 juni 1429 werd hier de
belangrijke brug over de Loire door de Fransen heroverd. Het stadje zelf en het
versterkte kasteel werden door de Franse troepen ongemoeid gelaten. Ze trokken
onmiddellijk verder naar Beaugency, een klein stadje op de noordelijke oever
van de Loire, waar eveneens een strategische brug lag. In Beaugency trokken de
Engelsen zich terug in de citadel in het midden van de stad. Toen Jean dAlençon
de informatie kreeg dat er Engelse versterkingen uit Parijs onderweg waren,
ging hij onderhandelen met de Engelsen, die de stad opgaven en ongemoeid
mochten vertrekken.
De
campagne van de Loire zou afgesloten worden met de slag bij Patay op 18 juni,
de enige echte open veldslag in de campagne. Het Engelse leger stond onder
leiding van John Fastolf die met versterkingen uit Parijs was aangekomen. De
troepen uit Beaugency hadden zich bij hem gevoegd. De Engelsen vertrouwden op
hun gebruikelijke tactiek, die hen sinds de slag bij Crecy de ene overwinning
na de andere had bezorgd, namelijk hun uitzonderlijk goed getrainde
beroepskorps van longbowschutters. Dit elitekorps stak ter verdediging gepunte
palen in de grond, die de vijandelijke cavalerie tegenhielden en de infanterie
zodanig hinderden dat ze ten onder gingen aan de moordende pijlenregen. Bij
Patay verrieden ze hun stelling door in het veld waarin ze zich bevonden een
hert neer te schieten. Met het rumoer dat daarbij ontstond, trokken ze de
aandacht van Franse verkenners. De voorhoede van het Franse leger viel daarop
het longbowkorps aan op de flanken, waar de verdedigingsstellingen vanwege
tijdsgebrek nog niet waren uitgevoerd. Het korps werd afgeslacht en de Franse
cavalerie dreef de Engelsen op de vlucht. John Talbot werd gevangengenomen. Het
Engelse longbowkorps is deze nederlaag nooit te boven gekomen en werd nooit
meer heropgericht. Wat Azincourt geweest was voor de Fransen werd Patay voor de
Engelsen: de complete nederlaag. Er zouden (afhankelijk van de bron) 2000 à
2500 Engelsen gesneuveld zijn op een leger van 5000 man, tegen 5 tot 100
Fransen.
Reims
Na de
slag bij Patay trok Jeanne naar Loches en overtuigde de dauphin om naar Reims
te gaan om zich als koning te laten zalven. De tocht naar Reims ging door
Bourgondisch gebied en verliep zonder eigenlijke problemen. Het gezelschap
vertrok uit Gien-sur-Loire op 29 juni. Auxerre stelde zich neutraal op, Troyes
capituleerde na een belegering van vier dagen waarbij geen slachtoffers vielen
en Chalons-en-Champagne opende zijn poorten voor het leger van de dauphin. Op
16 juli kwamen ze aan in Reims, dat ook de poorten opende voor de dauphin.
Karel VII werd op 17 juli 1429 in de kathedraal van Reims in de aanwezigheid
van Jeanne dArc, tot koning gekroond en gezalfd door aartsbisschop Regnault de
Chartres.
Na de
kroning drong de koning er bij Jeanne op aan om rust te nemen, want de koning
had onder invloed van zijn raadgevers het besluit genomen om niet aan te
vallen. Men had wapenstilstanden gesloten met de Bourgondiërs voor 14 dagen.
Onder invloed van zijn raadgevers en in het bijzonder van Georges de la
Tremoille en Regnault de Chartres wilde Karel VII in de eerste plaats de
alliantie tussen Filips de Goede en Jan van Bedford breken. Jeanne moest dus
geneutraliseerd worden, want zij wilde naar Parijs optrekken.
Filips de
Goede brak dit verdrag door van de pauze gebruik te maken om de versterking van
Parijs uit te bouwen. Op
4 augustus trok de hertog van Bedford op tegen het Franse leger vanuit Parijs
met een leger van 10.000 man. Karel VII trok de vijand tegemoet en sloeg zijn
kamp op tussen Montepilloy en Mont-lEveque. Op 15 augustus stonden de twee
legers tegenover elkaar opgesteld, maar Azincourt indachtig riskeerde het
Franse leger geen frontale aanval tegen het ingegraven Engelse leger; eigenlijk
vond er geen veldslag plaats. Het koninklijke leger trok daarna op richting
Parijs. Onderweg waren er nog een aantal steden die Karel VII als hun vorst
binnenhaalden, waaronder Beauvais. De tegenstanders van Karel VII mochten
ongemoeid de stad verlaten. Onder hen was bisschop Cauchon, een fervent
aanhanger van de Engelsen. Met zijn bisdom verloor Cauchon een belangrijk deel
van zijn inkomsten en hij zou het Jeanne nooit vergeven, want hij hield haar
verantwoordelijk voor zijn verlies. Jeanne dArc met Jan II van Alencon, de
maarschalken Gilles de Rais en Jean de Brosse voerden op 8 september 1429 een
aanval uit op de stadspoort van Saint-Honore. Jeanne raakte bij deze aanval
gewond aan een been. s Avonds trokken ze zich zonder resultaat terug en Jeanne
kreeg bevel van de koning om de vijandelijkheden te staken. De koning trok zich
terug naar de Loire en het leger werd ontbonden. In oktober nam Jeanne met haar
eigen troep Saint-Pierre-le-Moutier en sloeg het beleg op voor La
Charite-sur-Loire, maar tegen kerstmis hief ze het beleg op en keerde ze terug
naar Jargeau. Op 29 december 1429 werden Jeanne en haar familie in de adelstand
verheven. De originele akte hiervan is verloren gegaan, maar er zijn diverse
kopieën bewaard gebleven. In 1614 zou Lodewijk XIII deze beslissing voor de
familie hebben herroepen omdat ze in de praktijk gewoon volk waren gebleven.
Gevangenschap
Na de
expeditie bij La-Charité-sur-Loire kreeg Jeanne bevel om in het kasteel van la
Tremouille in Sully-sur-Loire te blijven, maar zonder toelating van de koning
trok ze naar Compiegne dat door de Bourgondiërs belegerd werd. Tijdens een
uitval uit de belegerde stad en de schermutseling die daar op volgde werd
Jeanne dArc gevangengenomen door de Bourgondiërs op 23 mei 1430. In
een dergelijk geval was het normaal geweest, dat Jeanne vrijgekocht zou zijn
voor losgeld, maar Karel VII deed geen enkele poging daartoe. Drie dagen na
haar gevangenneming schreef de grootinquisiteur van Frankrijk, waarschijnlijk
geïnspireerd door de professoren van de Sorbonne, al een brief aan Filips de
Goede met het verzoek, om haar zo snel mogelijk over te brengen naar Parijs, om
haar te berechten voor misdaden die aan ketterij deden denken.
Jeanne
was de gevangene van Jean II de Luxembourg-Ligny. Om te voorkomen dat ze door
de Fransen zou bevrijd worden werd ze overgebracht naar het kasteel van Beaulieu
in de Vermandois. Ze genoot er van een mild regime en mocht zelfs haar eigen
hofmeester Jean dAulon bij zich houden. Niettemin waagde ze hier een eerste
ontsnappingspoging. Daarop werd het besluit genomen, om haar weg te brengen uit
de gevechtszone en haar onder te brengen in het kasteel van Beaurevoir waar ze
goed werd opgevangen door een tante van Jean de Luxembourg, Jeanne de
Luxembourg-Saint-Pol en door Jeanne de Bethune, zijn echtgenote. Ze kon bezoek
ontvangen en werd op de hoogte gehouden van de situatie bij Compiègne.
Niettemin waagde ze een tweede ontsnappingspoging door uit een venster in de
toren te springen van op 21 meter hoog. Ze raakte daarbij ernstig gewond.
Daarop werd ze door de Bourgondiërs overgebracht naar Arras.
Pierre
Cauchon had al zeer snel contact opgenomen met Jean de Luxembourg met het
aanbod om Jeanne te kopen voor een aanzienlijk bedrag om haar uit te leveren
aan de Engelsen. Hij handelde daarbij in opdracht van Jan van Bedford. Deze
koehandel met een krijgsgevangene was in strijd met de toen geldende
gedragscode: een krijgsgevangene werd normaal vrijgelaten in ruil voor een
losgeld. De tante van Jean de Luxembourg, die genegenheid had opgevat voor
Jeanne, verzette zich tegen de verkoop en dreigde ermee om haar neef te
onterven. Uiteindelijk, na het overlijden van zijn tante op 13 november 1430,
werd ze door Jean de Luxembourg voor 10.000 pond verkocht aan de Engelsen op 21
november 1430. Ze werd overgeleverd aan Pierre Cauchon die het proces tegen
Jeanne zou voeren.
Noveen van de H. Theresia van het Kind Jezus - dag 3
Noveen
van de H. Theresia van Lisieux
Derde dag
:
Kom
Heilige Geest en vul de harten van de gelovigen, en ontbrand in hen het vuur
van goddelijke liefde.
V. Zend Uw Geest over deze aarde.
A. En U zult de aarde vernieuwen.
Laat ons
bidden: O God, die
de harten van de gelovigen hebt geleid door het licht van de Heilige Geest.
Verleen dat we door de gave van de Heilige Geest we wijs mogen zijn en ons
verheugen in Zijn vertroosting, door Christus onze Heer.
Akte van geloof, hoop en liefde : O mijn God! Ik geloof in U:
versterk mijn geloof. Al mijn hoop is op U gevestigd. U komt Uw beloften trouw
na. Ik houd van U: leer me U steeds meer lief te hebben.
Akte van
berouw:Mijn Heer en mijn God,
het is mij leed dat ik tegen uw opperste majesteit misdaan heb. Ik verfoei al
mijn zonden, niet alleen omdat ik uw straffen heb verdiend, maar vooral omdat
ze U mishagen, die oneindig volmaakt en alle liefde waardig zijt. Ik maak het
vast voornemen, mijn leven te beteren en de gelegenheden tot zonde te vluchten.
In dit berouw wil ik leven en sterven.
Lieve
Kleine Bloem, zorg dat alle dingen mij naar de hemel en naar God leiden. Of ik
nu kijk naar de zon, de maan, de sterren en de ruimte waarin ze zweven, of ik
kijk naar de bloemen op het veld, de bomen in het bos, de schoonheid van de
aarde dat zo vol kleur is en glorierijk, zij spreken mij over Gods liefde en
macht. Mogen ze God lof prijzen. Dat ik hem meer en meer mag liefhebben zoals u
deed. Leer me verzaken aan mezelf in mijn omgang met anderen, zodat ik Jezus
vele kleine offers kan brengen.
Bemiddel
voor ons al de dagen van ons leven, maar vooral gedurende deze noveen en
verkrijg voor ons van God de genaden en gunsten die we vragen door Uw
bemiddeling. Amen. (noem hier de verzoeken)
Gedachte
doorheen de dag: Het gebruik van Gods gaven. Hoeveel gunsten heb ik
gekregen van de natuur dat overvloedig geschonken werd. Hoe kan ik bij Hem
geraken die zulke wonderen deed in dit oord dat enkel vergankelijk is.
O mooie natuur, ik zie God doorheen al het
geschapene.
Met Uw kleine hand op de schoot van Uw Moeder
Maria, houdt U het universum in stand en schenkt U leven. Bovendien denkt U aan
mij, O Jezus, mijn kleine Koning.
Ik wil niet dat schepselen 1 atoom van mijn liefde
houden. Ik wens alles aan Jezus te geven, want Hij heeft getoond dat Hij alleen
perfect geluk is.
Slotgebed:
O Heer, U
hebt gezegd: Als jullie niet worden als kleine kinderen, zullen jullie het
koninkrijk van de hemel niet binnenkomen. We smeken U, ons te helpen de
nederigheid en eenvoud van hart die de Heilige Theresia kenmerkte, te bereiken
zodat we een eeuwige beloning in ontvangst kunnen nemen. Amen.