Noveen
tot het Heilig Hart van Jezus
Eerste dag:
Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste
vloeien
(Joh 7, 38)
Overweging:
Jezus hield Zich op in de tempel en Hij begon met luider stem te roepen: Als iemand dorst heeft, dat hij dan tot Mij
komt en drinkt, degene die in Mij gelooft volgens het woord der
Schrift.
Stromen van levend water zullen uit
zijn binnenste vloeien. Zo doelde Jezus op de Geest die diegenen zouden
ontvangen die in Hem zouden geloven (Joh 7,37-39).
Jezus Zijde werd geopend door de lans van de soldaat; onmiddellijk kwam er
bloed en water uit. Inderdaad, dit alles is gebeurd opdat de Schrift vervuld
zou worden: Zij zullen opzien naar
Hem die zij hebben doorstoken (Joh 19,37).
De Samaritaanse heeft een liefdeservaring gekend toen zij dit levend water
aanvaardde. Jezus zei tot haar : Indien
gij de gave Gods kende en wie het is die u zegt - geef mij te drinken- dan
zoudt gij Hem vragen en Hij zou u levend water geven. Waarop deze vrouw
antwoordde : Heer, geef mij van dat water opdat ik nooit meer dorst zou
krijgen (Joh 4,15)
God heeft ons geschapen uit Liefde terwijl Hij in ons een natuurlijk verlangen
legde dat streeft naar intieme vereniging met Hem. Gij hebt ons voor U
gemaakt, Heer, en ons hart is onrustig zolang het niet rust in U
(St.-Augustinus). Wij worden uitgenodigd om het geluk te proeven dat het goddelijk
leven en dat levend water uit de zijde van Jezus ons geven; dat is zijn Geest
die ons met God verbindt.
Indien iemand dorst heeft, zegt
de Heer, dat hij tot Mij komt en drinkt
(Joh 7,38)
Lofzang:
- Jesaja 66
Verheugd u met Jeruzalem,
en juicht, gij die haar liefhebt;
Weest blij en jubelt om die stad
waarover gij nu treurt
Gij zult uw honger stillen aan haar moederborst,
haar lieflijke pracht zal u verrukken.
Ik zend haar vrede en geluk in brede stromen,
de eer der volken als een beek die overloopt.
Haar zuigelingen worden op de heup gedragen,
haar kinderen vertroeteld op de knie.
Zoals een moeder troost, zal Ik u troosten
en in Jeruzalem zal er weer vreugde zijn.
Ge zult het zien, uw hart zal zich verblijden, ge zult
ontluiken als de knoppen aan een struik.
Laat ons bidden:
Jezus, geef mij een zodanig vertrouwen in U, dat ik nooit aarzel om levend
water te komen putten uit uw goddelijk Hart.
Moge dat water in mij uw Liefdekracht ontplooien en mijn menselijk bestaan
tekenen voor altijd.
Moge uw Geest mij de onpeilbare rijkdommen van uw Hart doen ontdekken.
Tweede dag:
Het hart van Jezus geeft ons zijn Moeder
Overweging:
Aan het Kruis genageld, roept Jezus tot zijn Vader dat Deze zijn vergeving moge
schenken aan de mensheid.
Om de waarde van zijn vraag te bewijzen, geeft Hij ons tot moeder: de vrouw die
Hij het meest bemint.
Toen Jezus zijn moeder zag en , naast haar, de beminde leerling, zei Hij tot
zijn moeder : Vrouw, ziedaar uw zoon. Vervolgens zei Hij tot de leerling:
Ziedaar uw moeder (Joh 19,26).
Het Hart van de Maagd Maria was vervuld met dezelfde gevoelens van Jezus Hart.
De belediging en de foltering, haar Zoon aangedaan, hebben haar liefde niet
tegengehouden en, terwijl zij Johannes als zoon aanvaardde, heeft Maria heel de
zondige mensheid aanvaard.
Zij is waarlijk de barmhartige moeder die tot zending heeft, ons op te wekken
en ons te geleiden naar haar Zoon, bron van barmhartigheid.
De barmhartigheid van
de Heer strekt zich uit
in lengte van dagen over hen die Hem vrezen
(Luk
1,50)
Lofzang
van Maria (Luk 1) :
Hoog verheft nu mijn ziel de Heer,
verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser.
Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd :
van nu af prijst ieder geslacht mij zalig.
Wonderbaar is het wat Hij mij deed,
De Machtige, groot in zijn Naam!
Barmhartig is Hij tot in lengte van dagen
voor ieder die Hem erkent.
Hij doet zich gelden met krachtige arm,
vermetelen drijft Hij uiteen;
Machtigen haalt Hij omlaag van hun troon,
eenvoudigen brengt Hij tot aanzien;
Behoeftigen schenkt Hij overvloed,
maar rijken gaan heen met ledige handen.
Hij trekt zich zijn dienaar Israël aan,
zijn milde erbarming indachtig;
Zoals Hij de vaderen heeft beloofd,
voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.
Gebed:
Heilige Maagd Maria, gij kent al de hinderlagen, aanvechtingen en uitdagingen
die de zonen en dochters van God tegenwoordig uitstaan. Er gaan heden zoveel
stemmen op om ons van de weg af te leiden.
De aanklager, de duivel, houdt niet op, ons te willen inspireren met gedachten
die ons losmaken van de verbondenheid met onze Vader en God. De woelmaker is
aan het werk om ons ook af te snijden van de broederlijke gemeenschap en
tweedracht te zaaien.
Gij, Maria, Moeder van Barmhartigheid, hebt de macht ontvangen om de kop van de
slang te verpletteren, wees mijn beschermster en geleid mij naar uw Zoon,
Jezus. Ik prijs u, Maria, in uw Onbevlekte Ontvangenis, tot glorie van de
Allerheiligste Drievuldigheid.
Derde dag:
De verrezen Christus schenkt de
Geest van God
Overweging:
De eerste paasgave van Onze Heer, na de uitboeting van onze zonden, is de Geest
die ons de ware vrede brengt en ook het eeuwig leven. Toen het Lam Gods dat de
zonden der wereld wegneemt, zijn offer had volbracht, openbaarde Hij zich aan
de zijnen op Paasavond, met deze woorden : Vrede zij met u (Joh 20,19) en
Ontvangt de Heilige Geest (Joh 20,22). Zij die in Jezus geloven, kunnen zijn
Geest ontvangen.
De liefde van Jezus was zó groot dat Hij aan de wereld de vrede van hart is
komen terugschenken. De Vertrooster, de Heilige Geest die de Vader zal zenden
in mijn Naam, zal u in alles onderrichten en Hij zal u in herinnering brengen
alles wat ik heb gezegd. Vrede laat ik u na, mijn vrede geef Ik u; niet gelijk
de wereld die geeft, geef ik hem u. Weest niet verontrust noch bevreesd (Joh
14,26-27).
Vervuld van de vreugde van de Geest, huldigen wij onze God (Alleluja)
Lofzang : - Ezechiël : 36
Ik haal u tussen de volken weg,
Ik roep u uit alle landen.
Ik breng u terug naar uw eigen land
en was u met zuiver water.
Van alle vlekken reinig ik u,
van al uw onzuiver goden.
Ik geef u van nu af een ander hart,
een nieuwe geest in uw lichaam.
Uw hart van steen neem Ik weg uit uw borst
en schenk u een hart van vlees.
Ik zal mijn geest in u storten,
zodat gij mijn wegen gaat;
Zodat gij mijn voorschriften nakomt,
mijn wet in uw daden volbrengt.
Voer ons terug tot U, Heer
en wij zullen komen.
Vernieuw voor ons de dagen van weleer.
Gebed:
Geest van Jezus, Gij zijt levend water dat mijn leven komt genezen zodat ik
overvloedig vruchten kan dragen.
Vernieuw in mij de gaven van mijn Vormsel.
Vervul mijn hart met uw gaven van liefde, vreugde, vrede, geduld,
dienstbaarheid, goedheid, vertrouwen in de anderen, zachtmoedigheid,
zelfbeheersing.
Moge God, mijn Vader, verheerlijkt worden door mijn werken van barmhartigheid.
Heilige Geest, verleen dat ik mag leven in uw intimiteit zodat ik op elk
ogenblik mijn toevlucht kan nemen tot U.
Vierde dag:
Het hart van Jezus geeft ons de
Kerk
Overweging:
Toen de dag van Pinksteren was aangebroken, waren de apostelen allen samen
verenigd. Plotseling kwam er uit de hemel een gedruis dat leek op een hevige
windstoot : heel het huis, waarin zij zich bevonden, was er vol van. Ze zagen
een soort vuur verschijnen dat zich, in tongen verdeeld, boven ieder van hen
neerzette. Toen werden zij vervuld van de Heilige Geest; ze begonnen vreemde
talen te spreken en elk van hen drukte zich uit zoals de Geest het ingaf (Hand
2,1-4).
Vanaf dat ogenblik verlieten de apostelen, door de kracht van de Heilige Geest,
het Cenakel om openlijk te spreken tot het volk dat zij vreesden. Zij spraken
alle talen omdat Jezus gezegd had: Gaat dus uit, maakt alle naties tot
leerlingen, hen dopend in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest
(Mt 28,19).
Heden nog spreekt de Kerk van Jezus alle talen en worden de naties
geëvangeliseerd. De Kerk is het Volk van God en wij zijn allen broeders en
zusters in Hem. Deze Kerk is onze Moeder die ons voedt aan haar borst terwijl
zij ons het doopsel schenkt dat in ons het leven der Heilige Drieëenheid tot
stand brengt. Door haar prediking geeft zij ons ook het Licht en de Waarheid;
de Liefde van God door het Levensbrood dat wij delen en de Vergeving door het
Sakrament der Verzoening, de Biecht.
Ga u eerst met uw broeder verzoenen
en breng dán uw offerande.
(Mt 5,24)
Lofzang : -
Jeremías 7
Luistert naar het woord van de Heer,
gij allen uit Juda,
gij die deze poorten binnengaat
om de Heer te aanbidden.
Zó spreekt de Heer van het heelal,
de God van Israël :
Verbeter uw wegen en daden.
Dán laat ik u wonen op deze plaats.
Vertrouwt niet op bedrieglijke woorden,
door te zeggen: Tempel des Heren, Tempel des Heren!
Dit is de Tempel des Heren!
Indien gij waarlijk uw wegen en daden verbetert,
indien gij handhaaft het recht
tussen een mens en zijn naaste,
Als gij de vreemdeling niet verdrukt,
de wees of de weduwe,
als gij op deze plaats
geen onschuldig bloed vergiet,
als gij niet, tot uw onheil,
ander goden vereert,
dan laat Ik u wonen op deze plaats,
in het land dat Ik uw vaderen gaf,
van oudsher en voor altijd.
Gebed :
Jezus, Gij zijt gekomen voor óns die het Volk van God zijn, Gij hebt ons
verenigd tot één Lichaam, uw Kerk, die heilig is vanuit úw Heiligheid. Gij zijt
de Heilige, Heer, en ik, ik ben dat niét.
Eens hebt Gij tot Petrus gezegd: Zalig zijt gij, Simon, zoon van Johannes,
omdat geen sterfelijk mens u dit heeft geopenbaard, maar mijn Vader in de Hemel
is (Mt 16,17). Kort daarna hebt gij tot Hem gezegd: Ga achter Mij uit,
bekoorder, gij zijt mij een hindernis, want uw gedachten zijn niet die van God
maar van de mensen (Mt 16,23).
Mijn goede wil ten spijt, ben ik soms een struikelblok, een voorwerp van
ergernis, Heer. Geef mij de nederigheid van uw Hart om broederlijk met allen te
kunnen leven. Wij zijn allen broeders en zusters in U en samen kunnen wij
zeggen : Onze Vader, die in de hemel zijt... vergeef mij mijn schuld zoals ook
ik vergeef aan hen die mij kwaad deden (Mat 6,9).
Vijfde dag:
Het hart van Jezus geeft ons het
Geloof
Overweging:
Jezus zei tot Thomas : Steek uw vinger uit en bezie mijn handen; steek uw hand
uit en leg die op mijn zijde; wees niet langer ongelovig, maar gelovig. Toen
zei Thomas tot Hem: Mijn Heer en mijn God! Jezus zei tot hem: Omdat gij Mij
gezien hebt, gelooft gij. Zalig zij die geloven zonder Mij gezien te hebben
(Joh 20,27-28). Het was dezelfde Thomas die gezegd had: Laten ook wij naar
Jeruzalem gaan om met Hem te sterven (Joh 11,16).
De beproeving van Jezus dood was té brutaal geweest voor Thomas. Bij het
nieuws der Verrijzenis, heeft Thomas geweigerd te geloven; hij had het geloof
verloren dat ons toelaat, de tekenen Gods op onze wegen te zien. Voor iedereen
brengt het leven beproevingen mee die soms pijnlijk zijn als een kruisiging...
en dát is het ogenblik waarop Thomas ons uitnodigt om de geopende zijde van de
verrezen Jezus te bekijken. Verwarring, opwinding en beproeving zijn dingen die
ons geloof schokken als onze ogen niet meer naar Jezus opzien (Heb 12,2).
Maar, door de Voorzienigheid, moet ons geloof daaruit klaarder tevoorschijn
komen, zoals dat van Thomas.
Kom mijn gering geloof ter hulp
(Mk 9,24)
Lofzang :
Jeremías, 17
Gezegend zij de mens die steunt op de Heer :
de Heer zal Hem waarlijk tot steun zijn.
Hij zal zijn als een boom, aan het water geplant,
die zijn wortels strekt naar de stroom.
Hij vreest niet als de hitte komt:
zijn bladeren blijven groen.
Hij is rustig in een jaar van droogte:
Hij houdt niet op, zijn vruchten te dragen.
Gebed
:
Jezus, ik erken dat het Geloof de kostbaarste gave is die ik bij mijn doopsel
ontvangen heb en dat die gave komt uit uw Hart. Eens was er storm op het meer
en de apostelen waren bang; ze hebben U, Meester, toen gewekt en Gij hebt hun
gezegd: Waarom zijt gij bang, mensen van gering geloof? (Mt 8,26).
Als de storm mijn leven treft met beproevingen allerhande, ondersteun dan mijn
geloof, Heer. Het geloof dat U, Jezus, behaagt, is het geloof dat gepaard gaat
met hoop.
Zesde dag:
Het Hart van Jezus is de Bron van Barmhartigheid
Overweging:
Nadat Hij de wonden van handen en zijde getoond had, ademde Jezus over de
apostelen en zei tot hen: Ontvangt de Heilige Geest. Als gij iemand zijn
zonder vergeeft, dan zijn ze hem vergeven; als gij iemands zonden niét
vergeeft, zijn ze hem niet vergeven (Joh 20,21).
Bij zijn Verrijzenis heeft Jezus de radikale ervaring beleefd van de
Barmhartigheid, t.t.z. de ervaring dat de Liefde van de Vader sterker is dan de
dood. En Jezus zélf is de onuitputtelijke bron van barmhartigheid geworden, die
sterker is dan de zonde (Encycliek over de goddelijke Barmhartigheid). Dát is
ook de uitnodiging, een door Jezus uitgesproken en die nú voor ons in
vervulling gaat : Komt tot Mij, gij allen die onder lasten gebukt gaat, komt
tot Mij! (Mt 11,28).
Allen worden wij uitgenodigd om onze last toe te vertrouwen aan het
zachtmoedige en nederige Hart van Jezus, om vergeving van zonden te ontvangen
en opluchting in al onze moeilijkheden.
Ik ben niet gekomen om
rechtvaardigen,
maar om zondaars te roepen
(Mt
9,13)
Lofzang :
Efesiërs, 1
Gezegend is God, de Vader van onze Heer Jezus Christus,
die ons in de hemelen in Christus heeft gezegend met elke geestelijke zegen.
In
Hém heeft Hij ons uitverkoren vóór de grondlegging der wereld,
om heilig en vlekkeloos te zijn voor zijn Aanschijn.
In liefde heeft Hij ons voorbestemd
zijn kinderen te worden door Jezus Christus,
naar het welbehagen van zijn wil :
Tot lof van de heerlijkheid van zijn genade,
die Hij ons heeft meegedeeld als een overvloed
van wijsheid en inzicht.
Want Hij heeft ons zijn geheim raadsbesluit doen kennen,
de beslissing die Hij in Christus had genomen
ter verwezenlijking van de volheid der tijden :
Het heelal in Christus onder één Hoofd te brengen,
alle wezens in de hemelen en alle wezens op aarde.
Gebed :
Heilige Geest, openbaar mij de diepe geheimen der barmhartigheid van Jezus
Hart. In dié barmhartigheid heb ik vertrouwen en ik weet dat ze groter is dan
de last van mijn zonden; anders zou ik daaronder bezwijken. Schenk mij ook
vertrouwen in de priesterlijke dienst, waardoor de Vader zijn vaderschap
uitoefent om mij te onthalen als het verloren kind dat Hij vergeving schenkt.
Mocht ik mij ook langdurig in de armen voelen van God, mijn Vader.
Zevende dag:
Het hart van Jezus geeft ons het brood van eeuwig
leven
Overweging:
Het bloed dat uit de geopende zijde van Jezus stroomde, verzinnebeeldt het Sacrament
der Eucharistie. Jezus zegt ons: Mijn vlees is waarlijk voedsel en mijn bloed
is waarlijk drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven
en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag (Joh 6,54-55).
Na deze woorden aanhoord te hebben, trokken meerdere leerlingen zich van Hem
terug en gingen niet meer met Hem om. In zijn eindeloze Liefde heeft Jezus dit
prachtig Sacrament ingesteld waarin Hij waarachtig aanwezig is met zijn godheid
en zijn verheerlijkte mensheid. En zie, Ik ben met u voor altijd, tot aan het
einde der wereld (Mt 28,20). Jezus wil elke dag bij ons blijven en Hij bemint
ons zózeer dat Hij ook ons geestelijk voedsel wil zijn : Hij geeft zichzelf te
eten aan diegenen die Hij tot zich trekt.
Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt,
blijft in Mij en Ik blijf in hem
(Joh 6,56)
Psalm 115
Ik geloof en daarom zal ik spreken,
ik die zoveel heb geleden,
ik die, in mijn leed, gezegd heb:
De mens is niets dan leugen.
Hoe zal ik de Heer vergelden
het goed dat Hij mij deed?
Ik zal de beker nemen van het heil
en de Naam des Heren aanroepen.
Nakomen zal ik mijn geloften voor de Heer,
en ook vóór heel het volk!
Kostbaar is in het oog des Heren
de dood van die Hem dienen!
Ben ik uw dienaar niet, o Heer,
uw dienaar en de zoon van uw dienares?
Ik, wiens ketens Gij gebroken hebt.
Een offer van dank zal ik U brengen,
de Naam des Heren zal ik aanroepen.
Nakomen zal ik mijn geloften voor de Heer
en ook vóór heel het volk,
bij de ingang van het huis des Heren,
midden in Jeruzalem!
Gebed:
Jezus, niet enkel wilt Gij U geven aan ons in de Eucharistie, maar Gij wilt ook
wonen in onze tabernakels. Gij verwacht allen die Gij liefhebt om een
uitwisseling van hart tot hart mogelijk te maken. Zoals de goede Paus
Johannes XXIII zei: Mijn leven lijkt bestemd te zijn, zich te verteren onder
het licht dat uit het tabernakel schijnt en op een oplossing te vinden voor al
mijn moeilijkheden, moet ik mijn toevlucht nemen tot het Hart van Jezus.
Jezus, vervul mijn hart met vertrouwen op uw eucharistische Aanwezigheid; geef
mij een zodanig vertrouwen dat ik U veelvuldig kom ontmoeten. Geef dat ik U kan
aanbidden en loven en aldus mag putten, in deze ontmoeting van Liefde, al wat
er nodig is opdat mijn leven God, onze Vader, zou verheerlijken.
Achtste dag:
Het hart van Jezus is de bron der broederlijke
liefde
Overweging:
Op de vooravond van zijn lijden heeft Jezus de voeten van zijn leerlingen
gewassen en Hij zei : Begrijpt gij wat Ik voor u gedaan heb ? Gij noemt Mij
Meester en Heer en dat zegt gij terecht, want dat bén ik. Als Ik dus , de Heer
en Meester, u de voeten heb gewassen, dan moet ook gij elkaar de voeten wassen.
Ik heb u een voorbeeld gegeven opdat gij zoudt doen wat Ik voor ú gedaan heb
(Joh 13,12-15). Zalig zijt gij als gij dit doet (Joh 13,17).
Jezus heeft ons een voorbeeld gegeven om ons te leren hoe wij God kunnen
beminnen in de persoon van onze broeders en zusters. De schat die wij in de
hemel zullen ontvangen, zal afgemeten zijn aan déze liefde. Dan zal de Koning
zeggen tot hen die aan zijn rechterhand staan: Komt, gezegenden van mijn Vader,
neemt bezit van het Rijk dat als erfenis voor u bereid is vanaf de grondvesting
der wereld.
Want Ik had honger en gij hebt Mij te eten gegeven; Ik had dorst en gij hebt
Mij te drinken gegeven; Ik was een vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen; Ik
was naakt en gij hebt Mij gekleed; Ik was ziek en gij zijt mij komen bezoeken;
Ik was in de gevangenis en gij zijt Mij komen opzoeken (Mt 25,34-36).
Waarlijk, ik zeg u : Telkens gij dit gedaan hebt voor een dezer geringen die
mijn broeders zijn, hebt ge het aan Mij gedaan (Mt 25,40).
Hieraan zal men
herkennen dat gij mijn
leerlingen zijt : dat gij elkander liefhebt
(Joh 13,35)
Lofzang:
Jesaja, 61
Gij zult genoemd worden: priesters van de Heer,
Men zal u zeggen: dienaars van onze God,
Van de overvloed der naties zult gij leven
en hun heerlijkheid zal uw sieraad zijn.
In plaats van uwe schande: een dubbel aandeel!
In plaats van uw vernederingen : vreugdekreten!
In hun land zullen zij een dubbele erfenis ontvangen,
eeuwige vreugde zullen zij bezitten.
Omdat Ik, de Heer, rechtvaardigheid bemin,
omdat ik diefstal haat en ongerechtigheid,
zal Ik hun getrouw beloning schenken,
een eeuwig verbond met hen sluiten.
Hun afstammelingen zullen bekend zijn bij de volken
en hun kinderen temidden der naties.
Wie hen zal zien, zal kunnen herkennen:
de gezegende afstammelingen van de Heer.
Gebed:
Jezus, geef dat ik mijn broeders mag liefhebben zoals Gij hen hebt liefgehad:
met veel zachtmoedigheid en nederigheid hebt Gij hen gediend, altijd aandachtig
om aan hun behoeften en noden tegemoet te komen. Uit uw hart, Jezus, kwam er
zoveel barmhartigheid voor allen; vervul ook mijn hart met barmhartigheid voor
elk van mijn broeders.
Negende dag:
Het hart van Jezus voert ons naar de Vader
Overweging:
Vader, het uur is gekomen. Verheerlijk uw Zoon opdat de Zoon U verheerlijke.
Zoals Gij Hem macht over ieder mens gegeven hebt, zal Hij het eeuwig leven
schenken aan hen die Gij Hem gegeven hebt. Welnu, dit is het eeuwig leven, dat
men U kent, de enig ware God, en Hem die Gij gezonden hebt, Jezus Christus
(Joh 7,2-3). Bij een eerste verschijning na zijn Verrijzenis, vraagt Jezus aan
Maria Magdalena dat zij Hem niet zou aanraken, want Hij was nog niet opgestegen
naar de Vader. De volheid der Liefde van Christus is voorbehouden aan het
Vaderhuis, wanneer elkeen op zijn beurt mét Christus zal aankomen.
Maar op aarde is het voornaamste, de wil van Jezus te verwezenlijken. Hij zegt
tot Maria: Ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik stijg op naar mijn Vader en uw
Vader, naar mijn God en úw God (Joh 20,17). Jezus heeft voor ons verdiend,
aangenomen kinderen van zijn Vader te kunnen zijn. Vrees niet, kleine kudde,
uw Vader zal u het Koninkrijk schenken (Lk 12,32). Om deel te hebben aan het
Koninkrijk, nodigt Jezus ons uit om te worden als kleine kinderen.
Wat
nu de geest der kinderjaren kenmerkt, is het vertrouwen. Het vertrouwen laat
ons toe, ons tot God te richten en Hem te vragen volgens onze noodwendigheden,
maar ook om dankbaar zijn weldaden in ontvangst te nemen. Jezus zegt het ons:
Vraagt en gij zult verkrijgen; zoekt en gij zult vinden; klopt en men zal voor
u opendoen (Mt 7,7).
Aan hen die geloven in zijn Naam,
gaf Hij de macht om kinderen van God te worden
(Joh 1,12)
Psalm 32
Het heil van een koning is niet zijn leger,
de overwinning van een krijger is niet zijn kracht.
Ruiterij ter overwinning is een illusie;
een leger brengt niet het heil.
God waakt over hen die hem vrezen,
die hun hoop stellen op zijn Liefde,
om hen te ontrukken aan de dood,
hen in leven te houden bij hongersnood.
Ons leven verhopen wij van de Heer :
Hij is voor ons een steun en een schild.
Onze vreugd in het hart komt van Hém,
Ons vertrouwen berust in zijn heilige Naam.
Moge Heer, uw Liefde over ons opgaan
omdat onze hoop gevestigd is op U!
En nu, koningen, wilt verstaan,
komt tot inkeer, rechters der aarde.
Dient de Heer met vrees,
betuigt hen huiverend uw eerbied.
Wordt Hij vertoornd, dan zijt gij verloren :
zijn toorn zal onverwacht ontbranden.
Zalig die bij Hém zijn toevlucht zoekt!
Gebed:
Geest van Jezus, voeg U bij mijn geest om te getuigen dat ik kind van God
ben. Schenk mij de Wijsheid die komst van U, om de diepte te kunnen begrijpen
der werkelijkheid dat God, mijn Vader, mij liefheeft en dat ik waardevol ben in
zijn ogen. Moge heel mijn wezen uitroepen met de kracht van úw liefde: Abba,
Vader, ik ben uw kind!
Uit :
users.telenet.be/katholieke-informatie
|