De
tijd als een geschenk Andre Louf
Je
bekeren is altijd een kwestie van tijd: de mens heeft tijd nodig, en ook God
wil tijd met ons doorbrengen. We zouden een absoluut verkeerd beeld van de mens
hebben als we zouden denken dat belangrijke dingen in een mensenleven in een
oogwenk voorgoed kunnen plaatsvinden. Een mens zit zo niet in elkaar, hij heeft
tijd nodig om te groeien, te rijpen en al zijn mogelijkheden tot ontwikkeling
te brengen. God weet dat beter dan wijzelf en daarom wacht Hij, geeft Hij niet
op, is Hij vergevingsgezind en grootmoedig: Gods goedheid wil je tot inkeer
brengen (Rom 2,4).
Niet
zijn verontwaardiging maar, integendeel, zijn liefde, zijn goedheid, zijn
geduld. In de proloog van zijn regel maakt Benedictus daar een pregnante
opmerking over: God is elke dag op zoek naar zijn arbeider, en de tijd die Hij
ons geeft is een vorm van opschorting en uitstel, een geschenk, genadetijd die
wij gratis ontvangen. Het is een tijdspanne die wij gebruiken kunnen om God
nogmaals te ontmoeten, steeds beter te ontmoeten in zijn onvoorstelbare
barmhartigheid. Pas later, na onze dood, zullen we zonder en buiten de tijd
kunnen leven, voor eeuwig. In dit leven is de tijd ons gegeven om God steeds
beter te leren kennen: een tijd van bekering en genade, ons gegeven omdat God
barmhartig is.
|