Het
verlangen een non te worden, maar geweigerd worden
Ze was
nooit haar kinderdroom om in een klooster te gaan verloren. En van de tijd af
dat ze eerst de Passionisten ontmoette en hoorde van de Passionist zusters
voelde ze dat haar plaats bij hen was. Er was een klooster van de Orde in
Corneto, Italie zon 250 km van Lucca, en na advies gevraagd te hebben besloot
ze naar daar te gaan voor een cursus van geestelijke oefeningen en de vraag om
toegelaten te worden. Ze werd geweigerd door een Moeder Overste die over Gemmas
ziekte en genezing had gehoord en ook over de buitengewone genaden die haar
leven kenmerkten, en was daarom overtuigd dat zon mysticus (of mogelijk hysterische?)
niet geschikt was voor haar contemplatieve Gemeenschap.
Het was
een bittere teleurstelling voor Gemma, maar ze droeg ze moedig en geduldig. Haar
biechtvader Mgr. Volpi en haar geestelijke leidsman Vader Germanus deden nog
inspanningen in haar naam maar deze bleven zonder gevolg. Gemma begon zo goed
ze kon het leven te leiden van een Passionist zuster buiten het klooster. Ze
had reeds de gelofte van kuisheid afgelegd gedurende haar ernstige ziekte, en
daar voegde ze de geloften van armoede en gehoorzaamheid aan toe met de
goedkeuring van haar biechtvader. Ze droeg het Teken van de Passionisten op
haar hart onder haar kledij, en bad dagelijks de Goddelijke Officie net zoals
de Passionist zusters doen in koor. Ze verloor nooit de hoop tot op het einde
van haar leven om hen te vervoegen, als het niet in Corneto was, dan ergens
anders.
Haar hoop om een Passionist zuster te worden werd uiteindelijk gerealiseerd na
haar dood. In haar eerste brief aan Vader Germanus, vooraleer ze hem had
ontmoet, voorspelde ze de oprichting van
een convent van Passionist zusters te Lucca. Er was zelfs nog niet aan zon
project gedacht op dat tijdstip, maar een jaar of twee later begon men erover
te spreken. Gemma was vervuld met enthousiasme en begon te bidden en gebruikte
al de invloed die in haar macht lag om de komst van de zusters naar Lucca te
bespoedigen. De moeilijkheden leken met tijden onoverkomelijk, maar ze gaf de
moed niet op. Gedurende het laatste jaar van haar leven was het een
voortdurende gedachte en een voortdurend voorwerp van haar gebeden. Ze zocht
zelfs in Lucca meer dan eens naar een plaats waar het klooster zich kon
vestigen en ze stelde interesse in de materiele fondsen die nodig waren voor de
oprichting. Ze hoopte nog altijd om haar roeping te vinden in het nieuwe
klooster.
Maar naar
het einde toe offerde ze zelfs dat op. Ze wilde enkel dat het werk voltooid zou
kunnen worden: ik vraag niet langer om een klooster binnen te gaan
Jezus
heeft het habijt van een Passionist zuster op mij wachten aan de poort van de
Hemel. Laat me sterven zodat het Passionist klooster kan opgericht worden. Ze verzekerde degenen die de moed
verloren dat de oprichting zou beginnen na haar dood en voltooid zou zijn in
het jaar van de zaligverklaring van de H. Gabriel. Haar woorden, werden
werkelijkheid, tegen alle verwachtingen in. Twee jaar na Gemmas dood kwam de
eerste kleine groep van Passionist zusters naar Lucca, en hoewel ze vele
hindernissen moesten overwinnen kwam een volledige gemeenschap in het nieuwe
klooster in 1908, net twee maanden nadat de H. Gabriel werd zaligverklaard. Paus
Pius X had reeds het project gezegend en had als bijzonder doel gesteld dat de
gemeenschap zich zou opofferen als slachtoffers voor Onze Heer voor de
geestelijke en tijdelijke noden van de kerk en van de Soevereine Paus. Dit zou
Gemma zeker vreugde gebracht hebben.
Tegenwoordig blijft het Passionisten klooster in Lucca bloeien. Gemmas lichaam
rust bij het altaar in de kleine kapel en de zusters vereren haar als
stichtster en patrones van hun werk. De Passionist zusters wilden mij niet
accepteren, zei ze, maar ik zou willen een van hen zijn, en ik
zal bij hen zijn wanneer ik dood ben. Zo werd Gemmas wens
uiteindelijk vervuld. Voor redenen die
onafhankelijk waren van haar wil, schrijft een vriendin van haar, droeg Gemma
nooit een Passionisten habijt, maar ze was toch een ware Passionist. Ze was een
Passionist in de ziel en ze had de geest van de Passionisten. De Orde heeft
haar aangenomen. Haar klooster is opgericht en blijft groeien.
Dezelfde gedachte werd uitgedrukt
door Benedictus XV in het besluit die haar Zaligverklaring voorafging: De
vrome maagd, Gemma Galgani, was niet door habijt en professie, maar
ongetwijfeld door verlangen onder de religieuze kinderen van St Paulus van het
Kruis gerekend. En Pius XI verkondigde haar heroische heiligheid en
feliciteerde de zonen en dochters van St Paulus van het Kruis om het bezit van
deze ware parel van heiligheid die een eer betekende voor hun Congregatie.
Gemma had zich eens beschreven als verdwaald zoals een ziel dat is afgedwaald:
haar lang gekoesterde roeping was uiteindelijk gerealiseerd en niet veel
roepingen hebben zon pijnlijk offer gekost.
Gemma had zichzelf geofferd aan God als een slachtoffer voor de zonden van de
mensen, en haar offer was geaccepteerd.
Tot op dit punt had ze in alle lijden gedeeld met Jezus, behalve een
de laatste en grootste, de doodsstrijd, smart en kommer van Zijn laatste uren
aan het Kruis. Ze had verschrikkelijk geleden in ziel en lichaam, haar lijden
was in het verborgene, en haar leven was meer zoals Gethsemane dan Kalvarie. Na
haar miraculeuze genezing was haar gezondheid normaal, en niemand zou gedacht
hebben dat het sterke, gezonde meisje de martelingen van een levend
martelaarschap doorstond. Maar het moment kwam dat haar lijden niet langer meer
verborgen kon worden: het was de opoffering van het slachtoffer.
Laatste ziekte
Op Pasen 1902 was ze plotseling getroffen door een mysterieuze ziekte die met
een kort interval, voor de resterende negen maanden van haar leven duurde. Ze
kon geen voedsel proeven, haar lichaam onderging de meest verschrikkelijke pijn
en ze was sterk vermagerd. Eerst slaagde ze er nog in om haar naar de Mis en de
Heilige Communie te slepen, met de hulp van haar geadopteerde moeder en
vriendin Cecilia, maar deze troost moest ze spoedig opgeven door haar
verslechterde gezondheid. Dokters werden ingeroepen, maar verschilden in hun
diagnose en waren verwonderd over de mysterieuze natuur van haar ziekte. Haar
pijn werd nog verzwaard door de aanvallen van de duivel op haar lichaam en ziel
en waren zo afschuwelijk dat ze dacht dat ze bezeten was en ze smeekte om een
exorcisme te laten doen. Haar heroische leven, al de deugden die ze in praktijk
had gebracht, al de goddelijke gunsten die ze had ontvangen, werden nu aan haar
getoond als hypocrisie en bedrog. En gedurende al die maanden van lijden was er
geen straal van goddelijke troost die haar hart bereikte. Ze bleef
onophoudelijk bidden, Jezus en Maria aanroepend om bij haar te zijn in dit uur
van bittere verwaarlozing. Van buitenaf hield ze zich sereen en kalm. Ze
klaagde nooit over haar lichamelijk lijden behalve 1 keer toen ze fluisterde Mijn
Jezus, het is meer dan ik aankan: maar wanneer de Zuster die op haar paste er
haar aan herinnerde dat het met Gods genade is dat alles mogelijk is om te
dragen, gebruikte ze de woorden nooit meer terug. Integendeel wanneer de Zuster
haar eens vroeg Als je de keuze had wat zou je kiezen: ineens naar de hemel
gaan en stoppen met lijden of hier blijven en lijden voor de glorie van God?
antwoordde ze Beter om te lijden dan
naar de Hemel te gaan wanneer de pijn voor Jezus en Zijn glorie is. Een van de
religieuze Zusters van de orde van St Camillius die op haar paste gedurende
haar laatste ziekte zei We hebben voor vele zieke personen gezorgd,
maar we hebben nooit zoiets gezien!
Heilige dood
Een laatste troost bleef over voor Gemma en deze werd spoedig ontnomen. Haar
conditie was jammerlijk, maar ze was temidden van toegenegen vrienden. Sommige
van de dokters waren echter de mening toegedaan dat ze tuberculoze had en Vader
Germanus was bang dat de kinderen van de familie blootgesteld zouden worden aan
het gevaar van besmetting. Er werd beslist dat Gemma moest verhuizen. Maar de
Giannini familie was er sterk tegen gekant. Maanden gingen voorbij vooraleer ze
erin toestemden. Er werd een compromis gesloten en er werd een kamer gehuurd
aan de overkant van de straat en er zou communicatie zijn door middel van een
bel aan een koord die bij een aanpalende tuin terechtkwam. Gemma werd
verplaatst op 24 februari 1903. Ze deed haar laatste offer met een kalme gelatenheid
die zelfs degenen die haar het best kenden versteld deed staan. Op dit punt kon
ze zeer goed zeggen : Ik heb van alles een offer gemaakt; niets blijft voor
mij over dan mij voor te bereiden op de dood.

aan haar
sterfbed
De dood was niet ver weg. Twee maand later, op Goede Vrijdag ging ze in een
lange extase met uitgestrekte armen, genageld zoals ze zei met Jezus op het
Kruis. Degenen die haar zagen lijden gedurende die dag en de volgende nacht
wisten dat het einde nabij was. Op Stille Zaterdag werd een priester geroepen
die haar de Laatste Sacramenten gaf, en dan werd Gemma overgelaten om de volle
bitterheid van de eenzaamheid van Jezus op Kalvarie te proeven. Het einde kwam
vredig en met een blik van vreugde op haar gezicht gaf ze haar zuivere ziel aan
God een uur na de middag op Stille Zaterdag, 11 april 1903. Haar gezicht was zo
mooi en vredig dat degenen die aanwezig waren het moeilijk konden geloven dat
ze werkelijk gestorven was.
Gemma
Galgani werd zaligverklaard door Paus Pius XI op 14 mei 1933 en heilig
verklaard door Paus Pius XII op Hemelvaartsdag 2 mei 1940. Onder de menigte die
de St Pietersbasiliek vulde op de dag van haar Heiligverklaring waren 1300
inwoners van Lucca met aan het hoofd hun aartsbisschop. Velen onder hen hadden
haar gekend, waaronder de talrijke leden van de Giannini familie die haar
hadden aangenomen. Haar jongste zuster Angelina zat naast de zuster van de H.
Zita die haar als kind geleerd had en haar eerste stappen had getoond op het
pad van heroische heiligheid. Het feest van de H. Gemma is op 11 april (en ook 16
mei voor degenen in de Passionist Congregatie).
"Ik heb U liefgehad, o Jezus. Verleen me U nog
meer lief te hebben zodat mijn gedachten enkel naar U uitgaan, alle dagen, alle
nachten, zelfs wanneer ik slaap
Ik wens dat mijn geest altijd met U praat, dat
mijn ziel altijd tot U spreekt." -St Gemma Galgani
Uit :
www.stgemmagalgani.com
|