De onbevlekte ontvangenis van
Maria
De erfzonde
Het
eerste misverstand over de Onbevlekte Ontvangenis is dat mensen denken
dat het betekent dat Maria zonder zonde zwanger is geworden. Daar heeft
het niets mee te maken. Wel gaat het om de conceptie van Maria zelf, om de
manier waarop zij het leven ontvangt. Vandaar dat de Onbevlekte Ontvangenis op
8 december gevierd wordt, negen maanden voor 8 september, wanneer de traditie
haar geboorte viert.
Toen
Maria geboren werd als kind van haar ouders Anna en Joachim, was zij reeds
verlost. Waarom? Dit dogma gaat meer over Jezus dan over Maria. Alle dogmas
zijn immers bedoeld om iets duidelijk te maken over Jezus Christus. Om de
Onbevlekte Ontvangenis uit te leggen, moeten we eigenlijk beginnen bij de
erfzonde.
De Kerk
gaat ervan uit dat elk mens zondig geboren wordt. Dan hebben we het niet
over een zonde die wij begaan - getuige het woord erfzonde of erfsmet -, maar
over wat wij meekrijgen door ons menszijn. Adam en Eva zijn de
eerste mensen die gezondigd hebben, waarna zij verjaagd werden uit het
Paradijs. Die zonde erven wij allemaal over. Het is Christus die ons daarvan
verlost. Die verlossing gebeurt ritueel bij de doop, het wassen
is het afwassen van de erfzonde.
Verheven verlossing
Als
Maria, de moeder van Christus, ook besmet zou zijn met deze erfzonde, dan zorgt
dat voor een probleem. Want als het een zonde is die men bij het ontstaan als mens meekrijgt
en als Christus echt mens is, is de conclusie dat hij ook die zonde meekrijgt.
Tenzij zijn moeder die zonde niet heeft.
Van meet
af aan heeft men gesteld dat Maria, als moeder van de Heer, gevrijwaard is van
die smet of van die erfzonde waarmee anderen geboren worden. Uit die traditie is de theorie
voortgevloeid dat Maria vanaf haar conceptie reeds verlost werd. Over dat
laatste is lang gediscussieerd. Vele middeleeuwers dachten dat Maria verlost
was vanaf haar geboorte. Maar de Kerk zegt dat de mens begint te zijn vanaf de
conceptie. Als Maria dus niet besmet mag zijn, dan moet dit gebeurd zijn
vóór haar geboorte en vanaf haar conceptie. Dat is een meer verheven wijze
van verlost worden.
Je zou je
natuurlijk kunnen afvragen waarom God niet simpelweg Christus van de erfzonde
gevrijwaard heeft. Maar Christus moest niet verlost worden van iets, vermits
hij niet alleen mens maar ook God is. God kan niet besmet worden met de
erfzonde, want God is volledig goed. Zonde betekent bijna letterlijk afzondering
van God. God kan niet afgezonderd zijn van zichzelf. Maar Maria is louter
mens. Om de moeder van Christus te kunnen zijn, dient zij gevrijwaard te zijn
van deze smet van erfzonde. Het principe vertrekt vanuit het respect voor de
verhevenheid van Maria die moeder van God is. Maria, uit wie de Messias wordt
geboren, is meteen het beeld van de Kerk als Gods volk, dat God ten leven roept
als een oase van goedheid en Godsverbondenheid, en als een dam tegen het kwaad.
Onbevlekte Ontvangenis als dogma
De verering
van Maria dateert van de eerste eeuwen na Christus. Eerst was er de
eeuwenlange praktijk van verering en pas daarna is men dat theologisch en
theoretisch gaan uitdiepen. Zo spreekt het Oosters christendom over haar
als de Theotokos, diegene die God baart, bepaald op het Concilie
van Efeze (431). Met dat dogma werd bepaald dat Maria niet enkel moeder van
Jezus (als mens), maar ook de moeder van God was. En veel later, op een hoogtepunt
van Mariaverering (denk maar aan de vele Mariaverschijningen) halverwege de
negentiende eeuw, heeft paus Pius IX na raadpleging van de
bisschoppen wereldwijd de Onbevlekte Ontvangenis als dogma afgekondigd
(1854), buiten een concilie om. Het is het eerste dogma dat niet eerst door een
concilie besloten is waarna het door de paus bekrachtigd wordt. Het gaat hier
overigens over een traditie van de Katholieke Kerk. In het protestantisme
wordt dit dogma afgewezen omdat er geen rechtstreekse Bijbelse referentie
voor is.
Zowel de
Theotokos als de Onbevlekte Ontvangenis hebben met hetzelfde probleem te maken,
namelijk: hoe kan je verklaren dat een mens God baart? Is ze dan een godin? Nee, het
heeft te maken met het mysterie van God die mens wordt en als mens geboren
wordt. Maar dan is de moeder natuurlijk niet de eerste de beste. Uit dat geloof
groeit de verering van Maria, de Mariacultus, zonder van haar een godin te
maken. Dat is een grens die streng bewaakt moet worden, al durf ik niet
zeggen dat de volksdevotie die nooit overschreden heeft. Wil Christus volledig
mens zijn en toch God (niet afgezonderd van God, dus zonder zonde), dan kan hij
niet besmet zijn met de erfzonde. En dus moet de vrouw van wie hij het leven
krijgt, gevrijwaard zijn van de erfzonde in heel haar zijn, dwz vanaf haar
conceptie.
De Heilige Drievuldigheid
Het is
lastig dit te verklaren zonder diep in te gaan op de existentiële onderlaag van
dit probleem, namelijk dat de christenen volmondig willen zeggen dat Jezus mens
was. Hij was geen schijnmens, geen God die even op aarde gewandeld heeft. Maar
wij willen tegelijkertijd ook volmondig zeggen dat die mens God was. Er was
geen verschil tussen hem en God. Daar is in de eerste eeuwen heel wat over
gediscussieerd tot in 451 op het Concilie van Chalcedon werd afgekondigd dat
Jezus volledig mens én volledig God was. Hij is God die mens wordt. Dit is
het grote mysterie van het Christendom waarin wij verschillen van het
Jodendom en de Islam, de twee andere monotheïstische godsdiensten: dat God mens
wordt. In Islam blijft Allah altijd transcendent, net zoals voor de Joden
Adonai (of JHWH) altijd transcendent blijft. Alles kan verwijzen naar God,
maar kan God niet bereiken op aarde. Het Christendom daarentegen zegt dat de
aarde God niet kan bereiken, maar dat God op aarde is gekomen. Maar omdat we
zeggen dat God mens geworden is, moeten we natuurlijk ook consequent zijn in
wat we vertellen over de moeder van Jezus. Dat ze menselijk is, want anders zou
hij niet mens zijn. Maar dat ze niet het tekort van de mens tegenover God
waarin élke mens afgezonderd is van God, nl de erfzonde, meegeeft aan haar
zoon. Anders zou hij niet God zijn.
Men
spreekt ook over de Heilige Drievuldigheid om te kunnen verklaren dat
God transcendent is en tegelijkertijd mens wordt. Er is de Vader die
transcendent is, er is de Zoon die mens wordt en er is de Geest waardoor die
twee toch samenblijven. Zoals in een huwelijk waarin je man en vrouw hebt, maar
toch spreekt over wij als over een persoon.
Een eeuw
later is trouwens een tweede Mariadogma afgekondigd, Maria
Tenhemelopneming, het feest van 15 augustus. Dit is een logisch gevolg uit
het eerste dogma. Als Maria namelijk niet met de erfzonde besmet is, dan hoeft
zij niet lichamelijk te sterven. De lichamelijke dood doet slechts zijn intrede
met de erfzonde. Vandaar dat Maria na haar dood niet zoals wij in haar
lichamelijkheid naar de slaaptuin (de oorspronkelijke betekenis van
cimetière) moet gaan in afwachting van de opstanding van de doden aan het
einde der tijden. Die fase mag zij overslaan, Maria wordt rechtstreeks ten
hemel opgenomen waarbij weer het verschil met Christus blijft die symbolisch
op eigen goddelijke krachten ten hemel vaart.
Maar
eerst vieren we dus de geboorte van Maria, op 8 september.
Uit :
www.canvas.be
|