Vandaag gaat de
Peak-to-Peak kabelbaan open. Dat wisten we en t is dan ook niet helemaal
toevallig dat wij hier vandaag staan. Die baan brengt je tot op de hoogste
toppen en van daaruit kan je dan een paar wandelingen doen. Tenzij het te vroeg
op het jaar is. Zoals nu dus. Eind april hebben ze nog redelijk wat sneeuw te
slikken gehad en de paden zijn niet open. Skiën kan je hier nog wel, hmmm
klinkt verleidelijk, al was het maar om de opscheppende wintersporters in de kroeg
hun mond te kunnen snoeren met: Ja, wij gaan altijd in Whistler skiën, in
Canada. We laten het toch maar zo. Enige andere alternatief, de Valley Trail.
Een aangelegd pad waarmee je in zon 4u de vallei van Whistler doorkruist. Ok,
we moeten het pad delen met mountainbikers maar die fietsen zoals de autos
rijden op de baan. Traag. Een gemiddelde Belgische wielertoerist wordt hier
ongetwijfeld van het parcours geplukt wegens overdreven snelheid of onsympathiek
rijgedrag. Als we een foto willen nemen van het landschap, gaan alle fietsers
in de remmen. Stel je voor dat ze door de foto rijden. Geweldig. Tegen de
middag begint het te regenen, spijtig van de mooie uitzichten. We lunchen in
het clubhuis van de golfvereniging.
Als de
wandeling op is, stopt het ook met regenen. We lopen nog wat in Whistler zelf
rond. Vreemde stad. Voelt heel artificieel, een beetje pretparkachtig aan. Ze
zijn zeer trots op het feit dat ze in 2010 de Olympische Winterspelen mochten
hosten. Het feit dat er toen geen sneeuw lag, 10° was, en bijgevolg quasi
iedereen hier zijne nek brak, maakte het meteen ook de meest ludieke
winterspelen ooit. Dubbel aantal kandidaten voor de aansluitende Paralympics.
Voor de rest is het een aaneenschakeling van pleintjes met cafés, restaurants
en boetieks. Aan de liften zien we pas echt hoe het hier tegelijkertijd nog
winter en al zomer is. We zien mensen in volledige snowboarduitrusting van de
lift komen tezamen met rafters. Op de terrasjes zitten mensen in korte broek en
T-shirt. Dat beeld wordt dan nog aangevuld met honderden modderige
mountainbikers. Strange it is.







|