Vandaag
verlaten we Vancouver Island. Eigenlijk willen we dat doen via een ferry die
vanuit Port Hardy, het noordelijkste punt van V.I., in 12 uren scenic boottocht
naar Price Rupert vaart, veel noordelijker in British Colombia. Gaat niet, die
service wordt pas gestart half juni.
Dan steken we
hier maar lokaal over naar de Sunshine Coast want we willen niet op onze
stappen terugkeren. Van daaruit nog 2 ferrys en we zijn terug op mainland. 3 in totaal dus. Twee
verbinding plannen we voor vandaag. De eerste is een overtocht van 1,5 uur van
Little River naar Powell River. Dan een half uurtje rijden naar Saltery Bay
voor de volgende ferry. Maar we moeten ons niet haasten, de aansluitingen zijn
niet optimaal en onze volgende ferry gaat pas binnen 4 uur. We stoppen aan een
Provincial Park nabij Saltery Bay wat evengoed een Provincial parking lot had
kunnen zijn, meer parking dan park dus, maar wel mooi gelegen. Het is hier dan
ook niet eenvoudig om een echt lelijke locatie te vinden.
Handig toch,
zon camper. Uit de diepvries toveren we een overschot stoofvlees en die eten
we smakelijk op met zicht op het meer. Ik speel wat met de lego tot ik het beu
ben (no questions asked) en ga dan pootje baden. Is me dat schrikken, vanaf dat
ik de rotsen verlaat en in het zand wil stappen zak ik gemakkelijk tot aan mijn
knieën in het slib. Ik heb alle moeite om mezelf en voornamelijk mijn sandalen
aan de oppervlakte te krijgen. Volgens de borden is dit trouwens een badplaats.
In ieder geval, als ge hier uw kroost loslaat om te zwemmen is de kans reëel
dat ze in de problemen komen (en dat is zachter uitgedrukt dan ik aanvankelijk
wou schrijven).
Het is tijd,
naar ferry 2, Saltery Bay naar Earls Cove, ik kan me niet inbeelden dat iemand
baat heeft met de juiste locaties, maar t is voor het nageslacht. We hebben de
wind mee en dat maakt dat het nog warmer lijkt, bakken en braden op het dek. Na
50 minuten meren we terug aan en dan is het nog minder dan een uur tot aan de
volgende overnachtingplaats. Een Provincial camping. Deze zouden over het
algemeen mooier zijn met grotere plaatsen dan de commerciële. Dat komt omdat de
staat de grond niet moet kopen natuurlijk. Minder voorzieningen, dat ook wel,
maar we kunnen wel enkele dagen verder
op reserves van de camper, denken we.
De camping is
inderdaad groot, we hebben ¼ voetbalveld voor onze bescheiden camper. Midden in
de bossen. Geen water of elektriciteit op deze plaats, niet erg, de tank en de
batterijen zijn vol. We zien voorlopig niemand. Volgens het welkombord mogen we
gewoon een vrije plaats kiezen. Die zijn er in overvloed, keuze genoeg. Hier
gaan we twee nachten proberen te blijven, we zullen de ranger later of morgen
wel ontmoeten. Wat een rust, getsjilp van vogels en getok van spechten.








|