Ons laatste
woord Spaans is Adios tegen onze taxi-chauffeur. Hop naar het Noorden.
De
verwachtingen zijn hooggespannen. We vliegen met Air Canada, zou één van de
beste en veiligste maatschappijen ter wereld zijn. Dat wordt comfortabel, we
beginnen al te fantaseren over gigantische stoelen, gourmet maaltijden en
massages. Bij de incheckbalie van Air Canada beslissen ze er echter anders
over. Vluchtnummer klopt niet. Na het standaard kaske-muur-verhaal blijkt dat
we moeten inchecken bij United Airlines, zij zullen de vlucht uitvoeren voor AC.
En inderdaad, ergens in de kleine letterkes van onze online reservatie staat
dat ook. Dat hebben we gemist.
Dat wil zeggen,
vliegen met Amerikanen. Als ik in de luchthaven na alle driedubbele controles
nog een flesje water wil kopen, wordt mij verteld dat ik dat niet mee aan boord
mag nemen, door de tussenlanding in Houston. Dat wordt een droge vlucht, ik
voel het aankomen. Bij het boarden wordt inderdaad de volledige handbagage
nogmaals binnenstebuiten gekeerd. En ze doen het grondig. Alle vloeistoffen
worden onverbiddelijk in beslag genomen. Hele bekers koffie, flessen frisdrank
verdwijnen in de vuilbak. Spijtig is dat we gedurende de gehele vlucht 2
bekertjes water aangeboden krijgen. Al de rest is betalend. Nada snack, nada
entertainment, noppes. De Zuid-Amerikaanse vluchten waren op dat gebied beter
voorzien. Mét eten en meestal personal TV.
De transfer in
Houston verloopt dan weer veel vlotter dan verwacht. Op 35 min zijn we uit het
vliegtuig en volledig driedubbel gecontroleerd. Dan 4u wachten op de aansluiting,
goed moment om iets te eten, t zal op de volgende vlucht even karig zijn
vrezen we. Al blijkt dat nu wél weer drank mee aan boord mag, oh Americanos.
Wij althans niet want het was opnieuw een droge vlucht.
De kapitein
waarschuwt ons dat er onderweg wat stevige onweders hangen. We zullen er rond
vliegen (meevaller) maar het kan wat wiebelen. Eens we in de lucht hangen
krijgen we een indrukwekkend bliksemschouwspel te zien. Het is ondertussen
donker dus je kan je voorstellen hoe de hemel oplicht. Het is eigenlijk zeer
angstaanjagend, daar zo te hangen en al die gigantische elektrische ontladingen
van nabij te aanschouwen. We voelen ons heel nietig en kwetsbaar in ons zwevend
stuk aluminium. En ja, het wiebelt, het botst, het gaat alle richtingen uit. De
aaneenschakeling van bliksems blijft de hemel continu verlichten. Het lijkt
alsof we van het ene naar het andere onweer vliegen. 1 Steward heeft een full
time job met het aan- en uitzetten van het fasten seatbelts-lampje. Wellicht
een weddenschap onder de caps. Ik doe geen oog dicht.
Maar, tegen
middernacht landen we heelhuids in Vancouver, of zoals de steward het zo
lyrisch kon zeggen Welcome to Vancouver, what a fantastic landing this was, Captain.
Dát vinden wij nu hilarisch, maar we zijn blijkbaar de enigen die ermee kunnen
lachen.
Terwijl we naar
de uitgang wandelen, begin ik al na te denken over de prijs van de taxi en
bereid ik me voor op de chaos buiten. De deuren schuiven open en
het blijft
doodstil. Niemand roept of we een taxi willen, niemand probeert ons een hotel
aan te smeren, en waar is dat continue getoeter naartoe? Hola Amigos! Een
beetje enthousiasme? Een beetje onwennig volgen we de pijlen naar de taxi-plaats.
Daar krijgen we direct verontschuldigingen aangeboden omdat er geen wagen
beschikbaar is. 2 Minuten later staat er een blinkende auto, zonder deuken, met
ongebarsten ramen, lederen zetels en een proper gewassen en gesteven
taxi-chauffeur. Over de prijs wordt niet gesproken, dat hangt uit in zijn taxi,
flat rate, en silencio tot in het centrum. Hier is geen lol aan, we stappen in en
zoemen weg. Oh, die taxi heeft ook 4 ronde wielen en vering, vergeten dat dat
bestond. Als we in de stad komen valt onze mond nog verder open. Huizen met
puntdaken, huizen met daken tout court, voortuinen, voetpaden, en die rust, die
oorverdovende stilte. Het is inderdaad een echte cultuurshock. Gewoon niet bij
stilgestaan dat we terug in de Westerse Wereld gingen terechtkomen. Maar het
voelt allemaal terug zo vertrouwd aan. We zuchten en laten ons ontspannen
neerzakken in de comfortabele zetels. Ik ben ineens doodmoe. We zijn er
geraakt. Zelfs het gekeuvel van de dronken discotheekgangers aan de overkant
van t straat kan onze nachtrust nauwelijks storen.
|