Eerst
hostels, bussen en snoepvluchten boeken nu we hier in de hoofdstad nog werkend
internet hebben.
Daarna
nemen we een taxi naar Lima Centro, waar we beginnen met lunch. Na onze prima
ervaring van gisteren wagen we ons opnieuw aan het lokale dagmenu, kippensoep
en daarna kipfilet met slaatje, rijst en frietjes. Het lijkt of de Peruanen nog
meer rijst eten dan de Aziaten, zelfs als je een vissoep bestelt, komen ze met
een kommetje korrels aandraven. Gelukkig kunnen ze er iets van, t smaakt altijd
geweldig. Kippensoep dus eerst. Niets vernieuwend denken we. Nu, de Peruaanse kippensoep
is een beetje anders dan de Belgische. Het is een dikke brij van rijst in een stevige
kippenbouillon. Van de kip gaat duidelijk niets verloren. Het is kippenpootjessoep,
daar ben ik zeker van, die herken ik direct. Wie zou zich hier zorgen maken
over een haar in de soep als ze al vol kippenpoten ligt? Ik vraag me af of ik
mijn buurjongen kan laten schrikken door twee kippenpootjes als vertakte draculatanden
op te steken en hem eens boos aan te kijken. Een waag het niet-blik van Ruth
smoort het ludieke idee in de kiem. De kipfilet valt wel binnen de
verwachtingen.
En
dan kan de stadswandeling beginnen. Aan de voeten van het beeld van bevrijder
San Martin op het gelijknamige plein wordt de symbolische moeder van Peru
vereerd. Er is echter een kleine miscommunicatie gebeurd bij de creatie. De
opdracht luidde om de Madre Patria te voorzien van een vlammenkrans boven haar
hoofd. Gezien de dubbele betekenis van het Spaanse woord llama, is de Madre
vereeuwigd met een
lama op haar hoofd. Das niet zo erg, het beeld kan gewoon
dienen, passen ze gewoon even de geschiedenis aan. Typisch, de grapjassen.
Op
het zeer indrukwekkend plein de Plaza de Armas komt een aantal schoolmeisjes een
enquête afnemen. Geduldig beantwoordt Ruth vragen van wat vind je het
lekkerste eten van Peru? tot wat is het grootste verschil tussen een Peruaan
en een Belg?. De vragenronde wordt volledig gefilmd met de iPhone en wordt
begeleid door het nodige gegiechel van de medebakvissen.
In
een uitverkopende schoenwinkel vind ik een nieuw paar schoenen. Mijn All Stars hebben
last van kilometermoeheid. Aan de kassa gaat het trager dan ik geduld kan
opbrengen. Er wordt veel gelameerd maar er gebeurt niets. Ik laat ze dan maar achter.
Na, dat zal ze leren, zo inefficiënt te zijn.
Als
een stad een Chinatown-wijk heeft kan je er prat op gaan dat we die gaan
bezoeken. Dat blijft altijd
speciaal. Het aanbod goederen in de winkels is
anders, en alles heeft veel meer (flashy) kleur en geur. We draaien lukraak wat
straatjes in, wat maakt dat we uiteindelijk niet meer weten waar we zijn. Damn,
dan toch de toerist uithangen en het plan bovenhalen. Hoewel, de camera zal ons
al wel verraden hebben, buiten onszelf zien we hier geen toeristen.
De
fotos geven enkel de beelden weer, niet het geluid. Lima klink als continu
getoeter. Sommige wagens hebben aangepaste toeters om die van andere proberen
te overstemmen. Andere wagens verdenk ik ervan een tuimelschakelaar te hebben
om de toeter in te schakelen zodat ze niet continu op dat stuur moeten blijven
drukken.
De
taxi terugrit heeft iets weg van de Harry Potterbus met dito chauffeur en
rijvaardigheden. De bril van de man is zo dik dat hij volgens mij beter af is
met een glazen oog. De taxi is even oud als wij, het oorspronkelijke merk is nergens
meer uit af te leiden, niets is nog origineel, al wat niet absoluut
noodzakelijk is om te rijden is eruit gesloopt. Maar hij doet zijn ding en
brengt ons terug tot aan ons hotel.
Morgenmiddag
de bus op en als alles goed gaat zijn we morgenavond in Nasca. Een paar lijntjes
doen.








|