Plattelandsgedachten over de grote wereld
Inhoud blog
  • Bioakoestiek of horen wat dieren vertellen.
  • Kijken en mijmeren in 2025
  • VERZET
  • Groen moet tegenmacht vorm geven
  • Stikstof en de ring rond Eeklo
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    non sibi, sed aliis
    17-08-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Déja vu en alles draait door.

    Déja vu en alles draait door.

    Het Pfos verhaal, vervuilde grond, achtergelaten door een Amerikaanse multinational, waarover in de maand juni de politiek struikelde, is voor mij een verhaal dat ik al  honderd keer gehoord heb. Het gaat zo…

    Op een bepaald moment, in dit geval rond 2000, duikt een probleem op met een bepaalde stof. Niemand weet er veel over, er komen geruststellende signalen uit allerlei overheidsorganen, die echoën in de politiek en de rust komt terug. Natuurlijk is het probleem niet weg en is het wachten op een volgende klokkenluider of actiegroep die de zaak aan de orde stelt. Nog gebeurt er niets en alles blijft stil. De pers laat de zaak rusten, hier en daar is er een bezorgde burger die blijft aandringen, die boos of verdrietig wordt en eraan twijfelt of hij/zij moet doorgaan.

    Tot er iets gebeurt dat de zaak op de spits drijft. Men legt een nieuwe weg aan, hier de Oosterweelverbinding rond Antwerpen, en vindt de stof terug in grote hoeveelheden. Wat moeten we daarmee roept men in de ondernemerskringen? Niet panikeren zegt men in de politiek of in de aangrenzende percelen, we vinden wel iets. Want de show must go on, de werken moeten doorgaan, we kunnen toch de boel niet stil leggen, want Antwerpen is onze economische motor en daarvoor moet alles zwichten. Dus zoekt men advocatenkantoren of ontmijners die een derde piste kunnen verzinnen. Zoiets van we lossen het wel op als we er samen uit kunnen geraken. En dan sluit men deals die meestal in het voordeel zijn van het bedrijfsleven en/of de mobiliteit, die koeien die men niet wil slachten. De rest, meestal het grootste deel,  betaalt de staat, zeg maar de vervuilde mens, die ook nog te horen krijgt dat heel Vlaanderen wellicht een Pfos probleem heeft, en men zijn eitjes best aan de kippen voert wat er toe leidt dat men ook de kippen niet meer mag of durft eten.

    Wij hadden in die dagen, rond 2000, de handen vol met Hoboken waar Umicore van de familie Leysen, al decennialang de omgeving vervuilde met lood waardoor de kindjes in die wijk steeds te veel lood in hun bloed hadden. Wat blijkt in 2021? Het probleem Hoboken en Umicore bestaat nog steeds, niettegenstaande jarenlange onderzoeken die de kinderen volgen, saneringen van gronden in tuintjes van de mensen die er graag wonen omdat het er goedkoop is, oproepen om geen sla uit de tuin te nuttigen of nog heftiger, bedrijfsleiders die er niet voor terug schrikken om de bevolking te vragen hun huizen aan hen te verkopen zodat zij kunnen doorgaan met hun activiteiten. De zaak moet draaien , de aandeelhouders zijn tevreden en de bevolking heeft werk.

    Hebben we niet ook meegemaakt dat de asbestproblematiek decennialang onderschat werd en er rustig op daken in het hele Vlaamse land asbestplaten en –leien verschenen. Zelfs Dehaene die problemen oploste als ze zich voordeden, vond er niets beter op om op het ogenblik dat duidelijk werd dat men asbest moest verbieden, te getuigen dat hij er als bestuurder bij Eternit niets over wist. De asbestproblematiek bestaat nu nog altijd in de vorm van afbraken die door wel of niet gespecialiseerde bedrijven worden uitgevoerd. In Lembeke dwarrelden anno 2021 nog asbestplaten en stofjes in het rond op een werf in het dorp, dicht bij de scholen en bejaardentehuizen, terwijl toch iedereen nu weet dat men dit goedje met de grootste omzichtigheid dient aan te pakken. Jaarlijks word ik nog gebeld door mensen die me laten weten dat buren hun daken met asbestleien laten reinigen met een hoge drukreiniger. Ik bel dan de milieudienst, die in Kaprijke nog niet bestaat, en de politie die, dat moet gezegd dan de werken laat stil leggen en een pv opmaakt.

    En dan hebben we het nog niet gehad over de overbemesting, de uitstoot van allerlei stoffen, glyfosaat dat enkel door landbouwers en professionelen mag gebruikt worden, de statiegeldperikelen, het nucleaire afval, de normen voor voeding, de vlees en kaaslobby, de chemische en fijn stof lozingen, de megastallen, de rat race en de gezondheid, de fastfood en suikerlobby, de vrije verkoop en promotie van alcohol, de doden op de weg, …

    In het jaar van het leefmilieu, 1987, beloofde de toenmalige Minister van Leefmilieu Jan Lenssens dat de rivieren tegen 2000 schoon zouden zijn. Ik daagde hem uit dan samen te gaan zwemmen. Het is er niet van gekomen.

     

    Guido Steenkiste

    17-08-2021, 09:21 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.The never ending story van landbouw en milieu

    The never ending story van landbouw en milieu

    In de jaren vijftig van de vorige eeuw reed ik met mijn vader door de velden langs een smal wegeltje, dat heette toen nog niet trage weg, naar de boeren. Mijn vader was slager en kocht elke week een tiental varkens, meestal pietrains, fokvarkens, om ze te slachten en te vermarkten op de veemarkt in Gent. Zo kwam ik als klein jongentje bij de boeren en zag hoe zij kleinschalig,  met enkele groepjes varkens in afzonderlijke stalletjes, het verbouwen van enkele gewassen en een grote moestuin, leefden. Die ervaringen hebben er zeker toe bijgedragen dat ik altijd sympathie heb gehad voor het boerenleven, en met lede ogen heb gezien hoe dit romantisch beeld werd verdrongen door de grootschaligheid. Ik begrijp natuurlijk dat de landbouwers in de loop van de tijd mee evolueerden zodat zij de armoe die er in mijn kinderjaren zeker was konden overwinnen.

    In de jaren 80 van de vorige eeuw werd ik voorzitter van de Bond Beter Leefmilieu en wij zagen met lede ogen aan dat de kleinschalige landbouw, die voor 99%  circulaire landbouw was, voor het grootste deel verdrongen werd door de grootschaligere, milieuonvriendelijke landbouw die de ruimte aantastte, mestoverschotten produceerde, grootschalig bestrijdingsmiddelen gebruikte, hormonen en antibiotica misbruikte. In onze publicatie van 1988, Landbouw en Milieu, naar een duurzame landbouw, schreven wij: “ De milieubeweging kan de tendens tot verder industrialiseren onmogelijk als een positieve ontwikkeling zien omdat deze landbouw de effecten op natuur en milieu niet in rekening brengt, de landbouwer degenereert tot een werknemer in dienst van een productiemachine, de Derde Wereldlanden afhankelijker maakt en voedsel enkel beschouwt als koopwaar.”

    Mijn verbondenheid met de landbouwers kwam in dezelfde tekst tot uiting als ik het over het inkomen van de landbouwer had.” Het inkomen van de landbouwer is voor ons een belangrijk gegeven. Dat inkomen veilig stellen, zonder uitstoot van nog meer landbouwers maar integendeel door financiële ruimte voor de landbouwers terug te veroveren op die sectoren die de landbouw hebben afgeroomd.”

    Verweven waar mogelijk, scheiden waar nodig  en de circulaire landbouw als beschermer van natuur en milieu, proefvelden en –bedrijven, inkomensondersteunende maatregelen en onafhankelijke voorlichting zouden de transitie mogelijk maken.

    Wat nu?

    Het is niet gegaan zoals wij in onze prognoses en voorstellen hadden voorzien. We hebben gepoogd het gesprek over onze voorstellen op allerlei fora te verspreiden. Telkens botsten we op de belangen van de boerenbond en hun verdedigers, veelal politici die op een goed blaadje wilden staan met hun electoraat. We constateren dat de grootschalige landbouw het pleit voor een groot deel wint. De megastallen veroveren het platteland, zowel in het Meetjesland, West- Vlaanderen als in de Kempen. Actiegroepen zoals in Waarschoot houden er wel eens één tegen en het stikstofprobleem plaatst de landbouw weer in de verdomhoek. De kleine landbouwer is verdwenen en zijn kinderen zijn meegegroeid met de zogenaamde noden van de tijd of hebben een andere bestemming gezocht. Enkelingen zijn overgeschakeld naar een natuurvriendelijke manier om voedsel te verbouwen en hebben daarvoor een klantenbestand opgebouwd. Brave burgers verenigen zich in coöperatieven of andere verenigingen die in samenspel met een landbouwer gezond voedsel verbouwen en consumeren, en betalen daar een eerlijke prijs voor. Maar de mestproductie verhoogt nog , het aantal dieren in productie stijgt, het landschap verschraalt, de biodiversiteit neemt af, het aantal dieren en vogels op de zwarte lijsten groeit. Ik zal de laatste zijn om te zeggen dat de landbouw voor alles verantwoordelijk is maar ik heb moeten constateren dat de omslag niet is gemaakt in die sector. De stikstofbijdrage van de landbouw liegt er niet om.

    Zolang het model dat Europa hanteert, waarin enorme sommen geld de  grootschalige landbouw subsidieert zal er weinig of niets veranderen. Elke landbouwer in Europa heeft een gegarandeerd gemiddeld inkomen van ongeveer 17000 € per jaar. Die kraan kan niet dicht gedraaid worden zonder een bloedbad. Dat weten onze politici en daarom hebben zij niet de moed om tegen de landbouwers te zeggen dat het met minder zal moeten, niet met meer. Minder dieren, minder stikstof, minder mest, minder water en minder grond.  Zolang er vergunningen worden afgegeven die leiden tot meer van hetzelfde is er geen verbetering op komst. Hoe erg ik het ook vind voor natuur en milieu, en in de eerste plaats voor het beroep, dat voor mij nog steeds één van de mooiste beroepen ter wereld is, tussen de dieren, op het veld in een landschap waarin biodiversiteit welig tiert. Romantiek? Neen.

     

    Guido Steenkiste

    17-08-2021, 09:19 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    14-01-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ecologisch bouwen toch niet zo simpel

    Ecologisch bouwen is toch niet zo simpel.

    Een ons bekend koppel, wonende in een klassiek huis, gebouwd na de tweede wereldoorlog, ouder wordend, dacht na over hoe ze hun oude dag willen beleven. Hun huis bestaat uit 2 verdiepingen en een zolder en in de voorbije jaren hebben ze geïnvesteerd in dubbel glas, spouwmuur isolatie, een boiler met ingebouwde warmtepomp, een nieuw dak met een dik deken tegen de kou.

    Ze onderzochten ook de mogelijkheden van zonnepanelen maar de ligging van het huis was niet geschikt, het rendement en het dak was te klein en gelegen in noord-oost richting. Jammer maar helaas.

    Ze besloten dus hun huis te verlaten en een nieuw huis te bouwen. De voordelen wogen op tegen de nadelen. Het nieuwe huis zou ecologisch worden wat meteen een wissel op de toekomst was. Ze wisten toen nog niet dat dit niet zo eenvoudig was als het leek. En ze wilden alles op het gelijkvloers, de woon- en slaapvertrekken, zodat er van levenslang wonen sprake zou zijn. Geen trappen, brede deuren zodat zij ook in de volgende levensfase konden blijven wonen. De verhalen over de gesloten woonzorgcentra kenden ze al en ze hadden zich voorgenomen nooit in die situatie te verzeilen.

    De eerste hindernis

    Waar haalt Abraham de mosterd. Onze vrienden hebben een geschiedenis in de milieu- en natuurwereld dus weten ze wel één en ander over ecologisch bouwen. Maar lang niet genoeg zou blijken over een aantal essentiële zaken die er bij komen kijken. Op de websites van verschillende ondersteunende verenigingen zoals de Bond Beter Leefmilieu en de ecobouwers vind je grote lijnen maar de finesse ontdek je toch langzamerhand terwijl je bezig bent. Het wereldje van de ecologische bouwwijzen is niet groot maar je moet toch maar kiezen tussen houtskelet of klassieke bouw, hennepblokken en kalkhennepbouw, goede of betere zonnepanelen, houten ramen of houten ramen met aluminiumkapsel, vloeren in hout of steen en welke steen dan, en fabrikanten die allemaal om ter ecologisch bezig zijn. Er zijn zelfs klassieke bouwfirma’s die denken ecologisch te kunnen concurreren met beton, staal en gips. Het is een doolhof. Dat weten onze vrienden ondertussen waarin de ecologische aspiraties juiste keuzes veronderstellen.

    De tweede hindernis

    Toen zij de architect van hun plannen spraken bleek de ecologische doelstelling en het levenslang wonen een spagaat die moeilijk te verzoenen bleek. Die woning zonder verdieping en grote glaspartijen op de achterkant van de woning zou niet te verzoenen zijn met de S en de E normen. Aangezien het koppel van plan was ecologisch te bouwen, houtskelet met isolatie van kalk-hennep, driedubbel glas, met zonnepanelen en warmtepomp, de woongelegenheden maximaal gebruik makend van de passieve zonne-energie, kwam deze boodschap hard aan. Vooral het S peil, de schil om het huis, zou omwille van de bungalow keuze, alles op het gelijkvloers, een probleem worden.

    Hieruit blijkt dat de normen voor energie niet sporen met de behoefte aan levenslang wonen, tenzij men een compact huis bouwt met lift.

    De derde hindernis

    Ze bleven bij hun uitgangspunt, de garage werd uit de geïsoleerde schil gehaald, en de S waarde werd zo bereikt. De E waarde haalden ze met groot gemak door de warmtepomp, de warme woning en de zonnepanelen. So far so good.

    Maar onze vrienden waren nog niet uitgepraat over de ecologische voetafdruk. Ze wilden zo weinig mogelijk beton en staal in hun huis verwerkt zien. De isolatie van de vloer zou volgens de ecologische bouwfirma bestaan uit schelpen en de fundering zou gebeuren met schroefpalen, stalen constructies om geen betonnen fundering te moeten gebruiken.

    Maar dat was buiten de stabiliteitsingenieur gerekend. Die beoordeelde de schelpenmassa als te weinig stabiel en in de schroefpalen had hij te weinig vertrouwen.  Ondanks een dieptesonde die wees op een grote stabiliteit in de grond. Zodat de isolatie nu uit glasparels zal bestaan en een kurken afdekking . Er komt geen algemene betonnen fundering maar wel sleuven met beton. Jammer maar helaas.

    En in het dak wordt redelijk wat staal verwerkt. Ook omwille van de stabiliteit. Ecologisch blijkt niet altijd zo makkelijk. En als burger sta je toch te kijken naar de eisen die ook de ecologische bouwers niet altijd verwachten.

    Guido Steenkiste

    2021

    14-01-2021, 08:41 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    21-10-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Burgerdemocratie: op weg naar een draagvlak
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Burgerdemocratie: op weg naar meer draagvlak.

    Velen van ons waren jaren van ons leven in adviesraden allerhande actief. Meestal kijken we met gemengde gevoelens terug. We hebben overwinningen gehaald en nederlagen geleden zou Raymond Van het Groenewoud zingen en zo is het maar net. Af en toe zat de wind mee en surften we op de golven van een verhoogd natuurbewustzijn of een calamiteit om daarna in het business as usual te belanden. En de molens malen langzaam, er komen en gaan mensen die het goed of minder goed menen, bestuurders wisselen elkaar af met hun eigen manier om de volkswil te volgen of net niet. Kortom het was en is een boeiende tijd in de raden maar je zou er toch af en toe het bijltje willen bij neerleggen mocht er niet weer een perspectief zijn op verbetering.

    Die adviesraden zijn het gevolg van de democratisering in de slipstream van de jaren 60. Democratisering van het onderwijs maar ook van de bestuurscultuur waarin stilaan het besef groeide dat er meer naar de bevolking moest geluisterd worden, niet enkel om te voldoen aan de wensen van mensen die profijt haalden uit een of andere maatregel, maar ook naar anderen die het belang van natuur, cultuur, open ruimte, ethiek en esthetiek, kortom het goede leven, hoog in het vaandel meevoerden.

    Ik denk dat we nu nood hebben aan een nieuwe ingreep in de democratische besluitvorming. Onder de naam burgerdemocratie gaan vele initiatieven schuil. “Slimme” politici haken graag hun wagentje aan containerbegrippen zoals burgerdemocratie. Een beetje zoals bedrijven graag uitpakken met duurzaamheid en ecologisch omdat ze zo meedrijven met goedbedoelde acties en trendy ontwikkelingen voor een groene toekomst. Nog zo’n containerbegrip: groene toekomst. Wat daar allemaal onder verstaan wordt zou gemakkelijk het onderwerp kunnen zijn van een doctoraat in de sociologie.

    Terug naar de burgerdemocratie. Wellicht herinner je je de G 1000 van David van Reybrouck. Enkele honderden burgers deels geselecteerd, deels uitgeloot via een representatieve steekproef, met allerhande soorten burgers, mannen en vrouwen, jong en ouder, rijk en arm, uit verschillende wijken, met en zonder kinderen, mooi verdeeld over allerlei groepen dus. Zij  kwamen een aantal weekends bij mekaar om na te denken over belangrijke onderwerpen zoals migratie, sociale zekerheid, de klimaatproblematiek en noem maar op. De onderwerpen kwamen uit een online bevraging, en zo kwam men tot drie onderwerpen die in drie weekends door een burgerraad werden besproken. Je kon ook online inspreken en de conclusies die er op volgden beïnvloeden.

    Burgerdemocratie vraagt dus om organisatie. Het is niet voldoende mensen op een buurtvergadering uit te nodigen om van burgerdemocratie te kunnen spreken. Zo’ n buurtvergadering kan deel uitmaken van een brede organisatie die mensen bevraagt. Maar kan de organisatie van burgerdemocratie niet vervangen. Ook wijk- of dorpsbudgetten kunnen de burgerdemocratie een zetje geven maar er niet in de plaats voor komen. Bij burgerbudgetten stellen de overheden budgetten ter beschikking waarvoor burgers voorstellen kunnen doen, die ze dan zelf bespreken en uitwerken.

    In onze gemeenten zouden we kunnen en moeten werken met de burgerdemocratie. Cruciaal hierbij is de samenstelling van de burgerraad. Naast een aantal geselecteerde leden worden mensen uitgeloot om deel te nemen aan de raden. Noodzakelijk is dat velen zich in de raad herkennen. De raad kan de burgers bevragen over onderwerpen die de burgers belangrijk vinden. Uit die bevraging kiezen burgers en bestuurders dan prioritaire onderwerpen die onderwerp zijn van overleg. Dit overleg begint altijd met informeren. Deskundigen in de materie informeren de burgerraad over de ins en outs van het onderwerp waarna de raad de opportuniteiten van het onderwerp onderzoekt en voorstellen formuleert.

     

    Een voorbeeld uit onze praktijk:

    In het gemeentelijk blad en via de website van verenigingen organiseren we een vragenronde over wat de mensen in de gemeente bezig houdt.

    Ondertussen selecteren we een groep mensen die reeds hebben te kennen gegeven deel te willen uitmaken van de burgerraad en loten we evenveel mensen uit die we vragen deel te nemen aan de gesprekken.

    Uit de bevraging van de bevolking blijkt een voorkeur om het natuurbeleid van de gemeente te bespreken. Onder dit koepelbegrip horen allerlei vragen thuis over bomen in de straat, bos, diversiteit, tuinen en vogels, stilte, educatie…

    Uit deze voorstellen kiezen we 3 onderwerpen die we in drie burgerraden zullen behandelen. In iedere burgerraad krijgen de deelnemers informatie van een deskundige over het onderwerp, overleggen ze en maken voorstellen.

    Na drie burgerraden hebben we zo voldoende visie en voorstellen om tot uitvoering over te gaan. De gemeenteraad heeft het laatste woord.

    Tot slot

    Burgerdemocratie moet men leren. Zowel bestuurders als burgers hebben er weinig ervaring mee. Men moet er vooral mee beginnen. En de organisatie uitbouwen die nodig is. Begeleiding is aanwezig om het goed te doen.

    21-10-2020, 11:36 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    19-07-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Kleine en grotere ergernissen




    19-07-2020, 08:14 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anders gaan leven na de coronacrisis

    Anders gaan leven na de coronacrisis

    Deze verwarrende tijden, die na het geleden leed, wel eens nog verwarrender zouden kunnen zijn, werpen ons terug op enkele vragen die in een recent verleden door verschillende filosofen tot een voor velen onvruchtbare maar voor mij interessante discussie hebben geleid. Is de natuur op zichzelf, zonder de appreciatie door de mens, waardevol?  Is de schoonheid en diversiteit ervan, op zichzelf, waardevol, zonder dat de mens er is om die waarde te geven. Het ecocentrisme staat hierin tegenover het antropocentrisme waarin de mens de waardemeter van de aarde is.

    Aan deze door Vermeersch en Kruithof gevoerde discussies dacht ik bij het overdenken van deze nieuwe tijd na de corona. Is deze crisis een gevolg van de onmetelijke macht die de mens denkt te hebben over de andere wezens in de wereld ? Is met name het virus dat wellicht vrij is gekomen via vleermuizen en andere dieren een gevolg van het terugdringen van wilde dieren in een steeds kleinere biotoop? Is het wereldwijd verspreiden van het virus een gevolg van de macht van de mens om zich over de hele aardbol te verplaatsen en zo alle wetten van de natuur met voeten te treden? Is de wereldwijde aanval op de natuur die de mens ook nu nog pleegt een gevolg van onze visie dat alles gerechtvaardigd is om onze westerse manier van leven vol te houden? Is de mens verzwakt door de manier van leven waarbij voedsel- en luchtvervuiling aan de orde van de dag is?  Is de visie dat de welvaart nooit groot genoeg kan zijn en onze experimenten alle kanten mogen uitgaan zolang we er meer consumptie en rijkdom kunnen uithalen, aan herziening toe?

    Zonder te verwachten dat deze crisis tot grote veranderingen zal leiden in de gedachten over rijkdom en consumptie zijn we aan onszelf verplicht na te denken over mogelijkheden van grote groepen burgers om in hun eigen leven enige heroriëntering aan te brengen.

     

     

     

     

     

     

     

    We kunnen in de eerste plaats onze gedachten over het neo-liberaal discours ter discussie stellen. Als de taart groter wordt krijgt iedereen een groter stuk, zegt men. Deze ideologie leidt tot ongebreidelde groei en alle gekende gevolgen. Door dit geloof tolereren wij de aanslagen op de natuur en onze biotoop tot in den treure. Dit geloof opgeven betekent dat er een andere manier van produceren en consumeren mogelijk wordt.

    Daarbij aansluitend heeft de corona-tijd ons gewezen op onze afhankelijkheid van de ecosystemen, ook al kennen we ze niet of zijn ze niet in ons dagelijks leven aanwezig. Nederigheid past dus de mens als deel van het ecosysteem. Nederigheid die leidt naar het voorzorgsprincipe waarin we ons bewust zijn van onze plaats in het universum. Nederigheid ook ten aanzien van alles wat zwak is, of oogt, in onze leefomgeving.

    We weten dat de ongebreidelde honger van de consumerende mens ongelooflijke gevolgen heeft. Hij reist de wereld af op zoek naar meer ervaringen,  heeft niet in de gaten dat er niet enkel beroep wordt gedaan op eindige goederen, maar dat hij ook de importeur is van allerlei ziekten en exoten die de eigen biotoop binnen dringen. Het voorkomen van pandemieën heeft niet enkel een medische kant maar ook een commerciële en emotionele zijde.

    Het verkleinen van onze levenscirkels is dus een logische conclusie na deze pandemie. Voorzichtig worden pistes gelanceerd die we ons niet konden voorstellen. We zouden meer goederen die van levensbelang zijn zelf moeten produceren zoals mondmaskers, beschermende kledij en test pakketten. Is het dan niet logisch ook verder te denken en te besluiten dat ook ons voedsel van dichterbij moet komen.  Is het ondenkbaar dat de korte keten niet enkel voor het medisch materiaal in aanmerking komt, maar  ook onze kleren en voeding, nu veelal geproduceerd in oorden waar bijna zeker onderbetaalde mensen in mensonwaardige omstandigheden werken?

    De vele miljarden die nu weer in de economische trommel worden gegoten kunnen beter de weg bereiden naar een andere toekomst.

    Guido Steenkiste

     





    01-05-2020, 09:46 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-01-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bomen zijn als mensen.


    Bomen zijn als mensen. Ze sterven enkel staande.

    In mijn leven spelen bomen een belangrijke rol, stel ik vast na het opmaken van een levens-inventaris . Niets leek in mijn kindertijd daartoe aanleiding te geven.

    Als kind leefde ik niet dicht bij de aarde, wel bij stenen gebouwen en gecementeerde ondergronden. We voetbalden op een koertje waar enkele sprietjes gras tussen het beton groeiden. Nonkel had midden die verdeelde ruimte een omheind stukje verwilderd groen, waar wij enkel kwamen als onze bal erin was beland. Ik herinner me enkel de geschonden benen door het klimmen over het muurtje en het prikken van brandnetels bij het recupereren van de bal.

    Als tiener gingen we kamperen in de naburige bossen. Bossen waren plaatsen om te spelen of te bibberen in de nachtspelen. Bomen dienden als dankbare grondstoffen voor aaneen gesjorde tafels en banken, soms zelfs bedden waarop dan met stro gevulde matrassen onze nachten verstoorden door geritsel en gesis.

    Mijn eerste confrontatie met bomen moet zich langs voetbalvelden hebben afgespeeld waar rijen populieren ons vergezelden tijdens koude winterochtenden.

    Als jong afgestudeerde zag ik speelplaatsen die eindeloos eentonig  groen en bomen ontbeerden. Als jonge vader viel het mij op dat kinderen op de speelplaats geen groene ontmoetten en ik startte acties. Na lange gesprekken met mensen die ik moest zien te overtuigen van het belang van groen in de omgeving, slaagden wij erin bomen op de speelplaats te planten, een groenstrook aan te leggen. Geen belevingsgroen zoals dat nu in de mode is maar schaamgroen. We waren er al blij mee.

    In dezelfde periode werd het Scheutbos bedreigd. Ik plaatste als aangelande onmiddellijk een bord “Red het Scheutbos” en nu dertig jaar en een hoop acties  later is het bos gered. Van woonparkgebied is het grootste deel omgezet in bos en zullen landerijen groener ogen. De tijden zijn duidelijk veranderd als het om bomen gaat.

    In die tijd heb ik uren in het bos gejogd. Uren waarin ik de stress van de dag vergat, mijn longen vulde met gezuiverde lucht en daarna enkele brieven schreef over jagers die in de beperkte ruimte van het Lembeekse bos toch nog jaagden op het wild dat al lang vertrokken was. Omdat het dennenbos zijn functie had verloren deden bosbeheersplannen hun intrede. Weer werd gepalaberd over het aanplanten van streekeigen bomen als vervanging van de dennen. Berken bleken allergische reacties op te wekken, een gemengd loofbos de oplossing met toch heel wat berken.

    Alhoewel. Veel oude bomen belanden ook nu weer in de bedreigde zone. Enkel al in mijn dorp zullen nieuwe fietspaden en rioleringen problemen opleveren voor de majestueuze bomen die langs de wegen staan. Op het Plein is al volop gekapt in zieke kastanjes, zullen de andere ook verdwijnen. Maar de zorg om deze ontwikkelingen leidt ertoe dat men oude bomen vervangt door exemplaren die reeds enige dikte hebben. We blijven echter waakzaam voor wat gebeuren gaat. De riool aanleggers staan er niet bekend om dat zij treuren om een boom meer of minder. Ontwerpers van straten en fietspaden zijn geen specialisten in het herkennen van mogelijkheden om oude bomen te sparen.

    Bomen hebben een draagvlak nodig, en dat draagvlak vormen mensen die houden van de nabijheid van bomen. Veel mensen vinden bomen een last omwille van de bladeren, de schaduw en tragere groei van hagen en gewassen. Een gevolg van een verkeerd begrepen ideaal van straten, pleinen en tuinen die er getrimd en schoon gemaakt moeten bijliggen en waar gemillimeterd gras het hoogste goed is. We vergeten gemakshalve dat die bomen ons tijdens de zomer schaduw opleveren, dat zij CO² opnemen die anders de atmosfeer mee verziekt, dat zij een rustgevend gevoel geven, een visie op schoonheid in hun ongeordende structuren, en het huis zijn van allerlei dieren. Niet onbelangrijk is ook dat zij kinderen toelaten er in te kruipen en de wereld te ontdekken vanuit een kruin. Een gevoel dat ik nooit heb gehad.

    Begrijp je dan dat men beuken te hoog snoeit waardoor hun stam verschroeid door de zon? Begrijp je dan mensen die vieze goedjes rond de stam van de 75 jarige gieten om hem te vernietigen? Begrijp je dan dat ontwerpers van wijken alle natuur in een gebied vernietigen, om daarna alles weer aan te planten, heel dikwijls met schaamgroen waar niet veel werk aan is?

    Iedere gemeente zou een bomenplan moeten hebben. Een bomenplan betekent geprogrammeerd bomen planten op plaatsen waar het kan, langs wegen en lanen, fietspaden en woonstraten. Daarbij is het belangrijk de juiste bomen te kiezen en daarvoor hebben we de jongens en meisjes van Natuurpunt en het Regionaal Landschap om te adviseren.

     

    Guido Steenkiste



    04-01-2020, 15:57 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwjaarswens 2020
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    2020

    Een beetje laat maar toch. Mijn wensen voor 2020 zijn weinig anders dan die voor de voorgaande jaren. Zij het dat de situatie er niet op verbeterd is. De klimaatconferentie van Madrid had geen andere boodschap dan dat ze nog maar eens zullen overleggen en een compromis zullen zoeken. En Zuhal had ook al geen beste boodschap. We komen er niet maar we zullen er wel geraken.

    Enigszins verwonderd las ik dat Frans Timmermans, de man van de Green Deal, Europees Commissaris sinds mensenheugnis, pas in 2010 had gezien dat het ernst was met de klimaatproblematiek. Toen had de man al vele jaren Parlement achter de rug waarin allerlei deskundigen en andere partijen aandrongen op actie. Maar ja Timmermans was lid van een partij waar dat klimaat niet zo op de agenda stond en was met andere zaken bezig. Het zal wel. Maar deze man moet ons dus een Green Deal doen verteren, een late bekeerling. Ik heb het niet zo voor bekeerlingen als leiders want die houden meestal veel rekening met hun vroegere idealen en nemen er dikwijls bij wat hot en trendy is. Eenmaal die periode voorbij en de vox populi weer een andere kant opgaat zijn zij meestal de eersten die van hun geloof afvallen. Er wordt nu al gefluisterd dat die Green Deal veel geld zal betekenen voor de grootindustrie van wie verwacht wordt dat zij de switch zullen maken. Ook daarin heb ik niet zoveel vertrouwen omdat de meeste aandeelhouders tot nu toe niet geïnteresseerd zijn in wat een bedrijf doet maar wel in hoeveel dividenden worden uitgekeerd. De beurzen hadden een boerenjaar in 2019, wat wil zeggen dat de rijken rijker werden. Misschien is dit wel een voorafname op het succes van de Green Deal.

     Ik wens u politici die vasthoudend zijn in de betrachting om de klimaatproblematiek en de luchtvervuiling ernstig te behandelen. Natuurlijk is het zaak  de kosten niet af te wentelen op de gewone burger maar het hem/haar mogelijk te maken mee te doen. Die burger moet natuurlijk geen struisvogel spelen of de calimero uithangen. Diegenen die nu klagen dat ze niet meer met hun vuile wagen de stad in kunnen, doen er goed aan eens te overdenken welke overwegingen de bovenhand kregen toen ze massaal vervuilende auto’s aankochten. Reeds vele jaren kun je een schone gezinswagen kopen. De klagers doen er ook goed aan om te bedenken of zij andere vervoerswijzen hebben overwogen om in de stad te reizen, en welke redenen er zijn om niet mee te doen aan de deeleconomie die autodelen als belangrijk speerpunt heeft. Als we er van uitgaan dat de luchtkwaliteit in de steden belangrijke gevolgen heeft voor de volksgezondheid zijn er weinig redenen om nog met vervuilende voertuigen te rijden, tenzij eigenbelang en balorig gedrag.

    Mijn wens voor 2020 is dat wij allen zouden meewerken, met al onze mogelijkheden zoals ons gedrag en onze geldelijke middelen, om klimaat en kwaliteit van leven voorop te plaatsen en niet te luisteren naar de drogredenen en dooddoeners, gelanceerd door klimaatontkenners en status quo belanghebbenden.

     

    Guido Steenkiste

    04-01-2020, 15:48 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-07-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Moby Dick, Mobi Score, Mobi farce

    Moby Dick, Mobi Score, Mobi farce.

    Moby-Dick; of, de Walvis (1851) is een roman van de Amerikaanse schrijver Herman Melville, over de jacht op de witte potvis Moby Dick[1] door kapitein Achab van de walvisvaarder Pequod, die in een eerdere confrontatie met het dier zijn been heeft verloren. ( Wikipedia)

    Het verhaal past bij de saga rond de Mobi Score, zoals ze in de komkommertijd wordt opgevoerd door een aantal burgemeesters, meestal afkomstig uit West Vlaanderen. Hun dorpen hebben hun oorspronkelijkheid, hun identiteit, te dele verloren door ruimtelijk wanbeleid en zij proberen nu de boosdoener te vangen door op jacht te gaan naar de hogere overheid, de Lijn en de NMBS, en uiteindelijk de Vlaamse Bouwmeester. De hogere overheid die de gewestplannen heeft gemaakt, uiteraard toen met medeweten van de plaatselijke potentaten, is een schuldige. De Lijn en de NMBS die weinig meer te bieden hebben voor het platteland, omdat er geen of weinig passagiers waren eveneens. De Bouwmeester die het aandurfde te stellen dat een slechte score wel eens tot fiscale maatregelen zou kunnen leiden bijvoorbeeld bij de verkoop van het huis of in de grondlasten heeft het helemaal verkorven .

    Zoals Filip Watteeuw, schepen van het mobiliteitsplan van Gent, in Terzake opmerkte, gaat het bij de Mobi score helemaal niet over wat de burgemeesters ons willen doen geloven. Het gaat erom dat door die Score het mogelijk wordt beter te plannen, een beleid te voeren vanuit de vraag waar laten we nog toe te bouwen, hoe organiseren we onze gemeente zo dat voorzieningen aanwezig blijven, en inderdaad, wil ik toevoegen, welke delen van de gemeente kunnen we beter laten uitdoven als woongebied en welke gebieden bewaren we in het kader van een verstandig ruimtelijk beleid.

    Als bewoner van het platteland heb ik het platteland zien veranderen, mijn woongenot zien bederven, mijn veiligheid zien aantasten, mijn voorzieningen één voor één zien verdwijnen, het schaamgroen zien verschijnen, de baanwinkels de middenstand zien verjagen, de fiets zien verdringen, de landbouw zien verschralen, de boerenkarren zien vervangen door goedkoop tractorvervoer en mastodonten van loonwerkers die auto’s en fietsers van de weg drummen.

    Wat zijn we niet allemaal kwijt geraakt door de afwezigheid van beleid dat ons had moeten beschermen tegen de oprukkende commercialisering van grond, groen, openbaar domein en geld. Integendeel, vele gemeentebesturen vonden dat zij dat alles moesten faciliteren om allerlei redenen. In de eerste plaats omdat er enorme belangen spelen. Grondbezitters zagen brood in verkavelingen, boeren verkavelden langs wegen dat het een lust was, de auto liet toe een eind van het werk te wonen en dus moesten wegen worden aangelegd en verbreed. De fiets verdween bijna uit beeld, zodat vele gemeenten nu reparatiewerkzaamheden moeten uitvoeren om het fietsen weer veilig te maken.

    Ik las dat de burgemeester van Diksmuide vindt dat de plattelander wordt gebasht door de mobi score en de bouwmeester. Neen Mevrouw de Burgemeester, de plattelander is gepest door beleid van u en uw voorgangers. Jullie hebben er voor gezorgd dat onze rust en stilte, onze veiligheid en open ruimte werden gecommercialiseerd en dus vernietigd. Ik verneem ook dat zij nog eens 4000 inwoners meer wil in haar gemeente. Waarom kun je je afvragen. Vragen de huidige plattelanders dat? Of zijn het de belangen in de gemeente, de grondeigenaars, de ontwikkelaars en de bouwfirma’s die als lachende derden verder de leefbaarheid van het platteland mogen ondergraven met medeweten en gefaciliteerd door de besturen en het verdoemde gewestplan dat nog altijd ruimte laat aan de verloedering van het platteland.

    In mijn gemeente Kaprijke heeft het vorig bestuur nog net voor de verkiezingen een verkaveling goedgekeurd met 14 alleenstaande villaatjes en gaat de lintbebouwing lustig zijn gang. Allemaal onverantwoord en tegen alle inzichten van planologen en andere deskundigen. Bezwaren worden weggelachen. Nu nog de enige op- en afrit van de streek op de E34 in onze gemeente realiseren en alle woongenot is in een aantal woonstraten opgesoupeerd. De plattelander is nu al de dupe. Doorgaan met hetzelfde beleid maakt het alleen nog erger.

     

    Guido Steenkiste

    07-07-2019, 20:45 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    26-01-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De boeren verleiden tot natuur- en milieuvriendelijke ingrepen.

    In Vlaanderen leven ongeveer 43 miljoen dieren op landbouwbedrijven. Er komen steeds meer runderen ( megastallen) iets minder varkens en meer pluimvee. Die leveren een enorme mestproductie op ( 126,7 miljoen kg stikstof en 60,5 miljoen kg fosfaat) met een bemestingsnorm van 170 kg stikstof per hectare. Van die norm wordt in 14 % van de gevallen afgeweken, dus komt er meer op de landerijen terecht.

    De milieu- en natuurbeweging wijst er al jaren op dat de verschillende mestactieplannen niet voldoende zijn om grondwater en oppervlaktewater te beschermen. Tevens hameren steeds meer verenigingen erop dat vlees produceren via bijvoorbeeld ingevoerde soja de grote wouden in de derde wereld aantasten. En dat dierenwelzijn hoog op de agenda zou moeten staan.

    Het World Economic Forum wijst er op dat 2,4 % van de stergevallen kunnen voorkomen worden door minder vlees te eten. In rijke landen kan dit zelfs oplopen tot 5 %.

    Daarnaast woedt de constante strijd om grond tussen landbouw en de andere actoren. De landbouw wil gronden behouden omdat zij voor het ogenblik al niet genoeg ruimte heeft om mest uit te voeren binnen de normen. Daarom stijgt ook het gebruik van kunstmest.

    In onze eigen praktijk in het Meetjesland weten we dat het geen sinecure is met de landbouw daarover een gesprek te voeren. Immers de inkomens van velen staat op het spel. Zo liggen de gesprekken over bebossing nog steeds moeilijk zoals de gesprekken rond het Drongengoed aantonen. Heeft de coördinator van het Landschapspark Drongengoed hier niet zijn tanden op stuk gebeten?

    Er zijn verschillende manieren om landbouwers te overtuigen dat er iets moet gebeuren.

    Enerzijds is er de controle en de handhaving. De vele administratieve handelingen die boeren moeten uitvoeren levert een schat aan gegevens op die door de overheid gehanteerd kunnen worden om bij te sturen en te handhaven. Zo weet de mestbank wat een boer met zijn mest doet, hoeveel hij er zelf kan uitspreiden en hoeveel hij over heeft die getransporteerd wordt en waarheen. Zo controleert de overheid ook of de verplichte teeltvrije meterzone rond waterlopen. In het Meetjesland houdt men bijzonder de Hollemeersbeek in Assenede, een waterloop zonder naam in Sint Laureins, de Ede in Maldegem, en de Biestwatergang in Maldegem in het vizier. In het voorjaar 2018 werden 780 percelen gecontroleerd in heel Vlaanderen waarvan 293 niet in orde waren. Na een schriftelijke aanmaning bleek in de zomer dat slechts 1 proces verbaal diende te worden opgesteld.

    Zou het geen mooie actie zijn voor plaatselijke groepen om eens te turven hoe de landerijen er bij liggen bij onze onbevaarbare waterlopen?

    Anderzijds is er de transitie naar een milieu- en natuurvriendelijker landbouw.

    De landbouwer een inkomen garanderen wanneer hij/zij stappen doet naar een milieu- en natuurvriendelijker landbouw is een belangrijke doelstelling. Het blijft echter een kleine minderheid die op 1,1 % van de Vlaamse landbouwoppervlakte voor het grootste deel uit grasland, bomen en natuurterreinen aan het werk is. De verkoop van bio-producten groeit gestaag, een verdubbeling van de verkoop tot 586 miljoen € in vergelijking met 2008. Een strategisch plan biologische landbouw 2018-2022 moet de sector ondersteunen.

    1,1 % in transitie of biologisch wijst er natuurlijk op dat een beperkt deel van de landbouwers overtuigd zijn dat er werk aan de winkel is. De overheid heeft dan ook een aantal instrumenten in stelling gebracht om landbouwers te verleiden een deel van hun inkomen te verwerven via beheersovereenkomsten.  Voor al die overeenkomsten zijn budgetten op Vlaams niveau. We sommen ze hier even op:  beheerovereenkomst aanleg en onderhoud bloemenstrook, hamster, grauwe kiekendief, akkervogels, weidevogels, erosiebestrijding, kleine landschapselementen, soortenrijk grasland, perceelranden, waterkwaliteit.

    Op de site van de VLM vind je onder beheersovereenkomsten alle voorwaarden en werkwijzen om een subsidie te bekomen. Daarbij worden bedragen uitgekeerd tussen 245€ per hectare( waterkwaliteit) en 4000 € per hectare ( verschillende ingrepen voor weidevogels)

    Epiloog

     

    De verandering in de landbouw gaat te traag om de problemen die vele boeren hebben aan te pakken. Tevens is het nodig de natuur op het platteland zijn plaats te geven, in de ruimte die natuur al heeft, maar dat is het probleem niet, maar ook daarbuiten. Verweving heette dat vroeger. De beheersovereenkomsten zijn stappen in de goede richting. Als we er al zouden in slagen landbouwers te overtuigen er massaal in te stappen, zouden er toch al een aantal doelstellingen verwezenlijkt worden zoals verhogen van de biodiversiteit, de mogelijke terugkeer van akker- en weidevogels, waterplanten en –leven, het verlevendigen van de landschappen met struwelen en aanplantingen waar vogels verblijven, fourageren, die stepping stones zijn tussen de grotere gehelen natuur. Laat ons praten met de boeren en hen overtuigen dat zij mee kunnen werken aan een groener Vlaanderen door mee de natuur te beheren. Het complete boerenland zal anders moeten ingericht worden, om de insectenstand weer op een gezond peil te krijgen, weide- en akkervogels een natuurlijke biotoop te geven waarin ook de roofvogels hun plaats krijgen.

     

    Guido Steenkiste

     

     

    26-01-2019, 15:45 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De Europese CO² heffing en de gele hesjes

    Marc Reynebeau eindigt zijn opinie in DS van 23 januari met de stelling dat de factuur voor het klimaatbeleid verregaande sociale keuzes inhoudt. En dat de politiek daarvoor het geld zal moeten hebben dat ze nu niet heeft.

    Inderdaad is in de slipstream van de gele hesjes en de scholierenbetogingen de vraag hoe het klimaatprobleem zal moeten opgelost worden zonder de mensen te veel te belasten of te betuttelen.

    Zondag was Feike Sijbesma, CEO van DSM in de uitzending van Buitenhof op Nederland 1 te gast. Koninklijke DSM NV is wereldwijd actief op het gebied van gezondheid, voeding en materialen. De onderneming is genoteerd aan Euronext Amsterdam. Geen kleine jongen dus, die dezer dagen ook in Davos verblijft en daar spreekt over populisme en globalisering.

    Er bestaat een CO² belasting in Europa die volgens Sijbesma veel te laag is en te veel rechten toekent aan het bedrijfsleven. Trek de rechten in stelt hij en de kost van de CO² uitstoot zal verhogen waardoor het bedrijfsleven de uitstoot sterk zal verminderen. Bij 30 à 50 € per ton CO² zal het gebeuren zo stelt hij. Als de CO² uitstoot door de industrie sterk verminderd komen de doelstellingen van Parijs dichterbij zonder dat de schuld en de kost op de mensen moet worden afgewenteld. Dan wordt het ook eenvoudiger om aan een transitie te werken waarin alle groepen in de samenleving kunnen meedoen.

    Dat de industrie sneller dan vandaag zijn CO² uitstoot moet verminderen ziet Sijbersma als een deel van de oplossing, niet enkel voor de klimaatproblematiek maar ook als bijdrage van de onzichtbare elite aan het verbinden van groepen in de samenleving. De globalisering heeft niet voor alle landen en voor iedereen winst opgeleverd. Met name de lagere middenklasse die weinig bestedingsruimte heeft verkregen, de mensen in de armoede, diegenen  met dubbele banen voelen zich onzeker, niet gekend, en dat leidt tot hun vraag wat er met hen gaat gebeuren nu zij ook nog de klimaatrekening moeten betalen.

    Die mensen betuttelend aanspreken over hun gedrag o.a. door hen te vragen minder te douchen, geen vlees meer te eten, of minder met de auto te rijden, vinden zij niet fijn, stelt Sijbesma nogal ferm. De afwezige elite die dezer dagen in Davos kampeert moet zijn verantwoordelijkheid opnemen. Zij moet minder geïnteresseerd zijn in  het maximaliseren van de aandeelhouderswaarde en geld verdienen zien als een middel om betekenisvol te zijn op ecologisch en sociaal gebied. Deze visie wordt ondersteund door Black Rock de grootste vermogensbeheerder ter wereld met een belegd vermogen van meer dan 6,0 biljoen dollar.

    Dat Sijbersma en Black Rock dit niet enkel uit menslievendheid stellen maar ook uit eigenbelang geven zij  grif toe. Want een samenleving die uit mekaar valt omdat delen ervan geen perspectief hebben  en omdat de elite niet meewerkt aan het oplossen van het klimaatprobleem kan geen voedingsbodem zijn voor een innovatief en sterk Europa. Herverdeling van middelen en het oplossen van de klimaatproblematiek gaan zo hand in hand.

     

    26-01-2019, 15:44 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is einde lintbebouwing in zicht met nieuwe gemeentebesturen?

    Is einde lintbebouwing in zicht met nieuwe gemeentebesturen?

    Op die vraag ken ik het antwoord niet. Maar ik hoop het. Omdat de open ruimte in onze gemeenten steeds kleiner wordt. Hoeveel hectaren open ruimte verdwijnen er elke dag in Vlaanderen? Een goede quizvraag waarop het antwoord verrassend is. Elke dag verdwijnt 6 hectaren open ruimte in Vlaanderen. Onder andere door lintbebouwing.

    In de jaren 90, jaren geleden dus, had ik een aanvaring met een burgemeester van één van onze polderdorpen. Op een openbare vergadering zei ik dat de lintbebouwing een groot probleem was omdat de open ruimte in de dorpen verdween. Nog vooraleer ik al de problemen op een rijtje had gezet verzekerde de brave burgervader mij en de hele zaal dat er bijna geen lintbebouwing meer was en dat het in de toekomst helemaal onmogelijk zou zijn nog langs de wegen te bouwen. Sedert die tijd zijn er vele jaren voorbij gegaan en is de lintbebouwing nog toegenomen. In vele Meetjeslandse gemeenten bouwt men lustig voort langs de wegen die van en naar de gemeenten leiden.

    De nadelen van lintbebouwing

    Onderzoek van o.a. de Universiteit Hasselt brengt de nadelen goed in beeld. De maatschappelijke kost, dus wat we samen betalen, is groot. De huisvuilophaling, de postbedeling, de gescheiden rioolsystemen kosten handenvol geld.

    De verharding van de open ruimte leidt tot moeilijke infiltratie en overstromingen en het openbaar vervoer organiseren voor al die mensen die langs die wegen wonen is ondoenbaar.

    Doordat de wegen vroeger landwegen waren zijn ze ook nog te smal om deftige fiets- en voetpaden aan te leggen zodat het verkeer naar het dorp, de kinderen naar school, veelal met de wagen gebeurt. Wat onveiligheid en ongelukken tot gevolg heeft.

    Tenslotte zorgt dit alles voor meer CO² uitstoot en het verdwijnen van de open ruimte waardoor de biodiversiteit rake klappen krijgt.

    Uit een parlementair antwoord weten we dat de kosten van de lintbebouwing moeilijk te berekenen zijn maar dat de rekening zeker oploopt tot 120 miljoen per jaar.  We weten ook dat de lintbebouwing in Vlaanderen een lengte heeft van hier tot in Portugal en terug, en dat de meerkosten van verspreide verkavelingen en wonen onbekend zijn. Dixit de Ministers Weyts en Schauvliege.

    Wat dan wel? We moeten toch wonen.

    We moeten inderdaad wonen. Maar dan wel in de kernen. Kernversterking heet dat. Leegstand tegengaan in de kernen is het uitgangspunt. De gemeenten zouden een soort woningfonds kunnen voorzien waarmee zij panden die leegstaan kunnen opkopen, saneren en weer verkopen aan mensen met bouwplannen. Ook kan men denken aan het herzien van regels waardoor meer mensen kunnen wonen waar nu al gewoond wordt. In de hoogte, maar beperkt in de kernen, in de breedte in die wijken waar grote kavels liggen die kunnen opgedeeld worden. Dat gemeenten daarvoor stedenbouwkundige regels dienen te veranderen kan maar een klein probleem zijn. Tenslotte kunnen gemeenten de lintbebouwing een halt toeroepen door duidelijk te maken dat kernversterking prioritair is zodat ook eigenaars en projectontwikkelaars weten dat ze in de nabije toekomst zich moeten concentreren op de dorpskernen en niet op vergunningen voor het dichtbouwen van de open ruimte. In afwachting van een betonstop die er te traag aankomt.

     

    26-01-2019, 15:38 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Greenwashing: de trend

    Sinds de jaren ‘60 is er kritiek op de consumptiemaatschappij: eerst bij een groep hippe mensen die het kapitalisme een hak wilden zetten, daarna door de groenen die vonden dat ze daarvoor een politieke partij nodig hadden. Sinds korte tijd is het ook een deeltje van de Europese gedachte, zonder dat de vrije markt ter discussie komt.

    Maar de tegenbeweging kwam op gang. Geleid door denktanks, andere adviseurs en lobbyisten trokken de industrie en de distributie ten strijde tegen de belagers van het grote goed. Eerst schuchter en met doorzichtige technieken, later verfijnder en rationeler. ‘Greenwashing’ was geboren. Wikipedia omschrijft het als volgt: Greenwashing is het zich groener of maatschappelijk verantwoorder voordoen dan een bedrijf of organisatie daadwerkelijk is. Men doet alsof men weloverwogen met het milieu en/of andere maatschappelijke thema's omgaat, maar dit blijkt vaak niet meer dan 'een likje verf'.

    Enkele voorbeelden:

    Enkele weken geleden rij ik met de fiets door één van onze dorpen. Op de rijweg, want er ligt geen fietspad. Wel op de grond geschilderd een fietsje, en dan nog één, en nog één. De gemeente wil ons dus doen geloven met fietsbeleid bezig te zijn, maar durft geen fietspaden aan te leggen, of de auto een deel van de straat te ontnemen. In dezelfde zin zie ik de fietsstraten. Er wordt niet autoluw gemaakt en in veel gevallen verandert er niets aan de situatie. De overheid wil ons doen geloven dat er iets veranderd is, maar dat is niet zo. Greenwashing. Om dan nog te zwijgen over de fietssuggestiestroken.

    De hele discussie over verpakking en statiegeld staat bol van de ‘greenwashing’. De industrie, Fost Plus op kop, wil ons doen geloven dat als we maar alles in de blauwe zak stoppen het afvalprobleem is opgelost. De productie van afval gaat door, de winsten van de industrie en de grootdistributie worden niet aangetast, en de sector kan verder produceren: de recyclage-industrie. Maar van alle plastics wordt op dit ogenblik maar 22,5% gerecycleerd en de productie van plastics is sedert de jaren ‘60 vertwintigvoudigd. Zelfs de oplossing van de bio-afbreekbare verpakking is er geen, maar een fijn uitgewerkt model om verpakkingen te kunnen verkopen. Greenwashing heet dat.

    Een aantal jaren geleden deden de bloemkorven en boomstammen met bloemen erin hun intrede in de gemeenten. Heel de zomer de gemeente opfleuren is de gedachte, de mensen vrolijk stemmen een andere. Maar het kan niet verhullen dat ondertussen elders bomen verdwijnen voor verkavelingen en appartementen, wegen worden aangelegd nabij natuurgebieden, en schaamgroen het streekgroen moet vervangen in wijken en op pleintjes. Sommige overheden hebben nog altijd moeite om natuurbeleid te voeren en initiatieven van anderen te steunen om biodiversiteit te verhogen. Greenwashing is het woord.

    De elektrische auto is de oplossing voor de CO2-uitstoot en de stikstofvervuiling. Dat die elektrische auto vooralsnog gevoed zal moeten worden met elektriciteit uit o.a. fossiele brandstof is een goed bewaard geheim. Dat de zonne- en windenergie die lacune zou kunnen oplossen is een toekomstverhaal. In 2020 zal slechts 13 % van de energie hernieuwbaar zijn. In 2017 werd in België 3,7 % van de elektriciteit uit zon opgewekt. In Vlaanderen was de zon in mei goed voor 11 % van de elektriciteitsproductie. Nog steeds komt 49,9 % uit kerncentrales en 29,6 % uit fossiele brandstof. Windenergie is in België goed voor 2,5 % van het elektriciteitsverbruik. Dat is goed om te leveren aan 672000 gezinnen.

    Maar de problemen met auto’s zijn veel groter dan enkel de uitstoot. En de auto is op termijn zeker niet de oplossing voor onze mobiliteitsproblemen. Maar de auto-industrie heeft er alle belang bij dat zij auto’s kan blijven produceren. De elektrische auto is dus ook een deel van de greenwashing. We moeten voor de korte afstanden op de fiets, voor langere in het openbaar vervoer. Zoals Pascal Smet zegt: “20 % auto’s minder zorgt voor de halvering van de files, 40 % minder voor het verdwijnen ervan.”

    Tenslotte: bedrijven hebben begrepen wat de consument wil. Alles moet groen, eco en duurzaam: eco game, eco wiki, eco game wiki, eco auto, eco meubels, eco reizen, duurzaam vliegen, duurzaam reizen, duurzaam slapen …

    Laat ons wakker blijven.

     

    Guido Steenkiste

    26-01-2019, 15:33 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    29-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kan een volksopstand uitblijven?

    Kan een volksopstand uitblijven?

    De gele hesjesbeweging is een manifestatie van de boosheid en frustratie van vele mensen die nu nog niet op straat komen. Onder de volkshuid broeit verzet dat zich uit in de stembusuitslagen waarbij groot verloop is. Het volk zoekt nog steeds een uitweg via verkiezingen maar hoe lang nog?

    Een niet limitatieve lijst van ontwikkelingen die de boosheid voeden.

    1.     Een op de vijf kinderen en 1 op 4 Belgen leeft in armoede. Zou het verwonderlijk zijn dat de ouders in opstand komen? En de kinderen later.

    2.     Vele werknemers verliezen hun kans op werk door de concurrentie met buitenlandse werknemers die als gedetacheerden of zelfstandigen hier dikwijls tegen dumpingprijzen werken en lage of geen sociale zekerheidsbijdragen  in het land van herkomst betalen. Is het verwonderlijk dat werknemers in de bouw en transport in opstand komen?

    3.     Zou het verwondering wekken als de reeds uitgedunde middenstand in opstand zou komen als zij eerst opzij geschoven door de baanwinkels en andere grootwarenhuizen nu de laatste graantjes van hun brood zien eten door de e-commerce?

    4.     De schrale pensioenen voor mensen die 40 jaar en langer hebben gewerkt kan voor velen aanleiding zijn om in opstand te komen. Zeker als zij horen van de winsten van bedrijven en banken en de uittredingsvergoedingen van politici.

    5.     Hoe lang zal het nog duren eer werkloze jongeren die zonder diploma de school verlieten in opstand komen als ze zien dat mogelijke jobs ingenomen worden door gepensioneerden en deeltijds werkenden die geen belastingen betalen op de 500 € die zij verdienen.  Of door studenten die uitgebreid mogen werken aan belachelijke voorwaarden?

    6.     Hoe lang zal de bevolking nog de boosheid kunnen bedwingen als militaire uitgaven de budgetten eindeloos uitputten en tot hogere belastingdruk leiden?

    7.     De rat race van grote delen van de werkende bevolking leidt tot frustratie en boosheid als blijkt dat wonen steeds duurder wordt en er geen maatregelen komen om grondprijzen en ontwikkelaars aan te pakken. De boosheid neemt nog toe als het openbaar vervoer niet aan de verwachtingen beantwoordt en de files daardoor toenemen.

    8.     Ecologische maatregelen die volgens het economisch principe van de vervuiler betaalt afgewenteld worden op de eindgebruiker leiden tot boosheid en verzet tegen de maatregelen. Ook al weten velen dat er maatregelen moeten getroffen worden maar aanvaarden zij niet dat zij de taksen betalen die de vervuilers, producenten en distributeurs, niet betalen maar doorschuiven. De opstand van de gele hesjes over de brandstofprijzen is dan ook niet verwonderlijk.

    9.     Dat de vertwijfeling bij delen van de bevolking nog aangepord wordt door de polarisering over migratie en de onzekerheid over de toekomst. Een evenwichtig verhaal over deze materies ontbreekt waarin de politieke- en opiniërende leiders van het land de perspectieven aangeven in een geglobaliseerde wereld.  

    10.                       Het rechtvaardigheidsgevoel van velen krijgt deuken en leidt tot opstand door de vele boetes die mensen krijgen omwille van kleine overtredingen en de lankmoedigheid bij vele grote delicten waarvoor dan dadingen en afspraken kunnen gemaakt worden of die gewoon verjaren.

     

    Dat de boosheid en frustratie van delen van de bevolking vorm krijgt in een ongeorganiseerd protest is te begrijpen omdat de gevestigde instituten in de overlegdemocratie op de belangen van anderen stuiten die een status quo bepleiten in de economische en financiële processen. Als doorbraken te lang op zich laten wachten rest de straat waar zogenaamde populisten dan weer gebruik kunnen van maken om boosheid en frustratie te kanaliseren.

    29-11-2018, 09:56 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    10-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Staaroperaties terugschroeven of dokters laten inleveren

    Ik ben in december geopereerd van staar of cataract. De operatie is schitterend verlopen, de oogchirurg is een kraan en ik kijk als een kind naar een wereld die er veel witter uitziet dan ik ooit kon vermoeden of vergeten was

    Die staaroperatie werd voorafgegaan door consultaties en onderzoeken bij een deskundige oogarts. Ik moest voor en na de operatie 8 keer op consult. Met de operaties erbij waren dat dus 10 bezoeken aan de artsen.

    Oogartsen zijn meestal niet geconventioneerd, stelde het ziekenfonds. Voor ik het wel besefte, en door eerdere bezoeken aan de oogarts, zat ik dus bij een niet geconventioneerde oogarts die mij 46 € per consult aanrekende. Samen met twee opmetingen van 171 € en twee van 71 € kan dat tellen. Die laatste worden uitgevoerd door een bediende waarna de arts de interpretatie van de gegevens inleest. Ook moest ik nog even bij de huisarts langs voor een cardiogram en een bloedanalyse.

    De lenzen kosten ook niet niks, als je de kwaliteitseisen van de oogarts volgt, dus 2x 950 €.  

    In het ziekenhuis was ik die dag de 21 ° patiënt en na mij kwamen er nog een paar. Wat bij mij de gedachte deed rijzen dat hier toch wel heel veel geld omgaat in die aanpak van het probleem.

    Gelukkig heb ik een hospitalisatieverzekering waardoor de ingreep mij niet onnodig belast. Maar verder denkend komen wij bij de vraag wie dit alles betaalt en wat er gebeurt als je geen verzekering hebt. Natuurlijk wordt een groot deel betaald door de sociale zekerheid.

    Dus ik zocht informatie over de gang van zaken. Bestaan er geen procedures die beschrijven hoe de aanpak van staar dient te verlopen? Daarvoor informeerde ik bij het ziekenfonds, bij het patiëntenplatform en bij de Minister van Volksgezondheid. De twee laatste gaven niet thuis. Het ziekenfonds liet weten daar geen zicht op te hebben en als ik een klacht had zouden ze die onderzoeken.

    Hoezo patiëntenrechten?

    Ik concludeer dus dat oogartsen in dit geval doen wat zij goed vinden. Dat geeft mij enerzijds voldoening want dan kunnen ze adequaat handelen, maar anderzijds zet dit de deur open voor overvloedig medisch handelen waarbij de gemeenschap de kosten betaalt.

    Hoe is het ten andere mogelijk dat er nog steeds artsen zijn die hun tarieven zelf kunnen bepalen? In een democratisch land en met het oog op gelijke behandeling zou dit toch onmogelijk moeten zijn. Omdat zij voor een groot deel leven van gemeenschapsgeld via de sociale zekerheid.

    En wie controleert de manier waarop artsen handelen. De patiënt niet want die is afhankelijk van de deskundigheid waarover ik geen klachten heb.

    Ik heb alvast de twee laatste consultaties afgezegd. Omdat ik het genoeg vond. Maar de meeste van mijn lotgenoten durven dat niet te doen omdat er natuurlijk altijd een complicatie mogelijk is. Maar ik, denkend aan de grote druk op de sociale zekerheid, heb dat wel gedaan. 

    10-01-2018, 07:51 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    19-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn kijk op het onderwijs versus die van prof Duyck

    Geachte Heer Duyck,

    “ Nergens gaat het leesniveau in tien jaar tijd meer achteruit dan in Vlaanderen” . Zo staat het in DS van 16 december.  Begrijpend lezen is zwak, wiskunde beneden de maat, kortom u besluit “ Met onze grijze cellen hebben we maar de helft zoveel potentieel als onze buurlanden.”

    U suggereert dat de beste leerlingen minder uitgedaagd worden, de zesjescultuur. En u geeft het voorbeeld van uw zoon die blijkbaar misschien toevallig in een klas zit waar differentiatie betekent dat de sterke leerlingen strips lezen terwijl de anderen over de lat geholpen worden. Op de scholen waar leerkrachten ongelijke kansen geven is differentiatie een zegen voor de besten, want zij worden uitgedaagd met bijv. projectwerk, of boeiende vraagstukken, terwijl andere kinderen binnen hun mogelijkheden en potenties uitdagingen aangaan.

    Ik ben het volledig met u eens dat daarbij sterke leerkrachten cruciaal zijn. Maar hoe krijg je die in het onderwijs? In de samenleving worden jongeren met aanleg om onderwijzer of leraar te worden geconfronteerd met allerlei opleidingen die een financieel aantrekkelijker toekomst voorspellen. We leven immers in een maatschappij waarin aanzien en status belangrijker lijken dan de opvoeding en het onderwijs van kinderen en jongeren. De herwaardering van het ambt gaat dus niet enkel via de educatieve masters maar ook via een financiële herwaardering van het beroep.

    De herwaardering van het beroep zal ook gepaard moeten gaan met een andere onderwijspraktijk. Op dit ogenblik hebben de uitgeverijen een sterke greep op het onderwijs. Kinderen en jongeren hebben invulboeken en naslagwerken, die ertoe leiden dat een deel van de onderwijspraktijk verschraalt tot het invullen van woorden en het maken van oefeningen, grotendeels niet differentiërend. Kinderen en jongeren hebben er nood aan inhouden te noteren, samenvattingen te maken en te structureren, te onderzoeken, en bovenal les te krijgen in materies. Hoe lees je een tekst zodat je begrijpt wat de schrijver bedoelt moet je leren. Daarvoor is een onderwijzer of leraar nodig die zelf met teksten werkt, er geïnteresseerd in is, en kinderen op hun niveau teksten aanbiedt waar zij op hun beurt dienen op te werken.  Ik hoop dat er vele onderwijzers en leraars zijn die dit ook doen. Want je moet toch op school leren hoe je met vraagstukken omgaat. In mijn omgeving hoor ik vele ouders zuchten als hun kinderen met opgaven en toetsen thuis komen die ze niet begrijpen, laat staan ze zelf  verwerken en opnemen.

    In dit verband is het herhalen van onderwerpen in de klas een belangrijk gegeven. Het is niet genoeg onderwerpen via invulboeken aan te raken en die dan niet meer aan de orde te stellen tot er examens zijn. Dan verliezen kinderen het overzicht, vergeten ze de geleerde items en is er een berg te beklimmen op ogenblikken dat er toetsen of examens zijn. Met grote stress als gevolg, vooral bij de zwakkere leerlingen.

    Uw argumenten voor centrale examens zijn wellicht ingegeven door concurrentieoverwegingen. Dan zullen we eens weten welke school goed presteert en welke niet denkt u wellicht. Ik was 12 jaar directeur van een plattelandschool en werkte dus met leerlingen van ter plaatse. Ik had getalenteerde leerlingen , leerlingen die hun best deden maar minder cognitief getalenteerd waren en leerlingen die met veel moeite over de lat gingen. Dat zal in vele plattelandsscholen zo zijn, afhankelijk van de sociaal-economische achtergronden van de gemeente. En af en toe ging er een leerling vroeger weg van mijn school, naar één van die stadsscholen die blijkbaar beter voorbereiden op middelbare studies. Die scholen recruteren dus niet uit één dorp, zij krijgen de beste leerlingen uit de streek. Een centraal examen uitschrijven en genoemde scholen vergelijken is niet ernstig. Een centraal examen dat elke school een score geeft die enkel vergeleken wordt met gelijkaardige scholen zou nog te overwegen zijn. Maar voor zover ik weet gebeurt dit al binnen de netten.

    Er zou een ideologische agenda zitten achter het gelijkheidsstreven in het onderwijs. Maar er is geen gelijkheidsstreven in het onderwijs want dat leidt tot ongelijke behandeling van ongelijke kinderen. Er is wel eenheidsworst want iedereen moet hetzelfde kunnen. Ook in uw idee van een centraal examen.

    Goed onderwijs veronderstelt juist dat er rekening gehouden wordt met de capaciteiten en mogelijkheden van kinderen en dat ze daarin excelleren. Kinderen moeten niet onderling vergeleken worden maar hun individuele vooruitgang moet gemeten worden. En die vooruitgang is altijd uitgangspunt voor nieuwe doelen. Ons onderwijs geeft heel dikwijls geen ongelijke kansen aan ongelijke mensen, wel worden voor iedereen gelijke doelen gesteld en daarop afgerekend. Dat is een ideologische manier van kijken naar het onderwijs. Iedereen is gelijk, krijgt gelijke kansen en moet over dezelfde lat. Ik kan u zeggen dat dit niet werkt. Dat is rigide denken over onderwijs en houdt de noodzakelijke veranderingen tegen o.a. in het middelbaar onderwijs. In andere landen zijn curriculi minder omvangrijk en keuzemogelijkheden veel groter. Maar dat vraagt  een andere organisatie van het onderwijs.

    U betwijfelt of kinderen door examens burn-outs krijgen. Welnu, ik kan als voormalig directeur, en nu als opa, getuigen dat de manier waarop nu in vele scholen gewerkt wordt voor veel kinderen examens en de veelvuldige toetsen een zware last zijn. Ik heb hierboven een aantal redenen aangehaald waarom dit zo is. Onvoldoende herhalingen, invulboeken en inhouden die ver van het bed liggen, baren vele ouders in deze weken hoofdbrekens. En misschien ligt hier wel de grootste ongelijkheid voor kinderen. Ouders die tijd kunnen en willen maken en hun kinderen in deze tijden begeleiden voorkomen dat kinderen afglijden in de trechter die ons onderwijs nog steeds is. De negatieve spiraal voor kinderen van ouders die dit niet kunnen of willen doen is oneerlijk. Kinderen en jongeren moeten op school de kans krijgen de leerstof te begrijpen. Thuis dient voor recuperatie en studie van datgene wat men op school heeft verwerkt.

    Tenslotte geloof ik sterk in de rol van de directie. De eerste taak van een directie zou een pedagogische moeten zijn. Als manager van de pedagogie op school moet de directeur zijn team kennen, en een werking ontwikkelen die ertoe leidt dat de school een lerend netwerk is waarin de leerkrachten hun beste krachten wijden aan de toekomst van alle kinderen, met oog voor hun welbevinden en uitgaand van de doelstellingen die duidelijk moeten zijn en de leerkrachten de ruimte geven voor goed onderwijs. De directeur is de spin in het web van de school die aangepast is aan alle kinderen. Directeurs onderbrengen in pools, hen na een aantal jaren in scholen laten roteren, en hen in groep bijscholen, begeleiden en ondersteunen is een opdracht voor grensoverschrijdende schoolbesturen, netten en onderwijsministers.

    Guido Steenkiste

    Voormalig directeur lager onderwijs.

    19-12-2017, 11:04 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    24-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is er een dorp waar politici en bouwpromotoren vrienden zijn?
    Enkele dagen geleden was het groot nieuws. Antwerpse en andere politici waren aanwezig op een verjaardagspartijtje van een bouwpromotor. Volgens het ene bericht werd er gegeten in een sterrenrestaurant, volgens een ander werd er enkel gedronken. De burgemeester van Antwerpen zei enkel een cola zero genuttigd te hebben. 
    Deze gang van zaken volgde volgens de oppositie op vergunningen voor de bouwpromotor na negatieve adviezen van de ambtenarij en aanstaande bouwplannen van diezelfde promotor. Dat de politici aanwezig waren op een verjaardagsfeestje is niet zo belangrijk. Iedereen heeft zo zijn vrienden en die mensen worden door velen uitgenodigd en zijn op vele plaatsen aanwezig. Zelfs als ze goed gegeten hebben, en dat is te verwachten in zo'n etablissement, is dat niet verwerpelijk op zichzelf. 
    Waar het over gaat is of dit soort gebeurtenissen leiden tot wat we mogen omschrijven als vriendjespolitiek, als meten met twee maten en gewichten als het over projecten gaat. Zoals Bart Dobbelaere schrijft in De Standaard van 24 november moet de vraag niet zijn wie op het feestje was maar welk cadeau de bouwpromotor kreeg en van wie vooraleer hij het feestje organiseerde.

    Is er in Vlaanderen een dorp  waar de vriendin/vrouw van de burgemeester samen met haar broers beheerders waren van een bouwfirma en toch in aanmerking kwamen om sociale gronden tegen een lage prijs van de gemeente te kopen? Kwamen anderen niet in aanmerking omdat ze te veel verdienden of niet in de gemeente woonden?
    Hebben die familieleden op die gronden drie huizen gebouwd die nu via een vennootschap worden verhuurd? 
    Mocht diezelfde firma in die periode ook een ontmoetingscentrum voor de gemeente bouwen, vergund door de gemeente waar diezelfde burgemeester mee de bouw toewees aan de goed gekende firma waar zijn vriendin/vrouw beheerder was?
    Is er een dorp in Vlaanderen waar de voetbalploegen in handen zijn van schepenen en één waar de vader van de burgemeester voorzitter is? Werd in beide gevallen een nieuw centrum gebouwd? Bestuurt de meerderheid in het ene geval het centrum en heeft de oppositie en het publiek het nakijken? Wordt het andere  gebouwd met het oog op de verkiezingen van 2018?

    Is er een dorp in Vlaanderen waar een schepen van ruimtelijke ordening buurtfeestjes organiseert, gesubsideerd door de gemeente en bouwpromotoren die actief zijn in de gemeente? Zit die schepen zowat in dezelfde situatie als de Antwerpse bestuurders omdat de betrokken bouwpromotoren vergunningen krijgen waarbij minstens bedenkingen te maken zijn? Zo wordt in een woonstraat een appartementsgebouw gebouwd door de bevriende aannemer, niet langs de straatkant maar in de diepte van het perceel, waardoor meer appartementen kunnen worden opgetrokken. Het appartementsgebouw is het enige in deze straat.

    Slaagde die schepen van ruimtelijke ordening in datzelfde dorp erin de omgeving van zijn woonst en zijn woonst te ordenen via een RUP, waardoor gronden in die omgeving meer waarde kregen en huizen niet zonevreemd meer zijn?

    Zijn er in dat dorp dus feiten die er op wijzen dat er zaken gebeuren en gebeurd zijn waarbij bestuurders of mensen uit hun kringen belangen hebben? 

    Moeten we het hier dus niet, zoals Bart Dobbelaere schrijft , over de cadeaus hebben die gegeven worden aan de vrienden want die zijn duidelijk, maar over de ethische vraag of politici niet erg voorzichtig moeten zijn met hun contacten en met beslissingen waarin zij of vrienden belangen hebben?

    Is het geoorloofd dat bestuurders mee beslissen als ze betrokken partij zijn, familierelaties bestaan bij projecten, vriendjespolitiek om de hoek loert?
    Zouden bestuurders niet uiterst zorgzaam moeten zijn in hun contacten met bouwpromotoren en best geen directe relatie met hen hebben?
    Zouden bestuurders geen volledige transparantie moeten bieden over hun relaties bij projecten waarover zij moeten oordelen?

    Wij vinden dat in dorpen waar deze bestuurders actief zijn, zij niet meer in aanmerking komen voor een mandaat in 2019.
    Of bestaat dat dorp niet en zijn al deze verhalen fictie? 




    24-11-2017, 18:28 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    03-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwinbezoek met bijgedachten
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zwinbezoek met bijgedachten

    Het oudste natuurgebied van Vlaanderen eiste de laatste jaren onze aandacht op. Het Zwin zou verzanden en daarom waren werken nodig. Het Zwin kreeg er 120 ha, vooral landbouwland, bij, goed voor 12,7 miljoen €  Een grote bijkomende oppervlakte komt onder invloed van eb en vloed. En er kwam een nieuwe dijk tegen overstromingen waarop een wandelpad en fietspad zou worden aangelegd. Bovenal veranderde het Zwin van eigenaar. De Compagnie de Lippens verkocht het aan de Provincie West Vlaanderen dat samen met het agentschap Natuur en Bos voor de uitbouw van het Zwin instond.

    Het aloude bezoekerscentrum en de vogeltuin werden ondertussen vervangen door gebouwen.  Niet zomaar gebouwen maar een grote ontvangstruimte, een interactieve tentoonstellingsruimte, een shop, een bistro, een natuur-educatief centrum. Zwarte gebouwen waar veel discussie over bestaat en die samen met de gebouwen in het huttenparcours 20 miljoen € hebben gekost. Discussie vooral over de grootte van alles en het donkere karakter van de constructies. Past dit alles in het landschap vragen velen zich af.

    Positief is dat er bij het bouwen aan duurzaamheid werd gedacht: FSC hout, warmtepompen, groendaken, een isolatiepakket. Maar niet helemaal want de verschillende hutten zijn betonnen gebouwen die zich in een groen parcours bevinden. Het is storend dat men hier geen materialen heeft gebruikt die meer in de omgeving pasten. Het is duidelijk: er was geld, veel geld. In tegenstelling met de karige middelen die Natuurpunt wordt toegestopt om natuurgebieden te beheren.

    In tegenstelling met de natuurgebieden van Natuurpunt moet de bezoeker hier redelijk diep in de buidel tasten. Een bezoek van een familie met 2 schoolgaande kinderen kost al vlug 34 €,  groepen van 20 personen die zich niet aankondigen 240 €, zonder gids. Parkeren kost 5 € per dag maar het Zwin wil autoluw zijn en daarom ziet men bezoekers graag per fiets of het openbaar vervoer komen.

    Ook gidsen zijn niet goedkoop in vergelijking met gidsen van Natuurpunt. 80 € is het tarief.

    In de bistro kan men eten. Je zou hier streekproducten verwachten, of gezonde kost maar dat pakt anders uit. Gehaktballetjes, rundstoverij, vol au vent, hamburgers, fish en chips, een half haantje, sliptongen, alles met frietjes.  Ik at er een vol au vent. Zonder champignons, een beetje kip en veel maïzena. De frieten zijn een fast foodzaak waardig. Deze voeding hoort niet bij een Zwin dat zichzelf respecteert.

    Conclusie van een dag Zwin: Prachtige wandelingen met interessante fauna en flora, overbodig zwaar en duur uitgevoerde gebouwen, duur voor gezinnen, fast food bistro.

    Bedenking: natuur zou toch voor iedereen gratis toegankelijk moeten zijn. Zoals onze natuurgebieden.

     

    Guido Steenkiste

    27 oktober 2017

     

     

     

    03-11-2017, 10:02 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fietsen in het aards paradijs

    Fietsen in een aards paradijs.

    In de zomer gingen wij fietsen in Overryssel, dat deel van Nederland waar de Vecht, de Dinkel en de Regge de blauwe linten zijn die meestal in een natuurlijke bedding hun weg zoeken in natuur- en landbouwgebied, de laatste langs de rand van de Sallandse Heuvelrug. Ommen is in dit gebied de parel in het Vechtdal en is aangemerkt als Waardevol Cultuurlandschap met 1/3 natuurgebied, zandverstuivingen, vennetjes en heideveldjes. Ook cultuurhistorisch is de streek waardevol.

    Maar we zouden het over het fietsen hebben. Klassiek zijn de knooppunten. Minder klassiek en verrassend zijn de fietspaden. Uitzonderlijk fiets je eens langs een weg, dan wel op een sterk versmalde weg door de aangebrachte fietsstroken. Meestal fiets je door bossen op verharde paden in verschillende materialen. Schelpenpaden zijn uitzonderlijk. Meestal zijn het in asfalt of beton geconstrueerde paden die het fietsen ook in bossen en natuurgebieden tot een heerlijke activiteit maken. De rivieren worden overgestoken met fietsbruggetjes en in zelf te bedienen vlotten die elektrisch werken. De sluizen zijn uitgerust met vistrappen die het mogelijk maken dat riviervissen hun weg vinden ondanks de sluizen. Fietsen in de landbouwgebieden wordt mogelijk door deskundig aangelegde fietspaden aan de rand van de landerijen of er dwarsdoor. Veeroosters zijn enkel aangelegd aan de in- en uitritten van de graasweiden. En dan de kers op de kaart. Bijna overal is de confrontatie met auto’s uitgesloten door de aanleg van tunnels en brugjes. Men voelt er zich als fietser gewaardeerd en het toerisme doet er zijn profijt mee. De hotels zijn schitterend en aanwezig in mooie dorpen en steden zoals Dalfsen, Ootmarsum, Borne…

    Als we dat vergelijken met het Meetjesland waar men er zelfs niet in slaagt een spoorwegbedding tussen Maldegem, Eeklo en Zelzate in de voorbije 20 jaar te realiseren, laat staan met tunneltjes veilig te maken voor fietsers die nu telkens onderbroken trajecten rijden. Om dan nog te zwijgen van de plannen die er waren om de bosgebieden te verbinden met recreatieve fietsroutes langs en door landbouwgebieden. De Lembeekse bossen verbinden met het Leen, het Leen met het Drongengoed, niet langs landbouw- en andere wegen maar langs echte fietspaden die door de natuur- en landbouwgebieden slingeren. En zonder confrontaties met snelle automobilisten.

    Dat het kan laat Overryssel zien. Maar veel politici laten andere belangen blijkbaar voorgaan of interesseert het niet. Zie de reacties op ons vorig artikel over fietsen in Eeklo. De pianist wordt beschoten, oplossingen voor bijvoorbeeld het kruispunt spoorwegbedding- Oostveldstraat niet naar voor geschoven. Op deze manier wordt het Meetjesland nooit een fietsparadijs.





    03-11-2017, 09:56 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fietsen in Eeklo

    Fietsen in Eeklo

     

    Nog niet zo lang geleden protesteerde de Eeklose Fietsersbond  tegen de manier waarop je als fietser aan de ovonde, aan ’t graf, bediend en behandeld wordt. ’t Is inderdaad godgeklaagd. Als ik naar de Hubo en/of Delhaize wil moet ik twee gevaarlijke punten oversteken, rij op een eilandje richting Hubo en moet dan nog eens oversteken of tegen de richting in naar de winkel. Wie bedenkt dat?

     

    Met het fietspad op de oude spoorwegbedding scoort de Provincie dan weer goed.  Maar komende van Lembeke zijn er nog enkele moeilijke punten. Bijvoorbeeld  aan het einde van het fietspad, aan de Hoge Bosstraat  en aan de Oude Gentweg, zorgen de goten voor ongemakkelijk fietsen. Het is niet moeilijk hier het comfort van de fietser te vergroten.

    Langs de spoorweg is er een haag met een boeiende berm en een pleintje dat fleurig groeit. Goede punten dus maar aan de Oostveldstraat is de fietser vogelvrij. Mag hij tegen het fietsverkeer in links over het voetpad naar de lichten? Of steekt hij over de volle witte streep over, naar het Psychiatrisch centrum? En hoe te rijden als je terug keert. Je krijgt groen en vrij baan om over te steken maar het is niet duidelijk hoe je aan het fietspad aan de overkant moet geraken. Dus slalommen veel fietsers van de ene naar de andere kant belaagd door automobilisten die van de Stationsstraat naar Lembeke en verder rijden.

    Ook naar het centrum blijft het moeilijk op de smalle strook die afgebakend is, met zwaaiende portieren en de quasi onmogelijkheid om voorfietsers te passeren.

    Beter is de doorsteek langs de spoorweg richting Boelare. Jammer dat het pad ophoudt aan de Opeisingstraat. Er is ook nog veel werk om ook het fietsverkeer vanuit Adegem en Maldegem veilig en rustig Eeklo binnen te loodsen.

     

    Guido Steenkiste

    03-11-2017, 09:48 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 17/02-23/02 2025
  • 25/11-01/12 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 04/12-10/12 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 16/08-22/08 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 19/10-25/10 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 01/07-07/07 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 26/11-02/12 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 18/12-24/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 23/12-29/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 05/11-11/11 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs