Déja vu en alles draait door.
Het Pfos
verhaal, vervuilde grond, achtergelaten door een Amerikaanse multinational,
waarover in de maand juni de politiek struikelde, is voor mij een verhaal dat
ik al honderd keer gehoord heb. Het gaat
zo
Op een
bepaald moment, in dit geval rond 2000, duikt een probleem op met een bepaalde
stof. Niemand weet er veel over, er komen geruststellende signalen uit allerlei
overheidsorganen, die echoën in de politiek en de rust komt terug. Natuurlijk
is het probleem niet weg en is het wachten op een volgende klokkenluider of
actiegroep die de zaak aan de orde stelt. Nog gebeurt er niets en alles blijft
stil. De pers laat de zaak rusten, hier en daar is er een bezorgde burger die
blijft aandringen, die boos of verdrietig wordt en eraan twijfelt of hij/zij
moet doorgaan.
Tot er iets
gebeurt dat de zaak op de spits drijft. Men legt een nieuwe weg aan, hier de
Oosterweelverbinding rond Antwerpen, en vindt de stof terug in grote
hoeveelheden. Wat moeten we daarmee roept men in de ondernemerskringen? Niet
panikeren zegt men in de politiek of in de aangrenzende percelen, we vinden wel
iets. Want de show must go on, de werken moeten doorgaan, we kunnen toch de
boel niet stil leggen, want Antwerpen is onze economische motor en daarvoor
moet alles zwichten. Dus zoekt men advocatenkantoren of ontmijners die een
derde piste kunnen verzinnen. Zoiets van we lossen het wel op als we er samen
uit kunnen geraken. En dan sluit men deals die meestal in het voordeel zijn van
het bedrijfsleven en/of de mobiliteit, die koeien die men niet wil slachten. De
rest, meestal het grootste deel, betaalt
de staat, zeg maar de vervuilde mens, die ook nog te horen krijgt dat heel
Vlaanderen wellicht een Pfos probleem heeft, en men zijn eitjes best aan de
kippen voert wat er toe leidt dat men ook de kippen niet meer mag of durft eten.
Wij hadden
in die dagen, rond 2000, de handen vol met Hoboken waar Umicore van de familie
Leysen, al decennialang de omgeving vervuilde met lood waardoor de kindjes in die
wijk steeds te veel lood in hun bloed hadden. Wat blijkt in 2021? Het probleem
Hoboken en Umicore bestaat nog steeds, niettegenstaande jarenlange onderzoeken
die de kinderen volgen, saneringen van gronden in tuintjes van de mensen die er
graag wonen omdat het er goedkoop is, oproepen om geen sla uit de tuin te
nuttigen of nog heftiger, bedrijfsleiders die er niet voor terug schrikken om
de bevolking te vragen hun huizen aan hen te verkopen zodat zij kunnen doorgaan
met hun activiteiten. De zaak moet draaien , de aandeelhouders zijn tevreden en
de bevolking heeft werk.
Hebben we
niet ook meegemaakt dat de asbestproblematiek decennialang onderschat werd en
er rustig op daken in het hele Vlaamse land asbestplaten en leien verschenen.
Zelfs Dehaene die problemen oploste als ze zich voordeden, vond er niets beter
op om op het ogenblik dat duidelijk werd dat men asbest moest verbieden, te
getuigen dat hij er als bestuurder bij Eternit niets over wist. De
asbestproblematiek bestaat nu nog altijd in de vorm van afbraken die door wel
of niet gespecialiseerde bedrijven worden uitgevoerd. In Lembeke dwarrelden
anno 2021 nog asbestplaten en stofjes in het rond op een werf in het dorp,
dicht bij de scholen en bejaardentehuizen, terwijl toch iedereen nu weet dat men
dit goedje met de grootste omzichtigheid dient aan te pakken. Jaarlijks word ik
nog gebeld door mensen die me laten weten dat buren hun daken met asbestleien
laten reinigen met een hoge drukreiniger. Ik bel dan de milieudienst, die in
Kaprijke nog niet bestaat, en de politie die, dat moet gezegd dan de werken
laat stil leggen en een pv opmaakt.
En dan
hebben we het nog niet gehad over de overbemesting, de uitstoot van allerlei
stoffen, glyfosaat dat enkel door landbouwers en professionelen mag gebruikt
worden, de statiegeldperikelen, het nucleaire afval, de normen voor voeding, de
vlees en kaaslobby, de chemische en fijn stof lozingen, de megastallen, de rat
race en de gezondheid, de fastfood en suikerlobby, de vrije verkoop en promotie
van alcohol, de doden op de weg,
In het jaar
van het leefmilieu, 1987, beloofde de toenmalige Minister van Leefmilieu Jan
Lenssens dat de rivieren tegen 2000 schoon zouden zijn. Ik daagde hem uit dan
samen te gaan zwemmen. Het is er niet van gekomen.
Guido
Steenkiste
|