Inhoud blog
  • opdracht: Op zoek naar transcendentie
  • Nieuwe tijden, nieuwe vragen
  • Over de klas waar het niet wil(de) lukken-deel 2
  • Over die klas waar het maar niet wil lukken
  • Weten dat je zo niet moet reageren en toch...
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    godsdienstleerkracht uit de 21e eeuw
    Godsdienstles in de derde graad SO
    23-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het principe van het minste kwaad
    Hoe krijg je het principe van het minste kwaad op een originele manier uitgelegd aan 16-17 jarigen? Die vraag hield me gisteren bezig. Talloze voorbeelden 'uit het leven gegrepen' passeerden in mijn geest de revue. Maar geen enkele zou erin slagen om het zeer heterogene publiek van die bepaalde klas (denk skaters, bodybuilders, bloemenmeisjes en liefhebsters van fantasy-series en groene scouts-jongens in een bonte mengeling tegader en je kan je een beeld vormen van de klasbevolking. Boeiende groep: dat wel. Maar de voorbeelden over dierenproeven in de cosmeticasector zou slechts een kwart van de klas matig kunnen boeien, terwijl het al of niet sluiten van de kerncentrales minstens voor een derde van de klas als flower-power-overblijfsel in de oren zou klinken. En ik wou het écht anders aanpakken.
    Uiteindelijk verdeelde ik de klas op in groepjes van 2, 3 of 4 leerlingen (eigen keuze!) en vroeg hen  om 2 boeiende voorbeelden te bedenken (liefst dicht bij hun leefwereld), die ze wilden voorleggen aan de andere groepjes. Ze kregen 10 minuten om de 2 voorbeelden te bedenken op basis van een theoretische uitleg over dat principe. Het leverde een bont allegaartje van voorbeelden op:
    - plusmama zonder eigen kinderen, adopteert tegen de wil van de biologische moeder de kinderen van haar man (of niet) omdat ze later van haar zouden kunnen erven
    - gebruik van onkruidverdelger in moestuin
    - chiroleider laat groepje van 4 kinderen van ongeveer 7j alleen op kampplaats om met een kindje met allergische reactie naar de dokter te gaan. Als ze de kinderen zou meenemen, dan kan ze zo snel niet op bestemming geraken.
    - verplichte prenatale screening voor ouders met kinderen met erfelijke ziekte, die de gemeenschap veel geld zou kosten
    - transgender: operatie of niet?
    En zo werd er toch goed meegewerkt. 
    Ik vroeg iedereen om kort voor zichzelf op te schrijven wat zij zelf na de besprekingen verstaan onder het principe van het minste kwaad.
    Niemand vroeg: "Moeten we dat kennen voor het examen, mevrouw?".... Oef.

    23-05-2014 om 00:00 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.David en Batseba
    Het verhaal over David en Batseba doet het altijd goed bij vijfdejaars. 
    Meestal vertel ik het eerst en laat ik het hen dan lezen in de bijbel. 
    Soms vraag ik hen het na te vertellen en dan in hun relaas de volgende woorden zeker te gebruiken: begeren, macht, list, berouw, zondaar, vergiffenis. Waar en wanneer ze die woorden in hun relaas gebruiken is van geen belang. Deze keer liet ik hen in groepjes van 3 deze oefening maken. Eén verteller, één actieve toehoorder (die weerwoord biedt) en één verslaggever, die nadien het groepsgesprek consolideert.
    Bij mooi weer is het extra leuk om dit buiten te laten gebeuren. Let wel: het verslag wordt opgehaald en gequoteerd, want anders wordt er over van alles en nog wat gepraat, maar verliest men de doelstelling van de les wat uit het oog.
    De klas waar ik deze oefening deed bestond voor ongeveer 4/5 uit leerlingen, die nog nooit over David (en Batseba) gehoord hadden, dus vraagt het wel enige duiding vooraf. Ik wou heel graag bij een groepje gaan zitten of wat van het ene naar het andere groepje fladderen om te horen wat ze ervan bakten, maar ik hield me in. In plaats daarvan noteerde ik wat ikzelf uit het verhaal geleerd heb en hoe ik het in mijn leven reeds als leidraad kon gebruiken. "Voor evenveel punten als de toets, mevrouw?" Ja, dat moet kunnen. Maar dan dient elk groepje zijn verslag in bij het belsignaal. Geen getreuzel. Daar ging iedereen mee akkoord.
    Het is uitermate boeiend om te lezen hoe leerlingen dit verhaal interpreteren, hoe scherp hun oordeel is over de handelingswijze van David en hoezeer ze zijn berouw een te gemakkelijke kronkel vinden. 

    19-05-2014 om 19:19 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-05-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.over vooroordelen
    In de vijfdes gaf ik het volgende voorbeeld in verband met waardenconflict en rangorde van waarden:
    "Zahdia is onderweg naar haar eerste jobinterview. Ze is reeds 4 maanden full time aan het solliciteren, maar raakte door haar naam Zahdia Dürsikin nooit verder dan de telefoniste. (ZE HAD BETER GESOLLICITEERD ALS SARA JANSSENS). Maar nu heeft ze eindelijk een interview kunnen versieren. Terwijl ze onderweg is naar het interview krijgt ze telefoon van haar oom Mohamed. Ze neemt op (DAT ZOUDEN WIJ EENS MOETEN PROBEREN: TELEFONEREN ACHTER HET STUUR: 50€ KOST ONS DAT, ZEKER?). Haar oom vertelt dat hij hulp nodig heeft: hij had net een ongeval met een vlaamse man en heeft hulp nodig. Hij kan zich niet verstaanbaar maken, hij is in de war etc. (ALS IK EEN ONGEVAL HEB EN MIJN MAN OPBEL, DAN ANTWOORDT HIJ: IK ZIT HIER WEL OP MIJN WERK, HEE. JE KAN DAT TOCH ZELF OPLOSSEN?) Zahdia maakt rechtsomkeert, vergeet het interview, want familie gaat voor, altijd en overal en komt samen met 12 andere familieleden (MOETEN DIE DAN NIET WERKEN???) haar oom uit zijn netelige positie halen."
    Ik had de lachers op mijn hand. Ik kreeg zonder moeite de hele klas mee in het verhaal.
    Nadien vroeg ik hen: "Goed gelachen? Beetje racistisch, toch? Een relaas vol clichés en bevestiging van vooroordelen...: zie je hoe makkelijk het is om een groep welwillende toehoorders mee te krijgen in je verhaal? Ook tijdens politieke debatten gebeurt dit wel eens..."

    Het werd eventjes stil(ler) in de klas...

    13-05-2014 om 17:18 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Toetsen kan je op veel manieren
    In sommige scholen wordt er voor Godsdienst niet getoetst en/of geen examens gegeven. Zelf ben ik daar nooit voorstander van geweest. Naar mijn mening is godsdienstles op school geen catechese (meer) en dien je uit te gaan van de diversiteit van je klasbevolking. Het christelijk referentiekader is bij minstens 80% van mijn leerlingen verdwenen, en ik ben tegenwoordig al blij als ze 3 van de zeven sacramenten kunnen opsommen. Daarom beschouw ik de toetsen en examens soms als gelegenheden om dat soort basiskennis door te geven. Bovendien denk ik dat het ook mijn taak is om leerlingen kennis in verband met het christelijk geloof mee te geven. Maar als godsdienstleraar zijn we ook méér dan experts op ons vakgebied. Ik geloof sterk in het refereren naar het leven zelf (en naar de actualiteit) om de christelijke boodschap van geloof, hoop en naastenliefde mee te geven. De godsdienstleraar is namelijk ook getuige van het christelijk geloof en dat is pas oprecht als dat duidelijk wordt in je manier van leven en in het leven staan. Je kijkt naar de wereld om je heen als gelovige christen en je probeert te vertrouwen op God (geloof),  in de toekomst (hoop) en in je naaste (liefde).
    Daarom heb ik deze dagen voor alle klassen een aantal kranten- en tijdschriftartikels van de laatste weken bijgehouden en hen gevraagd om dit artikel te bespreken vanuit wat ze hebben opgestoken uit de godsdienstlessen. En dat blijkt niet makkelijk te zijn voor 17-18 jarigen. Meer nog: ik zie dat dit vooral de laatste jaren moeilijker is geworden. Een aantal dingen vallen me op: de tekstanalyse van een gewoon krantenartikel is voor één op de 4 à 5 leerlingen een hele klus. Voor zeker 1 op de 3 leerlingen is het erg moeilijk om de boodschap uit een artikel (zelfs met voetnoten en woordverklaring) toe te passen op wat ze zich herinneren uit de les. En toch is het toch dàt wat ik tot doel stel bij de leerlingen: de mogelijkheid om de lessen te duiden tegen de achtergrond van het leven dat zowel individueel verschillend als tijd- en plaatsgebonden is. 9/11 is voor de 17-jarigen van vandaag een gebeurtenis uit hun kleuterjaren. En hoe belangrijk de geschiedenis ook is om het heden te begrijpen: voor de leerlingen is dit al lang geleden gebeurd. Het heden is voor hen vandaag en vorige week. Over vorige maand spreken ze als: een tijd geleden. Zes maand geleden is 'vroeger' voor hen. Dus is het volgens mij belangrijk om met die teksten erg actueel te blijven. En wat lees ik op één van de toetsen? "Een hele tijd geleden werd de euthanasiewetgeving in ons land uitgebreid. In die dagen kwamen er veel verontwaardigde reacties vanuit de hele wereld. Tegenwoordig is alle ophef over de wet al ferm bekoeld."
    Misschien nog even dit: ik los de toetsen ook zelf op en bepaal op voorhand heel strikt wat er zeker moet aangehaald of beargumenteerd worden in hun antwoord. Die verbeter-sleutel krijgen ze mee als ik hun verbeterde toets teruggeef. Voor mezelf is dat belangrijk om de zaken zo objectief mogelijk te quoteren.

    17-03-2014 om 09:03 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geloven is (g)een risico
    In de les van vandaag had ik het over Ludwig Feuerbach en zijn stelling dat God een projectie is van de mens. Enkele leerlingen vonden dit een reden om even dieper in te gaan op de vraag of gelovigen noodzakelijkerwijze ook aannemen dat God mens en wereld geschapen heeft of dat het misschien eerder de mens is die het bestaan van God geconcludeerd heeft vanuit hun eigen bestaan. Is dit dan ook niet een voorbeeld van gelovig zijn? Ik vroeg hen wat een gelovige onderscheidt van een ongelovige. De christelijke waarden van geloof, hoop en liefde als belangrijkste waarden hanteren, je naaste beminnen als jezelf, je vijanden beminden,...  Maar vooral: je leven naar bijbelse waarden proberen te leven. Dat waren de meest gehoorde antwoorden. Eentje zei dat ze dacht dat een christen geen andere waarden heeft dan een ongelovige, maar dat christenen dit doen omdat ze willen leven zoals Jezus het vraagt (dat had ze goed onthouden uit een les van vorig jaar). Er kwam echter bezwaar van iemand die zich Nietzsche herinnerde: dat meisje vond dat de christenen niet ophouden met zelf te denken eens ze beslist hebben om Jezus na te volgen. (geen slavenmentaliteit) Ze zullen bijvoorbeeld wel eens afwijken van de christelijke leer omwille van een hoger goed. Ik vroeg haar om een voorbeeld en ze zei me dat ik ooit had gezegd dat het feit dat je christen bent niet betekent dat je a priori tegen het gebruik van een condoom bent en dat je dat zelfs zou aanbevelen om verspreiding van HIV en andere SOA's te voorkomen. Daarop antwoordde ik dat dat inderdaad klopt en dat geloven volgens mij geen risico inhoudt om zelf niet meer  te moeten denken. Een verkeersreglement belet een weggebruiker toch ook niet om minder dan de maximumsnelheid te rijden, als hij dat veiliger acht. Een meisje was het daarmee niet eens: zij vindt dat geloven wel degelijk een risico inhoudt, want als op het eind van je leven zou blijken dat God niet bestaat dat je dan al die inspanningen hebt geleverd voor niks. Ik vroeg haar of ze zichzelf christen zou noemen. Daarop antwoordde ze bevestigend. Toen vroeg ik haar of ze vond dat ze door te leven volgens de Blijde Boodschap zichzelf een beter mens zou noemen. Ook daarop knikte ze bevestigend. Dan zei ik dat ik het dan toch geen risico vond om gelovig te zijn. Dat heb ik natuurlijk van Blaise Pascal gepikt (en dat ook eerlijk toegegeven). De bel kwam te vroeg. Ik had nog wel het één en ander willen toevoegen. 

    12-03-2014 om 16:10 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mogen christenen eigenlijk gecremeerd worden?
    Een jongen vertelde me vanmorgen dat de zus van zijn grootmoeder overleden is en zal worden begraven. Kort na het overlijden vroeg hij aan zijn grootmoeder of haar zus zou worden begraven of gecremeerd. Ze was verbaasd over de vraag en antwoordde de jongen dat haar zus katholiek is en dus begraven wordt 'omdat crematie niet aanvaard wordt door de katholieken'. De jongen vroeg me of dit klopt. Ik zei hem dat crematie bij de christenen wél is toegestaan, maar dat het argument van het feit dat daarover niks in de bijbel staat soms wordt aangehaald door bepaalde christenen om daaruit te besluiten dat crematie niet zou mogen. 
    Hij vroeg me wat ik zelf denk over crematie. Ik heb hem geantwoord dat ik geloof dat de dood het einde betekent van je aardse bestaan in je aardse lichaam en dat dat lichaam 'tot stof en as zal wederkeren', zoals ons tijdens de asviering wordt geleerd. De tijdspanne waarin ons aardse lichaam tot stof en as wederkeert, is volgens mij niet echt van belang. Ik vind dan ook dat een uitvaart ook  rondom een asurne kan gebeuren, wanneer dit door omstandigheden logischer zou zijn dan de verassing na de uitvaart te laten plaatsvinden.
    Het was meteen ook een gelegenheid om te vertellen wat de betekenis was van aswoensdag, carnaval en veertigdagentijd/vasten, want geen van de leerlingen bleek de zin 'Gedenk dat gij van stof en as zijt en tot stof en as zult wederkeren'. Ook opvallend: niemand van de klas had ooit deelgenomen aan een aswoensdag-viering (ook niet tijdens de vormselcatechese), laat staan dat ze het verband met carnaval ooit hadden gelegd. 
    Is het de taak van een godsdienstleerkracht om dat uit te leggen aan 16-17 jarigen anno 2014? Ik vind van wel. En daarvoor mag het geplande lesonderwerp trouwens even wijken.

    21-02-2014 om 17:48 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Euthanasie voor minderjarigen
    In welke godsdienstles kwam dit niet ter sprake de afgelopen dagen?
    Wellicht in heel weinig.
    Zo dus ook bij mij in de lessen. Twee zaken vielen op:
    1° De meeste leerlingen spreken met een degelijke kennis van zaken, zijn vrij goed geïnformeerd en hebben doorgaans meer dan één klok gehoord of gelezen
    2° Een opmerking wordt met veel schroom en zelfs een beetje emotioneel uitgesproken
    Het is duidelijk: de uitbreiding van de euthanasiewet beroert de jongeren. Ze beseffen ook dat het niet voor niets is dat de internationale pers zo geïnteresseerd was in de stemming van die wet.
    Ook vrij opvallend is dat de meeste leerlingen hun standpunt verkondigen met een ik-boodschap eraan verbonden ('Als ik totaal verlamd zou zijn en niet meer kan genezen, dan...'; 'Als ik zou weten dat de dokters me toch niet meer kunnen helpen en dat kanker mijn lichaam helemaal heeft verwoest, dan...'; 'Als ik mijn familie alleen maar nog tot last zou zijn, dan...',...)
    Hier en daar toch ook een schuchtere getuigenis van een persoonlijke betrokkenheid bij een minderjarige terminale patiënt of van een jongere, die bij een verkeersongeval het leven liet en die ze toch zo graag willen terugzien, ook al is het als anders-valide persoon.
    Een zeer sportieve leerling (een voetballer, voor wie het voetbal zijn leven is) vond dat hij heel zeker is dat hij nooit zou willen verder leven als hij niet meer zou kunnen voetballen en dat zijn ouders hem zouden willen overtuigen van het tegendeel merkte op dat hij het zelf erg egoïstisch vindt als ouders de wens van hun kinderen niet zouden respecteren. 
    In één klas was er een meisje (16 en rad van tong), die elke verdediger van de uitgebreide wet kritische vragen stelde en daarbij nogal fel uit de hoek durfde te komen. Een klasgenote vroeg haar dan ook op een vrij passante manier waarom ze zo fel tegen de wet gekant was en toen zei ze dat ze er 100% van overtuigd is dat mensen nooit volledig zeker kunnen zijn van het feit dat hun leven beter zou eindigen. Ze had het enkele maanden gehoord van een vriend, wiens vader erg ziek was, dat hij en zijn moeder het heel erg vonden dat hun vader zelfs ondanks hun liefde voor hem de moed niet kon opbrengen om tot het laatste te blijven vechten. En volgens haar zijn minderjarigen soms gewoon te radicaal in hun keuzes, zonder rekening te houden met alle omstandigheden. Ik zei toch even dat de vraag om euthanasie altijd een heel proces moet doorlopen en dat de vraag nooit zomaar eenmalig kan worden gesteld. Altijd zal een beslissing worden voorafgegaan door een uitgebreide informatie over de alternatieven. 
    In elke klas heb ik geprobeerd om het gesprek op de inhoudelijke betekenis van wat we het zelfbeschikkingsrecht noemen te brengen en zijn we op zoek gegaan naar wat dit recht eigenlijk vertegenwoordigt. Kunnen we als mens nog wel aanvaarden dat er dingen gebeuren die we niet kunnen controleren, beheersen of naar onze wil omvormen? Is het een teken van menselijk onvermogen als dingen niet beheersbaar en modeleerbaar zijn naar onze individuele verlangens? Is het niet enorm ijdel om te denken dat we heer en meester zijn over het menselijk bestaan?
    Leerlingen denken daar anders over na dan een praktiserende katholiek, om de eenvoudige reden dat het christelijk referentiekader en het geloof in de genade van God niet meer tot hun kennisdomein behoort. Maar sommigen zien het wel enigszins in, hoewel ze eerder spreken over een positief lot of gunstig gesternte dan over de genade Gods. Maar ik wil het hen toch maar even meegeven, al weet ik dat ik stilaan eerder klink als hun bomma dan als hun mama. Want ook mijn generatiegenoten denken er doorgaans anders over dan ik. Dat is geen probleem, zolang we maar de moed hebben om te luisteren naar de mening van anderen en durven ons eigen denken als alleen-zaligmakend te beschouwen. We kunnen als godsdienstleraar toch maar zaaien, is 't niet?

    17-02-2014 om 16:51 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voorbeeldfunctie
    Een schooldirecteur rijdt twee mensen aan, pleegt vluchtmisdrijf, laat zijn zwaargewonde slachtoffer aan haar lot over en wacht vier dagen vooraleer zich aan te geven. Het schoolbestuur stuurt een brief aan de ouders, waarin de ware reden van de afwezigheid van de directeur wordt toegelicht. Volgens Rik Torfs is deze brief van het schoolbestuur de schandpaal, die hierbij voorgaat op het recht. Mw Van Hecke antwoordt daags nadien dat de directeur altijd een voorbeeldfunctie heeft en de school dus het recht had om deze brief te sturen.
    Enkele leerlingen van het zesde jaar hadden de artikels gelezen en gaven Mw Van Hecke volmondig gelijk. Welke leerling zou het gezag van de directeur nog zonder slag of stoot aanvaarden eens ze wisten dat hij een man is die zijn verantwoordelijkheid niet heeft genomen en een zwaargewonde vrouw aan haar lot heeft overgelaten in een poging om zijn hachje te redden? Zelfs indien hij in paniek had gehandeld is het nog schandalig dat hij 4 dagen heeft gewacht om zich te gaan aangeven. De directeur heeft zijn gezagsfunctie hiermee voorgoed kwijtgespeeld volgens de meeste leerlingen. Een directeur moet altijd en overal het goede voorbeeld geven en de juiste manier van handelen voorleven. Ook een leraar moet dit volgens hen doen.
    En toen enkele tegenvoorbeelden. Eén leerling had op een festival een leraar gezien, die een schaars gekleed meisje aan het versieren was. Een andere had leerkrachten bediend op het trouwfeest van een collega en had verschillende leerkrachten gezien die teveel gedronken hadden. Nog iemand anders was op taalkamp geweest met een dochter van een leerkracht van haar vroegere school en dat meisje overtrad voortdurend alle regels die de kampleiding had opgelegd. Iemand had op een technogebeuren een secretariaatsmedewerker uit de bol zien gaan en was daardoor duidelijk nog zwaar aangeslagen. 
    Ook positief nieuws: een leerling wist hoe een leerkracht een oud-leerling enkele jaren geleden had getroost bij het pukkelpop-drama en die onder haar hoede had genomen om de trein naar huis terug te nemen.
    Verhalen genoeg.

    Eén duidelijke onderliggende boodschap: leerkrachten moeten mensen zijn waar leerlingen kunnen naar opkijken en moeten zich bewust zijn van hun opvoedende taak, die niet eindigt als ze de schoolpoort achter zich toetrekken.

    Zesdejaars. Over enkele maanden maken ze hun studiekeuze. Zijn er onder hen die denken aan een lerarenopleiding. Twee aarzelende vingers worden opgestoken. Hoe reageren zij op deze opmerkingen?
    Een meisje trekt haar schouders op en zegt dat ze denkt dat leerlingen altijd over leerkrachten zullen roddelen en dat je je daar bewust moet van zijn als je voor de klas wil staan. Je zorgt er dan maar beter voor dat je gedrag onbesproken blijft. Het andere meisje zei dat ze wel vindt dat leerlingen veel strenger oordelen over leerkrachten dan over anderen en dat dit in feite niet eerlijk is.
    Eén van de voorbije lessen had ik hen verteld dat Socrates zijn eigen versie van de gouden regel gaf toen hij zei dat een mens altijd zo moet handelen zoals hij denkt dat het hem niet boos zou maken als hij door iemand op die manier behandeld zou worden. Dit was blijven hangen, want een pientere leerlinge zei dat ze er zeker van is dat iedereen vluchtmisdrijf laf vindt en dat ze van iemand in een gezagspositie al zeker niet zou kunnen hebben dat die vluchtmisdrijf pleegt en zo zijn verantwoordelijkheid ontvlucht. Dat zou haar heel erg boos maken. 
    Het verwachtingspatroon van leerlingen ten opzichte van hun leerkrachten is dat ze hen het goede voorbeeld geven, moreel verfijnd denken en handelen, rechtvaardig zijn en hun verantwoordelijkheid opnemen: altijd en overal. 
    Ik bedenk stilletjes dat ik blij ben dat ik dit niet wist toen ik als 22-jarige voor het onderwijs koos. Het was vast een te zwaar juk geweest op mijn schouders. Nu snap ik des te meer dat ik niet meer dan mijn best kan doen en dat je als leerkracht (misschien nog meer dan in een andere functie?)moet proberen altijd de ander te behandelen zoals ik zelf zou willen behandeld worden, zelfs wanneer die ander niet bepaald mijn vriend kan worden genoemd. Hmm, waar heb ik dat nog gehoord...

    14-02-2014 om 14:55 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mama en Peter Pan in de klas
    Jaren geleden sprak een directielid me aan over het feit dat hij me over de middag had gezien in een klaslokaal met een leerlinge, die even wou praten. Hij zei me dat ik dringend moest leren dat ik leerkracht ben en op school geen moederfiguur moet proberen te zijn. Het meisje in kwestie had me gevraagd of ik even tijd had voor haar. Ze zat met een heleboel muizenissen en wou daar met iemand over praten. Ik weet wel dat CLB en zorg-coördinatoren deze taak vervullen, maar ik zeg geen nee als leerlingen mij vragen voor een gesprek. Toen niet en nu niet. 
    Zien de leerlingen mij als een moederfiguur? Misschien wel. 
    Is dat een probleem? Voor mij niet. 
    Kan dat leiden tot rolverwarring? Dat lijkt me mogelijk, maar ik heb er zelf nog nooit last van gehad. 
    25 jaar onderwijs heeft me geleerd dat leerlingen maar naar je toe komen als ze voelen dat ze hun verhaal aan je kwijt kunnen en dat ze hierbij niet van je verwachten dat je dan op schools vlak meteen van alles door de vingers gaat zien. De keren dat dit wel gebeurde kan ik op 1 hand tellen. 
    Na de kerstvakantie merkte ik dat een jongen uit het laatste jaar erg down was. Hij is iemand die lijdt aan het Peter-Pan-syndroom: hij is zo'n jongen, die nog niet weet wat hij over enkele maanden wil gaan studeren en die eigenlijk geen zin heeft om nu al volwassen beslissingen te nemen. Niet zelden laten die jongens hun schoolijver varen en maken hun punten een diepteduik. Zo ook bij deze 18-jarige jongen. Zijn kerstrapport las als een thriller. En na de kerstvakantie zat hij als een zombie in de les. Na de les vroeg ik hem of alles oké was en hij schudde zijn hoofd. Het huilen stond hem nader dan het lachen. Ik bleef met hem in het klaslokaal en met horten en stoten vertelde hij dat het echt slecht met hem ging. Hij kon amper slapen of eten, waardoor hij doodmoe in de klas zat. Tijdens de vakantie had hij zich op een avond zo bezat, dat hij zich als een oen had gedragen en sommigen van zijn 'vrienden' hem nu straal negeerden (en zelfs belachelijk maken). Hij was niet uitgenodigd op een verjaardagsfeestje waar hij normaal wél zou gevraagd worden, zijn rapport was oorzaak van ruzie thuis en scherpe opmerkingen van de familie etc. Dit alles bezwaarde hem zo erg dat hij zich op het perron van het station had staan afvragen wat er zou gebeuren mocht hij zich voor de trein werpen. Hij huilde daarbij zo erg dat ik als gewone leek ook wel kon opmaken dat hij wellicht depressief was. Hij vertelde zelf dat hij zich eigenlijk al maanden heel slecht voelde. Eigenlijk al sinds zijn vriendinnetje het had uitgemaakt. 
    Ik vroeg hem of hij daarover al met zijn ouders of iemand anders had gesproken. Hij durfde niet. Zijn (gescheiden) ouders waren allebei boos om zijn slechte resultaten, zijn vrienden lieten hem links liggen omwille van zijn drankmisbruik op dat ene feestje, zijn klasgenoten vroegen niet hoe het met hem gaat enzovoorts. En toen zei hij dat hij er eigenlijk wel heel graag wou over praten en dat hij blij was dat ik hem had gevraagd of alles wel goed met hem ging. De bel had echter aangegeven dat de pauze voorbij was en we moesten allebei naar de les. Ik vond echter dat ik het niet hierbij kon laten en vroeg hem nadrukkelijk om een afspraak te maken met de zorg-coördinator of het CLB. Hij haalde zijn schouders op. Ik drong aan dat hij met zijn moeder zou praten over hoe hij zich voelde, zodat hij eventueel via de huisarts gerichte hulp kon zoeken. Hij vreesde echter dat zijn moeder en stiefvader hem niet au sérieux zouden nemen. En toen vroeg ik of hij graag had dat ik eens met zijn moeder sprak. Hij keek me dankbaar aan en gaf me meteen haar mobiel telefoonnummer. Ik maakte een nieuwe afspraak met hem voor tijdens de middagpauze de dag erna en ik ging naar de les.
    's Avonds belde ik zijn moeder op. Ik maakte me bekend en zei dat ik geen enkel mandaat had vanuit de school om haar te contacteren, maar dat ik vrij instinctief handelde, van mama tot mama als het ware. Ik drukte mijn bezorgdheid over de gemoedsgesteldheid van haar zoon uit. Ze zei me dat ze blij was dat ik haar contacteerde en dat ze zelf ook al enkele weken het gevoel had dat haar zoon met een depressie kampte. Ze zei me dat ze het zo erg vond van haarzelf dat ze desondanks zo boos was geweest om zijn slechte kerstrapport. Ik zei haar dat ik heel goed begreep dat ze eigenlijk teleurgesteld was en voor hem zelf zo hard hoopte dat hij zich zou herpakken, zodat hij bovenop zijn mentale toestand niet nog eens een jaar zou moeten overzitten ook. En dat we als ouders heel vaak iets anders zeggen dan we bedoelen en ons op een onbeholpen manier uitdrukken en eerder kwaad worden uit gevoel van onmacht dan uit woede. 
    In elk geval wist de jongen me enkele dagen later te vertellen dat hij gestart was met anti-depressiva en dat de dokter gezegd had dat hij zich over enkele weken normaal gezien beter zou gaan voelen.
    Dat is nu ongeveer een maand geleden.
    Gisteren sprak ik de jongen weer aan. Het gaat nog steeds niet goed met hem, zei hij me. Hij vraagt zich af of die pillen wel werken. Hij combineert het wel met wekelijkse gesprekken bij een psycholoog, maar het lukt hem niet om zijn hart uit te storten bij die man. 
    Ik zei hem dat dat ik dat jammer vind en dat hij misschien eens met de huisarts moest overleggen of hij niet beter met iemand anders kon gaan praten. Hij zal dit één dezer dagen doen, zei hij me.
    En toen bedankte hij me dat ik zo met hem begaan ben. En omdat ik als ik met hem praat me veel meer opstel als moederfiguur dan als leerkracht en dat hem dat vertrouwen inboezemde. 
    Moet ik de mama thuislaten en als leerkracht naar school komen? In dit geval niet zozeer, me dunkt.

    11-02-2014 om 14:17 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geloofsopvoeding
    In de les over de Post-Kritische Geloofsschaal van professor D. Hutsebaut legde ik uit dat veel kinderen in de basisschool letterlijk gelovigen zijn en dat ze -eens in staat tot symbolisch denken- kunnen evolueren naar om het even waar in het schema. Ik gaf vele voorbeelden, waarvan ik dacht dat de meeste leerlingen zichzelf zouden kunnen herkennen. Een jongen vroeg me of ik geloofde dat ouders hun kinderen kunnen opvoeden als gelovigen in de wereld van vandaag, als diezelfde ouders niet meer praktiserend zijn. Ik zei dat ik ervan overtuigd ben dat opvoeden het goede voorbeeld geven is en dat in die zin geloofsopvoeding kan bestaan in praktiseren, in het voorleven van christelijke waarden, in het aanscherpen van het metafysisch denken van kinderen en pubers, in het getuigen van het persoonlijk geloof in Jezus en Zijn boodschap etc. De jongen vergeleek het zelf met het opvoeden in kunst en cultuur: kinderen van ouders, die hen meenemen naar tentoonstellingen, theater, film en dergelijke zullen die weg naar cultuur ook makkelijker zelf vinden, maar er zijn ook mensen, die zelf geïnteresseerd raken in kunst en cultuur, ook al zijn ze niet kunstzinnig opgevoed. Misschien is dat hetzelfde met het geloof, dacht hij. Een andere leerlinge pikte daarop in dat er het verschil toch wel te vinden is in de manier waarop je omgeving reageert op religie: cultuur heeft in de wereld van vandaag een groter draagvlak dan de christelijke godsdienst. De Kerk moet haar imago afstoffen en opfleuren. Volgens sommige leerlingen is paus Franciscus daarmee bezig. Anderen geloven dat het daarvoor te laat is, want hun generatie heeft nog maar zelden echt een band met de Kerk of met het geloof (waar hun ouders dat wél nog hadden). Ze zijn zelf vaak gedoopt en gevormd om de grootouders gunstig te stemmen. Ik vroeg wie ooit al met één van hun ouders gepraat hadden over hun geloof of ongeloof. Merkwaardig genoeg (of toch niet?) praten ouders met hun kinderen eerder over waar ze niét in geloven dan waar ze wel in geloven. 
    En toen vroeg ik de leerlingen om eens op te schrijven wat de inhoud is van hun eigen geloof of ongeloof. Natuurlijk antwoorden 3/4 van de leerlingen 'ik geloof dat er iets-is, maar...'. Het ietsisme bestaat volgens mij ook in het omschrijven van het verschil tussen een kunstig werkje en een kunstwerk: ze willen er ook 'iets meer' in ontdekken. Maar wat dat 'iets' dan wel is, blijkt moeilijker in woorden te vatten. 

    04-02-2014 om 16:36 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.reken je dit fout op toets?
    - De tempel is de badplaats voor de joden
    -De dorstigen loven is een werk van barmhartigheid

    Ach, het scheelt telkens toch maar één lettertje he. Ik reken het gewoon goed. Mijn eigen zoon heeft een tekort voor Godsdienst, 'maar dat ligt aan die leerkracht, die veel te streng verbetert.'. Oke: ik reken het bovenstaande goed. Wat is tenslotte dat ene lettertje...



    01-02-2014 om 11:09 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bestaat God? God bestaat./!/...
    In de zesdes  (terrein Grondervaringen en geloof) liet ik de leerlingen in het begin van de les zelf kiezen wat ze in hun agenda schreven:
    - Bestaat God?
    - God bestaat.
    - God bestaat!
    - God bestaat...
    Dat waren de vier mogelijkheden. Op het programma stond een column van Rik Torfs uit de Standaard van donderdag 10 december 2009. Kei-goede column vind ik dat. Maar goed: ik ben bevooroordeeld. Rik Torfs en die andere vaste columnist uit DS (Oscar Van den Bogaard) slaan volgens mij zelden de bal mis. Ze weten heel goed wat speelt en leeft in mens en wereld. Ze houden van mensen. Ze hebben respect voor mensen hun geloof, hun zoeken of hun ongeloof. Ze beschrijven de wereld op een manier die je nooit doet huiveren. Ze geloven wellicht in de goedheid van elke mens. 
    Over deze column ging de les dus:

    De Standaard, donderdag 10 december 2009                    

    Dat was de titel van een schitterend boek van Hans Küng uit 1978. Aantal bladzijden: 852. Te veel? Misschien. Laten we dus het bestaan van God niet in een boek, doch in een column behandelen. Vlug. Want we hebben andere dingen te doen. Vraag: bestaat God? Antwoord: ik ben niet helemaal zeker, maar ik denk van wel.

    Beschrijving: Unknown-1

    Ik weet het, dat antwoord druist in tegen het volksgeloof van de gemiddelde Vlaming die een beetje heeft doorgeleerd. Die is niet onzeker, doch zeker dat God niet bestaat. Ik vind dat evidente ongeloof te simpel, precies zoals het vanzelfsprekende godsgeloof dat in het verleden was. Soms heb ik de indruk dat wij Vlamingen, en waarschijnlijk zijn Walen en Brusselaars geen haar beter, elke gelegenheid aangrijpen om niet te hoeven na te denken.

     

    Zowat een halve eeuw geleden was iedereen katholiek. Dat was je geraden. Om in het landelijke Vlaanderen van die tijd openlijk de kerk te tarten, moest je een dapper mens zijn. Broodroof dreigde, sociale uitsluiting, en meer van dat fraais. Tegelijk was het erg praktisch om tot de kerk te behoren. Hoe dat precies zat met de Heilige Drievuldigheid, en op welke wijze Maria haar maagdelijkheid beleefde, daar bestonden experts voor. Gewijde heren die stonden te popelen om in onze plaats deze vraagstukken te doorgronden. De katholiek was van verder denken vrijgesteld. Het leven werd er alleen maar gemakkelijker door.

     

    Vandaag is de kerk bij ons een randfenomeen geworden. Wie durft zich op een feestje nog katholiek te noemen tenzij hij, naar aloude katholieke traditie, gedronken heeft? Vrijwel niemand. Want de katholiek moet zich verantwoorden. Wablief, hoor ik het goed, gelooft u nog in God? Zoals: gelooft u nog in Sinterklaas? Nooit hoor je iemand vragen: gelooft u al in God? Geloof is blijkbaar iets dat je alleen maar kunt verliezen. Ongeloof is vooruitgang. De mens die rationeel nadenkt en zijn angsten heeft overwonnen, rest niets anders dan het ongeloof. Vreemd vind ik dat. Want wie nadenkt, moet beseffen dat hij niet kan bewijzen dat God bestaat, maar evenmin dat hij niet bestaat. Waarom kun je trouwens in God geloven? Omdat je nooit zeker bent. Ben je wel zeker, dan wordt geloof kennis, en houdt het dus op geloof te zijn. Het geloof is een antwoord op het niet weten. Het ongeloof is dat ook. In die zin verschillen ze weinig van elkaar.

     

    Maar als u vandaag rustig wil leven, beveel ik toch eerder het ongeloof aan. Als er geen God bestaat en geen hiernamaals, als er alleen is wat wij zien en waarvan wij het bestaan wetenschappelijk kunnen verklaren, wordt de wereld immers eenvoudiger. We kunnen hem dan heel precies in kaart brengen. Illusies moeten we ons niet maken, laten we bescheiden doch resoluut van het leven genieten. Hoe kleiner iemands geloof, hoe minder kans hij maakt erin te worden ontgoocheld. Vergelijk het met de liefde: na een gestrande relatie roept de gekwetste mens vaak stoer uit dat hij er nu wel zeker van is dat liefde niet bestaat. Maar eigenlijk zegt hij: ik ben bang om ook een volgende keer in mijn diepste dromen te worden ontgoocheld. Liever helemaal geen liefde dan liefdesverdriet.

     

    Nog een reden om het ongeloof aan te hangen: het garandeert u een veilige stek in de maatschappelijke mainstream. U hoeft uw keuze niet te verantwoorden. U bent van elk verder denken vrijgesteld. U bevindt zich dus in exact dezelfde positie die de katholiek een halve eeuw geleden zoveel comfort verschafte.

     

    Ik heb diep respect voor gelovigen en ongelovigen die blijven nadenken over een vraag waarop zij het definitieve antwoord niet zullen vinden. Ik heb ook respect voor gelovigen en ongelovigen die met nadenken zijn gestopt of er nooit mee zijn begonnen, maar minder. Ware er niet die onuitroeibare christelijke zakkerigheid, ik had er wellicht geen.

     

    De beste godsdienstles die ik ooit kreeg was in de vierde klas van de lagere school. 1966. De onderwijzer, die ik slechts matig liefhad, gaf een overzicht van de verschillende kerken en godsdiensten. Protestanten, hindoes, moslims. Daarna blikte hij manmoedig de klas in en vroeg op lichtjes bezwerende toon: 'En, wie heeft er nu gelijk?' Niemand gaf een krimp. De stilte duurde lang genoeg om twijfel te zaaien. Dan zei de meester: 'Ik zal het jullie zeggen. Wij.' Hij produceerde een spotlachje, en ving onmiddellijk met een les over het metriek stelsel aan.

     

    Tot op vandaag bewonder ik de manier waarop hij zijn ongeloof beleed.

     De klas bestaat uit 15 jongens en meisjes, die voor de overgrote meerderheid gedoopt (en gevormd?) zijn, 12 jaar katholiek onderwijs hebben gevolgd, maar nog zelden in een kerk komen. De evidente vragen zoals "Moet je een christen zijn om een goed mens te zijn?", "Hoe kan je nog geloven in de kerk na alle schandalen van de laatste jaren?", "Waarom spreekt de paus zich uit over huwelijksmoraal, terwijl hij zelf celibatair is?", "Zou de huidige paus niet toestaan dat vrouwen gewijd worden tot priester?",... hebben de revue gepasseerd in de afgelopen anderhalf jaar. Deze klas is volgens mij een groep jonge mensen, die toch nog willen zoeken naar waarom mensen geloven en -hoewel ze het wellicht niet luidop zullen zeggen- eigenlijk wel respect hebben voor het feit dat hun godsdienstleerkracht méér dan alleen maar zedenleer-met-een-christelijk-sausje-aan-de-kant komt geven en de Bijbel wel degelijk ter sprake brengt. Ik vond dat deze column perfect aansloot bij vragen waarmee ze (tijdens mijn lessen dan toch) bezig zijn. 

    Een meisje vertelde na het lezen van de column dat ze onlangs nog moest uitleggen waarom ze gekozen had voor de scouts, die verder van haar woonplaats hun lokalen hebben dan die groep van FOS, die praktisch in haar achtertuin samenkomen. Haar ouders zijn zelf oud-scoutsleiders en kozen 10 jaar geleden voor de katholieke scouts vanwege hun goede herinneringen aan hun scoutsjaren, waarbij ook plaats was voor eucharistievieringen, het avondlied, het beloftelied, deelname aan christelijke acties zoals Broederlijk Delen en Welzijnszorg. De meeste van die zaken hebben ondertussen wel aan belang ingeboet, maar ze vindt het toch leuk om het oude hemd van haar vader aan te trekken, met daarop de insignes van de jaren '80, die nog duidelijk refereren naar de christelijke inspiratie volgens haar. 


    Een ander meisje had enige tijd geleden een gesprek opgevangen tussen jongere leerlingen, die zegden dat ze later voor de kerk willen trouwen omdat zo'n belofte voor een priester in een kerk zoveel echter lijkt dan voor een burgemeester. Het had haar zelf doen nadenken over wat zij zelf zou kiezen en ze had het gevoel dat ze dit eventueel wel zou moeten verantwoorden voor haar vrienden, die voor het merendeel de kerk een instituut van lang vervlogen tijden vinden.
    Ze vroegen mij of ik nog naar de mis zou gaan als ik geen godsdienstleerkracht ben. Daar kan ik natuurlijk niet zomaar op antwoorden, om de eenvoudige reden dat ik het wel ben. En met veel plezier. Ik wil wel een eucharistieviering bijwonen, waar het geloof in de blijde boodschap van Jezus centraal staat, die me doet nadenken over mijn manier van in het leven staan. Geen woorden zonder de praxis als het ware. Maar dat zou ik wellicht ook belangrijk vinden als ik in een restaurant zou werken of als ik verpleegster was. Dus denk ik dat ik wel een praktiserende christen zou zijn. En dat ik van de ene geloofscrisis in de andere rol zou wellicht ook dan niet anders zijn, al zouden de gevolgen van een eventuele uitmonding in 'de mens heeft God geschapen en niet andersom' dan minder grote consequenties voor me hebben dan nu (want godsdienst geven als ongelovige: daar bedank ik voor. Het lijkt me zoiets als een turnleraar die sporten haat of een leerkracht esthetica die nooit een tentoonstelling bezoekt).
    Op het einde van de les vroeg ik de leerlingen of ze nog steeds hetzelfde lesonderwerp in hun agenda zouden schrijven nu. Gelukkig was dat voor het merendeel wel het geval. Ik mag gerust zijn: er zijn geen potten gebroken of zieltjes bekeerd.
    Wat ze nu precies geschreven hebben weet ik niet en dat is maar goed ook.


    24-01-2014 om 15:24 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De astatoeage
    In de Standaard staat deze week een artikel over astatoeages, waarmee je je dierbaren (zelfs ook huisdieren blijkbaar) voor eeuwig dichtbij je kan dragen. Ik bood dit artikel aan ter discussie. En gediscuteerd werd er. 
    Er zijn voor- en tegenstanders van tattoos onder 17-18-jarigen, dat is duidelijk. Er zijn veel tegenstanders van tattoos die as van een dierbare overledene bevatten. De meeste leerlingen vinden het luguber, morbide, pervers zelf. Sommigen vinden het een mooi gebaar (je bent door het overlijden getekend voor het leven). Enkelen vinden het intenser dan het tatoeëren van iemands naam op je lichaam. 
    In elk geval waren de meningen grondig verdeeld. 
    In het artikel ging het ook over nieuwe vormen van rouwverwerking en de plaats die een asurne daarin kan innemen. En op dat punt waren de verhalen eigenlijk nog specifieker. Vele leerlingen uit de derde graad hebben nog nooit (of toch niet dat ze zich herinneren) een kerkelijke uitvaart bijgewoond. Meestal kwamen ze alleen in een crematorium en was de uitvaart een lofzang op het leven van de overledene. Over hiernamaals of verrijzenis wordt daarbij niet gesproken volgens de leerlingen. Er is weinig plaats voor geloven in de ritus rond de overledene. In het verlengde van dit aanvoelen zijn er leerlingen die vinden dat de overlevenden het recht hebben om de gedachtenis aan hun dierbaren levendig te houden op de manier die hen het beste ligt, en dat kan bijvoorbeeld in een tattoo zijn. 
    Ik vroeg welke verwantschap ze nodig achten om het ontvangen van een beetje as van de overledene te verantwoorden. Dat bleek heel ver te gaan: partner, ouders, broers, zussen, grootouders, kleinkinderen en vrienden behoren zeker bij de 'rechthebbenden'. Toen ik opperde dat het stoffelijk overschot van de overledene op die manier wel in 20 delen kan worden verdeeld gingen er stemmen op om er een limiet op te zetten (bvb max 5 deeltjes). 
    Ik vroeg of de toestemming van de overledene zelf om vereeuwigd te worden in een tattoo noodzakelijk was. Een jongen zei dat hij het noodzakelijk vindt dat iemand daar eerst toestemming voor had gegeven. Ik kon het niet laten dat ik -mocht ik zelf die toestemming willen geven- ook esthetische eisen zou stellen ("ik wil niet herdacht worden in een doodskop op iemands bovenarm", waarmee ik meteen weer de lachebekjes van voer voorzag).
    En toen vroeg ik of het volgens hen te maken heeft met mijn leeftijd dat ik nog graag een graf of urne-steen heb, waar ik ten gepaste tijden bloemen kan neerleggen en een stil gebed kan doen of een gesprekje kan gaan voeren. Ze zijn te goed opgevoed, mijn studenten , om dit te beamen. Maar ik zei ook dat ik, als ik het kerkhof waar mijn dierbaren rusten, passeer, ik vaak moet denken aan het bijbelvers 'Laat de doden de doden begraven' en dat dit vers voor mij ook betekent dat de overlevenden de draad van het leven weer mogen opnemen, en het verdriet en de rouw letterlijk een plaats mogen geven. 
    Zelf wil ik liever niet eindigen op iemand arm, eerlijk gezegd. En ook niet op de schouwen van al mijn kinderen (als ze die al zouden hebben). Laat mij maar tot stof en as weerkeren op de manier die mijn nabestaanden het meest aanvaardbaar, ecologisch en menselijk draagbaar achten. Ze zijn verstandig genoeg om me niet in een vuurpijl te stoppen of rond hun nek te dragen. Ik hoop alleen dat ik een plaatsje in hun hart mag houden.

    22-01-2014 om 16:09 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De zeven werken van barmhartigheid
    De zeven werken van barmhartigheid kwamen ter sprake in de les. Driekwart van de klas (5e jaars) hadden er nog nooit over gehoord. Tenminste dat dachten ze. Toen iemand opperde dat hij alleen 'de dorstigen laven' kende, bleken enkelen toch ongeveer te weten waar het over ging.
    Eerst probeerde ik via de betekenis van het woord 'barmhartigheid'. Dat was een moeilijke. Ik vroeg dan maar of iemand voorbeelden kon bedenken van een barmhartige. En ja hoor: de barmhartige Samaritaan bleek bekend en de betekenis van het oubollige adjectief zou met enige zin voor deductief denken 'meer voor iemand doen dan verwacht' kunnen betekenen, of ook 'goedheid in overvloed'. Daar kon ik mee leven.
    Zo kwamen we op het zoeken naar welke de zes andere werken van barmhartigheid wel zouden kunnen zijn. De hongerigen spijzen kwam vrij vlot. Na veel zoek- en denkwerk, met soms hilarische resultaten (bijvoorbeeld: de kouwelijken verwarmen, de angstigen geruststellen, de daklozen bij je laten logeren, de dommeriken onderwijzen) kwam het derde werk op het bord, met name de naakten kleden. Maar dan bleef het stil.
    Ik stelde voor dat iemand het eens zou opzoeken in de bijbel (ik had zelf snel opgezocht waar precies in het evangelie ze dat konden vinden, want jammer genoeg is mijn parate kennis op dat vlak ontoereikend) en toen werden er zes gevonden. Het zevende werk van barmhartigheid (De doden begraven- cfr het boek Tobit) werd in de middeleeuwen door de paus toegevoegd. 
    De leerlingen vonden dit geen oubollige boodschap (ik blij!), want eigenlijk zetten duizenden vrijwilligers zich dagdagelijks in voor 1 of meer van die werken in diverse organisaties, al dan niet uit christelijke hoek. Er werden voorbeelden opgesomd van 'goede werken', die beantwoorden aan elk van de zeven werken, wat bij het ene werk al wat vlotter lukte dan bij het andere. Ik was een tevreden godsdienstleerkracht na afloop. Eén van de leerlingen merkte het op: 'U vond het een leuke les, hé mevrouw?'
    'Ja, ik vond het tof.'
    Tot volgende week!

    14-01-2014 om 17:58 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een goed begin
    Leerlingen, die een slecht kerstrapport naar huis brachten, proberen vaak een C-attest te voorkomen door voor 15 januari van richting te veranderen. Dat is zeker het geval in het 5e middelbaar. Zelden is dit een keuze, waar ze zelf erg positief tegenover staan. Meestal is het ingegeven vanuit een negatieve ervaring met een bepaald vak of met de aanpak van een leerkracht. Wanneer leerlingen (en hun ouders) die stap toch nemen is de eerste maandag na de kerstvakantie eigenlijk ook een beetje een eerste schooldag, met dat verschil dat het kind in een reeds gevormde groep komt, zich niet zelden minderwaardig (want hij/zij heeft gefaald) voelt en niet kan terugvallen op klasgenoten die ook nieuw zijn in de groep. Als bovendien de leerkrachten dan nog eens reageren in de zin van "Ga je het hier nu nog eens proberen?", "Denk je dat je hier (nog) minder gaat moeten studeren?", "Kon je dit niet beslissen in september?", "Gaat het je nu wel lukken, denk je?" en dergelijke opmerkingen meer, dan is dit niet zo goed voor het zelfbeeld van deze jonge mens. 
    Hoe kan je voorkomen dat dit toch gebeurt? Ik weet het niet. Je bent immers als leerkracht  Godsdienst ook maar gewoon een collega en van moreel gezag vanwege je ambt kunnen we anno 2014 ook al lang niet meer spreken. 
    Ik probeerde het vanmorgen op de volgende manier. Een collega vertelde tijdens de pauze dat ze maar liefst twee nieuwkomers had in haar klas en dat ze er alvast niet erg enthousiast uitzagen: ze hadden bijvoorbeeld al geen handboek en geen extra schrijfpapier bij. Ik vroeg haar of ze tijdens de vakantie nog iemand hadden kunnen contacteren van binnen de school of dat ze met iemand hadden kunnen spreken. Niet dus (wist ik wel, maar ik hoorde het graag nog eens bevestigen). Staat er ergens online enige informatie omtrent de benodigdheden voor elk vak? Ook niet? Tja, dan denk ik dat ik het ook niet zo goed zou weten. Hadden ze wel een uurrooster? Die hadden ze wel op het internet kunnen achterhalen? Dan kunnen we daar misschien ook meteen werk van maken om daar de nodige gegevens aan toe te voegen? Of we kunnen de nieuwkomers het eerste lesuur een coach bezorgen, die de nieuwe klasgenoot wegwijs kan maken? Of misschien moeten we de nieuwe titularis nog tijdens de vakantie contact laten opnemen? Vooral dit laatste lokte protest uit aan de tafel. Ik zei dan maar dat het systeem van nu (namelijk de nieuwkomer een weekje respijt geven om zich aan te passen) misschien wel het makkelijkst is vanuit ons standpunt; maar dat het in het geval van de leerling-met-de-gekende-bagage wellicht niet de best mogelijke kansen biedt om een goede eerste indruk te maken. Ik voelde me uiteraard wel de collega met het belerende vingertje, maar het is toch blijkbaar af en toe eens nodig om mensen te herinneren aan de noodzaak om zaken eens vanuit een ander perspectief te bekijken. Een oudere collega glimlachte gemoedelijk in mijn richting. Hij was duidelijk ook al eens (in familiekring?) met een gelijkaardige situatie geconfronteerd geweest. Hij voegde eraan toe dat we de nieuwkomer in de eerste weken eigenlijk best alleen maar bemoedigen en steunen, zodat zijn of haar zelfbeeld opnieuw in balans kan komen. In de wandelgangen vertrouwde hij me toe dat hij dat soort mildheid had geleerd van zijn vrouw, die verpleegster was geweest: een zorgbehoevende is beter geholpen met een verzorgende aanpak dan met een vermanende. 
    Onzekere leerlingen zijn zorgbehoevenden. Ze weten meestal zelf heel goed waar het is misgegaan. Aan het waarschuwende vingertje hebben ze ongeveer evenveel nood als aan een zoveelste verwijt. Een duwtje in de rug of schouderklopje doet echter wonderen.

    06-01-2014 om 14:42 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerstmis vieren
    Tijdens de homilie van de kerstviering zei de pastoor dat het kerstfeest soms een beetje is als naar een verjaardagsfeestje gaan en met iedereen een praatje slaan, maar de jarige zelf eigenlijk een beetje vergeten of verwaarlozen. Kerstmis is het grote verjaardagsfeest van Jezus. We zijn allemaal genodigden. We willen maar al te graag de waarden van warmte, liefde, vergevingsgezindheid, zorg voor de minstbedeelden, gastvrijheid, gezelligheid enzovoorts koesteren in deze donkere dagen, maar we vergeten misschien wel waarom deze waarden voor christenen zo belangrijk zijn. 
    Op Kerstavond was een item in het Journaal: men wilde even stilstaan bij de oorsprong van het kerstfeest en bij waar het eigenlijk om draait. Ik verwachtte een Syrisch vluchtelingenkamp of een opvangcentrum voor daklozen in de Brusselse binnenstad. Maar nee: we zagen een ijsdorp in China, waar een prachtig ijspaleis van de kerstman was opgetrokken, in een ijsdorp dat ter gelegenheid van het chinese nieuwjaar in deze dagen wordt opgebouwd en nu dus een extra attractie telt.
    Jij hebt vast ook al tijdens de les opmerkingen gekregen dat de christelijke waarden ook algemeen menselijke, humanistische waarden zijn en vanwaar die meerwaarde komt, die christenen er aan geven. Ik antwoord meestal iets in de zin van eens te kijken naar de inspiratie van waar die waarden uitgaan. Voor christenen is dat Jezus Christus en Zijn Blijde Boodschap: een solide levenswijze, die vaak haaks staat op het 'go-with-the-flow'-gebeuren van alledag. Jezus vraagt ons niet altijd de makkelijkste weg te kiezen. Hij heeft ons geleerd dat we gelukkiger zullen worden als we consequent kiezen voor de kant van de zwaksten en bereid zijn om evenveel van de ander te houden als van onszelf. 
    Toen er vorig jaar een alternatieve kerstboom werd opgetrokken op de Brusselse Grote Markt was er heel veel kritiek te horen. Tradities zijn er om in ere te houden. Je moet niet zomaar alles overboord gooien. Het is goed om vast te houden aan bepaalde gewoontes en gebruiken. Laten we dan als christenen vasthouden aan deze mooie traditie, gewoonte, gebruik of filosofie: we vieren Jezus' verjaardag, herdenken de dag van Zijn geboorte op een plaats waar niemand Hem ruimte kon geven, tenzij bij hen, die niks hadden. Ook 2000 jaar later mogen we niet vergeten dat de jarige ons iets te vertellen heeft dat al het andere omvat van wat we op Zijn feest te horen krijgen: we moeten van elkaar houden, arm of rijk, ziek of gezond, oud of jong, onaangenaam of sympathiek; want alleen zo maken we werk van Gods Rijk en bouwen we aan een wereld van vrede, goedheid, vriendschap, vreugde en bovenal van warme liefde voor elkaar. 
    Met deze boodschap wil ik graag mijn eerste lessen van 2014 beginnen.
    Zalig Kerstfeest.

    26-12-2013 om 09:35 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.hier mag het toch even
    Dat je examenblunders niet al te herkenbaar of traceerbaar mag openbaar maken, dat kan ik begrijpen. Maar hier mag het toch even, omdat ze zo leuk zijn, vind ik...
    - De pastoor staat aan het hoofd van een parodie ...
    - Sommige mensen worden liever geculmineerd dan begraven.
    - Het boek Geneis geeft de mens de opdracht om de natuur te scheppen.
    - Als je niet meer gelooft in Sinterklaas verlies je misschien ook je geloof in God.

    12-12-2013 om 09:16 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vader, moeder: uw kinderen zult gij eren
    Toen ik enkele weken geleden in een klas vroeg of iemand de 10 geboden kon opsommen, was er een jongen die opmerkte dat het wel jammer is dat er niet geschreven staat dat de ouders hun kinderen ook moeten eren. Zijn ouders hebben een vechtscheiding achter de rug en nu ze allebei een nieuwe partner hebben is de zaak zo mogelijk nog geëscaleerd, want nu zijn er maar liefst 3 (stiefmama houdt zich afzijdig) partijen , die elkaar zwart maken en beschimpen. De jongen is het echt beu dat ze geen gelegenheid voorbij laten gaan om elkaar van allerlei kwaad te betichten. 
    Ik ondervond het toen de mama onlangs op oudercontact kwam: "Zeg dat maar eens tegen zijn vader, want volgens die is zijn zoon te dom om te helpen donderen!" en ook: "Zijn vader geeft hem voortdurend het gevoel niet goed genoeg te zijn, omdat hij Latijn-Wiskunde heeft gestudeerd en zijn zoon daar niet slim genoeg voor was. Hij zegt er dan bij dat hij dat van mijn kant heeft." 
    Natuurlijk heb ik dat aan de jongen niet verteld, het is zo al erg genoeg voor hem.
    Maar ik werd toch even stil van zijn antwoord op het examen, waarin hij schreef dat "Samenlevingsopbouw tussen inspiratie en appèl" een terrein is waar het gaat over hoe mensen geroepen worden om goed te zijn voor elkaar en gevraagd worden om in het geval dat ze alleen maar kwaad over iemand kunnen spreken maar beter te zwijgen, "want niemand is volmaakt en de meesten onder ons doen vooral gewoon hun best om met de ander samen te leven of -als dat niet gaat- elkaar gewoon met rust te laten". 

    11-12-2013 om 14:55 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een toffe godsdienstleerkracht is niet zo heel erg gelovig???? Què???
    Na 24 jaar trouwe dienst als godsdienstleerkracht op dezelfde school overkomt het me nog steeds dat ik verbaasd ben over uitspraken van collega's. 
    Bijvoorbeeld van mensen van het secretariaat. 
    Eén van mijn leerlingen wist me onlangs te vertellen dat ze bij inschrijving hadden geïnformeerd naar de lessen godsdienst, aangezien de leerlinge in kwestie niet gedoopt is en tot en met het 4e middelbaar zedenleer heeft gevolgd. De persoon, die de inschrijving deed, heeft toen blijkbaar geantwoord dat 'het bij ons op school allemaal nog wel meevalt met die godsdienst. Het is niet zo dat de godsdienstleerkrachten hier mega-katholiek zijn of zo.' Althans, dat is wat de leerlinge in kwestie me vertelde. 
    Hallo? Hoor ik dat goed? Het meisje zag aan mijn reactie dat ik dit helemaal niet leuk vond en haastte zich om eraan toe te voegen dat de persoon wel had benadrukt dat ik echt wel een toffe was. Ik kan niet zeggen dat dit me vrolijker stemde. In de eerste plaats kan ik echt niet bedenken waarop de collega zich baseert om iets te weten over de inhoud van mijn lessen. Bovendien vind ik het redelijk storend dat het feit of ik al of niet tof ben zou samenhangen met de mate waarin ik gelovig kan worden genoemd. 
    Het heeft me niet onberoerd gelaten, dat kan ik wel zeggen.
    Omdat dit me werd meegedeeld tijdens de les en de leerlingen dus ook getuigen waren van mijn verongelijkte reactie heb ik dit even met hen doorgepraat. Sommigen vonden het vreemd dat ik het niet leuk vond om dat te horen:" Mevrouw, dat is toch niet slecht bedoeld. Dat wil toch zeggen dat ze u sympathiek vinden?"
    "Is het dan zo dat ik sympathieker word naarmate ik minder gelovig zou zijn?"
    Een jongen meende dat dit eigen was aan de huidige tijd: paus Franciscus komt ook sympathieker over omdat hij minder strikt is.
    Ik laat nog in het midden of dit beeld klopt, maar ik wijs er hen toch even op dat d huidige paus heel sterk de nadruk legt op de noodzaak voor katholieken om steeds de kant van de zwaksten te kiezen en terug te kijken naar de blijde boodschap van Jezus en die zo consequent mogelijk te beleven. Qua geloofsgetuigenis kan dit tellen, denk ik.
    Wat houdt het eigenlijk in als men van iemand denkt dat die minder gelovig is?
    Er is enige aarzeling merkbaar, maar toch kunnen de leerlingen enkele voorbeelden geven: niet tegen homo's zijn, abortus niet meteen gelijkschakelen met moord, opkomen voor het lot van uitgeprocedeerde asielzoekers, mijn eigen kinderen niet verplichten om naar de mis te gaan, euthanasie bespreekbaar maken,…
    Ik maak hen duidelijk dat een gelovige in de eerste plaats mens en medemens blijft en dat je in de voetsporen van Jezus voorrang geeft aan de zwaksten in de samenleving en opkomt voor de rechten van hen, die onvoldoende kansen hebben om hun belangen te verdedigen. Ik leg hen uit dat ik denk dat het daarbij ontzettend belangrijk is dat je handelt en denkt vanuit de oprechte liefde voor uw naaste. En dat ik ook graag daarbij Gods woord wil blijven horen, bijvoorbeeld in de zondagsmis. Een eucharistieviering is voor mij ook belangrijk als 'viering' en dit samen met mensen, die hetzelfde geloven als ik, maar met open blik naar hen, die onze steun het meeste nodig hebben. Niet te snel oordelen, respect hebben voor (de mening van) je medemensen, onvoorwaardelijke vriendschap en naastenliefde, werken aan een betere wereld voor iedereen enzovoorts.
    "Maar mevrouw: het is niet alsof je bidt voor elke les of zo, hé"
    Nee, dat klopt. Dat heb ik jaren geleden wél gedaan, maar ben daarmee opgehouden toen de leerlingen dit moment steeds vaker gebruikten om non-verbaal met elkaar te communiceren, zonder respect voor hen die het wél goed vonden om even tijd te maken voor meditatie of gebed.
    Maar laat daar alstublieft niet uit op te maken zijn hoe gelovig of ongelovig ik ben.
    Eerlijk gezegd ben ik achteraf zelf nog een beetje verbaasd over de mate waarin ik verontwaardigd blijf wanneer er zo over mijn (on)geloof gesproken wordt. Zou een LO-leraar hetzelfde voelen als men zijn sportieve kwaliteiten in vraag stelt? Vast wel. Maar voor ons, godsdienstleerkrachten hangt het ook nog erg samen met méér dan alleen onze professionaliteit. Naast onze deskundigheid gaat het ook nog om onze rol als authentieke getuige van ons geloof.

    22-11-2013 om 15:04 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Atheïsten mogen zich meer permitteren in de media
    We hadden het deze week in de les over atheïsme en agnosticisme en een meisje merkte op dat het haar opvalt dat atheïsten altijd meer bijval lijken te krijgen in de media dan gelovigen. Ze had het dan vooral over reacties van quizmasters, wanneer een deelnemer het goede antwoord kan geven op vragen in verband met het geloof. Ik kan dit beamen. Ook mij is het al vaker opgevallen dat het geloof de dag van vandaag wordt beschouwd als iets dat regelrecht uit het rariteitenkabinet komt en dat het bovendien wel lijkt alsof het een anachronisme is en dat wie nog gelooft ooit wel eens zijn geloof zal verliezen. Ik heb meteen een column van Rik Torfs bovengehaald waarin hij hetzelfde vaststelt en waarin hij gewag maakt van de vaststelling dat het wel lijkt alsof het verliezen van je geloof wordt beschouwd als vooruitgang.
    De meeste leerlingen zien hierin het bewijs dat het geloof aan het uitsterven is. Ik vroeg of het niet eerder zo is dat levensbeschouwing een privé-zaak is geworden, waar zo weinig mogelijk openlijk wordt over gepraat. Alsof het taboe is om hardop te zeggen dat je gelooft dat God bestaat, dat mens en wereld geschapen is en dat wij mensen, geschapen zijn naar Zijn beeld. 
    Het kan nog wel om te zeggen dat je gelooft "dat er Iets is", maar dat je het moeilijk hebt met de Kerk en haar leiders voeg je er dan nog snel aan toe. tenminste, dat is het gevoel bij enkele leerlingen in de klas. 
    Ik zei hun dat het wel ook zo is, dat weinig mensen zonder schroom vrijuit praten met iedereen over alles wat écht belangrijk is in hun leven: over liefde, over vriendschap, over pijn, over vertrouwen, over geloof…. En toen ging de bel. Jammer, want er was nog zo veel meer te vertellen geweest over ons gebrek aan 'vurige tongen', die zonder angst om uitgelachen te worden hun geloof durven uiten. 

    17-11-2013 om 16:08 geschreven door sarah  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 03/10-09/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 30/11-06/12 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 17/11-23/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 25/08-31/08 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 22/10-28/10 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 08/10-14/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 05/03-11/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs