Hoe krijg je het principe van het minste kwaad op een originele manier uitgelegd aan 16-17 jarigen? Die vraag hield me gisteren bezig. Talloze voorbeelden 'uit het leven gegrepen' passeerden in mijn geest de revue. Maar geen enkele zou erin slagen om het zeer heterogene publiek van die bepaalde klas (denk skaters, bodybuilders, bloemenmeisjes en liefhebsters van fantasy-series en groene scouts-jongens in een bonte mengeling tegader en je kan je een beeld vormen van de klasbevolking. Boeiende groep: dat wel. Maar de voorbeelden over dierenproeven in de cosmeticasector zou slechts een kwart van de klas matig kunnen boeien, terwijl het al of niet sluiten van de kerncentrales minstens voor een derde van de klas als flower-power-overblijfsel in de oren zou klinken. En ik wou het écht anders aanpakken. Uiteindelijk verdeelde ik de klas op in groepjes van 2, 3 of 4 leerlingen (eigen keuze!) en vroeg hen om 2 boeiende voorbeelden te bedenken (liefst dicht bij hun leefwereld), die ze wilden voorleggen aan de andere groepjes. Ze kregen 10 minuten om de 2 voorbeelden te bedenken op basis van een theoretische uitleg over dat principe. Het leverde een bont allegaartje van voorbeelden op: - plusmama zonder eigen kinderen, adopteert tegen de wil van de biologische moeder de kinderen van haar man (of niet) omdat ze later van haar zouden kunnen erven - gebruik van onkruidverdelger in moestuin - chiroleider laat groepje van 4 kinderen van ongeveer 7j alleen op kampplaats om met een kindje met allergische reactie naar de dokter te gaan. Als ze de kinderen zou meenemen, dan kan ze zo snel niet op bestemming geraken. - verplichte prenatale screening voor ouders met kinderen met erfelijke ziekte, die de gemeenschap veel geld zou kosten - transgender: operatie of niet? En zo werd er toch goed meegewerkt. Ik vroeg iedereen om kort voor zichzelf op te schrijven wat zij zelf na de besprekingen verstaan onder het principe van het minste kwaad. Niemand vroeg: "Moeten we dat kennen voor het examen, mevrouw?".... Oef.