Soms zie je het gewoon, wanneer een woord raakt. Bij de gelegenheidsles over Allerheiligen/Allerzielen pinkte Lander een traantje weg. Hij zag er overstuur uit. Na de les bleef hij gelukkig hangen. (was dat niet zo geweest, dan was ik hem gaan zoeken...). Het was deze week precies vijf jaar geleden dat zijn vader een eind had gemaakt aan zijn leven. Zijn ouders waren al bijna 10 jaar eerder gescheiden en kort voor de zelfdoding had de nieuwe vriendin zijn vader verlaten. Hij had hem nog eenmaal gezien en toen had hij aan zijn toenmalig 12-jarige zoon gevraagd of hij de nieuwe vriend van mama nooit papa zou noemen... Zijn mama praat nooit over hem. Lander heeft daar wel behoefte aan, maar weet niet zo goed hoe en met wie hij erover kan praten. Zijn vader was voor hem ook al sinds zijn prilste kleuterjaren een weekendpapa, die hij 2x per maand zag en soms ook wat langer in de vakantie. En toch mist hij hem verschrikkelijk. Logisch, natuurlijk. Vijf jaar is ook helemaal niet zo lang, ook al ben je nog maar 17. Hele kleine prikkels zijn voldoende om je uit het lood te slaan en te doen beseffen wat je mist. Zo is het al gebeurd dat Lander helemaal van de kaart was toen een makker hem vertelde dat hij zijn eerste rijles achter de rug had met zijn vader. Lander besefte dat hij dat nooit zou meemaken. Ik heb vooral geluisterd, ook al kwamen de woorden heel moeizaam over zijn lippen. Er waren lange stiltes in zijn verhaal, maar ik had gelukkig wel wat tijd. Toen hij stilletjes huilde heb ik hem -geheel tegen bepaalde regels in- toch een stevige knuffel gegeven. Ik heb hem gevraagd of zijn vader begraven of gecremeerd was en of hij nog wel eens een bezoekje brengt aan het kerkhof. Dat had hij nog nooit gedaan, omdat zijn moeder hem niet bracht en het niet echt bij de deur is, maar hij wil het wel heel graag. Hij zou het deze week nu zeker eens doen: hij vindt zelf dat hij nu de leeftijd heeft om met het openbaar vervoer deze pelgrimage te ondernemen. Ik wenste hem sterkte. En ik beloofde hem dat ik aan hem zou denken in deze dagen vol leven en dood. Daarnet heb ik hem nog een mailtje gestuurd met woorden, die troostend bedoeld zijn, maar hoe dan ook ontoereikend zullen blijven.
Wat jammer dat zo weinig jongeren nog iemand hebben, die hen geregeld een kruisje geeft met de woorden:"God zegene en God beware je"...
Bij de "lessen", die door de leerlingen zelf werden gegeven, zat onder andere een pareltje, waarin interviews werden afgenomen van kinderen van een jaar of 7 en van 17-jarigen. De filmpjes waren knap gemonteerd, zodat de antwoorden van een 7-jarige meteen werden gevolgd door gelijkaardige antwoorden van 17-jarigen. Zo was de vraag naar godsbeelden heel erg gelijklopend. En dat werd natuurlijk druk besproken achteraf: veel jongeren waren oprecht verrast door de vaststelling dat godsbeelden zo weinig evolueerden in die 10 belangrijke jaren van een mensenleven. Ook heel mooi waren de antwoorden op de vraag of de persoon gelooft in God. Het "ietsisme" is wel bijzonder populair bij alle leeftijden, zo blijkt. Een meisje van 17 nam zich prompt voor om nooit nog te zeggen: "ik geloof dat er iets is", omdat ze het zo'n vrijblijvend antwoord vindt en het haar toch wel verwonderde dat we zo weinig echt durven te benoemen wat we denken of geloven. "Misschien is het antwoord te persoonlijk?"vroeg een ander zich luidop af. Je praat toch niet zo openlijk (en al zeker niet voor een camera) over wat er in het diepste van jezelf leeft. Geloof is vast en zeker een zaak, waarmee je niet graag te koop loopt, vanwege de kans op (negatieve) reacties, die je heel erg zouden kunnen raken.