Bij de lessen over "Lijden en hoop" vertelde een meisje dat ze vorige week met haar ouders naar het kerkhof was gegaan. Haar aandacht werd getrokken door een oudere mevrouw, die een heel verhaal vertelde tegen een grafsteen. Blijkbaar lag haar man daar begraven. Het meisje was geïntrigeerd door de vrouw en dacht er de volgende dagen regelmatig aan terug. Plots kwam ze tot de ontstellende ontdekking dat ze zich afvroeg waar zij later troost zou uit putten, "want die mevrouw gelooft duidelijk in de hemel, in een leven na de dood. En wij, mevrouw: wij zijn niet meer vertrouwd met dat geloof, wij kennen dat niet meer. Hoe gaan wij over nog eens 50 jaar troost kunnen vinden?" Even stond ik met de mond vol tanden. Dan begeef ik me (meestal) op de weg, die door Socrates werd geëffend: ik stel hen een wedervraag...: "Wat denk je zelf? Hoe zie jij het hiernamaals? Geloof je zelf dat de dood het absolute einde is of geloof je dat er méér is, dat er nog iets is na ons aardse bestaan?" Schoorvoetend werd een puzzel gelegd: het leven eindigt niet zonder meer; er is wellicht wel iets, maar niemand weet zeker wat; na de dood is het met ons gedaan, in het beste geval leven we verder in de herinnering van onze nabestaanden; na ons aardse leven worden we opgenomen in een ander universum en worden we één met een gemeenschappelijke ziel; ...: veel visies. "Maar er zijn geen zekerheden, he mevrouw?" Nee, die zijn er niet. Maar sommige mensen hun geloof is zo sterk dat het voor hen een zekerheid geworden is dat ze hun geliefden zullen terugzien na hun dood en dat ze zelfs nu nog met hen kunnen praten. Dat is niet alleen iets voor oude mensen, ook kinderen doen dat. Je kan de visies op het hiernamaals allemaal leren kennen en afwegen wat voor jou het meeste klopt. En zo kom je tot geloof. Het is niet hopeloos wanneer je van thuis uit geen geloofsopvoeding hebt meegekregen. Je kan je eigen wortels stevig in de grond verankeren door op zoek te gaan naar antwoorden op vragen. Besef wel dat de zoektocht op zich zeer waardevol is en dat de vragen soms interessanter zijn dan de antwoorden. Het is trouwens weinig voorkomend dat er pasklare antwoorden te vinden zijn op zinvragen. Troost vind je maar als je ook zoiets als de dood van een geliefde kan catalogeren als een onbeantwoorde vraag: waarom is hij/zij gestorven? Dat weet ik niet, alle wetenschappelijke antwoorden ten spijt: de dood is nooit zinvol. De dood van een geliefde is pijn en verdriet, daar kan je geen zin aan geven. Maar beseffen dat je liefde voor de overledene niet eindigt waar zijn of haar aardse bestaan ophoudt, dat is al een hele troost.