In de vijfdes gaf ik het volgende voorbeeld in verband met waardenconflict en rangorde van waarden: "Zahdia is onderweg naar haar eerste jobinterview. Ze is reeds 4 maanden full time aan het solliciteren, maar raakte door haar naam Zahdia Dürsikin nooit verder dan de telefoniste. (ZE HAD BETER GESOLLICITEERD ALS SARA JANSSENS). Maar nu heeft ze eindelijk een interview kunnen versieren. Terwijl ze onderweg is naar het interview krijgt ze telefoon van haar oom Mohamed. Ze neemt op (DAT ZOUDEN WIJ EENS MOETEN PROBEREN: TELEFONEREN ACHTER HET STUUR: 50 KOST ONS DAT, ZEKER?). Haar oom vertelt dat hij hulp nodig heeft: hij had net een ongeval met een vlaamse man en heeft hulp nodig. Hij kan zich niet verstaanbaar maken, hij is in de war etc. (ALS IK EEN ONGEVAL HEB EN MIJN MAN OPBEL, DAN ANTWOORDT HIJ: IK ZIT HIER WEL OP MIJN WERK, HEE. JE KAN DAT TOCH ZELF OPLOSSEN?) Zahdia maakt rechtsomkeert, vergeet het interview, want familie gaat voor, altijd en overal en komt samen met 12 andere familieleden (MOETEN DIE DAN NIET WERKEN???) haar oom uit zijn netelige positie halen." Ik had de lachers op mijn hand. Ik kreeg zonder moeite de hele klas mee in het verhaal. Nadien vroeg ik hen: "Goed gelachen? Beetje racistisch, toch? Een relaas vol clichés en bevestiging van vooroordelen...: zie je hoe makkelijk het is om een groep welwillende toehoorders mee te krijgen in je verhaal? Ook tijdens politieke debatten gebeurt dit wel eens..."