De redactie heet u welkom op de Crespoblog. Ons credo: het bewaren van de goeie smaak! We geven onze commentaar, met een serieuze korrel zout en zijn behoorlijk maatschappij -en mediakritisch. Alles komt aan bod... Humor, epicurisme, een bourgondische aanpak en visie, fait-divers, nieuws zowel lokaal als (inter)nationaal,...
28-11-2011
Recensie 'Alaise' 01.11.2011
De foto's kan u beneden terugvinden in enkele topics lager. De culinaire recensie volgt hier.
De voltallige redactie met vrouwen had zich op de lijst genesteld van restaurant 'Alaise' dat gerund wordt door het duo Amber en Elodie. Ook de camera's waren weer aanwezig en zoals al te lezen viel bij de foto's hebben we een dagboekmoment meegemaakt. Daardoor wisten we eerder wie uit de wedstrijd vloog, dan de rest van Vlaanderen. Dit natuurlijk buiten de broer van Geert Hunaerts gerekend, die overigens erg op hem lijkt, of was het nu omgekeerd? Soit, na een vlotte rit met de toen goed bollende Audi van Thuram, reden we door de sjiekere wijk van Ekeren. Het pand was in een vorig leven al een restaurant, dus qua locatie en uitzicht hadden Amber en Elodie een streepje voor. De grandeur van een Amerikaans koloniaal huis kwam helemaal tot zijn recht door de prachtige verlichting: iets wat gemakkelijk over het hoofd wordt gezien. Het interieur was klassevol en vrij landelijk met toch wat strakke trekken zodat het niet kneuterig of oubollig overkwam. De ontvangst door Elodie was naar behoren. Ze was vriendelijk en correct, maar ook niet meer dan dat. Laten we stellen dat de gemiddelde verpleegster op spoed dit niveau kan halen. We werden naar onze tafel gebracht, die zich bevond op het eerste verdiep. We kregen een mooi uitzicht op de onder ons liggende zaal en zaten geposteerd tussen de mensen die wat meer privacy eisten, zo blijkt. Het hapje was een soepje Parmentier (niet onze elektricien, wel met aardappelen en curry erin verwerkt), met daarbij een 'quantité négligable' van auberginerolletjes met kruidenboter gevuld. Dit niemendalletje was echter we een welkome warme opener voor wat nog volgen zou. Wat opviel was dat de prijzen lager waren dan in pakweg Tongeren. Toch was 45 ruim voldoende geld voor het aantal gangen (4) en de daarbij horende porties. Voorgerecht We kozen uiteenlopende menu's zodat we het smakenpalet rijkelijk konden laten openbloeien. Zoals op de foto's terug te vinden was het ene voorgerecht een bordje met drie soorten tonijn: een mousse, een tataki en een rauw rolletje met rammenas. De wasabimayonaise was een open deur die werd ingestampt. Goed op smaak, maar niet de hoogste graad van originaliteit. Al bij al was dit een behoorlijk voorgerecht, dat mooi werd geserveerd. Helaas was de portie wel erg klein. In een zes of zeven gangen menu zou dit een perfect voorgerecht zijn. In het beperkte menuutje van Ambers kaart was de omvang eerder teleurstellend. Het andere voorgerecht was een terrine van ganzenlever, gerookte Oosterscheldepaling en appel. Leuke combinatie, maar opnieuw dezelfde opmerking over de te bescheiden portie. Hoofdgerecht Wel een groot schot in de roos was het hoofdgerecht. De zwartpootkip was gegaard naar perfectie. Het vel errond was heerlijk krokant, het vlees binnenin sappig en smaakvol. Zoals de Engelsen zouden zeggen: succulent! De zalf van pastinaak was een gedroomd gedeelte en ook de Dauphine aardappelen waren van een ongekend hoog niveau. Deze kleine bolletjes ontploften als het ware zeer luchtig in de mond, en hadden toch voldoende rijkelijke smaak. De zwammen die erbij lagen waren best lekker en goed klaargemaakt. Ook de saus, die in de latere afleveringen werd afgedaan als een ramp, viel bij ons zeer goed mee. Geen sprake van meel -of bloemsmaak. Gewoon een degelijke bruine saus zonder meer. Tussengerecht De kazen waren banaal en het vermelden hier eigenlijk niet waard. Terwijl er zoveel lekkere (zelfs Belgische) kazen op de markt zijn, gingen de dames van 'Alaise' resoluut voor de makkelijke oplossing. Nagerecht De chocolademoelleux kwam aardig dicht in de buurt van de perfectie. Het vanille ijs leek industrieel, maar de bijgaande crumble maakte veel goed door toetsen van chocolade en koffie. De cacao streep die zich onder het gerecht bevond, was enkel en alleen daar om ons visueel te entertainen. Qua smaak was dit nihil. Hetzelfde kan helaas gezegd worden van de vanilleflan. Er zat geen verfijning in dit gerecht, zij het dan enkel op het visuele vlak. Het cuberdon ijs was goed te pruimen, al was het maar omdat dit eens iets anders is. De drupjes van grapefruit zijn sowieso niet mijn ding, misschien voor de liefhebbers...
Verder moeten we even een pluim steken op de rosse hoed van de ober. We hebben hem terecht gewezen op het feit dat de bediening heel correct, volledig en vlot was. De jongeman was erg blij met dit blijkbaar zeldzame compliment. Op televisie komt hij niet zo deskundig over, maar zijn product en zelfs wijnkennis was in principe meer dan behoorlijk te noemen. De chef zagen we enkel tijdens het dagboekmoment, en Elodie was in het echt zoals ze op tv overkomt: neus omhoog, weinig passie tonend, en de indruk gevend dat ze het eerder doet voor haar vriendinnetje.
Wat overigens nog het vermelden waard was: de aanwezigheid van enkele C-list Bekende Vlamingen. Zo zat er tegenover ons een tafel met enkele koppen die ons bekend leken. Bij nadere inspectie bleek dit Mateo Simoni te zijn. Ooit begonnen bij TVL op zijn 13e en nu te zien in 'Rang 1' op Eén. Hij werd vergezeld door een jongedame en twee andere jonge snaken. De derde leek wel heel erg jong en was het vriendje van Marie Vinck: Stef Aerts. We geven het toe: zijn naam vonden we enkel dankzij Wikipedia en niet dankzij parate kennis. Aan de tafel achter ons zat een deelneemster uit een vorige editie en Thuram's favorietje (hmmm Linzen): Lins. Ze gooide zichzelf in het Mijn Resto avontuur met haar restaurant Matizze en kwam eruit zonder haar vriend David en met een andere seksuele voorkeur. Radiopresentatrice Evi Geysels, de vriendin van Lins zat er ook bij, mét haar ouders. We sloegen achteraf op het terras nog een praatje met Lins (geboren Lindsay Mommens), maar veel nuttigs hebben we hiervan niet overgehouden. De Jeffrey, de überhomo van de Ekerse zaal, kwam tijdens het dagboekmoment nog even met zijn vingers wijzen en wat commentaar geven. Tot zover onze BV-spotting.
Algemene indruk van het restaurant: indien Mijn Restaurant dit jaar door iemand anders dan 'Alaise' gewonnen wordt, dan ben ik nog meer dan andere jaren ervan overtuigd dat het format niet klopt. Dit is gewoon een terechte winnaar, met het meeste potentieel aan de stoof. Over de zaal kunnen we kort zijn, want de mensen die er nu werken zullen waarschijnlijk na de laatste uitzending hun heil ergens anders zoeken. Vrij prijzig voor het aantal gangen en de gegeven porties, maar wel lekker. Niet top, maar wel enorm veel potentieel en talent. Amber is van nature ook bescheiden en dat siert haar. Onze favoriet voor de finale en de enige echte terecht winnaar: 'Alaise'.
Hier alvast de foto's van ons bezoek aan restaurant A l' Aise.
De recensie volgt, samen met het verslag van de avond.
We hebben namelijk voor de tweede keer een sleutelmoment meegemaakt. Op de negende foto ziet u op het formulier dat we moesten ondertekenen dat de boete die staat op uit de biecht klappen 25.000 is. Vandaar dat we de lippen stijf op mekaar houden, en niet verklappen wie eruit ligt: Dendermonde of Aarschot.Wij weten het al, maar vertellen het voorlopig lekker niet.
Wat we wel al mogen verklappen is het volgende, lekker gegeten, goed ontvangen in Ekeren. Voor de rest mag je de volgende elementen verwachten in de recensie: B-list BV's zoals er zijn, het vriendje van Marie Vink: Stef Aerts, de zoon van de 'architect' Simoni: Matteo, lesbian Lins (uit één van de vorige edities), een een late night appearance by 'de Jeffrey'.
Het hapje: een Parmentier soepje (aardappelen en een hint van curry) en heerlijk gemarineerde auberginerolletjes gevuld met kruidenboter.
Voorgerecht 1: Drie soorten tonijn, een mousse, een tataki en een rauw rolletje met rammenas. Dit alles vergezeld van een wasabimayonaise.
Voorgerecht 2: Terrine van ganzenlever, gerookte Oosterschelde paling en appel.
Hoofdgerecht: zwartpootkip, pastinaak en Dauphine aardappelen.
Nagerecht: chocolademoelleux, vanille ijs en een crumble.
In de oudste stad van ons land is er naast het Gallo-Romeins museum, de dappere krijgsheer Ambiorix en het bijgaande het Amburon-bier nog een reden om langs te gaan: Italiaans restaurant 'Antica Locanda'. Of dat wil VTM ons toch doen geloven. De uitbaters zijn Daniël en Rinaldo, die beiden een opleiding als chef genoten hebben. Rinaldo is een rasechte Italiaan, buiten het feit dat hij niet op (alle loslopende) meisjes valt. Zijn gemaal Daniël staat in de zaal als maître. Het is lang geleden dat er op het scherm zo'n wansmakelijk koppel als Rinaldo en Daniël tentoon gespreid is. We moeten al teruggaan naar die andere Italochef uit Knokke om dezelfde peristaltische bewegingen Pavlovgewijs op te wekken. Laten we eerlijk zijn, echt eetlustopwekkend is het stemgeluid van de maître allesbehalve. De foute kleerkeuze kijken we nog door de vingers en iedereen kan al eens een bad hair day hebben, maar stembanden die kokhalzende geluiden maken bij iedere klankuitstoot en het onverzorgde gebit horen nu eenmaal niet thuis in eender welk restaurant. Lange nagels zijn voor heren in de zaal trouwens ook taboe, beste Daniël. Toch konden we het niet laten een tafeltje te bestellen in Tongeren, alwaar het olijke duo achter de pot(ten) staat. Wat volgt is het verslag van gemengde gevoelens van gisterenavond, zondag 23.10.2011...
Ontvangst
Stipt om vijf minuten na zeven (fashionably late uiteraard) arriveren we samen met een bevriend koppel in het prachtige pand in Tongeren. De Limburgse deelnemers hebben een mooi 'krommend' (gevel) gebouw met heel hoge plafonds ter beschikking gekregen om hun droom uit te bouwen. Onze provincie heeft in de afvalrace van 'Mijn Restaurant' al veel voor de eindmeet gestaan, maar is nog nooit met het goud gaan lopen. Mogen we erop wijzen dat 'Bigarreaux' het enige restaurant is, dat nu nog het hoofd boven water houdt. Of dat komt door de kookkunsten van chef An, het joviale onthaal -en opdienwerk van Tom of dankzij de hulp van nog wat externe factoren laten we in het midden. De waarheid ligt waarschijnlijk zoals zo vaak ergens in het midden.
Bij binnenkomst valt meteen op dat het een toplocatie is. Tongeren kan als trekpleister aantrekkelijker gemaakt worden door een kwaliteitsvol Italiaans restaurant. Hotel Eburon dekt die lading niet. De binnenverlichting is modern en oogt in het echt veel warmer dan op televisie. De tafels zijn smaakvol gedekt, er valt weinig op aan te merken. Daniël neemt ons mee naar de tafel voor de toog en we vullen het nodige papierwerk in. Op ons woord van eer zeggen we niets te lossen over enige dramatische ontwikkelingen. Laat me u gerust stellen, en meteen ook de advocaten van het productiehuis: er gebeurde niets wereldschokkends die avond. Niet in het scenario, niet in de zaal en eigenlijk ook niet echt in de keuken. Onze jassen werden pas weggehangen na het invullen van de blaadjes. Een andere, grotere groep gasten mocht meteen aan de grote rode familietafel. Alle documenten op een hoopje, en even wachten op de maître, die bijna de hele zaal alleen voor zich nam. We hadden de keuze tussen een tafeltje in het midden van de belangstelling en zaal, of eentje dat eerder leek op een jurygestoelte qua locatie. We kozen uiteraard voor dit laatste en hadden een prachtig uitzicht op het geheel. Meteen werden er broodstengels en brood voorzien. De extra virgine olijfolie, peper en zout kwamen van een ander (leeg) tafeltje van twee.
Aperitief
De obers brachten ons na tien volle minuten niet de kaart, geen uitleg, maar wel meteen het hapje: een bonensoepje zoals la mama het in de Mezzogiorno van Italië zou gemaakt hebben. Voor de niet-liefhebbers van bonen pech. Niet iedereen is gek van bonen, wat niet kan gezegd worden van spek uiteraard. Een risicovol gerechtje, maar wel op en top autentico Italiano. De toon was gezet. Het aperitief nog niet. Na het consumeren van het soepje, maakte Daniël er nog meer een soepje van.
Erg nerveus door de aanwezig cameraploeg baande hij zich uiteindelijk een weg naar onze tafel. Een kaart kregen we nog altijd niet in handen. Daniël: "Wenst u alvast een aperitiefje, bijvoorbeeld eentje van het huis?" Crespoblog repliceerde gevat: "Wat mag dat aperitief dan zijn?" Daniël reposteerde: "Een drankje met fruitsap, wodka, limoen, en eeuuhm,... nog iets, maar dat ben ik helaas vergeten. Excuus!". Ik wou door het onzekere gehalte van dit sapje dan toch maar de vast waarde bestellen, maar voor een Gin-To zonder gin paste ik toch beleefd. Dan maar het huisaperitief en voor de dames een Proseccootje. Als servet kregen we een klein handdoekje. De uitleg hiervoor moest Daniël voor de lens doen: "Op aanraden van architect Simoni willen we het restaurant een meer huiselijk gevoel meegeven. Ik wrijf soms thuis mijn mond ook af aan de handdoek, dus vandaar deze keuze." Toen de camera me vroeg wat ik ervan vond antwoordde ik eerlijk en oprecht: dit hoort eerder thuis op het toilet dan op tafel. De verdere bedenkingen deed ik niet voor de camera, wegens niet geschikt voor publicatie. (bijv. wat Daniël waar aan afwrijft)
Het aperitief was flauw van smaak en deed denken aan een Looza Ace. De alcohol was in geen vertes te bespeuren, en de meerwaarde van dit drankje was alvast nihil. Een grote foei voor het aperitief, dat de maag vroeg op de avond in een knoop kan gooien. Gelukkig beschik ik over een vrij robuust exemplaar en liet het niet aan mijn hart komen.
Daniël wist ons vervolgens te vertellen, na een half uurtje nota bene, dat er enkel het menu kon gegeten worden die avond. We kregen zelfs geen kaart in handen, zodat de prijzen ons bijster waren. Op dat moment van de avond goed gezind, kozen we dan maar voor de 4-gangen menu. Prijzen van de wijnen (Barollo van 2005 rond de 80 en 75 voor een Brunello van hetzelfde jaar) lagen erg hoog, dus werd de huiswijn aan (Avignonese, Montepulciano d'Abruzzo) 25 verkozen. De begeleidende wijnen lieten we achterwege, uit argwaan voor de begeleidende astronomische prijzen. En terecht bleek achteraf. Voor een menu van vier gangen betaalt men maar liefst 55 per persoon, zonder drank. De vijf gangen bestonden uit hapje-voorgerecht-pastagerecht-dubbel hoofdgerecht en een dessert. Zonder kaart moesten we bovendien verdergaan op de gemompelde uitleg van maître Daniël. In het dialect van Sint-Truiden is hier een gepaste uitdrukking die me in het geheugen springt: 'Faat Zeive'. Laten we het daarop houden.
Il primo
Het voorgerecht (zie bijlage 1) was een dubbele scampi met pancetta en een mousseline van pompoen. Halloween komt wel korter bij, maar zo griezelig weinig inspiratie had ik toch niet verwacht. Het enige edele product was de pancetta die dit gerechtje helaas niet kon redden. Er valt weinig meer over te vertellen, er was gewoon niet meer.
Il primo (due)
Als tussengerechtje was er pasta, zoals het in Italië ook wel eens wordt gedaan. We kregen orechiette met een saus van Broccoli en Parmezaanse kaassschilfers. Dit sausje leek eerder op wat overblijft in een bord soep van omama. Dik van textuur, vertrouwd van smaak, maar niet wat we zochten op een pasta. De pasta was al dente, maar niet vers gemaakt. De idee van woekerwinsten doemden toen al op.
Il secundo
Het hoofdgerecht was verdeeld: vis (zie bijlage 2) en vlees (zie titelfoto). Aan de uitleg van Daniël te verstaan was de vis een zeebaars met niet nader te bepalen groentjes en niet zelf getourneerde aardappelen. Het vlees was kalfsvlees met daarin pancetta en mozzarella, vergezeld van een gevulde Zucchini en wat aardappelschilfers. Gelukkig zaten de smaken en bakwijzen wel goed, maar de hoeveelheden waren echt belachelijk weinig. Ik kan me niet voorstellen dat hier niet over geklaagd wordt. Er wordt tenslotte genoeg betaald, maar dat vergeet het programma te vermelden. Ik had graag een volledig bord gekregen met een iets royalere portie. Rinaldo moet kiezen tussen de echte Italiaanse keuken, die meestal toch een iets rijkelijker bord voorschoteld, of nouvelle quisine.
Contorno
Het nagerecht (zie bijlage 3) was een bol (al dan niet industrieel smakend) vanille ijs, vers fruit en een toef gebrand eiwit. Heerlijk lekker, maar niets Italiaans.
Na het verdwijnen van de camera's leek Daniël iets losser in de omgang. Hij vertrouwde ons toe, dat er altijd en overal gefilmd wordt, behalve in de slaapkamer. Gelukkig maar, want de kijkcijfers van Mijn Restaurant mogen niet helemaal kelderen (nvdr). Het overige personeel was uiteenlopen van aard: een jonge ober uit de Kempen met ervaring maar zonder charisma, en een Limburgse jongedame die slaap te kort had. Bij het buitengaan gaf Daniël onze jassen, maar werd meteen daarna in de keuken gevraagd door de chef. Een bolwassing volgde, maar de camera's waren weg. Wij hadden blijkbaar een duurdere wijn gekregen aan de prijs van de huiswijn, alhoewel het zo op de kaart stond. Rinaldo's winstmarge ligt volgens mij toch al hoog genoeg, met dikwijls minderwaardige en gewoon veel te weinig producten aan prijzen van 15 per gerecht.
Verdikt: een gemiste kans. In zo'n mooi pand kan je echt wel zorgen voor een betere sfeer door simpelweg andere mensen erin te zetten. Ik zou niet graag investeerder zijn in 'Antica Locanda', want er zit duidelijk geen toekomst in dit verhaal. Rinaldo kan naar alle waarschijnlijkheid wel koken, maar toont dit te weinig. Of toch aan ons, die avond. Zet hem in een minder prestigieus geheel, en misschien kan er à la Fontanella wel iets groeien.
Wat overigens erg fout is: geen kaart geven en geen prijzen vooraf (ook al is er geen à la carte die avond), Daniël tout court. De man is wel lief en vriendelijk, maar mist charme, flair, een vooral présence. Hij is immers geen Italiaan, wat geen ramp is. Maar probeer dat er dan ook niet van te maken. Niets is zo amateuristisch als een maître die zijn taaltje niet beheerst.
Op een waarschijnlijk populaire trouwdatum 9 - 10 - 11 ging een gedeelte van de redactie (met ega en schoonbroer) op pad naar Dendermonde. Het nieuwe seizoen van 'Mijn Restaurant' is begonnen en wij nemen weer deel aan het gebeuren. De charme van de vorige edities is helaas gedeeltelijk verloren gegaan door allerlei factoren. Een seizoen zonder chef Goossens is nu eenmaal niet hetzelfde. Al was het maar om tijdens de preselectie aan te tonen dat het niet slim is te investeren in 'lost causes'. Maar soit, we dwalen af.
Na een rit van 1,5 uur komen we aan in de stede van het Ros Beiaard en de Heemskinderen. Eens om de tien jaar loopt deze stad vol met volk, maar tijdens het interfestum blijkt het een minder populaire bestemming. Al kan dat ook te wijten zijn het druilerige weertje. In de luxebrasserie gingen we voor de lunchservice rond 12u.30, met een voor -en een hoofdgerechtje. Spijtig genoeg is er geen mogelijkheid om een menu te kiezen, iets wat toch een must is wanneer men pretendeert een luxebrasserie te zijn.
De ontvangst. We worden samen met 6 andere personen tegelijk ontvangen door Sofie. Dit gebeurt erg correct en vriendelijk, ook al zijn we niet in groep daar. Iedereen krijgt vlot zijn tafel, al worden de jassen voor sommige mensen wel weggeborgen en voor anderen niet. Voor ons,... niet dus. De ober brengt ons vervolgens de kaart, maar maakt geen aanstalten om naar een aperitief te vragen. Geen suggesties, geen voorstel, geen niks. Tegenvaller, maar we besluiten ons niet van de kaart te laten brengen. We bestuderen die kaart dan maar eens en zien een vrij smakelijk uitziend keuzepalet. Dezelfde ober komt na een tiental minuten vragen of we een aperitief willen bestellen, en oh ja, de keuze zal wel al gemaakt zijn. We bestellen onze voor -en hoofdgerechten en we krijgen een hapje: een soepje van (biologische) pompoen en een schuimpje van basilicum. Het hapt lekker weg en doet ons toch hoopvol uitkijken naar het vervolg. Het aperitief: een ginto (gin-tonic) en Cava tegen democratische prijsjes.
Het voorgerecht. We kiezen voor drie verschillende borden, zijnde de Carpaccio van runds, tartaar van tonijn en wat vers gemaakte garnaalkroketten. Zoals op televisie te zien was heeft Wout Bru de Carpaccio aangepast. Daar valt weinig op aan te merken, al is de originaliteit ver zoek. Degelijke smaak, met voldoende parmezaan en slechts een klein toefje groen. De tartaar van tonijn was goed op smaak gebracht, maar vergezeld van drie drupjes groen (zonder smaak en zonder meerwaarde) en een zelfde dressage van 'kartoffelsalat'. Die was niet zo lekker als thuis, dat moet gezegd. De garnaalkroketten waren lekker, maar de coulis van tomaat overbodig. De presentatie viel mee, maar was best aanvaardbaar voor een brasserie. De prijzen: 18 voor het runds en de tonijn, 14 voor de kroketjes.
Het hoofdgerecht. De principale plat was op voorhand vastgelegd. Ik nam zelf een kijk in de wijnkaart, maar als voortrekker van het gerstenat in de gastronomie was ik het mezelf en de Limburgse Biervrienden verplicht daarvoor te kiezen. Bovendien was de wijnkaart weer een weerspiegeling van hoe groot de winstmarge mag zijn. Steenbrugge Blond van 6,4 pro mille, best te pruimen. De brouwerij van Palm in Steenhuffel heeft dus toch nog iets anders in huis dan het amberbier van laag percentage. Onze keuze: drie vleesgerechten, drie maal een schot naast de roos. Het ene schot al wat verder van de bullseye verwijderd dan het andere. De procureur van Berkshire varken (23 ) viel nog het beste in de smaak. Dit waarschijnlijk door de saus van Karmeliet die het gerecht begeleide. Over presentatie kunnen we beknopt zijn: zelfs voor een brasserie is dit uitermate basic. De lamsbout (25 ) die ons werd verkocht als kalfslende (26 ) en omgekeerd was uitgedroogd (beide gerechten) en de sausen waren van bedenkelijk niveau. Bij het lams opnieuw hetzelfde basilicum smaakje als bij het hapje vooraf en bij de kalfslende een gribiche saus, die het midden hield tussen pickels (niet Blackwell) en dragon (niet Béarnaise). De puree erbij was nog meer gezouten dan de gemiddelde pisnootjes in een volks café. De aardappelwedges waren uitgedroogd. Nee, dit is niet wat we verwachten van toch vrij prijzige kaart.
Het nagerecht. Besloten we hier niet te nuttigen.
Bediening. Sofie was vriendelijk, erg goed met kinderen, hield tussendoor de zaal in het oog en kreeg onverwachts een lading vlees van de leverancier op haar plank. Dat deelnemen aan Mijn Restaurant een zware tol eist (misschien soms nog meer dan bij de gemiddelde horeca) is eraan te zien. De druk ligt hoog en ik verdenk nog steeds het productiehuis ervan veel in scène te zetten en te monteren naar sensatie. De rest van het personeel kwam ondanks de routine opwekkende sfeer in de zaak toch nog amateuristisch over. Vooral de Sandrine look-a-like kan best nog een hoofdstukje lezen in het grote beleefdheidsboek.
Over het algemeen mogen en kunnen we dus niet tevreden zijn. In Dendermonde zien ze ons de eerstvolgende tien jaar niet terug, of het Ros Beiaard moest vroeger uit zijn stal komen natuurlijk.
We zijn weer van plan om dit jaar het merendeel van de deelnemende zaken te vereren met een bezoek. Wat nu reeds als een paal boven water staat is dat we qua ervaring en vakkennis meteen dichter in de buurt van de jury zitten, dan ooit tevoren. Waar Peter Goossens ons vroeger telkens wist te imponeren met zijn gedegen kennis ter zake, blijven de kijkers dit maal op hun honger zitten (pun intended) als het gaat over visie en kunde.
Zoe moeten we het dit jaar stellen met een Limbo-Italo-architect, een letterlijk grijze garnaal uit de reclamewereld aan de anti-depressiva die vindt dat het feest is als BOB niet rijdt, een welbespraakt eindredacteur wiens parate kennis over restaurants zich beperkt tot 'het veel bezoeken ervan' en tenslotte Willem Assaert. Wat kunnen we zeggen over Willem Assaert? Het is een man die beroepsmatig en steevast met een naar omhoog krullende bovenlip mensen in het veld afkraakt, en dat nota bene 300 dagen per jaar.
Onze reservaties in Dendermonde, Ekeren, Tongeren en Blankenberge liggen vast. Over Aarschot wordt zwaar getwijfeld. De recensies zullen dit jaar even streng, doch eveneens minstens even rechtvaardig zijn als de vorige edities. Uiteraard kan u onze bevindingen hier op de blog terugvinden. De redactie kijkt er naar uit, wij hopen van u hetzelfde.
Op vrijdag 20 augustus trokken de Limburgse Biervrienden naar zaal Ludovicus in Rapertingen voor yet another degustatie avond. We schoven net niet mee Aan Tafel bij Luc Bellings. Dit sterrenrestaurant bevindt zich immers aan de overkant van de drukke steenweg. Onze culinaire smaakpapillen werden geprikkeld door een andere lekkernij: 'Stoere Bieren'.
De heren van het bestuur hadden voor de gelegenheid gekozen voor een niet alledaags thema. Bij aanvang hadden de deelnemers-proevers, die weer talrijk aanwezig waren, het raden naar welk gerstenat ze voorgeschoteld zouden krijgen. Eén ding stond vast: de brouwsels waren stoer van karakter.
De uiteenzetting en inleiding werd gegeven door de ondervoorzitter Casimir Elsen.
Stoere (7.5%)
Hobbybrouwer Louis Hauquier is een prominent lid van de Limburgse Biervrienden. Trouw op post bij alle proeverijen en bierweekends en kenner pur sang. Van deze man verwachtten we een stoer bier en dat kregen we ook. Louis dochter baat een fietscafé uit (Fietsstop 303), waar de Stoere het huisbier is en vlot over de toog gaat. De aanwezig liefhebbers waren dolenthousiast over dit eigen brouwsel, dat voor de gelegenheid gebrouwen wordt in de Scheldebrouwerij. Kenmerken van het bier: moutig (marsepein toets), kruidig en hoppig. Kortom spek voor de bek van een echte amateur. Het bier is troebel blond en reeds langer bekend bij het vaste publiek van Limburgse Biervrienden.
Sjarelke (7.5%)
In Aarschot bestaat er zoiets als Gabys Tuincentrum. Het is blijkbaar een plaats waar mensen niet alleen naartoe trekken om gladiolen of potgrond te kopen. De bijhorende cafetaria schenkt namelijk een bier, door Karel Ponsaert gebrouwen in de proefbrouwerij van Lochristi. Het donkere karakter van dit Sjarelke kon niet iedereen bekoren. Het bier was tamelijk zwaar, de schuim eerder vlug weg en qua smaakpalet ging het bier zijn mosterd eerder zoeken bij chocolade en gebrande mout.
Tarras Boulba (4.5%)
Dit bier werd vernoemd naar een Kozakkenhoofdman, uit een roman van Nicolai Gogol. Het hoofdpersonage en zijn twee zonen trokken naar Oekraïne om er de Polen te bevechten. Uiteraard werd één van de zonen verliefd op een Poolse uit het andere kamp. Op het etiket zien we die situatie, overgebracht naar de huidige tijd.
De twee Brusselse brouwers Yvan De Baets en Bernard Leboucq zijn verantwoordelijk voor dit gerstenat. De immer reizende Zennebrouwerij koos als locatie de Ranke Brouwerij.
Het bier zelf droeg volgens de aanwezige proevers minder allure met zich mee. De geur werd dikwijls als muf omschreven. Het citrusachtige en de (te) lange nasmaak deden menig wenkbrouw fronsen. Meestal valt een hopbitterige smaak beter bij de Vrienden, dit maal iets minder. Vooral de naam en de geschiedenis leken ons stoer.
Old Joe (8%)
De naam van dit meergranen bier is een anagram van LoDeJo. Lochristi Denkt Jong is een jeugdhuis dat ter gelegenheid van zijn 40-jarig bestaan een bier heeft laten brouwen. Het bier doet denken aan Duvel, maar is minder verfijnd. Leuke bittere smaken, met het gistbezinksel nog meer bitter gemaakt, ook al zeggen de creators dat het fruitige gist is. Dirk Naudts van de proefbrouwerij Lochristi was de uitvoerder in kwestie.
Ambiorix (7.5%)
Brouwerij Slaghmuylder uit Ninove (niet meteen een Limburgse site) tekende voor het Ambiorix bier. (als tegenhanger: Amburon wordt wel gebrouwen in brouwerij Ter Dolen in Helchteren). Uiteraard is dit bier gebrouwen ter nagedachtenis van de hoofdman van de Eburonen stam. In Tongeren zelf is hij slechts te verkrijgen in één brasserie op de Markt. Leuk weetje: in Drongen kan men net hetzelfde bier degusteren, al gaat hij daar schuil onder een ander etiket met een andere naam (Drongens Plezierke).
Wat meteen opviel was een vrij neutrale geur. Als we toch iets moesten aanduiden, was het de geur van appel en lichte caramel, maar ook bij sommigen hout. Er waren slechts kleine bellen aanwezig en de kraag was niet stabiel. Net als de geur was de smaak eerder neutraal, waardoor vooral de naam stoer bleek in plaats van het gerstenat.
Hapje Als tussendoortje kregen we drie huisgemaakte bouletten, met een bbq sausje en twee donkere boterhammen.
Old Buccaneer (8%)
Dit bier is bijna exclusief voor de export naar de VS gebrouwen. Speciaalbieren uit België winnen aan populariteit en dat is te merken aan de hoeveelheden die naar het buitenland uitgevoerd worden.
Brouwerij van Steenberge uit Ertvelde gaf ons hier een helder blond bier, waarin vooral alcoholsmaak overheersend leek. Het was een zeer zwaar bier, maar had toch geen lange nasmaak. Het was tijdens het drinken toch vrij volmondig en ging naar de bitterig zoete kant op ons smaakrooster.
Op de eerste dinsdag van de maand hadden de vriendin en ik een tafeltje gereserveerd in restaurant Karnivale. De deelnemers uit Aalst, Ken en Karel, zitten samen met het Genkse duo Lucy en Jimmy in de finale van Mijn Restaurant 2010.
Tijdens ons bezoek werd de aflevering uitgezonden waarin de kijkers mochten ervaren dat restaurant LaMuse uit Nieuwpoort uit de wedstrijd lag.
Bij aanvang moesten we een geheimhoudingsdocument tekenen, waarin we plechtig verklaarden niets van de inhoud van het DVD-moment prijs te geven vooraleer 2BE alles had uitgezonden.
Samen met Johan, die trouwens zelf een uitstekende taverne uitbaat, diens dochter en een kelnerin, ondernamen we de verre rit naar de carnavalsstad bij uitstek.
Ontvangst
Het pand valt aan de buitenkant niet erg op. Eens binnen (en ja, we waren opnieuw als eerste aanwezig) werden we begroet door een vriendelijke jongedame die onze jassen graag had aangenomen.
We werden naar een tafeltje geëscorteerd, net naast het verhoogje waar onze vriend Sergio Herman had geproefd van de gerechten. De tafel was groot genoeg om zes mensen aan te zetten, wij zaten er met vijf. De serveerster vertrouwde ons trouwens achteraf toe dat alle restaurants van de producent Kanakna, acht couverts vrij moet houden. En dit tijdens elke service, om eventuele verrassingsbezoeken de baas te kunnen.
Aperitief
Naar goede gewoonte ging de avond van start met een aperitief. De zorg die hiervoor gedragen wordt, zet meteen de toon voor de rest van een culinaire avond. Helaas moet ik meedelen dat mijn Gin-Tonic (niet Gin Gini) niet van hoogstaande kwaliteit was. De Tonic was in die mate lauw, dat meteen al het ijs verdween in het bodempje Gin. Dit aperitief zou mijn maag moeten openzetten (komt vh Latijnse aperire: openen), maar hier was geen sprake van.
De hapjes die erbij geserveerd werden waren, in tegenstelling tot wat de uitzending deed vermoeden, niet van goede kwaliteit. Broodstengels vind ik sowieso al not done. Het geeft een Italiaan-om-de-hoek gevoel en doet me niet meteen watertanden naar meer. Het bijgaande toastje was vrij lekker besmeerd met een konijnpaté.
Boter, peper en zout waren wel overvloedig en vanaf het begin aanwezig op tafel. Brood werd geregeld bijgevuld. Met drie van de vijf uit het gezelschap gingen we voor de begeleidende wijntjes. Onze glazen werden tot ieders verbazing reeds gevuld toen ons aperitief nog maar voor de helft leeg was. De kelnerin vertrouwde ons toe dat om tien uur iedereen moest gegeten hebben en dat we enkel de keuze hadden om het menu te nemen. A la carte was geen optie. Ik snap wel dat ze meedoen aan een populair programma, maar als klant betaal je tenslotte toch genoeg om nog iets fatsoenlijks voorgeschoteld te krijgen. (menu: 47,00 wat niet te duur was voor vier gangen, zonder kaasjes weliswaar, 20 extra voor de begeleidende wijnen).
Voorgerecht
Tartaar van zwaardvis, lamsoren, pimentolie en yoghurtdressing.
Op zich was dit de grootste meevaller van de avond. De tartaar smaakte erg fris, er was genoeg ruimte gelaten voor aciditeit toe te voegen, zonder te overdrijven. Lekkere afkruiding, al mocht er voor mijn part iets meer pimentolie aanwezig zijn. De dressing hoorde goed bij het gerecht, en vooral de Chardonnais paste als (overvloedig) gegoten bij dit gerecht.
Soep
Velouté van asperges.
Dit was niet zomaar een aspergesoepje zoals op mening communiefeest wel eens wordt uitgedeeld. Op de bodem lagen enkele verse asperges en net voldoende paling. De velouté werd, zoals de regels het voorschrijven, nadien in het bord bijgeschonken. Zeer smakelijk soepje!
Hoofdgerecht
Varkenswangetjes met lentegroentjes of kabeljauw, jonge spinazie en jus van zwarte olijven.
Beide werden geserveerd met de onsmakelijk klinkende rattenaardappelen.
Iedereen bij ons aan tafel nam de rundswangetjes, al ben ik niet zeker of iedereen wel ten volle besefte welk deel van het rund men voorgeschoteld kreeg. Wanneer we spreken over rundswangen gaat het letterlijk over het vlees van de kaken van een rund. Meestal wordt dit vlees in een stoofpotje bereid, hier kregen we het gebakken en voorzien van een jus. Door de juiste bereidingswijze zijn de pezen en de stof waarvoor veel vrouwen nu een injectie in de lippen voor zouden doorstaan (collageen), erg gelatineus. Smullen voor lekkerbekken! De lentegroentjes deden eerder winters aan: erwtjes, worteltjes, kerstomaatje en een gebakken champignon. Dit was een degelijk gerecht, waar de presentatie toch wel erg tekort schoot. Ken en Karel, en vooral dan hun goedlachse chef, hebben het juist wanneer het aankomt op smaken, maar blijken toch alles meer op een hoopje te gooien.
Assortiment van kazen
Drie kazen, geaccompagneerd door een gelei van vijgen (niet mijn favoriet, doe mij maar stroop) gingen vlot naar binnen, dankzij een extra keuze van Grimbergen Bruin. Mijn Restaurant heeft als één van de hoofdsponsors gekozen voor deze bierfabrikant. Het had erger gekund, maar het had ook zeker beter gekund.
Nagerecht
Op de kaart stond Belgische aardbeien met citroenmelisse of chocoladeganache met kiwicoulis.
Wij kregen de keuze uit de chocoladebom, de aardbeitjes en de chocoladetaart. De taart waar Sergio Herman achteraf nog zo lyrisch over werd, kreeg ik voorgeschoteld. A la minute bereid, lekker smeuïg en volop chocolade. Mensen die me kennen weten dat ik dit verkies boven zure smaken. Hoe meer cacao, hoe liever. Al zondig ik daarmee tegen elke culinaire nagerechtregel uit het boekje.
De avond werd afgesloten het DVD-moment, waar we live mochten meemaken hoe Sergios recensie van Karnivale het haalde van die van Terrae. Maar nu mogen we dat zeggen, want de aflevering is al voorbij.
Opnieuw bijna vol in beeld, achter Ken en Karel: uw Crespoblog, op een laag pitje weliswaar maar daarom niet minder op de achtergrond bezig met proeven en degusteren.
Liefhebbers van de Crespoblog weten dat de redactie gaarne eens een deelnemende zaak van het programma 'Mijn Restaurant' vereert met een bezoek. Deze jaargang geraken we echter moeilijker aan een tafeltje dan tijdens de vorige twee seizoenen. Misschien ligt het aan het feit dat we verleden jaar korter op de bal konden spelen door lange armen, interne keukenpieten, meer vrije tijd en geografische vrijheden. Desalniettemin doet mijn ega telkens weer haar best om een tafeltje te bestellen bij de Mijn Restauranters.
Zo heeft ze het geluk gehad te kunnen dineren in restaurant 'Terrae', bij de Limburgse kandidaten Jimmy en Lucie. Naar eigen zeggen had ze het daar erg naar haar zin, en was zowel de zaal als de keuken die avond in topvorm. Helaas kan ik zelf geen recensie hierover neerpennen, door mijn schandelijke afwezigheid.
In restaurant 'Kom'Af' van de antihelden Jeroen en Isaura zijn we wel op halve kracht kunnen gaan proeven. Thuram is namelijk reeds twee jaar en half vader. Een babysit vinden in tijden van vulkaanuitbarstingen bleek moeilijker dan ooit tevoren. Overmacht werd dus ingeroepen, net als een ander bevriend koppel dat maar al te graag meetrok naar Malinois.
Bij aankomst troffen we een mooi pand in de schaduw van de Sint-Romboutskathedraal, maar van productiehuis 'Kanakna' zijn we dan ook niets anders gewend. Telkens weten ze in de deelnemende steden de beste locaties af te huren, met een optie tot aankoop voor eentje van hen. Geld is blijkbaar geen probleem. Onze komst was blijkbaar vrij onverwacht. We kwamen als allereerste aan, en dit terwijl het sjiek volk in principe altijd laat uit eten gaat. Isaura herself loodste ons naar het salonnetje, waar de gebruikelijke contractjes ("ge weet dat ge met uw tronieke op den televies kunt komen, en daar hoeft ge daarna niet over te komen memmen") ondertekend dienden te worden. Chef Jeroen kwam ons echter ook daar al persoonlijk begroeten en vroeg of we van ver moesten komen. In levende lijven is Jeroen trouwens niet de blaaskaak die de producenten ons willen laten kennen.
We passeerden via de bar en de lange tafel tegen de muur naar het achterste gedeelte van de zaak en kwamen terecht in een soort van veranda met zicht op de metershoge Romboutstoren, u allen waarschijnlijk wel bekend wanneer u eens naar Mijn Restaurant gekeken heeft. Het kader was mooi, al vielen enkele details ons meteen op: de verfpartijen waren erg haastig aangebracht, net als de naps op de tafel. Een strijkijzer zat naar alle waarschijnlijkheid niet in het budget. Soit, Isaura deed verder wel haar best en kwam vrij vlot uit de hoek als gastvrouw. De kledij leek eerder op die van een schoolgaand meisje en ook de stertattoo leek ons niet meteen eentje die aanzet tot ander sterrenmateriaal.
Apero De amuse volgde tijdens het aperitief. De vaste waarde, gin-tonic, was helaas uitgeput, waardoor naar bubbels gekeken werd. Geen flute, maar een echte coupe-caberdouche-waardig warempel werd ons voorgeschoteld. Het eerste (en enige!) hapje vooraf bestond uit een rauwe coquille die gemarineerd was in een donkere saus (de naam is ons nu nog niet duidelijk, maar ik gok op balsamico). Ik twijfel helaas aan de kwaliteit van dit product. Maar al te graag komen restaurants opdraven met dit geschelpte diertje, maar velen vergeten dat zelfs in rauwe toestand een Sint-Jacobs vrucht een bereiding met aandacht vereist. Spijtig genoeg was deze coquille wel erg plat, zowel van beet als van smaak. Het bijhorend aspergesoepje met stukjes zalm en wat boontjes kon wel op wat meer applaus rekenen aan onze tafel.
Uiteraard ging ons volledige gezelschap voor alles wat er te krijgen was in Mechelen. Dit bleek een viergangenmenu te zijn (55 zndr a.w., 70 met a.w.), van (letterlijk zo op de kaart) heel goeie Kom'Af. De heren lieten ook de wijnen aanpassen.
Pre Het voorgerecht was griet met Mechelse asperges op zijn vlaams bereid, met een sausje van erwten. De griet was het lekkerste op dit bord, maar helaas erg klein. De twee grote asperges waren dan weer overvloedig aanwezig, maar de presentatie viel goed mee. Ook het erwtensausje was goed afgesmaakt. Een cruciale fout werd helaas flagrant gemaakt: asperges op zijn vlaams vereist een botersausje en een hardgekookt eitje. Het sausje was goed van smaak, het eitje was echter een soort van 'scrambled eggs', dat deed denken aan een Engelse camping inclusief ontbijtbuffet. De peterselie was zeer zuinig gestrooid over het geheel.
Sopa De aardappelsoep (zie foto), waarover in het programma nog zwaar werd gedebatteerd tussen Peter Goossens en chef Jeroen, werd opgediend in een mooi diep bord, vergezeld van een eenzame coquille (opnieuw) die op haar beurt wel lekker en correct gegaard was op een bakplaat. Aardappelsoep is redelijk flets van smaak, dus Jeroen had geluisterd naar de wijze raad van nonkel Goossens: "Durf te kruiden". Toch heeft de helft van ons gezelschap de pepermolen aangeslaan. Het brood werd verder voldoende bijgevuld, al was er bij de eerste maal geen keuze tussen zeer donker notenbrood en grijs (dat door Isaura toch maar tot wit brood werd omgedoopt).
Main De zaal liep stilaan vol, en de service verliep vlotjes. Er zat blijkbaar toch al wat routine in het ganse gebeuren. Het hoofdgerecht was lams (drie stuks) met seizoensgroentjes (puutjes en erwtjes en duo van beukenzwammetjes dus), aardappelpuree (lookaardappelen?!) en een jus op basis van graanmosterd. Opnieuw geen hoogvlieger, wat misschien normaal is in tijden van IJslandse aswolken, maar jammer voor ons gezelschap. Het vlees was lekker, goed van kwaliteit en uitstekend gebakken, maar hey dat vind je vandaag de dag ook in de betere brasserie.
After Als nagerecht kregen we een soep van rood fruit (heel vers, maar enkel aardbeien en frambozen), een schepje vers vanille ijs, wat zwarte peper en een blaadje munt. Het geheel was lekker, maar er bleef geen wow-gevoel hangen. Misschien is de redactie op culinair vlak een beetje te verwend geweest de laatste tijd. Maar enkel dat maakt goede recensenten.
We hebben achteraf nog een gesprek gehad met Jeroen en Isaura. Daarin braken we niets van de keuken af, zeker niet wanneer de camera en de vrouwelijke regisseur ernaar vroegen ("Wat zijn de minpuntjes???"). Dit zou niet erg constructief overkomen en het koppel nog meer slechte publiciteit bezorgen. Dat was onze bedoeling niet, want uiteindelijk zijn het best wel twee jonge toffe mensen die zich in een misschien-iets-te-wild avontuur hebben gestort. We stelden echter wel een pertinente vraag aan de productie. "Wordt er niet erg veel geregisseerd in jullie programma?" Prompt werden de camera's op non-actief gezet en de cameraploeg droop kwaad af. Jeroen vertrouwde ons nadien toe, dat er inderdaad veel geregisseerd en bedisseld werd. Met knippen en plakken kan je veel bereiken. De waarheid zal ergens in het midden liggen, want 's mans keuken was niet meteen een vermelding in de Gault Millau waardig. De overdreven reactie van camera-en geluidsploeg sprak echter boekdelen. De laatste geruchten over het extra zakgeld voor de Mechelse deelnemers vind ik daarom ook ver gezocht. Gemengde gevoelens dus bij dit bezoek: geen uiterst ge-wel-di-ge keuken, maar een verdienstelijke poging tot oprecht eten (trouwens ook de slogan op de muur achter de bar en op de menukaart). Ik heb ze alvast nog veel succes gewenst, en dat was alvast zeer oprecht.
Beste blogbezoekers, het debiet waarmee de blogposts online doorstromen staat op een extreem laag pitje. De redenen hiervoor zijn opnieuw legio. Na mijn werktrip naar Bolivië, moest er dringend bijgewerkt worden op kantoor. Op de koop toe is de bouw van ons huis begonnen en de aannemer laat er geen gras over groeien. Vandaar dat de tijd en de gusto me 's avonds ontbrak. De Crespoblog zal zich in de toekomst bovendien vooral gaan toespitsen en specialiseren in het occasioneel verslaan van de geneugten des levens zoals er zijn: recensies die te maken hebben met lekker eten en drinken, verslagen van feestjes en 'shindings', overzichten van proeverijtjes allerhande (gaande van sigaren tot exquise hapjes en tapjes).
Toch maakte de redactie tijd vrij voor een culinair verwenweekend en bijhorend verslag tussen respectievelijk Knokke (de meest mondaine aller 'Vlaamse' badsteden) en Sluis (het kleinere Nederlandse broertje, dat maar al te vaak vergeten wordt).
Maar liefst zes maanden op voorhand werd onze reservatie voor vier in restaurant 'Oud Sluis' vastgelegd. Het hoeft dus verder geen betoog dat onze mondjes Pavlov-gewijs vol water liepen, hoe dichter de datum naderde. Gourmandises als we zijn, vatten we de avond aan als heuse recensenten. Voorgenomen werd ook Nonkel Gert via rechtstreekse verslaggeving in e-mail vorm op de hoogte te houden van ons wedervaren.
Aankomst en ontvangst
Bij aankomst in Sluis vonden we een leuk parkeerplekje op het pittoreske Zeeuwse dorpsplein. Een korte wandeling langs de schoenenwinkels en XXX-shops door, bracht ons ter plekke op de 'Beestenmarkt'. Net als Goossens' gastronomisch paradijs in Kruishoutem deed de buitenkant niet in het minst vermoeden wat er zich binnen afspeelde. Het exterieur doet denken aan een hoeve, terwijl in tegenstelling tot het Kleefse Hof, het interieur zeer modern ingericht was. Zwart-wit toetsen waren zeer overheersend. De ontvangst door de maître en enkele obers was vlot en ongedwongen: een trendbreuk met andere en eerdere sterrenervaringen, die de ganse avond zou doorgaan. Het 'militaire' en stijve was er niet bij, zonder het gevoel te verliezen dat je een klassezaak betrad.
Aperitief en amuses
Als aperitief kozen Thuram en ikzelf resoluut voor de klassieker 'Gin Tonic', doch opgediend met dunne, lange schijven komkommer. Dit was nota bene een inleidend drankje dat we schaamteloos gekopieerd én leren appreciëren hebben van chef Herman himself. De vrouwtjes gingen voor een Kirr Royale en een glas champagne. Sergio kwam tijdens de tweede (van vier) amuses persoonlijk aan elke tafel gedag zeggen en een praatje maken. Aan onze dis sprong meteen het aperitief in het Zeeuws-Vlaamse oog van de meesterkok: "Ik zie dat jullie mijn favoriete drankje gekozen hebben? Dat kan al niet meer stuk." We taterden nog even verder over onze Truiense afkomst, de "Bigarreau" en de chef's persoonlijke visie op de televisie. Hij vond 'Beste Hobbychef' trouwens veel leuker dan 'Mijn Restaurant', maar dit terzijde. Hij vertrouwde ons toe ook minder in de media te verschijnen en meer tijd te willen besteden aan zijn tweede zaak, die binnenkort ook op volle toeren zal draaien. ('Pure C') Sergio stond er zoals we hem kennen van op de buis: ongedwongen, vlot, beetje macho maar wel erg vriendelijk. Beetje sjofel gekleed, maar de daaropvolgende gerechtjes deed ons dat helemaal vergeten en vergeven. Sergio is trouwens vader van drie kindjes en getrouwd met Ellemieke.
Keuze
Tijdens het kiezen van onze menuutjes in de futuristische kaarten, wierpen we een blik op de zaal. De zaak zat afgeladen vol en de tafels stonden best kort bij elkaar. Aan de accoustiek was niet erg veel aandacht geschonken, wat misschien een detail is, maar in een driesterrenzaak verwacht je nu eenmaal dat aan alles gedacht is. We konden wel een welkome blik werpen op de keuken, of tenminste op de hoofden van de vele sous-chefs, commis-en en ander keukenpersoneel.
Onze keuze viel uiteraard op het menu 'Père et Fils'. Qua prijs viel dit nog mee, wanneer je niet koos voor de aangepaste wijnen.(170 zndr.a.w.- 260 met.a.w.). Om eerlijk te zijn stond dit reeds als een paal boven water, van lang van tevoren. Er ging bijna geen week voorbij of we keken even likkebaardend op de website.
Entrees
Langoustine Gerecht: inktvis ravioli, salade-zeekool-komkommer. Puntradijs, postelijn vinaigrette en créme crue. Coquille
gegrild, hoppescheuten, jonge rauwe bloemkool, biergelei en vinaigrette van morilles.
Het biergehalte in dit gerecht was meteen iets dat opviel. Op de Crespoblog kunnen wij dit uiteraard enkel maar toejuichen, al waren deze gerechten moeilijk te combineren met een heuse bierbegeleiding. Vooral de donkerzwarte postelijn deed wenkbrauwen fronsen. Eens in de mond geschept zorgde de samenhang van smaken voor een ware implosie van intense aroma's en mondervaringen. Plots wisten we weer waarom de Michelingids hier zo kwistig rondstrooide met sterren.
Zeeuwse kreeft
Gerecht: salade van jonge spinazie, bleekselderij en groene appel, kiemzaadjes en reblochonmelk.
De portie kreeft was klein, maar ieder van ons kreeg wel het beste deeltje van de kreeft op zijn mooi ogend bord. De ingrediënten dansten samen op de tong en ook de bijhorende wijnen zorgden voor een waar genot.
Krab Gerecht: groene asperges uit "pertuis", emulsie van rucola, gumbavaricotta en coulis van krab met verveine.
Ik zou meteen opnieuw willen aanschuiven aan de ingedekte tafel in Sluis, al was het maar om dit kleinood nogmaals te mogen savoureren.
Hoofdgerecht
Anjou duif
Gerecht: geroosterde duif met hazelnoot, schorseneer, gnocchi met ganzenlever, zilveruitjes en jus van duif.
De duif die op ons bord verscheen koerde bijna nog. Het vleugeltje was iets beter doorbakken, maar het stukje filet was nog rood. Niet alle gasten konden dit smaken, tot groot jolijt van de mannelijke helft van onze tafel. De gnocchi van ganzenlever was overigens subliem, maar opnieuw vooral voor de fijnproevers/liefhebbers.
Nagerecht
Ik was zelf de enige die koos voor het assortiment van vijf kazen. Allemaal Franse kazen, in een voldoende gespreid palet van smaak en consistentie.
De rest van het gezelschap werd eerder aangesproken door de desserts. De kaart deed een beetje vermoeden dat de overheersende toets niet zoet zou zijn, maar eerder zuur.
Gerecht: chocolat bar (waarvan we nog drie exemplaren gratis meekregen op onze weg naar buiten), karamel en pinda.
Het erg Aziatisch aandoende "Ricefields" (met vele 'layerrrrs') melk en passievrucht was tevens erg hoog in zijn zuurtegraad.
De titel 'My favorite citrus 2010' werd dan ook heel letterlijk geïnterpreteerd.
Helaas deed het nagerecht, dat vrij laat bleef opgediend worden, een beetje te hard nadenken. Daardoor ging een beetje van de grandeur van het ganse menu verloren. Ook de kleine zoete hapjes bij de koffie werden vlug vergeten, door de zure smaken die op de tong bleven liggen door de nagerechten.
Verdikt
Je zou kunnen zeggen dat Sergio zijn keuken zeker drie sterren waard is. Wie zijn wij om daaraan te toornen? Wat we die avond in Sluis op onze couvert kregen, dat gaan we niet vlug opnieuw meemaken. Zoveel is zeker. Zoveel exquise hapjes, een explosie van smaken en indrukken,... het is misschien net daardoor dat alles zo overweldigend is. Onze magen zijn dit niet gewend en hebben enige aanpassing nodig. De redactie wil zich echter gewillig opofferen voor enig culinair experiment, die de invloed van deze gerechten zouden kunnen hebben op ons gestel. Je moet er iets voor over hebben.
Tijdens een zondags familiebezoek bestaat er blijkbaar nog zoiets als een aangename verrassing. Zo kreeg ik afgelopen zondag, zonder dat de schenker van dienst (de oma van mijn ega) er erg in had, een exclusief biertje voorgeschoteld. In de schoonfamilie zit namelijk een ganse tak die zich specialiseert in de drankenhandel. En laat dat nu net mijn dada zijn.
Het was niet zomaar een biertje dat zijn weg naar mijn keelholte vond. Trouwe lezers van de blog weten dat ik ijver voor een intrede van gerstenat ter begeleiding van lekker eten. Nationale én internationale topchefs zien stilaan in dat wijn uiteraard goed te combineren valt met exquise gerechten, maar dat bier zich van deze taak evengoed kan kwijten.
Op de afbeelding en in het bijgaand filmpje zie je over welk bier het gaat: 'Inedit' van de Catalaanse onafhankelijke brouwerij 'Estrella Damm' is samengesteld door niemand minder dan Ferran Adria. De chef van het beste restaurant ter wereld 'elBulli' riep hiervoor de hulp in van Juli Soler, de sommelier van het sterrenrestaurant en de brouwerij, wiens naam vertaald eveneens en geheel toepasselijk 'ster' is.
De fles is erg stijlvol en lijkt zelfs op een wijnfles. Op het sobere etiket vinden we een grote gouden ster terug, net als op de kroonkurk. De fles dient in een ijsemmer bewaard te worden, tijdens het nuttigen van de maaltijd of de bijhorende (bij voorkeur scherpe) tapas. Als glas verkiest Adria een hoog wijnglas, dat zeker niet meer dan de helft mag gevuld worden om alle aroma's en smaken ten volle tot hun recht te laten komen.
Qua uitzicht lijkt 'Inedit' (letterlijk vertaald uit het Spaans: 'onuitgegeven') op een Belgisch witbier. Nogal wiedes als je de ingrediënten even doorneemt: mout, tarwe, koriander en curaçao. Op het bijgaande leaflet lezen we de voedseltips die de topchef er zelf bijvoegde: vis, vette kaas, schaaldieren en slaatjes. Het alcoholpercentage is slechts 4,8%, waardoor het makkelijk wegdrinkt. De smaak deed me erg aan Hoegaerden denken, maar dit bier leent zich door de iets lichtere citrustoetsen beter tot beer-and-food-pairing.
De invoerder in België is brouwerij Corsendonk via de Nederlandse exportmanager van Estrella Damm, FlorisVan Neerrijnen. Een fles zou bovendien slechts negen Euro kosten. Nu nog wachten op de Belgische chefs, die zich laten verleiden tot het invoeren van dit nieuwe genot.
We kregen de laatste tijd een overvloed van kookprogramma's in de maag gesplitst. Vooral het commerciële bestek in Vlaanderen scherpte graag de messen met intussen toch al klassiekers als: "Mijn Restaurant" en "De Beste Hobbykok van Vlaanderen".
Maar ook de openbare omroep was niet vies van wat gerommel in de potten. Zo kreeg Gène Bervoets de meest heerlijke job ter wereld voorgeschoteld. In "Gentse Waterzooi" mocht hij reizen naar allerlei exotische bestemmingen én genieten van de plaatselijke gerechten en ingrediënten. "1000 seconden" van Felice zaliger en bijna wijlen Herwig Van Hove, deed ons niet meteen watertanden om de koksmuts aan te trekken.
Ere wie ere toekomt. Op dat gebied heeft VTM wel zijn duit in het zakje gedaan. Ze hebben kokkerellen naar de massa's gebracht. Of dit altijd een positieve tendens is, valt nog maar af te wachten. Zo moet men niet meer vreemd opkijken, wanneer Sjarel van Berta om de hoek zonder schroom zijn steak natuur terug naar de keuken stuurt omdat zijne cuisson niet goed is. Escoffier laat weten dat hij zich al meermaals heeft omgedraaid in zijn graf. We merken bovendien een ware explosie van hobbychefs die allemaal menen de wijsheid in pacht te hebben.
Voor de meerwaardezoekers was er ook lekkers terug te vinden. - "Tournée Générale" ging over bier, maar zoals al langer bekend is op onze blog, behoort het gerstenat voor ons ook tot de nationale culinaire waaier. - Tijdens "Plat Préféré" ging Jeroen Meus op zoek naar de geliefde gerechten van overleden bekende koppen. De forel in botersaus zou een favoriet geweest zijn van een zekere Adolf die vooral van zich liet horen tussen de jaren '40 en '45. Helaas haalde deze aflevering de censuurgrens niet.
Vanavond mogen we een nieuw kookprogramma verwachten op Canvas. Wim Opbrouck, (die we onlangs nog spotten op "Place Foutu, euhm M'as tu vu") gaat "In de Keuken" (filmpje) presenteren. Hij maakt portretten van tien inheemse topchefs. Enkele namen die de revue passeren: - Geert Van Hecke (De Karmeliet) - David Martin (La Paix) - Lionel Rigolet (Comme Chez Soi) - Gert De Mangeleer (Hertog Jan) - Constantin Erinkoglou (Notos) - en warempel twee oude bekenden: Laurent en Vincent Folmer (Couvert Couvert).
Een opvallende afwezige is driesterrenchef Peter Goossens. De slimme jongens van de Vlaamse Televise Maatschappij hebben een exclusiviteitscontract afgesloten met de man uit Kruishoutem. Dus geen Cleefse lekkernijen op Vloms Twie vandaag.
Het format van "In de Keuken" = slow television, waar Opbrouck een intimistisch portret tracht te schetsen van de kookkunstenaars. Een beetje Paul Jambers-achtig: "Wie zijn ze?", "Wat doen ze?", "Wat drijft hen?", maar dan zonder de marginalen, de heroïnehoertjes en de sensatiezoekende transgenders.
Wel onderwerpt Wim in deze bende enkele bekende Vlamingen aan een kooktest. Ze moeten de creaties van de topchefs zien na te bootsen. Gelukkig moeten we niet kijken naar hoe Nicole en Hugo smaakloze stoofkarbonaden preparen, of hoe Luc Appermont zijn plat reduceert tot een schuimpje. Ook Bart Peeters wordt gelukkigerwijze over het hoofd gezien. Neenee: dit voorrecht is enkel weggelegd voor échte Canvaskoppen à la Frieda Van Wijck, Jean Blaute, Els Dottermans, Filip Geubels, Kamagurka en onze persoonlijke favoriet die zich overal wel weet in te wurmen de laatste tijd: Raastige Reginald. (Regi op Canvas, nu hebben we alles gezien). Deze laatste bezorgde ons trouwens onlangs nog een spetterende Après Ski party op de Truiense grote markt.
De redactie kijkt vanavond gespannen toe en hoopt dat de eerste aflevering goed zal smaken.
Als toemaatje het bijhorende filmpje, waar Wim Opbrouck als de onnavolgbare In De Gloria Mediawatcher zijn visie geeft over "1000 Seconden". Toepasselijker konden we niets vinden.
- woensdag: Truiense kerstmarkt bezoeken met bevriend koppel Fre en Anke. - vrijdag: bierproeverij met als thema: "de trippels". Gelukkig moet uw dienaar niet rijden, want met die controles tussen kerst, nieuw en eigenlijk altijd loop je een heus trippel risico.
- voorbije activiteit die het vermelden waard was: de recensie.
Op zaterdag 12 december zakten de Limburgse Biervrienden, hun familie, vrienden én andere geïnteresseerden af naar het Alkense Rubenshof. Daar stond immers een culinair feest op het programma, onder de noemer 'Bier & Gastronomie'. In de gespecialiseerde magazines zoals 'Bierpassie' probeert de redactie dit fenomeen al geruime tijd beter bekend te maken bij het grote publiek én bij de gerenommeerde chefs.
Chef Tom Govaerts van 'het Rubenshof' gaat graag mee in deze nieuwe culinaire trend. Een goed gerecht kan immers evengoed begeleid worden door een interessant en complex gerstenat. Om het met vaktermen te zeggen: het hoeft niet altijd wijn te zijn om een perfecte 'pairing' te bereiken.
Bij wijze van aperitief kregen de maar liefst 150 aanwezige vrienden van het bier enkele exquise hapjes voorgeschoteld. Een mousse van broccoli met king-crab en een gelei van tomaat prijkten prompt in een klein glaasje en nodigden uit tot proeven. Op hetzelfde bord deed een chutney van kweepeer de smaakpapillen tintelen, terwijl dit lepeltje vervolledigd werd door een mousse van eend met rode port. Het gefrituurde breidelhamkroketje lag gevleid op een kruidensausje.
Als bier kregen de aanwezigen een Valeir Extra. Brouwerij Contreras uit Gavere creëerde dit blonde bier van hoge gisting met hergisting op de fles, dat zich uitstekend verhulde als verfrissend aperitiefbier.
Het bijhorende blaadje verschafte ons trouwens een welkome uitleg. Want op die manier mochten we voor het proeven al eens overlopen wat er ons te wachten stond.
Het menu bestond verder uit een slaatje van gebakken Sint-Jacobsvrucht met een crème van pastinaak en mimolettekaas. Het zalfje van erwt viel misschien wat klein uit. De Maredsous 6 pareerde dit frisse inleidingsslaatje echter perfect. Het goudblonde bier was er opnieuw eentje van hoge gisting, met hergisting op de fles. Volgens onze gedrukte gids zorgde brouwerij Duvel Moortgat hier voor een zacht gemout bier, met een pittige fruitigheid en een mild gehopte afdronk.
De kunst van de food-and-beer pairing ligt net hierin de smaken op mekaar af te stemmen. Het bier mag het gerecht niet 'overstemmen' en omgekeerd. We zochten, én vonden in dit geval een perfecte harmonie tussen droog en nat.
Het tweede voorgerecht was een zacht gegaarde griet met eekhoorntjesbrood en prei, sausje van kalfsjus en rode port en een rösti van aardappel. Qua cuisson van de vis zat chef Govaerts goed. Hij verraste bovendien met een vleesjus te combineren met lekkers uit de zee. De rösti was misschien iets te moelleux geworden door de rode portsaus. Maar dat is echt muggenziften. De smaken zaten er immers knal op. De tegelijk zoete en moutige Kessel 69 van 6,9% zat ongeveer in dezelfde categorie bier als de vorige twee toppertjes. Bieren van hoge gisting, met hergisting op de fles, lenen zich uitstekend om samen met heerlijk voedsel op tafel gezet te worden.
De Kessel 69 werd gebrouwen ter gelegenheid van de veertigste verjaardag van de mannen van '69. Heren die in dat jaar geboren zijn komen samen in een vereniging, waar vriendschap en plezier in het leven centraal staan. Een Leuvense gewoonte die waarschijnlijk een mondiaal unicum is.
Het menu vervolgde met een hoofdgerecht om U tegen te zeggen. Een tournedos van everzwijn, nog licht rozé vanbinnen, met daaromheen een patta nègra en erboven op een korst van kleine dennenpitten. Ook op het bord terug te vinden: mooi gedresseerde puree van knolselder en brie de Meaux (waardoor hij iets sterker doorsmaakte, maar toch zoet bleef), witloofje , rodekool en kroketje (never change a winning team).
Dit alles werd geserveerd met een Chimay Première. Zeven procent van hergistend geneugte in het glas en opnieuw een quasi voltreffer als begeleidende godendrank.
Als nagerecht ging chef Tom voor een gedurfde 'trifle' van Conference peer met Hasseltse speculaas. We zijn niet voor niets de Limburgse Biervrienden, want zowel het zuiden, het midden als het noorden van de provincie waren in dit gerecht vertegenwoordigd.
Met de Achelse Extra van 9,5% haalden de organisatoren een donkerbruin trappistenbier naar boven, dat qua smaak bijna deed denken aan chocolade. Als extraatje was er ijsgekoelde Maes koffie, wat toch benadrukte dat het een gedurfd nagerecht was.
Voor de liefhebbers was er achteraf nog koffie met cakejes en chocolademousse. Wat moet een mens nog meer hebben? Lekker eten geaccompagneerd door bijhorende bieren, dat is iets waar wij ons voor de volgende editie met veel genoegen nu al voor inschrijven.
Crespo.
Extra Met enige fierheid heb ik de eer u te mogen meedelen dat het Bierviltje een redacteur rijker is. U raadt het goed: Crespo zal het ledenblad versterken met zijn occasionele pennenvrucht. Wat bleek tijdens het culinaire evenement van de Limburgse Biervrienden: de voorzitter had mijn post over 'Brasserie Dupont 'opgenomen in het nummer van vorige maand. Hij vroeg me te blijven schrijven voor het blad en zo geschiedde. Ook deze recensie zal de volgende editie sieren, evenals naar alle waarschijnlijkheid de recensie van de bierproeverij over de trippels.
Dankzij de vriendelijke mensen van het Circuit Zolder, Exqui Sport en KRK-Racing mocht de Crespoblog redactie deelnemen aan een heuse circuitdoop. Thuram kon door een druk werkschema niet deelnemen. Vandaar dat Crespo zich gewillig opofferde om als copiloot te fungeren. Goeie vriend, én man-on-the-inside Witte droeg bij tot de stijlvolle ontvangst en gaf terloops nuttige info en tips.
Een kleine introductie tot de KRK-Racing-stal:
Het team begint dit jaar al aan zijn tweede seizoen en zet twee Dodge Vipers in voor het Belgian GT Championship. Eentje voor Koen Wauters en Jeffrey Van Hooydonk en eentje voor Raf Vanthoor en Kris Wauters. KRK staat eigenlijk voor Koen, Raf en Kris, de oprichters van dit ambitieuze racingteam.
De andere leden doen misschien niet meteen een belletje rinkelen, dus stellen we ze even voor:
- Raf Vanthoor, eigenaar van het Berghoff potten- en pannen imperium. Eén van de rijkste Limburgers op de planeet, maar al bij al een heel gewone selfmade man, begonnen met casserollen te maken van oude sigarenbandjes en nu CEO van het gekende merk. Zijn 'zuineke' Laurens werd vorig jaar trouwens erg verdienstelijk de wereldkampioen F3 op 18-jarige leeftijd, mede gesponsord door VW Belgium. Laurenske wordt trouwens ook getipt als volgende Belg in de F1, zij het niet dat nét dat kleine beetje voorspraak hem mankeert.
- Jeffrey Van Hooydonk - de vlaamse Stig, en hij die het laatst dicht bij de F1 gestaan heeft, edoch close but no cigar.
De Clouseautjes kent u vast wel, maar we hebben nog enkele details die u misschien nog niet wist van deze spring-in-'t velden:
Koen Wauters' favoriete speelgoed tegenwoordig: Audi R8 V10, de eerste V10 in Belgie geleverd, wit van kleur en zijn broer Kris Wauters,
fan van alles wat BMW M is, tegenwoordig fiere bestuurder van een recente M5 (the most marvellous, etc)
De bolides die ter beschikking stonden van deze sponsordag - circuitdoop waren de prachtige KRK-karren: twee spiksplinternieuwe Dodge Viper GT3's, voorzien van een V10 motor, 8punt2 liter. Dat alles is goed voor zo'n slordige 612 paardjes, en dat hebben we geweten.
Dat het circuit er vrij glad bijlag liet Jeffrey Van Hooydonk, de uitverkoren piloot, niet aan zijn hart komen. Vlot duwde hij the pedal to the metal, na een kleine ja-knik van de pitmaster. Bij het uitrijden van de pitlane, die Van Hooydonk duidelijk als de binnenkant van zijn nauw aansluitend coureurskostummeke kent, trok hij meteen hard op tot in de eerste bocht. Het eind tot de sterrenwachtbocht werd in no time overbrugd en iets verder dook de beroemde kanaalbocht al op. Even alles geven tot in de Lucien Bianchibocht, vol in de remmen en een lekker recht stuk gas geven tot in de kleine chicane. Op dit rechte stuk circuit merkte uw dienaar pas echt op waar hij mee te maken had: een beest onder de 'hood'. Piloot Jeffrey nam de flauwste (maar toch een plezante) kronkel van de hoop, de Butte, met een degelijke snelheid om uiteindelijk over te gaan in de Terlamenbocht. Opnieuw een kort stukje tot in de Bolderberghaarspeldbocht. En ik die dacht dat wij soms laat in de remmen gingen! Eens de Jochen Rindt bocht voorbij liet Jeffrey alle paarden los en tijdens de tweede lap kregen we wat concurrentie uit onverwachte hoek: een mini, met achter het stuur Laurens Vanthoor, een BMW en een niet-nader-bepaald crossmachien. Van Hooydonk liet dit niet aan zijn hart komen en stak met zienbaar gemak en een overschot aan stuurmanskunsten de rest voorbij.
Enkele randbemerkingen: - Het enige nadeel van dit hele spektakel was de korte duur. Van mij mocht Jeffrey gerust nog een rondje of tien gereden hebben. Desalniettemin ben ik erg dankbaar deze ervaring rijker geworden te zijn. Ik zou het dan ook aanraden aan iedere petrolhead, die ooit kans krijgt om dit te doen. - Respec voor elke piloot die deelneemt in dit gemotoriseerd circus. Het is duidelijk dat je moet beschikken over ijzeren zenuwen, een goeie conditie en een geboren aanleg om overweg te kunnen met stuur en al dan niet sequentiële versnellingspook. Ook de broertjes Wauters zijn mede dankzij deze ervaring enorm in mijn achtig gestegen. - Een dankwoord is hier op zijn plaats, aan het adres van de organisatoren, maar ook en niet in het minst aan mijn goede vriend Thuram, die zijn sportstoel gewillig afstond aan zijn spitsbroeder.
Tromgeroffel in de maagstreek voor het onthullen van de nieuwe Michelin-gids 2010. Wie zijn de winnaars die er een ster bijkrijgen? Welk restaurant kan zijn sterren behouden? Welke chef moet inboeten? We lezen het allemaal in dit overzichtje.
Michelingids
De bandenfabrikant Michelin bracht vanaf 1900 al gidsen op de markt. Het doel was vooral een service te bieden aan chauffeurs, zodat de heren konden stoppen op plaatsen waar het de moeite was om een hapje te eten. Inmiddels is de steeds anonieme jury van de gids uitgegroeid tot heuse éminences grises op culinair gebied. Alhoewel Michelin geen gastronomische gids pur sang is (zowel hotels als restaurants worden op de korrel genomen), wordt in de ganse wereld toch aangenomen dat het rode boekje het beter weet.
Culinair separatisme
Sinds 2007 is er voor België en Luxemburg een aparte gids. Daarvoor deelden we er eentje met Nederland. Spijtige zaak, want ook bij onze Zuiderburen kan lekker getafeld worden. Zo staat 'Oud Sluis' van onze vriend Sergio Herman nog steeds genoteerd met trois étoiles. In april wordt de redactie trouwens ter plaatse verwacht.
Overzicht sterrenindeling
De uitdrukkingen stammen nog steeds uit de 'trucker-tijd' van de gids.
*** : une des meilleures tables, vaut le voyage = een heuse reis waard. ** : table excellente, mérite un détour = je zou er een omweg voor kunnen maken. * : une très bonne table dans sa catégorie = uitzonderlijk goeie keuken in eigen categorie.
De sterren zijn erg gegeerd door alle restaurants, want het aantal bezette couverts stijgt recht evenredig met het aantal positieve kritieken van Bibendum en zijn vriendjes. Uiteraard komt er een erg hoge druk te liggen op de chefs die één of meerdere sterren aan dit firmament bereikt hebben. Dikwijls wordt dan ook gezegd dat het moeilijker zou zijn een ster te behouden dan er eentje te verkrijgen.
België
***De absolute Belgische toppers en autoritaire leiders zijn nog steeds 'Het Hof van Cleve' van Peter Goossens (Kruishoutem) en 'De Karmeliet' van Geert Van Hecke (Brugge). Ze behouden allebei hun drie sterren. Wat ons betreft verdient Goossens de hemellichamen, want ook wij vonden het een reisje (en wat voor één) waard.
**In 2010 zijn er 14 restaurants met twee sterren terug te vinden bij Michelin. Vier daarvan zijn nieuwkomers: 'De Slagmolen' (Opglabbeek), 'Hertog Jan' (Brugge) en hun Waalse collega's, 'Château du Mylord' (Ellezelles) en 'L'eau Vive' (Profondeville).
*Met veel trots mogen wij meedelen dat we op 19 november een sterrenervaring rijker geworden zijn. Want tot groot jolijt van de suffragettes te lande, de culinaire feministen maar vooral van ons Bourgondiërs, blijkt restaurant 'Li Cwerneu' in Huy een ster gekregen heeft. Female chef Meirlaen is één van de vijftien nieuwkomers en staat aan de zijde van 98 andere Belgische restaurants vermeld met één ster.
Dit jaar vallen er dus enkel maar winnaars te noteren. Heel wat gesternte zal door uw trouwe redactie uiteraard op de proef gesteld worden in het komende culinaire jaar 2010. Wij kijken er alvast naar uit, we hopen van u hetzelfde!
Een avond waar de redactie reeds geruime tijd reikhalzend naar uitkeek was gisteren eindelijk aangebroken. Lekkerbekken als we zijn trokken we naar het Waalse plaatsje Huy om de kookkunsten te gaan proeven van de Lady Chef of the Year 2008: Arabelle Meirlaen. In ons beste Frans, onze sjieke tenue en in een jolige bui werd vlot koers gezet richting restaurant 'Li Cwerneu'. Transportation: courtesy of Timster.
De eigenaardige naam is ontleend van het Huyse dialectwoord voor belleman. Het restaurant ligt net naast het stadhuis, in een charmant klein pand waar vroeger de stadsomroeper woonde. Meirlaen baat haar zaak uit, met aan haar zijde Pierre Thirifays die op zijn beurt de zaal voor zijn rekening neemt. Uitstekende maître, dat moet gezegd. De ontvangst was meer dan hartelijk en de man probeerde zijn beste Vlaams boven te halen. Dit was op zijn minst al een eervolle vermelding waard.
Als aperitief werd gezamenlijk gekozen voor een maag openende champagne van uitstekende kwaliteit. Bubbels scherpen de eetlust aan en dus kregen we een eerste amuse voorgeschoteld. De maître gaf bij elke gang begeleidende uitleg en zelfs de hapjes ontsnapten hier niet aan. In een soort van sardienenblik, dat enkele seconden later gewoon een speciale manier van presenteren bleek te zijn, zat een opgerold stukje ansjovis en een roze bolletje ijs. Het tweede hapje amuseerde onze gueules danig. Een gouden plakje eendenlever (zie foto 1), bedekt met amandelnootjes en een likje donkere olie deed de ogen opengaan en kon bij de ganse tafel op bijval rekenen. Wat stond ons voor de rest nog te wachten?
Het voorgerecht was een fris gemarineerde sint-jacobsvrucht (St Malo), op een haagje van reepjes appel en sjalotjes (zie foto 2). Het zurige van de appel was misschien een iets te overheersende smaak, maar dat werd gecompenseerd door een perfect gekozen wijn. De begeleidende wijnen waren trouwens van een topniveau en erg goed afgestemd op elk gerecht individueel. Chapeau!
Als tweede voorgerecht kregen we een St Pierre, belegd met witte kaviaar, overgoten met een Argan-olie en een blad Oyster Plant, die vooraf moest gedegusteerd worden om het alles beter tot zijn recht te laten komen. Smullen geblazen daar in Huy. Opnieuw werd de plat vergezeld van een uitstekende witte wijn.
Als volgende gang kregen we een heuse maaltijdsoep aangeboden. Een meer dan rijkelijke portie witte bonen werd ons deel in dit bouillonachtige soepje. Op zoek naar andere ingrediënten kwamen we stukjes vlees tegen (Lardo di Collonata en Chorizo Iberico). We kregen de kans om dit krachtige voedsel door te spoelen met een karaktervolle vino rioja.
Het hoofdgerecht hadden we reeds meermaals zien voorbijkomen, want ook de andere gasten hadden het 'Menu Dégustation' gekozen. Wilder dan wild sprongen twee stukken haas (le lièvre warempel) op onze couvert. De soms wrange smaak van haas deed menig tafelgenoot bibberen op voorhand. Gelukkig had de chef gezorgd voor een zulke bereiding, die van elke rabiate veganist een fervente wildliefhebber zou maken. De drie soorten rode biet (schuim, vast en saus) werden mooi gepresenteerd aan de zijde van dit mannelijke konijn. Prachtige wijn opnieuw, met dank aan de maître.
Als nagerecht hadden we de keuze uit het kaasplankje of zoetigheden (envie de sucré). Per abuis kreeg ook Thuram kaas voorgeschoteld, maar achteraf bleek dit een welkome vergissing te zijn. Maar liefst zes verschillende soorten kaas sierden ons bord. Eentje ervan was geprepareerd op basis van look. Een nieuwe smaaksensatie, dat kunnen we je garanderen. Eén lid van onze foodcritics koos voor het gesuikerde lekkers en ook diens smaakpapillen werden duchtig op de proef gesteld. Ontploffende smaken in het mondje, niet in het minst door de gekoelde erg zoete rode wijn.
Duidelijk is dat chef Arabelle verlekkerd is op experimenteren in de keuken. Van overmatig bloemgebruik was geen spoor. Wel mochten we genieten van één van de lekkerste dineetjes van de laatste maanden. Traditionele ingrediënten vloeiden naadloos over in een inventieve manier van bereiden. De chef noemt haar eigen keuken een 'cuisine intuitive'. Dit is alvast een adres, waar de redactie nog eens naartoe zal trekken. De 17 op 20 score van de Gault Millau was volgens ons volledig terecht!
Tijd voor wat couleur locale vanuit Nederlands Limburg.
Wie kent deze klassieker nog van de Posse Oet Mestreech?
Zeer obscene tekst, bijna niet te verstaan, dus toch met glans door onze filter gekomen.
De blogactiviteiten liggen opnieuw op een laag pitje, maar dat kan gewijd worden aan: primo: mijn naat puupke (buikgriep) secundo: arbeit macht nicht so frei (er moet gewerkt worden) en tertio: bloggersblok (dit door een algehele komkommertijd)...
Maar beste lezers: we kunnen u wel in primeur melden dat we zaterdag 'La Tasse' zullen bezoeken tijdens onze jaarlijkse Soprano-night en dat aanstaande donderdag het Huyse restaurant 'Li Cwerneu' zal bezocht worden met enkele bevriende gourmandises. Ome Jo van de Gault Millau vond toch deze zaak toch al een 17 waard.
De kogel is dan uiteindelijk toch door de kerk. De Crespoblog gaat weer op culinaire uitstap en dit maal naar een adresje dat al veel langer op onze lijst staat: restaurant 'Oud Sluis' van chef kok Sergio Herman***.
We moeten er wel nog enkele maandjes op wachten, maar iets doet ons vermoeden dat het best wel eens de moeite waard zou kunnen worden.
We gaan eindelijk dineren in de zaak van... de man die ons op een andere manier deed aperitieven (gin-tonic), de man die tijdens de opnames van 'Mijn Restaurant' in Sint-Truiden op een aanpalend zonovergoten Truiens terras naast ons plaats nam, de man waarover de hele culinaire wereld van de Lage Landen met zoveel lof spreekt, de man die ons door zijn flamboyant persoontje nieuwsgierig doet worden naar zijn creaties en ook de man wiens rare taaltje we best amusant vinden: Sergio Herman.
Verder mogen we u ook met enige blijdschap melden dat de redactie aanwezig zal zijn tijdens de opnames van het nieuwe seizoen van MLF ('Male Liberation Front'). Jan Van Looveren en Philip Geubels leren ons daar weer wat het is om een echte vent te zijn. Medialaan 1, here we come! Uiteraard mag u ook daarvan een verslag verwachten.
Voor al wie het zich de laatste weken zou hebben afgevraagd: Ja ik leef nog! Tot de dag dat de Crespoblog een gigantische hoeveelheid brood op de plank zal brengen, is uw dienaar nog altijd gebonden aan tal van beroepsmatige plichtplegingen die zo nu en dan meer happen uit mn tijdsbudget nemen dan me lief is Maar goed, ik mag nog graag even tijd voor wat culinaire trivia!
GaultMillau
Jaarlijks terugkerend fenomeen wanneer het gebladerte van de bomen valt is de uitgave van een nieuwe GaultMillau, de makkelijker verteerbare variant van de Michelin sterrengids.
En vallen me daar deze keer enkele berichtjes te rapen!
Chef van het jaar wordt deze keer namelijk Roger van Damme, chef van Het Gebaar. Opmerkelijk is dat er dit jaar niet wordt gekozen voor een kok pur-sang, maar wel voor een patissier die toevallig ook vlees kan bakken.Als opvolger van de illustere Vicky Geunes, kan dat toch tellen qua stijlbreuk bij GaultMillau
Het belangrijkste nieuws komt echter van boven de moerdijk: onze Zeeuwse vriend Sergio Hermand kaapt namelijk voor het eerst een perfecte score van 20 punten weg, en laat hiermee ons idool Peter Goossens met een half puntje achter zich! Gezien de memorabele ervaringen die we in Kruishoutem opdeden, kunnen we nu al helemaal niet meer wachten om onze beentjes in Oud Sluys onder de tafel te mogen schuiven
Off the record wordt de Crespoblog pluim van de week trouwens toegekend aan onze sympathieke vriend én chef Séba W. die ons eerder dit jaar al voorspelde dat Sergios smakenpallet nog net iets verfijnder was dan dat van Peter
We gaan het zo snel mogelijk zelf ontdekken!
Mijn restaurant of toch ook niet?
Ander restaurantnieuws valt er ook dichter bij huis te rapen:
An&Tom (her-) openen vandaag onder de vleugels van horecapaus Pascal V. hun geesteskind Bigarreaux.Dit gaat ongetwijfeld wederom gepaard met een ongekende mas-tu-vu situatie ter hoogte van het heilig hart, een kelk die wij vandaag liever aan ons voorbij laten gaan (iets met voetbal, volk, beetje vuur, )
Toch is er ook minder goed nieuws in restaurantland: Chef Filip & Rob Biesmans, beter bekend als übersturmbahnmaître Rob en het heteroseksuele gedeelte van Exquisa, houden het na amper 3 weken samenwerking in hun Biesal voor bekeken Een zakelijke futuliteit is persoonlijk geworden en uit de hand gelopen.Na een fikse ruzie is er beslist dat ik beter vertrek meldt Rob ons in t Belangske van vandaag
Zo zie je maar, (kom)kommer en kwel liggen bijzonder dicht bij elkaar in het culinaire landschap!
Afgelopen vrijdag was het weer zover. Eindelijk kon uw dienaar opnieuw letterlijk de voordelen proeven van zijn lidmaatschap bij de Limburgse Biervrienden vzw. Plaats-delict: zaal Altiora te Lummen, alwaar de bierliefhebbersorganisatie met het meest aantal leden van België, meer dan tachtig proevers mocht ontvangen.
Moderator De avond werd aan mekaar gepraat door Gust Simons, vertegenwoordiger en commercieel directeur van Brasserie Dupont. Maar liefst zeven bieren uit hun gamma zouden die avond de revue passeren. Simons is geen onbekende in het bierwereldje en heeft bijna zijn ganse leven in opdracht gewerkt van brouwhuizen (o.a.: trappisten). De man heeft een ontzettend vlotte babbel, zoals de meeste 'verkopers', en heeft heel wat interessants te vertellen. Hij gaf wel zelf grif toe dat over het brouwproces (dryhopping,...) niet het fijne wist.
Dupont Brasserie Dupont is gelegen in het Waalse landsgedeelte in de streek van Henegouwen (Tourpes) en sinds 1844 wordt er onafgebroken bier gebrouwen. Dat het hier gaat over een brouwerij met traditie staat buiten kijf. Oorspronkelijk specialiseerde de brouwerij zich vooral in het brouwen van "seizoen bier". Dat wil eigenlijk zeggen dat het bier in de winter gebrouwen wordt, en genuttigd in de zomer. Indertijd meestal door seizoensarbeiders, vandaar de naam. Moesten we dit fenomeen overzetten naar onze contreien, dan zouden we voor de Sikh-gemeenschap een Bink met looksmaak op de markt brengen. Sinds 1950 brouwt Dupont bier van hoge gisting en met hergisting op de fles. In de jaren negentig werd het plots erg hip om biobieren te produceren en de brasserie sprong mee op de milieuvriendelijke kar. Ook met enkele brouwsels uit het biogamma mochten we deze avond kennismaken. Biobrouwen wil zeggen: - ingrediënten zijn verkregen op een manier de vriendelijk is voor het milieu. Dit betekent dus zonder pesiticiden. - het brouwproces is echter identiek als dat van de andere niet-biobieren.
Redo De avond werd ingezet met de kleinste telg uit het gamma, namelijk de Redo Pils. Redo bevat 5% alcohol, maar is toch iets bitterder én minder gelig dan een doorsnee pils. Vlot ging het eerste brouwsel naar beneden en er werd reeds rijkhalzend uitgekeken naar het betere werk van de traditionele brouwerij.
Moinette Blond Deze blonde vaste waarde klinkt vast bekend in de oren van menig bierliefhebber. Het is een typisch Dupont-bier van hoge gisting met hergisting op de fles met een alcoholpercentage van 8,5 %. In tegenstelling tot wat veel mensen denken heeft de naam niets te maken met paters of Waalse monnikken. In Tourpes is er immers geen abdij, al trok de brasserie zich daar weinig van aan. Abdijbieren verkochten goed in de jaren '50-'60, want mensen wilden een straffer biertje drinken op café. Dus kozen ze oorspronkelijk voor de benaming 'Abbaye de la Moinette'. Na 1980 snapte men dat eerlijkheid het langst duurt, en de naam 'Moinette' verscheen op het etiket. In de buurt van de brouwerij vindt men veel moerasgronden en 'moëne' was het oud Franse woord daarvoor. Vandaar eigenlijk de naam. Het bier loste trouwens de verwachtingen in en viel vooral op door zijn bittere karakter. Iets waar ze bij Dupont erg fier op zijn.
Moinette Biologique Naast de 'Moinette' brouwt Dupont een 'Moinette Biologique'. Zoals eerder vermeld gaat de brouwerij mee op de biologische golf. Door de andere samenstelling van het bier geraakt de bioversie van het moerassige bier niet hoger dan 7,5 . Een volle percent, dat verschil proeft men... zonder afbraak te doen aan de complexiteit van de smaak. Wat mij vooral opviel, was de kraag die minder lang bleef volhouden, al kon dat ook te maken hebben met onze tafel, die steevast pas op het einde werd bediend.
Bière de Miel Nog een biologisch wonder op tafel met het honingbier! De meeste Limburgse bierliefhebbers zijn niet wild van dit bier. Het smaakt dan ook erg uitgesproken naar honing, doch niet te zoet (door de hergisting) en (warempel) kastanjes. 8 % en amber van kleur. Erg interessant als afwisseling, maar geen bier om elke dag te nuttigen.
Als begeleiding kregen we een kaasschoteltje à la Dupont voorgezet. Zowel de drie kazen, als het bijhorend brood waren eigen productie. De kaas geproduceerd met Saison Dupont was er helaas niet bij, maar we mochten wel genieten van 2 kazen met een harde korst (Moinette met mout en hop en Moinette Vieux) en de Caré à la Moinette (sterk geurende en smakende kaas met zachte en in bier gewassen korst)
Cervesia Dit blonde hoge gistingsbier van 8 % is een buitenbeentje. Dupont zelf verkoopt het bier niet, maar brouwt het wel. Dit komt omdat de brouwerij een exclusiviteit verleend heeft aan de archeologische site, van vlakbij: 'Archéosite d'Aubechies' en dan vooral inzake het etiket. Kruiden en specerijen doen bijna de bitterheid vergeten. Lekker gekoeld lijkt dit bier het best tot zijn recht te komen.
Moinette Brune Nog zo'n klapper van 8,5 % rond onze oren. Door het gebruik van vier soorten mout en de hergisting krijgen we bij dit bier een uitgesproken smaak én kleur. In plaats van saai bruin, gaat het palet eerder naar het rossige-rode toe. Opnieuw bitter van smaak met toch een lichte gewaarwording van fruitigheid.
Bons Voeux In 1970 gaf de brouwerij, volgens Simons, aan zijn beste klanten een fles met speciaal daarvoor gebrouwen bier. 'Avec les bons voeux' werd echter zo populair dat Dupont het brouwsel commercialiseerde. Achteraf heeft de Crespoblog dan ook een flesje van 75 cl ingedaan, aangezien het paradepaardje 'Saison Dupont' niet aanwezig was. Dit bier met goede wensen heeft een verraderlijk karakter. De smaak is tegelijk bitter en licht zoet (enige bier in het gamma dat met dryhopping wordt geproduceerd, vandaar de complexe smaak), maar bevat 9,5 % alcohol, waardoor de drinker ervan wel eens verrast zou kunnen worden door het kleine mannetje met de grote hamer. Erg lekker bier, dat voor ons de prijs van de avond won.
Bemerking van de redactie. Dat er in Wallonië enorm veel met subsidies wordt rondgestrooid hebben we nooit goed kunnen verdragen. Maar dat het dan gaat naar nobele doelen als deze, daar kunnen we dan al iets meer mee leven. Op die manier hebben we tenminste zelf ook nog iets van de fondsenstroom naar het zuiden van ons land. Zulk een brouwerij, met zo'n dure brouwprocessen en vooral bewaarmethodes (elk bier is drie maanden oud, wanneer het de brouwerij verlaat), zou in Vlaanderen niet mogelijk zijn.