De redactie heet u welkom op de Crespoblog. Ons credo: het bewaren van de goeie smaak! We geven onze commentaar, met een serieuze korrel zout en zijn behoorlijk maatschappij -en mediakritisch. Alles komt aan bod... Humor, epicurisme, een bourgondische aanpak en visie, fait-divers, nieuws zowel lokaal als (inter)nationaal,...
Op een waarschijnlijk populaire trouwdatum 9 - 10 - 11 ging een gedeelte van de redactie (met ega en schoonbroer) op pad naar Dendermonde. Het nieuwe seizoen van 'Mijn Restaurant' is begonnen en wij nemen weer deel aan het gebeuren. De charme van de vorige edities is helaas gedeeltelijk verloren gegaan door allerlei factoren. Een seizoen zonder chef Goossens is nu eenmaal niet hetzelfde. Al was het maar om tijdens de preselectie aan te tonen dat het niet slim is te investeren in 'lost causes'. Maar soit, we dwalen af.
Na een rit van 1,5 uur komen we aan in de stede van het Ros Beiaard en de Heemskinderen. Eens om de tien jaar loopt deze stad vol met volk, maar tijdens het interfestum blijkt het een minder populaire bestemming. Al kan dat ook te wijten zijn het druilerige weertje. In de luxebrasserie gingen we voor de lunchservice rond 12u.30, met een voor -en een hoofdgerechtje. Spijtig genoeg is er geen mogelijkheid om een menu te kiezen, iets wat toch een must is wanneer men pretendeert een luxebrasserie te zijn.
De ontvangst. We worden samen met 6 andere personen tegelijk ontvangen door Sofie. Dit gebeurt erg correct en vriendelijk, ook al zijn we niet in groep daar. Iedereen krijgt vlot zijn tafel, al worden de jassen voor sommige mensen wel weggeborgen en voor anderen niet. Voor ons,... niet dus. De ober brengt ons vervolgens de kaart, maar maakt geen aanstalten om naar een aperitief te vragen. Geen suggesties, geen voorstel, geen niks. Tegenvaller, maar we besluiten ons niet van de kaart te laten brengen. We bestuderen die kaart dan maar eens en zien een vrij smakelijk uitziend keuzepalet. Dezelfde ober komt na een tiental minuten vragen of we een aperitief willen bestellen, en oh ja, de keuze zal wel al gemaakt zijn. We bestellen onze voor -en hoofdgerechten en we krijgen een hapje: een soepje van (biologische) pompoen en een schuimpje van basilicum. Het hapt lekker weg en doet ons toch hoopvol uitkijken naar het vervolg. Het aperitief: een ginto (gin-tonic) en Cava tegen democratische prijsjes.
Het voorgerecht. We kiezen voor drie verschillende borden, zijnde de Carpaccio van runds, tartaar van tonijn en wat vers gemaakte garnaalkroketten. Zoals op televisie te zien was heeft Wout Bru de Carpaccio aangepast. Daar valt weinig op aan te merken, al is de originaliteit ver zoek. Degelijke smaak, met voldoende parmezaan en slechts een klein toefje groen. De tartaar van tonijn was goed op smaak gebracht, maar vergezeld van drie drupjes groen (zonder smaak en zonder meerwaarde) en een zelfde dressage van 'kartoffelsalat'. Die was niet zo lekker als thuis, dat moet gezegd. De garnaalkroketten waren lekker, maar de coulis van tomaat overbodig. De presentatie viel mee, maar was best aanvaardbaar voor een brasserie. De prijzen: 18 voor het runds en de tonijn, 14 voor de kroketjes.
Het hoofdgerecht. De principale plat was op voorhand vastgelegd. Ik nam zelf een kijk in de wijnkaart, maar als voortrekker van het gerstenat in de gastronomie was ik het mezelf en de Limburgse Biervrienden verplicht daarvoor te kiezen. Bovendien was de wijnkaart weer een weerspiegeling van hoe groot de winstmarge mag zijn. Steenbrugge Blond van 6,4 pro mille, best te pruimen. De brouwerij van Palm in Steenhuffel heeft dus toch nog iets anders in huis dan het amberbier van laag percentage. Onze keuze: drie vleesgerechten, drie maal een schot naast de roos. Het ene schot al wat verder van de bullseye verwijderd dan het andere. De procureur van Berkshire varken (23 ) viel nog het beste in de smaak. Dit waarschijnlijk door de saus van Karmeliet die het gerecht begeleide. Over presentatie kunnen we beknopt zijn: zelfs voor een brasserie is dit uitermate basic. De lamsbout (25 ) die ons werd verkocht als kalfslende (26 ) en omgekeerd was uitgedroogd (beide gerechten) en de sausen waren van bedenkelijk niveau. Bij het lams opnieuw hetzelfde basilicum smaakje als bij het hapje vooraf en bij de kalfslende een gribiche saus, die het midden hield tussen pickels (niet Blackwell) en dragon (niet Béarnaise). De puree erbij was nog meer gezouten dan de gemiddelde pisnootjes in een volks café. De aardappelwedges waren uitgedroogd. Nee, dit is niet wat we verwachten van toch vrij prijzige kaart.
Het nagerecht. Besloten we hier niet te nuttigen.
Bediening. Sofie was vriendelijk, erg goed met kinderen, hield tussendoor de zaal in het oog en kreeg onverwachts een lading vlees van de leverancier op haar plank. Dat deelnemen aan Mijn Restaurant een zware tol eist (misschien soms nog meer dan bij de gemiddelde horeca) is eraan te zien. De druk ligt hoog en ik verdenk nog steeds het productiehuis ervan veel in scène te zetten en te monteren naar sensatie. De rest van het personeel kwam ondanks de routine opwekkende sfeer in de zaak toch nog amateuristisch over. Vooral de Sandrine look-a-like kan best nog een hoofdstukje lezen in het grote beleefdheidsboek.
Over het algemeen mogen en kunnen we dus niet tevreden zijn. In Dendermonde zien ze ons de eerstvolgende tien jaar niet terug, of het Ros Beiaard moest vroeger uit zijn stal komen natuurlijk.
We zijn weer van plan om dit jaar het merendeel van de deelnemende zaken te vereren met een bezoek. Wat nu reeds als een paal boven water staat is dat we qua ervaring en vakkennis meteen dichter in de buurt van de jury zitten, dan ooit tevoren. Waar Peter Goossens ons vroeger telkens wist te imponeren met zijn gedegen kennis ter zake, blijven de kijkers dit maal op hun honger zitten (pun intended) als het gaat over visie en kunde.
Zoe moeten we het dit jaar stellen met een Limbo-Italo-architect, een letterlijk grijze garnaal uit de reclamewereld aan de anti-depressiva die vindt dat het feest is als BOB niet rijdt, een welbespraakt eindredacteur wiens parate kennis over restaurants zich beperkt tot 'het veel bezoeken ervan' en tenslotte Willem Assaert. Wat kunnen we zeggen over Willem Assaert? Het is een man die beroepsmatig en steevast met een naar omhoog krullende bovenlip mensen in het veld afkraakt, en dat nota bene 300 dagen per jaar.
Onze reservaties in Dendermonde, Ekeren, Tongeren en Blankenberge liggen vast. Over Aarschot wordt zwaar getwijfeld. De recensies zullen dit jaar even streng, doch eveneens minstens even rechtvaardig zijn als de vorige edities. Uiteraard kan u onze bevindingen hier op de blog terugvinden. De redactie kijkt er naar uit, wij hopen van u hetzelfde.