Ik ben nog altijd een beetje fier dat ik uit Beringen kom. Mijn vader werkte er op de kolenmijn als chef de vente. Nu zijn de kolenmijnen al lang dicht maar nog steeds is een vleugje nostalgie mogelijk bij een bezoek aan de Het Vlaams Mijnmuseum. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De deur onder het opschrift MIJNMUSEUM blijkt toegang te verschaffen tot een soort café. Vaste houten banken rond tafels op een soort ijzeren poten en hulpvaardige personen, die ons desgewenst lieten aansluiten bij de rondleiding. Alles bovengronds, doch het ondergrondse deel realistisch nagemaakt.
Aarde-donker was het beneden. Ook warm. En kans op water en
. gas. Bovendien was er weinig ruimte om te werken en stof, veel stof. Om bij de kolenaders te komen moest veel gesteente worden doorboord. Stof van steen is veel fijner, dan stof van steenkool. Zo fijn, dat het in de longen van veel mijnwerkers achter bleef en de opname van zuurstof bij het ademhalen uiteindelijk onmogelijk maakte.
Uiteindelijk zijn alle mijnen gesloten. Toen de laatste mijnwerkers uit de lift waren gestapt, zijn eenvoudig de pompen gestopt. Alle machines zijn beneden gebleven. Gelukkig geen paarden, want die werden al jaren niet mee gebruikt. In het begin trokken paarden de wagentjes met kolen naar de lift. Het fabeltje bestaat, dat de paarden nooit meer boven kwamen. Alleen dood. Voor nieuw hoefbeslag moesten ze zo wie zo naar boven, weten wij. Het vuurtje van de hoefsmid was ondergronds verboden. Mijngas, weet u wel. Wel werden de paarden in het donker blind, doch na enige tijd bovengronds kregen de paarden weer zicht op de wereld. Na sluiting zijn de schachten afgedicht, de gangen vol water gelopen en deels ingestort.
Later lopen wij nog tussen de verlaten resten van de bovengrondse gebouwen. Hier en daar staan machinerieën, die we herkennen uit het museum. Opvallend zijn ook de architectonische details aan de gebouwen. Het mocht wat kosten. Verschillende soorten stenen, verwerkt in allerlei motieven en stalen bloemen op de steunbalken boven de ramen. Gelukkig niet gesloopt, net als de torens boven de schachten; een symbool van macht uit een roemrucht verleden.


|