Vanwaar toch dat intense plezier om met een koor te werken? Het zal wel wat in de genen zitten zeker. Maar het heeft ook wat te maken met mijn klassieke opvoeding en in het bijzonder met Plato.
Allereerst is Plato de geestelijke vader van de Platonische liefde. Voor Plato was platonische liefde de hoogste stap in de liefde. Het is een liefde tussen gelijken, het is tevens ook een streven naar dé schoonheid, dé waarheid,
met als einddoel dé Godelijkheid.
Het is ook op deze manier dat wij muziek willen maken, als gelijken, als vrienden. De vriendschap primeerd boven al het andere net als het amusement en het plezier dat wetelkens terug vinden in muziek. Ook willen proberen we met onze muziek die schoonheid en die waarheid (en goddelijkheid) te bereiken die Plato trachte te bereiken met zijn liefde. Uiteraard zijn we daar nog ver van, maar als je geen doel hebt in het leven is er ook geen weg
Bovendien was Plato gekend om zijn liefde voor muziek. Voor Plato was muziek even belangrijk als pakweg wetenschappen en rethorica, de redenaarskunst (en dat betekende heel wat in die tijd). Daarom vond Plato ook dat muziek centraal moest staan in de opvoeding van de Atheense jeugd. Muziek droeg bij tot het meer mens worden, juist dat gene wat Plato (en zijn leermeeste Socrates) wou bereiken door het filosoferen.
|