Wie de naam
Palestrina hoort, denkt al snel aan streng, degelijk contrapunt en saai
muziekonderwijs. En dit is niet nieuw: al vóór zijn dood werd het beeld van
Palestrina steeds legendarischer. Zijn oeuvre dwingt dan ook wel respect af,
met ruim honderd missen, driehonderd motetten en nog vele andere, meestal
religieuze werken. En dat alles in een vlekkeloze beheersing van de
compositietechnieken van zijn Frans-Vlaamse voorgangers. Naast de kwantiteit en
kwaliteit van zijn oeuvre heeft ook Palestrinas rol bij het Concilie van
Trente bijgedragen aan zijn imago. Dit concilie wilde de katholieke kerkmuziek
hervormen: alle overdadige en wereldlijke elementen moesten verdwijnen en de
tekst moest - verstaanbaar - op de voorgrond staan. Bij luistersessies om de verstaanbaarheid
te testen klonk wellicht Palestrinas Missa Papae Marcelli, maar dat is lang
niet zeker, om nog maar te zwijgen over de mythe van Palestrina als redder van
de kerkmuziek. Hoe het ook zij: Palestrina was de centrale componist in het
Rome van de zestiende eeuw, en zijn statuur heeft tot op de dag van vandaag
voortgeduurd, ook al wordt hem wel eens saaiheid of stoffigheid verweten.
Maar iedereen die een duik in zijn enorme oeuvre waagt, merkt al snel dat ook
dit een mythe is
|