Bij vrouwen
zijn er maar weinig zangstemmen echt sopraan of echt alt; bij veruit de meeste
(koor)zangeressen zit de stem ergens daar tussenin: mezzosopraan. Zelfs bij de
stemsoort mezzosopraan komen wat hogere of wat lagere varianten voor! Zo tref
je bij mannen maar weinig echte tenoren en echte bassen aan. Bij veel
(koor)zangers zit de stem ergens daartussenin: bariton. En ook de baritonstem
heeft hogere en lagere varianten.
Een gemengd
koor in vier stemmen verdelen (S-A-T-B) is eigenlijk wat de indeling betreft
veel te grof. Vrouwen- en mannenkoren hebben elk de keuze uit drie of vier
stemsoorten; deze indeling doet de veelheid aan voorkomende stemsoorten meer
recht! Een gemengd koor dat achtstemmig zingt (met in elke van de vier
stemsoorten nog een verdeling in hogere en lagere stemmen) doet wel veel meer
recht aan de veel voorkomende middenstemmen bij vrouwen en mannen.
In het
algemeen, maar zeker voor ongeoefende, of niet meer zo jonge mensen die graag
willen gaan zingen, geldt dat niet de beschikbare hoogte (of laagte), maar
vooral de klankkleur (het timbre) als eerste bepalend is tot welke stemsoort
men hoort! Het is een moeilijke taak voor de dirigent om tot een verantwoorde
stemindeling te komen; eigenlijk is hier veel ervaring voor vereist.
Iemand die
al een aantal jaren in een koor sopraan zingt, maar die eigenlijk mezzosopraan
is, doet onrecht aan haar eigen stem én aan de klank van de sopranen als geheel
door de hoogte er toch maar uit te wringen; veel beter even onmerkbaar
uitstappen en als de partij wat lager wordt, even onmerkbaar weer mee gaan
zingen.
Als deze
sopraan toch kost wat kost in de hoge ligging wil blijven meezingen dan draagt
ze met haar geforceerde hoogte niets bij aan de totale koorklank dan alleen
negatiefs! Natuurlijk geldt dit ook voor de mannenstem die eigenlijk een
bariton is, maar in een vierstemmig koor (omdat zijn stem toch redelijk hoog
is) tenor zingt!
Er zijn in
ieder koor nu eenmaal leden die het koor dragen: ze hebben een goed gehoor,
pikken tijdens de repetitie snel nieuwe dingen op, kunnen misschien noten lezen
of hebben een zekere, aangename stem. Deze leden vervullen een voortrekkersrol
binnen het koor en ze zijn een steun voor de anderen (bijna altijd de
meerderheid) die, overigens ook heel belangrijk binnen een koor, een steuntje
nodig hebben. De plaats in de kooropstelling die u als koorlid inneemt wordt
mede bepaald door de rol die u daarbinnen vervult! De trekkers staan meestal
op de tweede rij, achter degenen die een steuntje in de rug nodig hebben. Ook
tot de mogelijkheden behoort dat degenen die een steuntje nodig hebben, naast
twee trekkers staan (bijvoorbeeld, omdat die al jaren zo fijn op elkaar
ingezongen zijn)! Een gewetensvolle dirigent laat daardoor de kooropstelling
bepalen en niet door de plaats waar u nu toevallig al jaren gestaan heeft. Veel
tact, inzicht en begrip én van de kant van de dirigent én van de kant van de
koorzanger is vaak vereist!
Weinig
zingen is voor een (koor)zanger niet goed. Is het u ook al eens opgevallen dat
de stem na een vakantie niet zo goed zit? Het duurt een aantal weken (met
repetities en diensten) voor het weer net zo goed gaat als voor de vakantie!
Iemand die graag zingt probeert zo veel mogelijk te zingen; hoe meer je zingt,
hoe beter de stem immers blijft zitten. Iemand die de muziek al snel goed
kent (zon trekker bijvoorbeeld) en meent daarom best eens een repetitie te
kunnen overslaan, doet er vooral niet
alleen zichzelf mee te kort , maar bovendien ook degenen die de steun van
genoemde trekker node missen
.
|